See. ^ december 1998 j a a r g a n g

Luisteren in het raadswerk

Identiteit ter discussie

Ethiek in een situatie van extreem Kwaad c/>

a

Raadswerk als zorg voor de ziel

Leren vanuit levensinteresse

Humanisme, dood en transcendentie Praktische Humanistiek

Praktische Humanistiek verschijnt viermoal per jaar en beoogt een bijdrage te leveren aan de verdere professio- nalisering van mensgerichte beroepen, in het bijzonder geestelijk werk en de reflectie daarover. Het richt zich tot beroepskrachten die vanuit een humanistische inspiratie mensen begeleiden en stimuleren, met bijzondere aan- dacht voor zingevingsvragen.

Redactiecommissie Prof.dr Douwe van Houten (voorzitte--), drs Marco van Groenendael (secretariaat, eindredactie), drs Ina Brouwer, drs Rob Buitenweg, drs Ed van Hoorn, drs Brecht Molenaar (correctie), drs Margot Scholte en drs Mart Vogels.

Redactieraad Prof.dr HJ. Achterhuis (Technische Universiteit Twente) Prof.dr A.J. Baart (Katholieke Theologische Universiteit, Utrecht) Prof.dr G. van der Loan (Universiteit Utrecht/Nizw) Prof.dr J. van Mens-Verhulst (Universiteit Utrecht) Prof.dr mr J. de Savornin Lohman (Universiteit Amsterdam) Prof.dr S.L. Sevenhuijsen (Universiteit Utrecht) Prof.dr R. Veenhoven (Universiteit Utrecht) Prof.dr M.A. Verkerk (Rijksuniversiteit Groningen/Erasmus Universiteit Rotterdam)

Gerefereerde bijdragen zijn in de inhoudsopgave aangegeven met een *

Redactieadres Postbus 470, 3500 AL Utrecht. Telefoon: (030) 2390100, fax: (030) 2390170

UlTGEVERIJ EN ABONNEMENTENADMINISTRATIE Uitgeverij SWP, Postbus 578, 3500 AN Utrecht. Telefoon: (030) 2368060, fax: (030) 2368140, e-mail: [email protected]

Abonnementen Een jaarabonnement omvat vier nummers en loopt van September tot September. De abonnementsprijs per jaar- gang bedraagt / 60,00. Voor studenten geldt een gereduceerd tarief van / 44,00. Voor instellingen bedraagt de abonnementsprijs / 86,50. Collectief abonnement (geleverd op een adres) / 50,00 (10-24 ex.); of / 44,00 (25 en meer ex.). Losse nummers / 26,50 (excl. administratie- en verzendkosten).

Opzegging Abonnementen kunnen alleen schriftelijk bij de uitgever tot uiterlijk 1 augustus van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd. Bij niet tijdig opzeggen wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd.

Kopu leder die zich professioneel met humanistisch raadswerk en geestelijke verzorging bezighoudt, alsmede ieder die een bijdrage wil leveren aan de theoretische en/of praktische verdieping en ontwikkeling van het humanistisch geestelijk werk, wordt uitgenodigd beschouwende artikelen, opinierende stukken of reflecties over ervaringen aan te leveren. U kunt hiertoe contact opnemen met de redactie. Zie verder de binnenkant achterkaft voor richtlij- nen auteurs.

Ontwerp en omslag: WAT-ontwerpers [Utrecht] © Uitgeverij SWP, 1998, alle rechten voorbehouden XtJerlantl$ issn 0926-5228 uixgeversverbond Groep vaktijdschriften ! Inhoud I _ fz i % ri-fl E(C L ™ A^c.j I "’"vnpsfTfir Va VViirts;sde 2g 35/2 VS Vtrtci-n r j£K 1 2 Redactioneel Tei; WO) 239 oi 99 5 Luisteren in de praktijk van het humanistisch raadswerk I Een driedeling • Breclu Molenaar

10 Identiteit ter discussie In gesprek met Ann Phoenix • Ellen Grootoonk en Krieno Zandin^a

14 Aanzetten tot een ethiek in een situatie van extreem kwaad Het kwaad als filosofisch thema • On no Hansen

25 Humanistisch geestelijk werk als zorg voor de ziel Een pleidooi om het begrip ziel als uitgangspunt te nemen bij het denken over het vak van humanistisch geestelijk werker • Eons ran den Boogert

Leren vanuit levensinteresse Een vergelijking van het subject wetenschappelijk gefundeerd leren met de uitgangspunten voor Humanistisch Vormingsonderwijs • Dhyan Vermeil ten

42 Humanisme, dood en transcendentie De dood en de ervaring van een transcendente werkelijkheid • Eons Elders

Recensies Met onder andere: Boekbespreking van Postmoderne Moraliteit 0 Palrick VIug

61 Signalementen Ellen Grootoonk

Richtlijnen voor auteurs

Praktische Humanistiek nr.2, 8e jaargang decembcr 1998 1 EDACTIONEEL

Dif decembernummer van Praktische Humanistiek wel degelijk iets te (be)luisteren. Om daar zicht bevat een gevarieerd aanbod van artikelen, maar op te krijgen wordt onderscheid gemaakt tussen ze gaan allemaal over mensen. Als college's van communicatie op inhoudsniveau, betrekkingsni- andere universifeiten me vragen waf humanistiek veau en bestaansniveau. Dit wordt ge’illustreerd eigenlijk is, dan antwoord ik wel eens dat je dat aan de hand van een concreet voorbeeld, waar- kan zien als een soort 'mensgeleerdheid'. Theolo- bij duidelijk wordt dat de gesprekken met name gie wordt immers ook wel aangeduid als godge- de belevingswereld betreffen. Een klein maar leerdheid. Misschien is mensgeleerdheid zo gek mooi verhaal. nog niet, temeer daar de aanduiding antropolo- gie al vergeven is. Mensgeleerdheid sluit ook Ellen Grootoonk en Krieno Zandinga spraken met mooi aan bij het huidige motto van de Universiteit Ann Phoenix, in 1997/1998 de bekleedster van voor Humanistiek: de mooiste studie is de mens. de Ribius Peletier leerstoel aan de Universiteit voor Dat blijkt aanstaande studenten aan te spreken. In Humanistiek. De leerstoel richtte zich dat jaar op tegenstelling tot theologische opleidingen neemt identiteitsconstructies in relatie tot gender en ethni- aan de Universiteit voor Humanistiek het aantal citeit. Daar was voor gekozen omdat binnen de studenten toe en de ondergrens van 250 is dit Universiteit voor Humanistiek ethniciteit tot dan toe jaar ruim gepasseerd. wat onderbelicht was gebleven. Ann is inmiddels Bij mensgeleerdheid (in humanistieke zin) gaaf het weer werkzaam binnen het Birbeck College in met name om het geestelijk welbevinden van men­ Londen, dat voor een deel werkt in de traditie van sen en wat daar op inspeelt. Uit dit nummer blijkt Stuart Hall. Deze heeft zich met name ingezet dat daarin veel aspecten kunnen warden onder- voor onderzoek naar empowerment van rand- scheiden, en dan goat het hier nog om een kleine groepen binnen de Britse samenleving. Volgens selectie. Ann is een denken in termen van dominantie en marginaliteit (van minderheden) echter niet meer I Brecht Molenaar vertelt over haar ervaringen met van deze tijd. Een en ander is diffuus geworden, luisteren naar persoonlijke verhalen binnen de zij het dat de discussie random ras en ethniciteit geestelijke gezondheidszorg. Binnen de psychia- nog tamelijk ingewikkeld ligt. In Nederland zijn trie is communicatie doorgaans niet eenvoudig: er niet zo aan gewend over ras te spreken, de taal wordt door de client vaak symbolisch of wellicht in een paging deze problematiek van metaforisch gehanteerd, de ander is zo depressief tafel te houden. In Engeland is dat echter heel dat deze nergens meer belong aan hecht of soms gebruikelijk. Het opmerkelijke van Ann Phoenix is is het levensverhaal van de client als het ware ver dat ze daarbij expliciet ingaat op whiteness als weggestopt en niet meer toegankelijk. Toch valt er ethnische identiteit.

2 Praktische Humanistiek nr.2, 8e jaargang decembcr 1998 Onno Hansen gaat in op een weinig gangbaar tenaf wordt opgelegd en gecontroleerd. De didac- onderwerp en wel de ethiek van het kwaad. Het tiek van het humanistisch vormingsonderwijs sluit opmerkelijke daarvan is dat daar doorgaans niet aan bij de aanpak van expansief leren, maar is over wordt geschreven; het kwaad behoort tot het daar niet op gebaseerd. De binnen het HVO onbegrijpelijke en ongeordende en het is niet een- gehanteerde didactiek is eerder verbonden met voudig daar greep op te krijgen. Toch kan niet action learning zoals verwoord door Paolo Freire, worden ontkend dat het bestaat, immers werkers Oskar Negt en Jurgen Habermas. Ben vergelijking bij Justitie en Defensie worden er dagelijks mee met het denken van Holzkamp biedt een aantal geconfronteerd. Het artikel gaat in op extreme bouwstenen om de ontwikkelde didactiek verder vormen van het kwaad in de Goelag, waarin de uit te werken. vensters naar buiten zijn afgesloten en de gevan- genen op zichzelf en het Goelag-regime zijn Een heel ander aspect van geestelijk welbevinden teruggeworpen. is het omgaan met de dood. Fons Elders gaat daar in zijn artikel 'Humanisme, dood en trans- In 'Humanistisch geestelijk werk als zorg voor de cendentie' uitgebreid op in. Hij gaat daarbij uit ziel' probeert Fons van de Boogert ons ervan te van de veronderstelling dat de menselijke erva- overtuigen dat we beter kunnen spreken over ziel- ring van eindigheid en dood, de bron is van de zorg dan over geestelijk werk. Ik ben het wel met verschillende levensvisies en dat dit voor het hem eens dat de aanduiding 'geestelijk werk' humanisme eigenlijk ook het geval moet zijn. Een geen schoonheidsprijs verdient, maar zijn argu- levensbeschouwing of visie op het (even is onlos- menten dat 'zorg voor ziel' beter aangeeft waar makelijk verbonden met een visie op de dood. Hij het HGW om draait, hebben mij niet overtuigd. werkt dit uit aan de hand van de spanningsboog De begrippen 'geest' en 'ziel' hebben beide een tussen immanentie en transcendentie, en betrekt wat onbegrensd karakter en in de loop der eeu- daarbij ook het Christendom, Zenboeddhisme en wen zijn de betekenissen ook omgedraaid. Bij HindoeTsme. verbuigingen ontstaat wel duidelijkheid want Vervolgens presenteert hij een existentiele analyse iedereen weet het verschil tussen 'zielig' en van het humanisme vanuit het perspectief van de 'geestig'. Daarentegen spreken we bijvoorbeeld universele dimensie van het menselijke waarden- echter ook over 'zielsgelukkig' en over een 'ziele- bewustzijn. Het artikel laat doorgaans een abs­ poof'. Terminologische ongerijmdheden waar de tract filosofisch betoog zien. Hier en daar lardeert Nederlandse taal vol mee zit. Niettemin, een aar- Elders zijn betoog met sprekende voorbeelden, dig betoog. bijvoorbeeld als hij stelt dat Koningin Beatrix een agnostica is. Dhyan Vermeulen schrijft over humanistisch vor­ mingsonderwijs (HVO) binnen het lager en voort- Afsluitend de boekbesprekingen, recensies en sig- gezet onderwijs. In haar artikel vergelijkt ze de nalementen. Meestal worden boekbesprekingen in onderwijskundige uitgangpunten en onderwijs- het redactioneel niet vermeld. In het geval van praktijken van het humanistisch vormingsonder­ Patrick Vlug, die een bespreking geeft van Post- wijs met de onderwijskundige benadering van moderne Moraliteitvan Harry Kunneman, maken Klaus Holzkamp. Hij richt zich op leerprocessen we een uitzondering. bezien vanuit het perspectief van het lerende sub­ Op een uitvoerige manier gaat hij in op het boek ject en hecht veel waarde aan samen leren. Dit en doet dat - vergelijkbaar als Harry Kunneman in zogenaamde expansieve leren zet hij af tegen zijn boek - in de vorm van een 'brief aan een beleerd worden, waarbij het leerproces van bui- Hooggeleerde heer'.

Praktische Humanistiek nr.2, Sejaargang december 1998 3 Wij hebben deze nog niet aan Harry Kunneman len dat Ellen Grootoonk de redactiecommissie voorgelegd, maar we zien uit naar een boeiende heeft verlaten. Het was allemaal wat veel gewor- briefwisseling. den: en redactie, en interviews, en de signalemen- Hierbij wijs ik lezers er nog maar eens op dat ook tenrubriek. Het laatste blijft ze verzorgen, maar derden boekbesprekingen kunnen indienen bij de de andere taken heeft ze neergelegd. Uiteraard, redactie. De omvang daarvan kan, afhankelijk onze hartelijke dank voor hoar grote inzet. van het boek en de bespreking, varieren tussen de 500 en 2000 woorden. Suggesties voor signale- Rest mij de lezers van Praktische Humanistiek het menten kunnen warden ingeleverd bij Ellen Groot- beste te wensen voor 1999. Tevens wens ik ieder- oonk. een veel inspiratie toe in het dagelijks leven en werk. Ik hoop ook dat velen het goede voornemen Een welhaast vaste rubriek ('Bewegingen random zullen bedenken om komend jaar eens een artikel de duiventil') wordt ondertussen de samenstelling voor Praktische Humanistiek te schrijven. van de redactiecommissie. In het vorige nummer heette ik Ine Spitters welkom. Nu moet ik meede- Douwe van Houten

(advertentie)

Geestelijke verzorging De existentiele begeleiding in de psychiafrische hulpverlening Yvonne M.C. Long ISBN 90-6665-283-7 / 96 pagina's / / 26,50

De mens heeft door de eeuwen heen gezocht naar de betekenis en de zin van het leven. Zinvragen komen vooral voor door waar de confrontatie met de kwetsbaarheid van het bestaan groot is. In crisissituaties staan mensen stil bij de vraag wat ze nog aan het leven hebben. Ze warden op zichzelf teruggeworpen en moeten zich opnieuw orienteren. Vaak hebben ze daar hulp bij nodig van anderen. In dit boek is getracht de hulpverlening, in het bijzonder toegespitst op de psychiatrisch patient, te verhelderen. De auteur gaat in op de vraag 'hoe met dit alles kan warden omgegaan in het hulpverleningsverband'. Besproken wordt de inhoud van de begeleiding, de grondhouding, het gebruik van verhalen, leeraspecten en beleidsmatige aandachtspunten voor de ontwikkeling van de geestelijke verzorging in georganiseerd ver- band. Ook heeft de auteur beschrijvingen opgenomen van patienten en gesprekken uit de dagelijk- se praktijk. Dit boek is een gids voor hulpverleners en begeleiders die werken met mensen in nood. Het is in het bijzonder geschreven voor hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg (psychiaters, psy- chologen, geestelijk verzorgers, maatschappelijk werkers, verpleegkundigen, sociotherapeuten).

Uitgeverij SWP Postbus 578 Boeken van de SWP zijn verkrijgbaar in de boekhandel in Nederland en Belgie. 3500 AN Utrecht Bij rechtstreekse toezending warden verzendkosten in rekening gebradit. Telefoon (030) 2368060

4 Praktische Humanistiek ur.2, Sejaargang dccember 1908 Luisteren in de praktijk van

humanistisch raadswerk

Een driedeling

Brecht Molenaar

‘En wanneer iemand hetgevoel had dat zijn leven volkomen mislukt eu zinloos was, eti hij zelf maar een van de velen, iemand waar het helcniaal niet op aan komt en die net zo snel vervangen kan warden als een gebroken pot - en hij ging dat allemaal aan de kleine Memo vertellen, dan werd hem terwijl hij nogsprak, op een geheimzinnige manier dnidelijk dat hij het helemaal mis had; dat men hem precies zoals hij was, onder alle mensen maar een enkele keer tegenkwam en dat hij daarom op een bijzondere manier belangrijk was voor de wereld. Zo kon Momo luisteren!’ (Michael Ende in Memo en de tijdspaarders)

Inleiding Het is niet zo dat ik daarbij in eerste instantie denk aan ‘interessante gesprekken’ in de gebrui- De nu volgende tekst is een bewerking van een kelijke betekenis. Het spreken op zichzelf voordracht die door mij is gehouden in het beschouwd ging bij die mensen vaak uiterst kader van een praktijkles aan de Universiteit moeizaam. Een opname in de psychiatric bete- voor Humanistiek.1 Ik was als humanistisch kent tegenwoordig veelal dat er sprake is van raadsvrouw gevraagd iets te vertellen over lui- behoorlijk zware problematiek. Zo ook op de steren in de praktijk van de humanistisch gees- twee gesloten afdelingen waar ik het vaste aan- telijke verzorging, met name in relatie tot mijn spreekpunt was van de geestelijke verzorging. ervaringen met luisteren naar verhalen van clicn- De in dat opzicht moeilijke communicatie kan ten binnen de geestelijke gczondheidszorg. verschiUende redenen hebben. Alleen al fysiek kunnen clienten mocilijk verstaanbaar zijn door Ik kan niet anders zeggen dan dat ik een mooie bijwerkingen van medicatie. Maar ook inhou- herinnering bewaar aan de jaren die ik gewerkt delijk zijn er over het algemeen complicaties. Zo heb binnen de psychiatric. Dat mag verbazing zijn de uitingen bij een psychose vaak heel wckken gezien de associaties die nu juist een symbolisch en metaforisch, en kunnen waan- pick als de psychiatric doorgaans oproept. Maar voorstellingen het moeilijk maken om de in de gesprekken die ik had met clienten, deed verbeeldingen in het verhaal te volgen. Ook is ik ontroerende of zelfs wel wonderlijke erva­ het mogelijk dat iemand zo depressiefis dat er ringen op die het voor mij zeer waardevol zelfs geen wil meer is tot praten en er nergens maakten om er te werken. meer belang aan wordt gehecht. Of, en dat was

Praktische Humanistiek nr.2, He jaargang december 1998 5 eigenlijk vrijwel altijd liet gcval. de verhalen zit- op het proces van beluisteren. Je kunt je als tcn als het ware al lang ‘op slot’. Er kunnen din- humanistisch geestelijk verzorger namelijk afvra- gen gebeurd zijn die iemand crtoc brachten zich gen waar de gesprekken over gaan cn hoe je er emotioneel voor af te sluiten, er niet nicer bij aankijkt tegen de relatie met de ander en tegen te blijven in de beleving, waardoor het ook niet de ander als persoon. meet als zodanig verteld kan worden. Of er is zo Hieronder zal ik per communicatieniveau weinig zelfwaardering dat iemand zijn eigen toelichten hoe de specifieke aard van beluiste­ ervaringen niet de moeite waard kan vinden, laat ren in het humanistisch raadswerk in mijn staan daar nog eens aandacht voor kan of wil opvatting naar voren komt. Dit overigens zon- vragen bij een ander. der te willen suggereren dat de aard van derge- lijke communicatie, zowel op de verschillende Viel er dan wel iets te luisteren, zou je je af kun­ niveaus alsook in him combinatie, exclusief nen vragen. Naar mijn mening is dat wel dege- voorbehouden zou zijn aan het humanistisch lijk het geval. Daartoe is het echter wel nodig om raadswerk. Tot slot zal ik mijn betoog concreti- het luisteren ruimer op te vatten dan het slechts seren aan de hand van een casus. letterlijk horen van wat de ander allemaal zegt. In het werkveld van de psychiatric komt dit, gezien de moeizame verbalc toegang tot die verhalen, Het beluisteren bij uitstek naar voren. Dat het in die ruimere opvatting nog steeds over ‘luisteren’ gaat, komt Om te beginnen kan de communicatie worden doordat luisteren voigens mij altijd nicer behclst bezien vanuit de invalshoek van de inhoud, de dan het simpelweg aanhoren van een verhaal. informatie, het bericht. Dit niveau van de com­ Allereerst spelen non-verbale aspecten eveneens municatie staat bekend als het inlwudsniveau. een rol in de communicatie, wat voor mij reden Hier gaat het om de vraag waar je het als huma­ is om liever van ‘beluisteren’ te spreken. Er kan nistisch geestelijk verzorger over hebt met de niet allecn worden geluisterd naar hetgeen er ander en waar de gesprekken over gaan. letterlijk wordt gezegd, maar alles kan worden Het humanistisch raadswerk kan voigens mij beluisterd dat door de ander wordt uitgedrukt. inhoudelijk goed getypeerd worden met de tref- Je beluistert ook de manier waarop iemand iets woorden ‘levcnsbeschouwing’ en ‘zingeving’. zegt en de lichaamstaal die ermee gepaard gaat. Dat is althans het perspectief waarin het verhaal Dit betekent dat je heel veel kunt beluisteren, van de ander, waarbij het verhaal mini wordt en dat gebeurt trouwens toch wel vanzelf, al opgevat als bestaand uit zowel letterlijke uitin- wordt er niet eens zoveel gesproken. Bovendicn gen als non-verbale signalen, geplaatst kan wor­ is ook de visie die je als geestelijk verzorger hebt den door de humanistisch geestelijk verzorger. op de relatie met de ander en op de ander als Hij of zij beluistert de ander op diens zoeken persoon, van invloed op de communicatie en naar wat waar, goed ofjuist is. In die zin gaat de daarmee op de wijze waarop de ander wordt raadspersoon met de ander in gesprek over de beluisterd. bestaansvragen die in het geding zijn. Wil de Zo opgevat ligt het beluisteren van de ander in raadspersoon echter goed aanwezig zijn in de een brede communicatiebedding. Elet maakt relatie die dan ontstaat, dan is daarmee gegeven onderdeel uit van de communicatie die zich als dat ook diens eigen visie op het (goede) leven het ware op verschillende niveaus voltrekt. In de een rol speck. Hiermee is de rol van de geeste­ praktijk zijn die niveaus weliswaar onlosmakelijk lijk verzorger zelf in beeld gckomen, een rol die met elkaar verbonden, maar de onderscheiding verder kan worden toegelicht op de andere maakt het mogelijk om per niveau te reflecteren communicatieniveaus.

6 Praktischc Hiuuanisiiek nr.2, 8e jaargang december 1998 Op het niveau van de onderlinge relatie gaat het voor heeft. Het gaat dan niet in eerste instantie om de vraag hoe je jezelf als humanistisch gees- cm het oplossen van problemen, maar veeleer telijk verzorger ziet in relatie tot de ander. Dit om ecn groei van zclfwaardering bij dc ander en niveau staat bekend als het betrekkingsniveau van het (meer) toekomen aan de ervaring van auto- communicatie. nomie en zorg voor zichzelf. De relatie kan enerzijds bekeken worden naar de verdeling van de posities die beiden innemen Wat de betrokkenheid betreft, iets dat vooral (is er sprake van gelijkwaardigheid of staat de een langs non-verbale wegen zal worden gecom- boven de ander) en anderzijds naar de mate van municeerd, voel ik me als geestelijk verzorger betrokkenheid die er is. een soort vertcgenwoordiger van menselijke solidariteit. Wat er verder ook aan de hand is, de Wat dc verdeling van posities betreft, betekent ander blijft als mens in tel en hoort erbij. Je geestelijke verzorging voor mij dat er sprake is hoopt clienten te erkennen door hen de erva­ van een begeleidingssituatie. Het begeleiden doe ring te geven dat ze er mogen zijn en ertoe doen je niet primair als deskundige, maar veeleer als en hen serieus te nemen in de wijze waarop ze medemens die ook zelfin beeld komt. Hot blijft het leven beleven, waarderen en er vorm aan echter wel degelijk een vorm van begeleiding en geven. Zcker de kant van het werk die bestaat wat dat betreft is er sprake van een relatieve uit het spontaan langsgaan bij mensen door gelijkwaardigheid. bijvoorbeeld in de huiskamer van een afdeling In vergelijking met behandelingen zoals die koffie met ze te drinken, draagt uit dat er be- doorgaans binnen de psychiatric worden gege- langstelling voor hen is en ze niet in de steek ven, of zoals die althans naar buiten toe wor­ gelaten worden. Dit wordt vaak enorm gewaar- den gepresenteerd, lijkt het me een belangrijk deerd, is mijn ervaring, al kan het natuurlijk ook onderscheid dat het verhaal van de ander bij wel ecns op weerstand stuiten en dient het niet humanistisch raadswerk niet in een extern theo- te worden opgedrongen. retisch referentiekader wordt geplaatst, noch dat Betrokkenheid betekent overigens niet dat je de ander wordt meegeleid in een daaruit vol- hoe dan ook instemt met alles wat de ander gend mcthodisch stappenplan. De humanistisch denkt, doet en voelt. Het serieus nemen van geestelijk verzorger kan ingaan op aspccten van iemand kan juist betekenen dat je hem aan- levensbeschouwing en zingeving zoals die bij de spreekt op de eigen verantwoordelijkheid in ander worden beluisterd, zij of bij kan er zo bijvoorbeeld het rekening houden met andcren

___s nodig eigen denkbeelden, waarden, normen of of dc zorg voor zichzelf. emotionele ervaringen naast of tegenover plaat- sen, maar het gesprek blijft zich in die wedcr- Bestaansniveau zijds gedeelde ruimte begeven. Er worden geen De vraag die volgens mij bepalend is voor zowel diagnoses gesteld die afkomstig zijn uit een taal- de aard alsook de kwalitcit van de relatie en de spel dat de client onbekend is en de gesprekken betrokkenheid, is hoe je aankijkt tegen de ander zijn niet van een andere orde dan die van het als persoon. Naar dit niveau van communicatie eigen verhaal. In die zin heeft het humanistisch wordt wel afzonderlijk verwezen als het bestaans- raadswerk een ander karakter dan dat van een niveau, maar mecstal laat men de visie op de ander behandeling. onder het betrekkingsniveau vallen.2 Daarmee is aan de begeleiding nog geen doel ontzegd. De inzet van de humanistisch geeste­ Op dit niveau is volgens mij wel sprake van een lijk verzorger komt wel degelijk voort uit de principiele gelijkwaardigheid. In mijn opvatting overtuiging dat goede communicatie ergens zin van het humanistisch raadswerk wordt de ander

Praktische Humanistiek nr.2, 8v jaargatig deccmber 1998 7 gezien als drager van levensbeschouwing en Casus zingeving. Hot luistcrend oor van de humanis- tisch geestclijk verzorger is als het ware afge- Karin ontmoette ik op de gesloten opnaine- stemd op het verhaal van die ander als een afdeling van het psychiatrisch ziekenhuis waar ik concrete, individuele uitingvan levensbeschou­ wcrkte. 3 Ik wil doze begeleiding beschrijven aan wing en zingeving. In mijn ogen gaat het daar- de hand van de verschillcnde communicatie- bij om een cognitieve kant (hoe kijkt iemand niveaus, al moet ik er direct bij vermelden dat aan tegen leven en dood), een nonnatieve kant een dergelijke procesbeschrijving veeleer blijk (wat vindt hij of zij goed om te doen, welke geeft van reflectie achteraf dan dat het heeft waarden en nonnen zijn belangrijk voor die per- gefunctionecrd als een bewust plan van aanpak soon) en een expressieve kant (hoe is de emoti- vooraf. onele beleving van zin, grofweg varierend van Wat in de gesprekken met Karin (inhoudelijk) zinloos tot zinvol). altijd op de voorgrond stond, was de worsteling met haar doodswens. In gedichtjes schrijft ze dat Hoewel het verhaal van de client in principe ze het leven zwaar vindt, geen uitweg kan vin- centraal staat in de aandacht, kun je daar eenmaal den, vastgelopen is, geen hoop nicer heeft en onmogelijk sec naar luisteren. Het luisteren geen toekomst ziet, het niet nicer weet en niet roept iets in jou op en het verhaal komt op een meer kan, al heel lang bang is, alleen maar faalt bepaalde manier bij je binnen. Je zult het en uit het leven wil vluchten. verhaal van de ander een plaats geven en inter- Wanneer ik kijk naar hetgeen dat haar teveel is preteren tegen de achtergrond van bij jezelf geworden, dan zijn er duidelijk een vast aantal aanwezige kennis, eigen denkbeelden, eigen ervaringen, haast op een hand te tellen, die haar waarden, normen en emoties. Paradoxaal gc- als het ware in him greep hidden. Zij vormden noeg betekent het beluisteren van een ander dat de steeds terugkerende onderwerpen van gesprek. je ook beluistert wat nu juist dat verhaal jou Wat er voor haar nog bovenop kwam aan pro- doet. En pas wanneer je daar contact mee houdt, blematick, was de ervaring van de psychiatric zelf: kun je zelf daadwerkelijk als persoon aanwezig de opnamcs nu al jarenlang, akelige herinncrin- zijn in de relatie die je met de ander aangaat. gen aan de separeer, minderwaardigheidsge- Hiermee komt ook de levensbeschouwing voelens vooral in vergelijking tot haar in alle (humanisme) en zingeving van de geestclijk ver­ opzichten (studie, werk, samenwonen etc.) ‘nor- zorger zelf in bceld. Het humanistische toont malere' broers en zussen. Het besef zo buiten de zich voor mij met name in de gerichtheid op en maatschappij te staan, de geschiedenis van haar het geloof in een zekere keuzevrijheid bij de afgcbroken opleidingen, drukt haar neer. ander. Het bezien van iemand als mens die het Aanvankelijk waren haar verhalen voor mij bestaan op een eigen manier beleeft, waardeert moeilijk inleefbaar. Ze kon er bijna niet over en er vorm aan geeft, in combinatie met een praten. Met een aantal en steeds weer dezelfde I oprecht respect voor nu juist die eigenheid, heeft trefwoorden, verwees ze naar situaties, haast sja- als aandacht en respect voor de ander een bloonachtig en karikaturaal in ongenuanceerd- belangrijke intrinsieke waarde. Bovcndien kan heid, wat het voor mij haast onmogelijk maakte dat volgcns mij een bejegening zijn die de ander om me er vanuit een vorm van begrip of her- ook daadwerkelijk een grotere ervaring van kenning mee te verbinden. Dat maakte het zelfs keuzevrijheid kan doen beleven. niet gemakkelijk om mijn aandacht levend te houden. Ik zorgdc er om die reden dan ook altijd voor dat ik haar niet aan het einde van de dag pas zou spreken.

