Zandafzetting, Standplaats, Beheer En Botanische Kwaliteit Van Stroomdalgrasland

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Zandafzetting, Standplaats, Beheer En Botanische Kwaliteit Van Stroomdalgrasland Zandafzetting, standplaats, beheer en botanische kwaliteit van Stroomdalgrasland Suzanne Rotthier Karlè Sýkora Natuurbeheer en Plantenecologie Wageningen Universiteit © 2 0 16 VBNE, V ereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren Rapport nr. 2016/O BN -200-RI Driebergen, 2016 Deze publicatie is tot stand gekoMen Met een financiële bijdrage van BIJ12 en het Ministerie van EconoMische Zaken. Teksten Mogen alleen worden overgenoMen Met bronverMelding. Deze uitgave kan schriftelijk of per e-mail worden besteld bij de VBNE onder verMelding van code 2016/OBN-200-RI en het aantal exeMplaren. Oplage 60 exemplaren SaMenstelling Suzanne Rotthier, Wageningen U niversiteit & Research c entre Karlè Sýkora, Wageningen Universiteit & Research centre In saMenwerking Met: Baiba Bekisa, Valerijus Rašomavičius (hoofdstuk 4) Bart Makaske en Jacob Wallinga (hoofdstuk 7), Wageningen Universiteit & Res earch centre Piet Schipper, Staatsbosbeheer (hoofdstuk 9 & 10) Druk KNNV Uitgeverij/Publishing Productie Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE) Adres : P rincenhof Park 9, 3972 NG Driebergen Telefoon : 0 3 43-745256 E -mail : [email protected] 2 Inhoud Summary 8 Samenvatting 11 1 Algemene Inleiding 14 1.1 Achtergrond 14 1.2 Onderzoeksvragen 16 2 Ecologische amplitude van stroomdalgrasland gemeenschappen en doelsoorten in Nederland 17 2.1 Materiaal en Methoden 17 2.1.1 Onderzoeksgebieden 17 2.1.2 VegetatieopnaMen 23 2.1.3 StandplaatsoMstandigheden 23 2.2 Overzicht plantengeMeenschappen 24 2.3 Relatie tussen plantengeMeenschappen en oMgevingsfactoren 27 2.3.1 Ordinaties 27 2.3.2 Boxplots 32 3 Ecologische analyse naar uitbreiding van stroomdalgraslandsoorten 39 3.1 Verdeling van fluviatiele- en strooMdalgraslandplanten over biogeografische, ec ologische kenMerken en levensvorM 39 3.1.1 Geografische verspreiding: oorsprong 39 3.1.2 Ecologische groepen 39 3.1.3 Ecotopen 40 3.1.4 Ellenberg indicatie getallen 40 3.1.5 Afhankelijkheid van grondwater 42 3.1.6 Levensduur 42 3.1.7 LevensvorM volgens Raunkiaer 43 3.1.8 MaxiMale planthoogte 43 3.2 Trouwgraad van soorten aan strooMdalgrasland 44 3.3 Ecologie en biogeografie van afzonderlijke strooMdalgrasland-soorten en de standplaats bij (her)vestiging 45 3.4 A. Zeer trouw aan stroomdalgrasland 46 Wilde averuit (ArteMisia caMpestris ssp. caMpestris) *** 46 TripMadaM (SeduM rupestre) *** 47 Liggende ereprijs (Veronica prostrata) *** 48 Brede ereprijs (Veronica austriaca ssp. teucriuM) *** 49 Paardenhoefklaver (Hippocrepis coMosa) *** 50 Rode breMraap (Orobanche lutea) *** 51 3.5 B. Trouw aan stroomdalgrasland 52 3 Sikkelklaver (Medicago falcata) ** 52 ZandwolfsMelk (Euphorbia seguieriana) ** 54 Moeslook (AlliuM oleraceuM) ** 55 CipreswolfsMelk (Euphorbia cyparissias) ** 57 Veldsalie (Salvia pratensis) ** 58 Zacht vetkruid (SeduM sexangulare) ** 59 Kleine ruit (ThalictruM Minus) ** 61 Ges treepte klaver (TrifoliuM striatuM) ** 62 Kleine tijM (ThyMus serpyllum) ** 64 Steenanjer (Dianthus deltoides) ** 65 3.6 C. Enigszins trouw aan stroomdalgrasland 66 Bieslook (AlliuM schoenoprasuM) * 66 Kruisdistel (EryngiuM caMpestre) * 67 WalstrobreMraap (Orobanche caryophyllacea) * 68 Voorjaarsganzerik (Potentilla tabernaeMontani) * 69 Geoorde zuring (RuMex thyrsiflorus ) * 70 3.7 D. Enige aff initeit voor stroomdalgrasland 72 Voorjaarszegge (Carex caryophyllea) 72 Ruige weegbree (Plantago Media) 73 Wit vetkruid (SeduM albuM) 74 Grote tijM (ThyMus pulegioides) 75 Kattendoorn (Ononis repens ssp. spinosa) 77 Kleine bevernel (PiMpinella saxifraga) 78 Kleine piMpernel (Sanguisorba Minor) 80 Duifkruid (Scabiosa coluMbaria) 81 3.8 E. Indif f erent voor stroomdalgrasland 83 Smal fakkelgras (Koeleria Macrantha) 83 Sc haafstro (EquisetuM hyeMale) 84 Kruipend stalkruid (Ononis repens ssp. repens) 85 Ruig viooltje (Viola hirta) 86 Vroege zegge (Carex praecox) 87 3.9 StrooMdalgraslandsoorten, kenMerken en Mate van uitbreiding 88 4 Vergelijk van Nederlands stroomdalgrasland met stroomdalgrasland in andere europese landen. 