Frans Beelaerts Van Blokland in China
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Frans Beelaerts van Blokland in China De Nederlandse vertegenwoordiging in Beijing tijdens de Eerste Wereldoorlog Masterscriptie René van der Weerden Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen. Universiteit van Amsterdam 1 juli 2017 Afbeelding titelpagina: Beelaerts van Blokland als Gezant te China, 1909-1919. Foto: familiearchief Beelaerts van Blokland, in Alexander Beelaerts van Blokland, Jhr. mr. Frans Beelaerts van Blokland (1872-1956): markante Hagenaar, minister en vice-president van de Raad van State (2006) 11. (Overdruk van een in het Jaarboek van de Geschiedkundige Vereniging Die Haghe verschenen biografische schets van deze thans bijna vergeten, maar interessante en markante ‘Onderkoning’). * Begeleid door: dhr. dr. R. (Ruud) van Dijk PhD Namen van personen en instanties worden vaak geschreven zoals ze in de tijd van de Eerste Wereldoorlog door Frans Beelaerts van Blokland geschreven worden. Voor namen van steden geldt hetzelfde, met die uitzondering dat wanneer ze niet direct gerelateerd zijn aan uitlatingen van Beelaerts van Blokland ze op de hedendaagse manier worden geschreven. Daarom wordt er bijvoorbeeld soms gebruik gemaakt van Peking en soms van het nu gebruikte Beijing. 1 Inhoud: - Inleiding 4 1 Frans Beelaerts van Blokland in Peking en het begin van de Eerste Wereldoorlog in China 14 - Het Gezantschap te Peking - Missionarissenwerk en de Duitse Concessie Tsingtao - De Bokseropstand 1900 - 1911 De val van het Chinese Keizerrijk - Het begin van de oorlog in China, 13 september 1914, de aanval op Tsingtao 2 Nederland en de Eerste Wereldoorlog 34 - Het begin - Neutraliteit - Buitenlandse politiek met betrekking tot Nederlands-Indië - Vertegenwoordiging in China en belangenbehartiging 3 Belangenbehartiging voor Duitsland door Frans Beelaerts van Blokland 44 - De ‘21 Japansche Eischen’ - De Chinese oorlogspolitiek - 1917 Chang Hsün en de onpartijdigheid van de Nederlandse gezant 4 De belangenbehartiging door Frans Beelaerts van Blokland 56 - 14 augustus 1917, China verklaart de oorlog aan Duitsland, het begin - Toenemende spanningen - Het einde van de betrekking in Peking - Conclusie 66 - Bibliografie 70 2 3 Inleiding In Den Haag aan de Laan van Eik en Duinen, ligt de oude en historisch interessante begraafplaats Oud Eik en Duinen. Interessant omdat op deze lommerrijke plek in de bestuurlijke hoofdstad van Nederland verschillende graven liggen die de herinnering aan het verleden tastbaar maken. Zo zijn er de graven te vinden van de politici Abraham Kuyper, Pieter Sjoerds Gerbrandy en Willem Drees, de schrijvers Louis Couperus en Menno ter Braak en minder bekende maar voor deze scriptie interessante figuren als Herman van Karnebeek, minister van Buitenlandse Zaken tussen 1918 en 1927, en de opperbevelhebber van de Nederlandse Land- en Zeemacht tijdens de Eerste Wereldoorlog, generaal Cornelis Jacobus Snijders. De begraafplaats heeft twee wandelingen langs bekende graven. Wanneer je de wandelroute Oud Eik en Duinen rechts neemt dan kom je bijna als laatste bij het graf van Frans Beelaerts van Blokland.1 De hulpvaardige routebeschrijving meldt hierover: U gaat vanaf hier het 1e paadje rechts in. Het 13e graf aan uw linkerhand is graf: KD690, Jhr Mr Frans Beelaerts van Blokland (21-1-1872 / 27-3-1956) Jhr Mr Frans Beelaerts van Blokland was in zijn tijd een zeer bekende Nederlander. Bij het grote publiek werd hij voor het eerst bekend in 1923, toen Koningin Wilhelmina hem tot kabinetsformateur benoemde. In 1927 werd Beelaerts benoemd tot Minister van Buitenlandse Zaken. Koningin Wilhelmina gaf hem de opdracht om een echtgenoot voor haar dochter Juliana te zoeken. Bij het huwelijk in 1937 tussen Prinses Juliana en Prins Bernhard in ’s-Gravenhage was Beelaerts één van de getuigen. Op 7 februari 1956 installeerde hij de toen net achttien jaar oud geworden Prinses Beatrix nog als lid van de Raad van State. Zeven weken later overleed hij op 84-jarige leeftijd maar nog steeds in functie.2 Frans Beelaerts van Blokland stierf in het harnas. Volgens Slijkerman sleet hij zijn laatste dagen als vicevoorzitter van de Raad van State deels slapend tijdens de vergaderingen van dit lichaam.3 Beelaarts van Blokland werd ook wel de ‘mandarijn van Den Haag’ genoemd, een betiteling die duidelijk verwijst naar de periode 1909-919 toen hij als ambtenaar van Buitenlandse Zaken verbleef in China, maar refereert mogelijk ook naar zijn enigszins verheven houding 1 Zie de website van Monuta; https://www.monuta.nl/vestiging/begraafplaats- oudeikenduinen/sites/begraafplaats-oudeikenduinen/files/wandelroute-rechts-begraafplaats_oud-eik- en-duinen.pdf 2 Zie de routebeschrijving op website; https://www.monuta.nl/vestiging/begraafplaats- oudeikenduinen/sites/begraafplaats-oudeikenduinen/files/wandelroute-rechts-begraafplaats_oud-eik- en-duinen.pdf 3 Diederick Slijkerman, In dienst van de kroon, Vice-presidenten van de Raad van State (Zutphen, Walburg Pers: 2001) 196. 