Het Paviljoen Het ontwerp van een biologisch afbreekbaar bouwwerk

Studenten Inge Dijkstra 310272 Willemke Snijders 304214

Afstudeerverslag 16-06-2011, Groningen

Het Floriade Paviljoen Het ontwerp van een biologisch afbreekbaar bouwwerk Studenten Inge Dijkstra 310272 Willemke Snijders 304214

Afstudeer verslag Het Floriade paviljoen Thema 4.3 & 4.4 februari’11 / juni’11

Opleiding Bouwkunde/ Architectuur 1e fase

Afstudeerbegeleider Dhr. Robert Ovbiagbonhia Lezer Dhr. Ron de Vrieze

Opdrachtgevers DAAD Architecten, Hanzehogeschool Groningen & Zernikeplein 11 Atelier D 9747 AS Groningen Studiejaar 2010-2011 16-06-2011, Groningen De scriptie is samengesteld in opdracht van:

Hanzehogeschool Groningen, Academie voor Architectuur, Bouwkunde & Civiele techniek Zernikeplein 11, 9747 AS Groningen

&

DAAD Architecten Paltz 21 9411 BM Beilen Afb. 2. | Inge en Willemke Begeleider: Dhr. Robert Ovbiagbonhia Zernikeplein 11, kamer B1.56 +31 (0) 50 595 46 26

Lezer: Dhr. Ron de Vrieze Zernikeplein 11, kamer B1.59 +31 (0) 50 595 40 13

Studenten: Inge Dijkstra 310272 Beekland 9 9302 GM Roden +31 (0) 6 29 41 86 88

Willemke Snijders 304214 Frederiksplein 2 9724 NH Groningen +31 (0) 6 42 55 60 15

Eindredactie: I. Dijkstra | W. Snijders Vormgeving: I. Dijkstra | W. Snijders

Keywords: Natuurlijke principes, het paviljoen, biologisch afbreekbaar

Copyright © 2011

© Auteursrechten voorbehouden aan I. Dijkstra | W. Snijders, Groningen: Dit verslag is onderdeel van het afstudeerproject ‘Het Floriade paviljoen‘ in opdracht van de Hanzehogeschool Groningen en DAAD Architecten. Verveelvoudigen is toegestaan, mits de auteurs en het afstudeerproject als bron worden vermeld.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen Voorwoord .

Het onderzoek is gedaan ter afronding van de opleiding Bouwkunde, met de afstudeer Ons dankwoord gaat tevens uit naar een aantal medewerkers van de Hanzehogeschool richting architectuur 1e fase, aan de Hanzehogeschool Groningen. Onderzocht is hoe Groningen. Ing. dhr. J. de Haan, docent constructief, voor de controle die hij heeft natuurlijke principes toegepast kunnen worden op het ontwerp van een Floriade paviljoen uitgevoerd op ons concept draagconstructie. Ing. dhr. G.J. Ribberink, docent bouwfysica, voor Erutan, zodat deze volledig biologisch afbreekbaar is. Het onderzoek is verricht in voor zijn adviezen betreft de vochtregulering. En Ing. W. Visser, voor zijn adviezen betreft de periode van februari’11 tot juli’11 en heeft plaats gevonden binnen Atelier duurzaam de bouwtechnische uitwerking. Tot slot willen wij Margreet Kors, eigenaresse van het (Atelier D). Atelier D is onderdeel van het kenniscentrum van de Hanzehogeschool multifunctioneel gebouw te Orvelte, bedanken voor de informatieve rondleiding in het Groningen. duurzame gebouw en haar interesse voor ons afstuderen.

Aandacht voor de grote hoeveelheid bouw- en sloopafval is vanwege het milieuvervuilende aspect hard nodig. Met 19 miljoen ton afval per jaar is het bouw- en sloopafval één van de grootste afvalstromen in Nederland. Zelfs bij tijdelijke bouwwerken wordt er alleen Groningen, 16 juni 2011 vanuit estethisch oogpunt ontworpen. Er wordt geen rekening gehouden met de grote Willemke Snijders, hoeveelheid afval die vrijkomt na gebruik van het gebouw. Het blijven storten van deze Inge Dijkstra hoeveelheden afval is geen optie, gezien het ruimte gebruik en de emissie die plaatsvindt. Vanwege de bijdrage die wij kunnen leveren aan een oplossing voor het afvalprobleem en daarbij onze kennis kunnen uitbreiden, wat betreft duurzaam bouwen, hebben wij in januari’11 besloten om aan de afstudeeropdracht “Het Floriade paviljoen” te gaan werken.

Het kenniscentrum Atelier D heeft, in samenwerking met het architectenbureau DAAD Architecten, de afstudeeropdracht “Het Floriade paviljoen” geformuleerd. Zij hebben de vraag gesteld een paviljoen te ontwerpen met een Cradle to Cradle (C2C) ambitie en daarbij te kijken naar biomimicry. Wij zijn hierin een stap verder gegaan en hebben onderzocht hoe natuurlijke principes toegepast kunnen worden zodat het ontwerp van een paviljoen biologisch afbreekbaar is. Biologisch afbreekbare stoffen dienen als voedsel voor micro- organismen. Zo levert het afval van het paviljoen energie op, in plaats van dat afval energie kost en het milieu vervuilt. Het Mies van der Rohe paviljoen te Barcelona heeft als basis gediend voor het ontwerp welke wij aan de hand van onze randvoorwaarden en uitgangspunten hebben getransformeerd naar een biologisch afbreekbaar en een energiezuinig paviljoen. Aan de hand van het Mies van der Rohe paviljoen, welke als architectonisch hoogtepunt van de Moderne bouwkunst wordt beschouwd, willen wij op een overtuigende wijze demonstreren hoe er op een milieubewuste manier ontworpen en gebouwd kan worden.

Graag willen wij bij deze de gelegenheid gebruiken om in het bijzonder onze afstudeerbegeleider Ir. dhr. A.R. Ovbiagbonhia te bedanken, en tevens onze lezer Ing. dhr. R. de Vrieze en onze opdrachtgever Ir. dhr. R. Hendriks voor hun kritische blik en waardevolle adviezen.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen Inhoudsopgave

0.1 Inleiding 5 Bronvermelding 99 5.2 Bijlage overzicht 103 1.0 Introductie 8 Bijlage 1.0 Projectplan 104 1.1 Aanleiding 9 Bijlage 2.0 Reflectieverslag Inge Dijkstra 138 1.2 Projectomschrijving 10 Bijlage 3.0 Reflectieverslag Willemke Snijders 141 1.3 Achtergrond informatie 10 Bijlage 4.0 Materialenmatrix 144 1.4 Plan van Aanpak 12 Bijlage 5.0 Multicriteria analyse 149 1.5 Onderzoeksstrategie 12 Bijlage 6.0 Berekening Rc-waarde 151

2.0 Van onderzoek naar concept 16 2.1 Deelvraag 1. Wat zijn biologisch afbreekbare processen? 17 2.2 Deelvraag 2 Wat is een paviljoen? 33 2.3 Deelvraag 3 Wat wil Erutan? 45 2.4 Deelvraag 4 Wat betekent de ? 51 2.5 Interpretatie ontwerpopgave 57

3.0 Van concept naar ontwerp 62 3.1 Van Concept naar Ontwerp 63

4.0 Van ontwerp naar bouwtechnische uitwerking 76 4.1 Schets ontwerp (SO) 77 4.2 Concept draagconstructie 79 4.3 Concept fysische systemen en installaties 81 4.4 Motivatie materiaalkeuze 85 4.5 Brandveiligheid 91 4.6 Definitief ontwerp 95 Conclusie 97

