De Telegraaf En De Limburger
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Openbare versie Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 1538/24 Betreft zaak: 1538/De Telegraaf – De Limburger I. MELDING 1. Op 22 september 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit (hierna ook: d-g NMa) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet (hierna ook: Mw). Hierin is medegedeeld dat N.V. Holdingmaatschappij De Telegraaf (hierna: de Telegraaf-groep) voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Uitgeversmaatschappij De Limburger B.V. (hierna: DLBV). Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 186 van 28 september 1999. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant is één zienswijze van een derde naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen. II. PARTIJEN 2. De Telegraaf-groep is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht. Zij heeft een groot aantal dochterondernemingen. 3. De Telegraaf-groep geeft het landelijke dagblad De Telegraaf uit. Zij geeft de volgende regionale dagbladen uit: Limburgs Dagblad, Haarlems Dagblad, IJmuider Courant, Leids Dagblad, Noordhollands Dagblad (waaronder begrepen: Alkmaarse Courant, Schager Courant, Enkhuizer Courant, Dagblad voor West-Friesland, Helderse Courant, Dagblad Kennemerland, Dagblad Zaanstreek, Nieuwe Noord-Hollandse Courant), De Gooi- en Eemlander en Dagblad van Almere. Zij geeft ook een groot aantal huis-aan-huisbladen uit. 1 Openbare versie Openbare versie 4. De Telegraaf-groep is verder actief op het gebied van tijdschriften en elektronische media en de technische vervaardiging van de genoemde media in Nederland, het vervaardigen van grafische producten voor derden, waaronder drukwerk, en het verspreiden van dagbladen, huis- aan-huisbladen en drukwerk door dochteronderneming Spiral B.V. (hierna: Spiral). Voorts heeft zij deelnemingen in een regionale kabelkrant, een regionale televisiezender, een regionale radiozender en in SBS 6 Teletekst. 5. DLBV is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. 6. DLBV geeft het regionale dagblad De Limburger uit. Zij geeft ook 13 huis-aan-huisbladen uit. DLBV is verder actief op het gebied van audiovisuele media, waaronder een kabelkrant (TV Gazet), alsmede de technische vervaardiging hiervan. Voorts heeft DLBV een deelneming in de Omroepbedrijf Limburg B.V. dat een radiozender exploiteert, en een deelneming in Televisiebedrijf Limburg B.V. dat de televisiezender “Limburg 1” exploiteert. III. DE GEMELDE OPERATIE 7. DLBV maakt momenteel deel uit van VNU Dagbladen B.V. (hierna: VNU Dagbladen), een dochteronderneming van VNU N.V. (hierna: VNU). VNU heeft de intentie om VNU Dagbladen, inclusief DLBV, te verkopen aan Wegener Arcade N.V. (hierna: Wegener).1 Wegener heeft de intentie om DLBV vervolgens door te verkopen aan de Telegraaf-groep. De gemelde operatie betreft de aankoop door de Telegraaf-groep van alle aandelen van DLBV. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 8. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 7, omschreven transactie leidt er toe dat de Telegraaf-groep zeggenschap verkrijgt over DLBV. 9. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn de Telegraaf-groep en DLBV. 1 Deze transactie is onderwerp van het besluit in zaak 1528/Wegener Arcade – VNU Dagbladen (besluit van 18 oktober 1999). 2 Openbare versie Openbare versie 10. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING 11. De onderhavige transactie heeft betrekking op de Nederlandse sector voor dagbladen en huis-aan-huisbladen. Deze sector was ook aan de orde in de recente zaak Wegener Arcade – VNU Dagbladen.2 Bij de beoordeling van de onderhavige concentratie wordt op een aantal punten aangeknoopt bij de bevindingen in die zaak. Waar de motivering van de overwegingen in het onderhavige besluit overeenstemt met die bevindingen zal worden volstaan met een korte samenvatting of een verwijzing naar de desbetreffende overwegingen in het eerdere besluit. De openbare versie van dit eerdere besluit is als bijlage aan het onderhavige besluit gehecht. RELEVANTE MARKTEN 12. De Telegraaf-groep en DLBV geven beiden binnen de provincie Limburg een regionaal dagblad en huis-aan-huisbladen uit. De Telegraaf-groep geeft ook het landelijke dagblad De Telegraaf uit. Ten aanzien van deze activiteiten zijn twee soorten afnemers te onderscheiden: lezers en adverteerders. Het ligt mede daarom in de rede om hiervoor aparte relevante markten te onderscheiden, 'lezersmarkten' en 'adverteerdersmarkten'. Vanwege de wisselwerking tussen