<<

AKTN • E N EEGVN • ONDERZOEK • WET • - EN REGELGEVING MARKETING ardcn rseteeik ogearvrodn a d sectie de aan verbonden respectievelijk hoogleraar docent tair sche Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Rijksuniversiteit de van Wetenschappen sche (RUG). Economi­ der Faculteit de van Marktonderzoek en Marktkunde MARKETING r KJ Asm n rf D. ... efag in l universi­ als zijn Leeflang P.S.H. Dr. Prof. en Alsem K.J. Dr. r .Asme rf D. ... Leeflang P.S.H. Dr. Prof. en Alsem J. K Dr. het argument dat: argument het Vereniging de door is ontheffing tot verzoek Dit verleend. wordt ontheffing tenzij klaard, met prijsafspraken geldende sector deze in de dat gevolg tot besluit dit had pers de van bedrijfstak de Voor stellen. te vast prijzen om vrijheid in hun beperken ondernemers die regelingen inmededingings­ bepalingen van dendverklaring onverbin- tot strekt besluit Dat werking. in ding Een vraaganalyse Een eelns Dgldes(D) njn 1993 injuni (NDP) Dagbladpers Nederlandse ver­ zijn onverbindend 1993 ljuli van ingang ontheffing van het verbod op de collectieve collectieve de op verbod het van ontheffing ingediend. De NDP motiveerde dit verzoek met met verzoek dit motiveerde NDP De ingediend. prijsbinding plaatvindt is aan het Bedrijfsfonds het aan is plaatvindt prijsbinding 104 dagbladen op de lezersmarkt de op dagbladen De prijsgevoeligheid van prijsgevoeligheid De In 1993 trad het Besluit Horizontale Prijsbin­ Horizontale Besluit het trad 1993 In realiseren door de overheid van het behoud het van overheid de door realiseren positieve een verwachting naar dagbladen de Inleiding cnmsh ogzn oeik bedrijfstak.'2 mogelijke gezond zo economisch invloed heeft op het realiseren van een van realiseren het op heeft invloed Voordat de behandeling van het verzoek om verzoek het van behandeling de Voordat als: gezien wordt Dit van de pluriformiteit van de pers.’2 de van pluriformiteit de van ‘de belangrijkste voorwaarde voor het voor voorwaarde belangrijkste ‘de tussen prijsconcurrentie de van ‘uitschakeling

dagbladen. pluri­ de van houden stand in het aan bijdragen twee studies die betrekking hebben op de aan­ de op hebben betrekking die studies twee meer onder van basis op geformuleerd advies zijn heeft Bedrijfsfonds Het pers. de van formiteit prijsregelingen diverse de inhoeverre men verne­ te teneinde gevraagd advies Pers de voor eenvolgens wordt ingegaan op de prijskennis, de prijskennis, de op ingegaan wordt eenvolgens kunnen te consequenties deze Teneinde drag. vraagge- het op aanbodgedrag dit van zijn ties consequen­ de wat blijken moeten zal vraagzijde de van analyse de In geacht. mogelijk wel zeer toenemen.' zal bedrijfstak in de prijsconcurrentie de dat blijkt losgelaten wordt prijsbinding de wanneer optreden kunnen aanbodstructuur de bodzijde en de vraagzijde van de markt voor voor markt de van vraagzijde de en bodzijde deze regio’s zijn uitsluitend die kranten in dein kranten die uitsluitend zijn regio’s deze Binnen . en Haag Den Arnhem, den, repre­ regio’s deze dat aan nemen We nummers. losse van kopers en abonnees van analyse aparte een regio inelke met onderzoeken te regio’s de overgenomen. heeft Dagbladunie de Perscombinatie de nu ontstaan kunnen toekomst enkele worden slotte Ten dagbladlezers. van prijsgevoeligheid de en substitutiegevoeligheid de van vraagzijde de wij hebben formuleren men dat ze bij iedereen bekend zijn (merkbekend- zijn bekend iedereen bijze dat men aangeno­ worden kan waarvan betrokken analyse Nederland. voor zijn sentatief dein die geschetst prijsscenario’s mogelijke Achter­ onderzocht. dagbladen van lezersmarkt wordt spiraal neerwaartse een van ontstaan Het Gekozen is voorde Cebucogebieden: Leeuwar­ Cebucogebieden: isvoorde Gekozen in die wijzigingen de naar onderzoek het Uit Er is voor gekozen vier over het land versprei­ land het over vier gekozen isvoor Er Onderzoeksopzet