93 4.1 Inleiding 93 4.2 Materiaal en Methoden 93 4 4.2.1 SyntaxonoMisch vergelijk van opnaMen in Nederland, Letland en Litouwen. 93 4.2.2 Beschrijving onderzoeksgebieden en standplaatsfactoren. 94 4.1 Resultaten 96 4.1.1 SyntaxonoMisch vergelijk van opnaMen in Nederland, Letland en Litouwen. 96 4.1.2 Ecologie 98 5 Invloed van zandaf zetting of eenmalige bekalking op vegetatiesamenstelling en bodemeigenschappen 99 5.1 Inleiding 99 5.2 VeldexperiMent zandafzetting 99 5.3 Mineralisatie 106 5.4 BodeMprofielen en verzuring 107 5.5 Overleving kenMerkende strooMdalgraslandsoorten bij zandafzetting 109 6 Relatie tussen vitaliteit en overleving van Duinriet (Calamagrostis epigejos) bij zandaf zetting of maaibeheer 111 6.1 Inleiding 111 6.2 Veldproef Duinriet in Millingerwaard 111 7 Recente sedimentatiegeschiedenis: geomorf ologie en goed ontwikkelde stroomdalgraslanden 117 7.1 Historische achtergrond van de onderzoeksgebieden 117 7.2 BodeMboringen 120 7.3 OSL dateringen 121 8 Disc ussie 123 8.1 Ecologische amplitudo strooMdalgrasland 123 8.2 OptiMale standplaatsoMstandigheden 123 8.3 Vergelijk van Nederlands strooMdalgrasland Met strooMdalgrasland in andere europese landen 123 8.4 RivierdynaMiek en herstel van strooMdalgrasland flora in Nederland 124 8.5 Inwaaiend zand, verzuring en achteruitgang van strooMdalgrasland. 124 8.6 SediMentatiegeschiedenis rivierduinen 125 8.7 Behoud/beheer 126 8.1 Zandafzetting, Duinriet en strooMdalgraslandsoorten. 127 9 Aanbevelingen voor het behoud 128 9.1 Behoud van huidige standplaatsen als zaadbron 128 9.2 KunstMatige standplaatsen strooMdalgraslanden 128 10 Aanbevelingen voor het beheer 129 5 10.1 Ontwikkeling strooMdalgrasland vanuit actieve oeverwallen. 129 10.2 Ontwikkeling van strooMdalgrasland vanuit grasland in landbouwkundig gebruik 129 10.3 Herstel van strooMdalgrasland, herintroductie van soorten 130 10.4 Herstel van strooMdalgrasland vanuit verruigde / vervilte situatie 130 11 Literatuur 131 Bijlage I Lijst met Nederlandse stroomdalsoorten 136 Bijlage II Omgevingsvariabelen Nederlandse gemeenschappen 140 Bijlagen III Trouwgraad van Nederlandse stroomdalgraslandsoorten in strikte zin. 144 Bijlage IV syntaxonomische vegetatietabellen bij (her)vestiging van soorten die zich in natuurontwikkelingsgebieden langs de rivieren hebben uitgebreid. 145 Bijlage V Bodemvariabelen van vegetatietypen in opnamen uit Nederland, Letland, Litouwen 162 Bijlage VI Syntaxonomische elemententabel opnamen uit Nederland, Letland en Litouwen 164 Bijlage VII Syntaxonomische elemententabel opnamen uit Nederland, Letland en Litouwen 180 Bijlage VIII Vegetatieopnamen Maaiexperiment Millingerwaard 193 Bijlage IX Nederlandse en wetenschappelijke namen van gemeenschappen en soorten 194 6 Voorwoord Het doel van het Kennisnetwerk Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit (OBN) is het ontwikkelen, verspreiden en benutten van kennis voor terreinbeheerders over natuurherstel, Natura 2000, PAS, leefgebiedenbenadering en ontwikkeling van nieuwe natuur. In het kader van natura 2000 worden in Europees perspectief zeldzaMe soorten en vegetatietypen in Nederland bescherMd. In dit rapport staat het habitattype H6120 ‘Stroomdalgraslanden’ centraal. Het sterk bedreigde strooMdalgrasland is vrijwel beperkt tot ons land en N ederland heeft dan ook een grote internationale verantwoordelijkheid voor dit type. Droog strooMdalgrasland (oeverwal of rivierduingrasland) is zeer karakteristiek voor het rivierengebied en oppervlak en kwaliteit zijn sterk achteruitgegaan. Droge strooMdalgraslanden kwaMen vóór 1960 vrijwel overal langs de grote rivieren voor en zijn daarna uit 83-84% van de kiloMeterhokken verdwenen. Van de syntaxonoMische positie en