Jaarboek Monumentenzorg 1995. Monumenten En Oorlogstijd

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Jaarboek Monumentenzorg 1995. Monumenten En Oorlogstijd Jaarboek Monumentenzorg 1995. Monumenten en oorlogstijd bron Jaarboek Monumentenzorg 1995. Monumenten en oorlogstijd. Waanders Uitgevers, Zwolle / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist 1995 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_jaa030199501_01/colofon.php © 2013 dbnl i.s.m. 2 Pagina 2: Blik in het schip van de Hervormde kerk te Kerkdriel, gezien vanuit het restant van de opgeblazen toren, 1945 (foto Campagne, Tiel). Jaarboek Monumentenzorg 1995. Monumenten en oorlogstijd 4 Pagina 4: De St.-Willibrordusbaseliek te Hulst vanuit het zuidoosten, tijdens de bouw van de nieuwe vieringtoren naar ontwerp van de Aalsmeerse architect Jan Brouwer in 1956 (foto J. Brouwer, Aerdenhout). Jaarboek Monumentenzorg 1995. Monumenten en oorlogstijd 6 Woord vooraf In het jaar 1995 wordt alom herdacht dat vijftig jaar geleden een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. De redactie heeft dit gedenkjaar dan ook aangegrepen om het zesde Jaarboek Monumentenzorg te wijden aan het thema Monumenten en oorlogstijd. De oorlog bracht niet alleen veel schade toe aan historische gebouwen en gebieden, maar leidde tevens tot de eerste wettelijke monumentenbescherming in Nederland. Al tijdens de oorlog werd begonnen met het herstel van verwoeste monumenten en de wederopbouw van getroffen binnensteden. Hoe moeilijk de tijden ook waren, de zorg voor het culturele erfgoed bleef doorgaan, zij het in de laatste oorlogsjaren meer op papier dan op de bouwplaats. Aan het reilen en zeilen van de monumentenzorg tijdens de oorlog is tot nu toe slechts incidenteel aandacht besteed, en dan vooral vanuit het perspectief van de Wederopbouw en niet zozeer vanuit het oogpunt van beschermingsbeleid noch dat van restauratie-ethiek. Dit jaarboek wil een eerste aanzet geven tot verder onderzoek van een interessante periode uit de geschiedenis van de monumentenzorg. Het te verkennen studieterrein omvat een zo breed scala van onderwerpen dat het nu niet mogelijk is om een alomvattend overzicht aan te bieden. De redactie heeft er daarom voor gekozen om diverse aspecten aan de hand van sprekende voorbeelden te belichten. Naast studies over verscheidene deel-onderwerpen komen daarbij ook eigentijdse documenten uit de oorlogsperiode aan bod. Het beeld is door deze aanpak zeer afwisselend, en noodgedwongen enigszins gefragmenteerd, maar daarom niet minder boeiend. Bepaalde overlappingen konden niet geheel worden vermeden, omdat elke bijdrage bedoeld is als een zelfstandig te lezen artikel. Anderzijds geeft de grote variatie van invalshoeken juist aan hoe veel verschillende facetten de monumentenzorg in oorlogstijd heeft gekend. Zo kan het gebeuren dat het optreden van dr Jan Kalf, als secretaris van de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg of directeur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg dan wel als Hoofd van de Inspectie Kunstbescherming, herhaalde malen wordt besproken, maar niet als één geheel onder de loupe is genomen. Dit zou een omvangrijke studie vergen, die buiten het bestek van het jaarboek valt. In totaal zijn er dertien bijdragen. Het jaarboek opent met een artikel van Dirk van Laanen over de feitelijke organisatie van de monumentenzorg in de oorlogsjaren, die zowel de Rijkscommissie als het Rijksbureau voor de Monumentenzorg omvat. Vervolgens is de originele tekst opgenomen van de toenmalige directeur, wijlen jhr dr E.O.M. van Nispen tot Sevenaer, van de lezing die hij op 7 februari 1946 hield bij de officiële aanbieding van het Voorloopig overzicht van de oorlogsschade toegebracht aan de Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst. Dit feitenrijke document