8 Praktischc Humatustick nr.2, 8c jaargaug december 1998 Geleidelijk aan kwam er echter steeds meet per- zelfs wanneer ik de neiging voelde om daaraan spectief cn relief in haar verhalen. Er werd zicht- te twijfelen. baar welke momenten zo’n enomie indruk op Ik denk dat het vertrouwen van haar kant haar Hadden gemaakt, en waar dat in zat, waar- samenhing met ecu zekere trouw van mijn kant. door ik een steeds meer gedetailleerde invulling Niet alleen de trouw in het elke week weer van haar bclevingswereld voor ogen kreeg. langskomen en er zijn, maar vooral in de trouw Daardoor werd het ook beter mogelijk cm er van mijn kant om haar waarde te blijven zien. een diepergaand gesprek over te voeren. Over wat er zich op betrekkingsniveau heeft Brecht Molenaar is humanistisch raadsvrouw in dc afgespeeld, kan ik alleen iets zeggen over mijn gezondheidszorg. kant van het proces. Ik heb mij nooit bezig- gehouden met de psychiatrische diagnose van Karin. Voor mij was dat niet primair van belang, Noten al probeerde ik er wel zicht op te krijgen waar haar doodswens uit voort kwam. Het maakt 1. Het betreft het door Maijolijn GelaufF verzorgde Pro- immers wel uit of iemand van stemmen in het gramma ‘Praktijk-lint’ bij het studie-onderdeel ‘Professi- hoofd de opdracht krijgt om uit het leven te onalisering en Leefwereld’ in het studiejaar 1997-1998 stappen, of dat het spreken over zoiets uit een aan de Universiteit voor Humanistiek. verlangen naar aandacht lijkt voort te komen of 2. Rcmmcrswaal (1983: 72 e.v.) bespreekt het commnni- uit de conclusie van weloverwogen cn langdu- catieniveau dat hier in het geding is als het bestaansni- rige afwegingen. Ik was er niet per defmitie op veau. Hij doet dit in aansluiting op Laing, die aan het gericht haar van haar doodswens af te houden, onderscheid in inhouds- cn betrekkingsniveau (uit de al zag ik teveel mogelijkheden en potenties om systeem- en communicatietheorie) nog dit derde niveau me er ‘zomaar’ bij neer te kunnen leggen. heeft toegevoegd. Aanvankelijk kwam dat alleen al doordat ze, bij 3. Om reden van privacy is de naam van de client veran- alle wanhoop waar ze van getuigde, mijn aan- derd, evenals specifieke biografische informarie. wezigheid niettemin voelbaar op prijs kon stel- len. Al was de gelijkwaardigheid duidelijk relatief, ik Literatuur kwam er als humanistisch raadsvrouw en kon naar huis gaan zodra ik dat wilde tcrwijl de deu- Rcmmcrswaal. J. (1983), Groepsdymmica //. Kommunikatie, ren voor haar letterlijk gesloten bleven, in het Uitgeverij H. Nelissen 13.V., Baarn. contact heb ik geprobeerd dat zoveel mogelijk te compcnsercn. Een voorbeeld is dat ik er voor zorgde dat zij de klapdeur op weg naar mijn I kamer voor me open kon houden, nadat ik de deur van de gesloten afdeling van het slot had moeten doen om haar mee te kunnen nemen.

In deze praktijksituatie hoopte ik vooral dat mijn contact met Karin haar (op bestaansniveau) de ervaring zou geven dat ze er als mens toe deed. Zelf ben ik daartoe er steeds radicaal vanuit gegaan dat haar beleving een zinvolle logica had,

Praktische Humanistiek nr.2, Sejaargang december 1998 9 Identiteit ter discussie

In gesprek met Ann Phoenix

Ellen Grootoonk cn Krieno Zandinga

Als we met Ann Phoenix naar tie wereld kijken, zicn we talloze sociale constructies. Con- strncties op basis van huidskleur, ras, gender en etniciteit. Ann Phoenix stelt dat deze bcelden ajhankelijh zijn van de achtergrond van de kijker. Sinds geruime tijd houden wetenschappers, waaronder Ann Phoenix, van het Birbeck College in Louden, zich bezig met onderzoek naar groepen nit de ‘rafelrand’ van de samenleving. Vanwege haar expertise op dit gebied bekleedde Ann Phoenix in het academisch jaar 1997/1998 de Ribbius Peletierleerstoel aan de Univer- siteit voor Humanistiek. In haar sociaal-wetenschappelijke onderzoek naar marginale groeperingen legt zij vele gezichtspunten bloot. Deze zijn zowel voor de politiek als voor het raadswerk van belong.

De sociaal- en ontwikkclingspsychologe Ann teit. Mensen hebben in deze postmoderne visie Phoenix, afkomstig van het Birbeck College in meerdere identiteiten, die afhankelijk van tijd en Louden, was vanwege de Ribbius Peletier-leer- plaats tot uitdrukking komcn. Identiteiten staan stoel in het academisch jaar 1997/1998 verbon- niet op zichzelf maar worden gevormd in de den aan de Universiteit voor Humanistiek. Haar sociale werkelijkheid temidden van andere iden­ leeropdracht luidde ‘Feminisme, Humanisme en titeiten. Phoenix kijkt naar deze werkelijkheid Emancipatievraagstukken, in het bijzonder door een sociaal-constructivistische bril; wij Identiteitsconstructies in relatie tot Gender en maken volgens haar beelden over onszelf en Etniciteit'. Ann Phoenix is te typeren als een ooze omgeving. Deze beelden zijn niet neutraal postmoderne feministe die door middel van maar krijgen een waarde toegekend. Zo was het kwalitatief onderzoek relatics tussen theorie en in de jaren vijftig volstrekt normaal om vrouwen praktijk legt. Identiteit is het leidende thema in te vereenzelvigen met de rol van moeder en I haar sociaal-wetenschappelijke onderzoek. huisvrouw. Deze constructie is in de jaren zestig In de laatste jaren heeft het denken over iden- en zeventig door de vrouwenbeweging ter dis­ titeiten een grotc vlucht genomen. De belang- cussie gesteld, hetgeen resulteerde in andere rijkste uitkomst van de debatten rond identiteit opvattingen en mogelijkheden voor vrouwen. is de idee dat identiteiten geen absolute, vast- In het denken over identiteit is er ook korte staande kern meer hebben. Een identiteit wordt metten gemaakt met de idee dat er mensen met gezien als een dynamisch samenspel van ver- centrale of marginale identiteiten zijn. Centra- schillende factoren zoals ras, gender en etnici­ le identiteiten zijn identiteiten die op dc voor-

1(1 Praktische Humanistiek nr.2, Sejaargang december 1998 grond staan en de norm vertegenwoordigen. In geval zag men een blanke man op de loop gaan hot verlcden was dat de blankc, heteroseksuele, voor een zwarte agressieveling. De respondenten mannelijke identiteit waar de vrouwelijke en bleken dus een negatieve kijk te hebben op een andere (marginale) identiteiten een afgelcide van zwarte identiteit en een positieve op een blanke vormden. Door de emancipatie van verschil- identiteit. lende marginale grocperingen hccft de centrale Phoenix probeert door haar onderzoek het identiteit zijn plaats verloren. Vanwege deze bestaan van dit soort constructies aan te tonen. verschuiving en de veranderde, dynamische Uit haar onderzoek naar blanke Londense jon- opvatting van identiteit is volgens Phoenix de geren concludeert Phoenix dat blank-zijn een oppositie tussen (marginale) en centrale identi­ stille term is. In tegenstelling tot zwarte jonge- teiten niet langer houdbaar. Alhoewel er eco- ren die zich bewust zijn van hun etniciteit, ont- nomische, sociale en andere verschillen bestaan, brak dit element in de verhalen van de blanke denkt Phoenix dat alle identiteiten tegenwoor- jongeren. De gei'nterviewden noemden ken- dig marginaal genoemd kunnen worden. De merken als nationaliteit, leeftijd en gender wan- machtsposities worden net als in het verleden neer zij naar hun identiteit verwezen, etniciteit nog steeds grotendeels bekleed door blanke, werd echter niet genoemd. Voor blanke jon­ westerse mannen. Maar in tegenstelling tot geren is hun huidskleur vanzelfsprekend, het is vroeger kent him positie ook marginale aspec- de kleur van de meerderheid. De blanke jon­ ten. Onder andere de affaires rondom president geren konden hun identiteit niet eenduidig Clinton demonstreren dit gegeven. beschrijven. Daarentegen onderscheidden zij in het spreken over zwarte jongeren geen verschil­ len, de respondenten spraken over hen als een Identiteit groep. Zwarte mensen werden beschouwd alsof ze hetzelfde waren vanwege hun etniciteit. Het Identiteit is een cruciaal begrip om de positie van is evident dat deze constructie geen recht doet groepen, zoals bijvoorbeeld zwarte of blanke aan de beleving van zwarte jongeren zelf die, jongeren, in de wereld te begrijpen. Identiteit evenals de blanke jongeren, in een veelvormi- heeft volgens Ann Phoenix te maken met de ge omgeving leven. De diversiteit die Phoenix eigen visie op de wereld. Daarom vraagt zij in bij de blanke jongeren aantrof, zag zij ook in haar onderzoek de respondenten naar allerlei haar onderzoek naar de identiteiten van zwarte aspecten uit hun leven, zoals familie, vrienden, jongeren. ras, toekomstplannen en nationaliteit. We kun­ De verhalen die de respondenten vcrtellen, spre­ nen identiteiten alleen waarnemen door de ken nooit voor zichzelf. Zij behoeven een inter- constructies die we maken. Ann Phoenix refe- pretatief kader. Voor Phoenix is dat het sociaal reert aan het voorbeeld van de twee hollende constructivisme en postmoderne, feministische mannen. In een onderzoek werd aan mensen ideeen als meervoudigheid, contextualiteit en gevraagd wat ze zagen als ze keken naar twee veranderlijkheid. Zij benadrukt dat zij niet mannen die achter elkaar aan renden, waarbij de zozecr ‘de waarheid’ vertelt maar dat zij haar een zwart en de ander blank was. De ondcrzoe- gezichtspunt, dat een van de vele is, laat zien. ker liet de mannen twee keer rennen, een keer Een gebeurtenis is immers multi-interpretabel: de blanke man achter de zwarte man aan, de vraag er tien mensen naar en je krijgt tien ver- andere keer vice versa. In het eerstc geval zagen schillende antwoorden die een positie in de de respondenten een zwarte dief, schurk, zak- wereld weergeven. Phoenix’ ideeen zijn een uit- kenroller of drugsdealer die achterna werd geze- nodiging om onze eigen beelden kritisch te ten door een blanke politie-agent. In het tweede bekijken.

ftaktische Humanistiek nr.2, 8e jaargang december 1998 11 Politick lijk ecu discussic tussen de kinderen geweest of zwarte kinderen ook de rol van ‘de held’ Schrijven is politick. Phoenix beoogt met haar op zich mochten ncmen.' tcksten een discussic uit tc lokken. Haar bevin- dingen presentccrt zij als een nieuwe manier om Phoenix denkt dat voor dc meeste blanke kin­ naar bestaandc groepcn tc kijkcn. Zoals hct deren ras geen speciaal onderwerp is. Voor veel onderzoek naar dc jongc Londenaren laat zien, zwarte kinderen is dit echter wcl hct geval. Als kimnen er door een andcre manier van kijkcn dc leraren zeggen dat ras cn kleur niet belangrijk ‘vcrborgen’ aspecten benoemd wordcn. Ann zijn, verkondigen zc implicict een wittc, domi- Phoenix hoopt dat haar conclusies bijdragcn tot nante theoric. In deze theorie maakt kleur geen ccn debat, dat verschillcn herkend wordcn cn verschil maar zwarte kinderen merken in hct dat dc gegeven socialc wcrkelijkhcid ter discus- dagclijks leven dat him kleur wcl degelijk uit- sic gesteld wordt. Wetenschappers kunnen maakt. Dc vraag of zwarte jongetjes heldcn kun­ gezichtspunten aanbieden die een nieuvv licht nen zijn, samen met de ontkenning dat kleur een werpen op onbekende cn bekende thema’s zoals rol speck, maakt zwarte identiteiten marginaal. discriminatie, racismc, achterstandsgrocpcn, Zoals eerdcr opgemerkt is Phoenix van mening huidskleur en sekse. In haar oratic 1 laat Phoe­ dat blanke identiteiten him ccntrale positic ver- nix treffende voorbeeldcn zicn die dit demon- loren hebben, zij zijn tegenwoordig ook margi­ streren. Een hoog opgclcidc, zwarte vrouw naal. Dcnk bijvoorbccld aan de blanke jongcrcn vcrteldc in een BBC-radioprogramma: die helemaal opgaan in de zwarte subcultuur cn dc daarbij horendc idcntitcit aannemcn. Zc ‘Mijn zoon bezoekt ccn kleine kleuterschool. maken de gebaren van dc straat, dragen dejuis- In hct afgelopen jaar verzekerden dric doccn- tc klcding en luisteren naar rap cn hip hop. Ook cen mij dat hij kleurcnblind was. Afgaandc op in hct tegengestclde geval, als iemand zich juist him diagnoses ben ik met mijn zoon naar ccn niet thuis voclt bij zwarte mensen, is er sprake oogarts gegaan. Dczc hceft hem getest en van marginaliscring. Op dc vraag aan een jonge kwam tot de conclusie dat hij niet klcurcn- vrouw of zc zich mccr op haar gemak voclt met blind was. Omdat ik erachter wilde komen blanken of zwarten, antwoordde dc responden- wat er aan de hand was, ben ik zorgvuldig tc: gaan luisteren naar alles wat mijn zoon zei over kleur. Het bleek dat mijn zoon kleuren 'Het maakt geen verschil, maar als er een niet wilde identificeren. Op de vraag: ‘Welke groep zwarte mensen is, voel ik me onder kleur hceft het gras?’, kreeg ik antwoorden druk gezet. Ik voel me dan zeer oncomforta- als: ‘dat wcet ik niet’, of‘dat doet er niet toe’. bel omdat ze kwaad lijken, niet omdat ik Dat vond ik zulke vreemde antwoorden dat blank ben, maar ik denk omdat zij zichzelf in ik verder ben gaan zoeken, en wat bleek: op een groep onder druk gezet voelen. En soms de school waar mijn zoon zat, vertelden de voel ik mij enigszins bedreigd omdat ze leraren altijd aan him lecrlingcn dat kleuren kwaad lijken te zijn omdat ik denk dat zij niet uitmaken. Letterlijk vertelden ze de kin­ zich een outcast voelen. Als je langs zo'n deren: 'dat het niet uitmaakte of je zwart, groep wandclt, voel je de vibraties en voel je wit, rood, groen of blauw bent.’ Na nog ver­ je een beetje bedreigd.’ der onderzoek bleek dat de reden waarom de leraren dit in him lessen hadden gezegd, was In hct bovenstaande voorbccld hebben zowel dat binnen him school kleur wel belangrijk is blanke als zwarte mensen gemarginaliseerde en wel in een zeer ruwc vorm. Er was name- identiteiten. De blanken omdat zij zich enigs-

12 Praklische Hiwuwistiek nr.2, Sejaargang deccmber 1998 zins ‘bedreigd’ voelen en zwarten omdat zij noopt ons om dat verhaal bij te stellen. Hierdoor verondcrsteld worden zich een outcast te voelen. verandert het verhaal over ons verleden. Idcnti- Ann Phoenix vindt het belangrijk dat de poli­ teit omschrijft Phoenix als de manier waarop we tick dit soort gegevens onder ogen krijgt zodat onszelf positioneren in relatie tot het verleden. zij daar beleid op kan maken. De verhalen die we over onszelf vertellen vat zij op als het produceren en het begrijpen van identiteiten. Daar in het raadswerk het verhaal Humanistisch raadswerk van de ander centraal staat, is dit een relevant inzicht voor raadslieden. Zij zouden clienten De geestelijke verzorging zoals wij die kennen, kunnen helpen de diversiteit aan verhalen boven is een typisch product van de Nederlandse water te krijgen en zouden tevens ervoor moc- samenleving. Voor Ann Phoenix is dit dan ook ten waken om niet een alomvattend verhaal te een onbekend terrein. Niettemin zijn haar laten prevaleren. ideeen te vertalen naar het raadswerk. De begrippen die zij aanreikt, kunnen bruikbaar zijn Ellen Grootoonk studeert aan de Universiteit voor in het begrijpen van de praktijken van geestelij­ Hnmanistiek. Krieno Zandinga doceert staatsinrich- ke verzorging. De erkenning dat wij, evenals ting aan de Fontys Hogescholen in Tilburg en studeert onze clienten die vaak als marginalen beschouwd Filosqfie aan de Universiteit van Utrecht. worden, zelf ook een marginale identiteit hebben, bevordert volgens Phoenix een gelijk- waardige positie die openingen biedt om ver- Noten schillen te zien. Phoenix denkt dat hulpverleners vaak het idee hebben dat mensen een goede I. Ann Phoenix, (Re)constructuring gendered and ethnicised kern hebben die bedekt wordt door een pro- identities. Are we all marginal now? Inaugurele rede Uni­ blemarische buitenkant. Dit vindt zij echter geen versiteit voor Humunistiek, uitgave: Universiteit voor goede benadering. In plaats van te zoeken naar Humanistiek, ISBN 90 73022 12 6,/ 12,50. een kern zouden hulpverleners mensen moc- ten aanspreken als complexe identiteiten. Op de Grotc Vraag: ‘Wie ben je?\ zijn erg veel antwoorden mogelijk. Een antwoord wordt vol­ gens Phoenix altijd gegeven vanuit een identi­ teit die op dat moment op de voorgrond staat. Als je aan haar zou vragen ‘wie ben je?’, zou ze afhankelijk van tijd en situatie met diverse antwoorden aankomen als ‘moeder’, ‘professor’ I en ‘zwarte vrouw’. Dit lijken hele antwoorden, maar dat is niet het geval want er is altijd een groot deel van jezelf dat je op dat moment niet beschrijft. Het is comfortabel het idee te hebben dat je een identiteit uit een stuk bent, met - om een rationed verhaal over jezelf te hebben - een duidelijk begin en een eind. We ervaren ons leven als een geheel wanneer we een enkel verhaal vertellen over onszelf. De nieuwe kennis die we voortdurend opdoen,

Praktische Humanistiek nr.2, 8e jaargang december 1998 13 Aanzetten tot een ethiek in een

situatie van extreem Kwaad 1

Het Kwaad als filosofisch thema

O/7/70 Hansen

Reeds lange tijd heb ik een jascinatie noor de inanier waarop mensen met elkaar omgaan. Een aantal spccifieke uragen houdt mij met name bezig, zoals: zijn ergrenzen aan het leed dat mensen elkaar knnnen aandoen? En: knnnen mensen oner een minimale ethiek beschikken wanneer hen groot leed wordt aangedaan? Deze vragen brachten mij tot het lezen nan getuige- nissen nan mensen die in het sonjetkampsysteem genangen hebben gezeten. Met dit artikel probeer ik nanuit him beschrijningen een cerste balans op te maken nan mogelijke antwoorden.

Inleiding zetten in verband te brengen met drie grotere theoretische lijnen van respectievelijk Augusti­ De belangrijkste vraag die ik in deze tekst wil nus, Levinas en Jesenin-Volpin. stellen is die naar de mogelijkheid van een ethiek in een situatie van extreem Kwaad. Zo gefor- Hoewel het Kwaad als filosofisch thema aan ter- muleerd, klinkt het echter nogal vaag. Derhalve rein wint, is het denken erover bepaald geen ga ik eerst in op de begrippen ‘Kwaad’ en filosofisch gemeengoed. Her Kwaad blijft een ‘extreem Kwaad’. Vervolgens laat ik een aantal onderwerp aan de rand, ofschoon in de moder- ex-kampgevangenen aan het woord die een ne geschiedenis aansporingen te over zijn om het beschrijving geven van mensen die leven in een Kwaad nader te duiden. Recent ondervond situatie van extreem Kwaad. Zij schetsen een Rudiger Saffanski - volgens eigen zeggen - tij- veranderingsproces in de mens, zowel vanuit het dens het werken aan zijn boek Das Bose veel I perspectief van de toeschouwer als dat van het onbegrip voor zijn interesse in het thema. slachtoffer. Na deze beschrijvingen zal de vraag Een mogelijke reden voor tie geringe belang- worden gesteld naar de mogelijkheid van een stelling van de klassieke westerse filosofie voor ethiek onder dergclijke omstandigheden. Voor het Kwaad is gelegen in de koppeling van het ex-kampgevangenen is het antwoord hierop Goede aan het begrijpelijke, zoals die onder gecn uitgemaakte zaak. Volgens sommigen is meer door Plato tot stand wordt gebracht. deze mogelijkheid er niet; anderen menen dat Indien het Goede behoort tot het begrijpelij- ook in het concentratiekamp aanzetten tot een ke. lijkt het Kwade te behoren tot het onbe- ethiek bestaan. Ik ga op beide visies in en pro­ grijpelijke. Bovendien wordt het Goede bij beer aan het einde van de tekst mogelijke aan- Plato en Augustinus gekoppeld aan specifieke

14 Praktischc Hiinianistiek nr.2, 8e jaargang december 1998 vormen en ordcningen; hct Kwade lijkt dan te De Go flag behoren tot hct ongevomide, hct ongeordcnde. Alvorens op ccn nadcrc bcschrijving van hct Vanuit dezc traditie lijkt hct Kwaad dcrhalve dc Kwaad in hct sovjctkainpsysteein over tc gaan, afgrond, hct zwartc gat van hct dcnken. wil ik ccn kort ingaan op dc benaming ‘Goclag’, Ecu van dc vragen die uit hct beeld van hct die wcrcldbcrocnid is geworden door Solzjc- Kwaad als dc afgrond naar boven komt. is of hct nitsyn’s bock Dc Goelag Archipel. Dc term is ccn Kwaad ecu alverwoestende situatie teweeg administratieve afkorting die van februari 1931 brengt, ecu situatie waarin dcnken en handelen totjuni 1934 in dc ambtclijkc soyjctstukken ver- tegen hct Kwaad in onmogclijk is. Ofwel, shut wees naar hct kampsysteem. Om ccn onver- hct Kwaad. indicn hct heerst. aanzetten tot cen klaarbarc reden bleef de naam ook na 1934 in cthick uit? zwang in de bureaucratic en tevens ondcr Om deze vraag nadcr tc kunnen bcschouwcn. is gevangenen. hct nodig tc bezien wat ‘Kwaad’ inhoudt. Ech- Dc algcmcnc term dekt zeer uitcenlopcndc tcr, van hct Kwaad is geen fraaie, afgcrondc ladingen. Hct kampsysteem ontstond niet van dcfinitic tc geven. Safranski stelt in zijn bock dat dc cue dag op dc andere. Dc Goclag kende ver- hct Kwaad geen thema is dat benaderd kan wor- schillcndc fasen in dc loop van zijn bestaan. den met ccn ccnvoudigc problccmstclling. Naar Bovendien waren dc diverse gevangenissen en zijn mcning latcn zich slcchts middcls omtrek- kampen ook binnen ecnzelfde fasc niet eenvor- kende bewegingen pcrspccticvcn openen. 2 mig. Dc instcllingcn kenden uitcenlopcndc regi­ mes, omstandigheden en gevangenen. Hct Hct sluitcn van dc vensters kampsysteem was dcrhalve ccn samcnraapsel van Om niet in vaagheden gevangen tc blijvcn. institutics in diverse gedaanten. ‘Hct’ kamp vraagt cen verhandeling over hct Kwaad niettc- bestond niet. Dit gczcgd hebbende, zal ik niet- min tenminste ecu soort common-sense omschrij- temin - in navolging van Solzjcnitsyn - hct ving. Safranski zelf biedt cen min of nicer gehele kampsysteem hicrondcr aanduiden met bcvrcdigcndc handreiking.3 Volgcns hem staat dc naam ‘Goclag". hct Kwaad gelijk aan hct terugbrengen van ccn meerdimensionale vrijhcid naar ccn eendimen- In dc Goclag werden dc gevangenen in hogc sionaal 'antwoord . Hij gebruikt daarvoor dc mate in hun vrijhcid beperkt. Dit sluiten van metafoor van hct sluiten van vensters. Hoewel hun vensters, naar dc metafoor van Safranski, deze metafoor, net als alle metaforen, grotc was goeddeels idcologisch gefundeerd. In hct beperkingen in zich heeft, mccn ik dat zij hclpt bclang van dc dictatuur van het prolctariaat bij hct komen tot inzichtcn over hct Kwaad. moesten vijandige elementen worden afgc- Vanuit zijn metafoor denkt Safranski na over dc schcidcn van dc samenlcving en worden vraag waarom mensen hun vensters vnjwillig slui­ heropgevoed dan wcl vernietigd. Maar. dc vrij- ten. Hij vraagt zich af waarom mensen uit vrijc heidsbepevking ovcrstceg binnen hct systeem wil hun bestaande kcuzcvrijheid wcgrcdcncrcn. van de Goclag dc idcologischc fundcring. Van l Ik wil daarentegen juist situaties bezien waarin bovenaf schiep de soyjctlciding bewust een situ­ op dc ccrstc plaats dc vensters van bnitenaj geslo- atie waarbinnen persoonlijke sadismen van ten worden, waarin dc vrijhcid van buitenaf bewakers en gevangenen werden gcstimulcerd.4 fysiek beperkt wordt om vervolgcns dc vraag Het voert tc ver dit bier uit tc werken. ik noem naar mogclijke aanzetten tot ccn cthick tc kun­ dit slcchts om aan tc geven dat hct sluiten van nen stellen. Ecu extreem voorbccld van ccmsitu- dc vensters van dc gevangenen in dc Goclag atic waarin vensters van buitenaf gesloten maximaal werd nagestreefd. Indicn hct Kwaad worden, is de Goclag, hct sovjctkampsystcem. hct sluiten van dc vensters betekent, zo Safrans-