precieze distributie van de Nederlandse strooMdalgraslanden is in vergelijk Met zandige graslanden in oMliggende landen nog onvoldoende bekend. Dit is in dit rapport op een rij gezet. De uitkoMst hiervan duidt er op dat de Nederlandse strooMdalgraslanden binnen Europa een unieke saMenstelling hebben en zij behoren binnen Natura2000 terecht tot een prioritaire habitat. MoMenteel vindt lokaal langs de rivieren op voorMalig landbouwgrond, na herinrichting en natuurontwikkeling, (her)vestiging plaats van soorten. Dit onderzoek geeft een overzich t van de ecologie en biogeografie van strooMdalgraslandsoorten en onderzoekt de oMstandigheden waaronder een aantal strooMdalgraslandsoorten zich hebben uitgebreid. De Meeste strooMdal-graslandsoorten laten echter geen tot Matige uitbreiding zien. In dit onderzoek is voor een aantal stroomdalgraslandsoorten de tolerantie voor overzanding onderzocht. De strooMdalgraslandsoorten in strikte zin blijken gevoelig hiervoor. Het is dan ook van groot belang dat strooMdalgraslanden als gevolg van natuurtechnische ingrepen niet Met grote hoeveelheden zand worden bedekt. StrooMdalgraslanden in strikte zin hebben relatief veel lage, lichtMinnende plantensoorten, Met naMe het kort houden van de vegetatie is voor overleving van deze soorten van belang. Verder toont het onderzoek Met behulp van boringen en leeftijdsbepalingen de grote ouderdoM aan van de strooMdalgraslanden in Nederland. Ze blijken zeer langdurig te kunnen blijven bestaan. In hoofdstuk 9 en 10 vindt u aanbevelingen voor behoud en beheer van strooMdalgraslanden. Ik wens u veel leesplezier. Drs. T.J. WaMs Voorzitter van de OBN AdviescoMMissie 7 Summary Although dry sandy levee grassland (river dune grassland) are very characteristic of the Dutch riverine landscape it’s surface and quality has drastically declined over the last decades. Dry s andy levee grasslands us ed to be wides pread along the large
Recommended publications
  • Wissenschaftliche Bezeichnung
    Abt UAbt Kl UKl Ord Fam UFam Bild# BildBW BildCH Pp Art (wissenschaftliche Bezeichnung) Art (deutsche Bezeichnung) Pteridophyta [Farnpflanzen] Lycopodiopsida (=Lycopodiatae) [Bärlappe] Lycopodiales [Bärlappartige] 0001 - 0010 Lycopodiaceae (inkl. Huperziaceae) [Bärlappgewächse (inkl. Teufelsklauengewächse)] 0001 BW-1-052 CH-0001 Huperzia selago selago Europäische Teufelsklaue, Tannen-Bärlapp (Tannen-Teufelsklaue [BW]) 0002 BW-1-054 CH-0009 Lycopodiella inundata Gewöhnlicher Sumpf-Bärlapp (Moor-Bärlapp [BW+CH]) 0003 BW-1-058 CH-0002 Lycopodium clavatum clavatum Keulen-Bärlapp 0004 BW-1-057 CH-0003 Lycopodium annotinum annotinum Sprossender Bärlapp (Wald-Bärlapp [BW]; Gewöhnlicher Berg-Bärlapp [CH]) CH-0004 Lycopodium dubium Stechender Berg-Bärlapp 0005 BW-1-068 CH-0005 Diphasiastrum alpinum Alpen-Flachbärlapp 0006 Diphasiastrum oellgaardii Oellgaards Flachbärlapp 0007 BW-1-063 CH-0008 Diphasiastrum tristachyum Zypressen-Flachbärlapp 0008 BW-1-065 Diphasiastrum zeilleri Zeillers Flachbärlapp 0009 BW-1-061 CH-0007 Diphasiastrum complanatum Gewöhnlicher Flachbärlapp 0010 BW-1-066 CH-0006 Diphasiastrum issleri Isslers Flachbärlapp Selaginellales [Moosfarnartige] 0011 - 0013 Selaginellaceae [Moosfarngewächse] 0011 Selaginella apoda Wiesen-Moosfarn 0012 BW-1-070 CH-0010 Selaginella selaginoides Gezähnter Moosfarn (Dorniger Moosf. [BW+CH]; Dorniger Zwerg-Bärlapp [BW]) 0013 BW-1-071 CH-0011 Selaginella helvetica Schweizer Moosfarn lsoëtales [Brachsenkrautartige] 0014 - 0015 Isoëtaceae [Brachsenkrautgewächse] 0014 BW-1-073 CH-0012 Isoëtes lacustris See-Brachsenkraut 0015 BW-1-076 CH-0012a Isoëtes echinospora (Isoëtes setacea [BW]) Stachelsporiges Brachsenkraut Equisetopsida (=Sphenopsida) [Schachtelhalme] Equisetales [Schachtelhalmartige] 0016 - 0029 Equisetaceae [Schachtelhalmgewächse] 0016 BW-1-089 CH-0015 Equisetum sylvaticum Wald-Schachtelhalm 0017 BW-1-092 CH-0014 Equisetum telmateia Riesen-Schachtelhalm 0018 BW-1-089 CH-0016 Equisetum pratense Wiesen-Schachtelhalm 0019 BW-1-090 CH-0013 Equisetum arvense Acker-Schachtelhalm 0020 BW-1-096 Equisetum x litorale (E.