MAART 1996 MAART 1 Tabel 1: Onderzochte Cebucogebieden en dagbladtitels

Cebucogebied Regionale dagbladen Landelijke dagbladen /Dongeradeel/Franekeradeel In alle regio’s:

Algemeen Dagblad Arnhem/Doetinchem Gelders Dagblad Gelderlander NRC Handelsblad Arnhemse Courant

Den Haag/Rijswijk Haagsche Courant

Eindhoven/Helmond

heid 100%). Dit impliceert dat van de landelijke gen waarschijnlijker worden geacht dan prijsstij­ kranten de vier grote zijn gekozen (Algemeen gingen. Per regio zijn circa 100 abonnees van Dagblad, Telegraaf, Volkskrant en NRC) en kranten en circa 100 kopers van losse nummers daarnaast de specifieke regionale dagbladen uit de ondervraagd. De totale gerealiseerde steekproef betreffende regio (tabel 1). met bruikbare gegevens bedroeg 696 lezers. Ondanks deze steekproefomvang zijn de aantal­ De prijsgevoeligheid van dagbladen is geme­ len lezers van enkele dagbladtitels gering. ten met behulp van een zogenaamde Brand-Price- De enquêtes waarbij de preferenties worden Trade-Off-analyse (BPTO-analyse).4 In deze bepaald zijn mondeling afgenomen en wel op analyse wordt de preferentie voor een merk (hier straat. Daarbij zijn alleen die personen onder­ een dagblad) bepaald, gegeven diverse prijsstruc­ vraagd die ‘de aankoopbeslissing’ voor een turen voor alle in beschouwing te nemen merken. dagblad nemen. Omdat niet alle regio’s onder­ In de door ons uitgevoerde analyse is eerst naar zocht zijn en geen rekening kan worden gehou­ de preferenties van de in een bepaalde regio den met de mogelijkheid dat lezers twee dagbla­ aangeboden dagbladen gevraagd, gegeven een den kopen, wijken de preferentie-aandelen af prijsstructuur waarbij alle dagbladen een prijs van de landelijke marktaandelen. Dit geldt met bezitten die 20% lager is dan de werkelijke prijs. name voor de regionale dagbladen in ons onder­ Vervolgens wordt de prijs van het door een zoek. De preferentie-aandelen van de landelijke respondent geprefereerde dagblad verhoogd en dagbladen in de steekproef bij het prijsscenario wel zodanig dat deze prijs 10% beneden de ‘huidige marktprijzen’ wijken niet sterk af van de werkelijke prijs ligt. De prijzen van de niet werkelijke marktaandelen. Daar waar in de gekozen dagbladen worden niet veranderd. rapportage geen onderscheid gemaakt wordt Opnieuw wordt aan de respondent gevraagd tussen losse verkoop en abonnementen zijn de welke preferentie hij/zij bezit. Een respondent preferenties van respondenten gewogen op basis kan nog steeds zijn voorkeur uitspreken voor het van de verhouding 89% abonnementen en 11% eerder genoemde dagblad. Indien dit zo is dan losse verkoop.5 wordt de prijs van dat dagblad wederom ver­ hoogd en wel tot de huidige prijs. Indien de Prijskennis respondent een ander dagblad kiest dat goedko­ per is wordt vervolgens de prijs van dat dagblad Een eerste inzicht in mogelijke prijsgevoelig­ verhoogd, enz. In ons onderzoek hebben we een heid van dagbladen kan worden verkregen door prijsrange doorlopen van 20% beneden tot 20% aan respondenten te vragen hoeveel zij voor hun boven de actuele prijs, met intervallen van steeds krant betalen. Deze gepercipieerde prijzen worden 10%. In deze rapportage zullen we ons beperken in tabel 2 vergeleken met de werkelijke prijzen. tot de bepaling van preferenties gegeven prijsda­ Het blijkt dat slechts circa 30% van de respon­ lingen van 10% en 20% beneden het huidige denten de werkelijke prijs van de krant goed prijs-niveau. De reden hiervoor is dat prijsdalin­ inschat (maximale afwijking 5%). Van de abon-