Praktische Humanistiel! in.2, 8e jaarqang deceniber 1998 13 Das Lager isi die negative Schule des Lebens ini men trachtete. War dieses letzte fur Samjatin die ganzen. ... Dortgibt es viel von deni, was der Liturgie des Johannes Chrysostomos, so waren fiir Mensch nicht wissen, nicht sehen soil; wenn er es niich Gedichte das rettende »Letzte« .... Das ein- aber gesehen hat, ist es besser fiir ihn zu sterben. 18 zige, was noch nicht von Miidigkeit, K'dlte, Hun­ En: ger und endbsen Erniedrigungen unterdriickt Wenn Priigel und Mord straflos bleiben, entartet, warden war. 22 verdirbt die Seele der Menschen - alter, die es taten die Zeugen waren, die davon wujStcn. 19 In eon verhaal beschrijft Sjalamov een onge- schondene: Tegenover Sjalamov stelt zich echter Aleksandr Solzjenitsyn. Volgens hem heeft de gevangene One day Andreev realized with amazement that immer een keuze: he had survived. ...It was at this precise moment that he realized he felt no fear and placed no value ‘Je kunt rechtsaf en je kunt linksaf, de ene on his life. He also knew that he had passed weg voert omhoog, de andere omlaag. Als je through a great test and had survived. He knew he rechtsaf slaat, verlies je je leven; sla je linksaf, would be able to use his terrible experience in the dan verlies jeje geweten. ... We moeten eer- mine for his own benefit. The opportunity for a lijk zijn: op dit belangrijkste kampkruispunt, convict to exercise choice, free will, did in fact exist bij deze scheiding der geesten, slaat niet bet - however minutely. Such an opportunity was a grootstc deel van de zcks [gevangenen O.H.] reality that could save his life, given the right cir­ rechtsaf. Helaas ... niet het grootstc deel. cumstances. ...Andreev realized that he was worth Maar gelukkig is het ook niet een enkeling. something, that he could respect himself. He was Er zijn velen die die keuze hebben gemaakt. still alive, and he had neither betrayed nor sold out Maar zij lopen niet te koop met zichzelf, je anyone ... in the camp. He had succeeded in moet hen zelf zoeken.’ 20 speaking the truth for the most part, and in suppressing his own fear. It was not that he feared Solzjenitsyn krijgt bijval van ex-gevangenen, ech­ nothing. No, but moral barriers had now been ter ook Sjalamov krijgt bijval. Solzjenitsyn blijft more clearly and precisely defined. 23 in de discussie bij zijn standpunt maar erkent: ‘De kampervaring van Sjalamov is bitterder en langer Zelfs Sjalamov erkent bier de mogelijkheid van geweest dan de mijne en ik erken met respect dat een keuze, however minutely. Het openhouden hij het is geweest en niet ik, aan wie het bescho- van een miniem venster, zoals Sjalamovs ‘aller­ ren was tot de bodem van verdierlijking en ver- laatste’, is dan mogelijk de voorwaarde voor een twijfeling door te dringen.' 21 ethiek. Zo hield Vladimir Boekovski zich tijdens Sjalamov op zijn beurt houdt zeer sporadisch zijn gevangenschap bezig met het ontwerpen toch de deur open voor een overleven van aan- van kastclen in zijn hoofd. Hij stelt dat deze acti- zetten van ethiek in de Goelag. Hij ziet de laat- viteit voor hem van het hoogste belang was: ! ste strohalm in een ‘allerlaatste’, innerlijk ‘Het heeft me gered van de onverschilligheid, heiligdom dat men ondanks de omstandigheden de doffe, naargeestige onverschilligheid voor al kan weten te bewaren: wat leeft. Het heeft mij het leven gered. Want je mag niet afstompen, je hebt het recht niet Ich weif, dajijeder Mensch hier sein ALLER- onverschillig te zijn.’ 24 Het openhouden van LETZTES hat, sein Wichtigstes, was Him gehol- vensters lijkt daarmee een voorwaarde tot het fen hat zu leben, sich ans Leben zu klammern, vermijden van onverschilligheid en tot het niet das man tins so beharrlich und hartndckig zu neh- afsluiten van alle wegen naar de Ander.

18 Praktische Humanistiek nr.2, Sejaargang december 1998 Keuzemogelijkheden niet-Kwaad was, een orde die de gesloten ven­ De keuzemogelijkheid, indien aanwczig in klei- sters van het kamp oversteeg. nere of grotere mate, leidde tot een boot pallet Een andere invulling van de minimale keuze- van geopende vensters. Ik zal hier summier een vrijheid was gelegen op het gebied van hande- aantal voorbeelden opsommen. len. Sommigen hadden daadwerkelijke sexuele Een van de meest voor de hand liggende ope- contacten. Sommigen pleegden zelfmoord om ningen was bet fantaseren. Fantaseren over eten, zich aan het Kwaad te onttrekken. Anderen drinken. sex, slaap, eenzaamheid. Het fantaseren poogden te vluchten, soms succesvol. Of pleeg­ kon gebeuren op eigen kracht of door middel den fysiek verzet. Weer anderen simuleerden van boeken of gesprekken. Dit fantaseren kon ziekten of waanzin. Of sliepen zo vaak moge- aileen of met andere gevangenen plaatsvinden. lijk. Of poogden plezier te beleven aan het Een variant op het fantaseren was het vertellen kampwerk dat zij moesten verrichten. van verhalen. Het spannend opdissen van plots Een laatste uiting van vrijheid die ik hier wil noe- nit films en romans of zelfverzonnen verhalen men is die van interne meditatie, van een in zich­ kwam vaak voor en stond bij medegevangenen zelf gekeerde spiritualiteit. Sommigen sloten zich hoog in aanzien. Een andere vorm van fantase­ geheel af in een eigen, onaanraakbare wereld. ren werd gcvormd door humor. Door middel van zelfspot of klucht werd het eigen leed soms Keuzemogelijkhedeti en ethiek gerelativeerd. Men kon daarnaast zichzelf een Maar is het openen van vensters hetzelfde als een eigen wereld opleggen waarin men zich mentaal aanzet tot een ethiek? Is het uitoefenen van een bewoog. Binnen deze eigen wereld kon men minimale vrijheid niet slechts een manier om denken, dichten of componcren, zich met te overleven als persoon? De filosoof Paul schaakproblemen bezighouden. kastelen ont- Kicoeur stelt: ‘Voor de handeling is het kwaad werpen, wetenschap bedrijven oflezingen hou- vooreerst alles wat niet zou mogen zijn, maar den voor een fictief publiek. moet worden bestreden.’ 25 Naast het fantaseren kon men zich herinneren. In deze omschrijving is het bestrijden van het Men kon herinneringen ophalen over de geluk- Kwaad een aanzet tot een ethiek. Onder dit kige tijd van voor het kamp. Vaak liepen het bestrijden van het Kwaad kan dan elk verzet herinneren en het fantaseren door elkaar. Het tegen het de inperking van de vrijheid op welke herinneren kon ook het heden betrefFen. Veel manier dan ook worden verstaan. Zo zouden memoiristen getuigen van bun verlangen de al de hierboven genoemde vormen van het zich kampsituatie en detail te registreren om na een onttrekken aan de orde van het Kwaad als aan- eventuele vrijlating van het ondergane te kun- zetten van ethiek kunnen worden aangemerkt. nen getuigen. Maar Kicoeur doct een toevoeging: ‘Kwaad doen is de ander doen lijden. ... Elke ethische ... Al deze vormen van het openen van vensters actie, die de kwantiteit geweld van de mensen getuigen van een in stand houden van een iden- jegens de anderen inperkt, vennindert van dan tificatie met de wereld buiten het kamp, de af het aandeel van het lijden in de wereld.’ 26 wereld van de grotere vrijheid. Een andere vorm In deze omschrijving ligt de nadruk niet op het van identificatie door gevangenen was die met Kwaad als het sluiten van vensters als zodanig de natuur. De natuur werd door sommigen maar op het Kwaad als het sluiten van vensters gezien als voorbij de mens en daarmee voorbij bij anderen. Het verlichten van het lijden van de het menselijke Goed en Kwaad. Op deze manier ander zou dan ethiek zijn, niet het tegengaan van kon men zich met een wereld identificeren die het Kwaad in zijn meest ruime zin.

Praktisdie Humanistiek nr.2, 8e jaargang december 1998 19 De nadruk in de uitspraak van Ricoeur ligt op Ricoeur becommentarieert de positie van do daad, het daadwerkelijk venninderen van de Augustinus. Als het kwaad niet voortkomt uit vrijheidsbepcrking van anderen. Daar valt de de schcpping, zoals Augustinus stelt, dan wordt mogelijke voorwaarde om dit te kunnen doen, de vraag ‘Waar komt het kwaad vandaan dat we namelijk hct bevechten van een minieme eigen doen'?' actueel. Het probleem van het Kwaad vrijheid en doze proberen op te rekken, buiten. wordt daannee verplaatst naar de sfeer van de Zelfs het geven van een voorbeeld aan anderen handeling, de wil, de keuzevrijheid. 27 Het is in deze zin geen daad. De intentie van de daad Kwaad is dan een lapsus van de wil, een vrijla- moet gericht zijn op de ander. ten van de wil naar het Kwade. Maar is deze lapsus van de wil in een situatie van Ook in vccl kampmemoires wordt het verlich- extreeni Kwaad nog wel een wilsakte? In de dis- ten van hct lijden van de ander gezien als het cussie tussen Solzjenitsyn en Sjalamov wordt dat Goedc, het ethische. Om een ordening te niet duidelijk. De vraag kan ook anders gesteld maken (vanuit dit perspectief) in de kluwen van worden, namelijk is de band met God en de mogelijke open vensters, zoals hierboven be- ‘tent van God' een venster dat nimmer ontolo- schreven, wil ik uitspraken uit memoires laten gisch gesloten kan worden, maar alleen door een aankleven aan drie grotere aanzetten tot ethiek. wilsakte op de proef kan worden gesteld? Aanzetten die mijns inziens betrekking hebben Safranski suggereert dat. Volgens hem is de lief- op deze uitspraken en die tenminste mede de voor God bij Augustinus groter dan welke gericht zijn op het venninderen van het lijden angst en welke nood ook. 28 van de ander. Met deze grotere aanzetten wordt de vraag naar het Kwaad en de mogelijke ethi­ Liefde voor God als mogelijkheid tot ethiek sche aanzetten telkens enigszins herbenoemd. Augustinus’ antwoord op het Kwaad, het blij- De eerste aanzet wordt gegeven door Augusti­ ven in ‘Gods tent', vond zijn weerslag in de nus, de tweede door Emmanuel Levinas en de Goelag-werkelijkheid. Ook binnen hct kamp derde door de wiskundige Aleksandr Sergejevitsj bleef een aantal gclovigcn deel uitmaken van een Jesenin-Volpin, kortweg Alik Volpin. (verboden) religicus gezelschap. Deze gelovigen verzetten zich collcctief tegen de terreur van het kamp en ondergingen hun strafFen als groep. Augustinus Velen stierven aldus in hun religieuze gemeen- schap. Augustinus’ uitleg van het Kwaad zal ik zeer kort Vrijwel alle overlevcnden die memoires schre- schetsen. Het Kwaad is in zijn visie niet uit de ven, zijn het over een ding ecus: deze religieu- Schcpping voortgekomen. Het is een lapsus van zen waren degenen die zich het nicest standvastig de menselijke vrije wil, een zich spontaan afke- verzetten tegen de kampterreur. Zij oogsten ren van de Goddelijke orde door de mens. bewondering van wereldlijken, religicuzen, opti- Augustinus beschrijft de kwaadaardige gevolgen misten en pessimisten. De christelijke ethiek die van deze lapsus, de menselijke trots, dit leven het verzet begrondde, houdt zich aan het vol- van de mens naar zichzclf. Hij schetst een wereld gende bijbelcitaat van Jezus: "Wie vader of moe- van wreedheid, verdringing en machtswil. Een der liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; en wereld waarin het Kwaad bestaat. Augustinus’ wie zonen of dochters liefheeft boven Mij, is Mij antwoord op het Kwaad is als volgt: zich niet niet waardig...’ (Matheus 10:37) 29 afkeren van de goddelijke orde. In deze orde Op de eerste plaats verdiende derhalvc Jezus, en blijven, betekent in de goddelijke orde op aarde in zijn plaats de religieuze orde, ethische aan- blijven, binnen de religieuze gemeenschap. dacht; op de tweede plaats de ordegenoten.

20 Praktische Huttumistiek nr.2, 8e jaargang decembcr 1998 Arthur Gesswein, ex-gevangene, schrijft: ‘Roe- teit tegenover een transcendente ervaring van de rend was dc liefde van de breeders voor elkaar. Ander. Dc wereldse totaliteit ordent alle ele- Een ieder was bereid zich voor de ander op te menten van de wereld onder zich. De menselij- ofFeren.’ 30 Op de derde plaats eisten de medege- ke wil maakt dat de mens ondergeschikt kan vangenen ethische aandacht op. Er werd door worden aan een ander mens. Omdat de wil religieuzen veelvuldig bijgestaan in de nood, spreekt via het lichaam is de wil kwetsbaar. Het zowel lichamelijk als geestelijk. Deze laatste lichaam staat namelijk open voor de invloed van variant nam vaak de vorrn aan van bekerings- een ander; het kan worden opgenomen in diens werk. Gesswein: berekeningen. Derhalve is een totale onderwer- ping mogelijk van de wil. ‘Zoals ik al eerder zei leiden duizenden in Levinas schrijft: ‘De wil is iets dat mishandeld, gevangenissen en werkkampen een moeizaam, verkracht en gedwongen kan worden - zozeer treurig leven, zonder vreugde en zonder hoop. zelfs, dat hij zijn voor-zich-zijn vergeet en de Om nu een licht in deze duisternis en trooste- kracht waaronder hij buigt, als een eigen neiging loosheid te brengen stuurt God vaak Zijn kin- voelt. Van de mens kan men alles maken.’ 33 De deren juist daarheen, opdat ze de mensen van bezweken wil laat zich zien als iets dat absoluut Zijn lietde kunnen vertellen, overal nieuwe manipuleerbaar is door invloeden van buitenaf hoop doen oplaaien en mensen brengen tot en volledig uiteen kan vallen zonder ook maar vrede met God en met zichzelf.’ 31 een rest achter tc laten. Het totale uiteenvallen van de wil staat volgens Levinas echter niet gelijk Een groot dilemma voor de christelijke orden aan het verbreken van alle aanzetten tot een was echter de houding tegenover de bewakers ethiek. Het venster van de metafysica, van dat- en de andere vertegenwoordigers van het gene wat buiten het hier en het nu is, het Kwaad. Gesswein nocmt een cruciaal bijbelci- Oneindige, blijft in zijn visie geopend. taat dat hem verwarde: 32 ‘Er staat... geschreven De wereldse totaliteit die de menselijke wil vol­ dat we aan de regeringen en het gezag onder- ledig kan doen desintegreren, breekt volgens danig moeten zijn en lankmoedigheid moeten Levinas stuk op de opening in de mens naar het bewijzen aan alle mensen!’ (Titus 3:1,2) Veel Oneindige. De mens vindt deze opening in het religieuzen in de kampen vochten met deze gelaat van de Ander, in de Andere mens die zich woorden. Sommigen weigerden ondanks deze aan de beschouwer toont en deze bevraagt. Daar bijbelse woorden elke vorm van cooperatie met ontspringt volgens Levinas de ethiek, in het ont- J het Kwaad. Zelfs him vrijlatingsbriefjes weiger­ vangen van de Ander. Ofwel, het laatste venster, den zij te ondertekenen zodat zij gevangen Ele­ die van de ethiek, blijft bij Levinas immer geo­ ven. pend, ongeacht de concrete wereldlijke situatie De eerder geciteerde Gesswein besloot dat, van de mens. ondanks het hem kwellende bijbelcitaat, geweld tegen de kampleiding gelegitimeerd was. Hij Ethiek en het gelaat pan de Ander sloot zich uiteindelijk aan bij een gewelddadi- Het ontvangen van dc Ander in de zin van Levi­ ge kampopstand. nas nam in het kamp vele vormen aan. In de incest directe vorm, het ethisch zorg dragen voor dc Ander, zou dit betekenen open te staan Levinas voor iedereen, zoals Boekovski eerder betoog- de. Dit houdt in iedereen te moeten helpen, ook Levinas’ opvatting van ethiek geef ik zeer de bewakers, ook de verklikkers. Echter, de beknopt weer. Levinas stelt een wereldse totali- bewakers traden vrijwel nimmer te voorschijn

Praktische Humanistiek nr.2, Sejaargang december 1998 21 als Ander, meestal alleen als vertcgcnwoordiger betreft het hier gevangenen in gevangenissen van de totalitcit. Slcchts zelden doorbraken maar ook in kampen worden blijken van het bcwakcrs hun rol. Zij waren dan ook uitgezocht zien van de Ander gegeven. Zo zenden gevan­ op hun wrecdheid en ongevoelighcid. Toonden genen elkaar soms glimlachjes of kleine snoep- zij wel emoties, dan had dat voor hen ncgatieve jes. Die worden ook wel ‘opwarmers’ genoemd. gevolgen. Wanneer bewakers hun positicve Soms zoeken gevangenen contact met elkaar emoties kenbaar maakten, volgde in een aantal middels klopsignalen of zoeken zij voormalige memoires een positieve toenadering. Maar een streekgenoten of celgenoten op. Soms vertel- relatie met een bewaker als Ander ben ik niet len gevangenen hun levensverhaal, soms tonen tegengekomen. Wel vond ik relaties waarin alle zij emoties, soms stellen zij vragen. Gevangcn kampgevangenen, ook de verklikkcrs, meelo- leren elkaar soms de codes van het kamp. Som- pers, criminelen en vijanden als vragcnde Ander migen ervaren een mede-lijden met het lijden worden gezien. van een andere gevangene. Anderen geven soms Irina Ratusjinskaja beschrijft haar indrukwek- voedsel, soms geestelijkc bijstand, soms medi- kende bonding in het kamp. Zij vraagt haar man sche zorg. Interesse in het lot van de ander van buiten ook voedselpakketten te sturen naar kwam voor, evenals het opkomcn voor het wel- de verklikster in haar eenheid, die Ratusjinskja zijn van de ander. en haar mede-gcvangenen hcrhaaldelijk levens- Met name politieke gevangen in de tijd na Stalin bedreigcnd verraadt. Zij verklaart: Each carries that poogden een soort van solidariteit met elkaar en burden which matches his strength, and he who is not hun medegevangenen op te brengen. Irina on the side of the executioners, is your brother. 34 Ratusjinskaja is van hen een goed voorbeeld. Ratusjinskaja formuleert de ethiek voortkomen- Hun beeld kwam voort uit de Russische oppo- de uit de Ander als ‘breeder’: sitie die zich deels baseerden op de ideeen van Alik Volpin. Deze wil ik noemen als derde aan- Probably this is the best way to retain one's huma­ zet tot ethiek. nity in the camp: to care more about another’s pain than about your own. We were not seeking to per­ form heroic acts: if anything, these were acts of self- Jesenin-Volpin preservation. Having lost the ability to set another's concerns before your own, you lose Ex-gevangene Vladimir Boekovski beschrijft de everything. 3S ideeen van Alik Volpin als volgt:

Ook op een andere wijze wordt de ervaring van ‘Het idee van Alik was geniaal en tegelijker- het gelaat van de Ander in het kamp beschreven. tijd waanzinnig. Burgers die de terreur en De Ander wordt dan gezien als ander Mens met willekcur moe waren, werd voorgesteld deze een hoofdletter M, als doorbreking van de tota- gewoon niet te erkennen. ... Stel je voor dat le orde van onmensen, als Ander temidden van je verzeild bent geraakt in een gezelschap van doden. Reeds het bestaan van deze Ander, van bandieten en dat je met hen probeert om te dit Mens, wordt als bevrijdend ervaren. De gaan als met welopgevoede, fatsoenlijke men­ Anderen funderen een soort ethische gemeen- sem. Heel dit idee kwam in feite neer op een schap gelijkend op Levinas’ liefdcsgemeenschap. niet-erkennen van de realiteit en, net als een Reeds het zich tonen van de Ander fundeert schizofreen, leven in een zelfgefantaseerde deze gcmeenschap. wereld, een wereld zoals wij die graag wilden Voorbeelden van een dergelijke gemeenschap zien. ■ 36 komen sporadisch voor in memoires. Veelal

22 Praktische Humanistiek nr.2, 8c jaargang december 1998 Alsof-ontologie ah basis voor ethick memoires ligt veelal op de beschrijving van deze De basis van Jesenin-Volpins idee was dus hot Mensen en vrijwel niet op de onpersoonlijke maken van een alsof-ontologie waarin het omgeving. Kwaad was uitgebannen. Deze ‘constitueerde’ aldus een samenleving gebaseerd op ethische relaties. Wat bij Levinas transcendent gesteld Conclusie werd, blijft bier pure subjectiviteit. Het gevolg van dit denkbeeld was dat naast het bestaande De drie theoretische lijncn stellen dat de mens Goede, de vertegenwoordigers van het Kwaad in principe immer over aanzetten tot een ethiek en het Kwaad zelf gezien werden als vallend bui- beschikt, zelfs in situaties als in de Goelag. Alle ten de menselijke orde. Derhalve waren zij niet drie geven ze een mogelijkheid zich (in de sub- verbonden met het Kwaad maar onmenselijk. jectieve beleving) aan het extreme Kwaad ont- Deze tnensen waren dingcn geworden, ele- trekken. Bij Augustinus overstijgt de liefde tot menten van een andere ontologische orde die God elke wereldse omstandigheid, bij Levinas is geen band had met het mcns-zijn. Nathan Sjts- het de ontmoeting met de Ander waarop de jaranski: concrete werkelijkheid ‘stukloopt’. Jesenin-Vol- pin ontkent eenvoudigweg de macht van het ‘Wanneer ik me indertijd moest uitkleden en Kwaad vanuit een subjectieve wil. gefouilleerd werd, besloot ik dat het beste was De drie lijnen kampen echter met hetzelfde pro- mijn overweldigers te bekijken als het weer. bleem. Indien men in alle omstandigheden een Ecu storm kan je moeilijkheden bezorgen en aanzet tot een ethiek behoudt, dan betreft dit op soms kunnen die moeilijkheden vernederend de eerste plaats de (mede-)lijdende. Bij Augus­ zijn. Maar de storm zelf vernedert je niet. tinus is dat de breeder of zustcr, bij Levinas de Toen ik dat eenmaal begreep, besette ik dat Ander en bij Jesenin-Volpin de medegevange- niets dat ze deden me kon vernederen. Ik kon ne. Hoewel geen van drieen de voltrekker van alleen mezelf vernederen - door iets te doen het Kwaad expliciet buiten het bereik van de waarover ik me later zou moeten schamen.’ -'7 ethiek sluit, is de relatie met hem of haar van­ uit alle theoretische lijnen problematisch. De De bewakers mocht hij daarbij van zichzelf niet gelovige van Augustinus worstelt met het toe- zien als menselijk: passen van de ethiek ook op de bewakcr. De Ander van Levinas is geen Ander als hij of zij ‘Toen ik ten slotte besefte dat ik werkelijk op geen ontmoeting toelaat, en dit is precies wat die manier aan het denken was moest ik kot- veel bewakers vermeden, waarmee elke moge­ sen van mezelf. Ineens was het duidelijk dat lijkheid tot ethiek - die juist ontstaat in het ik me bewust begon te worden van alle men­ contact - wordt verbroken. De Mens bij Jese­ selijke gebieden die de KGB’ers en ik gemeen nin-Volpin erkent geen Kwaad en moet een hadden. Dat was helemaal niet zo onnatuur- keuze maken tussen het opnemen van de bewa- lijk, maar het was ook gevaarlijk, want het ker in de menselijke orde of het deze daarvan toenemende beset van onze gemeenschappe- uitsluiten. Net als de gelovige kampt hij met lijke menselijkheid zou gemakkelijk de eerste deze fundamentele keuze. stap kunnen zijn naar mijn overgave.’ 38 Tot slot In vele memoires wordt melding gemaakt van Het bestaan van een ethiek in de Goelag zoals die het onmenselijke en het plotselinge verschijnen kan worden begrepen door de theoretische lijnen van een menselijk gezicht. De nadruk in deze was geen regel. Sjalamov betwist de aanwezig-

Praktische Humcmistiek nr.2, 8e jaargang december 1998 23 heid van aanzetten toe een ethiek bij mensen in 10. Aleksandr Isaevic Solzhenitsyn (1971), Oiie day in the life een situatie van extreem Kwaad. Volgens hem of Ivan Denisovich, Penguin Books, Harmondsworth, rest de mens in een incidenteel geval niet nicer Middlesex. dan de kleine, ‘allerlaatste’ ruimte die een per- 11. (1981). Graphite, Norton, New York. soon voor zichzelf heeft weten te bewaren; in alle 12. Eugen Loebl (1976), My mind on trial, Hartcourt Brace overige gevallen rest de gevangene niets meer. Jovanovich, New York. Solzjenitsyn is optimistischer, maar hij erkent 13. John I Joe (1981), The dark side of the moon. Utopia Publis­ waarschijnlijk niet over eenzelfde extreme situ­ hing, New York. atie te spreken als waarover Sjalamov schrijft. In 14. Victor Herman (1984). Mjn vlncht nil Siberia, Omega Solzjenitsyn’s visie waren er in de Goelag velen boek, Amsterdam. die ethische daden verrichtten. Maar ook hij 15. Jevgenia Semjonovna Ginzburg (1967), De raderen van de meent dat de heersende moraal in de Goelag het wiUekeur, Bruna, Utrecht. tegenovergestelde was van een ethiek. Hij somt 16. Victor Herman (1984). daartoe de drie grondregels op van deze moraal 17. Michel Foucault (1998), Breekbare vrijheid: de politieke die was afgeleid uit de criminele wereld. Een: ethiek van de zorg voor zichzelf, Krisis/Parresia. Amsterdam geniet zelfvan het leven, heb schijt aan anderen. 18. Warlam Schalamow (1983). Twee: de sterkere heeft gelijk tegenover de 19. Ibid. zwakkere. Drie: kom nooit op voor anderen. 39 20. Aleksandr Isaevicn Solzjenitsyn (1974), De Goelag Archi- pel, De Boekcrij, Baarn. Onno Hansen is politicoloog en gespecialiseerd in Mid- 21. Ibid. den-Europa en Rusland. 22. Warlam Schalamow (1983). 23. Varlam Shalamov (1981). 24. Vladimir Boekovski (1979), Kastecl tussen viermtiren, het Noten Spectrum, Utrecht. 25. Paul Kicoeur (1992), Het kwaad. Een uitdaging aan defilo- 1. Dit artikel is een bewerking van een voordracht die sofie en aan de theologie, Kok Agora, Kampen. Onno Hansen op 18 mei 1998 hield in Filosofisch cafe 26. Ibid. Averechts te Utrecht. 27. Ibid. 2. Rudiger Safranski (1997), Das Bose oder das Drama der 28. Rudiger Safranski (1997). Freiheit, Hanser, Miinchen. 29. Zie bijvoorbeeld Arthur Gesswcin (1980), Als lean in 3. Rudiger Safranski tijdens een lezing in Amsterdam, 10 Zijn hand, Wever, Franeker. mei 1998. 30. Ibid. 4. Zie bijvoorbeeld de standaardboeken over de Goelag als 31. Ibid. Robert Conquest (1990), Hie great terror, Edwin Bacon 32. Ibid. (1994), The Gulag at war, en Aleksandr Solzjenitsyn 33. Emmanuel Levinas (1969), Het menselijk gt'laat. Ambo, (1974), De Goelag Archipel. Utrecht. 5. David Dallin & Boris Nicolaevsky (1949), Forced Labour 34. Irina Ratushinskaya (1989), Grey is the colour of hope, Hod- in Soviet-, Hollis and Carter, London. der & Stoughton, London. 6. Warlam Schalamow (1983), Geschichten a us Kolyma, Ding, 35. Ibid. Frankfurt a.M. (NB. De naam van deze auteur wordt 36. Vladimir Boekovski (1979). veelal op verschillende wijze geschreven) 37. Nathan Sjtsjaranski (1988). De memoires van Nathan Sjls- 7. Varlam Sjalamov (1982), Verhalen uit de Goelag Archipel, jaranski, Balans, Amsterdam. de Arbeiderspers, Amsterdam. 38. Ibid. 8. Ibid. 39. Zie bijvoorbeeld Aleksandr Isaevicn Solzjenitsyn (1974), 9. Ibid. en Lev Klejn (1991), Verkehrte Welt. Lang, Frankfurt a.M.