4 naar collega’s binnen de Raad van State. In Slijkerman’s korte biografie en andere beschrijvingen van zijn leven blijft de tijd die hij als Nederlands gezant in Peking doorbracht onderbelicht.4 De betrekkingen tussen Nederland en China, waarin hij een prominente rol speelde, is het onderwerp van deze scriptie. De context: de eerste wereldoorlog, China en Nederland De jaren dat Beelaerts van Blokland in China verbleef, was een zeer roerige periode waarin de wereld de Mutter- of Urkatastrophe van de twintigste eeuw onderging: de Eerste Wereldoorlog. Door de Eerste Wereldoorlog veranderden de internationale verhoudingen aanzienlijk. Grote paradigma’s over internationale verhoudingen gingen verschuiven. Zo bleek dat het lang zo dominante en ongenaakbare Engeland de snelheid van de industriële groei die in Duitsland en de Verenigde Staten plaatsvond niet kon bijhouden. 5 De Verenigde Staten besloten, enigszins huiverig en pas in een later stadium, zich te bemoeien met de oorlog maar hadden ondertussen hun militaire kracht enorm uitgebreid. Rusland verjoeg als het ware de laatste Tsaar, overleefde een bolsjewistische revolutie en trok zich terug uit de oorlog, waarbij de ideologische tegenstellingen in Europa een scherpere rand kregen. Aan de geografisch andere kant van de wereld beleefde China haar eigen Mutterkatastrophe. In 1911 kwam een einde aan het Chinese Keizerrijk, een caesuur in de Chinese geschiedenis die vergelijkbaar is met de caesuur die de Franse Revolutie voor Frankrijk betekende. Japan had haar macht in de regio uitgebreid aan het begin van de eeuw en had ook in China zeggenschap. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog worstelde China met de te voeren oorlogspolitiek. Terwijl in de negentiende eeuw het imperialisme van Europese grootmachten in Zuid- en Zuidoost-Azië alsmede in Afrika al zijn beslag had gehad, leek aan het begin van de eeuw the Scramble for China de avontuurlijke, ondernemende en in sommige gevallen machtsbeluste geest in Europa opnieuw te voeden. Zou Nederland in deze laatste scramble een rol van betekenis willen spelen? Mocht het zover komen dat China verdeeld zou worden onder de Europese koloniale machten, welke rol zou Nederland dan spelen? Het had immers grote belangen in Zuidoost-Azië door het bezit van haar kolonie Nederlands-Indië dat aan het einde van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw steeds verder onder koloniaal bestuur was gebracht. Daarnaast was er door de eeuwen heen een steeds uitgebreider handelsnet in deze regio ontstaan waarbij Nederland als handelsnatie sterk van de toegenomen handel profiteerde. 4 Zoals in: R.E. van Ditzhuyzen, ‘Jhr. Mr. Frans van Blokland, Vice-president van de Raad van State 1933-1956’ in Raad van State 450 jaar (Den Haag, Staatsuitgeverij: 1981) 297. 5 Duco Hellema, Buitenlandse politiek van Nederland, De Nederlandse rol in de wereldpolitiek (Utrecht, Spectrum: derde druk 2006) 56. 5 Nederland had bijvoorbeeld op eigen initiatief de handelsrelaties met China en Japan in de negentiende eeuw versterkt. Of Nederland een stukje van de Chinese taart wilde hebben en of de Nederlandse gezant daarbij een rol speelde, lijkt een voor de hand liggende vraag te zijn? Misschien wel, als men de door de gezant geschreven tekst achter op onderstaande kaart van 14 juli 1911 leest. 6 Kaart en foto van Frans Beelaerts van Blokland (tweede van rechts) in het gezelschap van de Russische diplomaat. ... Met mijn Russische collega ben ik in zo ernstig gesprek, dat u zult denken, dat wij bezig zijn over de verdeling van China. Als ik mijn gesprek goed herinner liep het echter over een zaak van veel groter belang n.l. over de vraag of wij dien dag voor het avondfeest een zwarten rok dan wel, zoals hier veelal gebruikelijk is, een witte smoking zouden aandoen.7 De op de kaart afgebeelde gemoedelijke en vriendschappelijk verhouding tussen Europese gezanten geeft een beeld van een ontspannen sfeer in de diplomatenwijk in Peking. De opmerkelijke aantekening van Beelaarts van Blokland bevestigt dit: hij schetst een beeld van sympathie voor de Europese mogendheid Rusland. Anderzijds suggereert hij dat Aziatisch China zwak, zo niet minderwaardig was. Dit in die tijd heersende wereldbeeld waarover de Britse historicus Mazower treffend schrijft dat het Westen de niet-Westerse landen als barbaric states beschouwde: deze landen zouden bij gebrek aan beschaving, cultuur en ontwikkeling op een lagere sociaal-darwinistische trede staan dan de Westerse mogendheden.8 Overigens keek China met dezelfde ogen naar de Westerse landen. Mocht de taart gesneden worden, dan leek Duitsland wel het mes in handen te hebben. De Duitse