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 4 Het verkennend onderzoek is opgedeeld in vier deelvragen welke kennis opleveren over : 0.1 Inleiding • Biologisch afbreekbare materialen en natuurlijke systemen; • Paviljoen typologieën en wat voor een invloed de typologieën hebben op het ontwerp van een biologisch afbreekbaar en/of energiezuinig paviljoen; • Het programma van eisen (PVE) opgesteld door Erutan en de eisen uit het bouwbesluit Als gevolg van het menselijk handelen raken de fossiele brandstoffen op, vervuilt het met daarbij de mogelijkheden die de eisen bieden voor het ontwerp; milieu en verandert het klimaat. Om te voorkomen dat ons nageslacht hier de nadelen • De context waarin het biologisch afbreekbare paviljoen geplaatst wordt, de Floriade van gaat ondervinden zal er een gedragsverandering moeten plaatsvinden. Producten en 2012 te Venlo. gebouwen zullen vanuit een duurzaam oogpunt moeten worden ontworpen. De onderzoeksmethodes die we hanteren voor het beantwoorden van de deelvragen zijn: literatuur studies, referentie studies, excursies en interviews. In dit afstudeerverslag staat het ontwerp van een biologisch afbreekbaar Floriade paviljoen centraal. Dit onderzoek wijst uit dat het Floriade paviljoen grotendeels terug te geven is Aan de hand van de kennis verkregen uit het verkennend onderzoek, wordt in de aan de natuur en daarbij ook nog esthetisch verantwoord is. Het onderzoek werpt daarbij ontwerpfase een eigen interpretatie van de opgave ontwikkeld. De eigen interpretatie nieuw licht op de beperkingen die de Nederlandse regelgeving het duurzaam bouwen wordt vertaald naar uitgangspunten en randvoorwaarden, een nieuw PVE en een concept. oplegt. In de ontwerpfase, en tevens in de volgende uitwerkingsfase, wordt onderzocht hoe natuurlijke principes kunnen worden toegepast op het ontwerp. Het resultaat van de Het architectenbureau DAAD Architecten heeft van Erutan de opdracht gekregen om ontwerpfase is een ruimtelijk ontwerp waarin de eisen met betrekking tot het PVE, een tijdelijk Floriade paviljoen, van ca. 200 m² met een Cradle to Cradle (C2C) ambitie, typologie en context zullen worden verwerkt. te ontwerpen voor de Floriade 2012 te Venlo. Erutan wil het paviljoen gebruiken om haar Het Duitse paviljoen te Barcelona ontworpen door Mies van der Rohe dient als basis voor het tapijt, ontwikkeld volgens het C2C principe, te promoten tijdens de Floriade 2012. De ontwerp. Aan de hand van dit architectonisch hoogtepunt worden de mogelijkheden van Floriade verwacht dagelijks 35.000 bezoekers, deze stroom bezoekers zullen binnen vijf onze duurzame ontwerp- en bouwmethode op een overtuigende wijze gedemonstreerd. minuten door het paviljoen geloodst kunnen worden. Net als in de ontwerpfase wordt in de uitwerkingsfase onderzocht hoe natuurlijke principes Parallel aan DAAD Architecten zullen wij een eigen ontwerp voor het Floriade paviljoen toegepast kunnen worden. Tevens wordt er onderzocht hoe biologisch afbreekbare ontwikkelen. Vanwege de korte levensduur van het paviljoen willen wij een paviljoen materialen esthetisch verantwoord kunnen worden toegepast binnen de Nederlandse ontwerpen die, aan de hand van natuurlijke principes, volledig biologisch afbreekbaar is. regelgeving. In de uitwerkingsfase zullen de laatste aspecten zoals materialen, Aan de hand van dit ontwerp wordt onderzocht hoe natuurlijke principes toegepast kunnen hoofddraagconstructie en fysische systemen geïntegreerd worden in het ontwerp. worden zodat het Floriade paviljoen volledig biologisch afbreekbaar is. De materialen van De onderzoeksmethode die wij hierbij hanteren is het opstellen van varianten en het paviljoen kunnen na afloop van de 6 maand durende Wereld Tuinbouw Expo aan de alternatieven en deze toetsen aan het PVE en het concept. natuur worden terug gegeven, zonder dat dit schadelijke gevolgen heeft voor het milieu. Het afstudeerverslag is een verslaglegging van het gehele afstudeerproject. Het onderzoek vindt plaats binnen Aterlier D. Aterlier D is onderdeel van het kenniscentrum Allereerst wordt een introductie gegeven van het afstudeerproject. In de introductie wordt van de Hanzehogeschool Groningen. DAAD Architecten wil in samenwerking met Aterlier de aanleiding, projectomschrijving, achtergrond informatie en de onderzoeksstrategie D zich binnen dit project richten op materialen met een C2C ambitie. Atelier D heeft ons van het project beschreven. hierbij gevraagd om ook naar biomimicry te kijken. De introductie wordt opgevolgd door het hoofdstuk “Van onderzoek naar concept”. In dit hoofdstuk worden alle deelvragen behandeld. Iedere deelvraag bestaat uit een inleiding, Het onderzoek is opgesteld aan de hand van een hoofdvraag. De centrale hoofdvraag van een verslaglegging van het deelonderzoek en een conclusie waarin antwoord wordt het onderzoek luidt: gegeven op de deelvraag. Het hoofdstuk “Van onderzoek naar concept” wordt afgesloten met een eigen interpretatie van de ontwerpopgave. In dit onderdeel worden aan de hand “Hoe kunnen natuurlijke principes toegepast worden of als basis dienen voor het ontwerp van de uitkomsten van voorgaande deelvragen randvoorwaarden en uitgangspunten, een van een paviljoen zodat het paviljoen volledig biologisch afbreekbaar is?” nieuw PVE en een concept gevormd. Het hoofdstuk “Van onderzoek naar concept” wordt opgevolgd door het hoofdstuk “Van concept naar ontwerp”. De keuzes die zijn gemaakt bij de transformatie van het Om een antwoord te geven op de hoofdvraag is het onderzoek opgedeeld in drie Mies van der Rohe paviljoen naar het Floriade paviljoen zullen per onderdeel worden onderdelen, namelijk het verkennend onderzoek, de ontwerpfase en de uitwerkingsfase. beargumenteerd en resulteren in een schets ontwerp.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 5 In de laatste fase wordt het schets ontwerp uitgewerkt tot een definitief ontwerp. In deze fase wordt de constructie, bouwfysica, materialisatie en de brandveiligheid geïntegreerd in het schets ontwerp. In dit hoofdstuk “Van ontwerp naar bouwtechnische uitwerking” zal eerst een concept van de draagconstructie worden gegeven gevolgd door een concept voor de bouwfysische systemen en installaties. Aan de hand van deze gegevens kunnen de materiaal keuzes worden gemaakt en gemotiveerd. De motivatie voor de materiaal keuze wordt per constructieonderdeel behandeld. Tot slot wordt het ontwerp getoetst op de brandveiligheid. Bij dit onderdeel wordt onder andere de brandcompartimentering, vluchtroutes en het brandgedrag van de materialen getoetst aan de eisen die gesteld zijn in het bouwbesluit. Het antwoord op de hoofdvraag wordt weergegeven in een set DO tekeningen, deze worden als bijlage toegevoegd aan het verslag. Het afstudeerverslag wordt afgesloten met een conclusie. De conclusie zal beginnen met het onderwerp en de opbouw van het onderzoek, waarna er een antwoord op de hoofdvraag wordt gegeven. Tevens worden de bevindingen behandeld en geven we aanbevelingen voor een vervolg onderzoek.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 6 Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 7

1.0 Introductie

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 8 Wij als ontwerpers willen rekening gaan houden met de kwaliteit van leven. Dit kunnen 1.1 Aanleiding wij in ons vakgebied doen door duurzame oplossingen te vinden voor bouwwerken. Onder andere door duurzame materialen met een C2C ambitie toe te passen en energie zuinige oplossingen te vinden voor het gebruiken van een gebouw. Alle organismen op deze aarde, behalve de mens, weten te overleven zonder machines die allerlei schadelijke stoffen en De (bouw)wereld heeft een probleem afval produceren. Hier kunnen wij als ontwerpers ook een voorbeeld aan nemen.

De wijze waarop de mens haar gebouwen ontwerpt, bouwt en gebruikt is erg kortzichtig. Bouwwerken worden ontworpen en gebouwd volgens het principe ‘van wieg tot graf’, het gebouw wordt na een aantal jaar weer afgebroken waardoor onnodig veel afval ontstaat. Deze ontwerp methode stamt nog uit de principes van de industriële revolutie, daar waar alles ontworpen werd vanuit economisch oogpunt. De gevolgen van deze handelingen, op de lange termijn, werden buiten beschouwing gelaten. Zoals de schadelijke effecten die afval en uitlaatgassen, dat onder andere geproduceerd wordt tijdens een bouwproces, op het milieu hebben.

Eind van de 18e eeuw in Engeland begon de industriële revolutie en vervolgde begin 19e eeuw in de rest van Europa. Tijdens de industriële revolutie vond de omschakeling van handmatig vervaardigde goederen naar machinaal vervaardigde goederen plaats. De toepassing van de stoommachine heeft een grote invloed gehad op de industriële revolutie, deze gaf een enorme inpuls aan de vervaardiging van producten. In plaats van de kleine ambachtelijke werkplaatsen die producten produceerden kwamen er grote fabrieken die deze taak overnamen. Tijdens de industriële revolutie werden de producten enkel ontworpen vanuit economisch oogpunt. Het begin van het einde, want hier zijn de productieprocessen begonnen die allerlei schadelijke stoffen in het milieu hebben veroorzaakt. In de tijd van de industriële revolutie was er een ander wereldbeeld dan dat wij nu hebben, er was geen besef dat het ontwerp en de ontwikkeling van producten invloed kon hebben op de gezondheid van de mens en de kwetsbaarheid van de natuur. En daar bevinden wij nu de gevolgen van.

De vele uitlaatgassen en het afval die vrijgekomen zijn door de mens ontworpen, onwikkelde, gebruikte en geproduceerde producten zijn zeer slecht voor de gezondheid van de mens en schadelijk voor het milieu. Jaren lang was er tijdens het ontwerpen en ontwikkelen van producten te weinig besef wat voor invloed dit op mens en milieu zou kunnen hebben. Daarnaast wordt er ook nog altijd te veel op een milieuonvriendelijke wijze energie gewonnen. Hierdoor krijgt de mens allerlei chemische stoffen in het lijf en het milieu wordt geteisterd door het broeikas effect. Ook in de bouwsector worden bouwwerken nog te weinig op een duurzame wijze ontworpen, gebouwt en gebruikt.

Alles wat op dit moment leeft heeft het probleem en alles dat gaat leven krijgt het probleem wanneer deze manier van handelen zich voortzet. Dus de mens, andere dieren en de natuur, maar ook ons nageslacht zullen hier de dupe van worden.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 9 1.2 Projectomschrijving 1.3 Achtergrond informatie

De opdrachtbeschrijving Atelier D

Het architectenbureau DAAD Architecten heeft van Erutan de opdracht gekregen om Het atelier Duurzaam is onderdeel van het kenniscentrum van de Hanzehogeschool een tijdelijk paviljoen van ca. 500 m2 met een C2C ambitie te ontwerpen voor de Floriade Groningen. Gevestigd in het gebouw aan Zernikeplein 11 te Groningen. Atelier D werkt 2012. De Floriade 2012 staat in het teken van C2C. Erutan wil het paviljoen gebruiken om met studenten en docenten aan projecten die kennis en inzicht opleveren over duurzame haar tapijt, ontwikkeld volgens C2C principes, te promoten tijdens de Floriade 2012. Het ontwikkelingen. Atelier D werkt daarin samen met externe partijen die informatie kunnen tapijt is door enzymen technologie ontwikkeld en bevat door deze methode geen latex verschaffen, maar ook met partijen die atelier D vragen om onderzoek naar duurzame meer. Hierdoor zijn de samengestelde materialen waaruit het tapijt bestaat volledig ontwikkelingen en innovatie te doen. Het project waar wij aan gaan werken betreft herbruikbaar. een afstudeer opdracht waar voor het ontwerp van een paviljoen natuurlijke principes onderzocht worden. De vraag om natuurlijke principes te onderzoeken is vanuit het architectenbureau DAAD architecten gesteld. Een eis van de Floriade 2012 is dat elk paviljoen op het Floriadeterrein moet beschikken over voorzieningen voor kinderen. Erutan wil, om aan deze eis van de Floriade 2012 te voldoen, proef experimenten opstellen waarmee de kinderen kunnen experimenteren. Biomimicry De Floriade 2012 verwacht dagelijks 35.000 bezoekers, deze stroom bezoekers moeten binnen vijf minuten door elk paviljoen geloods kunnen worden. Letterlijk vertaald betekend biomimicry; ‘leer van de natuur’. De natuur heeft al vaak oplossingen bedacht voor problemen waar de mens nog veel van kan leren. Daarnaast Atelier D en DAAD architecten zijn onze opdrachtgevers. DAAD Architecten wil in doet de natuur dit ook nog eens vele malen efficiënter met betrekking tot energie- en samenwerking met Atelier D zich binnen dit project richten op materiaal onderzoek met materiaal gebruik. Ook voor de bouw kan de natuur een inspiratiebron zijn. een C2C ambitie. Atelier D heeft ons hierbij gevraagd om ook naar biomimicry te kijken. Een bekend voorbeeld is de termietenheuvel. Ongeacht de buitentemperatuur hanteert een termietenheuvel altijd een constante temperatuur. Terwijl wij ons blauw stoken om Hoe wij deze opdracht interpreteren een gebouw te verwarmen of de airco als een malle laten draaien om een gebouw koel te krijgen. Wij hebben voor de temperatuurregeling in een bouwwerk allerlei installaties nodig. Het paviljoen voor de Floriade 2012 is een tijdelijk bouwwerk, daarom willen wij om aan Hiermee verontreinigen we de Aarde en als we het met een termietenheuvel vergelijken, de C2C ambitie van Erutan te voldoen een paviljoen ontwerpen dat volledig biologisch verbruikt de mens onnodig veel energie. Door te leren en zich te laten inspireren door de afbreekbaar is. Een paviljoen waarvan de materialen zo terug de natuur in gegooid kunnen natuur zou de mens, vooral gezien de bouw, nog veel kunnen leren. worden zonder dat dit schadelijke gevolgen heeft voor het milieu. Wij gaan deze opdracht parallel aan DAAD Architecten uitvoeren, zodat we onze ideeën en oplossingen met Floriade 2012 die van DAAD kunnen vergelijken en op deze wijze van elkaar kunnen leren. Tijdens het ontwerpen gaan we op zoek naar materialen, welke de natuur niet verontreinigen, waaruit het paviljoen voor Erutan gerealiseerd zou kunnen worden. Gezien de natuur haarzelf niet Eens in de tien jaar vindt in ons land de Wereld Tuinbouw Expo plaats, beter bekend als de verontreinigt, zou binnen deze opdracht biomimicry een methode kunnen zijn. Floriade. In 2012 opent de zesde Floriade haar poorten, voor het eerst buiten de randstad, op het Floriadeterrein te Venlo. Het thema van de Floriade 2012 is C2C. Floriade 2012 bestaat uit vijf unieke leefwerelden met elk een uniek programma en decor. Floriade 2012 kent de werelden: Environment, Relax & Heal, Green engine, Education & Innovation en World Show Stage. In deze verschillende leefwerelden voel, zie en beleef je de natuur steeds op een andere manier. Het doel van de Floriade is aan de bezoekers laten