24 Praktische Humanistiek nr.2, He jaargaug deccmber 1998 Humanistisch geestelijk werk

als zorg voor de ziel

Een pleidooi om het begrip ziel als uitgangspunt te nemen bij bet denken over het vak van humanistisch geestelijk werker

Fans van den Boogert

In dit artikel doe ik een voorstel om het humanistisch geestelijk werk te omschrijven als een norm van ‘zorg voor de ziel'. 1 Ik wil een pleidooi honden voor de invoering van het begrip ziel binnen het humanistisch geestelijk werk omdat dit mijns inziens beter uitdrukt wat de kern is van het werk dan het woord ‘geestelijk

Inleiding telijk work (HGW) typeren als professie veron- derstelt dit een eigen deskundigheid, een eigen Er zijn drie goede redenen om het begrip psy­ begrippenkader en professionele handelswijzen. che te Vertalen met ‘ziel-. Ten eerste nodigt het Het begrip ziel biedt daarvoor uitstekende aan- begrip ziel ons uit om het geestelijk werk knopingspunten. nadrukkelijker te verbinden met de praktijken Daarnaast is werken aan de ziel een norma- van geestclijke gczondheidszorg uit de klassickc tief‘gebeuren’. Het gaat om het tot expressie oudheid, 2 met de gedachtenwereld van de brengen van diepste verlangens cn innig ge- Renaissance, en met fundamentele noties uit de koesterde wensen. Vanwege het omniskenba- 1 humanistisch spirituele traditie. ‘Ziel’ is een re waardegebonden karakter van de geestclijke begrip dat mensen, ondanks de schijn van het begeleiding is normatieve professionaliteit een tegendeel, goed verstaan en dat kemachtig weer- adequate aanduiding van de eigen aard van het geeft waarop het geestelijk werk zich richt. De werk. bezwaren tegen het gebruik van het religieus geladen begrip ziel zijn voor een groot deel Een derde voordeel van het gebruik van de klas- I gebaseerd op misverstanden en koudwatervrees. sieke term ‘psyche’ is dat dit ons toegang geeft Er zijn minstens zoveel bezwaren aan te voe- tot de schat aan methodische aanwijzingen die ren tegen de centrale plaats van de term ‘geest- besloten ligt een lange traditie en die nauw ver- (elijk)’. weven is met oeroude culturele en religieuze gebruiken. Het is in de humanistiek een oms- Een tweede reden is dat het uitgangspunt van treden punt ofje bij geestelijk werk kunt spre- normatieve professionaliteit zich uitstekend ver- ken van methodiek, maar tegelijk is de roep om draagt met een verwijzing naar ziel als object van praktijkaanwijzingen groot. De grote huiver geestelijk werk. Als we het humanistisch gees- voor systematische aanwijzingen, hoe te hande-

Praktische Humanistiek m.2, Sejaargang december 1998 25 len, is gebaseerd op de misvatring dat methodick De opzet van die artikel is als volgt. In de eer- hctzelfdc is als kant cn klarc reccptcn of hot ste paragraaf ga ik nader in op de betekenis van gebruik van een trukendoos. Nicttemin moet dc bet begrip ziel in relatie tot de veel gebruike- humanistisch gccstelijk vverker (HGW-cr) zich lijker term ‘geest(elijk)’. In de tweede paragraaf rekcnschap geven van zijn handelcn. Daarbij kan besebrijf ik bet HGW als een vorm van zorg hij een vruchtbaar beroep doen op de kennis en voor de ziel en geef aan vvat dit voor de werk- wijsheid die is overgeleverd met bet begrip ziel. soort betekent. In de derde paragraaf noem ik een aantal methodische consequenties van deze Ik ben me ervan bewust dat bet een bacbebjke benadering. Ik eindig met een aantal voorlopi- onderneming is om bet begrip ziel te willen ge conclusies. rehabiliteren omdat bet niet alleen voor hu- manisten, maar ook voor veel godsdienstige mensen een besmet woord is geworden waar 1. Ziel als object van het gecstelijk weinigen nog maar nice uit de voeten kunnen. werk Een van de redenen is, vermoed ik, dat bet in kerkelijke kring opgevat vvordt als boger prin- Het gebruik van bet woord ziel beeft een in bet cipe in de mens cn als tegenbanger van bet zon- oog springend voordeel boven het begrip ‘geest’, dig bebaam. In de betekenis van onstoffelijk namelijk dat bet evocatief is en ogenblikkebjk principe en goddelijk element in de mens beeft gevoelsmatige reacties oproept: entbousiast of bet een eenzijdige vertaling gekregen waar men­ afwijzend, maar altijd uitgesproken. Daaruit sen tereebt afstand van bebben genomen. Tocb bli jkt dat mensen op de een of andere manier is bet de moeite waard om bet woord opnieuw een duidelijk besef bebben van wat bedoeld te ijken aan de band van oudere en andere tra- wordt met bet begrip ziel. ook al is dat niet een- dities dan bet 19e eeuwse en 20e eeuwse Chris­ voudig onder woorden te brengen. Ik heb bet tendom. Teruggrijpen op de klassieke oudheid, tijdens mijn stage een aantal keren uitgeprobeerd bet renaissance-humanisme en verborgen stro- en heb gemerkt dat de meeste mensen direct en mingen in bet ebristendom, een zoektoebt langs met herkenning reageerden als ik dit woord liet bet spirituele beidendom, kan een nieuw ver- vallen. Een steevast ontkennend antwoord kreeg staan van bet begrip ziel opleveren. Nauwkeu- ik als ik bij wijze van provocatie opmerkte: riger dan bet begrip 'geestebjk' zoals doorgaans ‘Maar U wilt tocb niet zeggen dat u gecn ziel gehanteerd binnen bet HGW. beeft?' Het dagclijks taalgebruik kent tal van uitdruk- Ik realiseer me dat ik in bet kort bestek van dit kingen waarin bet woord ziel voorkomt. Het artikel niet in staat ben alle fundamentele vragen zijn er teveel om op te noemen. Het gaat steeds die ik oproep afdoende te beantwoorden. Er om de onvervangbare kern van de persoon, blijft ook een aantal belangrijke kwesties liggen, waarin zijn eigenheid opgesloten ligt. Verwezen zoals de vraag wat de gevolgen zijn van bet los- wordt naar die dimensie van mens-zijn, waarin latcn van een ambtelijke binding, hoc bet vak tegenstellingen bun plaats vinden: individuab- ‘algemeen’ geestebjk werker gepositioneerd teit en verbondenheid gaan er wonderlijk samen, moet worden temidden van andere hulpverle- vrije keuze en lotsbescbikking vormen geen nende beroepen, wat deze opvattmg betekent tegenspraak, argeloosheid en geweten gaan zij voor bet werk en de aanstelling van HGW-ers aan zij. Het is bet mysterieuze gebied waar men­ binnen instellingen en boe vrijgevestigd geeste- sen tegenstrijdige ervaringen kunnen doorleven, lijk werkers zich organisatoriscb tot elkaar ver- botsende kanten in zicbzelf ordenen cn van bouden. betekenis voorzien.

26 Praktischc Htinianistick nr.2, Sejaargang december 1998 IVeerstcind religie en godsdienst. Ik kan me voorstellen dat Voordat ik het bcgrip ziel als waardevol restant mensen zullen zeggen: ‘Prachtig zo’n poetisch uit de failliete boedcl van de geinstitutionali- woord ziel, maar waarom zouden we ons bedie- seerde godsdienst ga redden om emiee te expe- nen van een taal die de onze niet is’. Ik denk dat rimenteren als alternatief grondwoord binnen de ontwikkelingen op levensbeschouwelijk het HGW, wil ik proberen aan te geven waar- gebied ons dwingen nieuwe posities in te nemen om ik vermoed dat het begrip ziel in humanis- waarbij we onze huiver voor religie en gods­ tischc kring zoveel weerstand oproept. Het is dienst moeten laten varen. De reden daarvoor is waarschijnlijk de associatie met een dualistische dat alles in beweging is. De betekenis en zeg- mensvisie, waarbij de ziel staat voor onstoffe- gingskracht van verzuilde levensbeschouwelijke lijkheid en de binding met het hogere. Het kaders is achterhaald. Het zegt nauwelijks iets lichaam wordt als gevangenis voorgesteld en als meer of iemand zich gelovig noemt, of christen, zetel voor lagere driften in de mens. Het is ech- of buitenkerkelijk, agnost of humanist. Dit is ter, als je de geschiedenis van de tilosofie er op eerder een uitnodiging tot gesprek dan een afba- na slaat, eerder andersom. De ziel staat dichter kening van posities. Ik heb tot mijn verbazing bij het lichaam dan de geest. op de Univcrsiteit voor Humanistiek meer In de wijsgerige antropologie is een van de 'gelovigen' ontmoet dan in mijn studie theolo- kemvragen altijd geweest hoe de verhouding ligt gie. tussen lichaam, ziel en geest. 3 Daarbij vallen Een adequate aanduiding voor het geestelijk kli- twee punten op. Ten eerste dat de begrippen ziel maat waarin we leven is, denk ik, posttheisme. en geest naast en door elkaar gebruikt worden. Het begrip God heeft zijn bindende kracht ver- Als gedoeld wordt op het niet-materiele of niet- loren. Het geloof is van binnen uit uitgehold lichamelijke dan vindje beide termen haast zon- door toenemende twijfels aan het bestaan van der onderscheid. een God. Mensen hebben niet alleen afstand Een tweede punt is dat een volstrekt dualistisch genomen van him godsdienstige achtergrond en standpunt, waarbij lichaam en ziel volledig van opvoeding, maar zijn niet meer in staat te den- elkaar gescheiden worden, in de filosofie nau- ken binnen de vanouds bekende begrippen. Dit wclijks voorkomt. Zelfs Plato en Descartes die te is een ingrijpender ontwikkeling dan secularisa- boek staan als de verdedigers van die dualisme, tie, de institutionele leegloop van levensbe­ houden een volstrekte tweedeling niet vol. 4 De schouwelijke organisaties. Wat er gebcurt gaat meeste denkers, ook de kerkvaders en scholas- verder dan ontkerkelijking, want ook binnen de tici. erkennen een samenhang tussen lichaam en kerken doet zich dit verschijnsel voor. Het post- geest. De vraag is echter hoe deze twee-eenheid modeme denken heeft het geloof van binnen uit tot stand komt. Dat is het mysterie waarover aangetast. De tijd van de grotc verhalen is voor- men zich het hoot'd breekt. In navolging van bij en het dogmatisch bouwwerk is ingestort. Aristoteles wordt het begrip ziel dan vaak opge- Theologen zoals Kuitert en Wiersinga proberen vat als verbindend element tussen lichaam en nog te reden wat er te redden valt, maar er blijft geest omdat de ziel meer dan de geest, verwant bar weinig over van het geloof der vaderen. zou zijn aan het lichaam. Het is vandaag de dag onmogelijk geworden om op levensbeschouwelijk vlak op de oude voet Religieus taalgebruik in een posttheistisch verder te gaan. Net zoals het postmodernisme tijdperk geleid heeft tot afbraak van oude waarden, maar Het ligt voor de hand om te vragen waarom tegelijk uitnodigt tot creatief experimenteren, zo humanisten zich zouden moeten bedienen van dwingt het posttheisme ons om tussen de res- een terminologie die zo nauw verwant is met tanten van het kerkelijk erfgoed te zoeken naar

Praktische Humanistiek nr.2, 8e jaargang deceinber 1998 27 wat voor ons van waarde is. Ook voor huma- nen en contextcn. Ik ben bet met hen eens om nisten. Want als hot levensbeschouwelijk den- ecu nieuwc grondslag te zoeken voor bet HGW ken zelf ter discussie staat, dan geldt dit ook voor op basis van de ervaringen die humanistici humanisten. opdoen in bun beroepspraktijk. Maar naar mijn Kunneman die zich rekenschap geeft van deze idee zouden inzichten die opgedaan zijn in reli­ ontwikkeling lijkt echter weinig belang meer te gieuze tradities en andere culturen ons daarbij hechten aan de religieuze boedcl en de gods- ook bebulpzaam kunnen zijn. dienstig gei'nspireerde taal.5 Door op zoek te Een levensgroot probleem is wel dat bet losla- gaan naar een gelieel nieuw idioom met begrip- ten van een ambtelijke binding een geheel nieu- pen ais ‘meervoudigheid’ en ‘interferentie’, dat we grondslag van bet vak geestelijk werk vereist. een tegenwicht moet bieden aan een oprukkend en alles overwoekerend technisch rationed taal- De ziel volgens Thomas Moore gebruik, gaat liij voorbij aan de mogelijkheden Thomas Moore houdt in zijn boeken een vurig en de kracht van religieuze taal. Hij vvil - lijkt pleidooi om bet begrip ziel een centrale plaats bet - in elk geval geen begrippen hanteren die toe te kennen. 6 Hij wil als jungiaans georien- naar deze bron verwijzen en maakt bet zich teerd psychotherapeut op grond van zijn spiri- daardoor misschien onnodig moeilijk. tuele bewogenheid een ander type begeleiding Mij daagt deze posttheistiscbe tijd juist uit om te bieden dan de gebruikelijke aanpak in de gees- spelen met centrale begrippen uit de religie, zon- telijke gezondbeidszorg. Zijn inzichten, die der me te laten hinderen door de systemen nauvv gelieerd zijn aan zijn praktisebe werk als waaruit ze voortgckomen zijn. Net zoals bij- tberapeut, bestrijken een breder terrein dan de voorbeeld de organisatoren van Aids - professionele zorg. Moore vindt dat zorg voor bijeenkomsten zich niets gelegen laten liggen aan de ziel een opdraebt is voor elk mens en de oorsprong van de symbolen en rituelen waar beschouwt bet niet als een verheven activiteit zij ruimbartig gebruik van maken. Zo zouden maar noemt bet juist een alledaagse bezigbeid. ook humanistici zonder gene moeten gaan gras- Een sluitende definitie van wat hij bedoelt met duinen in de godsdienstige erfenis en kijken wat ziel geeft Moore niet. Dat kan ook niet. zegt hij, van bun gading is. vanwege bet bijzondere karakter van bet begrip. Niettemin weet hij er veel over te schrijven en Geen humanistisch pastoraat noemt hij een aantal aspecten van bet begrip ziel, Het zou crop kunnen lijken dat ik met de intro- waardoor de contouren van dit veel gelaagde ductie van bet begrip ziel en de mogelijk impli- begrip zichtbaar worden. ciete verwijzingen naar zielzorg en pastoraat, een Zo is de ziel de bron van wie we zijn, scbrijft vorm van HGW bepleit waarin levensbeschou- Moore. Ze is geen ding, maar een boedanigheid, welijkheid en godsdienstigbeid een belangrijke een dimensie van de manier waarop we bet plaats bebben. Dat is niet mijn bedoeling. Ik ben leven en onszelf ervaren. Ze heeft te maken met bet eens met Kunneman en Van Houten die een diepte, waarde, verbondenbeid, hart en per- vorm van HGW ‘voorbij bet humanistisch pas­ soonlijke essentie. Omdat ziel verbonden is met toraat' willen. De eigenheid en professionaliteit de wissclvalligheden van bet lot. gaat ze altijd van bet vak moet volgens hen opgehangen wor­ tegen de verwachtingen en vcrlangens van bet den aan - en ontwikkeld worden binnen - de ego in. Waar persoonlijke ambities, strakke plan­ beroepspraktijk zelf. Zij willen af van de pastor­ ning en onwrikbare zekerbeden beersen, is wei­ ale insnoering van bet HGW die zich uit in de nig plaats voor de ziel. Moore zet bet begrip ziel ambtshalve binding, de concentratie op bet at tegen bet ego dat uit is op storing en bebeer- ‘geestelijkc’ in plaats van concentratie op perso- sing. Ook valt bet niet samen met bet Jungiaanse

28 Praktische Humamstiek tn.2, 8c jaargaug december 1998 begrip ‘zelf, dat Moore nog to persoonlijk en al De aanduiding ‘geestelijk’ is niet alleen vaag, te menselijk uitgewerkt vindt. maar kan ook een verkeerde indruk wekken, De ziel omvat nicer (is breder en dieper) dan alsof het HGW zoiets is als een vorm van gees- onze persoonlijke kern. Als bron van onze telijke gezondheidszorg. Het belangrijkste cigenheid is ze maar voor een deel te kennen. bezwaar vind ik echter dat het begrip ‘geest’ ver- Het is de opdracht van de mens om haar te leren wijst naar een traditie waar men groot vertrou- kennen, zichtbaar te maken. Onze ziel is on- vven had in het menselijk kunnen op basis van scheidbaar van de ziel van de wereld en beide zijn verstandelijke vermogens en rationele bevinden zich in de vele dingen waaruit natuur inzichten. Er ligt een optimistisch mensbeeld aan en cultuur bestaan. De ziel verbindt ons met ten grondslag, waar redelijkheid en zedelijkheid onze omgeving. de pijlers van vormen. Het post-moderne den­ Volgens Moore heeft ziel niets te doen met een ken formuleert ingrijpende kritiek op deze uit- onstoffelijke kern die de scholastici als centrum gangspunten. Het ondergraaft de basis van het van het menszijn veronderstelden. Het lichaam idee van het autonome subject en legt de bijl aan is de nicest expressieve vorm van de ziel, zete- de wortels van het geloof in de vooruitgang. De lend op de vleugels van het verlangen. woorden helderheid, bewijsbaarheid, eendui- Ziel is het tegenovergestelde van stilstand en vol- digheid, doorzichtigheid, maakbaarheid worden maaktheid. Het ontwikkelen van de ziel is een vervangen door meervoudigheid, intu'itie, toe- proces dat vergelijkbaar is met de wetenschap- valligheid, ongrijpbaarheid en wanorde. Deze pelijke kunst van de alchemic, waarbij het men- woorden, die haaks staan op het ideaal van de gen van de nicest uiteenlopende grondstoffen de Verlichting, passen zonder veel problemen bij basis is voor het ontdekken van het edelc en de onnavolgbare logica en omzwervingen van schone. de ziel. Een van de wegen waarlangs de ziel zich uit- drukt is de verbeelding, die ongekende moge- lijkheden ontsluit. Vandaar dat creativiteit, 2. HGW: zorg voor de ziel kunstzinnigheid en scheppingskracht in verband worden gebracht met de ziel. Magic en betove- Humanistisch geestelijk werk omschrijven en ring zijn belangrijk voedsel voor de ziel. uitwerken als ‘zorg voor de ziel’ levert een aan- Moore schrijft: ‘...zoals het lichaam niet zonder tal interessante aanknopingspunten op voor de voedsel kan en denken het niet zonder gedach- fomiulering van het beroepsprofiel van de gees­ ten kan stellen, zo heeft de ziel betovering telijk werker (ziclzorger) en geeft naar mijn idee nodig’. ook enkele aanwijzingen voor de methodiek van het werk. Bovendien vermoed ik dat geestelijk Nadelen van het begrip ‘geest(elijk)’ werkers de concrete ervaringen die ze in de De term ‘geestelijk’ waarmee doorgaans de eigen praktijk opdoen, vaak beter kunnen verwoor- aard van het HGW wordt aangegeven, heeft den aan de hand van een spiritueel en religieus mijns inziens minder zcggingskracht dan het begrippenkader dan met behulp van het objec- begrip ziel. Het is in zckere zin ook misleidend. tiverend en beschrijvend taalgcbruik van de In de literatuur over het HGW wordt het woord sociale wetenschappen. De felle discussies bin- ‘geestelijk’ vooral en op de eerste plaats gebruikt nen het Humanistisch Verbond over de aard van om te zeggen dat het om iets anders gaat dan het het HGW wijzen ook op een schrijnend tekort lichamelijke. Het fungeert als negatieve afgren- aan adequaat begrippen in het - door de Ver­ zing: dat wat het niet is. Wat het wel is, blijft lichting gestempelde - taalgcbruik van huma- enigszins onduidelijk. nisteh. 7

Praktische Humanistiek nr.2, 8c jaargang december 1998 29 Er worden aan de andcre kant vanuit dc psycho­ menten maar het kan net zo goed voorkomen logic 8 en psychotherapie 9 interessantc pogingen bij de normale overgangen in levensfasen of ook gedaan om ecu spiritueel denkkader te verbinden gedurende ogenschijnlijke rustige perioden in met moderne inzichten van de mensweten- het leven. schappen. Blijkbaar is het menselijk functioneren zonder die dimensie wellicht nice good te door- Ziel als werkterrein gronden en in kaart te brengen. Ik zou het HGW Het claimen van een eigen territorium is niet zo willen omschrijven als ecu speciale vorm - zeg gemakkelijk en zeker niet onomstreden onder maar professionele manier - van aandacht geven humanistici. Het eigene van het geestelijk werk aan de ziel. De normale zorg is - Moore hamert ligt met name in de blikrichting, de wijze van daar terecht bij voortduring op - nict direct een benaderen, zeggen velen, waardoor het zich van zaak voor professionals, maar een alledaagse andere vakken onderscheidt. Toch meen ik dat bezigheid waar mensen zelf verantwoordelijk gesproken kan worden van een apart werkveld, voor zijn. Als beroepsmadge activiteit zie ik zorg waarvoor specifickc deskundigheid vereist is. voor de ziel vooral als een ingrijpen, wannecr Niet dat de onderwerpen of de thematiek die mensen om welke reden dan ook nict in staat aan de orde komen zoveel anders zijn dan bij de zijn, zelf de noodzakelijke zorg voor zichzclf op psycholoog of de maatschappelijk werker, maar te brengen. Elet is misschicn te vergelijken met datgene waarop het geestelijk werk zich richt het werk van arisen die te hulp geroepen wor­ (het object) is anders. Daardoor wordt de dyna- den als mensen ziek zijn of gewond. In dit geval miek in het gesprek anders, is de vraagstelling gaat het om kwetsuren van de ziel. Een gecste- anders, wordt een ander instrumentarium inge- lijk werker helpt door contact te maken met wat zet en is de gerichtheid van het gesprek anders. iemand doormaakt, door te luisteren naar de En deze verschillen worden goed zichtbaar door nood en ruimte te scheppen voor de verwarring een eigen terminologie te hanteren met als cen- en onrust. Deze ruimte ontstaat wanneer men­ traal begrip, het - elders niet voorkomende - sen het verstikkende isolement doorbreken woord ‘ziel’. Ik teken hierbij gelijk aan dat het doordat zij een manier vinden om een moment verschil in werk en aanpak van een spiritueel stil te staan bij wat hen overkomt en dat te georienteerde psycho-therapeut en een geeste­ ondergaan als lets van henzelf. Daardoor krijgen lijk werker in de praktijk niet groot zal zijn. ze letterlijk een fysiek gevoel van opluchting, Maar dat komt omdat beiden zich richten op kunnen weer even adernen, en een zekere mate- wat ik de ziel zou noemen. van ontspanning ervaren. Niet hanger meege- voerd door de maalstroom van emoties en Voor wie en wanneer? gevoelens die hen overspoelt, maar met een Zorg voor de ziel is, zoals gezegd, een vorm van plotseling besef van houvast, een vermoeden zelfhulp. Mensen zijn verantwoordelijk voor ooit weer grond onder de voeten te krijgen, een him eigen zieleheil, net zoals ze op him eigen onverwachte opwelling van mentale kracht. gezondheid moeten letten. Dat het een indivi- Elet is niet zozeer de last van tegenslagen en nare duele aangelegenheid is, betekent niet dat het gebeurtenissen waar mensen aan lijden, maar het een geYsoleerd gebeuren is. Anderen zijn nodig is de ontreddering die hen overvalt wanneer ze om dat proces te bevorderen en te voltrekken. het contact verliezen met de bron van him Als er geen bijzondere omstandigheden zijn, bestaan. Dit kan zich uiten in gevoelens van ver­ hebben mensen genoeg aan het contact met warring, radeloosheid, onbestemdheid, ver- familie, vrienden, huisdieren en kennissen. Fro- vreemding, doelloosheid en fundainentele fessionele geestelijke verzorging is alleen nodig eenzaamheid. Vaak is dit het geval in crisismo- wanneer de geestelijke mantelzorg ontbreekt of