MAART 1996 GfflAB 105 Tabel 2: Prijskennis van dagbladlezers

Afwijking gepercipieerde prijs t.o.v. werkelijke prijs Percentage respondenten Abonnees Losse verkoop Totaal (n=425) (n=I75)“ (n=6()0) Veel te laag (meer dan I5% lager) 10,6 6,3 9.3 Te laag (-15% tot -5%) 9,6 12,6 10,5 Ongeveer goed (-5% tot +5%) 28.5 36,0 30,7 Te hoog (+5% tot +15%) 8.9 5,7 8,0 Veel te hoog (meer dan +15%) 2,4 17,7 6,8 Weet nietb 40,0 21,7 34,7

Totaal 100% 100% 100%

■'Exclusief 96 kopers van losse nummers op zaterdag. TJitsluitend bij abonnees als expliciete antwoordcategorie aangegeven. nees zegt 40% het niet te weten en ruim 20% De resultaten van deze concurrentiestructuur- denkt dat de krant goedkoper is dan in werkelijk­ analyse zijn weergegeven in de tabellen 3 en 4. De heid het geval is. Bij de abonnees is derhalve percentages in de kolommen van tabel 3 geven sprake van een zeer geringe prijskennis. Bij weer welke percentages van de respondenten dat kopers van losse nummers is de prijskennis een bepaald landelijk dagblad prefereert, zou eveneens beperkt, maar is er meer sprake van een kiezen voor een ander landelijk of regionaal symmetrische verdeling rond de ‘ongeveer goed’- dagblad indien het aanbod van het geprefereerde categorie. (landelijk) dagblad zou vervallen. Bovendien worden per blad in de laatste rij de percentages Substitutie-gevoeligheid weergegeven van respondenten die zeggen geen alternatief dagblad te willen kopen. Zo zegt 34% Teneinde een beeld te krijgen van de concur- van de Telegraaf-kopers te kiezen voor het AD als rentiestructuur op de dagbladenmarkt is aan de de Telegraaf niet meer leverbaar zou zijn. Een respondenten gevraagd welk dagblad geprefereerd kleine 30% (29,3%) zegt geen alternatief te wordt, wanneer het geprefereerde dagblad niet kennen, 14,7% zal switchen naar een regionaal meer ‘geleverd zou kunnen worden’.'1 Op deze dagblad, enz. Met uitzondering van het Algemeen manier wordt dus gevraagd welk dagblad het beste Dagblad (AD) is de mogelijke substitutie tussen alternatief is voor de ‘eigen krant’. landelijke en regionale bladen gering te noemen.