    [Show full text]
  • Canescens (L.) P
    EKOLOGIA POLSKA (Ekol. pol.) 27 1 3-37 1979 Ewa SYMONIDES Department of Plant Ecology, Institute of Botany, Warsaw University, Al. Ujazdowskie 4, 00-478 Warsaw, Poland* THE STRUCTURE AND POPULATION DYNAMICS OF PSAMMOPHYTES ON INLAND DUNES I. POPULATIONS OF INITIAL STAGES ABSTRACT: The structure and the dynamics are discussed of pioneer populations of Corynephorus canescens (L.) P. B. and their role in the fixing of sands, and fonn~tion of initial communities. On flying dry sands, they show many features of expansive populations, but their . efficiency in fixing sands is fairly low, primarily because of their highly aggregated spatial structure. In more fertile biotopes, free growth of C. canescens populations is limited by the competitively stronger grasses: Festuca psammophila (Hackel) Krajina and Koeleria glauca (Schkuhr) DC. C. canescens has been found to h.ave almost completely retreated from areas coloriized by Polytrichum piliferum Schreb. KEY WORDS: Inland dunes, psammophytes, Corynephorus canescens, populations of initial stages, succession, competition, reproductiveness, mortality, age comJ:>osition. Contents 1. Introduction 2. Study area and objects 3. Scope of study and general assumptions 4. Methods 4.1. Sttrly_period, frequency of measurements, analyses and observations 4.2. FieJa ol!servations and measurements 4.3. Biomass production evaluation 4.4. Diaspore production evaluation 4.5. Statistical analysis of results 5. Results 5.1. Sand colonization and the development of initial communities 5.2. The structure and dynamics of Corynephorus canescens populations 5.2.1. Plot selection 5.2.2. Seasonal abundance variations *Correspondence address: Akermanska 5 m 37, 02-760 Warsaw, Poland. [3] Ewa Symonides 5.2.3.
    [Show full text]
  • Little Vegetation Change During Two Decades in a Dry Grassland Complex in the Biosphere Reserve Schorfheide-Chorin (NE Germany)
    Tuexenia 36: 395–412. Göttingen 2016. doi: 10.14471/2016.36.019, available online at www.tuexenia.de Little vegetation change during two decades in a dry grassland complex in the Biosphere Reserve Schorfheide-Chorin (NE Germany) Nur unwesentliche Vegetationsveränderungen in einem Trockenrasenkomplex im Biosphärenreservat Schorfheide-Chorin (Nordost-Brandenburg) nach zwei Jahrzehnten Elisabeth Hüllbusch1, *, L. Marie Brandt2, Paul Ende2 & Jürgen Dengler3, 4 1Romanstr. 10a, c/o Mertens/Grauvogel, 95444 Bayreuth, Germany, [email protected]; 2Bamberger Str. 63 a, 95445 Bayreuth, Germany, [email protected]; [email protected]; 3Plant Ecology, Bayreuth Center of Ecology and Environmental Research (BayCEER), University of Bayreuth, Universitätsstr. 30, 95447 Bayreuth, Germany, [email protected]; 4German Centre for Integrative Biodiversity Research (iDiv) Halle-Jena-Leipzig, Deutscher Platz 5e, 04103 Leipzig, Germany *Corresponding author Abstract In many regions of Central Europe, semi-natural grasslands have experienced severe vegetation changes, e.g. compositional change and overall species loss, because of land use changes, atmospheric nitrogen input and also climate change. Here we analysed the vegetation change in a dry grassland complex (Gabower Hänge) in the Biosphere Reserve Schorfheide-Chorin (NE Brandenburg, Germany), one of the driest regions of the country. We resampled four 10 m² plots of each of four typical alliances (Festucion valesiacae, Koelerion glaucae, Armerion elongatae, Arrhenatherion elatioris) about 20 years after their original sampling with a recovery accuracy of approx. 10 m. The cover of vascular plants, bryophytes and lichens was recorded in both samplings. The overall compositional change was analysed with a detrended correpondence analysis (DCA). To interpret this change, we calculated unweighted mean Ellenberg indicator values for old and new plots.