30 Praluischc Hitnnviistiek nr.2, 8c jaargang dccember 1998 overbelast raakt. Bijvoorbeeld vvannecr mensen voor een groot deel heeft afgespeeld op bet vlak afgesneden zijn van bun normalc leefwereld cn der voorzicningen, is op de noemer van ‘ambts- noodgedwongen in ecn instituut verblijvcn, tij- balve binding’ gewonnen. 1(1 Maar de legitima- delijk of permanent. Of wanneer mensen ingrij- tie vanuit bet grondrecht op vrijbeid van pende gebeurtenissen ondergaan of in een crisis godsdienst beeft nadelen, zoals de voorstanders belanden. Zij doen dan een beroep op profes- van een ‘impliciet humanisme’ bebben aange- sionele werkers omdat ze bun naasten niet nog toond. nicer willen belasten of omdat ze in een isole- Een vraag die dringend beantwoord moet wor- ment dreigen te raken als gevolg van bun ver- den als de ambtshalve binding losgelaten wordt, warring en radeloosheid. Het is mijns inziens is welke instantie garant staat voor de kwaliteit niet goed te verdedigen dat alleen mensen die van bet werk van de HGW-ers. Is dat een (in de meeste gevallen in verband met lichame- beroepsvereniging, die net zoals de KNMG een lijke klachten) opgenomen zijn in instellingen, eigen statuut beeft cn mogelijkheden kent om geestelijke verzorging vvordt aangeboden. Niet satieties op te leggen aan haar leden? En zo ja, de zichtbaarheid van leed moet doorslaggevend welke standaard hanteert deze vereniging dan? zijn, maar de ervaring afgesneden te zijn, bet En hoe verbouden die uitgangspunten zicb ver- gemis aan vitalc kracht. of bet verlies van orien- volgens tot de persoonlijke opvattingen van de tatie. aangesloten leden die zicb niet bij voorbaat wil­ Het feit dat bet Humanistiscb Verbond vrijwel len verbinden aan een gezaghebbendc autoriteit uitsluitend dienstverlenend aanwezig is binnen die voor ben bepaalt wat goed is? Des te klcm- overheidsinstituties en zorginstellingen, kan mender zijn deze vragen omdat mensen die een alleen begrepen vvorden vanuit de bistoriscb beroep doen op HGW-ers bijzonder kwetsbaar gegroeide situatie en de finanieringsvoorwaar- zijn. Ze zijn immers de richting in bun leven den. Principieel zou bet HGW zicb moeten kwijt zijn. Belangrijke vragen zijn derbalve, boe uitstrekken over de bele bevolking. De wense- de professionaliteit van het werk kan vvorden lijkheid om professionele begeleiding aan te bie- zekergesteld en boe aan de buitenwereld kan den aan ieder die het nodig hceft. stuit op grote vvorden duidclijk gemaakt dat bet HGW bet problemcn, waarvan de betaling de voornaam- (geschonken) vertrouwen waard is? ste is. Steunen op het marktprincipe, betalen Een ander punt dat aandacht verdient is bet nor- voor de geleverde diensten, lijkt me gecn goede matieve karakter van het beroep. Het lijkt me oplossing, want daarmee bereik je voornamelijk onvoldoende om te zeggen dat deze gegeven is de gegoede burger. Een denkbare oplossing zou met bet reflexief proces van bet post-moderne een verzekering tegen de kosten van deze voor- individu. 11 Normativiteit als grondslag voor een ziening kunnen zijn, bijvoorbeeld in de vorm beroep is nicer dan een individuele zoektoebt. van een vaste contributie aan een humanistische Met bet vvegvallen van de levensbescbouwelij- instclling (naar analogic van de kerkelijke bij- ke kaders en instituten dreigt bet gemeenschap- drage) waardoorje je van (en in zekere zin ook pelijke element in bet zoeken naar waarden en J voor) geestelijke verzorging verzekert. nomien te verdvvijnen. Onderlinge steun bij bet ondcr woorden brengen van (en staan voor) het- Legitim a tic geen het beroep van je vraagt, lijkt me onmis- Een onvermijdelijke vraag tenslotte is boe bet baar. Het is nog onduidelijk vvelk platform HGW te verdedigen valt als je dit niet doet daarvoor besebikbaar is als geestelijk werkers vanuit bet idee van gelijkberechtiging met de zicb straks ‘vrij zullen vestigen'. kerken. De gelijkstelling met de kerken die Kunneman de ‘kleine strijd' noemt en die zicb

Praktische Hiimanistiek nr.2, Sejcuirgang december 1998 31 psychologische benaderingen vanuit de beha- De leerkracht vioristischc (stimulus-respons) theorie en de De leerkracht is verantwoordelijk voor de cognitieve psychologic, verhcldert Holzkamp de methodische vormgeving en wordt adequaat I innerlijke samenhang van de verschillende mo- geacht in het begeleiden van leerlingen bij bet menten van het leerproces. Wat is een leertheo- onderzoek in dialoog. De leerkracht is adequaat retische benadering die een licht kan werpen op in het scheppen van ecn leerklimaat dat de leer­ de problemen waarmee het onderwijs ook in lingen (en henzelf) de gelegenheid biedt, erva- Nederland kampt: demotivatie van leerlingen, ringen die exemplarisch zijn voor het door hen studenten en herintredende studerende volwas- gekozen thema in te brengen. Zij kan er verder senen in het onderwijs. Dit probleem treffen wij zorg voor dragen dat tijdens de gehele onder- aan bij een grote groep jongeren en jong-vol- zoekscyclus (herkennen, onderzoeken, kiezen, wassenen die vroegtijdig de school verlaat. vertoog, reflectie en bezinning) zo goed moge- Met zijn leerpsychologische benadering maakt lijk wordt voorzien in de voorwaarden die de Klaus Holzkamp niet alleen de zwakke, proble- kwaliteit van het onderzoek garanderen. matische kant van het vervreemdende effect van Dit onderzoek vindt plaats in dialoog met ande- het beleren zichtbaar, hij biedt ook een leerpsy- ren, met andere woorden: de dialoog is een cen- chologisch fundament voor een nieuwe benade­ trale werkvorm in deze benadering. Het is in ring van leren. Hij onderkent de motiverende eerste instantie een taak van de leerkracht om zo en stimulerende werking van een leertheorie die goed mogelijk te voorzien in de omstandighe- aansluit bij de levensinteresse van het lerend sub­ den voor een kwalitatief goede dialoog. De ject. Zijn ideeen worden momenteel aangevuld voorwaarden veiligheid, gelijkwaardigheid, en bevestigd door actuele ontwikkelingen in de wederkerigheid, wederkerige adequaatheid en leerpsychologie. Hierin worden emotionele- openheid te kunnen creeren, behoren daarmee inteUigentie en sociaal-emotionele ontwikkeling tot de kwaliteiten waarover de leerkracht zelf onderkend als belangrijke facetten die in onder­ moet beschikken. 3 De leerkracht is in staat een wijs en opvoeding aandacht behoeven. Het onderzoeksproces te begeleiden waarin de leer­ inzicht dat ecn visie op de menselijke natuur die lingen of studenten - maar ook zij zelf - in toe- geen rekening houdt met de kracht van emoties, nemende mate gaan beschikken over kwaliteiten bedroevend kortzichtig is, shut aan bij de leer- die noodzakelijk zijn om op een kritdsche en cre- theoretische gevolgtrekkingen van het onder­ atieve wijze zin en vorm te geven aan het eigen zoek naar leren als subjectwetenschappelijk leven. Samen en in communicatie met anderen. fundament. 2 In het onderwijsvormingsproces is naast het verwerven van kermis een belangrijke plaats HVO: leren vanuit levensinteresse ingeruimd voor het leren herkennen van han- Humanistisch Vormingsondcrwijs (HVO) hanteert delingsmotieven en keuzemogelijkheden. On- een vorm van ‘leren door onderzoeken en uit- derliggende sociaal-emotionele motivatie die wisselen van ervaringen’. Dit onderwijskundig een onbewuste reactie (handeling) of een produkt heeft zich in de afgelopen twintig jaar bewuste reactie (keuze) kunnen bepalen, wor- ontwikkeld in een interactie tussen praktijk en den in het proces herkenbaar en bespreekbaar theorie van het HVO. De onderwijskundige aan- gemaakt. pak van het HVO is gefundeerd op een visie van leren die de belevingswcreld, de levensinteresse en De leerstof inspiratie van het lerend subject als uitgangspunt De leerstof bestaat uit exemplarische handelings- neemt voor de leerstof. Leren wordt gezien als een situaties die aansluiten bij de belevingswcreld en interactie tussen leerling, leerkracht en leerstof. het beroepsperspectief van de leerlingen of stu-

36 Praktische Humcmistiek nr.2, 8e jaargang decenibcr 1998 denten. De exemplarische aanpak die vooral in Otiderzoek in dialoog het HVO-vervolgonderwijs wordt gehanteerd Exemplarische handelingssituaties kunnen al is terug te vinden bij Oskar Negt. 4 Volgens spelende worden onderzocht op bedoelde en Negt wordt de exemplarisch vormende waar- onbedoelde gevolgen die de verschillende aan- de van de leerstof door drie factoren bepaald. gedragen oplossingen kunnen hebben voor de 1. De directe relevantie voor subjectieve, indi- direct betrokkenen en voor de groep daar om- viduele belangen. heen. De leerkracht biedt methodieken voor 2. De directe relevantie voor inhoudelijke cle- onderzoek (didacdsche werkvormen) aan, die menten van bewustzijn die meer algemene onderliggende motieven en gevolgen van han- maatschappelijke belangen betreffen. delen ervaarbaar en herkenbaar kunnen maken 3. De (meer objectieve) betekenis voor de binnen een of meerdere sociale contexten. Hier- emancipatie van het subject. bij kan worden gedacht aan creatief spel (bij- voorbeeld beeldcnde expressie of boalthcater), Bij Negt is het laatste punt vooral gericht op participerende observade en andere methodie­ emancipatie van de arbeider. In het HVO is deze ken, die de gegeven context visualiseerbaar en emancipatie gericht op het vermogen tot onder- ervaarbaar maken. Aanleiding, morivatie, keu- kennen van keuzemogelijkheden binnen de zemomenten en gevolgen van bet persoonlijk eigen sociale werkelijkheid. Dit om te komen handelen worden in dialoog onderzocht. Er is tot het actief toepassen van het recht tot zelf- niet alleen aandacht voor de gevolgen van bet beschikking. optreden voor de persoon in kwestie, maar ook voor de gevolgen die dit optreden kan hebben Exemplarische handelingssituaties kunnen situ- voor direct betrokken anderen of voor de aties zijn die aansluiten bij een actuele (publieke) groepsleden. Hierbij wordt ook de keuze (be- discussie. Zo’n handelingssituatie kan gepresen- wust of niet) om niet te handelen (bijvoorbeeld teerd worden in de vorm van een krantebericht in een situatie waarin een leerling als ‘pispaaT of en/of tijdschriftartikel, een video, internet(site) pestobject fungeert) onder de loep genomen. enzovoorts. Het kan ook een ontmoeting met Het onderzoek is gericht op het vinden van han- een betrokkene of een ervaring van een leerling delingsalternatieven, niet op veroordeling. zelf zijn. Een voorbeeld hiervan is een les met als onderwerp ‘Zijn er grenzen aan vriendschap?’ De leerling Over vriendschap (het thema) zijn de verhalen De leerling of student wordt in de gelegenheid (exemplarische handelingssituaties) meestal ruim- gesteld te luisteren naar de ervaringen van ande­ schoots in de groep zelf aanwezig. Hiernaast kan ren en de eigen beleving en emotie te benoe- de leerkracht iets aanbieden om de leerlingen te men. Dit maakt een bezinning op het handelen prikkelen tot onderzoek en om het onderzoek te en de morivatie tot handelen mogelijk, waardoor verdiepen. Een leerkracht kan de leerlingen bij ruimte ontstaat voor het vinden van creatieve dit thema bijvoorbeeld met een dilemma con- oplossingen en het maken van nieuwe keuzes. fronteren en er voor kiezen een verhaal te ver- Zo kan (onbewust) leven zich ontwikkelen tot tellen over een jongen die erachter komt dat zijn het - in toenemende mate - bewust zin en vorm vriend geregeld steelt, ook van hem. Verder geven aan het leven. bestaat de mogelijkheid om dit verhaal vervol- De belevingswereld van de deelnemende leer­ gcns uit te laten spelen in een rollenspel. Aldus lingen (studenten) verwijst naar intrinsieke mori- kan de groep, al spelende, zoeken naar keuze­ vatie. Ervaringen die in een bepaalde situatie ten mogelijkheden voor dilemma’s waar je als vriend aanzien van een (in samenspraak gekozen) thema voor kan worden gcplaatst. exemplarisch zijn voor de levensinteresse van de

Praktische Humanistiek nr.2, Sejaargang december 1998 37 lecrlingen of studenten, vormen de leerstof en een vlag, enzovoorts) waren de getuigen van een uitgangspunten voor onderzoek in dialoog. De ervaring die tot dat moment moeilijk te benoe- leerstof kent verschillende aspecten: een bele- men was. Om met de (vaak onverwerkte) erva­ vingsaspect (bewustzijn van emoties en grond- ring aan bet werk te kunncn gaan, moest ze eerst houding), een cognitief aspect (te verwoorden zichtbaar of hoorbaar worden gemaakt. en met woorden te legitimeren) en een sociaal- expressief aspect (bewust zijn van optreden, Een voorbeeld van codificatie van moeilijk te vaardigheden, rolneming, roldistantie, rolambi- benoemen ervaringen, vinden we binnen de guiteit). 5 vrouwenbeweging van dejaren tachtig. In zelf- hulpgroepen werden vrouwcn (later ook man- Codificatie nen) die zich seksueel onderdrukt of misbmikt Het vinden van woorden voor een ervaring of voelden. in de gelegenheid gesteld deze beleving belevingsaspect is belangrijk in het leerproces te verwoorden. Zolang deze ervaringen niet van herkennen, onderzoeken, kiezen en evalu- bespreekbaar waren. was codificatie onmogelijk. eren, de centrale begrippen binnen de metho- Door deze belevingen bespreekbaar te maken, dologie van bet HVO. Het begrip codificatie werd bet bijvoorbeeld mogebjk ervaringen te komt uit bet gedacbtegoed van Paolo Freire. De codificeren als incest. Nadat bepaalde ervarin­ methodologie van Freire is gericht op bet als vrij gen gecodificeerd waren als incest, werd bet subject leren participeren in de gedaante- mogebjk de grenzen van de bchamebjkc inte- verandering van onze samenleving. 6 Zijn me- griteit en zelfbeschikking - alsmede de over- thodologie en ontwikkelingsfilosofie bebben schrijding van deze grenzen door (machtige) inmiddels goede diensten bewezen in de strijd anderen - te onderzoeken en de mechanismen voor onafliankelijkbeid en alfabetisering van de die acbter dit (onderdrukkend) handelen scbuil- onderdrukte arbeidersklasse in Zuid-Amerika. gingen, te ontsluieren. Vervolgens werd wet- en Zij zijn in de loop van dejaren tachtig dan ook regelgeving mogebjk die de grenzen van de sek- een voorname inspiratiebron geworden voor suele intimidatie beschreef. Procedures ter voor- kritisebe pedagogen in Amerika en Europa. De koming en bestraffing van seksuele intimidatie methode leent zich goed om gedemotiveerde binnen bet openbaar domein (werk, school, jonge mensen te betrekken bij bet eigen onder- enzovoorts), volgden. wijsvormingsproces. Een voorbeeld biervan is de toepassing van deze methode als onderdeel (en theoretische substantie) van exemplariscb Leren als een levenslang proces bandelingsonderzoek binnen de vakbeweging in Nederland. 7 Van Freire komt de interpretatie Het vervolgonderwijs HVO kent een gericht van bet begrip codificatie, dat bij ziet als middel procesdoel, om dit procesdoel te bereiken wor­ tot bewustwording van onderdrukkende meeba- den in bet primair onderwijs de eerste voorbe- nismen. Ervaringen (beleving) en onderliggen- reidingen getroffen. Daar doen leerlingen al de motieven (sociaal-emotieve factoren) worden vaardigheden op met bet onder woorden bren­ onder woorden gebracht met behulp van zaken gen van ervaringen en bet verdedigen van een die een exemplarische functie vervullen. Zo bet stellingname. Reflccteren op bet eigen optreden Freire de groepsleden een voorwerp of tekening binnen de groep en bet formuleren van keuze- meenemen waar een beleving mee verbonden mogelijkbeden binnen de context van de eigen was die de persoon tot op dat moment niet belevingswereld krijgt een belangrijke plaats in onder woorden kon brengen. Deze voorwerpen dit proces. Thema’s als: vriendsebap, ‘verliefd’, (een foto, een kapotte teddybeer, een stuk van 'anders als de ander’, plagen of pesten, jaloezie

38 Prdktische Hunuinistick nr.2, 8c jaargang december 1998 en eenzaamheid vormcn praktisch gezien aan- lijk, we moeten ons crop bezinnen hoe we het knopingspunten. democratische ideaal samen kunnen verwerke- lijken. 9 Het zou nai'ef zijn om bij deze verwer- In het voortgezet onderwijs wordt het proces- kelijking alleen af te gaan op de kennisinhoud doel expliciet gesteld als: van deze claims, en de onderliggende sociaal emotieve handelingsmotieven (die vooral bij ‘Een student zodanig begeleiden dat deze in morele en esthetische claims een belangrijke rol toenemende mate kan functioneren als spelen) te laten voor wat ze zijn. Om deze reflexief participant binnen een democrati­ motieven te ondcrzoeken moeten we terug naar sche cultuur en kan participeren in het het micro- en mesoniveau. Het is nodig te gesprek over de validiteit van cognitieve en ondcrzoeken wat deze claims voor het indivi- normatieve aanspraken ten aanzien van de du en de direct betrokken anderen persoonlijk rechten en plichten voortvloeiend uit de kunnen betekenen, evenals welke gevolgen een zeifbeschikking van mensen.’ 8 bepaalde morele claim voor een specifieke groep mensen kan hebben. Hier wordt de invloed van Jurgen Habermas zichtbaar. De motivatie achter dit procesdoel is het humane streven naar een samenleving, die Leren in een democratische cultuur fundamentele rechts- en keuzemogelijkheden van burgers centraal stelt en een optimale ont- In traditionele zin wordt het intrinsiek eigen wikkeling van menszijn en kwaliteit van leven leren gelijkgesteld aan beleerd worden. Middels vooropstelt. Mensen die worden gezien als een kanalisatie, selectic en het gericht zijn op ge- volwaardig deel van een democratische gemeen- wenste denk- en zienswijzen, wordt kennis van schap, die vrijheid als een groot goed koestert en de bestaande orde (kennis die noodzakelijk is om eenieder recht van keuze en spreken wil geven, de bestaande orde te handhaven) uitgangspunt moeten leren vorm te geven aan hun menszijn voor een leerproces in traditionele zin. en burgerschap. Dat veronderstelt crvaring, ken- nis en vaardigheden die een democratische Klaus Holzkamp fonnuleert dit aldus: omgang met anderen mogelijk maken. Ervaring, kennis en vaardigheden die mensen niet per So sieht sich heute Lernen offiziel in unlerscheidli- definitie met de geboorte meekrijgen. cheti Erscheimmgsformen an Beleluen gebnnden, ja es wird tendenziell mil Belehrt-Werden gleich- Democratic moet je leren gesetzt, wobei das Belehren seinerseits in die Wie in een democratic mensen of burgers auto- Zustandigkeit non Institutionen gegeben ist, die in ritair gaat beleren, schiet het doel voorbij. In een verschiedcncr Weisen Kontrolle iiber die Lernenden democratic worden waarden niet aangetroffen anstreben. Nur auf diesem Wege scheint das Leh- en simpelweg geadopteerd of‘overgeplant’. In ren/Lernen einerseits soweil zutraglich zu ent- een democratic bestaan geen eeuwige waarden wickeln, anderseits aber mittels Kanalisirung, maar wordt van mensen gevraagd zich te bezin­ Selektion, Einschworung erwunschle Denk- und nen op de waarden die we aantreffen in deze Sichtweisen dcr Art zu beschrdnken, das die herr- pluriforme samenleving. Democratic leer je al schende Ordnung (d.h. das, was man non der doende. Daarvoor is het nodig dat we de jewciligen politischen Position darunter nersteht) bestaande cognitieve, normatieve en esthetische nicht dutch ein »zuniel« des Lernens gefahrdet aanspraken in een gelijkwaardig dialoog met wird. (p.12) elkaar leren ondcrzoeken. Democratic is moei-

Praktische Humanistiek nr.2, He jaargang december 1998 39 Instituties die een dergelijke vorm van gecon- bczig mag zijn met betekenissen, om zo eon troleerd leren praktiseren, zijn volgens Holz- eigen levensbeschouwing te ontwikkelen. 10 De kamp niet alleen de school, al is dit wel de scheiding tussen kerk en staat en de wijze waar- belangrijkste instantie, maar ook bet gezin (als op deze is vormgegeven in de wet op bet levens- object van de familiepolitiek) en de media (als beschouwelijk onderwijs, maakt dat mogelijk. object van de mediapolitiek). HVO is een vak dat leerlingen (in samenspraak De school wordt gezien als de belangrijkste met ouders) kiezen. 11 Een vak dat op elke instantie om kennis die noodzakclijk is om de openbare school als keuzemogelijkheid kan wor- bestaande samenlevingsorde in stand te bouden den aangeboden, evenals Godsdienst of islami- over te dragen. Het gaat bier om waarden- tisch vonningsonderwijs. Een dergelijk aanbod overdracht. Leren vanuit de levensinteresse, geeft niet allcen kleur aan een openbare school waardenherkenning en waardencommunicatie maar biedt leerlingen de mogelijkheid dat wat vormen geen deel van dit leerproces. De reglc- bet leven van mensen kleur kan geven, te leren mentering van wat er wel en niet geleerd mag berkcnnen en onderzoeken. worden, is een permanent strijdtoneel van poli- tieke bemoeiingen. Dat geldt niet alleen voor Duitsland maar ook voor andere westerse lan- Leren of beleerd worden in een den. Ook in Nederland staan discussies over wat democratie? wel of niet verplicht meet worden overgedra- gen, geregeld op de politieke agenda. De dis- In de hedendaagse samenleving zijn cognitieve cussie over bet al dan niet opnemen van de vaardigheid en kennis een steeds belangrijker evolutietbeorie in het eindexamenprogramma plaats in gaan nemen. Kinderen, jongeren en biologie en de discussic over de pedagogische ook volwassenen moeten leren (moeten beleerd opdracht van de school, zijn bier voorbeelden worden). Voor volwassenen ontstaat daardoor van. In het eerste geval werd besloten dat het vaak een nieuwe afhankelijkheid van een insti- nodig is de evolutietbeorie verplicht te stellen als tuut. leerkracht, leerplan. Volwasseneneducatie examenvak. In het tweede geval werd gesteld en bijscholing zijn noodzakelijk geworden. Als dat scholen wel normen en waarden aan de orde je deel wil nemen of wil blijven nemen aan bet moeten stellen, in hoe ze dat willen doen, blijft arbeidsproces (de bestaande orde), is permanen- de school vrij. De regering zal geen lijstjc van te educatie bijna een plicht geworden. verplichte normen, menscnrechten of samen- Holzkamp spreekt van de relatic tussen zelfbe- levingsregels aanleveren. Vooral de laatste tijd stemming en Frenidbestimnning. 12 beseffen de participanten in de discussie over de Om een democratiscbe cultuur tot bloei te bren- pedagogische opdracht dat bet berkenbaar gen, zijn cr mensen nodig die een autonoom maken van onderliggende handelingsmotievcn standpunt kunnen (en durven) innemen. Men­ en de daaraan verbonden waarden en normen, sen die in staat en bereid zijn bun standpunten een belangrijk aspect vormen van de pedagogi­ te beargumenteren en na bezinning kunnen sche opdracht van de school. nuanceren of beargumenteerd kunnen bijstellen. Om te oefenen in ‘zelfin toenemende mate zin Daarin kan je mensen niet beleren. Wie beleert en vorm leren geven aan bet eigen leven, samen ontkent de autonomic van bet individu, hetgeen met andcren’ is een vrijplaats nodig. Het HVO leidt tot onteigening en onmondigheid. Zelfs als in Nederland biedt een dergelijke vrijplaats, waar bet beleren geen directe indoctrinatie inhoudt, buiten de prestatietijd ruimte is om bezig te zijn is bet geen stimulans voor de ontwikkeling van met waardenorientatie en communicatie. Een bet kritisebe reflectievermogen, de creatieve en vrijplaats waar je, zonder conformatieplicht. assertieve vermogens, waardoor bet vermogen

40 Prnklische Humanistiek nr. 2, Sejaargang decembcr 1998 tot zelfbeschikking en participatie in ecu demo- Dhyan Vermeulen is onderwjskimdig medewerker aan cratische cultuur onderontwikkeld blijft. Als wc het Pcdagogisch Studiecentnm HVO cn projectme- dit uitgangspunt serieus nemen, kan dat leiden dewerker (auteur) leerplan Sociaal Ethische Orienta- tot een nieuwe visie op onderwijs. Onderwijs tie bij de Stick ting Leerplanontwikkeling (SLO) te waarin niet allccn ruimte is voor het opdoen van Enschede, namens de openbare koepel Stickling Con- cognitieve kennis en vaardigheden, maar waar tactcentrum Bevordering Openbaar Onderwijs. voldocnde ruimte is om sociaal emotionele vaar­ digheden te ontwikkelen, waar de nadruk ligt op zelfstandig leren en waar ruimte is voor Noten onderzoek in dialoog met anderen. 1. Klaus Holzkamp (1995), Lemen. Subjectwissenschqfliche Sociaal Ethische Orientatie Grundlegung, Campus Verlag, Frankiurt/New York. De vormgeving van het studiehuis in de twee- 2. Daniel Coleman (1996), Emotionele intelligentie, Uitge- de fase van het vervolgonderwijs lijkt een stap in verij Contact, Amsterdam, p. 24. die richting te worden. Binnen het studiehuis 3. Vergclijk Adrie Smaling (1996), ‘Openheid als kwali- ontstaat een nieuw leergebied, Sociaal Ethische teitsvoonvaarde voor de dialoog', in: Dhyan Vermeulen, Orientatie (SEO). De terminologie ‘sociaal red. (1996), Hedettdaags Humcmisme in het vervolgondetwijs. ethisch’ verwijst naar de twee dimensies waar het Leerplanontwikkeling, Tijdstroom, Utrecht, Hoofdstuk 3,4. in het leergebied om gaat: jongeren zowel soci­ 4. Oskar Negt (1971), SoziolOgische Phantasie und exempla- aal als moreel competent helpen worden. Het risch Lemen. Lang, Frankfurt a.M. gaat om het leren participeren in een democra- 5. Vergclijk Rob Tielman (1996): ‘Een humanistische visie tische samenleving, het kunnen bepalen van een op socialisatie en emancipatie', in: Dhyan Vermeulen, eigen positie (temidden van godsdienstige, red. (1996), Hedendaags lutmanisnie in het uervolgonderwjs. levensbeschouwelijke en culturele stromingen) Leerplanontwikkeling, Tijdstroom, Utrecht, hoofdstuk 1,2. en het leren omgaan met een groeiende ver- 6. Paolo Freire (1972), Pedagogiek van de onderdrukten, scheidenheid aan normen en waarden. Behalve Anthos, Baam. om kennis en inzicht gaat het bij het leergebied 7. 1 Liny Coencn (1989), Handelingsonderzoek als exctnpla- SEO ook om het verwerven van vaardigheden risch leren, Jan van Arkcl, Utrecht. die nodig zijn voor morele communicatie. Dat 8. Voor het procesdoel voor het HVO zie: Dhyan Ver­ wil zeggen het ter discussie stellen van vanzelf- meulen red. (1996) Hedendaags Humanisme in het vervolg- sprekendheden, het zich verplaatsen in de opvat- onderwijs. Leerplanontwikkeling, Tijdstroom, Utrecht, p. tingen van anderen, en het innemen van een 106. onderbouwd standpunt. De morele communi­ 9. Ibid. catie binnen dit nieuwe leergebied is gericht op 10. Vergclijk Harry Kunneman (1996). Van theemutscultuur actuele controversiele thema’s. 13 naar Walkman-ego, Contouren van postmodeme individualiteit. Boom, Amsterdam-Meppel. hoofdstuk 1,4, p. 303 c.v.. Conclusie 11. Vergclijk Rob Tielman (1993), ‘Kinderen bestonden Sociaal ethische vorming is een taak van de niet’, in Rekenschap, 1993/nr. 1. Zie ook Rob Tielman school. Althans die school waar niet het beleerd (1985), ‘Pluriform onderwijs’, in: Fons van Schoten & worden maar het leren vanuit eigen levensin- Hans Wansink, red. (1985), Opstellen over openbaar onder­ teresse de voorkeur krijgt. Schoolprogramma’s wijs, Wolters Noordhof, Groningen. als SEO en een keuzevak als HVO kunnen de 12. Omdat geen adequate vertaling bestaat, is ervoor geko- pedagogische opdracht van een actief plurifor- zen de oorspronkelijkc terminologie te hanteren. me (ontmoetingjschool vanuit een democratisch 13. Voor informatic en het Iccrplanvoorstel kunt u bellen beginsel, inhoud en vorm geven. naar Stichting Leerplanontwikkeling, tel. 053-4840395.