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 10 zien wat tuinbouw kan en doet. Het gaat dan ook veel verder dan alles wat groen is. De Erutan ( naturE) sector loopt voorop als het gaat om innovatie, hoogwaardige technologie en duurzame productiemethoden. Daarnaast wil de Floriade mensen bewust maken wat de invloed van alle tuinbouw gerelateerde producten zoals bloemen,planten, bomen, groenten en fruit Erutan is de werkelijke opdrachtgever van het paviljoen voor de Floriade 2012. De op de kwaliteit van leven is. opdrachtgever van DAAD Architecten. Erutan beweegt zich op het terrein van innovatie van tapijtproductie. Een groot probleem in de tapijtindustrie was het vinden voor een De toekomstige bestemming van het Floriadeterrein is een bedrijventerrein, Greenport oplossing van de kilometers afgedankte tapijt. Doordat de boven- en onderkant van Venlo. Een Greenport is een verzameling van tuinbouw gelieerde bedrijven. Na de Floriade een tapijt uit verschillende op aardolie gebasseerde grondstoffen bestaat is optimale 2012 zullen een aantal bedrijven in beeldbepalende gebouwen , die zijn opgezet voor de recyceling van dat tapijt niet mogelijk. Erutan heeft een oplossing gevonden, ze hebben Floriade 2012, trekken. een uitvinding gedaan om wol en jute met elkaar te verbinden zonder gebruik te maken van latex. Er wordt gebruik gemaakt van enzymentechnologie. Door deze uitvinding is het mogelijk om een tapijt geheel te recycelen. Erutan wil deze productinnovatie onder Duurzame ontwikkeling de aandacht van het publiek brengen in een duurzaam paviljoen tijdens de Floriade 2012.

Een veel gehoord en gebruikt begrip is duurzaam, maar wat houdt duurzaam in? “Duurzame C2C (Cradle to Cradle) ontwikkeling is een ontwikkeling die aansluit op de behoefte van het heden zonder het vermogen van de toekomstige generatie, om in hun eigen behoefte te voorzien, in gevaar te brengen.”, aldus de VN-commissie Brundtlang uit 1987. Duurzaamheid gaat over het Letterlijk vertaald naar het Nederlands betekend C2C; ‘Wieg naar Wieg’. Veel producten schaarste gebruik van hulpbronnen waarmee de welvaart voortgebracht wordt. Zowel worden geproduceerd met het principe ‘Wieg naar Graf’. Wanneer een product niet nu als in de toekomst. Duurzame ontwikkelingen zijn nodig aangezien de bronnen van meer bruikbaar is wordt het afval. Afval is schadelijk voor het milieu en er worden vaak grondstoffen van de Aarde niet onuitpuntbaar zijn. waardevolle materialen weggegooit. De kern van het C2C principe houdt in: afval is voedsel. Gebruikte materialen kunnen na hun bestaan weer nuttig worden ingezet bij Tegenwoordig worden duurzame ontwikkelingen ook als positieve bijdrage aan het milieu andere producten of het materiaal is milieu-neutraal zodat het niet schadelijk is voor het gezien. De producten die de op aardolie gebasseerde producten vervangen zijn vaak veel milieu. De materialen zouden hierbij niet onder kwaliteitsverlies mogen lijden. Hiermee is minder, tot niet, schadelijk voor het milieu. de kringloop van producten rond. Het afval van gebruikte producten wordt voedsel voor nieuwe producten. C2C kent drie principes, namelijk afval = voedsel, zon is de energiebron DAAD Architecten en respect voor diversiteit.

DAAD Architecten is een middelgroot architectenbureau gevestigd in Beilen. Het architectenbureau is een van de externe partijen die betrokken is bij het kenniscentrum van de Hanzehogeschool Groningen. De opdracht om een paviljoen met C2C ambitie te ontwerpen voor de Floriade 2012 komt dan ook bij DAAD architecten vandaan. De werkelijke opdrachtgever van het paviljoen, Erutan, heeft als wens uitgesproken het paviljoen op te bouwen uit materialen en technieken met een C2C ambitie. DAAD Architecten wil in samenwerking met studenten onderzoeken wat voor mogelijkheden er zijn gezien de materiaal keuze voor het paviljoen met C2C ambitie. Deze onderzoeksvraag hebben ze doormiddel van een afstudeeropdracht voorgelegd aan de Atelier D. DAAD architecten zal dan ook betrokken zijn bij deze afstudeeropdracht. Regelmatig zal er contact zijn tussen ons en het architectenbureau om het gemaakte werk en gevonden resultaten te bespreken. DAAD zal ook aanwezig zijn bij de peilingen

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 11 1.4 Plan van Aanpak 1.5 Onderzoeksstrategie

Het afstudeerproject bestaat uit drie fases: de onderzoeksfase, de ontwerpfase en de Verkennend onderzoek uitwerkingsfase. In het Plan van Aanpak wordt per onderdeel aangegeven waar de focus op ligt, welke methode wordt toegepast en wat het resultaat is. Deelvraag 1. Wat zijn biologisch afbreekbare processen? Het onderzoek Onderzocht wat een biologisch afbreekbaar proces inhoud en wat dit betekend voor bouwmaterialen. Aan de hand van twee referentiestudies wordt onderzocht hoe biologisch afbreekbare materialen kunnen worden toegepast in een bouwwerk. De verkregen Het onderzoek wordt gedaan zodat er een antwoord gevonden kan worden op de informatie wordt geanalyseerd met de focus op het materiaal gebruik. hoofdvraag. De hoofdvraag is een logische vraag als gevolg van de probleemstelling. Aan de hand van deelvragen wordt gezocht naar een antwoord op de hoofdvraag. Alle Literatuurstudie deelvragen samen moeten antwoord geven op de hoofdvraag. De deelvragen zorgen Er wordt informatie verkregen over de bouwwerken door middel van boeken, ervoor dat het onderzoek wordt ingeperkt en hanteerbaar wordt gemaakt [afb.1]. internetpagina’s en artikelen.

Probleemstelling Excursie We gaan op excursie naar Buyten te Orvelte, daar hebben we een gesprek met de eigenaresse van Buyten. Woodman’s Cottage te Sussex is te ver hier vandaan om te Een tijdelijk paviljoen voor Erutan, met als functie een informatie centrum, gebaseerd op kunnen bezoeken. C2C principes voor de Floriade 2012 te Venlo. Referentie studies Twee duurzame bouwwerken: Buyten te Orvelte, ontworpen door DAAD Architecten en Hoofdvraag Woodman’s Cottage te Sussex (Engeland), ontworpen en gebouwd door Ben Law zullen worden bestudeerd en geanalyseerd.

Hoe kunnen natuurlijke principes toegepast worden of als basis dienen voor het ontwerp Documentatie verzamelen van een paviljoen zodat het paviljoen volledig biologisch afbreekbaar is? Over de biologisch afbreekbare materialen wordt (technische) informatie verzameld op internet en bij leveranciers en adviseurs. Keywords: Natuurlijke principes, het paviljoen, biologisch afbreekbaar Resultaat • Tabellen met biologisch afbreekbare materialen Deelvragen • Analyse Buyten te Orvelte • Analyse Woodman’s Cottage te Sussex • Matrix met technische eigenschappen van biologisch afbreekbare materialen • Deelvraag 1: Wat zijn biologisch afbreekbare processen? • Deelvraag 2: Wat is een paviljoen? Bijdrage aan de hoofdvraag • Deelvraag 3: Wat wil Erutan? Het project is gefocusd op het toepassen van biologische afbreekbare materialen binnen de • Deelvraag 4: Wat betekent de Floriade 2012? Nederlandse regelgeving en esthetisch verantwoord. Met een overzicht van van biologisch • Interpretatie ontwerpopgave afbreekbare materialen en de technische gegevens daarvan, kunnen we deze materialen • Van concept naar ontwerp aan de bouwbesluit eisen toetsen en de juiste materiaalkeuzes voor het Floriade paviljoen • Van ontwerp naar bouwtechnische uitwerking maken.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 12 Deelvraag 2. Wat is een paviljoen Bijdrage aan de hoofdvraag Het onderzoek is gericht op het toepassen van biologisch afbreekbare materialen binnen Om een antwoord te kunnen geven op de deelvraag: “Wat is een paviljoen?”, wordt het de regelgeving van het bouwbesluit. Om de juiste materiaalkeuzes te kunnen maken is betreffende discipline, het paviljoen, onderzocht. Het deelonderzoek kan gezien worden het van belang om te weten welke bouwbesluit eisen er aan de constructie onderdelen als een typologieën studie. Tevens wordt onderzocht hoe typologieën of kenmerkende van het paviljoen gesteld worden. Het ontwerp van een bouwwerk komt tot stand in elementen een bijdrage kunnen leveren voor de totstandkoming van een biologisch samenwerking met de opdrachtgever, daarom zijn de eisen van Erutan van belang voor afbreekbaar of energiezuinig paviljoen. het ontwerp.

