Natuurhistorisch Maandblad

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Natuurhistorisch Maandblad NATUURHISTORISCH MAANDBLAD. komen en geheel vrij zijn beroep bepalen. Veel LITERATUUR: voelde de ,,moderne" knaap niet voor dit •par- ticuliere tuchthuis", zoals hij het eerbiedwaar- 1) Rosenthal s, D. A. •Conventitenbildern aus dem neunzehnten Jahrhundert". Bd. I. Deutschland I, dige pensionaat noemde. Maar vader en moeder, 2e Abt., 2e Aufl. 1871. en ook zijn zuster Elisabeth, die ook al een woordje meesprak, waren het nu niet met hem 2) •Burggrafie" nr. 40, Meran, Mei 1886. eens. 3) W a s ra a n n, F r i e d r i c h. •Friedrich Wasmann" •Ein deutsches Künstlerleben von ihm selbst ge- Om de lieve vrede te bewaren stemde Erich schildert", herausgegeben von Bernt Grönvold. eindelijk maar toe. Hij zou dan maar naar Feld- München, 1896. kirch gaan; men kon daar toch altijd nog wat 4) P f ü 1 f, S.J., Otto. ..Friedricht Wasmann als Künst- leren temidden van jongens uit alle delen van ler und Konvertit", •Stimmen aus Maria Laach", Europa. Bd. 53. 1897. Feldkirch zou Erich's leven bepalen. 5) Wasmann, Friedrich. •Friedrich Wasmann" •Ein deutsches Künstlerleben von ihm selbst ge- Langzaam immers groeide hier toch in de schildert" herausgegeben von Bern: Grönvold, energieke speelse knaap het verlangen naar het Leipzig, 1915. priesterschap. 6) B o r n e m a n n, D. •Die Geschichte eines Uebertritts" Wie zal zeggen waar het begon ? Was het (Friedrich Wasmann). •Protestantische Studiën", bij een H. Mis of een avondgebed in de kapel ? Heft 5, 1926. Was het tijdens de drie-daagse retraite met 7) Wasmann, Friedrich. •Wanderjahre eines Allerheiligen, bij de opname in de Maria-Con- deutschen Malers" (Aus den Aufzeichnungen gregatie of tijdens de lange plechtigheid in de Friedrich Wasmanns). Münchner Jugendbücher, Bd. II. Kerstnacht van 1874 ? Erich sprak over zijn roeping met Pater 8) R. Stumper. •Deux grandes figures de la science des insectes sociaux E. Wasmann et A. Forel", Schaeffer, zijn studie-prefect; met Pater Krieg, •Insectes Sociaux", Tome I, no 4, 1954. die hem geschiedenis gaf en met Pater Kiene, 9) Forel. A. .Rückblick auf mein Leben". Zurich, de leraar in de biologie, die hij zo graag hielp 1935. met de kever- en vlinderverzameling van het 10) E s ch e ric h, K a r 1 Leben und Forschen". Berlin, college. 1944. In januari 1875 stond zijn besluit vast en 11) Wasmann, S.J., Erich. •Jugenderinnerungen" schreef hij naar huis. Hij wilde Jezuïet worden. •Stimmen der Zeit", Bd. 123, 1932. Toen in het voorjaar van 1875 Pater Hoevel, de Provinciaal van de Duitse provincie van de Sociëteit van Jezus, waartoe ook het college in Feldkirch in Oostenrijk behoorde, naar Feld- METATROPIS RUFESCENS H. S. kirch kwam, moest Erich bij hem komen. Geen en enkele opmerkingen over de overige Neididae van de Paters van Feldkirch twijfelde aan de (Hem. Heteroptera). gunstige uitslag van het kleine examen, dat de ir R. H. COBBEN jongen moest afleggen. Maar de voortdurende Laboratorium voor Entomologie, Wageningen hoestbuien van de knaap maanden toch tot voorzichtigheid. De geneesheer, die aan het (METATROPIS RUFESCENS H. S. college verbonden was, onderzocht hem nog with some notes on the other genera of Neididae. eens goed en toen Erich een tweede maal bij de With summary and description of larval stages) Provinciaal moest komen, werd hij aangenomen als candidaat voor de Duitse provincie van de Vindplaats en milieu. Paters Jezuïeten. Het noviciaat was in een klein jachtkasteel in Mijn wantsen-leermeester, wijlen R e c 1 a i r e, Holland, even over de Duitse grens, bij Roer- stimuleerde mij herhaaldelijk, om heksenkruid mond gelegen. (Circaea lutetiana L.) te onderzoeken op de aan- Hij kon het op 28 september 1875 in een wezigheid van een toen nog niet inlands gevon- voortdurende regenbui, nauwelijks vinden. den, op deze plant monophaag levende, wants. Kletsnat kwam Erich in