Praktische Hnmanistiek nr.2, 8e jaargang december 1998 41 Humanisme, dood en transcendentie

De dood en de ervaring van een transcendente werkelijkheid

Fans Elders

In 'Humanisme, dood en transcendentie’ga ik nit nan de veronderstelling dat de menselijke ewaring ran eindigheid en dood de hron is ran de rerschillende lerensrisies. De risie op dood en de risie op leren zijn onafscheidelijk met elkaar rerbonden. Enkele roorbeelden illustreren de rerscheidenheid aan risies. De doodserraring kan bet waardenbewustzijn diepgaand beYnuloeden en is de feitelijke lakmoesproef ran de authenticiteit ran onze waarden. Het humanisme kent ecu immanent-immanente en een immancnt-transcendente interpretatie ran dood en leren. Ik rerdedig de idee dat de doodserraring de deur is naar de erraring ran een transcenden te werkelijkheid.

Inleiding We hebben geen andere keus tegenover de dood dan een quantuinsprong te maken of Je begrijpt het leven niet eens. Hoe kun je volledig te zwijgen. De humanist Anton Con- dan de dood begrijpen? (Confucius) standse vertelde mij tijdens een conversatie geen ogenblik over de dood te widen nadenken, Confucius en elk ander mens met een verge- aangezien dit nadenken volstrekt verloren tijd is. lijkbare uitspraak tonen meer wijsheid dan ik, Op mijn vraag: ‘Waarom verloren tijd?’, ant- die bet verzoek tot een vcrhandeling over een woordde hij: ‘Het einde is het einde’. bumanistische visie - de facto visies - op de dood Mijn bonding tegenover de dood is tegenover- had moeten afwijzen. Maar mijn ‘Japanse’ stijl- gesteld aan Constandse’s bonding. Ik bond me gevoel belemmert mij het woord ‘neen’ te al jaren met bet fenomeen dood bezig. Het idee gebruiken. Ik beb bet verzoek tot een bijdrage dat je afscheid moet nemen van liebt en kleur, aan deze publikatie aanvaard. Gelukkig niet wind en muziek, voedsel en liebamen, kan ik helemaal zonder een reden. Ik beb via inter­ nog steeds niet vatten. Als ik probeer de abso­ views ontdekt (jat mensen soms eerder bereid lute tijdelijkheid van mijn bestaan tot mij te laten zijn bun visie op de dood te articuleren dan bun doordringen, is het effect soms beangstigend, visie op bet leven. Het lijkt gemakkelijker iets soms bevrijdend maar altijd intrigerend. Con- te zeggen over 'gene zijde’ dan over de zin van standse beboort met zijn opvatting tot de tra- het leven hier-en-nu. Onze opvattingen over de ditie van de Stoa, met name Epicurus: ‘bet leven dood en alles wat daarmee samenbangt, zijn een heeft geen schrikbeelden voor degene die gron- spiegel van onze opvattingen over bet leven. Dat dig begrepen beeft dat er voor hem geen schrik­ we letterlijk rond de dood in bet duister tasten, beelden bestaan in ophouden te leven.’ De versterkt de wisselwerking tussen leven en dood. consequentie van bet ontbreken van angst voor

42 Praktische Hunianistiek nr.2, 8e jaargang december 1998 de dood is dat alle aandacht op het leven hier- zijn lichaam, een levende schakel in de eindelo- en-nu komt tc liggen: dc dood maakt elke dag ze opeenvolging van menselijke generaties. Hoe nicer levend. we reageren op de bewustwording van de ein- Hoc we vervolgcns het hier-en-nu ervaren en digheid van ons bestaan. is terug te vinden in de interpreteren, staat open voor discussie. Een diverse /mwbeschouwingcn. in rituelen, filoso- Afrikaansc animist, een Indiase hindoe, een Ara- fieen en kunsten. De poezie lijkt bij uitstek een bische moslim of een Amerikaanse humanist zelf-gecreeerde ruimte-tijd kosmos, waarin de geven ieder een eigen interpretatie aan het liier- spanning tussen de vliedende tijd, het ouder en-nu. Voor de animist is het hier-en-nu inge- worden, het onomkeerbare liefdesproces, het bed in een zichtbare en onzichtbare dimensie onvoorstelbare (cr niet meer te zijn) tot leven waarin de voorouders op afstand aanwezig zijn, komt: en voor de hindoe is het hier-en-nu onderdeel van een reeks incarnaties, waarin niets verloren Hot toeval dat wij leven, gaat. Voor de moslim ligt het accent op een toe- zeldzamer dan dc dood. komstig paradijs en voor de humanist op zelf- realisatie in het hier-en-nu. Het enige dat we tot Christiaan van Geel, dc dichter van deze rcgels. nu toe kunnen concluderen is dat er geen vra- roept in ‘het toeval dat wij leven, zeldzamer dan gen en antwoorden over de zin van de dood dc dood,’ een vergelijkbare bewustwording op mogelijk zijn, onafhankelijk van de tijdloze vra- van de intieme relatie tussen leven en dood, tus­ gen over immanentie en transcendentie, deter- sen oneindigheid en eindigheid, als de Zcn- minisme en vrijheid. Onze antwoorden op de meester Bunan: vraag naar de zin van het bestaan bepalen hoe we over de zin van de dood denken. Zij die sterft voor zij sterft, sterft niet, wanneer zij sterft.

Levensbeschouwing is doods- Gustavo Corcao verwoordde het ooit zo: ‘Als beschouwing ecu ding met hevigheid naar zijn eindterm streeft dan is het de Kunst. De dichter is niet Mijn leerstoel aan de Universiteit voor Huma- allecn hij, die zou sterven als hij niet schreef, nistiek heeft als opdracht Theorie van de levens­ zoals Rilke leert. Hij is eerder degene die aan beschouwing, in het bijzonder systematische zijn eind wenst te komen, die verlangt met zijn humanistiek.’ Het heeft enkele jaren geduurd tot gedicht te sterven, allcs te geven, zich helemaal het tot mij doordrong dat wereldbeelden en tc geven, te verzinken met zijn spookschip. Ik levensbeschouwingen waarschijnlijk him oor- zeg van de dichter wat Rilke zegt van de mens sprong vinden in doodsbeschouwingen. Alle in het algemeen: C’est quelqu’mi qui s’en va. Hij menselijke culturen geven zich rekenschap van is iemand die afscheid neemt, die afscheid neemt sterven en dood. De bewuste confrontatie met in ieder geheel ding dat hij, geheel en al com­ einde en dood is bij uitstek een menselijk arte- plect, als een wonderlijke vrucht verwezenlijkt. factum. Het is waarschijnlijk zelfs de quintessens Ja, in de poezie komen de idee van afmaken en van een creatief en waardig bestaan. De de doods-idee goed bij elkaar. Ieder gedicht is bewustwording, inclusief de angst voor de dood, een goed afsterven, een nieuw testament, een bewijst dat een mens over de grenzen van het allcs overwinnendc doodstrijd. ’ 1 moment kan heenkijken. De menselijke geest kan zich bewust worden van de tijdcirkel van

Praktische Humanistiek nr.2, Sejaargang december 1998 43 Doodsbewustzijn en zelfreflectic ongeluk het theckopje van zijn meester gebro- Ik beschouw de aandacht voor de dood als een ken heeft. Op de vraag, ‘Waarom sterven men- spccifiek mcnsclijk kenmcrk dat zijn oorsprong sen eigenlijk?’ komt opnieuw het antwoord: vindt in het menselijk vermogen tot zelfreflectic. ‘Waar een begin is, is een eind!’ Na het ant­ De mens is het enige wezen waarvan het be- woord te hebben gehoord, opent de leerling zijn wustzijn niet zonder meer samenvalt met zijn handen met daarin de scherven van het kopje, fysiek bestaan. Het bewustzijn dat reflccteert op en zegt tegen de meester: ‘Dan is dit het einde de eigen eindigheid is ook het bewustzijn dat van uw theekopje.’ musiceert, plantcn veredelt en wapens produ- De leerling heeft de moeilijkste vraag die een ceert. mens zichzelfkan stcllen, in casu de ‘waarom- De aantrekkingskracht van de dood in de oud- vraag van leven en dood", adcquaat begrepen. Egyptische cultuur was zo groot dat pyramiden De vraag kan alleen zinvol worden beantwoord en het Egyptische Dodenboek de provocatie van als het antwoord deel uitmaakt van een kos- de dood moesten pareren. Culturen differen- misch-ontologisch wereldbeeld, waarin de mens tieren zich onderling door andere antwoorden zich niet op voorhand in een uitzondcringspo- op de collectieve en individuele ervaringen van sitie plaatst, al of niet via God. Welnu, een kind de dood. Soms lijken de verschillen gering te kan begrijpcn dat een begin ook een eind ver- zijn, zoals in de animistische wereldbeelden op onderstelt. Dit geldt niet alleen binnen de logi- de verschilJende continenten; soms diepgaand, ca van de woorden ‘begin’ en ‘eind’, die vallen zoals tussen Christendom en Islam enerzijds, onder de categoric van de zogenaamde relatio- Boeddhisme en Hindoei'sme anderzijds. ncle of polaire termen, zoals de woorden ‘ouders’ en ‘kind’ of‘schepper’ en ‘schepping’, Christendom, Zenhoeddhisnie, Hindoeisnie maar het geldt ook ontologisch. Hiermee bedoel Een bcschouwing over de dood vanuit het ik dat er onontkoombaar in de totaliteit van het Christendom kan niet om de traditionele vraag kosmisch bestaan een even grote mate van ver- van de ziel heen. Een klassiek christelijk ant­ v;il moet bestaan als er groei is, zoals de wet van woord is dat de ziel geschapen is door God, en, behoud van energie aangeeft. Er is voortdurende dankzij de interventie van God, deelheeft aan transformatie van energie maar geen verlies van Gods onsterfelijkheid. De ontologische status energie. van de ziel kent dus wel een begin maar geen De Hindoes zijn vertrouwd met de ontologische eind: gedachte van ‘begin’ en ‘eind’ als een ondeel- bare cirkclbeweging. Zij vereren Shiva in de ‘Een natuurlijk lichaam wordt er gezaaid, een goddelijke drieeenheid van Brahma, Visnu en geestelijk lichaam opgewekt.’ (Paulus 1 Cor. Shiva niet alleen als Vernietiger maar ook als 15,44) Schepper en Behocdcr. In zijn bock Dialogue with Death, A Journey through consciousness schrijft De christelijke opvattingen over dood en leven Eknath Easwaran: zijn onderdeel van een andere religieuze en filosofische kosmos dan de ideeen van het Zen- Today, in my eighties, death holds no fear for me. boeddhisme of HindoeYsme over levcn-en- Tor today I know - not merely believe but know, dopd. Op de vraag van een leerling aan zijn as each of us can know that death is only a door, Zenmeester ‘Waarom sterven mensen eigenlijk?’ and dying no more than a change of rooms. And 1 komt een bondig, overtuigend antwoord: 'Waar look on death as a friend, for it has taught me to een begin is, is een eind!’ De leerling stelt dezelf- live completely in the present, full of faith and free de vraag opnieuw aan zijn meester. nadat hij per from fear. ~

44 Praktische Humanistiek nr.2, He jaargang december 1998 In deze tckst van Easwaran zullen vole Hindoes huis, dus ik bepaal wie hier kan binnenkomen.’ zich herkenncn. Christendom, Zenboeddhisme is bijvoorbeeld een uitspraak die zich in begin- en Hindoe'isme hebben een verschillende visie sel uitstrekt tot alle mensen. Universeel betekent op de relatie tussen mens en kosmos, en paral­ hier: alle mensen omvattend. Er bestaan geen lel daaraan op de verhouding tussen immanen- waarden die niet direct of indirect alle mensen tie en transcendentie, determinisme en vrijheid. raken. Bijvoorbeeld, een waarde als het recht op Alle vragen en eventuele antwoorden op de euthanasie, zoals in Nederland gepraktiseerd, laat betekenis van de dood in het menselijk bestaan ieder mens principieel vrij in de keus voor of zijn te herleidcn tot vragen en antwoorden op tegen, maar het sluit geen enkele mens, waar ter de spanningsboog tussen immanentie en wereld ook, uit van die keus. Een waarde die transcendentie in het menselijk bestaan. Ik ken bijzondere privileges of rechten toekent aan een geen wereldbeeld of levcnsbeschouwing, al of bepaald volk, dus nationalistische of groeps- niet religieus, die een uitzondering is op deze gebonden religieuze waarden, lijkt het beginsel ‘regel’. Dus ook niet het humanisme. van universaliteit te ontkrachten. De categoric van selectieve, groepsgebonden waarden is Humanisme, ecu existentiele analyse inderdaad inhoudclijk een aanval op de mens- De vraag dringt zich nu op, hoe het contempo- heid, bijvoorbeeld door het belang van het eigen raine humanisme over leven en dood denkt. Op volk tot het allerhoogste belang uit te roepen deze vraag is geen eenduidig antwoord te geven. met verontachtzaming van de rest van de mens- Het humanisme is daartoe in 1998 nog minder heid. In feite is dit de praktijk van alledag. Als in staat dan het Christendom anno 1998. De we ons echter de vraag stellen tot wie de Ameri- vraag kan alleen beantwoord wordcn door de kaanse, Chinese of Israelische president of contourcn van de humanistische levensvisie te premier zich richten, als ze het volkenrecht schetsen vanuit de verschillende historische en schenden op grond van nationaal belang, blijkt filosofische stromingen. Het humanisme kent dat de hele wereld te zijn. Mijn conclusie kan geen openbaring, geen grondlegger, geen be- kort zijn. Zelfs waarden die een groot deel van middelaar of messias en geen georganiseerd de mensheid buiten beschouwing laten, kunnen gezag. Maar het kent wel een aantal centrale niet geformuleerd en uitgevoerd wordcn zon- waarden, waarvan de kemwaarde misschien zelf- der impliciet of expliciet een uitspraak te doen respect genoemd moet wordcn. over de rest van de mensheid. De combinatie Zelfrespect zonder arrogantie, zelfrespect als van beide condities, i.c. innerlijke overtuiging zelfonderzoek, de kunst om te leven met inbe- en het besef dat elke waarde impliciet een inten- grip van de kunst om te stervcn. Het zelfrespect tieverklaring is aan alle mensen, creecrt een impliceert de aanvaarding van bepaalde waarden spanning. Deze spanning vloeit voort uit een die aan twee condities moeten voldoen. De eer- autonoom, anarchistisch levensbesef, en de ste conditie is dat ik bepaalde waarden aanvaard onvermijdelijkc verbondenheid met alle ande- vanuit innerlijke overtuiging en voor eigen re mensen, over wie we, ongewild, onbewust verantwoordelijkbeid. Ik hoef die waarden niet maar onontkoombaar, voortdurend uitspraken zelf te construeren of te ontdekken, maar ik heb doen. Zelfs als we, bewust en vooral onbewust, geen andcr gezag nodig om hen te aanvaarden voortdurend bezig zijn ons af te grenzen van dan het intui'tief besef van de ‘goedheid’ en/of andere mensen, zullen we daarin niet slagen. De ‘juistheid/waarheid’ van die waarden. De twee- universele dimensie van het menselijk waar- de conditie is dat ik mij bewust ben dat elke denbewustzijn bindt elke mens aan alle andere waarde die ik aanvaard een onderhuidse uni­ mensen, al ervaren we die binding nog zo nega- versele tendens heeft. De uitspraak ‘Dit is mijn tief. Een negatieve binding is sterker en onvrij-

Praktische Humanistick nr.2, Scjaargang december 1998 45 er dan een gewilde band. De laatste kan ver- vende en dc naastc omgeving handclen vanuit broken worden. De eerste ook, hoewel met aan- zuivcrc imenties tegenovcr zichzelf en elkaar. zienlijk nicer moeite. Zo ja, dan kan do spiegel zijn werk verrichten zonder schaamte en schuldgevoelens op re roe- Waaroin deze analyse van het waarden- pen: zo niet, dan is er niet alleen iets mis met de bc wus r zijn? eerste conditie, maar ook met de tvveede. De twee condities, de conditie van innerbjke De tweede conditie houdt in dat we ons bewust overtuiging en de conditie van universaliteit, zijn van de universele tendenties van ons waar- verliezen elke vorm van willckcur of subjectivi- denbewustzijn. Dit betekent dat op een laten- teit, als ze tijdens bet stervensproccs, op de grens te, onbewuste manier de inetisheid, bet symbool van zijn en niet-zijn, bun loutcrende rol spelen. voor alle menscn. voortdurend in ons waardcn- Vanuit de confrontatie met de dood, fungeert bewustzijn aanwezig is. Tijdens bet afscheid de eerste conditie als een waarheidstest. De test nemen van bet leven of van een stcrvende, komt is ofjeje leven geleefd hebt conform je diepste er noodgedwongcn en spontaan een eind aan overtuigingen. De existentialisten gebruiken iedere vorm van eigenbelang. Zoals de scboon- biervoor bet woord ‘authentiek’. Een zekere heid van bet bestaan zich met een intense kraebt mate van authenticiteit is een noodzakelijke aan (de omgeving van dc) stcrvende opdringt, voorwaarde voor levenskunst, en levenskunst zo transformeert gelijktijdig bet etbiscb bewust- is de kunst van bet optimaliseren van de levens- zijn zicb van bet niveau van plichten en recbten ervaring, een proces dat zicbzelf voortdurend naar een andcre dimensie. de dimensie van een vernieuwt. Dit proces kan doorgaan tot op boge onbcgrensde ruimte waarin zicb een spel van leeftijd, tot en met bet sterven. De ogen van een eindeloze connecties en vcrandcringen afspeelt. bejaarde ‘verraden’ de intensiteit van zijn ofhaar onweerstaanbaar en oncontrolcerbaar. De mens- bewustzijn. Het ene uiterste is bet vegeterend beid blijkt een realiteit te zijn, alleen geen reali- bewustzijn, waarbij bet klosje garen langzaam teit los van de kosmos en bet zijn/Zijn. De afrolt tot er geen draad meer over is; bet andc­ tweede conditie lijkt een abstractie te zijn in bet re uiterste is een intense, mystieke vreugde over dagelijks leven, vergclijkbaar met zoiets als ‘nul’ de schoonheid van het bestaan. te vergelijken of zcn\ totdat bet sterfbed bet individu van al met een intense muzikale ervaring. Het sterven zijn recbten en plichten bevrijdt om bet terug te transformeert bet gangbare waardenbesef. Aller- geven aan dc ruimte, waarin bet zovecl jaar gele- lei kwesties die we doorgaans belangrijk vinden, den ontstond en bcgon te groeien. verliezen bun evidentie en maken plaats voor bestaansvragen die niet bet ‘bebben’ maar bet De dood maakt nog iets evident. Als een mens ‘zijn’ raken. We gaan, dankzij bet sterfbed, een niet bang is voor de dood, dus in staat is deze andcre dimensie binnen dan die van allcdag. Het limiet ondcr ogen te zien, is er niets en niemand diebterbij komen van bet niet ‘zijn' van de ster- die haar of bem nog afhankelijk kan maken en vendc heeft tot paradoxaal gevolg dat de erva­ de (innerbjke) vrijheid kan ontnemen. Of zoals ring van bet zijn/Zijn zich met steeds groterc Spinoza zegt: ‘Een vrij mens denkt aan niets kraebt in de betrokkenen manifestccrt. Het is minder dan de dood en zijn wijsheid is niet een also! bun bewustzijn weer ‘bewust’ ‘zijn' wordt. meditatie over de dood maar over bet leven.’ Elke vorm van onechtheid ontmaskert zicbzelf door op de vlucbt te slaan voor deze intense ont- ologische ervaring. De dood wordt daardoor een spiegel voor een heel leven. De eerste conditie blijkt nu over te gaan in de vraag, of de ster-

46 Praktische Uuniatiistiek nr.2, 8e jaargami deccmbcr 1998 Twee traditics in het heidens weten. Zo geredeneerd, is Beatrix zelf een humanisme humanist, als zij zegt: ‘De dood is een myste- rie; geen levensovcrtuiging kan sterven ver- Het humanisme als levensbeschouwing begint klaren (...) zo betekent clke dood een bij de mens, niet bij God, en aanvaardt geen onbegrijpelijk einde.’ Deze citaten typeren inzicht of openbaring van buitenaf. Het huma­ Beatrix dus eerder als een agnostica die het nisme hoeft echter niet rond zichzelf de laatste bewuste niet-weten beoefent inzake de cirkel te trekken. Doet het dat wel, dan is spra- mogelijke zin van sterven en dood dan als een ke van een benauwende antropocentrische visie orthodox christen." die de mens opsluit in een reeks alpha’s zonder ooit de omega te bereiken. Hike levensbeschou­ Ik cindigde mijn analyse van de rede van Beat­ wing, christelijk, taoistisch of humanistisch, is rix met deze zin: "Het humanisme in Nederland onvolledig en onbekwaam als levensbeschou­ heeft diepc wortels: de kerstrede demonstreert wing, als het geen visie heeft op de dood. Zo’n de agnostisch-spirituele traditie van het huma­ levensbeschouwing laat dan immcrs de be- nisme zonder het humanisme bij naam te noe- langrijkste vraag die elke mens zich eenmaal men.' Mede mijn interpretatie verleidde Rex stelt, aan zich voorbijgaan. Brico in het Algemeen Dagblad tot een com- * Het humanisme wordt vaak verweten dat het mentaar onder de titel: "Beatrix tussen twee geen visie heeft op de dood. Ter illustratie van vuren’. ‘Twee reacties vielen mij in het bijzon- dir verwijt citeer ik het Refomiatorisch Dagbiad in der op’, aldus Brico. ‘De ene stond in het zijn kritische reactie op de Kerstrede in 1996 van Rcformatorisch Dagblad in de vorm van een Koningin Beatrix. Het thema van Beatrix’ toe- hoofdredactionele commentaar; de ander viel te spraak was dood en rouw. Ik schreef een inter- lezen in NRC-Handelsblad en was geschreven pretatie van haar rede in NRC-Handelsblad (d.d. door Fons Elders, docent levensbeschouwing 7.1.1997) onder de titel: "Koningin Beatrix aan de humanistische universiteit in Utrecht. Ik beoefent het bewuste niet-weten'. In mijn vond deze reacties opmerkelijk, omdat ze in NRC-tekst heb ik de reactie van het Refonnato- mijn waarneming de twee polcn representeren risch Dagblad verwerkt: waartussen de mecste godzoekers zich bewcgen.’