    [Show full text]
  • Defining and Classifying Grasslands in Europe
    Task 1 - Defining and classifying grasslands in Europe This research was implemented in the framework of Grassdate Project (2012/S 87-142068) Methodological studies in the field of Agro-Environmental Indicators Lot 2. Grassland areas, production and use Task 1 - Defining and classifying grasslands in Europe Final report March 2014 Jan Peter Lesschen, Berien Elbersen, Gerard Hazeu, Anne van Doorn, Sander Mucher, Gerard Velthof Alterra, part of Wageningen UR Wageningen, 2014 Contents Abbreviations 8 Summary 9 1 Introduction 11 1.1 Background 11 1.2 Objectives 11 1.3 Outline report 12 2 Overview of grasslands types in Europe 13 2.1 Introduction 13 2.2 Production grasslands 14 2.3 Semi-natural grasslands 17 3 Sources of grassland information 21 3.1 Statistical sources 21 3.1.1 Farm Structural Survey (FSS) 21 3.1.2 Farm Accountancy Data Network (FADN) 25 3.1.3 Eurostat Crop Statistics 28 3.1.4 Land Parcel Identification System (LPIS) 29 3.1.5 LUCAS 30 3.1.6 Economy-wide material flow accounts (EW-MFA) 31 3.1.7 FAOSTAT 33 3.1.8 UNFCCC 34 3.1.9 OECD 34 3.2 Study based sources 35 3.2.1 Pasture Knowledge Base (PASK) 35 3.2.2 FAO country pasture profiles 37 3.2.3 Biodiversity data centre 37 3.2.4 High Nature Value farmland 38 3.3 Remote sensing based sources 41 3.3.1 GlobCover 41 3.3.2 GLC2000 42 3.3.3 CORINE land cover 44 3.3.4 GIO HR grassland 47 3.3.5 Geoland2 HR Grassland 47 3.4 Analysis of possible sources of grassland data 50 4 Review on current definitions and classifications of grassland 57 4.1 Overview different definitions and classifications
    [Show full text]
  • Interpretation Manual of European Union Habitats - EUR27 Is a Scientific Reference Document
    INTERPRETATION MANUAL OF EUROPEAN UNION HABITATS EUR 27 July 2007 EUROPEAN COMMISSION DG ENVIRONMENT Nature and biodiversity The Interpretation Manual of European Union Habitats - EUR27 is a scientific reference document. It is based on the version for EUR15, which was adopted by the Habitats Committee on 4. October 1999 and consolidated with the new and amended habitat types for the 10 accession countries as adopted by the Habitats Committee on 14 March 2002 with additional changes for the accession of Bulgaria and Romania as adopted by the Habitats Committee on 13 April 2007 and for marine habitats to follow the descriptions given in “Guidelines for the establishment of the Natura 2000 network in the marine environment. Application of the Habitats and Birds Directives” published in May 2007 by the Commission services. A small amendment to Habitat type 91D0 was adopted by the Habitats Committee in its meeting on 14th October 2003. TABLE OF CONTENTS WHY THIS MANUAL? 3 HISTORICAL REVIEW 3 THE MANUAL 4 THE EUR15 VERSION 5 THE EUR25 VERSION 5 THE EUR27 VERSION 6 EXPLANATORY NOTES 7 COASTAL AND HALOPHYTIC HABITATS 8 OPEN SEA AND TIDAL AREAS 8 SEA CLIFFS AND SHINGLE OR STONY BEACHES 17 ATLANTIC AND CONTINENTAL SALT MARSHES AND SALT MEADOWS 20 MEDITERRANEAN AND THERMO-ATLANTIC SALTMARSHES AND SALT MEADOWS 22 SALT AND GYPSUM INLAND STEPPES 24 BOREAL BALTIC ARCHIPELAGO, COASTAL AND LANDUPHEAVAL AREAS 26 COASTAL SAND DUNES AND INLAND DUNES 29 SEA DUNES OF THE ATLANTIC, NORTH SEA AND BALTIC COASTS 29 SEA DUNES OF THE MEDITERRANEAN COAST 35 INLAND
    [Show full text]
  • Bakalářská Práce
    Přírodov ědecká fakulta Univerzity Palackého v Olomouci Katedra botaniky BAKALÁ ŘSKÁ PRÁCE Pavla K řížková Srovnání morfologie p říčných řez ů listy travin Vedoucí práce: RNDr.Radim J.Vašut, Ph.D. obor : Biologie – geologie a ochrana životního prost ředí místo a datum odevzdání : v Olomouci dne 26. 6. 2013 Prohlášení Prohlašuji, že jsem bakalá řskou práci zpracovala samostatn ě a že jsem uvedla všechny použité informa ční zdroje. V Olomouci dne 26. 6. 