geeft niet alleen een indringend overzicht van de vele getroffen monumenten, maar ook een boeiende eigentijdse visie op de positie van de monumentenzorg direct na de oorlog en de kwetsbaarheid van historische gebouwen in oorlogssituaties. Die kwetsbaarheid was overigens al officieel onderkend voordat de oorlog uitbrak, zoals het artikel van Gerrit Berends over de Kunstbescherming Jaarboek Monumentenzorg 1995. Monumenten en oorlogstijd laat zien. De Kunstbescherming strekte zich uit over het hele culturele erfgoed, zowel historische gebouwen als roerende zaken, van schilderijen tot klokken en carillons. De hortende ontwikkeling van de monumentenwetgeving wordt beschreven door Max Polano en Marieke Kuipers. Oud-directeur prof. dr ir Ruud Meischke schetst, op zeer persoonlijke wijze, het contrast tussen theorie en werkelijkheid van het restaureren vóór en tijdens de oorlog. De rol van de Rijksgebouwendienst als monumentenbeheerder en kunstbeschermer wordt uiteengezet door Corjan van der Peet die hiertoe ondermeer ir H. de Lussanet de la Sablonière interviewde. In dit kader past ook de bouw van de Rijksbewaarplaats van Kunstschatten te Paaslo, waarvan de ontstaansgeschiedenis - in de oorlogsjaren - door Miranda Maring is beschreven. Andere bijdragen behandelen het wedervaren van de windmolens, door Gerrit Keunen; de teloorgang van drie oude kerken in de zuidoostelijke provincies, door Ab Warffemius; het herstel van de historische Jaarboek Monumentenzorg 1995. Monumenten en oorlogstijd 7 binnensteden en met name van Doetinchem, door Frits van Voorden; prijsvragen voor de herbouw van verwoeste kerktorens, door Ineke Pey; en de zorg voor de bouwfragmenten, door Gerard van Wezel. Dit jaarboek is zeker niet uitputtend wat betreft de thematiek van de monumentenzorg in oorlogstijd. Zo is nog aanvullend onderzoek nodig voor bijvoorbeeld het herstel van de oorlogsschade in historische dorpskernen, en aan kastelen en boerderijen. De reeks wordt afgesloten door een essay van Aart de Vries over de omgang met monumenten in tijden van oorlog als maatstaf voor een ‘Kulturfeindliche’ of ‘Kulturfreundliche’ houding van de aanvallende en zich verdedigende partijen. De hierbij aangestipte problematiek van doelbewuste cultuurvernietiging is helaas nog steeds actueel. Veeleer roept het verwondering op dat het Nederlandse culturele erfgoed tijdens de Duitse bezetting met een zeker respect is behandeld. Dat neemt niet weg dat bij het bevrijdingsoffensief opnieuw veel monumenten, groot of klein, zijn getroffen en dat de oorlogsschade diepe wonden heeft nagelaten. De speurtocht door het oorlogsverleden van de Nederlandse monumentenzorg heeft verrassende vondsten opgeleverd, maar is nog lang niet afgerond. Als gezegd, staan we hier slechts aan het begin van de geschiedschrijving van een tot nu toe onderbelicht hoofdstuk uit de oorlogsgeschiedenis. Niettemin meent de redactie dat de diverse bijdragen aan dit jaarboek, van (oud)medewerkers van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en van gast-auteurs, tesamen een veelzijdig beeld geven van de monumentenzorg in de jaren '30 en '40. Wij hopen dat dit jaarboek ertoe kan bijdragen dat de belangstelling voor de monumentenzorg in heden en verleden wordt vergroot. De redactie Jaarboek Monumentenzorg 1995. Monumenten en oorlogstijd 8 Dirk van Laanen Aangehouden zorg: Rijksdiensten voor de monumenten 1939-1947 In 1939 nam Jan Kalf afscheid als directeur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg na die functie ruim twintig jaar met veel gezag bekleed te hebben. Behalve dat hij aanbleef als secretaris van de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg, aanvaardde hij de nieuwe functie van Inspecteur Kunstbescherming. Hiermee werd hij verantwoordelijk voor de bescherming van de Nederlandse kunstschatten, waaronder ook