Exaten aan...! Dat was tijdens een briefwisseling gedurende de NATUURHISTORISCH MAANDBLAD. laatste oorlog. Direct na de oorlog schreef hij vochtigheidsgraad, daar de beukenbladgrond mij, dat hij een prachtige, aaneengesloten Cir- nog flink nat was; het aangrenzend Czrcaea-ter- caea-vegetatie in de buurt van Arnhem intensief rein was kurkdroog. Op de Merarropzs-plek had onderzocht, zonder de bewuste wants te vin- stond de hondsdraf zeer ijl en behalve een en- den en hij was toen geneigd aan te nemen, dat kele braamstengel groeide er nog een weinig zij niet in ons land zou voorkomen, ofschoon zij klimop tussen de Circaea. Metatropis rufescens o.a. bekend was van het Rijnland en België. schijnt dus bijzondere eisen ten aanzien van de Mijn pogingen om de soort te vinden, bleven vochtigheid en belichting te stellen en kweek- eveneens vruchteloos, alhoewel ik slechts minder proeven zullen moeten uitmaken, of dit wellicht gunstige standplaatsen van Circaeca kon onder- de reden is, dat zij niet op andere vertegenwoor- zoeken. Tot mijn verrassing vertelde gedurende digers van de fam. der Oenotheraceae voorkomt, de afgelopen winter Blote mij, dat B r o n- zoals Eplobium en Oenothera. De imagines g e r s m a het eerste exemplaar van ons land welke kortgeleden op Fuchsia gezet werden, be- ving te Swalmen (Midden-Limburg) 24-9-1951. gonnen terstond langdurig op het blad, bladste- In Leiden werd het materiaal, dat met behulp len en stengels van deze Oenof/ieracee te zuigen. van een sleepnet in het landgoed van kasteel Of zij zich op genoemde plant kunnen voortte- •Hillenraad" verzameld was, gesorteerd, en 1 len, zal pas kunnen blijken, nadat de imaginale $ van Metaitropis bleek zich onder de buit te diapauze, die intussen is ingetreden, verbroken bevinden. Het tweede ex. werd gevangen door is. Loof (1955) te Valkenburg. Geactiveerd door In Zweden en Finland leeft Metatropis ru- de eerste vondst in Swalmen bezocht ik op 23 fescens op Linnaea borealis en W a g n e r Juli 1955 het grote landgoed ,,Hillenraad" (1950) beschouwt de Linnaea- en Grcaea-die- en vond een gesloten, ca. 1 ha. grote, vegetatie ren als behorend tot 2 verschillende oecologische van Circaea in een hoog opgaand, ijl loofbos rassen. Hij doet dit mede op grond van zeer ge- (vnl. Quercus en Fraxirtus) met aan de bosrand ringe morphologische verschillen; van de ver- Fagus. De gehele middag werd stelselmatig de schillende kenmerken, die hij aangeeft, is alleen ondergroei afgesleept en de O'rcaea-planten en de kleur en de fijnere pronotum-sculptuur van de bladaarde afgezocht, echter zonder resultaat. toepassing op de dieren uit Swalmen. Het dui- Op 27 Augustus betrad ik hetzelfde bos weer delijk hoog gewelfde en ingesneden uiteinde van via een ander bospad en sleepte een klein, enigs- de frons, alsmede de achterrand van het S ge- zins geïsoleerd plekje Circaea af, dat de vorige nitaalsegment komen overeen met de afbeel- maal aan mijn aandacht was ontsnapt. In mijn dingen van Metatropis rufescens linnaeae in net bevonden zich toen enkele imagines van W a g n e r (op. c). Met betrekking tot de lar- Metatropis en na zoeken tussen de planten steeg ven zegt hij, dat die van M. rufescens rufescens het aantal tot 10, $ $ en 2 9 en bovendien nog 'de vorm van Circaea) altijd roodbruin zijn. enkele larven in verschillende stadia. Het eigen- Het lichaam van de 5 larven van Swalmen (4 lijke grote complex Circaea, dat de vorige keer stadia V, 1 stad. III) is echter zonder uitzonde- onderzocht was, bleek ook nu weer geen enkele ring geheel groen met een bruine tekening op Metatropis te bevatten. Onder de O'rcaea-plan- de kop. Ook Guide (1935) noemt de larven ten bevond zich daar een dicht tapijt van Gle- •apfelgrün", evenals Butler (1923), die choma hederacea en verder Rubus en Geranium spreekt van •shining green". Deze kleur veran- robertianum. Op hondsdraf bevond zich de ci- dert na de dood in grauw-geel, de kleur die cade