Van Adolphe Sax Tot Het Nederlands
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
T O N V E R H I E L VAN ADOLPHE SAX TOT HET NEDERLANDS SAXOFOONKWARTET een beknopte geschiedenis van 120 jaar klassiek saxofoonspel in Nederland 1840 - 1969 SAX HISTORIES III The Saxophone history series: Saxophone Histories I: The saxophone in the music of Will Eisenmann (in English) Saxophone Histories II: The Saxophone music of Gordon Jacob (in English) Saxophone Histories IV: A little Story of the C Tenor saxophone (in English) Saxophone Histories V: Jean Baptiste Singelée – his life and work (in preparation) “En wie kan niet zingen en lachen, als een zachte maan haar blauwe licht over het slapende land uitzendt en een geur van palingen en haring de harsige lucht der dennennaalden is komen kruiden en het lieflijk gekweel 1 van een saxofoon den poffertjeskraam omzweven komt?” 1 Goudsche Courant, 5 augustus 1937 INLEIDING In de negentiger jaren van de vorige eeuw publiceerde ik het boek “De Saxofoon, geschiedenis en gebruik van een blaasinstrument”2. Dat boek bevatte een hoofdstuk over de ontwikkeling van het instrument in Nederland en die materie bleef intrigeren, zodat nu dit boekje voorligt over het wel en wee van het klassieke saxofoonspel in Nederland. Bewust is gekozen om deze geschiedenis te laten lopen tot de oprichting van het Nederlands saxofoonkwartet in 1969. Deze mijlpaal heeft het klassieke saxofoonspel in Nederland een dusdanige impuls gegeven, dat alleen al daarover een apart boekwerk te schrijven is. Landgraaf 2020 Ton Verhiel INHOUD Hoofdstuk 1: De negentiende eeuw Een nieuwe uitvinding wordt populair Hoofdstuk 2: De eerste decennia van de twintigste eeuw De amateur neemt de saxofoon ter hand Hoofdstuk 3: De dertiger jaren Europa leert de saxofoon kennen Hoofdstuk 4: 1940 tot 1950 Muziek laat zich niet ophouden; ook de saxofoon niet Hoofdstuk 5: De vijftiger jaren Een nieuwe start, die abrupt afbreekt Hoofdstuk 6: Rinus van Zelm Hoofdstuk 7: 1960-1969: Stilte Rascher, Rascher en nog eens Rascher, maar waar is de Nederlandse saxofonist? Hoofdstuk 8: Nederlandse Orkestwerken met saxofoon 2 ISBN 978-90-811509-1-0 HOOFDSTUK 1: De negentiende eeuw Een nieuwe uitvinding wordt populair Eerste vermeldingen in Nederland over de saxofoon verschijnen in september 1842, als Adolphe Sax van Brussel, “uitvinder van den zogenaamde saxophon” bij Zijne Majesteit Willem II op bezoek mag en de koning hem complimenteert met zijn uitvinding, “welke bestemd is eenen zoo grooten invloed uit te oefenen op de vorderingen van het instrumentale onzer orkesten”. In de jaren erna wordt regelmatig gewag gemaakt van de ontwikkelingen rondom Adolphe Sax en zijn instrumenten. In de Journal de La Haye van 25 februari 1847 staat een uitgebreid artikel met als kop “Invention d'instruments de musique”. Het is volledig in het Frans en handelt over Adolphe Sax en zijn nieuwe muziekinstru- menten. Een maand eerder bericht het Algemeen Muzikaal Tijdschrift van Nederland “Caecilia” over de strijd om de uitvinding van de saxofoon tussen Adolphe Sax en de Duitse instrumentenbouwer Wilhelm 3 Wieprecht . Wanneer dan de eerste saxofoons naar Nederland komen, is niet precies te achterhalen. Een artikel in het al genoemde muzikaal tijdschrift “Caecilia” uit april 1849 benoemt: Bij den Kapelmeester Dunkler was onlangs voor een paar