'l abel 3: Concurrentiestructuur (1): met nadruk op landelijke bladen

Geprefereerd dagblad NRC Telegraaf Volkskrant Geprefereerd alternatief: Algemeen Dagblad 34,0 10,0 NRC 4,5 - 9.8 56,8 Telegraaf 18,2 5,6 - 3,3 Volkskrant 9,1 61,0 9,8 - totaal landelijke bladen 31.8 66,6 53,6 70,1 andere landelijke bladen - 5,6 2,4 3,3 regionale bladen 40.9 5,6 14,7 6,6 (waaronder Haagsche Courant: 22,7) geen alternatief 27.3 22,2 29,3 20,0

106 MAART 1996 GfflAB Tabel 4: Concurrentiestructuur (2): met nadruk op regionale bladen

Geprefereerd dagblad Eindhovens Leeuwarder Courant Haagsche Courant Gelderlander Dagblad Geprefereerd alternatief: Algemeen Dagblad 13,8 19,7 10.4 7,3 NRC 2.5 5.6 6,3 10,9 Telegraaf 8,8 12.7 12.5 23,6 Volkskrant 17,5 7.0 10.4 18,2 — — — — totaal landelijke bladen 42,6 45,0 39.6 60.2 overige landelijke bladen 1,3 1.4 6,3 - regionale bladen Friesch Dagblad: 21,2 - Gelders - Dagblad: 10,4 Arnhemse Courant: 22.9 overige regionale bladen 1,3 8,3 18,2 geen alternatief 33,6 53,6 12,5 21,8

Het hoge percentage switchers van AD naar preferentie-aandeel (van 7,8% naar 15,9%). Dit regionale bladen kan voor meer dan 50% worden zal met name ten koste gaan van de regionale toegeschreven aan een (mogelijke) switch van bladen (daling van 62,8% naar 57,6%). Met AD-lezers naar de Haagsche Courant in de Regio uitzondering van de effecten die een prijsverlaging Den Haag/Rijswi jk. van de NRC op de preferentie-aandelen van Opmerkelijk is de asymmetrische concurrentie regionale bladen zal hebben, leiden prijsverlagin­ die we kunnen waarnemen wanneer we de tabellen gen van één landelijk dagblad tot aanzienlijke 3 en 4 met elkaar vergelijken. De percentages dalingen in de preferentie-aandelen van de regio­ switchers van regionale bladen naar landelijke nale bladen. Opmerkelijk is verder nog de sterke bladen zijn gemiddeld hoger dan de percentages concurrentie tussen de dagbladparen AD-Tele- lezers die mogelijkerwijs zouden switchen van een graaf en NRC-Volkskrant. Dit correspondeert met landelijk dagblad naar een regionaal dagblad. Het hetgeen in tabel 3 reeds geïllustreerd werd. switchgedrag wordt per regio sterk bepaald door Uit ons onderzoek blijkt dat met name de grotere het aanbod van regionale dagbladen. regionale dagbladen (Haagsche Courant, Eindhovens Dagblad) getroffen zouden kunnen worden door De prijsgevoeligheid van dagbladen prijsdalingen van landelijke dagbladen.

Met behulp van de BPTO-analyse is per regio De hiervoor weergegeven resultaten zullen bepaald wat de mogelijke effecten van prijswijzi­ enigszins gekleurd kunnen zijn door de gevolgde gingen zijn op de preferentie-aandelen van dagbla­ onderzoeksmethode. De respondenten beschikken den. In tabel 5 zijn de preferentie-aandelen (zo hebben we eerder gemeld) over een beperkte weergegeven die behoren bij prijsdalingen van kennis van de prijs van de dagbladen. Het is dan 10% en 20% van de huidige abonnements-/losse- ook niet uitgesloten dat het prijsbewustzijn van de verkoopprijs van vier landelijke dagbladen. De kopers van dagbladen beïnvloed wordt door de preferentie-aandelen in elke matrix zijn die welke gevolgde onderzoekmethodiek. Aan de verschui­ verkregen worden wanneer (alleen!) het boven de vingen van preferentie-aandelen zal dan ook geen matrix genoemde dagblad in prijs verlaagd zou absolute betekenis moeten worden toegekend. worden. De preferentie-aandelen in tabel 5 zijn Uit de analyse van de aanbodzijde van de markt die welke op ‘landelijk niveau', dat wil zeggen voor dagbladen7 blijkt dat prijsdalingen van één geaggregeerd over regio’s, verkregen zijn. dagblad naar verwachting gevolgd zullen worden Een prijsdaling van 20% van het AD zal, door prijsdalingen van andere dagbladen. We gegeven dat de andere dagbladen hun prijs niet hebben de effecten die prijsdalingen van meerdere verlagen, leiden tot een verdubbeling van het kranten kunnen hebben op de preferentie-aandelen