Eupteryx notata Curt, met zijn larven en W a g n e r aan de larve van een Linnaeadier uit nog enkele 9 2 van Aphrodes bicinctus Schrk.; Zweden toeschrijft. Hij vermeldt helaas niet, op de braam de cicade Macropsis (scotti Edw?) hoeveel Circaea-dieren hij met de Linnaea-vorm en op de grond de wantsen Drymus brunneus vergeleken heeft en van welke streken zij af- Shlb. en Scolopothetus thomsoni Reut. Meta- komstig zijn. Genoemde tegenstrijdigheden ma- tropis ontwikkelde zich echter op een plek van 2 ken het wenselijk, vele imagines en larven uit nauwelijks 2 m met een klaarblijkelijk hogere alle delen van het verspreidingsgebied vergelij- kend met elkaar te bestuderen. Dat 2 vormen, De heer Blote dank ik ook op deze plaats voor zijn toe- stemming de vondst van Dr Brongersma hier te mogen die morphologisch practisch niet gedifferenti- vermelden. eerd zijn, elk monophaag op niet met elkaar ver- NATUURHISTORISCH MAANDBLAD. wante planten leven, is een niet alledaags ver- maakt. Het beschreven schema kan herhaaldelijk schijnsel. De Myrtales, waartoe Circaea behoort, onderbroken worden, doordat de voorpoten, als en de Rubiales met Linnaea staan in het systeem voornaamste poetsorganen, steeds weer tegen van P u 11 e (1952) zeer ver uiteen. elkaar worden gewreven. Een eender verlopend reinigings- en invettingsproces werd door v o n Waarnemingen oyer het gedrag. M i t i s (1937) beschreven van de Gerridae, die De imagines en 2 larven werden in een plastic extreem lange midden- en achterpoten bezitten. cylinder met dor beukenblad. verdorde stengels Het rostrum is zeer beweeglijk en kan een ach- en zaden van Circaea ondergebracht en verble- terwaartse knik van 90° tussen lid 2 en 3 ver- ven hierin tot November bij een temperatuur van tonen, waarbij de rostrumpunt verschillende ma- 19-23°C; af en toe werd met water gesproeid. len tegen het mesosterniet tikt; of hierbij wel- Al snel maakten de 2 larven hun imaginale ver- licht speeksel tegen het coxaalgewricht werd af- velling door, waarvan het proces beschreven gezet, kon niet worden nagegaan.
Recommended publications
  • Topic Paper Chilterns Beechwoods
    . O O o . 0 O . 0 . O Shoping growth in Docorum Appendices for Topic Paper for the Chilterns Beechwoods SAC A summary/overview of available evidence BOROUGH Dacorum Local Plan (2020-2038) Emerging Strategy for Growth COUNCIL November 2020 Appendices Natural England reports 5 Chilterns Beechwoods Special Area of Conservation 6 Appendix 1: Citation for Chilterns Beechwoods Special Area of Conservation (SAC) 7 Appendix 2: Chilterns Beechwoods SAC Features Matrix 9 Appendix 3: European Site Conservation Objectives for Chilterns Beechwoods Special Area of Conservation Site Code: UK0012724 11 Appendix 4: Site Improvement Plan for Chilterns Beechwoods SAC, 2015 13 Ashridge Commons and Woods SSSI 27 Appendix 5: Ashridge Commons and Woods SSSI citation 28 Appendix 6: Condition summary from Natural England’s website for Ashridge Commons and Woods SSSI 31 Appendix 7: Condition Assessment from Natural England’s website for Ashridge Commons and Woods SSSI 33 Appendix 8: Operations likely to damage the special interest features at Ashridge Commons and Woods, SSSI, Hertfordshire/Buckinghamshire 38 Appendix 9: Views About Management: A statement of English Nature’s views about the management of Ashridge Commons and Woods Site of Special Scientific Interest (SSSI), 2003 40 Tring Woodlands SSSI 44 Appendix 10: Tring Woodlands SSSI citation 45 Appendix 11: Condition summary from Natural England’s website for Tring Woodlands SSSI 48 Appendix 12: Condition Assessment from Natural England’s website for Tring Woodlands SSSI 51 Appendix 13: Operations likely to damage the special interest features at Tring Woodlands SSSI 53 Appendix 14: Views About Management: A statement of English Nature’s views about the management of Tring Woodlands Site of Special Scientific Interest (SSSI), 2003.