2013 ………………………………. Pavla K řížková Pod ěkování Na tomto míst ě bych cht ěla pod ěkovat vedoucímu práce RNDr. Radimu J. Vašutovi Ph.D., za vedení bakalá řské práce, vst řícnost, poskytnutí materiálu a cenných rad, za čas věnovaný na konzulta čních hodinách. Dále bych cht ěla pod ěkovat Mgr. Zuzan ě Trojanové, za ochotu pomoci p ři práci s mikroskopem. BIBLIOGRAFICKÁ IDENTIFIKACE Jméno a p říjmení: Pavla K řížková Název práce: Srovnání morfologie p říčných řez ů listy travin (vybraní zástupci čeledi Poaceaea a Cyperaceae) Typ práce: Bakalá řská práce Pracovišt ě: Katedra botaniky Vedoucí práce: RNDr. Radim J. Vašut, Ph.D. Rok obhajoby práce: 2013 Abstrakt Práce má za úkol p řiblížit čtená ři vybrané druhy úzkolistých trav z čeledi Poaceae (lipnicovité), jejich význam v přírod ě, postavení trav v systému rostlin. V práci jsem vybrané druhy trav odlišila na základ ě rozdílné morfologie. Stru čné morfologické popisy jednotlivých druh ů jsem doplnila mikrofotografiemi p říčných řez ů částmi vegetativních orgán ů trav - list ů a obrázky, které napomáhají k lepšímu ur čení jednotlivých druh ů. Má práce by m ěla poukázat na to, že ur čování není vždy jednozna čné a snadné, zejména u rodu kost řav.
    [Show full text]
  • Population Genetic Structure and Plant Fitness of Natural and Ex Situ
    Population genetic structure and plant fitness of natural and ex situ populations in Silene chlorantha (W ILLD .) EHRH . and Silene otites (L.) WIBEL Dissertation zur Erlangung des akademischen Grades des Doktors der Naturwissenschaften (Dr. rer. nat.) eingereicht im Fachbereich Biologie, Chemie, Pharmazie der Freien Universität Berlin vorgelegt von Daniel Lauterbach aus Brandenburg an der Havel 2012 Die Arbeit wurde im Zeitraum von Juni 2008 bis Februar 2012 an der Zentraleinrichtung Botanischer Garten und Botanisches Museum Berlin - Dahlem, Freie Universität Berlin unter der Leitung von Herrn Prof. Dr. Thomas Borsch angefertigt. 1. Gutachter: Prof. Dr. Thomas Borsch 2. Gutachter: Prof. Dr. Ingo Kowarik Disputation am 04.07.2012 Index Table of contents 1 General Introduction .................................................................................................... 1 1.1 Effects of land-use changes on dry grasslands .................................................. 1 1.2 The study species: Silene chlorantha (WILLD .) EHRH . and Silene otites (L.) WIBEL 2 1.3 Population genetic structure and plant fitness ................................................... 7 1.4 Ex situ plant conservation .................................................................................. 10 1.5 Comments to the structure of the presented thesis .......................................... 12 2 Genetic population structure, fitness variation and the importance of population history in remnant populations of the endangered plant Silene chlorantha
    [Show full text]
  • INDEX SEMINUM 2015 Siaulia
    BOTANIC GARDEN OF ŠIAULIAI UNIVERSITY INDEX SEMINUM 2015 No 15 2 BOTANIC GARDEN OF ŠIAULIAI UNIVERSITY ASSOCIATION OF BOTANIC GARDENS OF LITHUANIAN UNIVERSITIES (LUBSA) ______________________________________________________________________________ Vilniaus str. 88 phone: +370-41-553934 Šiauliai, LT – 76285 faxphone: +370-41-557039 Lithuania e-mail:[email protected] Authors: Asta Klimienė, Rimanta Vainorienė, Roberta Dubosaitė–Lepeškevičė, Vaidas Juknevičius, Indrė Šklenikienė. Cover image: Anemone hupehensis Lemoine; Dahlia 'Night Butterfly'; Dahlia 'Rundale'; Campanula persicifolia L. Photos from the Botanical Garden archives and photographer R. Struoga 3 BOTANIC GARDEN OF ŠIAULIAI UNIVERSITY HISTORY. Botanic garden of Šiauliai University was founded in 1997, instead of Agrobiological Station. It is a member of Botanic Gardens Conservation International (BGCI) and Planta Europa Network for European plant conservation since 2003. Currently the Botanic garden is in city territory and occupied 6.54 ha. Director – prof. dr. Asta Klimienė. ŠIAULIAI AREA. Šiauliai is located in Northern part of Lithuania. It is the fourth largest city in Lithuania. The population is about 105653 people. APPROACHES OF SCIENTIFIC RESEARCH: Research of biodiversity regularities in situ and ex situ. Introduction and acclimatization of ornamental plants. Education activities in Botanic garden. SECTIONS OF BOTANIC GARDEN. In 2015quantity of taxa of plants was over 4000. These plants are stored in 7 sections: Section of Plant Systematics and Geography. Species of plants are treated by A. L. Tachtadjan system. The section establishment began in 2000 and now section contains about 900 species of 92 families. Research worker Roberta Dubosaitė–Lepeškevičė is curator for the section. Section of Lithuanian flora. Section was started to establish in 2011.