Literatuurstudie Er wordt informatie verkregen over paviljoens middels van boeken, internetpagina’s en Deelvraag 4. Wat betekend de Floriade 2012 artikelen. Om deze deelvraag te kunnen beantwoorden wordt er onderzoek gedaan naar de betekenis Referentie studies van de Floriade 2012. Er wordt onder andere onderzocht wat de maatschappelijke context Twee tentoonstellingspaviljoens: het Duitse paviljoen te Barcelona (wereldtentoonstelling van de Floriade inhoudt en wat de Floriade de afgelopen jaren voor Nederland heeft 1929), ontworpen door Mies van der Rohe, en het Nederlandse paviljoen te Hannover betekend. Daarnaast wordt er gezocht naar de stedebouwkundige context. De verkregen (wereldtentoonstelling 2000), ontworpen door MVRDV zullen worden geanalyseerd. informatie wordt geanalyseerd en gevisualiseerd.

Resultaat Literatuurstudie • Algemene kenmerken paviljoens Door middel van boeken, internetpagina’s en artikelen wordt er onderzoek gedaan naar de • Paviljoen typologieën maatschappelijke context van de Floriade 2012.

Bijdrage aan de hoofdvraag Verkenning stedebouwkundige context Paviljoens worden onderzocht zodat er inzicht wordt verkregen in het type gebouw waar Door middel van kaarten, foto’s en afbeeldingen wordt de stedebouwkundige context van de natuurlijke principes op toegepast moeten worden. Wellicht kunnen de kenmerkende de Floriade 2012 verkend. (ruimtelijke) elementen of typologieën van paviljoens een bijdrage leveren aan de biologische afbreekbaarheid of energiezuinigheid van het gebouw. Resultaat • Analyse stedebouwkundige context Deelvraag 3. Wat wil Erutan? • Analyse maatschappelijke context • Verslag algemene informatie van de Floriade Om een antwoord te geven op deze vraag worden de wensen en eisen van Erutan verkend. Daarnaast wordt er onderzocht welke bouwbesluit eisen van toepassing zijn op het, voor Bijdrage aan de hoofdvraag Erutan, te ontwerpen paviljoen. Het paviljoen valt gezien het bouwbesluit onder een De stedebouwkunde- en maatschappelijke context hebben invloed op het ontwerp. Deze tijdelijk bouwwerk met een bezoekersfunctie. twee factoren bepalen mede, aan de hand van wat er bereikt wil worden met het bouwwerk, de uitgangspunten en het concept van het paviljoen. De omgevings factoren zouden Literatuurstudie invloed kunnen hebben op de compositie, positie en materialisering van het te ontwerpen Door middel van artikelen en internetpagina’s (www.bouwbesluitonline.nl) wordt er paviljoen. Deze elementen kunnen een bijdrage leveren aan de energiezuinigheid en onderzoek gedaan naar de bouwbesluit eisen. biologische afbreekbaarheid van het Floriade paviljoen. Interview Een gesprek met de opdrachtgever Rob Hendriks van DAAD Architecten. Toepassings mogelijkheden Floriade paviljoen

Resultaat • Overzicht met eisen van Erutan Uitwerking; Interpretatie ontwerpopgave • Overzicht met eisen van het bouwbesluit Vanuit de onderzoeksresultaten worden aan de hand van eigen interpretatie randvoorwaarden en uitgangspunten opgesteld. Vanuit deze randvoorwaarden en

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 13 uitgangspunten komt een nieuw programma van eisen tot stand. Vervolgens vindt de vertaalslag plaats van het programma van eisen naar een ontwerp visie, het concept. Een concept is een gedachte of visie waar de ontwerpbeslissingen aanvast hangen. Alle beslissingen worden getoetst aan het concept, zodat uiteindelijk alle deeloplossingen een antwoord geven op het concept. De interpretatie van de ontwerpopgave resulteert in een programma van eisen, randvoorwaarden en uitgangspunten en een concept.

Van concept naar ontwerp In de uitwerking van het concept wordt de vertaalslag gemaakt van een gedachte of visie naar een ruimtelijk ontwerp. We onderzoeken hoe natuurlijke principes, verkregen uit voorgaande deelvragen, toegepast kunnen worden in een ontwerp. Door het opstellen van alternatieven en varianten, en deze te toetsten aan het concept, kunnen er ontwerpbeslissingen worden gemaakt. Daarnaast dienen de uitgangspunten als basis voor het ontwerp. Van concept naar ontwerp resulteert in een schets ontwerp.

Van ontwerp naar bouwkundige uitwerking Het structuur ontwerp wordt doorontwikkelt tot een definitief ontwerp. De bouwtechnische beslissingen worden op dezelfde wijze geïnterpreteerd als de ontwerpbeslissingen. Er worden varianten opgesteld welke getoets worden aan het bouwbesluit en de randvoorwaarden en uitgangspunten. Vanuit het schets ontwerp wordt er een concept opgesteld voor bouwfysica en de draagconstructie. Vanuit deze bouwkundige aspecten kan het schets ontwerp doorontwikkelt worden tot een definitief ontwerp. Op basis van de bouwfysica en de draagconstructie kunnen de constructie elementen worden gematerialiseerd. Wanneer het bouwwerk gematerialiseerd is kan het worden getoets op brandveiligheid. De brandveiligheidseisen kunnen invloed hebben op de materialisering en het ontwerp.

Afb. 3. | Organogram Plan van Aanpak

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 14 Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 15

2.0 Van onderzoek naar concept

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 16 2.1 Deelvraag 1. Wat zijn biologisch afbreekbare processen?

Het toepassen van biologisch afbreekbare materialen voor het ontwerp van een paviljoen kan gezien worden als een duurzame ontwikkeling. “Een duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die aansluit op de behoefte van het heden zonder het vermogen van de toekomstige generatie, om in hun eigen behoefte te voorzien, in gevaar te brengen”, aldus de VN-commissie Brundtlang uit 1987. Het toepassen van biologisch afbreekbare matrerialen voor het ontwerp van een paviljoen heeft immers geen schadelijke gevolgen voor de toekomstige generatie. Wij willen een paviljoen ontwerpen dat volledig biologisch afbreekbaar is. Het paviljoen, dat wordt opgebouwd uit organische stoffen, wordt weer voedsel voor de natuur. Om de deelvraag te kunnen beantwoorden worden twee gebouwen geanalyseerd met de focus op het materiaal gebruik: Buyten te Orvelte, ontworpen door DAAD architecten en Woodman’s Cottage te Sussex (Engeland), ontworpen en gebouwd door Ben Law. Beide gebouwen zijn opgezet uit materialen uit de nabije omgeving. Wanneer een bouwwerk wordt opgezet uit materialen uit de omgeving is men grotendeels aangewezen op het gebruik van natuurlijke producten. De biologisch afbreekbare producten vallen ook onder deze natuurlijke producten. Daarnaast staat bij Buyten en Woodman’s Cottage duurzaamheid hoog in het vaandel. Vandaar dat deze twee gebouwen interessant zijn voor ons onderzoek. Wij onderzoeken of de materialen die gebruikt zijn bij Buyten en Woodman’s Cottage biologisch afbreekbaar zijn. Voor de gebruikte producten die niet biologisch afbreekbaar zijn gaan wij opzoek naar alternatieven. Wij zijn ook geïnteresseerd in anorganische natuurlijke stoffen, voor het geval er geen organische alternatief te vinden is. Anorganische natuurlijke stoffen zijn niet biologisch afbreekbaar, maar zijn wel stoffen die niet schadelijk zijn voor het milieu. Voorbeelden van zulke producten zijn klei, zand en kalk. Vanwege onze interesse in duurzame ontwikkelingen, naast het toepassen van biologisch afbreekbare materialen, zullen we ook de bouwfysische systemen van de te analyseren gebouwen in kaart brengen, zoals het koel-. verwarm- en ventilatie systeem. Het onderzoek resulteert in een overzicht met biologisch afbreekbare materialen en eventuele natuurlijke varianten daarop. Daarnaast wordt er een overzicht gegeven van de gebruikte installatie principes. Deze materialen en installaties kunnen toegepast worden of als basis dienen voor het ontwerp van het paviljoen. Onderzoeksmethode: literatuurstudie, excursie, verkennend onderzoek

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 17 Biologisch afbreekbare stoffen

Biologisch afbreekbare stoffen zijn organische stoffen die afgebroken worden doorde natuurlijke activiteit van micro-organismen. Micro-organismen zijn ééncellige organismen zoals bacteriën, algen en schimmels.Deze organismen zijn te klein om met het blote oog te zien. Stoffen zie zich door micro-organismen laten afbreken noemt men biologisch afbreekbaar.

Organische stoffen zijn stoffen van biologische oorsprong, dat wil zeggen dat deze stoffen • Biologisch afbreekbaar koolstof bevatten. Het kenmerk van organismen is dat ze leven. Alleen organische stoffen, • Organisch die leven of geleefd hebben, kunnen biologisch worden afgebroken. Door biologische afbraak van stoffen worden andere organismen weer gevoed. Doordat organische stoffen biologisch afgebroken worden heeft dit proces geen schadelijke gevolgen voor het milieu. Afb. 5. | Strobaal

De duur van het biologisch afbreekbare proces verschilt per stof en is afhankelijk van verschillende factoren. Zo duurt het biologisch afbreekbare proces van een houten constructie vele malen langer dan een wand van stro. Daarnaast spelen weersomstandigheden een grote rol bij de duur van biologisch afbreekbare processen. Wanneer een product niet door weersomstandigheden beïnvloed wordt zal de afbraak van het product vele malen langer duren. • Niet biologisch afbreekbaar, niet Wat vaak gezegd wordt is dat alle producten uiteindelijk door het milieu afgebroken schadelijk voor het milieu. worden. Dat is niet juist, anorganische stoffen kunnen slechts uiteenvallen onder invloed • Anorganisch van andere mechanismen. Een aantal natuurlijke stoffen vallen onder de anorganische stoffen. Natuurlijke stoffen als zand, kalk en water leven niet en hebben niet geleefd, deze Afb. 6. | Keien stoffen zijn niet schadelijk voor het milieu. Echter de anorganische materialen waar fossiele brandstoffen aan toegevoegd zijn, zijn schadelijk voor het milieu. Dat zijn producten als kunststoffen, deze zijn niet door natuurlijke scheikundige processen tot stand gekomen.