    [Show full text]
  • The Stilt Bugs (Heteroptera, Berytidae) of Norway
    © Norwegian Journal of Entomology. 21 June 2011 The stilt bugs (Heteroptera, Berytidae) of Norway FRODE ØDEGAARD & ARNSTEIN STAVERLØKK Ødegaard, F. & Staverløkk, A. 2011. The stilt bugs (Heteroptera, Berytidae) of Norway. Norwegian Journal of Entomology 58, 27–32. We here present confirmed records of the six species of stilt bugs (Berytidae) occurring in Norway. Berytinus clavipes (Fabricius, 1775) is reported for the first time from Norway. Several new county records for the other species of Berytidae are also presented. All species are illustrated with pictures of specimens from Norway. The reported records of Berytinus affinis in Warloe (1925) have for a long time led to confusion about which species of Berytinus Kirkaldy, 1900 being present in Norway. Here, we show that these specimens actually belong to the common B. minor (Herrich-Schaeffer, 1835). We conclude that it is not likely that more than these six species of Berytidae are to be found in Norway in the future. Key words: Hemiptera, Heteroptera, Berytidae, Norway. Frode Ødegaard & Arnstein Staverløkk, Norsk institutt for naturforskning, NINA. P. O. Box 5685 Sluppen, NO-7485 Trondheim, Norway. E-mail: [email protected] Introduction of Berytidae, but most species seem to be phytophagous and tied to various plant families. The stilt bugs (Berytidae) represent a small family While Metatropis rufescens is found in broad leaved of true bugs with 155 species and 45 genera in the forests, all the other species seem to be restricted Palearctic region (Aukema & Rieger 2001) Only to xerophilic dry meadows. The Berytinus species eight of these species are present in Scandinavia are normally associated with Fabaceae.
    [Show full text]
  • Hemiptera: Heteroptera) Berend Aukema, Frank Bos, Dik Hermes & Philip Zeinstra
    nieuwe en interessante nederlandse wantsen ii, met een geactualiseerde naamlijst (hemiptera: heteroptera) Berend Aukema, Frank Bos, Dik Hermes & Philip Zeinstra Dit artikel biedt een overzicht van 42 soorten nieuwe of anderszins interessante Nederlandse wantsen, waargenomen of ontdekt in de periode 1998 tot en met 2004. Tupiocoris rhododendri (Miridae), Xylocoridea brevipennis (Anthocoridae), Metopoplax fuscinervis (Lygaeidae) en Elasmostethus minor (Acanthosomatidae) zijn nieuw voor de Nederlandse fauna. De tingiden Copium clavicorne en Derephysia sinuatocollis, de anthocoride Amphiareus obscuriceps, de lygaeiden Horvathiolus superbus en Holcocranum saturejae en de pentatomide Stagonomus bipunctatus pusillus werden elders al als Nederlandse soorten genoemd, maar worden hier voor het eerst in detail behandeld. Tupiocoris rhododendri, Stephanitis takeyai en Nysius huttoni zijn exoten, die ons land op niet-natuurlijke wijze hebben bereikt. Tot besluit wordt een geactualiseerde lijst gegeven van alle 618 in Nederland waargenomen soorten. inleiding in voorbereiding is. Tenzij anders tussen haakjes Sinds het vorige overzicht van nieuwe, zeldzame vermeld bevindt het materiaal zich in de collectie of anderszins interessante wantsen (Aukema et van de verzamelaar. Gebruikte afkortingen: al. 1997) zijn inmiddels veel vermeldenswaardige ac Amersfoortcoördinaten, ba - Berend Aukema, vonsten gedaan, die nog niet of niet in detail fb - Frank Bos, dh - Dik Hermes, pd - Planten- gepubliceerd zijn. ziektenkundige Dienst, pz - Philip Zeinstra, Met deze
    [Show full text]
  • PERSONAL DETAILS Name-Surname: Meral FENT Place
    PERSONAL DETAILS Name-Surname: Meral FENT Place and Date of Birth: Tekirdağ /Turkey E-mail: [email protected] Foreign Language: German, English FINAL POSITION EMPLOYED Unit: Trakya University, Faculty of Science, Department of Biology, EDİRNE EDUCATIONAL STATUS UNDERGRADUATE University: Trakya University Academic Unit: Faculty of Arts and Science Program/Department: Biology Date of Graduation: 1991 POST-GRADUATE University: Trakya University Institute: Institute of Science Program/Department: Biology/ Zoology Title of Thesis: Taxonomic and Faunistic Studies of the Fauna of Pentatomidae (Heteroptera) in Edirne Province of Turkey Date of Graduation: 1995 DOCTORATE University: Trakya University Institute: Institute of Science Program/Department: Biology/ Zoology Title of Thesis: Taxonomic and Faunistic Studies of the Fauna of superfamily Pentatomoidea (Heteroptera) in Turkish Thraece Region. Date of Graduation: 2004 » Academic Titles Associate Professor Doctor » In 2011 Trakya University Faculty of science Publications SCI-SSCI or SCI Expanded Articles Khan, I., M. Fent, “Seasonal Population Dynamics of Typhlodromus pyri Scheuten (Acari:Phytoseiidae) in Apple Orchards in the Region Meckenheim”, Journal of Pest Science,78:1-6 (2005). Fent, M., N. Aktaç, “New Records of the Pentatomoidea (Heteroptera) fauna for Europe, Turkey and the Turkish Thrace”, Entomological News, 118 (4), 336-349 (2007). Fent, M., N. Aktaç, “Trakya Bölgesi Acanthosomatidae, Plataspidae, Thyreocoridae, Cydnidae, Scutelleridae (Pentatomoidea: Heteroptera) Faunasına Katkılar”, Turkish Journal of Entomology (Türkiye Entomoloji Dergisi), 33 (3): 193-204, (2009). Fent, M., “Contributions to Pentatomoidea (Heteroptera) Fauna of Western Black Sea Region With a New Record for Anatolian Fauna: Neottiglossa lineolata (Mulsant & Rey, 1852)”, Journal of the Entomological Research Society , 12 (1): 53-65, (2010). Fent, M., C.
    [Show full text]
  • Gampsocoris Lilianae Josifov, Was Found in Bulgaria
    Acta entomologica serbica, 1999, 4 (1/2): 11-34 UDC 595.754 (497) BIODIVERSITY OF THE FAMILY BERYTIDAE (HETEROPTERA) IN FR YUGOSLAVIA AND IN THE BALAKAN PENINSULA LJ. PROTI} Natural History Museum, P.O. Box 401, YU-11000 Beograd The totals of 21 and 17 species of Berytidae family have been established in the Balkan Peninsula and Yugoslavia respectively. An endemic species, Gampsocoris lilianae Josifov, was found in Bulgaria. New species for the fauna of Yugoslavia are: Apoplymus pectoralis Fieber and Gampsocoris culicinus Seiddenstücker. The paper particularly considers the arrangement of Serbia by regions and the distribution of species within regions, as well as their biodiversi- ty compared to the neighbouring countries of the Balkan Peninsula. KEY WORDS: Heteroptera, Berytidae, Yugoslavia, Balkan Peninsula INTRODUCTION The fauna of the Berytidae family in the Balkan Peninsula has not yet been treated as the sole subject of a single paper. There exist only faunisti- cal papers which consider the Berytidae together with other families (GÖLLNER-SCHEIDING 1978, HOBERLANDT 1955, HORVÁTH 1897, JOSIFOV 1964, 1965, PROTI} 1988/89, PUTCHKOV 1974, STICHEL 1955-1962). The most comprehensive data on the species of the Berytidae family can be found in the monograph of Euro-Mediterranean region (PÉRICART 1984). According to the available literature, a total of 21 species of the Berytidae family has so far been established in the Balkan Peninsula. An endemic species, Gampsocoris lilianae Josifov, was found in Bulgaria (JOSIFOV 1958). The paper particularly considers the arrangement of Serbia by regions and the distribution of species within regions, as well as their biodiversity Acta ent.
    [Show full text]
  • Newsletter 54
    NEWSLETTER 56 LEICESTERSHIRE January 2017 ENTOMOLOGICAL SOCIETY VC55 In this edition Dolichopus at Rutland 3 Water New Flea for VC55 4 Where have all my 5 Peacocks gone? Short-winged Conehead in 6 Rutland Moth trap mutterings 7 Hickling Broad 7 A poor insect season in the 8 garden Course Review: Solitary 8 Bees Buying a VC55 first 9 Bugs on the move 10 A male of the long-legged fly Dolichopus simplex. Long-legged flies Indoor meetings 12 (Dolichopodidae, or “dollies”) are often metallic green. Dolichopus males have programme impressive genitalia, some with ornamented lamellae (visible between the hind legs). Dollies are often abundant in wet places, as the larvae live in damp soil and rotting wood. See the article on p. 3. Photo: Graham Finch. LES Newsletter 56 January 2017 Editorial LEICESTERSHIRE ENTOMOLOGICAL Members enjoyed a superb presentation by Ben Devine SOCIETY on 19 January about the Black to Green project in the Affiliated to: Heart of the National Forest. One of Ben’s tasks is to Leicestershire & Rutland Wildlife Trust encourage biological recording, so he explained how LES members could get involved. I am mentioning Chairman & this talk because it was not scheduled in the last LES Occasional Publications Editor: Ray Morris Newsletter, yet ought to be recorded somewhere. 16 Hinckley Road, Dadlington Leics. CV13 6HU My thanks go to the contributors to the Newsletter. I Telephone: 01455 213569 had to chivvy hard this time - I would really appreciate Email: [email protected] copy ahead of the deadline! (see bottom left). Eventually I received a little more than 12 pages- Secretary: Anona Finch worth, so I have jettisoned the regular Looking for Help 14 Thorndale, Ibstock, Leics.