de monumenten. In deze combinatie van functies zou Kalf tijdens de Tweede Wereldoorlog het boegbeeld van de Nederlandse monumentenzorg blijven. Behalve het relaas van een uitgesteld afscheid volgen hier ook een kleine kroniek van de ambtelijke monumentenzorg in die oorlogsjaren en het weinig bekende verhaal van de Voorlopige Commissie voor de Monumentenzorg in het bevrijde Zuiden van Nederland. Het hoofd van die Voorlopige Commissie, dr. W.J.A. Visser, zou per 31 januari 1947 het hoofd van de nieuwe Rijksdienst voor de Monumentenzorg worden. Aanloop: 1918-1933-1939 In 1918 werd het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (OKW) opgericht. Als ondersteunend en adviserend orgaan voor de minister was een Rijkscommissie voor de Monumentenzorg ingesteld, die voornamelijk bestond uit gevestigde namen op het gebied van de architectuur of de kunsthistorie. De Rijkscommissie werd opgedeeld in Afdeling A voor het Inventariseren en beschrijven van de Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst en een Afdeling B voor Behoud en herstelling, die verantwoordelijk was voor het toezicht op restauraties. De beide afdelingen, samen een dertigtal leden tellend, zouden in het algemeen eens per jaar gezamenlijk voltallig vergaderen. Als ambtelijke ondersteuning van de Rijkscommissie werd een Rijksbureau voor de Monumentenzorg ingesteld, dat aanvankelijk verspreid zat over twee gebouwen in Den Haag tot men in 1922 Hofsingel 2 betrok.1. Directeur van het Rijksbureau werd dr. J. Kalf aan wie in 1912 in Utrecht een eredoctoraat verleend was voor De voormalige Baronie van Breda, het eerste deel van de reeks Geïllustreerde Beschrijving van de Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst.2. Hoewel de bezetting van het Rijksbureau aanvankelijk tot een tiental ambtenaren beperkt bleef, kwam er toch een strak-hiërarchische indeling in 3 afdelingen: een algemene dienst en, net als bij de Rijkscommissie, een afdeling A voor de Beschrijving en een afdeling B, die vaak kortweg Herstel genoemd werd.3. De overname Anders dan bij de instelling geëist was, bleken de leden van afdeling A van de Rijkscommissie niet in staat een substantiële bijdrage te leveren aan het Jaarboek Monumentenzorg
Recommended publications
  • Bijlage 1: Lijst Hoogbouw 70 Meter En Hoger Verdie- Nr
    Bijlage 1: Lijst hoogbouw 70 meter en hoger Verdie- Nr. Naam Stad Functie Bouwjaar pingen Hoogte 1 Montevideo Rotterdam Wonen 2005 43 152 2 Delftse Poort Rotterdam Kantoor 1991 41 151 3 Hoftoren Den Haag Kantoor 2003 29 142 4 Westpoint Tilburg Wonen 2004 48 142 5 Rembrandt Toren Amsterdam Kantoor 1995 35 135 6 Het Strijkijzer Den Haag Wonen 2008 41 132 7 Millennium Rotterdam Kantoor 2000 34 131 8 The Red Apple Rotterdam Wonen 2008 38 127 9 World Port Center Rotterdam Kantoor 2001 32 123 10 Mondriaan Toren Amsterdam Kantoor 2002 31 123 11 Achmea Leeuwarden Kantoor 2002 28 115 12 Erasmus Medisch Centrum Rotterdam Onderwijs 1968 26 112 13 Prinsenhof Den Haag Kantoor 2005 25 109 14 Waterstadtoren Rotterdam Wonen 2004 36 109 15 Fortis Bank Blaak Rotterdam Kantoor 1996 28 107 16 Weenatoren Rotterdam Wonen 1990 32 106 17 Coopvaert Rotterdam Wonen 2006 29 106 18 World Trade Center Tower 6 Amsterdam Kantoor 2004 27 105 19 ABN AMRO hoofdkantoor Amsterdam Kantoor 1999 24 105 20 De Admirant Eindhoven Wonen 2006 31 105 21 Symphony I Amsterdam Wonen 2008 29 105 22 Weenacenter Rotterdam Wonen 1990 32 104 23 Castalia Den Haag Kantoor 1998 20 104 24 Hoge Heren I Rotterdam Wonen 2000 34 102 25 Hoge Heren II Rotterdam Wonen 2000 34 102 26 Schielandtoren Rotterdam Wonen 1996 32 101 27 Provinciehuis Noord Brabant Den Bosch Kantoor 1971 23 101 28 De Stadsheer Tilburg Wonen 2007 31 101 29 Porthos Eindhoven Wonen 2006 31 101 30 Mahler 4 Amsterdam Kantoor 2005 25 100 31 Oosterbaken Hoogvliet Wonen 2006 32 99 32 Pegasus Rotterdam Wonen 2002 31 98 33 Millennium