‘Een levensbeschouwing die Beatrix niet met Dc uitdaging van het niet-zijn name noemt, is het humanisme. Het Reforma- In het hoofdstuk "De uitdaging van het niet-zijn’ torisch Dagblad heeft daar een mooic "verkla- in het bock Over leven en dood, schrijf ik dat de ring’ voor: "Hooguit konden mensen die hoogtijjaren van het filosofisch-materialistisch ‘nergens’ aan doen (en dat zijn er tegenwoor- gei’nspireerde humanisme voorbij zijn: ‘dit geldt dig heel veel) vinden dat zij er bekaaid afkwa- zowel voor zijn streven naar een exclusief men. Maar het is nu eenmaal zo dat ten wetenschappelijk wereldbeeld als voor de alles- aanzien van de grote vragen van dood en omvattende, klassenloze samenleving, en voor eeuvvigheid het humanisme eigenlijk geen zijn ideologic van de individualisering van nor- antwoord heeft.’ Het Rcformatorisch Dagblad mcn en waarden. Het woord is nu aan de filoso- heeft gelijk dat het humanisme geen duidelijk fisch-spirituele traditie van het humanisme, met en eensluidend antwoord heeft op de vraag zijn wortels in de Griekse oudheid en in de her- naar de zin van de dood. Veel humanisten metische gnosis van Alexandrie. Deze oude nemen een agnostisch standpunt in: zij doen humanistische traditie denkt anders en, naar mijn bewust geen uitspraak over een al dan niet oordeel, genuanceerder over de dood dan haar voortbestaan na de dood. omdat zij het niet ietsjongere broer [het filosofisch-materialistisch

Praktische Humanistiek nr.2, Sejaargang decembcr 1998 47 Fans Elders is hoodie roar ‘Thcorie ran dc Icrenshe- 2. Eknath Easwar.in (1992), Dialogue with Death. A Journey schoiiwing, in het bijzonder systemaiischc huinanis- through consciousness. Nilgiri Press, Tomales, p. I I. tiek' aan dc Universiteit roor Humanistiek. 3. Fons Elders (1997) in: Foils Elders, red. (1997), Orer lu’veu en Dood. Doodsopvauinjien in het boeddliisme. Chris­ Dit artikel is cen voorpublicatie: uit Wijbe van tendom, coitfucumisme, hindoe'isme, himanisnw, islamjoden- Dijk, red. (1999), Dc laatstc tijd. Dcnkcn over Uci dom, shintoisme. tao'isme, tibetaans dodenboek, zes dialogen cinde in leuensbeschomi’ing en psychiatric, uitgevc- met de dood. VUB-Press, Brussel, pp. 64-65. rij Meinema, Zoetermeer. Het boek zal in het 4. Ibid., pp. (>2 e.v.. Zie ook: Fons Elders (1993), Huma­ vooijaar van 1999 verschijnen. nism Toward the Third Millennium. VUB-Press, Brussel, pp. 10 e.v.. 5. David Bohin (1980). Mioleness and the implicate order. Noten Roudedge and Kegan Paul. London, passim. 6. PasqualeJ. Simonelli (1998). ‘Transcendence. The Uni­ I. Gustavo Corcao, in ecu vertaling van Guido Logger versal Quest’, in: Fons Elders, ed. (1999), Humanism (1951), Cursus van de dood. Spectrum, Utrecht/Ant- Toward the 'Third Millennium III. VUB-Press, Brussel. werpen, pp. 42-43. (Nog te publiceren tekst)

(advertentie)

Zorgethiek: ruimte binnen regels _Z*gethiek •■"Tijjj. nimlt binirn ngeii Onder redactie van Th.N.M. Schuyt en M. Steketee ISBN 90-6665-288-8 / 176 pagina's / / 39,50

In West-Europese verzorgingsstaten is hulp grotendeels een zaak gewor- den van overheidsbeleid en programma's, uitgevoerd door instellingen en beroepskrachten. Echter, met het terugtreden van de overheid komen ver- antwoordelijkheden anders te liggen. Naast aan de overheid wordt aan de markt en het particulier initiatief een grotere rol toebedacht. Van overheidszijde wordt ter vergroting van de doelmatigheid de hulp aan stringentere regels gebonden. Ook wordt hulp in toenemende mate geconfronteerd met de markt en de regels die daar gelden. Binnen de maatschappelijke hulpverlening en de gezond- heidszorg zijn de laatste tijd steeds meer richtlijnen, standaarden en protocollen ontwikkeld. Hulpverleners dienen de morele keuzen te legitimeren die binnen een hulpverleningssituatie gemaakt warden. Door de toenemende regelgeving hebben zij de neiging voor deze verantwoor- ding vooral een juridisch begrippenkader te hanteren. De rechtsethiek is in opmars. Daarmee lijkt een belangrijk element van zorg, namelijk de persoonlijke en maatschappelijke betrokkenheid naar de achtergrond te verdwijnen. Welke ruimte blijft er binnen de regels voor het dynamisch gra­ ces van hulpverlenen? Welke ruimte blijft er voor een zorgethiek? Deze bundel is samengesteld door auteurs die reflecteren op het concept 'zorgethiek' vanuit een breed terrein van de hulpverlening: de kinderbescherming, de jeugdhulpverlening, de vrouwen- hulpverlening, de slachtofferhulp, de hulp door politic maar ook vanuit de patienten- en clientenbe- weging. Het boek is bestemd voor hulpverleners en voor opleidingen voor hulpverleners, zowel op universitair als op hbo-niveau. Uitgeverij SWP Postbus 578 Boeken van de SWP zijn verkrijgbaar in de boekhandel in Nederland en Belgie 3500 AN Utrecht Bij rechlslreekse toezending warden verzendkoslen in rekening gebracht. Telefoon (030) 2368060

50 Praktischc Humanistiek nr.2, Se jaaryany dccember 1998 R ECENSIES

Harry Kunneman (1998), Postmoderne moraliteit, Boom, Amsterdam, ISBN 90 5352 400 2 140 biz., / 32,50

's Hertogenbosch, 21 november 1998 Hooggeleerde heer, Langs deze weg reageer ik op het in juni van dit jaar verschenen boekje van uw hand: 'Postmoderne moraliteit'. Het feit dat ik 'boekje' schrijf in plaats van boek, duidt niet op de erin naar voren gebrachte inhoud, maar op de omvang van het geheel. In vergelijking tot de meer omvangrijke boeken die u eerder gepubliceerd heeft, lijkt u zich danig te hebben moeten inhouden. Moor ondanks de beperking in het aantal bladzijden slaagt u er toch weer in om een indrukwekkend spectrum aan theoretische vergezichten met elkaar in verband te schrijven. Of u dit overal even adequaat doet, daarover wil ik graag met u van gedachten wisselen. Loot mij eerst de hoofdlijnen uit uw betoog weergeven, zodat helder wordt wot ik uit uw verhaal gedestilleerd heb.

In bijzonder veel beschouwingen van de heden- De crisis van de moraal daagse maatschappelijke, politieke en sociale situ- De moraal in onze hedendaagse maatschappij en atie wordt voortdurend de nadruk gelegd op de samenleving zou door steeds minder mensen, met crisis waarin de moraal zich aan het einde van de name jongeren (steeds weer die jongerenl), erkend twintigste eeuw zou bevinden. Veruit de belangrijk- warden. Daardoor (even steeds minder mensen ste stelling in uw verhaal is dat er echter geen spra- naar normen en waarden 'waar wij het allemaal ke is van een crisis van de moraal, maar dat er over eens zouden moeten zijn', hetgeen weer zou sprake is van een vormverandering. Het is niet het leiden tot een toename van gewelddadigheden in geval dat het bouwwerk van de moraal volledig uit- de openbare sfeer en in de privesfeer. Deze als ge- een valt, maar dat een specifieke vorm van de vaarlijk aangemerkte ontwikkeling kan gekeerd moraal haar morele vanzelfsprekendheid en feitelij- warden door over te gaan tot een herstel van het ke toepassingsadequatie aan het verliezen is. Dat gezag: zowel van bovenaf als vanuit de betrokken deze vormverandering niet hetzelfde is als een cri- individuen zelf. Met andere woorden: meer blauw sissituatie, leidt u op empirisch niveau af uit de op straat en meer blauw in het hoofdje. Herstel door u geanalyseerde nieuwe vormen van mora­ desnoods, door het nemen van een toevluchf tot liteit die her en der opdoemen en op conceptueel gewelddadige middelen zoals keihard politieoptre- niveau uit de andere plaats die het verlangen in den, het ongelimiteerd uitbreiden van de gevange- onze tijd toebedeeld krijgt. nissen en het opleggen van langdurige en zware

Praktische Humanisliek nr.2, Sejaargang deccmber 1998 51 straffen aan de overtreders van onze wetten. Ik ben splitst in twee soorten. Het eersfe is bet toe-eigenen- bet dan oak volledig met u eens dot bet nemen van de verlangen: het individu wil onder volledige con- een toevlucht tot dergelijke middelen op de keper trole beschikken over het object van verlangen. Dit beschouwd een toename van geweld met zich mee- kan een nieuwe cd, een pornoboekje of een pot brengt, lets wat echter buiten bet maatschappelijke honing betreffen, maar ook een ander persoon. Een gezichtsveld blijft. In dit soort beschouwingen is grondstructuur van volledige confrole over het sprake van de nadruk op een enkele functie van de object van verlangen, acht u wezenlijk voor veel moraal, namelijk die van bet bewaren en bewaken verlangens die mensen hebben. Het tweede soort van de sociale structuur. In uw analyse verschijnt de verlangen is het verlangen van de persoon in zijn moraal daarentegen als een fenomeen met een of hoar bijzonderheid te verschijnen. Anders dubbele functionaliteit. Enerzijds dient de moraal gezegd: het verlangen erkend te warden in datge- inderdaad bet beschermen van bet sociale weefsel ne waarin je anders bent dan anderen, wat het waarin een individu is opgenomen; am dit weefsel onderscheid uitmaakt tussen jouw individualiteit en te beschermen moeten individuen warden inge- andermans individualiteit. voegd in de bestaande ordeningen. Anderzijds Beide vormen van verlangen vertegenwoordigen dient de moraal de behoeding van bet individu een morele waarde die in de consumptiecultuur tot voor uitstoting uit de gemeenschap en bet tengevol- uitdrukking komt. De eerste vorm van verlangen ge daarvan overgeleverd warden aan de naaktheid vanwege de bijzonder basale erkenning van 'bet van bet bestaan. Deze dubbele functie is in de welkom zijn in de wereld', die mensen vinden in grondstructuur van elke vorm van moraal en morali- het kunnen consumeren, in het geruststellen van het teit terug te vinden. verlangende kind in hen. De tweede vorm vanwege het feit dat mensen in de gelegenheid warden Het vrijkomen van het verlangen gesteld '...om aan de eigen identiteit langs zelf Op een aantal plaafsen in uw boek keert de uit­ gekozen lijnen gesfalte te geven. De zoektochten drukking het vrijkomen van het verlangen terug. Het die daarmee verbonden zijn, bieden ook ruimte vrijkomen van het verlangen duidt op het meer en aan nieuwe articulaties van het morele verlangen, meer aan de oppervlakte komen van de enorme die in het teken staan van openheid, gelijkwaardig- diversiteit aan verlangens die zich in een individu heid en ruimte voor verschil.' (1998:96) kunnen aandienen. Dit vindt plaats in de intra-psy- chische, existentiele sfeer, in de inferpersoonlijke De vormverandering van de moraal sfeer en in breed-culfurele sfeer. Allerlei verlangens Het morele verlangen maakt in uw verhaal deel uit die onder de conventionele moraal nog als zondig, van een veel bredere werkelijkheidsanalyse. Naast slecht, laag, voos of smerig werden bestempeld en het domein van het verlangende individu onder- die derhalve geen of slechts een marginale plek scheidt u een systeemdomein en een leefwerelddo- kregen toebedeeld in de existentie en in de cultuur, mein. Deze gebieden warden ieder voor zich, kunnen zich langzamerhand wel een plek verwer- intern, door strijdigheden geconstitueerd. Dat wil ven. Sterker, ze warden zelfs opgewekt door wat u zeggen dat er bij voortduring meerdere processen aanduidt als 'postmoderne verlangensmachines'. gaande zijn die elkaar tegelijkertijd stimuleren en Tot de produkten van postmoderne verlangens­ wegduwen. Efficiencyverbetering leidt zowel tot machines kan de niet aflatende stroom fantasiebeel- een toename van produktie als tot een uitpufting den gerekend warden zoals de keur aan vecht- en van natuurlijke hulpbronnen waar die produktie en sexfilms, lifestyle-magazines, soapseries en reclame- efficiencyverbetering zelf van afhankelijk zijn. Een boodschappen. Het vrijkomen van het verlangen argumentatieve consensus in de leefwereld kan betekent de toelating en opwekking ervan. zowel tot gevolg hebben dat specifieke wensen van Door u wordt het postmoderne verlangen uitge- mensen beter op elkaar afgestemd worden als dat

52 Praktische Hwmmistiek nr.2, Sejaargang december 1998 specifieke wensen van mensen geen plaats kunnen vermenigvoudigd door het ontstaan van een schei- krijgen in hef vertoog waar de consensus in uitge- ding tussen leef- en systeemwereld. In de leefwereld drukt wordt. Het toelaten van verlangens die voor- kan de traditionele moraal vooralsnog behouden heen onder de deken moesten blijven kan zowel blijven, maar de ontwikkeling van de systeemwe­ resulteren in een liefdevolle en tedere aanraking als reld leidt tot de opkomst van een andere morele in een krenkende verkrachting. Maar deze domei- bedding om de interpersoonlijke relaties te regelen. nen interfereren oak met elkaar. Een toename van Relaties in de zich ontwikkelende systeemwereld de vluchtcapaciteit van Schiphol bedreigt de habi­ warden gesteld in termen van nutscalculafie, tat van 15.000 gezinnen in de omgeving van winstmaximalisering en efficiency. In onze tijd Schiphol. Een uifbreiding van Schiphol neemt ech- schrijdt het morele leerproces voort door meer en ter oak banen met zich mee en mogelijk een stij- meer plaats te maken voor het eigen spectrum aan ging van de systeemdruk waaronder mensen verlangens, de lichaams- en persoonsgebonden moeten werken, hetgeen leidt tot mogelijk een gro- mogelijkheden en onmogelijkheden van individuen tere behoefte van mensen om met het vliegtuig naar in kwestie. De traditionele beddingen waarin verre bestemmingen op vakantie te gaan, enzo- moraal tot ontwikkeling en uitdrukking kwam, zoals voorts. het gezin en de gemeenschap, warden dan ook Aan het op elkaar inwerken van deze krachtenvel- minder en minder als bedding voor moraal bruik- den ligt geen uiteindelijk te ontdekken basale logi- baar. Zowel in feitelijke als in morele zin. De ca ten grondslag. Niet vanwege het empirische verlangende individuen brengen meer en meer tijd gegeven dat de processen in zichzelf te complex door in organisatorische omgevingen, waar ze in zijn om te kunnen begrijpen, dan zouden we enkel aanraking gebracht warden met zowel de systeem- de feitelijke randvoorwaarden hoeven te garan- eisen die daar geldig zijn, als met de wijdere deren waaronder onze meetapparatuur en maatschappelijke context van de organisatie, als- onderzoeksmethoden toereikend zijn om deze pro­ ook met het eigen bestaansproject waarin ze ver- cessen inzichtelijk te maken. Het inzichtelijk maken wikkeld zijn. Moraal kan dus niet meer vanuit een van deze processen is onmogelijk vanwege het feit van de oude beddingen (de traditionele, noch de dat wij in onze paging deze processen te beschrij- moderne) warden opgelegd aan die situaties waar­ ven, een actieve - door ons verlangen gestuurde - in morele vragen aan de orde zijn. Postmoderne interventie plegen in de te beschrijven processen. moraliteit dient aansluiting te zoeken bij de speci­ Uw boek tracht niet alleen de vormverandering van fieke interferentie van krachtenvelden die in een de moraal sec te beschrijven, maar ook een norma- bepaalde situatie van kracht is. tief geladen betoog te zijn over de wenselijkheid van het toelaten van het morele verlangen. Hiermee Ik began deze brief met de constatering dat u in dit beoogt het de morele beeldvorming inzake morali- boekje wederom in staat bent gebleken een indruk- teitskwesties te veranderen. wekkend spectrum aan vergezichten met elkaar in verbinding te schrijven. Het belong van uw onder- De vormverandering van de moraal die u tegelijker- neming schuilt erin dat u een afgewogen visie tijd beschrijft en op morele gronden bepleit, is - tracht te ontwikkelen op de maatschappelijke naar uw analyse - opgenomen in een eeuwen werkelijkheid aan het einde van deze eeuw. Hierbij omvattend praktisch moreel leerproces. In dat more­ wilt u zowel recht doen aan de enorme risico's en le leerproces wordt de overgang van de traditione­ het geweld waarmee wij meer en meer geconfron- le gemeenschappen naar de moderne teerd warden, als aan de ruimte die u op cultured, maatschappij gemarkeerd door een losweking van politick en sociaal niveau ziet ontstaan voor indivi­ de moraal uit haar traditionele, sacrale bedding. In duen om telkens opnieuw te ontdekken wat voor deze overgang wordt de gedaante van de moraal henzelf in het leven op dit moment de moeite

Praktische Humanistiek tir.2, 8e jaargang december 1998 53 waard is. Dit laatste duidt u aan als de mogelijk- uw oprechte paging ruimte te creeren, maakt u het heid voor individuen een eigen bestaansethiek te onafgestemde onmogelijk om in deze ruimte op te ontwikkelen en als de mogelijkheid voor individuen treden: het treedt immers als singulariteit op. Het om met zichzelf in gesprek te goon, om contact te onafgestemde dient zich aan als een explosie, zan­ maken met het onafgestemde in henzelf. U meent der vooraf te vragen of het welkom is, zonder ook zelfs te kunnen en moeten spreken van een 'recht maar interesse te stellen in de vraag of het welkom op onafgestemdheid'. Voor deze dimensie van uw is. Ik wil dit gebeuren redden van uw goedbedoelde betoog goat u onder andere te rode bij Lyotard en (maar in de methode verkeerd uitpakkende) paging Nietzsche. om het tot omschreven onderdeel te maken van een Uw stellingname dot de moraal een vormverande- wijds perspectief op de menselijke natuur en de ring ondergaat, acht ik belangrijk. Al was het maatschappelijke werkelijkheid. Laat ik het zo alleen moor om de pathologische doemdenkers, formuleren: er komt altijd nog iets van nog verder. zowel als de poldermodel-herouten de mond te kun­ Het komt van verder dan uw en mijn pogingen, om nen snoeren. Toch is er iets dot me niet zint aan uw het een plek te geven, kunnen reiken. Altijd nog verhaal en dat is de manier waarop het individu er weer van verder. Altijd... vanaf komt dat zich temidden van die vormverande- rende moraal bevindt. Het liefst zou u helemaal Der Wille zur Mocht niets inhoudelijks over de moraal van het individu Mijn bespreking over uw behandeling van het onaf­ zeggen, behalve dat die existentieel inhoudsvol gestemde, brengt mij bij het tweede punt van kri- voor die persoon meet zijn. Middels het 'recht op tiek, namelijk waar het uw betoog over der Wille onafgestemdheid', 'contact met het onafgestemde' zur Macht behelst. U schrijft in uw boek op een en het 'gesprek met jezelf' tracht u recht te doen gegeven moment het volgende: aan de menselijke conditie, meer te (kunnen) zijn 'Het goat Nietzsche (...) om het ontwikkelen dan wat er aan de oppervlakte verschijnt. Echter, van een vorm van zelfzorg tegen het geweld de wijze waarop u dit 'meer (kunnen) zijn' themati- van de invoeging in. Een dergelijk proces seert, is mij te vluchtig. betreft niet de speelruimte van het individu in sociaal-economische zin, maar betreft in de Het recht op onafgestemdheid allereerste plaats een persoonlijk leerproces, Neem bijvoorbeeld een formule als 'het recht op on­ een innerlijke ontwikkeling. Het goat hier om afgestemdheid'. Ik mag u hiervoor toch wel een het gesprek met onszelf, om contact met het heel klein beetje uitlachen, hoop ik? Ik vind het erg onafgestemde, om het serieus durven nemen aardig van u dat ik rechten mag laten gelden over van ons eigen verlangen, om de vitaliteit, de mijn onafgestemdheid. Dat u als het ware institu- levens-lust en het ja-zeggen. Nietzsche kon een tioneel ruimte wilt maken voor de norm dat ik mij dergelijke gedachtengang kennelijk slechts ver- mag onttrekken aan benoemingen van anderen en overen door -tegenover het geweld van de wellicht zelfs aan benoemingen van mijzelf omtrent invoeging - het bevestigen van het eigen mijzelf. Mijn probleem echter is, dat u hiermee het anders-zijn, en de daarvoor noodzakelijke zelf­ onafgestemde, door Lyotard benoemd als in de er- zorg, eveneens als een gewelddaad te denken, varing naar voren tredend, tot een categorie maakt als Wille zur Macht. Deze hyperbool bemoei- naast andere categorieen. Hiermee heeft u tot stand lijkt het zicht op de morele betekenis van Nietz­ gebracht wat u niet tot stand wilt brengen, namelijk sches gedachtengang.'( 1998:74) [cursivering de categorisering van iets dat zich juist aan cate­ reeds in oorspronkelijke tekst P.V.] gorisering onttrekt. Mijn onafgestemdheid heeft voor zichzelf namelijk geen recht nodig, aangezien het Met name het laatste zinnetje is aardig: deze altijd weer anders is, het overal doorheen breekt. In gewelddadige hyperbool, der Wille zur Macht,

54 Praktisdie Hitmauistiek m.2, 8c jaarqtmg december 1998 bemoeilijkt het zichf op de morele betekenis van Waar het mij hier om goat is dat in uw benadering Nietzsches gedachtengang. Deze hyperbool geen licht wordt geworpen op het feit dat het Nietz­ bemoeilijkt voor mij in het geheel niet het zicht op sches inzet was om de dood van God, de 'open de morele betekenis van Nietzsches gedachten­ actualiteit' in uw woorden, volstrekt serieus te gang, integendeel. Hier geldt net als bij het vorige nemen. Namelijk het gegeven dat het individu tel- punt van kritiek dat ik iets van Nietzsches inzet wil kens opnieuw het moment moet doormaken dat hij redden van uw methodische aanpak. U maakt in of zij zijn of haar eigen waarden moet scheppen het hierboven weergegeven citaat een klassieke en deze niet kan ontlenen aan de positieve, Nietzsche-interpretatiefout; maar gelukkig bevindt u inhoudelijk-omschrijvende doctrine van een God, zich wat dat betreft in goed gezelschap. U begrijpt welke gedaante deze ook aanneemt. Dat wil zeg- der Wille zur Macht a\s een gewelddaad, namelijk gen dat de waarden die individualiteit en eigen- als het door het individu overweldigen van de heid uitmaken, niet ontleend kunnen warden aan externe, geconsolideerde wereld. Volgens u wil een feitelijke werkelijkheid, maar gevormd moeten Nietzsche dat het individu zijn wil versterkt, aan- warden in een interactioneel productieproces: een scherpt, rijker maakt om deze vervolgens aan een eigen productieproces van symbolische confi­ geconsolideerde, feitelijke exfernaliteit op te kunnen guraties die samen met alle andere symbolische leggen. Door uw systematisch bepaalde methode configuraties de werkelijkheid vormen. lijkt u eraan voorbij te moeten gaan dat aan Nietz­ sches begrip van der Wille zur Macht een geheel De vraag naar de waarde van individualiteit ander model ten grondslag ligt. Niet een descriptief Op dit punt wil ik terugkeren naar uw punten van model, maar een esthetisch model: een model het vrijkomen van het verlangen en naar het erkend waarin feiten niet bestaan, anders dan als prin- warden in zijn of haar eigenheid. Het is waar dat cipieel tijdelijke, symbolische configuraties die zich- in de consumptie, in het consumptiepatroon dat zelf tot feit hebben weten te maken. individuen ontwikkelen, bepaalde waarden tot uit- In uw boek richt u zich tot uw leermeester Haber­ drukking gebracht warden. Je zou kunnen stellen mas ongeveer zoals ik mij nu tot u richt. U schrijft: dat in de aankoop van een jack of in het laten zet- 'Wanneer wij (...) uw eigen analyse van de ten van een tatoeage een waarde tot uitdrukking interference van systeem en leefwereld serieu- gebracht wordt die voor het betreffende individu zer nemen dan u zelf doet en ons conceptuele belangrijk is. In zekere zin is dat dan iets eigens blikveld zodanig verruimen dat naast de arbeid dat die persoon tot uitdrukking brengt. Maar op die en de tool oak de lichamelijkheid en het verlan- manier zijn we al individu, op die manier zijn we gen prominent in beeld komen, dan is het nog al onvervreemdbaar singulier als we geboren war­ maar een kleine stop naar een postmodern den. De vraag waar het mij om gaat, een vraag denkkader, waarbinnen niet longer sprake is die binnen het door u geVntroduceerde perspectief van een basale of overkoepelende logica maar niet aan de orde gesteld kan warden, is: 'Wat is de ten principale uitgegaan wordt van meer- waarde van het type individualiteit dat tot uit­ voudigheid, polyvalentie en interference. drukking gebracht kan warden in de niet aflatende J Daaronder versta ik de gelijktijdige aanwezig- stroom aan fantasiebeelden uit de postmoderne ver- heid en werkzaamheid van verschillende, langensmachines?' Waarom zou je individu moeten onderling strijdige potenties, krachten, prin- zijn? Wat betekent het om individu te zijn? Wat is cipes, dynamieken, die niet bij voorbaat door de waarde van het individu zijn? De vraag naar de een grondprincipe, Sen wezenskenmerk, een betekenis van de door de postmoderne verlangens- uiteindelijke bestemming overkoepeld en genor- machines voortgebrachte waarden, naar de erin meerd warden, maar een open actualiteit aangeleverde enorme diversiteit aan identiteitscon- constitueren.' (1998:36-37) structie-mogelijkheden, kan binnen de scope van de

Prahtisclie Hiinianistiek nr.2, Sc jaarganji deccrnber 1998 55 lende actoren. Schilder en Wouters geven met hun gezinnen wordt op de voordelen van systematische methode invulling aan het communicatieve hande- verslaglegging en registratie ingegaan. Het aan- lingsmodel zoals Geert van der Loan dat in zijn brengen van structuur voorkomt dot de maatschap- proefschrift (1990) heeft beschreven. In 'Hulpverle- pelijk werker de 'rode draad' uit het oog verliest. nen onder voorwaarden' schetst Anneke Menger Dit dies neemt echter niet weg dat de maatschap- de gevolgen van onvrijwillige hulpverlening voor pelijk werker in actuele situaties spontaan moet kun- het handelen van maatschappelijk werkers. Zo spe- nen handelen. Het methodisch verantwoorden komt len motivatie-technieken, realistische afstemming op dan achteraf. Voor ervaren en deskundige werkers de (korte termijn) doelen van de client en een zeke- is dit geen probleem. Een duidelijke en strak gelei- re afstand tot de 'derde partij' die de voorwaarden de instelling en een goede inbedding in een plaat- stelt, een belangrijke rol. Menger schetst de voor- selijk en regionaal netwerk zijn belangrijke en nadelen van deze vormen van hulpverlening. In randvoorwaarden om tot goede resultaten te het artikel van Jozef Kummeling wordt ingegaan op komen. Marie-Jose Mineur beschrijft het medisch een hulpverleningsmethode om affectief verwaar- maatschappelijk werk dat zich bezighoudt met het loosde jongeren te bereiken. In plaats van ze een bevorderen van de zelfstandigheid van mensen die warm bad te bieden, speelt het bewaren van als gevolg van een ziekte of behandeling tijdelijk of afstand en het betrouwbaar en consequent zijn hier blijvend afhankelijk zijn van medische zorg of ver- een belangrijke rol. Louis van Kessel gaat in op de zorging. Medisch maatschappelijk werk heeft speci- rol die supervisie speelt in het ontwikkelen en bewa- fieke kenmerken. Tijd speelt een grote rol; ken van professioneel handelen. Supervisie draagt maatschappelijk werk kan van betekenis zijn voor bij aan doelgericht, bewust en systematisch (leren) een patient zolang deze in het ziekenhuis verblijft, reflecteren op opgedane ervaringen. Het is een daarna wordt deze overgedragen aan algemene belangrijke voorwaarde om tot een professionele voorzieningen. Kennis van het medisch jargon is beroepsuitoefening te komen. Wil van Genugten een ander aspect. Om te kunnen functioneren als schetst in haar artikel de ontwikkeling en betekenis intermediair tussen medisch geschoold personeel en van seksespecifieke hulpverlening. Een seksespeci- patienten is het van groot belong om beider taal te fieke bril geldt als voorwaarde voor individueel spreken. Tegenwoordig wordt multidisciplinaire afgestemde hulp. samenwerking steeds vaker bevorderd door de rol- len van de verschillende disciplines bij bepaalde Werkvelden en thematiek aandoeningen vast te leggen in protocollen. In deel vier van het boek wordt in drie artikelen stilgestaan bij (enkele) werkvelden en thema's. Kennisontwikkeling Achtereenvolgens zijn dit het werken in de kinder- Het laatste deel van het boek gaat over kennisont- bescherming, het werken met probleemgezinnen en wikkeling. Geert van der Loan beschrijft de verschil­ maatschappelijk werk in het ziekenhuis. Het artikel lende manieren waarop praktijk en wetenschap over de kinderbescherming van Rob Weijers elkaar kunnen beinvloeden. Te vaak wordt er van- en Gerard Oude Kempers laat zien dat het uitgegaan dat de theorie een voorbeeldfunctie ver- i juridisch kader grote gevolgen heeft voor het hulp- vult voor de praktijk. De praktijk voIgt als het ware verlenend handelen. Protocollen, aanmeldingspro- op de theorie. Van der Loan is van mening dat de cedures en wettelijke regelingen sturen het theorie ook voIgt op de praktijk en dat hiervan handelen van maatschappelijk werkers en vormen bewuster gebruik gemaakt zou kunnen warden, regelmatig blokkades voor effectief en efficient door reflectie op de praktijk, en door het reconstru- ingrijpen. Jammergenoeg wordt dit niet kritisch eren van succesvolle handelingen van praktijkwer- beschreven en van commentaar voorzien. In het kers. Nora van Riet schetst de (politieke) artikel van Jan Jans over het werken met probleem- ontwikkelingen die in Amerika van grote invloed