    [Show full text]
  • Stilt Bugs (Hemiptera: Heteroptera: Berytidae) of Poland: Check-List, Distribution, Bionomics
    Title: Stilt bugs (Hemiptera: Heteroptera: Berytidae) of Poland: check-list, distribution, bionomics Author: Grzegorz Gierlasiński, Artur Taszakowski, Barbara Lis Citation style: Gierlasiński Grzegorz, Taszakowski Artur, Lis Barbara. (2019). A Stilt bugs (Hemiptera: Heteroptera: Berytidae) of Poland: check-list, distribution, bionomics. “Fragmenta Faunistica” (Vol. 62, iss. 1 (2019), s. 1-25), doi 10.3161/00159301FF2019.62.1.001 FRAGMENTA FAUNISTICA 62 (1): 1–25, 2019 PL ISSN 0015-9301 © MUSEUM AND INSTITUTE OF ZOOLOGY PAS DOI 10.3161/00159301FF2019.62.1.001 Stilt bugs (Hemiptera: Heteroptera: Berytidae) of Poland: check-list, distribution, bionomics 1 2 3 Grzegorz GIERLASIŃSKI , Artur TASZAKOWSKI and Barbara LIS 1Doliny Miętusiej 27/44, 43-316 Bielsko-Biała, Poland; e-mail: [email protected] (corresponding author) 2Department of Zoology, Faculty of Biology and Environmental Protection, University of Silesia in Katowice, Bankowa 9, 40-007 Katowice, Poland; e-mail: [email protected] 3Department of Biosystematics, University of Opole, ul. Oleska 22, 45-052 Opole, Poland; e-mail: [email protected] Abstract: In Poland, the family Berytidae Fieber, 1851 is currently represented by nine species. This paper gives an overview of their biology, feeding habits, hosts, and known distribution, and presents new localities and the review of their distribution in Poland. Key words: true bugs, faunistics, biodiversity, ecology INTRODUCTION The family Berytidae belongs to the infraorder Pentatomomorpha, superfamily Lygaeoidea, and includes three subfamilies, i.e. Berytinae, Gampsocorinae and Metacanthinae (Péricart 2001). Representatives of the family Berytidae are small or medium-sized insects, reaching from 2.30 to over 16 mm in length. They are characterized by a narrow, highly elongated, rod- shaped body (except for some taxa occurring in the Americas) and highly elongated legs and antennae.
    [Show full text]
  • Rote Liste Der Landwanzen / 2003 / 1. Fassung
    HESSISCHES MINISTERIUM NATUR FÜR UMWELT, LÄNDLICHEN RAUM IN HESSEN UND VERBRAUCHERSCHUTZ Rote Liste der Landwanzen Hessens 1 Rote Liste und Standardartenliste der Landwanzen Hessens (Heteroptera: Dipsocoromorpha, Leptopodomorpha, Cimicomorpha, Pentatomomorpha) mit Angaben zu Gefährdungsursachen und Habitatkorrelationen Wolfgang H. O. DOROW, Frankfurt am Main Reinhard REMANE, Marburg Hannes GÜNTHER, Ingelheim Carsten MORKEL, Butzbach Günter BORNHOLDT, Schlüchtern Edmund M. WOLFRAM, Mainaschaff Titelzeichnung: Dr. Franz Müller, 36129 Gersfeld 2 3 Inhalt Inhalt 1. Einleitung . 4 2. Stand der faunistischen Erfassung . 5 3. Bestimmungsliteratur . 6 4. Habitatkorellationen . 7 5. Gefährdungsursachen . 8 6. Gefährdungskategorien . 9 7. Standardartenliste . 13 7.1 Bemerkenswerte Arten . 40 8. Gefährdungsliste . 50 9. Gefährdungsstatistik . 58 10. Literatur . 60 10.1 Literatur zur Fauna Hessens . 60 10.2 Graue Literatur . 76 10.3 Weiter zitierte Literatur ohne hessische Fundangaben . 77 11. Danksagung . 79 12. Anschriften der Autoren . 79 4 1. Einleitung nen gehört die allseits bekannte Bettwanze. Entsprechend ihrer viel- Die Wanzen sind in Deutschland fältigen Lebensweisen hat sich un- mit 868 Arten in 36 Familien ver- ter den Heteropteren eine außer- treten (GÜNTHER & SCHUSTER 2000). ordentliche Formenfülle entwickelt, Die systematische Anordnung und die von winzigen milbengroßen Nomenklatur der folgenden Arbeit Moosbewohnern bis zu großen kä- orientieren sich an dieser Publika- ferartigen Baumbesiedlern reicht tion, ergänzt und korrigiert nach und zarte Weichwanzen ebenso AUKEMA & RIEGER (1999, 2001). Die umfaßt wie äußerst robuste Raub- 1. Einleitung 11 Familien der Wasserwanzen wanzen. Spezielle Sprung-, Fang- (Nepomorpha und Gerromorpha) oder Schwimmbeine wurden ent- mit 68 deutschen und 56 hessi- wickelt. Die Formenvielfalt kann an schen Arten wurden für Hessen dieser Stelle nicht ausführlich dar- bereits von ZIMMERMANN (1998) be- gestellt werden.