    [Show full text]
  • IEA HPC 2017 Rotterdam City Brochure
    12th IEA HEAT PUMP CONFERENCE 2017 Rotterdam 12TH IEA HEAT PUMP CONFERENCE WORLD TRADE CENTER ROTTERDAM 15 - 18 MAY 2017 ‘We’re from Rotterdam - we’ll keep going!’ appeared on a placard just days after by combining heat pumps with thermal the city was devastated by the WWII aerial bombings on 14 May 1940. This motto energy storage (ATES) in principal in many ways typifies the resolute character of Rotterdam and its inhabitants. In always in combination with district the war’s aftermath, a buzzing metropolis was built literally on the post-blitz ruins, heating. including a heating-network throughout the center. Sustainability is an important element In Rotterdam today, immigrants from over 170 different nations help create the city’s of Rotterdam’s vision. The thermal open and cosmopolitan atmosphere. The resolute perseverance of Rotterdam’s energy plan for the underground makes citizens still defines the city’s continual push for innovation at all levels of business, room for heat pump projects. Room for government and community life. innovation, but also literally: room to prevent interference between different Rotterdam is synonymous with innovation, whether it is in architecture, the creative sector thermal storage projects. or the port. Home to Europe’s largest port, Rotterdam is often a trendsetter. Just think of the Maasvlakte II project, extending the port into the sea, and of the architectural tours Rotterdam shows that having district de force in the Kop van Zuid district. heating does not exclude heat pumps nor energy storage, having this base The city on the Maas river is home to the offices of many of the world’s leading load opens opportunities.
    [Show full text]
  • Defensie- En Oorlogsschade in Kaart Gebracht (1939-1945)
    Defensie- en oorlogsschade IN KAART GEBRACHT (1939-1945) Elisabeth van Blankenstein MEI 2006/ZEIST In opdracht van het Projectteam Wederopbouw van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 Ten geleide 5 Inleiding 7 A. Toelichting gebruikte bronnen 9 B. Voorkomende begrippen en termen 11 Deel 1 13 Algemene overzichten defensie-, oorlogsgeweld- en bezettingschade 1) Woningen 14 2) Boerderijen 18 3) Schadecijfers woningen, boerderijen, bedrijven, kerken, scholen, enzovoort 22 4) Spoorweggebouwen 24 5) Spoor- en verkeersbruggen 25 6) Vaarwegen, sluizen, stuwen en havens 29 7) Molens 31 8) Bossen 33 9) Schade door inundaties 35 10) Schade door Duitse V-wapens 41 11) Schadeoverzichten per gemeente 42 12) Stagnerende woningbouw en huisvestingsproblematiek 1940 - 1945 49 13) Industriële schade door leegroof en verwoesting 50 14) Omvang totale oorlogsschade in guldens 51 Deel 2 53 Alfabetisch overzicht van defensie-, oorlogs en bezettingsschade in provincies, regio’s, steden en dorpen in Nederland Bijlage 1 Chronologisch overzicht van luchtaanvallen op Nederland 1940-1945 219 Colofon 308 3 4 Ten geleide In 2002 werd door het Projectteam Wederopbouw van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) een eerste aanzet gegeven tot een onderzoek naar de oorlogsschade in het buitengebied. Het uiteindelijke doel was het opstellen van een kaart van Nederland met de belangrijkste wederopgebouwde en heringerichte gebieden van Nederland. Belangrijkste (eerste) bron voor het verkennend onderzoek was uiteraard Een geruisloze doorbraak. De ge- schiedenis van architectuur en stedebouw tijdens de bezetting en wederopbouw van Nederland (1995) onder redactie van Koos Bosma en Cor Wagenaar. Tijdens het verkennend onderzoek door stagiaire Suzanne de Laat bleek dat diverse archieven niet bij elkaar aansloten, met betrekking tot oorlogsschade slecht ontsloten waren, verschillende cijfers hanteerden en niet altijd eenduidig waren.