• Niet biologisch afbreekbaar, wel schadelijk voor het milieu. • Anorganisch

Afb. 7. | Cola blikje

Afb. 4. | Ééncellig pantoffeldiertje

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 18 Analyse: The Woodman’s Cottage (2008) te West Sussex, Ben Law Constructie Tamme Kastanje: de constructie Inleiding bestaat uit een A vorig frame opgebouwd uit tamme kastanje Ben Law woonde al tien jaren in het bos van hout. [afb. 10.] De tamme kastanje is West Sussex, graafschap in regio Zuid-oost een loofboom die een hoogte van 25 Engeland, voor hij begon met de bouw van tot 25 meter kan bereiken. De boom The Woodman’s Cottage. Zonder bomen om kan een leeftijd halen van 500 tot zich heen kan Ben Law zich het leven niet 1500 jaar oud. Het hout van de boom voorstellen. Voor hem zijn de bomen van het is door zijn hardheid uitstekend bos een eerste levensbehoefte. Door deze timmerhout. Het lijkt qua structuur behoefte wordt Law ook wel ‘Woodman’ en kleur op eikenhout, maar het genoemd. Na al deze jaren primitief in soortelijk gewicht is iets lager. De caravans en tenten te hebben gewoond tamme kastanje heeft veel looizuur Afb. 10. | Constructie van The Woodman’s Cottage voelde Law toch de behoefte aan de luxe in het kernhout zitten waardoor van een woning. De behoefte om in het bos het een hoge duurzaamheid heeft. Looizuur beschermt de boom tegen insectenvraat en aantasting door bacteriën. Ben Law is het bos ingegaan en de bomen met de juiste te leven heeft Ben Law laten besluiten een Afb. 8. | The Woodman’s Cottage woning te bouwen, volledig opgebouwd uit afmetingen en vorm voor de constructie heeft hij omgekapt om te kijken of er rot in zit. materialen uit de omgeving. Het grootste gedeelte van het West Sussex bos bestaat uit Wanneer dit niet het geval was werd de boom meegesleept en op locatie ontdaan van kastanje bomen, hier bestaat The Woodmand’s Cottage dan ook grotendeels uit. hars. Hier werd het hout ook zo bewerkt, vorm en contravormen in het hout [afb. 11.], zodat De woning is gebouwd door Ben samen met vrijwilligers die het project als een grote de constructie inelkaar gezet kon worden. De constructie is volledig vervaardig van het uitdaging zagen. Ben Law bood eten, drinken en onderdak voor het werk dat deze tamme kastanje hout. Op een aantal punten zijn de contructieve houten delen met touw vrijwilligers verrichten. aan elkaar bevestigd. De bomen die gebruikt zijn verschillen in diameter van 10 cm tot 25 cm.

Met een paar simpele schetsen [afb. 9.] kwam Law bij de architect John Rees. Rees heeft Ben ondersteund in het ontwerpen van de woning en in de verdere uitwerkingen van de bouwtekeningen. De woning bestaat uit een grote woonruimte met keuken, badkamer en een Afb. 11. | Bevestigings methode van contructie elementen slaapkamer op de 1e verdieping. De woning is grotendeels opgebouwd uit hout en stro. Geen enkel element dat vervaardig is uit hout is behandeld. Wandopbouw Stro: tussen het tamme kastanje houten skelet zijn strobalen geplaats ten behoeve van de wanden. Deze Afb. 12. | Strobaal strobalen heeft Ben Law gekocht bij de plaatselijke boer. Stro bestaat uit droge bloeistengels van graanplanten. Afb. 9. | Een van de eerste schetsen van Ben Law Bij het maaidorsen van graan blijven de plantenstengels met de uitgedorste aren achter op het land. Deze worden tot grote ronde balen opgerold of tot rechthoekige strobalen samengeperst. Stro kan zeer goed gebruikt worden in de bouw en heeft een zeer hoge

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 19 Kalkpleister: de strobalen zijn intern afgewerkt De exacte opbouw van het dak hebben wij niet kunnen achterhalen, daarom is er een met drie lagen kalkpleister. Door het afwerken met aanname gedaan van de opbouw van het dak. [afb. 15.] Er is gerecycled kranten papier het waterkerende kalkpleister wordt het bouwwerk gebruikt voor de isolatie van het dak. Wij gaan er vanuit dat het isolatie materiaal tussen waterdicht. Deze combinatie van stro met pleister de schoren bevestigd is en afgetimmerd met houten platen. De binnenzijde van het dak resulteerd in een zeer goed geïsoleerd huis. Kalkpleister is afgewerkt met kalkpleister. Het is goed mogelijk dat de bestaat uit een hydraatkalk (gebluste kalk) met fijn buiten zijde ook met kalkpleister is afgewerkt vanwege zand en eventueel een vezel. De kalkpleister heeft in de waterkerende eigenschap van dit materiaal. Op de de woonkamer van de woning een crème gele kleur. constructie zijn tengels en panlatten bevestigd voor de Afb. 13. | Interieur: strobalen Door toevoeging van ijzeroxide en kurkuma heeft de bevestiging van de houten dakpannen. afgewerkt met kalkpleister badkamer een rood/oranje kleur gekregen. Dakopbouw v.o.n.b. • Afwerklaag, Kalkpleister Eiken hout: houten latten zijn gebruikt voor de gevelbekleding van de woning. De eik is • Beplating, eikenhout een loofboom en heeft een geelbruinte tot donker houten kleur. Eiken is een harde, maar • Schoor, tamme kastanje hout een goed bewerkbare houtsoort met een vaste zware structuur. De gevels zijn voorzien • Beplating, eikenhout van deze houten gevel bekleding. Deze bekleding is bevestigd op het skelet. • Waterkerende laag, (waarschijnlijk kalkpleister) • Tengels, eikenhout • Panlatten, eikenhout • Dakpannen, eikenhout (ontbreekt op de schets)

1. Kalkpleister 2. Strobaal met koperen kabel behuizing, t.b.v. Afb. 15. | Aanname opbouw dak bescherming bekabeling 3. Kalkpleister 4. Eikenhout gevelbekleding 5. Kolom, Tamme Kastanje hout Naast de opbouw van het dak hebben Afb. 14. | Opbouw wandconstructie wij nadacht over een mogelijke oplossing voor de aansluiting van het dak op de wand. [afb. 16.] Afb. 16. | Aanname aansluiting dak op wand Dakopbouw Eikenhout: op het A vormige frame zijn schoren, van tamme kastanje hout, aangebracht ter ondersteuning van het dak. Deze schoren zijn op dezelfde wijze bevestigd zoals de overige contructie. Op deze schoren zijn eiken houten tengels en panlatten aangebracht waar 12.000, met de hand gebeitelde, houten dakpannen op zijn bevestigd. Afb. 17. | Mogelijke opbouw Vloeropbouw vloer; Kolom waar ligger aan- Gerecycled kranten papier: het kranten papier is bevestigd is. Op deze ligger Gerecycled kranten papier: het kranten papier is verwerkt in het dak ten behoeve van de is haaks een ligger geplaatst isolatie van de woning. Kranten papier heeft een goede isolerende eigenschap en wordt al verwerkt in de vloer ten behoeve van de isolatie van de die de ruimte overspant en jaren in Noord Amerika en Scandinavi gebruikt voor het isoleren van bouwwerk. woning. als constructie voor de vloer dient. Deze Constructie is af- Eikenhout: de tamme kastanje houten liggers van de gewerkt met hout en voorzien Kalkpleister: het dak is intern afgewerkt met een kalkpleister. e van krantenpapier ten behoe- beganegrond en de 1 verdieping zijn bekleedt met ve van de isolatie.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 20 eikenhout. Deze houtsoort wordt in de bouw vaker gebruikt voor afwerkingsvloeren, als Ventilatie: de woning wordt op natuurlijke wijze geventileerd. Simpel weg door ramen die de zo genaamde parketvloeren. opgezet kunnen worden.

Overige bouwkundige elementen De exacte opbouw van de beganegrond vloer hebben wij niet kunnen achter halen. Daarom is er een aanname gedaan hoe deze beganegrond vloer mogelijkerwijs opgebouwd zou Schoorsteen: de schoorsteen, waar de houtkachel op aangesloten is, is van binnen kunnen zijn. [afb. 17.] Wij gaan er vanuit dat de liggers aan beide zijden zijn afgetimmerd met bekleedt met klei om het brandgevaar te verlagen. Op het dak is een stalen schoorsteen eikenhouten platen waartussen het krantenpapier bevestigd is. Aangezien de woning 500 geplaatst. mm boven het maaiveld op kolommen staat, gaan wij er vanuit dat er geen waterkerende laag bevestigd is onder de vloer. De kolomen die de woning dragen zijn afgetimmerd met Kozijnen: de kozijnen zijn vervaardigd, op dezelde wijze als de constructie, door Ben Law eikenhouten platen (op dezelfde wijze als de gevelbekleding) waardoor er geen regenwater uit eikenhout. Deze kozijnen zijn gemonteerd op constructieve onderdelen. onder de woning komt.

Draaiende delen: de deuren zijn vervaardigd uit eikenhout. In de overige kozijnen is Installaties glaswerk geplaatst.

Kabelbehuizing: door de strobalen zijn koperen buizen getrokken om de bekabeling in weg te werken. Dit is gedaan wegens de brandveiligheid en om de bekabeling te beschermen tegen eventueel ongedierte. De kans op ongedierte is relatief klein. Ongedierte komt af op graan, maar niet op het rest product stro. Daarnaast zijn de strobalen afgewerkt met kalkpleister, hierdoor wordt het voor ongedierte relatief lastig om bij de bekabeling te komen.

Electriciteit: de woning loop geheel op natuurlijke energie. De zonnepanelen en windmolens die de woning van energie voorzien zijn tweedehands aangeschaft. Ook de batterij die energie opslaat is tweedehands, deze batterij is afkomstig van een onderzeeër.

Water: het regenwater wordt opgevangen en voorziet alle waterpunten in de woning. De woning is voorzien van een heet water cylinder. Deze heet water cylinder verwarmt het water doormiddel van een verwarmingselement dat werkt op het natuurlijk verwekte stroom.

Koken: Ben Law heeft een Rayburn kookstel aangeschaft. Dit kookstel kan aangesloten worden op gas, maar kan ook verwarmd worden doormiddel van het ontsteken van houtblokken in de oven onder het fornuis. Het laatste is dan waar Law gebruik van wil maken.