    [Show full text]
  • The Stilt Bugs (Heteroptera, Berytidae) of Norway
    © Norwegian Journal of Entomology. 21 June 2011 The stilt bugs (Heteroptera, Berytidae) of Norway FRODE ØDEGAARD & ARNSTEIN STAVERLØKK Ødegaard, F. & Staverløkk, A. 2011. The stilt bugs (Heteroptera, Berytidae) of Norway. Norwegian Journal of Entomology 58, 27–32. We here present confirmed records of the six species of stilt bugs (Berytidae) occurring in Norway. Berytinus clavipes (Fabricius, 1775) is reported for the first time from Norway. Several new county records for the other species of Berytidae are also presented. All species are illustrated with pictures of specimens from Norway. The reported records of Berytinus affinis in Warloe (1925) have for a long time led to confusion about which species of Berytinus Kirkaldy, 1900 being present in Norway. Here, we show that these specimens actually belong to the common B. minor (Herrich-Schaeffer, 1835). We conclude that it is not likely that more than these six species of Berytidae are to be found in Norway in the future. Key words: Hemiptera, Heteroptera, Berytidae, Norway. Frode Ødegaard & Arnstein Staverløkk, Norsk institutt for naturforskning, NINA. P. O. Box 5685 Sluppen, NO-7485 Trondheim, Norway. E-mail: [email protected] Introduction of Berytidae, but most species seem to be phytophagous and tied to various plant families. The stilt bugs (Berytidae) represent a small family While Metatropis rufescens is found in broad leaved of true bugs with 155 species and 45 genera in the forests, all the other species seem to be restricted Palearctic region (Aukema & Rieger 2001) Only to xerophilic dry meadows. The Berytinus species eight of these species are present in Scandinavia are normally associated with Fabaceae.
    [Show full text]
  • Hemiptera: Heteroptera: Berytidae) from Turkey
    Turk J Zool 2012; 36(6): 828-830 © TÜBİTAK Short Communication doi:10.3906/zoo-1111-7 First record of Metatropis rufescens (Hemiptera: Heteroptera: Berytidae) from Turkey Petr KMENT1,*, Meral FENT2 1Department of Entomology, National Museum, 14800 Prague 4 − CZECH REPUBLIC 2Department of Biology, Faculty of Science, Trakya University, 22030 Edirne − TURKEY Received: 07.11.2011 ● Accepted: 10.01.2012 Abstract: Th e stilt bug Metatropis rufescens (Herrich-Schaeff er, 1835) (Hemiptera: Heteroptera: Berytidae) is reported as a new record for Turkey and also represents the fi rst record of the tribe Metatropini Henry, 1997 for the Turkish fauna. Th e specimens of the species were collected from its host plant, Circaea lutetiana L. (Onagraceae), in the forest area of Rize Province. Th e biology and habitat characteristics of the species are briefl y discussed. Key words: Heteroptera, Berytidae, Metatropis rufescens, faunistics, Anatolia, Turkey Stilt bugs (Berytidae) constitute a rather small family Metatropis rufescens (Herrich-Schaeff er, 1835) of the superfamily Lygaeoidea, which includes (Figure) approximately 36 genera and 175 species that are Material examined: ASIAN TURKEY: Rize Province: distributed worldwide (Henry, 2009; Cai and Bu, İkizdere, forest margin at the small Ottoman bridge 2011; Cai et al., 2011). Stilt bugs are characterized at the village margin, 40°46ʹ25ʺN, 40°33ʹ47ʺE, 782 by an elongated body and long, slender appendages. m a.s.l., on Circaea lutetiana, 7.vii.2011, 3 males and Most of them are phytophages, frequently tied to 2 females (1 couple in copula), P. Kment lgt. et det., viscous glandular plants, although some are predators coll.