vrienden een Saxophone te zien (Adolph Sax, instrumentmaker, Belg van geboorte, thans te Parijs, is uitvinder van dit instrument en gaf het dezen naam). Dit instrument is zoo vreemd in vorm als in toon. Het geluid staat geheel op zich zelf en komt, volgens onze opinie, het meest bij de vox humana of ook wel Dulciaan van een Kerk-Orgel. De omvang van deze Alt-Saxophone is van D tot 3 De auteur, kapelmeester Mordach, kiest in dit artikel de kant van Wieprecht waar het betreft as''4; de vorm en wijze van zamenstelling zijn zeer eenvoudig, in den vorm van is niet helemaal duidelijk, maar de partituur van Dunkler's bewerking van eenen langwerpigen haak of duitsche pijp, van onder tot boven met kleppen de ouverture Oberon van Carl Maria von Weber uit 1851 bevat een "1me belegd. Met een geoefend embouchure (het mondstuk is dat van de Klarinet, Saxophone in Es Alto" ( eerste altsaxofoon in Es) en een "2me S.basse in doch iets grooter) kan men de vlugste passages, arpegio's en trillers maken, ook C" (tweede bassaxofoon in C).Dit komt overeen met de in het boven kan men een groot effect door crescendo en diminuendo daarstellen; de kracht geciteerde artikel genoemde saxofoontypen. Deze twee partijen staan en het verre dragen van dit instrument worden nog door geen ander geëvenaard; tussen de fagotpartij en de Saxhoorns in C, Basse (bas-saxhoorn). Of het zonder dat het veel in het karakter van de Fagot treedt, (alhoewel de Fagot- bij het tweede instrument om een bassaxofoon (bariton?) gaat, is niet figuren ook de zijne kunnen wezen), zoude het, voor gebruik in de open lucht, dit instrument welligt het beste kunnen vervangen, wel te verstaan, de Alt- duidelijk, maar wel waarschijnlijk. Saxophone met een Bas-Saxophone; tot dus verre is het nog eene stem geheel op zich zelve staande; de ondervinding zal leeren welk gebruik de Componisten (vooral in Frankrijk alwaar het tot dus verre en nog wel bepaaldelijk te Parijs 5 bekend is) van dit instrument maken zullen. Dit artikel geeft overtuigend aan, dat kapelmeester Francois Dunkler (Namen 1816 – Den Haag 1878), in de 19e eeuw dirigent van de Koninklijke Militaire Kapel (toen het muziekkorps der Grenadiers en Jagers), de eerste saxofoons mee naar Nederland heeft gebracht. Dunkler Sr. was een fervent aanhanger van de Sax-uitvindingen en kende Sax persoonlijk6. Hij voerde de Saxhoorns in bij de Nederlandse militaire orkesten. Als Adolphe Sax in 1845 het ridderkruis der Orde van de De Dunklers zijn blijkbaar serieus geïnteresseerd in de saxofoon. Dunkler Eikekroon, een door koning Willem III verleende orde, ontvangt, is dat senior zorgt niet alleen voor een introductie van het instrument in hoogstwaarschijnlijk op voorspraak van Dunkler. Nederland, hij arrangeert en componeert ook vlijtig. In 1868 en in 1869 Francois Dunkler jr., die in 1849 het dirigentschap van zijn vader gaan werken van Dunkler met saxofoons in première. Op 7 juni 1868 overneemt, neemt ook de saxofoons in de bezetting op. Welke saxofoons wordt een eerste uitvoering gegeven van een Souvenir de Wiesbaden, fantaisie et Air Varié pour flute, clarinettes, trompettes, hautbois et quatre de uitvinding van de saxofoon en de saxhoorn. saxophones. Deze compositie wordt in de jaren daarna veelvuldig 4 Dit zijn de klinkende tonen. Genoteerd is de omvang van B tot f’’’. 