    [Show full text]
  • Hoogbouw in De Ruimte
    Master Thesis Economische Geografie Hoogbouw in de Ruimte Rinse Gorter Augustus 2008 Studentnr: 1300083 Begeleider: Prof. Dr. P.H. Pellenbarg Opleiding: Economische geografie 2 -2- Voorwoord Voor u ligt het onderzoek dat ik gedaan heb ter afronding van de masteropleiding Economische Geografie aan de RijksUniversiteit te Groningen. In een paar zinnen voorafgaande aan het werkelijke onderzoek wil ik graag alle mensen in mijn omgeving bedanken voor hun bijdrage, hulp en steun. In het bijzonder wil ik mijn vader bedanken voor zijn op- en aanmerkingen die mij vaak verder hielpen in het schrijfproces. Daarnaast wil ik Prof. Dr. P.H. Pellenbarg bedanken die mij begeleid heeft bij het schrijven van mijn masterthesis. Verder wil ik Dhr. A. Edzes bedanken voor het vervullen van de taak als tweede begeleider. Natuurlijk zijn ook vrienden en andere familieleden onmisbaar geweest bij het tot stand komen van dit eindproduct. Rinse Gorter, 10 juli 2008 3 -3- Abstract This thesis, written in the finalizing stage of the master’s degree in Economic Geography at the RijksUniversiteit Groningen, is about high-rise buildings in the Netherlands. The title ‘Hoogbouw in de Ruimte’ would literally be translated in English as ‘High-rise buildings in Space’ but (because mankind is still not able to build on the moon) should be read as ‘high- rise buildings and their environment’. High-rise buildings in the Netherlands are starting to play an increased role in Dutch municipal policy. Because of the lack in national high rise building policy, most of the major cities have developed their own policy on skyscrapers. When we look at the history of the skyscraper in the Netherlands, there has been a shift from public development before the 1980’s to private development after 1990.
    [Show full text]
  • Hoogbouwbeleid Lessen Tien Hoogbouw? Waarom De Discussie
    ONDER DE BOMEN HOLLANDSE STAD - Ambities van de stad - Een studie naar Nederlandse hoogbouwcultuur In Nederland zijn hoge gebouwen steeds vaker onderwerp van discussie. De afgelopen jaren worden gestaag steeds meer hoogbouwprojecten gerealiseerd. Soms vanuit een duidelijke wens in de stad, maar net zo vaak zonder stedelijk doel. Veel gemeentes zijn op zoek naar een rode draad en de meerwaarde van hoogbouw voor hun stad. Wat is goede hoogbouw en wat kan het betekenen? Deze publicatie bekijkt het Nederlandse hoogbouwlandschap anno 2008. Wat kan hoogbouw betekenen voor de stad? Welke HOOG aspecten verdienen meer aandacht bij de realisatie van een toren? Wat zijn essentiële randvoorwaarden voor een geslaagd project? En wat is de rol en het belang van de gemeente, architect, ontwikkelaar, belegger en burger in het complexe speelveld van hoogbouw in een overlegcultuur? BOUW ISBN 978-90-809293-4-0 Inhoudsopgave Voorwoord Tien Lessen 6 Hoge gebouwen raken steeds meer ingeburgerd in Waarom Hoogbouw? 8 het Nederlandse landschap. Vroeger was hoogbouw De Discussie 10 voorbehouden aan de centra van de grote steden met soms Tilburg een 'verdwaalde' toren aan de snelweg of langs de kust. Arnhem Heerlen Sinds halverwege de jaren ‘80 lijkt hoogbouw echter Belle van Zuylen definitief doorgebroken. Rotterdam profileert zich, sinds de ontwikkeling van het Weena, als hoogbouwstad. Den Haag en Amsterdam ontwikkelen hoogstedelijke Het Perspectief 16 stationsomgevingen rond hun HSL-stations. In Utrecht Hoogbouw in de wereld ontspint zich een discussie over de bouw van de Belle van Hoogbouw in Nederland Zuylen, een toren van 260 meter hoog aan de A2. Ook in Hoogtepunten andere steden zoals Tilburg, Eindhoven en Maassluis zijn Definities inmiddels hoogbouwprojecten gerealiseerd.