Verwarming: de woning wordt verwarmd door een houtkachel. Een zelfgemaakte houtkachel van klei afkomstig uit de plaatselijke vijver. Een houtkachel is prima instaat om de woning geheel te verwarmen. Doordat de woning in het bos staat is het gemakkelijk om aan hout te komen, alleen het zagen en kloven van hout kost tijd.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 21 19 architectuur en natuur Bij het ontwerp voor het informatiecentrum ‘bewust- 18 wording ecologische landbouw’ in Orvelte doet zich Buyten (1999) te Orvelte, DAAD 17 de vraag voor of architectuur in staat is de aspiraties architecten bv van het modernisme en regionalisme, van ecologie 13 14 15 16 en technologie, het respect voor het landschap en de 24 noodzaak het te bebouwen met elkaar in overeenstem- Inleiding 7 1 ming kan brengen. 2 2 Buyten is een multifunctioneel gebouw te Orvelte 26 20 situatie en is ontworpen door DAAD architecten bv. 3 1 In zijn hoofdvorm en materialisering sluit het ge- Sinds de akkerbouwer Henk Hidding, eigenaar 4 5 bouw nauw aan bij de agrarische bebouwing uit de van ontginningsboerderij “de Wenning”, 5 4 omge- ving. Van afstand is een volledig houten volume omschakelde naar biologisch werd hij een active 6 21 waarneembaar dat onder invloed van weer, seizoen en promotor van de milieuvriendelijke teeltwijze. 7 leeftijd van uiterlijk zal veranderen, terwijl bij benader- Henk Hidding promootte de milieuvriendelijke ing de gelaagde opbouw en detaillering van het hout teeltwijze in het bijzondere informatiecentrum. van de gevels en het dak duidelijk maken dat hier een Sinds kort is het gebouw verkocht aan Margreet 8 ‘nieuwe’, eigentijdse functie is ondergebracht. Kors. Margreet Kors verhuurd een deel van 21 het multifunctionele gebouw als trainings- en 9 4 architectuur en DuBo vergaderlocatie. De overige ruimten heeft ze zelf 10 11 12 5 22 23 Naast de educatieve functie die het met betrekking tot in gebruik waar ze haar beroep als psychologe 5 20 ecologische landbouw vervult is het gebouw zelf een kan uitoefenen. 1 demonstratie van regionaal en duurzaam bouwen. Het De ontwerpopgave betrof een veelomvattende is opgebouwd uit materialen die van het land van de opdracht: een duurzaam gebouw met als doorsnede opdrachtgever of uit de directe omgeving afkomstig grote uitdaging de integratie van klimaat, zijn. Deze natuurlijke, duurzame en milieuvriendelijke comfort, uiterlijk, techniek en inpassing in de 0 0.5 1 1.5 2 M materialen zijn, waar mogelijk, in het zicht gelaten en omgeving, daarbij wilde de opdrachtgever Henk zullen op natuurlijke wijze verouderen. De kringloop- Hidding het liefst materialen gebruiken uit de materialen zoals larikshout, hennep en leem zijn op een naaste omgeving. Hetgeen resulteerd in een zodanige manier bevestigd dat eventuele toekomstige bijzonder gebouw van voornamelijk natuurlijke demontage (en hergebruik) tot de mogelijkheden be- materialen. Het multifunctionele gebouw is een hoort. Bij sloop wordt het milieu niet belast. mooie combinatie van regionaal en duurzaam bouwen. In 2001 ontving het gebouw de Drentse Drentse tropenconstructie Welstandsprijs 2001-agrarische bebouwing 1. gestabiliseerde leemsteen 15. gelamineerde houten ligger In een tijd waarin veel aandacht wordt besteed aan 150 mm 105x415mm dankzij het verenigen van opvattingen over 2. lariks, houten staanders 16. rogips gipskartonplaat 12,5 integratie van de verschillende functies die de gebou- milieuvriendelijke landbouw en duurzaam 59x156 mm mm regels 21x46 h.o.h. 300 wdelen te vervullen hebben in complexe high-tech 3. lariks, gevelbekeding mm balklaag 71x196 mm h.o.h. bouwen. 20x130 mm h.o.h. 150 mm 600 mm hennep-isolatie 150 mm geveloplossingen, manifesteert dit gebouw zich als een 4. hennep-isolatie 150 mm underlayment plaat 10 mm low-tech verzameling van schillen die, afhankelijk van 5. leemsteen 150 mm 17. lariks, mesing/groef delen Van een afstand is het gebouw als een volledig 6. afwerking, leemstuc 20x130mm plaats van en materiaalkenmerken, elk een specifieke houten volume waarneembaar. Dichterbij 7. lariks, lamellen 20x130 mm 18. lariks, kozijnhout taak vervullen. Een gebouw in een tropenconstructie h.o.h. 150 mm 19. lariks, glaslatten + enkel gezien blijkt dat het gebouw bestaat uit een 8. lariks, onbehandeld kozijn glas die in de wintersituatie op een aantal onderdelen wordt binnenvolume, de kern, en een buitenvolume, hout 20. lariks, houten raamwerk aangepast, met een minimum 9. gestort beton, waarvan 20% 90x96 + sponning de omhulling. “Het gebouw manifesteerd zich betonpuingranulaat 21. vitrinekast/raam van lariks aan installaties, een lage energiebehoefte en een aan 10. hennep-isolatie 50 mm kozijnhout / glas genaam en gezond binnenklimaat. als een low-tech verzameling van schillen. 11. afwerkvloer van baksteen granulaat, 22. lariks vlonder op balken Iedere schil heeft, afhankelijk van de plaats en gepolijst en in de olie gezet. 23. grind 12. vloerisolatie, geexpandeerde 24. gelamineerde kolommen 2x N de materiaalkenmerken, een specifieke taak.”, kleikorrels 330 mm 75x300 mm aldus Rob Hendriks, architect van het gebouw. 13. sedum, vegatatiedak 40 mm 25. lariks, baanderdeur + kunsstof dakbedekking 26. grind 14. gordingen 71x171 mm h.o.h. 610 mm 27. opgehoogde grond situatie Afb. 18. | Doorsnede en Situatie tekening gebouw Buyten, Orvelte

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 22 Materialen Binnenwanden De kern De binnenwand is opgetrokken uit ongebakken leemsteen [afb 22.]. De steen is een geperste en ongebakken steen van leem. Leem is een mengsel van klei en silt. De vochtdoorlatendheid en warmteaccumulatie zijn bijzondere eigenschappen van De kern van het gebouw bestond oorspronkelijk uit twee massieve, goed geisoleerde leem. Hierdoor blijft leem in de zomer koud en in de winter volumes. Tussen de twee volumes was een overdekt terras gesitueerd. Margreet Kors warm. heeft echter van het overdekte terras een interne ruimte gemaakt, waardoor de kern nu uit één volume bestaat. De scheidende onderdelen van het volume: de vloer, wanden en het dak zijn opgebouw uit materialen die, voor zover het mogelijk is, van het land van de Wandafwerking Afb. 22. | Leemstenen opdrachtgever of uit de directe omgeving afkomstig zijn. De kringloopmaterialen zijn op De binnenwanden zijn bepleisterd met leemstuc en gekleurd een zodanige wijze bevestigd zodat eventuele toekomstige demontage mogelijk is. met natuurverven. Leemstuc bezit dezelfde eigenschappen als leemsteen (vochtdoorlatend en warmteaccumulerend) en is qua sterkte vergelijkbaar met een kalkmortelstuc. Leemstuc Specifieke taken en eigenschappen van de toegepaste materialen kan echter niet tegen direct en langdurig contact met water.

Constructievloer Wand isolatie De constructievloer is achterwege gelaten zodat de massa Het binnenvolume is geisoleerd met hennep-isolatie [afb 23.]. van de bodem optimaal benut wordt ten behoeve van De isolerende wol wordt vervaardigd uit hennepvezels. De de warmteaccumulatie. Aan de grond is schelpenisolatie hennepstengels worden mechanisch bewerkt waardoor het toegevoegd om de grond te stabiliseren [afb 19.]. Schelpenisolatie hennephout van de hennepvezels gescheiden wordt. De heeft een isolerende werking en gaat optrekkend vocht tegen. hennepvezels worden gekalibreerd en samen met andere Schelpen bestaan uit kalk en hebben een hoge PH-waarde, vezels gebonden tot isolatiematten. Hennep-isolatie is vrij van wat huisstofmijt, schimmels en een muffe lucht verminderd. schadelijke stoffen. Afb. 19. | Schelpen isolatie Vloer isolatie Dak Het dak van het binnenvolume is opgebouwd als een Onder de afwerkvloer van baksteengranulaat zit een laag van Afb. 23. | Hennep-isolatie 330mm geexpandeerde kleikorrels [afb 20.]. De geexpandeerde traditioneel houten dak. Voor de isolatie is weer gekozen kleikorrels hebben een isolerende functie. De geexpandeerde voor hennep-isolatie. Het plafond is afgetimmerd met rogips- kleikorrels worden gemaakt van kalkarm klei met fijn gipskartonplaten. Rogips is een secundaire grondstof en komt verdeelde organische bestanddelen. De grondstof wordt vrij bij de ontzwafeling van rookgassen uit, de met kolen gemalen, gegranuleerd en in een draaitrommeloven verhit gestookte, elektriciteitscentrales. Veel mensen denken dat tot 1200 graden om zo opgeblazen kogelvormige kleikorrels natuurlijke of biologische producten altijd gezonder zijn dan te verkrijgen. kunstmatige en synthetische stoffen, dat is niet altijd het geval. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat de verschillen Afb. 20. | geëxpandeerde tussen natuurgips en rogips in chemische samenstelling en Afwerkvloer kleikorrels Baksteengranulaat is één van de grondstoffen van de in het gehalte aan sporenelementen vanuit het oogpunt van afwerkvloer. Resten baksteen, verkregen uit sloop- en gezondheid te verwaarlozen zijn. Je zou echter wel kunnen bouwafval, wordt gemalen tot granulaat [afb 21.] zodat het stellen dat rogips meer duurzaam is omdat natuurgips in als grondstof hergebruikt kan worden. Baksteengranulaat mijnen worden gewonnnen, welke het landschap aantasten, kan dus gezien worden als een gerecylede grondstof. en rogips niet. Baksteengranulaat vervangt klei en andere natuurlijke toeslagstoffen die worden ingezet als afmageringsmiddel. Het dak is afgedekt met een underlaymentplaat. Een underlaymentplaat is een gladde plaatmateriaal met een fineerlaag van bijvoorbeeld vurenhout. Afb. 21. | Baksteengra- nulaat

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 23 De toegepaste underlaymentplaten, de houten regels en de balken zijn duurzaam splijten te voorkomen. Echter laat larikshout wanneer het hout op een duurzame wijze geproduceerd is en het hout niet behandeld is zich wel goed lijmen. Larikshout is, op het gebied met schadelijke stoffen. van aantasting door schimmels, termieten en houtworm, na taxus de meeste duurzame houtsoort van Europa. In de bouw heeft De omhulling larikshout veel toepassingsmogelijkheden.