    [Show full text]
  • Heft 13 / 2002 Einladung Zum 28
    id15892000 pdfMachine by Broadgun Software - a great PDF writer! - a great PDF creator! - http://www.pdfmachine.com http://www.broadgun.com HETEROPTERON Mitteilungsblatt der Arbeitsgruppe Mitteleuropäischer Heteropterologen öln, März 2002 ISSN 1432 Heft Nr. 13 - K -3761 INHALT Einleitende Bemerkungen des Herausgebers ......................................................................................................... 1 ätt Einladung Heteropterologentreff Eichst 2002 .................................................................................................... 2 über das 27. Treffen der Arbeitsgemeinschaft Mitteleuropäischer Heteropterologen KLAUS VOIGT: Büecrkicehnt in Saarbr .................ü..c..k..e..n.. .i.m... .S..e..p..t.e..m...b..e.r.. .2..0..0..1.................................................................................... 3 Teilnehmer am Treffen in Saarbr .................................................................................. 4 CHRISTIANE WEIRAUCH: Tibiale Haftpolster und ihre Abwandlungen bei Raubwanzen (Reduviidae, Heteroptera) .......................................................................................................................... 5 ät epigäischer Wanzen HELMUT G. KALLENBORN: Geschlechtsspezifische Lokomotionsaktivit ........................... 8 BEREND AUKEMA: Recent changes in the Dutch Heteroptera fauna (Insecta: Hemiptera) ................................... 12 KLAUS VOIGT: Internationaler Kongress der Heteropterologen 2002 in St Petersburg .......................................
    [Show full text]
  • Bemerkenswerte Funde Von Wanzen in Sachsen (Heteroptera)
    2 Dietze et al.: Wanzen in Sachsen Bemerkenswerte Funde von Wanzen in Sachsen (Heteroptera) Beiträge zur Kenntnis der Wanzenfauna Sachsens Teil 1 1 2 3 Ringo Dietze , Michael Münch & Doris Vogel 1 Stroischen 5, D-01665 Käbschütztal; E-Mail: [email protected] 2 Hofer Straße 52, D-09130 Chemnitz; E-Mail: [email protected] 3 Hofer Straße 52, D-09130 Chemnitz; E-Mail: [email protected] Zusammenfassung. Es werden aktuelle Funde und Wiederfunde von 34 bemer- kenswerten Wanzenarten aus Sachsen mitgeteilt. Deraeocoris flavilinea (A. Costa, 1862), Dichrooscytus gustavi Josifov, 1981, Fieberocapsus flaveolus (Reuter, 1870), Amphiareus obscuriceps Poppius, 1909, Lyctocoris dimidiatus (Spinola, 1837), Horvathiolus superbus (Pollich, 1781), Orsillus depressus (Dallas, 1852), Metopoplax ditomoides (A. Costa, 1847), Oxycarenus pallens (Herrich-Schaeffer, 1850), Tritomegas sexmaculatus (Rambur, 1839) und Sciocoris homalonotus Fieber, 1851 werden erstmals für Sachsen gemeldet. Dadurch erhöht sich die Zahl der in Sachsen nachgewiesenen Wanzenarten auf 639. Es werden zusätzliche Informationen über die Lebensräume und die Lebensweise der Arten gegeben. Abstract. Remarkable records of true bugs (Heteroptera) from Saxony. – Recent records of 34 true bug species are given for Saxony (southeast Germany). Deraeocoris flavilinea (A. Costa, 1862), Dichrooscytus gustavi Josifov, 1981, Fieberocapsus flaveolus (Reuter, 1870), Amphiareus obscuriceps Poppius, 1909, Lyctocoris dimidiatus (Spinola, 1837), Horvathiolus superbus (Pollich, 1781), Orsillus depressus (Dallas, 1852), Metopoplax ditomoides (A. Costa, 1847), Oxycarenus pal- lens (Herrich-Schaeffer, 1850), Tritomegas sexmaculatus (Rambur, 1839) and Sciocoris homalonotus Fieber, 1851 are recorded for the first time from Saxony. Thus, the number of species which are known from Saxony increases to 639. Additional information is given about the habitats and the life history of the species.
    [Show full text]