    [Show full text]
  • Rationalising the Structural Material Choice Process for High Rise Buildings in the Netherlands Master Thesis
    €env€ Rationalising the Structural Material Choice Process for High Rise Buildings in the Netherlands Master Thesis E.M.R. Koopman Rationalising the Structural Material Choice Process for High Rise Buildings in the Netherlands E. (Esmee) M.R. Koopman – 4730593 [email protected] [email protected] Master Civil Engineering: Building Engineering – Structural Design Technical University of Delft, The Netherlands Company: Arcadis, Rotterdam Period: October 2019 – June 2020 Defence: 10th of July, 2020 Graduation committee: ir. J.G. Rots, ir. R. Crielaard, ing. P. De Jong, ing. Tom Borst 2 Abstract De Randstad is popular place to work and live. The amount of residents will continue to grow and because of that, the housing demand increases the coming years. To accommodate the city growth in a small country as the Netherlands is, the municipalities of de cities in De Randstad turn to high rise buildings. The floor plan of a high rise building gets repeated on every floor and because of that, the design decisions that are part of this repetition are important. The structural material choice is one of these repeated design decisions and thus important. The structural material choice is also important, because it is linked to all the disciplines on the design team and factors like cost and sustainability. Currently 64% of the high rise buildings in the world have only reinforced concrete as structural material. Of the buildings in the Netherlands above 120 m, 86% have only reinforced concrete as structural material. This raises the question if the preference in the Netherlands for concrete comes from a clear decision-making process or if it originates elsewhere? In theory this decision-making process follows an organized cycle called the Basic design cycle.
    [Show full text]
  • 1967 Jaargang 22 (Xxii)
    ,; - ONS GESLACHT - MAANDBLAD DER NEDERLANDSE GENEALOGISCHE VERENIGING ’ f COEDOEKEURD EI, KONINKLIJK BES!_. “AN 16 AUOUSTUS ,949. NO. 86 JAARGANG 22 No. 1 JANUARI 1967 Eindredacteur: P. L. H. Crasborn, Postbus 976, Amsterdam-C. Administrateur van de Contactafdeling: C. Roodenburg, Iordensstraat 61, Haarlem. le Secretaris der N.G.V.: H. J. Schoonderwoerd, Postbus 976, AmsterdamC. Contributie (minimum f IS,- p. j.) en alle andere betalingen te storten op Postgiro- rekening 547064 ten name van de Penninameester der N.G.V. te Wormerveer. BIJ EEN GOUDEN HUWELIJK Op 1 februari 1917, weldra dus vijftig jaar geleden, traden te Rotterdam een bruid en bruidegom in het huwelijk die elkaar van jongs af aan gekend hadden. Dat de ouders van de bruid beiden kort tevoren gestorven waren, wierp een schaduw over deze blijde dag, maar lokte tevens een aantal goed bedoelde adviezen van oudere familieleden uit voor de voorbereiding van het feest. Eén van de talrijke raadgevingen was afkomstig van een bejaarde tante, n.1. om de bruidstaart bij de banketbakkerij van Verhagen te bestellen ,,wanf dut is nog familie van jullie”. Een opmerking, waar men nadien niet meer over nadacht, al bleef de herinnering eraan wel levend. Een en ander was voor mij toch aanleiding, van beiden eens een kwartier- staat op te stellen. Dat bruid en bruidegom onderling werkelijk verwant bleken (14e graad), was niet de grootste verrassing, maar wél, dat hun ge- meenschappelijke stamvader. Verhagen heette! Of de firmanten van de (ook nu nog te Rotterdam bestaande) banketbakkerij van die naam eveneens van de in 1720 te Schiedam gestorven Jacob Carelsz.