De omhulling is opgebouwd uit onbehandeld larikshout die de massieve kern beschermd Gezaagd lariks kan toegepast worden als: tegen regen, wind en zon [afb 25. & 26.]. Tevens zal deze omhulling van uiterlijk veranderen dragende en niet-dragende constructies, onder invloed van weer, seizoen en leeftijd. Om het zonlicht, dat in de zomer gefilterd kozijnen, ramen, deuren, gevelbetimmeringen, wordt door de relatief dichte huid, ‘s winters maximaal naar binnen te kunnen halen is een binnenbetimmeringen, trappen, enz. gedeelte van de zuidgevel met grote schuifdeuren te openen. Rondhout kan toegepast worden als heipalen, afrasterpalen, steigerpalen, boompalen, masten, Afb. 25. | Zuidgevel Buyten Specifieke taken en eigenschappen van de toegepaste materialen stutten, daksporen en boerengeriefhout. Larikshout wordt daarnaast ook toegepast als waterwerken, damwanden, steigers, vloeren, Gevelbekleding geluidschermen en fineer. Daarnaast wordt De gevel van het gebouw is bekleed met onbehandeld larikshout uit de nabije omgeving. larikshout, vanwege het uiterlijk, ook toegepast De gevelbekleding is tevens bevestigd op lariks houten staanders. Afhankelijk van de plaats in de meubelindrustrie. in de omhulling zijn de lariksplanken horizontaal (lamellen) of verticaal (gevelbekleding) bevestigd. De lamellen bevorderen de ventilatie van het gebouw en hebben daarnaast een zonwerende functie. De verticaal bevestigde lariksplanken bieden de kern bescherming Draagconstructie tegen regen, wind en zon. De draagconstructie van Buyten is opgebouwd Lariks is een naaldboom van 30-40m hoog [afb 24.]. Typerend voor deze naaldboom is dat uit gelamineerde houten liggers en kolommen [afb 27.] de boom in de winter zijn naalden laat vallen. Lariks is een harshoudende houtsoort . Omdat hout beperkt is in zijn afmetingen waarvan de kernhout kleurvariaties vertoond van licht geel bruin, geel bruin, rozeachtig biedt gelamineerd hout een oplossing om Afb. 26. | Noordgevel Buyten tot roodachtig bruin. De bewerkbaarheid van lariks is redelijk, het hout laat zich redelijk toch grote overspanningen te realiseren. zagen en schaven. Doordat het hout erg harsrijk is zou dit voor problemen kunnen zorgen Kleinere stukken hout (lamellen) worden doordat het hars aan de zagen en beitels blijft kleven. Daarnaast werkt het spijkeren en samengesteld tot een groter stuk hout door schroeven in larikshout ook niet optimaal. Er moet voorzichtig worden gespijkerd om middel van vingerlassen en verlijming. Voor het lamineren van hout voor dragende constructies wordt in het algemeen gebruik gemaakt van thermohardende kunstharslijmen. Deze kunstharslijm is een twee-componentenlijm op basis van formaldehyde en hard in het algemeen bij kamertemperatuur.

Dak Grote dakoverstekken beschermen de gevel tegen regenval en zonlicht. Het houten dak is voorzien van een kunststof dakbedekking welke afgedekt is met een sedumbeplanting die behalve een isolerende en esthetische ook een functie als waterbuffer heeft. Een sedumdak wordt vaak beplant met mossen, vetplanten of kruiden en zijn eenvoudig in onderhoud, maar Afb. 27. | Gelamineerde kolommen t.p.v. Afb. 24. | Lariksbos is de herfst (Natuurfotografie Victor Bos) beloopbare spouw

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 24 niet beloopbaar als gebruiksdak. Dit type vegetatie wordt gekenmerkt door een vrije groei Koelen en verwarmen en een ongeorganiseerde uitzicht. Het maaiveld is rondom het gebouw aangevuld met grond waardoor de kern enigszinds Een dak wordt eerst voorzien van een worteldichte laag en/of beschermvlies daarna komt verdiept ligt ten opzichte van het maaiveld (600-mv). De kern ligt verdiept zodat ook de een drainagelaag met filter en daarop komt een substraatlaag van 4 tot 20 cm. Inde massa van de grond voor warmteaccumulatie benut kan worden. Vanwege de leemstenen substraatlaag wordt de beplanting geplant [afb. 29]. wanden was het niet mogelijk om nog dieper ondergronds te bouwen, gezien de incidenteel hoge grondwaterstand.

Verwarming van de ruimten geschiedt door warm water door warmtewanden te leiden. Bij warmtewanden zijn verwarmingsleidingen in de stuclaag verwerkt [afb. 30.]. Het toepassen van leem is hiervoor een erg geschikt materiaal aangezien het een warmteaccumulerende werking heeft. De bedoeling was dat het warme water ten behoeve van de ruimteverwarming opgewekt werd met broeiwarmte in de composteerinrichting. Deze warmteopwekking was voor het het gebouw echter niet toereikend, waardoor de energie ten behoeve van warmteopwekking nu onder andere van additionele zonnecollectoren afkomstig is. Afb. 28. | Opbouw van een sedumdak Afb. 30. | Waterleiding in stuclaag Systemen Het vroegere terrasgedeelte is afgedicht met grote glazen puien waardoor een “serre” effect ontstaat, de zonnewarmte dient zo als verwarming voor De spouw de ruimte. Tussen de twee schillen van het binnen- en buitenvolume bevind zich een open ruimte. De open ruimte is in feite een, als verkeersruimte gebruikte, spouw van 1,5m. De spouw toont op een demonstratieve wijze het gebouwprincipe. Zo is onder andere het gebruikte Energiegebruik isolatiemateriaal zichtbaar en is de draagconstructie duidelijk aanwezig. De spouw zorgt Er is gestreefd naar zo laag mogelijk energieverbruik. Door warmteaccumulerende daarnaast voor een goede ventilatie samen met de lamellen geveldelen [afb. 29.]. Het gebouw systemen en materialen toe te passen kan worden volstaan met een minimum aan wordt voorzover mogelijk is natuurlijk geventileerd, alleen in de inpandige toiletten wordt ruimteverwarming en koeling. Vanwege de warmteaccumulatie heeft het gebouw in de mechanisch lucht afgezogen. winter een laag energieverbruik en behoeft het in de zomer niet mechanisch te worden gekoeld. De ruimten in het gebouw worden daarnaast zoveel mogelijk verlicht met daglicht door middel van de te openen zuidgevel en daklichten in de verblijfsruimten.

Minimaliseren materiaal gebruik De uitgegraven grond is gebruikt om het maaiveld rondom het gebouw op te hogen.Naast de warmteaccumulerende eigenschappen van grond heeft dit systeem een positieve bijdrage geleverd aan het minimaliseren van materiaal gebruik, hierdoor hoeft namelijk minder geveloppervlakte worden bekleed.

Demontabel “De materialen zijn op een zodanige manier bevestigd dat eventuele toekomstige demontage (en hergebruik) tot de mogelijkheden hoort.” aldus Rob Hendriks. De gelamineerde kolommen en liggers zijn met stalen hulpstukken, schroeven en bouten met elkaar verbonden. Deze stalen onderdelen zijn, wanneer deze juist gedemonteerd zijn, Afb. 29. | Luchtstroom door de spouw

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 25 De volgende tabellen geven een overzicht van de toegepaste materialen. Van de toegepaste materialen is aangegeven of ze biologisch afbreekbaar zijn of niet. Bij ieder onderdeel wordt tevens een toelichting gegeven met betrekking op de biologisch afbreekbaarheid van de toegepaste materialen.

Materialen t.b.v. de kern Buyten te Orvelte Onderdeel Materiaal Biologisch Toelichting afbreekbaar constructievloer Grondpakket gestabiliseerd met schelpenisolatie. nee Schelpen bestaan uit kalk en andere mineralen. Kalk wordt nauwelijks opgenomen door planten. Echter neutraliseerd kalk de zuren in de grond en is het noodzakelijk voor de vorming van humus, het verbeterd de structuur van de bodem en de opname van voedingsstoffen. vloerisolatie Geexpandeerde kleikorrels 330mm nee Klei is een klastisch sedimentair gesteente. Gesteente bestaat uit anorganische stoffen. afwerkvloer Baksteen granulaat, gepolijst en in de olie gezet nee Baksteengranulaat is een gerecyclede grondstof verkregen uit gemalen bakstenen. Bakstenen worden gemaakt van klei. binnenwand Ongebakken leemsteen 150mm, onder en boven bevat nee Leem is een grondsoort dat bestaat uit klei en silt. de wand gestabiliseerde leemsteen 150mm isolatie Hennepisolatie 150mm, 50mm ten plaatse van ja Hennepisolatie wordt vervaardigd van hennepplanten. Hennepplanten verhoogd maaiveld bestaan uit organische stoffen. gevelbekleding noordgevel Ongeschaafd larikshout 20x130mm h.o.h. 150mm, ja Hout bestaat uit organische stoffen. Lariks houten staanders 59x156mm. ja Beton bestaat uit anorganische stoffen. Het is een kunstmatig steenachtig Gestort beton, waarvan 20% betonpuingranulaat. nee materiaal en is samengesteld uit cement, zand en grind. gevelbekleding Lariks houten raamwerk 90x96 + sponning ja Hout bestaat uit organische stoffen. Glas nee Glas bestaat uit anorganische stoffen, maar bevat echter geen schadelijke stoffen voor het milieu. kozijnen Lariks, onbehandeld kozijnhout ja Hout bestaat uit organische stoffen.

wandafwerking Leemstuc nee Leem is een grondsoort dat bestaat uit klei en silt. Natuurverven ja Natuurverven wordt gemaakt van organische stoffen en is dus biologisch afbreekbaar. Dak rogips gipskartonplaat 12,5mm nee Rogips wordt gemaakt van kalk. Kalk is niet biologisch afbreekbaar. regels 21x46mm h.o.h. 300mm ja Houten regels zijn wel biologisch afbreekbaar, toegevoegde schadelijke balklaag 71x196mm h.o.h. 600mm ja/nee stoffen echter niet. hennep-isolatie 150mm ja De balklaag bestaat uit gelamineerd larikshout. Het larikshout is wel biologisch underlayment plaat 10mm nee afbreekbaar, maar de lijmen niet. Hennepisolatie wordt verkregen van hennepplanten en is biologisch afbreekbaar. Een underlaymentplaten worden vervaardigd met behulp van lijm. Het hout is wel biologisch afbreekbaar, maar de lijm niet. Tabel 1. | materialen t.b.v. de kern Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 26 Materialen t.b.v. de omhulling Buyten te Orvelte Onderdeel Materiaal Biologisch Toelichting afbreekbaar Gevelbekleding Onbehandeld lariks gevelbekleding 20x130mm ja Hout bestaat uit organische stoffen. h.o.h. 150mm ja Lariks lamellen 20x130mm h.o.h. 150mm ja Lariks baanderdeur Gevelconstructie Lariks houten staanders 59x156mm ja Hout bestaat uit organische stoffen.