MAART 1996 EJAB 107 Tabel 5: Preferentie-aandelen totale markt bij prijsdalingen van één landelijke dagblad

Dagblad met prijsdaling: Algemeen Dagblad NRC prijs -20% -10% 0 -20% -10% 0 (huidig (huidig niveau) niveau) Preferentie-aandeel: AD 15,9 11,4 7,8 7,6 7,8 7,8 NRC 3,6 3,6 3,6 8,8 5,6 3,6 Telegraaf 11,0 12,1 13,1 12,4 12,8 13,1 Volkskrant 9,6 9,9 10,6 8,4 9,7 10,6 Regionaal 57,6 60,3 62,8 60,2 61,4 62,8 Geen koop 2,4 2,6 2,9 2,6 2,9 2,9

Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0

Dagblad met prijsdaling: Telegraaf Volkskrant prijs -20% -10% 0 -20% -10% 0 (huidig (huidig niveau) niveau) Preferentie-aandeel: AD 6,6 6.7 7,8 6.4 7,0 7,8 NRC 3,6 3,6 3,6 3,3 3,6 3,6 Telegraaf 18,7 16,1 13,1 12,0 12,6 13,1 Volkskrant 10,4 10,5 10,6 18,0 13,8 10,6 Regionaal 58,2 60,7 62,8 58,2 60,6 62,8 Geen koop 2,4 2,4 2,9 2,2 2,4 2,9

Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 voor een aantal mogelijke scenario’s bepaald. De die regio van 14,0% tot 9,0% kunnen leiden. Een als gevolg van deze prijsdaling optredende verande­ daling van de prijs van het Eindhovens Dagblad ringen in preferentie-aandelen zijn weergegeven in zou het preferentie-aandeel van de Telegraaf in de tabel 6. Tabel 6 laat zien dat prijsdalingen van regio Eindhoven verlagen van 17,9% tot 14,9%. landelijke dagbladen sterke gevolgen hebben voor de preferentie-aandelen van deze bladen. Tevens Tabel 6: Preferentie-aandelen totale markt bij 20% demonstreren de gegevens in de laatste kolom dat prijsdaling van één of meer landelijke kranten de stijgingen in preferentie-aandelen van landelijke bladen het gezamenlijke preferentie-aandeel van de Prijsdaling van 20% bij: regionale dagbladen sterk beïnvloeden. Dit prefe­ Geen der Telegraaf Telegraaf: Telegraaf: rentie-aandeel zou dalen van 61,8% naar 51,2%, kranten AD AD; dat is een procentuele daling van 18,5% ten opzich­ NRC; te van de oorspronkelijke situatie. De daling in de Volkskrant preferentie-aandelen van de grootste regionale dagbladen is daarbij het sterkst. Preferentie-aandeel: AD 7,8 6,6 11,8 9,7 Uit ons onderzoek blijkt dat de effecten van NRC 3,6 3,6 3,6 6,1 prijsdalingen van de grotere regionale bladen Telegraaf 13,1 18,7 17,8 17,1 aanzienlijke gevolgen kan hebben voorde landelij­ Volkskrant 10,6 10,4 9,6 14,1 ke bladen. Zo zal een prijsdaling van de Haagsche Regionaal 62,8 58,2 54,9 51,2 Courant in de regio Den Haag/Rijswijk tot een Geen koop 2,9 2,4 2,2 1,8 daling van het preferentie-aandeel van het AD in Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0