    [Show full text]
  • Roaming Rotterdam Route (Approx
    ROAMING EN ROTTERDAM Walking / bicycle route through imposing architecture Visit Museum Boijmans ROAMING Van Beuningen and embark on an THROUGH ROTTERDAM adventure through art from the Middle Ages to Welcome to Rotterdam, the city that enjoys growing inter­ the twenty-first century. national acclaim as a popular destination for city trips. Why? Discover the museum’s You’ll find out for yourself as you roam throughR otterdam. unique collection of The walking route brings you past iconic architecture and masterpieces by Bosch, shows the eclectic mix of old and new that has made Rotter­ Rembrandt, Van Gogh dam so famous – from the Late Gothic architecture of the and Dalí. Add to this the sensational temporary Laurenskerk to the futuristic Markthal. From the Cube Hou­ exhibitions of art and ses on Blaak to the gleaming high­rise buildings on the Kop design from different van Zuid peninsula. The route also takes you through resi­ eras and the restaurant dential neighbourhoods, parks and shopping streets and with its outlook on the along sidewalk cafés, museums and the waterfront. From statue garden, and you Erasmus Bridge you’ll enjoy the view of the Maas River and are guaranteed hours the water taxis and ships sailing by. You’re looking out at of enjoyment in the one of the world’s biggest ports – not to mention that museum. spectacular skyline that Rotterdam is famous for. www.boijmans.nl Walking the entire Roaming Rotterdam route (approx. 10 km) Maurizio Cattelan, Untitled, 2001. Copyright Maurizio Cattelan, courtesy Marian Goodman Gallery, New York. Photo: Attilio Maranzano takes about half a day.
    [Show full text]
  • Download Download
    FRANK VAN DER HOEVEN, STEFFEN NIJHUIS HI RISE! I CAN SEE YOU PLANNING AND VISIBILITY ASSESSMENT OF HIGH BUILDING DEVELOPMENT IN ROTTERDAM 12.1 INTRODUCTION Western European cities like London, Paris, Rotterdam and Frankfurt am Main have seen im- pressive high building developments over the past two decades. This has led them to develop policies for regulating the planning and construction of tall buildings, high-rise buildings and skyscrapers within their territory. So far, these high building developments and policies have received little attention from the academic community. This chapter elaborates a framework for analysing high building development and the visual impact of high buildings on the surround- ing landscape with the city of Rotterdam as a Western European showcase. It presents a system- atic approach for analysing high building development in terms of architectural height, year of completion, location and functional use, for use in the comparison of existing buildings with the urban policies that are in place. Comprehensive GISc-based viewsheds were used to analyse the visibility of the high buildings, factoring in both meteorological circumstances and the vertical area of the buildings. The showcase city of Rotterdam demonstrates that a considerable distance exists between the vision and reality. The city struggles to deliver a consistent and integrated policy for high-building urban areas, while the high building developments themselves seem to be ruled by a remarkable internal logic that is not fully recognised in policymaking. The impact of tall buildings, high-rises and skyscrapers on neighbourhoods, urban districts and cities is widely acknowledged by architects, urban planners, politicians and developers all 277 over the world.