    [Show full text]
  • Varėnos Rajono Saugomi Botaniniai Objektai Ir Juose Augančių Augalų Rūšių, Įrašytų Į Lietuvos Raudonąją Knygą, Analizė
    VILNIAUS PEDAGOGINIS UNIVERSITETAS GAMTOS MOKSLŲ FAKULTETAS BOTANIKOS KATEDRA RIMA VITKAUSKIENĖ VARĖNOS RAJONO SAUGOMI BOTANINIAI OBJEKTAI IR JUOSE AUGANČIŲ AUGALŲ RŪŠIŲ, ĮRAŠYTŲ Į LIETUVOS RAUDONĄJĄ KNYGĄ, ANALIZĖ MAGISTRO DARBAS ( Botanika) Moksliniai vadovai Prof. dr. R. Noreika Doc. dr. Ž. Lazdauskaitė Vilnius-2006 TURINYS 1. ĮVADAS..................................................................................................................................4 2. DARBO TIKSLAS IR UŽDAVINIAI..................................................................................6 3. LITERATŪROS APŽVALGA.............................................................................................7 3.1.Gamtosaugos ekologinės problemos.....................................................................................7 3.2.Gamtosaugos istorija Lietuvoje............................................................................................8 3.3.Varėnos rajono floros mokslinių tyrimų apžvalga............................................................12 3.4. Lietuvos saugomų teritorijų tinklas...................................................................................13 3.5. Pokyčiai Lietuvos saugomų teritorijų sistemoje...............................................................14 3.6.Varėnos rajono geografinė apžvalga...................................................................................16 3.7.Varėnos rajono saugomų teritorijų tinklas........................................................................17 3.7.1.
    [Show full text]
  • The Ex Situ Conservation and Potential Usage of Crop Wild Relatives in Poland on the Example of Grasses
    agronomy Article The Ex Situ Conservation and Potential Usage of Crop Wild Relatives in Poland on the Example of Grasses Denise F. Dostatny 1,* , Grzegorz Zurek˙ 2 , Adam Kapler 3 and Wiesław Podyma 1 1 National Centre for Plant Genetic Resources, Plant Breeding and Acclimatization Institute—NRI, Radzików, 05-870 Błonie, Poland; [email protected] 2 Department of Grasses, Legumes and Energy Plants, Plant Breeding and Acclimatization Institute—NRI, Radzików, 05-870 Błonie, Poland; [email protected] 3 Polish Academy of Sciences, Botanical Garden in Powsin, Prawdziwka 2, 02-973 Warsaw, Poland; [email protected] * Correspondence: [email protected] Abstract: The Poaceae is the second most abundant family among crop wild relatives in Poland, representing 147 taxa. From these species, 135 are native taxa, and 11 are archeophytes. In addition, one taxon is now considered to be extinct. Among the 147 taxa, 8 are endemic species. Central Europe, including Poland, does not have many endemic species. Only a few dozen endemic species have been identified in this paper, mainly in the Carpathians and the adjacent uplands, e.g., the Polish Jura in southern Poland. The most numerous genera among the 32 present in the crop wild relatives (CWR) of Poaceae family are: The genus Festuca (33 species), Poa (19), and Bromus (11). In turn, ten genera are represented by only one species per genus. A good representative of groups of grasses occur in xerothermic grasslands, and other smaller groups can be found in forests, mountains, or dunes. CWR species from the Poaceae family have the potential for different uses in terms of the ecosystem services benefit.