108 MAART 1996 EJAB Prijsdalingen van kleinere regionale dagbladen bladunie, de Perscombinatie een portefeuille leiden vooral tot substitutie met andere regionale dagbladen bezit, waarmee indien het Besluit dagbladen in de betreffende regio. Horizontale Prijsbinding ongedaan wordt gemaakt uiterst zinvolle en mogelijk lucratieve prijsstrate­ In ons onderzoek hebben we diverse effecten gieën mogelijk zijn. van prijsdalingen en (in dit artikel niet in beschou­ wing genomen) prijsstijgingen bestudeerd. Een Conclusies hier niet in tabelvorm weergegeven bevinding willen we tot slot nog noemen. Dit betreft de Ons onderzoek naar de vraagzijde van de analyse van preferentie-aandelen van kopers van lezersmarkt van dagbladen heeft (onder meer) de losse nummers en abonnees. Opmerkelijk genoeg volgende conclusies opgeleverd: blijken kopers van losse nummers minder prijsge­ 1 De kennis van krantenlezers met betrekking tot voelig te zijn dan abonnees. Dat kopers van losse de prijs is beperkt. Minder dan een derde van nummers minder prijsgevoelig zijn dan abonnees de lezers van dagbladen weet ongeveer wat hij kan verklaard worden door het gegeven dat de voor de krant betaalt. Vooral abonnees denken prijs van een losse krant zoveel geringer is dan dat de krant goedkoper is dan in werkelijkheid een abonnement. het geval is. 2 De prijsgevoeligheid van individuele landelij­ Prijsstrategieën ke dagbladen is vrij sterk. Prijsdalingen van landelijke dagbladen zullen effect hebben op De resultaten die in de tabellen 4-6 zijn andere landelijke dagbladen en regionale weergegeven kunnen worden gebruikt om na te bladen. Daarbij is de verwachting dat met gaan welke prijsstrategieën - bij loslating van name de grotere regionale bladen getroffen de prijsbinding - door de Perscombinatie (thans zullen worden. Het omgekeerde zal zich ook eigenaar van, onder meer, Volkskrant, NRC en kunnen voordoen. Prijsdalingen van regionale AD) gevolgd zou kunnen worden. Een prijsda­ bladen zullen de preferentie-aandelen van ling van het AD zal niet ten koste gaan van het landelijke bladen in de betreffende regio sterk preferentie-aandeel van de NRC, terwijl het kunnen beïnvloeden. Het ligt evenwel niet in preferentie-aandeel van de Volkskrant in de lijn der verwachtingen dat regionale bladen relatief geringe mate beïnvloed wordt. We initiatieven in deze richting zullen ontwikke­ mogen verwachten dat een prijsdaling van het len. Verder zij hierbij aangetekend dat een AD gevolgd zou worden door een prijsdaling daling van een preferentie-aandeel van een van de Telegraaf. Deze daling zal geen reper­ landelijk dagblad in één regio ‘op nationaal cussies hebben voor de preferentie-aandelen van niveau’ gering zal zijn. NRC en Volkskrant. Een prijsdaling van de 3 Kopers van losse nummers zijn minder prijsge­ NRC zal nauwelijks gevolgen hebben voor het voelig dan abonnees. Dit hangt samen met het AD. Wel zal het preferentie-aandeel van de feit dat kopers van losse nummers de krant Volkskrant dalen. De stijging van het preferen­ ‘minder in hun portemonnee voelen’. tie-aandeel van de NRC zal deze daling echter compenseren. Iets dergelijks kunnen we op­ Het Bedrijfsfonds voor de Pers heeft, onder merken met betrekking tot prijsdalingen van de meer op basis van de hiervoor beschreven studie Volkskrant. Hier zal het preferentie-aandeel van én de studie van Van den Bosch het volgende de NRC nauwelijks beïnvloed worden. De geconcludeerd: prijsverlaging van de Volkskrant zal met name 1 Het Bedrijfsfonds acht het niet onmogelijk dat gevolgen hebben voor het preferentie-aandeel de gevolgen van ontheffing van het Besluit van de regionale kranten. Horizontale Prijsbinding gering zullen zijn.8 Wanneer de Telegraaf haar prijzen zou laten Het Bedrijfsfonds verwacht niet dat het Besluit dalen zal dit met name ten koste gaan van regiona­ tot noemenswaardige wijzigingen in de prijs le kranten en het AD. De NRC en de Volkskrant zal leiden. Alhoewel geen van de betrokken zullen hierdoor nauwelijks beïnvloed worden. marktpartijen baat lijkt te hebben bij een Het bovenstaande samenvattend kunnen we offensieve prijsstrategie is een versterkte concluderen dat met het aantrekken van de Dag­ prijsconcurrentie evenwel niet denkbeeldig.