beide worden zij wel beschouwd in hun onderlinge samenhang. In het navolgende wordt telkens eerst onder '(i)' het standpunt van partijen gegeven en onder '(ii)' de beoordeling. Ten aanzien van dagbladen worden hierbij lezersmarkten en adverteerdersmarkten onderscheiden, wat betreft huis-aan-huisbladen alleen adverteerdersmarkten.3 13. De Telegraaf-groep is actief als drukker. Partijen delen mede dat DLBV op dit gebied vrijwel niet actief is ten behoeve van derden. De activiteiten op het gebied van regionale televisie en radio van de ondernemingen waarin de Telegraaf-groep en DLBV belangen hebben, overlappen elkaar in geografisch opzicht niet. Gezien de opgave van partijen heeft de Telegraaf- groep immers geen belangen in audiovisuele ondernemingen die in Limburg actief zijn. Op deze activiteiten zal daarom hierna niet apart worden ingegaan. 2 Reeds aangehaald. 3 Aangezien lezers niet voor huis-aan-huisbladen betalen (er is dus geen aankoopbeslissing) en uitgevers hun inkomsten in dit verband volledig aan advertenties ontlenen, lijkt het niet op zijn plaats ten aanzien van deze activiteiten een lezersmarkt te onderscheiden. 3 Openbare versie Openbare versie Relevante productmarkten (i) Standpunt van partijen Lezersmarkten 14. Partijen onderscheiden een markt voor dagbladen. Zij menen dat landelijke en regionale dagbladen voor de Limburgse lezer volledig inwisselbaar, althans concurrenten zijn. Zij stellen dat uit de landelijke Cebuco-cijfers 4 blijkt dat er nauwelijks overlap bestaat tussen abonnees van landelijke en regionale dagbladen. 15. Partijen hebben cijfers overgelegd omtrent de oplageontwikkeling van respectievelijk landelijke en regionale dagbladen, in Nederland en specifiek in Limburg.5 Zij menen dat hieruit blijkt dat de marktaandelen van landelijke en regionale dagbladen 'communicerende vaten' zijn en dat dit erop wijst dat de lezer beide soorten dagbladen als substituten beschouwt. 16. Partijen menen dat dagbladen op het gebied van de dagelijkse nieuwsvoorziening in toenemende mate onder druk staan van andere media, in het bijzonder televisie, radio, huis-aan- huisbladen en internet. Hoewel deze media wellicht niet in alle aspecten tot dezelfde productmarkt behoren, oefenen zij op zijn minst concurrentiedruk uit op dagbladen, aldus partijen. Adverteerdersmarkten 17. Partijen onderscheiden afzonderlijke markten voor respectievelijk landelijke, regionale en lokale advertenties. De markt voor regionale advertenties verschilt van die voor landelijke advertenties, doordat hierop grotendeels andere vragers (adverteerders) en aanbieders actief zijn. De markt voor lokale adverteerders is hier van te onderscheiden, omdat hierop weer andere vragers en aanbieders actief zijn, de prijzen lager liggen en de toetredingsdrempels voor aanbieders het laagst liggen. 18. Partijen stellen dat uit hun ervaring blijkt, dat voor adverteerders het verspreidingsgebied en de doelgroep van advertentiemedia van meer belang zijn dan het soort medium. Zij sommen verschillende advertentiemedia op, waaruit adverteerders kunnen kiezen. De keuze voor een medium wordt volgens partijen bepaald door de mogelijkheid de doelgroep te bereiken en de prijs. Als de prijs voor een advertentie in een regionaal dagblad als te hoog wordt ervaren, kan dit aanleiding zijn om een ander medium te kiezen. 4 Cebuco is een brancheorganisatie voor de dagbladensector die beschikt over oplagecijfers per dagblad, gedetailleerd uitgesplitst naar geografische verzorgingsgebieden ('Cebuco-gebieden'). 5 Cebuco-cijfers van 1981, 1986, 1991, 1996 en 1998. 4 Openbare versie Openbare versie (ii) Beoordeling Lezersmarkten 19. Dagbladen onderscheiden zich van andere geschreven of niet-geschreven media door middel van een groot aantal karakteristieken. Van belang zijn in dit verband onder meer: prijs, hoeveelheid informatie, aard van de informatie, actualiteit, zesdagelijkse verschijningsfrequentie, functie in het dagelijks leven, presentatiewijze (papier), wijze van verspreiding, vormgeving en formaat. Dagbladen zijn hierdoor voor lezers niet of in geringe mate substitueerbaar door andere media, zoals week- en maandbladen, kabelkranten, radio, televisie en internet. Dagbladen behoren, wat lezers betreft, dan ook niet tot dezelfde productmarkt als deze andere media.6 20. Ten aanzien van dagbladen is een onderscheid denkbaar tussen landelijke dagbladen (dagbladen met een landelijke oriëntatie en doorgaans landelijke dekking) en regionale dagbladen. In de zaak Wegener Arcade – VNU Dagbladen is een aantal verschillen gesignaleerd