    [Show full text]
  • MINUTES of the MEETING of the S-9 TECHNICAL COMMITTEE
    MINUTES of the MEETING OF THE S-9 TECHNICAL COMMITTEE "NEW PLANTS" The Introduction, Multinlication, and Evaluation of New Plants for Agricultural and Industrial Uses and the Preservation of Valuable Germ Plasm University of Puerto Rico Rio Piedras, Puerto Rico July 11-12, 1969 AGENDA S-9 TECHNICAL COMMITTEE MEETING RIO PIEDRAS, PUERTO RICO July 11-12, 1969 1. Registration 2. Roll call 3. Introduction of visitors 4. Welcome 5. Additions/deletions to and approval of agenda 6. Appointment of committees 7. Regional Station report 8. State reports: Alabama North Carolina Arkansas Oklahoma Florida Puerto Rico Georgia South Carolina Kentucky Tennessee Louisiana Texas Mississippi Virginia 9. Federal reports: Soil Conservation Service Utilization Research & Development Division New Crops Research Branch Cooperative States Research Service 10. Administrative Advisor 11. Disposition of seedstocks that are of no apparent interest to research workers; maintaining vegetatively propagated introductions. 12. Regional Station budget 13. Status of project outline and supporting projects 14. Plans for new crops research in 1970 15. Requests for new plant explorations 16. Regional publications (five-year cooperative publication) 17. Committee reports 2 Call to Order and Introduction The S-9 Technical Committee Meeting was held in the Biological Science Build- ing on the campus of the Agricultural Experiment Station, University of Puerto Rico, Rio Piedras, Puerto Rico on July 11, 1969. The meeting was called to order by the Chairman, Dr. C. S. Hoveland, at 8:30 a.m. Those attending the 1969 meeting were as follows: S-9 Committee Members C. R. Jackson Administrative Advisor Georgia W. R. Langford Regional Coordinator Georgia C.
    [Show full text]
  • DNA Ploidy Level Variability of Some Fescues (Festuca Subg
    Biologia 63/3: 349—367, 2008 Section Botany DOI: 10.2478/s11756-008-0052-9 DNA ploidy level variability of some fescues (Festuca subg. Festuca, Poaceae) from Central and Southern Europe measured in fresh plants and herbarium specimens Petr Šmarda Masaryk University, Faculty of Science, Institute of Botany and Zoology, Kotlářská 2,CZ-61137 Brno, Czech Republic; e-mail: [email protected]. Abstract: Using flow cytometry in fresh plants and herbarium vouchers, DNA ploidy levels for 411 individuals of 44 taxa of the genus Festuca, including 4 natural hybrids, originating from 237 sites in Austria, Bulgaria, Croatia, Czech Republic, Estonia, Germany, Hungary, Italy, Poland, Romania, Slovakia, Slovenia, and Switzerland were estimated. The following taxa and DNA ploidy levels are reported: F. airoides (2n ≈ 2x), F. alpestris (2n ≈ 2x), F. alpina s.l. (2n ≈ 2x), F. amethystina subsp. amethystina (2n ≈ 4x), F. bosniaca subsp. bosniaca (2n ≈ 2x), F. brevipila (2n ≈ 6x), F. bucegiensis (2n ≈ 2x), F. carnuntina (2n ≈ 6x), F. csikhegyensis (2n ≈ 4x), F. csikhegyensis × F. eggleri (2n ≈ 4x), F. dalmatica (2n ≈ 4x), F. duvalii (2n ≈ 4x), F. eggleri (2n ≈ 2x,4x), F. filiformis (2n ≈ 2x), F. glauca (2n ≈ 6x), F. heterophylla (2n ≈ 4x), F. inops (2n ≈ 2x), F. laevigata (2n ≈ 8x), F. laxa (2n ≈ 4x), F. lemanii (2n ≈ 6x), F. norica (2n ≈ 2x), F. ovina subsp. ovina (2n ≈ 2x), F. ovina subsp. guesfalica (2n ≈ 4x), F. ovina × F. pallens (2n ≈ 4x), F. pallens (2n ≈ 2x,3x), F. pallens × F. pseudodalmatica (2n ≈ 3x,4x), F. pirinica (2n ≈ 2x), F. polesica (2n ≈ 2x), F. psammophila subsp. dominii (2n ≈ 2x), F. pseudodalmatica (2n ≈ 4x), F.
    [Show full text]