MAART 1996 GfflAB 109 2 Indien financieel meer draagkrachtige concerns prijsconcurrentie zouden entameren zal dit NOTEN voor de regionale dagbladen forse gevolgen kunnen hebben. Dit zal in potentie ernstige 1 Dit artikel is gebaseerd op een studie van de auteurs in gevolgen kunnen hebben voor de pluriformiteit opdracht van het Bedrijfsfonds voor de Pers: Alsem K.J. en van de dagbladen. P.S.H. Leeflang (1995), De Prijsgevoeligheid van dagbladen op de lezersmarkt, Econ. Fac., RUG. Op basis van het bovenstaande heeft het De auteurs danken Richard Winkels, Alexander Hofstetter Bedrijfsfonds de Minister van Economische en Cees de Groot voor hun assistentie bij de uitvoering van dit Zaken en de staatssecretaris van OC&W geadvi­ onderzoek. seerd om het verzoek van de NDP om ontheffing 2 Bedrijfsfonds voor de Pers, 'Advies inzake de horizontale van het Besluit Horizontale Prijsbinding in te prijsafspraken in de persbedrijfstak', Den Haag, 23 juni 1995. willigen. Dit verzoek lijkt ons uitermate reëel 3 Dit onderzoek is uitgevoerd door Prof. Dr. Ing. F.A.J. van gezien de door ons gevonden prijsgevoeligheid den Bosch en heeft als titel: ‘Horizontale prijsregelingen en de van dagbladen op de lezersmarkt. De onder punt pluriformiteit van de dagbladpers' (1995). 2. genoemde conclusie van het Bedrijfsfonds 4 Zie voor een uitvoeriger uiteenzetting van deze analyse wordt versterkt door de recente overname van de bijv. P.S.H. Leeflang en M. Wedel, Prijsgevoeligheden, Jaar­ Dagbladunie door de Perscombinatie. Dit con­ boek '94-'95 van de Nederlandse Vereniging van Marktonder­ cern heeft nu in potentie de mogelijkheid om, zoekers, blz. 71-88 en P.S.H. Leeflang, Probleemgebied wanneer niet tot ontheffing wordt overgegaan, op Marketing II: De Marktinstrumenten, derde druk, Stenfert een fijnzinnige wijze het prijsinstrument te Kroese, Houten, 1994, blz. 341-343. bespelen. 5 Bron: Centraal Bureau Courantenpubliciteit, Cebuco. Zie voor meer informatie met betrekking tot de opzet van dit onderzoek Alsem, Leeflang, op cit. 1995. 6 Deze methodiek staat wel bekend als de methode van 'product deletion’. Zie bijv. K.J. Alsem, Strategische marketing­ planning, Stenfert Kroese, Culemborg, 1993, blz. 89. 7 Van den Bosch, 1995, op cit. 8 Bedrijfsfonds voor de Pers, op cit. blz. 29.

110 MAART 1996 EflAB