    [Show full text]
  • Eerstejaarsnummer
    Faculteitsblad Ruimtelijke Wetenschappen Jaargang 40 / nummer 0 / oktober 2008 Girugten Eerstejaarsnummer Groningen een geografie van de stad Planologische geschiedenis van Groningen Overzicht artikelen afgelopen jaargang Girugten Jaargang 40, nummer 0, eerstejaarsnummer 2008 Colofon redactioneel Girugten is het onafhankelijk Voor je ligt de speciale eerstejaars- faculteitsblad van de Faculteit editie van het faculteitsblad Girug- Ruimtelijke Wetenschappen, ten. Met dit nummer willen wij, als Rijksuniversiteit Groningen redactie, jou laten kennismaken met allerhande zaken die spelen op de Eindredactie faculteit, met jullie docenten, met Wietske Wilts (Hoofdredacteur) de studentenorganisaties aan de Mathieu Drolinga (Vormgeving) Faculteit Ruimtelijke Wetenschap- pen, en natuurlijk met Girugten. Ook wordt de stad Groningen in een Redactie geografisch en een planologisch licht Niels van Beurden geplaatst, want het is natuurlijk belang- Bart Booij rijk het één en ander te weten over je Arianne Dannenberg (nieuwe) studentenstad, zeker als Floris van der Lingen student geografie of planologie! Guido Roegholt Daarnaast hebben we een selectie Marjolein Verheijen gemaakt van de beste artikelen Claire Vernède die het afgelopen jaar in Girugten Inge de Vries zijn verschenen, je vindt ze vanaf Jurjen Zuijdendorp bladzijde 19. Aan het eind vind je nog een verslag van het eerstejaarskamp Druk te Appelscha, ook is de rubriek ‘Op de Drukkerij de Bie, Groningen bank van…’ speciaal voor dit nummer toegespitst op een eerstejaars, en ook Oplage de Top 5, te vinden op de achterkant, 175 stuks gaat over eerstejaarsvakken. Ben je nou na het lezen van dit num- mer enthousiast geworden, kan je E-mail een beetje schrijven en redigeren, [email protected] en lijkt je het leuk om met een en- thousiaste groep medestudenten vijf Website á zes keer per jaar een blad in elkaar www.girugten.nl te zetten? Meld je dan aan voor de redactie door een mailtje te sturen Postadres naar [email protected].
    [Show full text]
  • Background Report: Evacuation of High-Rise Buildings with Lifts and Stairs
    Background Report: Evacuation of High-rise Buildings with Lifts and Stairs Version: 1.1 Status: Final Date: 1 July 2012 Authors: J. Wijnia (Peutz) J. Wit (Deerns) R. Noordermeer Commissioned by NEN and the Convenant Hoogbouw steering group, with support from Liftinstituut – Nederlands Instituut voor Lifttechniek. Cover page 2 Evacuation of High-rise Buildings with Lifts and Stairs Contents 1 Introduction ..................................................................................................................................... 2 2 Normative references ................................................................................................................... 23 3 Terms and definitions ................................................................................................................... 24 4 Symbols and abbreviations ......................................................................................................... 24 5 Limit values .................................................................................................................................... 32 6 Evacuation ..................................................................................................................................... 35 7 Scenarios ....................................................................................................................................... 38 8 New stairs model ..........................................................................................................................
    [Show full text]
  • Hoogbouw: Eisen En Richtlijnen Brandveiligheid
    analyse huidige praktijk hoogbouw: eisen en richtlijnen brandveiligheid datum : 30 januari 2003 V2B0 Advies dossier : HOOG Rijksstraatweg 269, nummer : 0244-01.R 3956 CP LEERSUM status : eindrapport telefoon: 0343-469929 fax: 0343-469977 in opdracht van het ministerie van VROM [email protected] 2 / 90 V2BO Advies V2BO Advies 3 / 90 0244-01/ brandveiligheidseisen hoogbouw V2BO Advies INHOUD 1 Inleiding ............................................................................................................................................................. 6 1.1 Vraagstelling....................................................................................................................................................... 6 1.2 Nadere afbakening............................................................................................................................................. 7 1.3 Opbouw van het rapport .................................................................................................................................. 7 1.4 Verantwoording ................................................................................................................................................. 8 2 Ontwikkelingen in de Nederlandse hoogbouw.......................................................................................10 2.1 Aantal gebouwen en gebouwhoogte............................................................................................................. 10 2.2 Geografische spreiding...................................................................................................................................
    [Show full text]