5 Caecilia, Algemeen muzikaal Tijdschrift van Nederland, 6e Jaargang, nr. 8, april 1849, blz. 77 uitgevoerd. In 1872 spreekt de Arnhemsche Courant van “een bevallige 6 Een aantal composities van Dunkler wordt door de Sax uitgegeven. compositie”. Een jaar later, in 1869, volgt een Fantaisie et variations sur de Amsterdamsche Orkestvereniging en vanaf 1889 aangesteld wordt als un theme de Bellini pour clarinettes, flute et deux saxophones.7 tweede dirigent van het Concertgebouworkest. Zoon Emil (18388-1872) erft het virus van zijn vader. Al in juni 1857 Op 21 december 1862 treedt Wedemeijer in Frascati weer op als “Solo melden diverse landelijke kranten, dat Emile Dunkler saxophone bariton” en in 1863 nogmaals in de al eerder uitgevoerde Solo “met den meesten bijval, eene Fantaisie op thema's uit de Favorite, voor voor saxophone bariton van Adolf Adam. Naar aanleiding van deze violoncel, heeft uitgevoerd, en met niet minder succes zich heeft doen hooren op uitvoering schrijft Het Amsterdamsch Handelsblad van maandag 7 de saxophone, welk instrument hij, gedurende zijn kort verblijf te Parijs, meesterlijk heeft leeren bespelen.” september 1863: “leder, die eenigzins met koperen blaasinstrumenten bekend is, weet, dat de In een advertentie in het Algemeen Handelsblad van september 1861 saxophone een der moeijelijkst te bespelen instrumenten is, doch de heer Wedemeijer droeg dit solo met zoo veel gemak en juiste intonatie voor, dat hem wordt Mr. Emile Dunkler genoemd, “qui jouera en Uniforme, sur le dan ook een daverend applaus ten deel viel.” saxophone alto”. Dunkler is niet alleen cellist, maar ook “Premier saxophone des Guides Impériale de Paris”. Die avond speelt hij op saxofoon eigen variaties over een thema van Verdi. We kunnen er zeker van zijn dat Emile Adolphe Sax kende en wellicht ook privé-lessen bij hem heeft gevolgd. Ook kende hij zeker Louis Mayeur, die niet alleen leeftijdgenoot, maar ook collega saxofonist in hetzelfde militaire orkest was. Vanaf circa 1863 legt Dunkler zich vooral toe op het cello spelen en hij bouwt een intensieve internationale carrière op. Hij overlijdt echter al korte tijd na zijn definitieve terugkeer in Nederland (ca 1870) in 1872 in Den Haag. Een vroege vermelding van de saxofoon als solo instrument in Nederland: 19 november 1860 Een jaar voor dit optreden van Dunkler, in 1860, wordt in Amsterdam een Solo voor saxophoon bariton van Adolphe Adam voorgedragen. De solist In 1865 soleert Wedemeijer op altsaxofoon in Donizetti's Bagatelle di is Frans Wedemeijer (1838-1896), een in Bergen op Zoom geboren, maar Maria di Rohan9 . Dit samen met het Amsterdams Parkorkest onder in Friesland getogen violist en klarinettist, die het brengt tot dirigent van leiding van W. Stumpff. Als solist wordt Wedemeijer in 1867 nog een keer genoemd. Hij is dan als saxofonist gastsolist in Leeuwarden, waar zijn 7 Geen van deze composities heb ik terug kunnen vinden. 8 Een bericht in Le Ménestrel van 14 april 1872 geeft 1841 als geboortejaar. vader dirigent is. In de jaren daarna wordt hij uitsluitend als dirigent genoemd. Het nieuwe instrument wekt duidelijk interesse en een groot aantal musici ziet de mogelijkheden van de saxofoon. De komende jaren zullen verschillende saxofonisten van zich doen horen. De meeste van hen zijn verbonden aan de diverse militaire orkesten in den lande en verdienen de kost met musiceren.