58 Praktische Humanistiek nr.2, 8c jaargang december 1998 zijn op het maatschappelijk werk. Ze zoekt, en le) politiek. Steeds vaker zie je dat maatschappelijk vindt, parallellen met ontwikkelingen in Nederland. werk zich richt op specifieke doelgroepen, of kiest Een te grote 'oufpu^erichtheid' kan verlammend voor werkwijzen die politiek gestimuleerd warden, werken op de kwaliteit van de hulpverlening. Door onder andere met extra subsidies. Het feit dat het het krachtig neerzetten van het beroepsbeeld en het werk gedecentraliseerd is, maakt de lokale bemoei- (verder) onfwikkelen van een beroepsprofiel moet enis er alleen maar groter op. Het gaat dan ook te ervoor gewaakt warden dat maatschappelijk werk ver om de artikelen in dit boek samen te vatten speelbal is van de politiek. Mathieu de Greef goat onder 'hoofdlijnen' van het maatschappelijk werk. in het allerlaatste hoofdstuk in op de rol van het Het boek is mijns inziens meer te zien als een maatschappelijk in de schuldhulpverlening. Hij pleit bloemlezing van interessante ontwikkelingen. voor een integrale aanpak waarbij de schulden- problematiek in een breder kader wordt geplaatst. Margot Scholte Het aanpakken van schulden moet gepaard gaan met het bewerkstelligen van een gedragsverande- ring. Hiervoor moet nagegaan warden of de schul­ Wilma Schakenraad, red. (1998), Dynamiek in den onderdeel uitmaken van andere problemen. Uit drievoud. Onderzoek voor burgers, instellin- onderzoek blijkt de verschillende aanpak van gen en overheden, Jan van Arkel/Verwey- betrokken dienstverlenende organisaties in het Jonker Instituut, Utrecht 1998, kader van de schuldhulpverlening. De brede onder- isbn 90 6224 415 7, / 32,50 steuning van maatschappelijk werk, niet alleen gericht op het oplossen van de schulden maar ook Deze bundel is verschenen ter gelegenheid van het op de belevingskant en de probleemhantering van eerste lustrum van het Verwey-Jonker Instituut in het individu, draagt bij aan een succesvolle aan­ Utrecht. Het Verwey-Jonker Instituut, gevestigd in pak. Utrecht, doet onderzoek naar zorg en welzijn in Nederland. Het gaat hierbij om maatschappelijke Al met al een lezenswaardige verzameling van vraagstukken, met name gericht op activerend bur- hedendaagse opvattingen en vraagstukken in het gerschap. Instellingen en overheden warden hierbij maatschappelijk werk. Elk artikel vormt een op zich- betrokken in zoverre deze een bijdrage kunnen zelf staand geheel waarin een werkveld, thema of leveren aan dit activerend burgerschap. De insteek methode wordt behandeld en waarin de mening hierbij is niet die van de problemen waarmee van de betreffende auteur wordt verwoord. Dit laat burgers te maken krijgen, maar de oplossingsrich- onverlet dat in de dagelijkse praktijk veel meer tingen die ze bedacht hebben, de eigen competen- gaande is dan hier geschetst wordt. De keuze voor ties. Daarbij wordt uitgegaan van een meer- de onderwerpen in het boek is bovendien een actorenperspectief, dat wil zeggen dat gestimuleerd enigszins willekeurige keuze, evenals de onderver- wordt dat betrokkenen zoveel mogelijk warden uit- deling in thema's. Sommige artikelen kunnen moei- genodigd tot samenwerking. teloos onder meerdere thema's geplaatst warden. Na het lezen van het boek rijst bij mij de vraag De missie van het instituut heeft vorm gekregen waarom er niets in staat over bijvoorbeeld het langs drie kernthema's: bedrijfsmaatschappelijk werk, of vrij gevestigde 1) de verhouding tussen overheid en burgers; maatschappelijk werkers. Ook het werken met richt- 2) de doorwerking van maatschappelijke verande- lijnen en protocollen en de nadruk op kortdurende ringen in het dagelijks leven; en hulpverlening wordt niet specifiek aan de orde 3) de kwaliteit van de dienstverlening op het ter- gesteld, terwijl daar toch veel ontwikkelingen in rein van zorg en welzijn. zijn. Tenslotte mis ik de wisselwerking met de (loka-

Praktische Humanistiek nr.2, 8e jaiir^ani’ december 1998 59 In de bundel heeft dit geleid tot drie delen. Ten eer- onderlinge verschillen; het goat om processen ste: participatie; ten tweede: lokaal sociaal beleid; waarin ongelijksoortige actoren van elkaar kunnen en ten derde: zorgvernieuwing en informele zorg. leren. 'Het Verwey-Jonker Instituut tracht met zijn Ter inleiding wordt de missie van het Verwey-Jonker meer-actorenperspectief de hier bedoelde leerpro- Instituut verwoord en afsluitend wordt programma- cessen in kaart te brengen, te stimuleren, dan wel tisch ingegaan op onderzoekslijnen voor de middel­ op gang te brengen wanneer daartoe in een con­ lange termijn. crete situatie aanleiding is.' (p.19) Ten dele gaat het daarbij om actie-onderzoek, gericht op sociale De bundel geeft een goed overzicht van waar het verandering. instituut zich de afgelopen vijf jaar mee bezig heeft In het slothoofdstuk worden drie (advies)lijnen uitge- gehouden. In het (eerste) deel over participatie zet voor de middellange termijn: 1) investeer in lezen we over de sociale positie van patienten, sociale infrastructuur; 2) treed tijdens alle fasen van over discriminatie van mensen met een handicap, beleidsprocessen in interactie met betrokken acto­ kwaliteitspanels, sociale veiligheid en buurtnetwer- ren over hun probleemdefinities (befekenissen) en ken, arbeidsongeschiktheid, clientenparticipatie in mogelijke maatregelen; en 3) neem sociale de geestelijke gezondheidszorg en clientver- competenties in plaats van sociale tekorten van trouwenspersonen in de jeugdhulpverlening. mensen en groepen als uitgangspunf voor hande- In deel twee, over lokaal sociaal beleid, gaat het len. over de professionaliteit van het lokale welzijnsbe- leid en modern paternalisme, de kwaliteit van Bij sociale infrastructuur gaat het uiteindelijk om het maatschappelijke opvang, sociale activering, werken aan een moderne gemeenschap; geen vrijwilligersorganisaties en de integrale wijk- gemeenschap die als het ware wordt aangetroffen, ontwikkeling. maar die actief ter hand moet worden genomen, Deel drie vraagt aandacht voor de combineerbaar- door burgers, instellingen en overheden. In het ver- heid van arbeid en zorg voor kleine kinderen, vrij- lengde daarvan worden zeven onderzoeksthema's willigerswerk, lokaal ouderenbeleid, het algemeen onderscheiden: maatschappelijk werk en zorg voor verstandelijk 1. samenlevingsprocessen op wijk- of dorps- gehandicapten. niveau; Bij elkaar een mooi 'boeket' met een zwaar accent 2. toerusting van organisaties van burgers; op het bevorderen van zelfredzaamheid. De inzet 3. ontwikkelen van multiculturele competenties; is dat het onderzoek daar ook zelf een bijdrage 4. verhouding informele zorgarrangemenfen en aan levert door burgers en instellingen er actief bij professionele zorg; te betrekken. Het gaat in dit verband om de vraag: 5. extramularisering van de zorg; 'Hoe kunnen groepen burgers met verschillende 6. lerende netwerken van beroepskrachten; identiteiten voldoende gemeenschappelijkheid ont- 7. van aanbodsdenken naar vraaggericht werken. wikkelen om het gezamenlijke van de samenleving te behouden?'. (p.16) Daarbij wordt uitgegaan van Ter afsluiting tien richflijnen voor sociaal beleid voor een sociale netwerkbenadering waarbinnen sprake in de toekomst, waarvan ik er maar een noem: Ga is van gezamenlijke zoekprocessen en normatieve op zoek naar good practices die afwijken van plat- sturing. Er wordt niet uitgegaan van objectieve pro- getreden paden. (p.380) Voor de andere moet U blemen maar van verhelderingsprocessen, geen het boek maar zelf raadplegen. Al met al een stimu- technisch-rationele benadering maar een communi- lerend overzicht over sociale vernieuwing, gericht catieve. Sociale innovatie speelt een belangrijke op de humanisering van de samenleving. rol, waarbij wordt aangesloten bij al bestaande sociale bewegingen. Daarbinnen is ruimte voor Douwe van Houten

60 Praklische Huinanistick nr.2, Sejaargang december 1998 IGNALEMENTEN

Ellen Grootoonk

Luc Ferry, De god-mens of de zin van het leven, daarbij niet de rol van moraalridder; hij vult hef uitgeverij Ambo/Kritak, goede leven niet voor ons in. Bij wijze van uitzon- isbn 90 263 1493 0, / 45,- dering vervul ik die rol echter wel: ik geef u het dringende advies, dit boek te gaan lezen! Eindelijk is er een gedegen doch toegankelijk boek over zingeving en humanisme verschenen. De onderwerpen voor humanistici warden door de Alphons van Dijk, De Hindoepandit als geeste- Franse filosoof Luc Ferry op een heldere manier lijk verzorger in Nederlandse zorginstellin- onder de aandacht gebracht. De hedendaagse gen, Uitgeverij Damon, mens is voor het beantwoorden van de vraag naar isbn 90 5573 382 2,/ 19,90 de zin van het leven aangewezen op zichzelf. We gaan niet te rode bij God voor moraal, maar heb- Migranten, met name Surinamers, hebben het hin- ben God verinnerlijkt. Behalve dat God vermense- doeVsme op de religieuze kaart van Nederland lijkt is, is de mens ook vergoddelijkt. Dit kunnen we gezet. Het hindoeVsme is een van de oudste religieu­ zien bij de liefde, volgens Ferry het terrein van zin­ ze tradities in de wereldcultuur. Deze religie is niet geving. De mensheid heeft de plaats ingenomen strak omlijnd maar divers, hetgeen zich uit in de ver- van de eeuwig liefhebbende God. Van de mens­ schillende stromingen, opvattingen en expressievor- heid moet je kunnen denken dat ze eeuwig is, dat men. In tegenstelling tot het Christendom kenmerkt ze niet mag verdwijnen opdat er op aarde nog zin het hindoeVsme zich niet door een centrale leer blijft bestaan. De vooronderstelde vrijheid van de (openbaring) en een stichter. Ook kent het Neder­ mens leidt volgens Ferry tot een humanistische landse hindoeVsme een andere ambtelijke en herinterpretatie van de hoofdelementen van de organisatorische structuur. Een punt van overeen- christelijke religie. We kennen aan alle gebieden komst is het aanwezig zijn van een geestelijke, van leven, denken en cultuur transcendentie toe. ofwel een pandit. De activiteiten van een pandit We poneren waarden die boven het bestaan uitstij- kunnen varieren van ritualist, priester, goeroe tot gen. De spiritualiteif, dat wat het menselijk leven astrologisch expert. Alphons van Dijk stelt zich de overstijgt, krijgt een plaats op menselijke basis. vraag op welke manier de hindoepandit een rol kan Een persoon die het als een gerechtvaardigde, zin- spelen in de hedendaagse geestelijke verzorging. volle mogelijkheid ziet om zijn of haar leven te De combinatie van een rijk geschakeerde traditie, wagen voor een ander, demonstreert deze de diversiteit in pandits en een kleine bevolkings- spiritualiteif. Het eigen vergankelijke leven wordt in groep die zich verbonden voelt met de hindoeVsti- dienst gesteld van een hoger ideaal. Het denken sche traditie, maakt de beantwoording van deze van Luc Ferry is een verademing na al het doem- vraag niet eenvoudig. Het boek van Van Dijk is dan denken waarin onze samenleving moreel failliet ook een verkenning, hij brengt de mogelijke vragen werd verklaard. Hij laat zien waar de kansen lig- en aandachtspunten in kaart. Hierdoor maakt hij de gen om een humaan leven te leiden. Ferry vervult hindoeVstische traditie inzichtelijk voor een buiten-

Praktische Humanistiek m.2, Sejaargang december 1998 61 staander. Het samenspel van feiten, vragen en aan- beschrijft Admiraal zijn herinneringen. Dit persoon- dachtspunten maakt een bezinning op hindoeTsti- lijke document is geen handleiding of overzichts- sche geestelijke verzorging mogelijk. Behalve werk op het gebied van euthanasie. In beknopte informatie en vragen, waagt Van Dijk zich (evens hoofdstukken maakt hij ons deelgenoot van zijn aan een advies. Hij acht het raadzaam am de hin- geschiedenis, beginnend bij de medicijnenstudie en doeistische geestelijke verzorging in te voegen in de eindigend bij zijn afscheid als arts. Deze publieke bestaande geestelijke verzorging. Dit is de meest verantwoording van Admiraal is geslaagd te noe- haalbare strategie gezien het feit dat het hindoei's- men. Hij toonf zijn overwegingen, zowel die van me in Nederland kleinschalig is. Om volwaardig te het heden als die uit het verleden. De praktijkverha- kunnen participeren is het vervolgens nodig dat er len waarmee ieder hoofdstuk besloten wordt, een centrale opleiding tot pandit komt, evenals demonstreren de weerbarstige werkelijkheid. De gespecialiseerde scholing voor pandits die werk- mogelijkheid om te kunnen overgaan tot euthana­ zaam willen zijn in de geestelijke gezondheidszorg. sie, behoort volgens Admiraal tot een goede pallia- Het laatste houdt in dat pandits kennis opdoen van tieve zorg. Deze zorg dient te warden gedragen andere religies en op het gebied van sociaal-ago- door multidisciplinaire teams, waarvan ook geeste­ gische vaardigheden. Evenals andere geestelijk ver- lijk verzorgers deel dienen uit te maken. Wat bij- zorgers zullen pandits hun functie moeten difteren- blijft na het lezen van dit boek, is de overtuiging tieren en zullen zij hun professionaliteit moeten dat euthanasie alleen van binnenuit en per individu bevorderen door middel van een beroepsvereniging. afzonderlijk beoordeeld kan warden.

P.V. Admiraal, Euthanasie en de Eed van Hip­ Jos de Kleijne, Kan uit de dead ik die ene doen pocrates, herinneringen van een anesthesio- keren, getuigenissen bij het verlies van een loog, Uitgeverij Van Gennep, naaste, Uitgeverij Sun, isbn 90 5515 170 X,/ 29,90 isbn 90 6168 633 4, / 29,50

De gepensioneerde P.V. Admiraal heeft een actief Jos de Kleijne verzamelde gedichten en teksten en bewogen arbeidsleven achter de rug. Na zijn over rouw en verlies uit de Nederlandse literatuur. artsopleiding specialiseerde Admiraal zich tot Deze mooie bloemlezing beslaat verschillende anesthesioloog. Zijn werkgebied bevond zich thema's: de dood van een moeder of vader, de hoofdzakelijk op het gebied van palliatieve zorg dood van een kind, broer of zus, de dood van voor terminale kankerpatienten. Admiraal heeft een een geliefde, de dood van een vriend of collega- grote rol gespeeld in het euthanasiedebat door zijn schrijver en verbeeldingen van de eigen dood. De denken en doen. In 1977 schreef hij de eerste stijl en vorm van de gekozen teksten zijn divers. wetenschappelijke bijdrage over euthanasie, in Citaten, dagboekfragmenten en gedichten wisse- 1985 werd hij van rechtsvervclging ontslagen na len elkaar af. Het zijn woorden van troost, herken- een proces waarvan het vonnis baanbrekend was ning en verdriet. Omdat een samenvatting geen voor de euthanasiepraktijk. recht doet aan deze gedichten en fragmenten, Zijn publikaties, lezingen en interviews werden heb ik voor u het volgende geselecteerd uit Kon ik L gevolgd door velen in binnen- en buitenland. De uit de dood die ene doen keren. eed van Hippocrates vereist volgens Admiraal dat Wanneer mijn voder sterft, loot mij don staan het belong van de patient centraal staat. Als de arts Vereenzaamd a/s een treurboom in 'n plantsoen niet in staat is om het uitzichtloos en ondraaglijk lij- Gesmukt met't eerste, avondlijkste groen den van zijn patient op te heffen en de patient op Bijna bebloesemd, sneeuwwit aangedaan. grond van zijn zelfbeschikkingsrecht om euthanasie (Simon Vestdijk, De overlevende) vraagt, dan geeft dat verzoek in het handelen van Zo eindigt dus een liefde. Nu komt de nacht. de arts de doorslag. Zoals uit de titel blijkt, (Hans Warren, Het einde)

62 Praktische Humanisiiek ur.2, 8e jaargaug deccmber 1998 Paul van Tongeren en Martien Pijnenburg inzichtelijk te maken. Dit proces bestaat uit vier sfap- (red.), Zorg om maat, kritische kanttekenin- pen: voorbereiding, instrumentkeuze, analyse en gen bij zorg op maat, uitgeverij Damon, implementatie. ledere stop wordt kart toegelicht, isbn 90 5573 242 7, / 28,50 waardoor het duidelijk wordt welke keuzes in iedere stop moeten warden gemaakt. Door de gestructureer- De slogan 'zorg op maat' is niet meer weg te den- de opbouw en de neutrale opstelling van de auteurs ken uit het hedendaagse zorgjargon. 'Maat' ver- (zij spreken geen voorkeur voor een specifieke wijst zowel naar de vragen en behoeften van de methode uit) zou dit boekje een goede start kunnen zorgvrager als naar de begroting die het zorgaan- vormen bij een kwaliteitsbeoordeling door clienten. bod inkadert. De bundel Zorg om maat, die voort- gekomen is uit een congres met de gelijknamige titel, belicht verschillende perspectieven van waaruit Tijdschriften de zorg beoordeeld wordt. De instelling, de profes­ sional, de patient en de filosoof passeren de revue. Spiritualiteit Helaas komen de patienten zelf niet aan het woord, Ton Jorna denkt na over spiritualiteit in relatie tot de hun perspectief wordt verwoord door een pastor. professionaliteit van de humanistisch geestelijk ver- Ondanks de goede boodschap die de pastor heeft - zorger. (Geestelijke Verzorging, 1998/nr.8) Volgens luister naar patienten en denk als zorgverlener na hem is spiritualiteit een keuze voor de weg naar bin- over je eigen mensvisie - is dit een gemiste kans. De nen om aandacht te geven aan wat hart en ziel bijdragen aan de bundel zijn in het algemeen wei- beroert. Professionaliteit omschrijft Jorna als de nig vernieuwend en bevestigen vooral bekende toewijding aan de ander die met zijn innerlijk wordt inzichten. Uit het artikel van een verpleegkundige geconfronteerd. De humanistisch geestelijk verzorger blijkt bijvoorbeeld weer eens dat tijdsdruk een kwa- moet kiezen voor de innerlijke weg. Dat betekent dat litatief goede zorg veelal belemmert. Verder blijkt institutionele eisen de aard en inhoud van het werk ook dat een manager 'zorg op maat' met name niet kunnen en mogen bepalen. Stef Aupers gaat in denkt te kunnen bieden door middel van een het Amsterdams Sociologisch Tijdschrift (1998/nr.2) methodische en planmatige aanpak. Deze bundel is in op New Age-spiritualiteit. Deze vorm van spiritu­ op een congres wellicht voldoende om een interes- aliteit is niet longer een religieus doel op zichzelf sante discussie op gang te brengen, voor de lezer maar in toenemende mate een pragmatisch gekozen op afstand is de uitdaging echter ver te zoeken. middel om psychisch en lichamelijk welzijn te optimaliseren en welvaart te vergroten. Deze ten- dens duidt Aupers aan als de 'instrumentalisering Monique van Driel e.a. (Nederlandse Vereniging van de New Age-spiritualiteit'. Mensen stappen in voor Kwaliteif van Zorg), Beoordeling door het New Age-circuit vanwege het therapeutisch nut, clienten, handreiking voor kwaliteitsbeoorde­ het effect en de bruikbaarheid ervan. ling door clienten in zorginstellingen, uitge­ verij SWP, isbn 90 6665 276 4, / 1 8,50 Ouderenbeleid vanuit gender-perspectief Ouderenbeleid wordt doorgaans gebaseerd op De kwaliteit van zorg kan door uiteenlopende me- sociaal-economische modellen. Zulke modellen thoden zoals interviews, enquetes en groepsgesprek- wordt op hun beurt gegrondvesf op statistische ken, beoordeeld warden. Voordat er een methode gegevens (opleiding, inkomen, enzovoorts) van ver- wordt gekozen, dient duidelijk te zijn op welke vra­ schillend bevolkingsgroepen. Vanuit zulke modellen gen de organisatie een antwoord wil hebben. Boven- verschijnen vrouwen als een minderheid met een dien dient helder te zijn wat er binnen de instelling achterstandspositie. Trudi Nederland stelt dan ook vervolgens met de informatie zal warden gedaan. De een ander soort model voor: een model dat uitgaat auteurs van Beoordeling door clienten zijn er in van morele orientaties. Op die manier zouden de geslaagd om het proces van kwaliteitsbeoordeling levenshouding van mensen en hun omgang met

Praktisciie Humanistiek nr.2, Sejaargang december 1998 63 bestaansvoorwaarden, vertrekpunt kunnen vormen Vrijdag 26 februari van (ouderen)beleid. Door diepte-interviews met Expert Seminar (voor genodigden) met professor zesentwintig oudere vrouwen, heeft Trudi Nederland Roy Baumeister (VS). Plaats: UvH, Drift 6, Utrecht. vijf verschillende 'stijlen' van ouder warden kunnen Tijd: nog nief bekend. Informatie: Dr. Peter Derkx, definieren. Die stijlen kunnen onder de volgende tel. (030) 239 01 33 of het Onderzoeksinstituut, noemers warden weergegeven: autonomie, reflectie, tel. (030) 239 01 62. pluk de dag, dienstbaarheid en zelfontplooiing. [Tijdschrift voor Genderstudies, 1 998/nr.2) Woensdag 10 maart Studentenseminar: Zin in de volgende eeuw? (1) - Moraal anno 2000: nog steeds op zoek naar het Lustrumactiviteiten Universiteit voor goede leven? Seminar voor en door UvH-studen- Humanistiek ten over zingeving op de grens van het millenni­ um. Aanvang: 19.30 uur. Plaats: Drift 6, Utrecht. Donderdag 28 januari Informatie: Judith Leest, email: [email protected] Expertseminar (voor genodigden) over het belong van academische vorming, met Amerikaanse filoso- Vrijdag 12 maart fe Martha Nussbaum, schrijfster van onder andere UvH-voorjaarssymposium voor humanisfisch gees- Cultivating Humanity. Organisatie: Onderzoeksin­ telijk workers (voorheen het najaarssymposium). stituut UvH. Informatie, tel. (030) 239 01 62. Plaats: Drift 6, Utrecht. Tijd: 10.00-16.00 uur. Organisatie: UvH in samenwerking met het Huma- Vrijdag 29 januari nistisch Verbond. Informatie: Gerard Linde, tel. Viering lOe (!) Dies Natalis. Officiele opening (030) 239 01 17. van het lustrum met toespraken van prof. S. Door­ man (voorzitter stichtingsbestuur UvH) en prof.dr. Woensdag 17 maart H. Manschof (rector). Aansluitend warden eredoc- Studentenseminar: Zin in de volgende eeuw? (2) - toraten uitgereikt aan professor Martha Nussbaum Carriere anno 2000: altijd druk, wat een geluk? (filosofie, VS) en prof.dr. R.H. van den Hoofdak- Seminar voor en door UvH studenten over zinge­ ker (alias Rutger Kopland; psychiater en dichter, ving op de grens van het millennium. Aanvang: NL). De laudatio's warden gehouden door resp. 19.30 uur. Plaats: Drift 6, Utrecht. Informatie: prof.dr. H. Manschof en prof.dr. H. Kunneman. Judith Leest, email: [email protected] Tijdens deze uitreiking wordt een muzikaal inter­ mezzo verzorgd door het ensemble Vrouwvolk. Woensdag 24 maart Plaats: Ottone, Kromme Nieuwegracht 62, Studentenseminar: Zin in de volgende eeuw? (3) - Utrecht. Tijd: 15.00-17.15 uur (zaal open vanaf Liefde anno 2000: bestaat de ware nog? Seminar 14.30 uur). Na afloop tot 18.15 is er een recep- voor en door UvH-studenten over zingeving op de tie in hetzelfde gebouw; de receptie wordt grens van het millennium. Aanvang 1 9.30 uur. muzikaal opgeluisterd door UvH- en conservatori- Plaats: Drift 6, Utrecht. Informatie: Judith Leest, um-studenten. Informatie: Bureau In- en Externe email: [email protected] Betrekkingen. Informatie, tel. (030) 239 01 75. Zaterdag 17 april Donderdag 25 februari De moed hebben tot zichzelf is de titel van een The search for meaning: How people find meaning symposium over Efty Hillesum. Plaats: Drift 6, in life. Engelstalige publiekslezing door de Ameri­ Utrecht. Tijd: 1 1.00-17.00 uur. Informatie: Denise kaanse sociaal-psycholoog Roy Baumeister. Plaat: de Costa, tel (030) 239 01 36, of Agnes Ande- Ottone, Kromme Nieuwegracht 62, Utrecht. Tijd: weg, tel. (030) 239 01 62. 19.30 uur (zaal open vanaf 19.00 uur). Informa­ tie: Agnes Andeweg, tel. (030) 239 01 62.

64 Praktische Humanistiek nr.2, 8e jaargany december 1998