Draagconstructie Gelamineerde houten kolommen 2x75x300mm ja/nee Larikshout is wel biologisch afbreekbaar maar de toegepaste lijmen niet. Gelamineerde houten liggers 105x415mm ja/nee Gordingen 71x171mm h.o.h. 610mm ja/nee Dakopbouw Kunststof dakbedekking nee De opbouw van een vegetatiedak is niet biologisch afbreekbaar met Worteldichte laag en/of beschermvlies nee uitzondering van de sedumbeplanting. Drainagelaag met filter nee Substraatlaag (4 tot 20 cm) nee Beplanting (mossen, vetplanten en of kruiden) ja

Tabel 2. | materialen t.b.v. de omhuling

Materialen t.b.v. de systemen Buyten te Orvelte Onderdeel Materiaal Biologisch Toelichting afbreekbaar Waterleidingen t.b.v. Kunststof nee Kunststoffen zijn niet biologisch afbreekbaar. verwarmen Bevestigingen Staal nee Metalen bestaan uit anorganische stoffen. Metalen kunnen niet worden afgebroken door mirco-organismen, maar wel worden aangetast door corrosie. De belangrijkste corrosiereactie is waarbij ijzer of andere metalen reageren met zuurstof uit de atmosfeer in combinatie met water of vocht uit de atmosfeer. Een corrosiereactie is een natuurlijk proces en brengt de stoffen in de oorspronkelijke (geoxideerde) toestand terug

Tabel 3. | materialen t.b.v. de systemen

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 27 Materialen The woodman’s Cottage Onderdeel Materiaal Biologisch Toelichting afbreekbaar constructievloer Tamme kastanje hout ja Hout bestaat uit organische stoffen.

vloerisolatie Gerecycled krantenpapier ja Papier wordt vervaardigt uit hout en hout bestaat uit organische stoffen.

afwerkvloer Eikenhout ja Hout bestaat uit organische stoffen.

gevelconstructie Tamme kastanje hout ja Hout bestaat uit organische stoffen.

binnenwand Stro ja Stro is een restproduct van graan en graan is een organische product. Tevens heeft stro een hoge isolerende waarde en wordt dus ook als isolatie materiaal gebruikt. gevelbekleding Eikenhout ja Hout bestaat uit organische stoffen.

wand afwerking Kalkpleister nee Kalkpleister bestaat uit hydraatkalk, zand en eventueel een vezel. Deze stoffen zijn niet organisch en dus niet biologisch afbreekbaar. Wel zijn hydraatkalk, zand en vezels natuurlijke producten en daardoor niet schadelijk voor het milieu. kurkuma ja Kurkuma wordt gewonnen uit de plant Curcuma Longa en planten bestaan uit organische stoffen. Ijzeroxide Nee Ijzer bestaat uit anorganische stoffen. kozijnen & draaiende delen Eikenbout ja Hout bestaat uit organische stoffen. Glas Nee Glas bestaat uit natuurlijke anorganische stoffen, deze stoffen zijn niet schadelijk voor het milieu. dakconstructie Schoren, tamme kastanje hout ja Hout bestaat uit organische stoffen. Gordingen, tamme kastanje hout ja ‘‘ Afwerkplaten, eikenhout ja ‘‘ Tengels, eikenhout ja ‘‘ Panlatten, eikenhout ja ‘‘ Dakpannen, eikenhout ja ‘‘ Isolatie, Gerecycled krantenpapier ja Papier wordt vervaardigd uit hout en hout bestaat uit organische stoffen. verbindingen Touw ja/nee Vroeger bestond touw vooral uit natuurlijke vezels, zoals hennep en vlas; tegenwoordig worden kunstvezels gebruikt, zoals nylon. Tamme kastanje houten pinnen ja Hout bestaat uit organische stoffen. schoorsteen Staal nee Staal is een anorganische stof. Klei nee De binnenzijde van de schoorsteen is wegens brandveiligheids redenen afgewerkt met klei. Klei is een natuurlijk product en niet schadelijk voor het milieu. Klei bestaat niet uit organische stoffen. Tabel 4. | materialen Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 28 Materialen t.b.v. de systemen The woodman’s Cottage Onderdeel Materiaal Biologisch Toelichting afbreekbaar kabelbehuizing koper nee Koper bestaat uit anorganische stoffen

zonnepanelen nee De elementen waaruit zonnepanelen bestaan zijn vervaardigd uit anorganische stoffen heet water cylinder Eikenhout nee De elementen waaruit heet water cylinders bestaan zijn vervaardigd uit anorganische stoffen verwarmen; kachel klei nee Klei is een natuurlijk product en niet schadelijk voor het milieu. Klei bestaat niet uit organische stoffen. Tabel 5. | materialen t.b.v. de systemen

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 29 Alternatieve biologisch afbreekbare materialen

cellulose bamboe hardboard houtteer kurk papiersnippers

vlaswol kokosmat multiplex schapenwol

zachtboard stramit strawboard spaanplaat pavatex

Afb. 31. | Collage biologisch afbreekbare materialen

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 30 Conclusie water cylinder aangeschaft. Het water wordt verwarmd door een verwarmingselement dat werkt door het natuurlijk opgewekte stroom. Er is geen gas aansluiting, voor het koken worden er houtblokken ontstoken in de oven van het Rayburn kooktoestel. Met het resultaat van de analyses, een overzicht met biologisch afbreekbare materialen[tabel 1 t/m 5], kunnen wij een materialenmatrix opzetten met biologisch afbreekbare materialen en de technische eigenschappen daarvan [bijlage 4.]. De gebruikte materialen in de geanalyseerde bouwwerken hoeven niet de beste keuze te zijn. Daarom is er gezocht naar meerdere biologisch afbreekbare materialen die toegepast zouden kunnen worden in de bouw. Deze materialen kunnen onderzocht worden en meegenomen worden in de materialenmatrix. Vanuit deze matrix kan een multicriteria analyse worden opgezet. Vanuit deze multicriteria analyse kunnen de materialen aan het bouwbesluit getoets worden, met als resultaat de juiste materiaalkeuzes voor het Floriade paviljoen.

De uitkomst van het onderzoek naar de bouwfysische systemen zou als inspiratie bron kunnen dienen voor de wijze waarop ons te ontwerpen paviljoen gereguleerd gaat worden.

Multifunctioneel gebouw te Orvelte Het multifunctioneel gebouw te Orvelte is een duurzaam gebouw. Om het energieverbruik te beperken is veel gebruik gemaakt van anorganische materialen of systemen die een warmteaccumulerende functie hebben, zoals grond en leem. De draagconstructie en de gevel is opgebouwd uit larikshout uit de nabije omgeving. Door gebruik te maken van lokale materialen wordt de uitstoot door transport beperkt. Hennepisolatie is toegepast om het gebouw te isoleren.

De enige materialen die biologisch afbreekbaar zijn, zijn: larikshout, hennepisolatie, natuurverven en de sedumbeplanting op het dak. De overige materialen zijn materialen die bestaan uit anorganische stoffen, zoals: grond, kleikorrels, schelpen, leem, beton, baksteengranulaat, rogips-gipskarton, glas en staal. De materialen die het milieu vervuilen zijn: de kunststoffen die in de dakopbouw zijn verwerkt, de lijmen die gebruikt zijn bij het lamineren van hout en het kunststof waterleiding systeem.

The Woodman’s Cottage te West Sussex De woning van Ben Law kan gezien worden als een duurzaam bouwwerk. In de materialen waaruit de woning bestaat zijn geen fossiele brandstoffen verwerkt. De insteek van de materiaal keuze was om alleen materialen uit de nabije omgeving te gebruiken. Hierdoor is het bouwwerk grotendeels opgebouwd uit biologisch afbreekbare materialen. De overige materialen zijn veelal natuurlijke materialen. Deze stoffen zijn anorganisch maar hebben geen schadelijke gevolgen het milieu.

De energie die de woning gebruikt is op natuurlijke wijze opgewekt. Voor het opwekken van stroom zijn er zonnepanelen aangebracht. De woning is niet op water aangesloten, maar gebruikt alleen regenwater. Om de woning van warm water te voorzien is er een heet

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 31 Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 32 2.2 Deelvraag 2 Wat is een paviljoen?

De deelvraag: ”Wat is een paviljoen?” is gesteld zodat inzicht wordt verkregen in de betreffende discipline, namelijk het paviljoen. Dit deelonderzoek kan gezien worden als een typologieën studie. Het begrip type en typologie wordt door ontwerpers gebruikt om ruimtelijke- en vormkenmerken te classificeren. Bij een typologie gaat het er om hoe verschillende elementen, ten opzichte van elkaar, in een compositie zijn opgenomen. Tevens is voor het beantwoorden van de hoofdvraag interessant welke bijdrage typologieën kunnen leveren voor de totstandkoming van een biologisch afbreekbaar, dan wel een energiezuinig paviljoen.

Allereerst wordt er informatie gegeven over de algemene kenmerken van paviljoens. Vervolgens wordt er dieper ingegaan op de tentoonstellingspaviljoens. De geschiedenis van tentoonstellingspaviljoens wordt behandeld samen met twee analyses van vergelijkbare opgaven. Deze vergelijkbare opgaven zijn paviljoens met een tentoonstellingsfunctie op wereldtentoonstellingen. We hebben gekozen om het Nederlandse paviljoen te Hannover en het Duitse paviljoen te Barcelona te analyseren vanwege een groot contrast tussen deze twee bouwwerken. Verschillende elementen van het Nederlandse- en Duitse paviljoen worden benoemd en er wordt getracht een beschrijving te geven hoe deze elementen, ten opzichte van elkaar, in een compositie zijn opgenomen. Tot slot wordt aangegeven welke elementen een bijdrage kunnen leveren aan de totstandkoming van een duurzaam paviljoen.

De informatie verkregen uit dit deelonderzoek leidt in deelvraag 5 tot een set randvoorwaarden en uitgangspunten welke vervolgens vertaald worden naar een nieuw PVE en een integraal ruimtelijk concept.

Onderzoeksmethode: Literatuurstudie, referentie- en precedentenstudie

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 33 Algemene kenmerken van paviljoens

Paviljoens zijn losstaande autonome bouwwerken en kennen verschillende gebruiksfuncties zoals: een bijeenkomstfunctie, tentoonstellingsfunctie, informatieverstrekking of een horecafunctie. Paviljoens kenmerken zich, ongeacht de functie, als autonoom en openbaar toegankelijk. Verschillende esthetische en ruimtelijke entiteiten worden ingezet om het paviljoen te kenmerken als een markant en openbaar toegankelijk gebouw. Afb. 36. | Serpentine Gallery Pavilion 2009, SANAA Het gebouw optillen worden zodat het een belangrijke plek wordt, maar het vlak Paviljoens staan vaak in natuur- en recreatiegebieden kan ook verdiept liggen zodat het bescherming biedt tegen condities van buiten af. Een andere mogelijkheid is dat het en overige openbare gebieden. Door het paviljoen [afb. 37.] op te tillen boven het maaiveld wordt het gebouw vlak wordt vormgeven als trap of terras , verschaald losgekoppeld van de omgeving, dit maakt het gebouw naar de menselijke maat, zodat er bijvoorbeeld een zit plek autonoom, wat een markerende werking heeft [afb. 32. & 33.]. gecreëerd wordt met uitzicht op de omgeving.

De trap kondigt de plaats van entree aan en heet de Openingen bezoeker welkom [afb. 33. & 35. ]. Daarbij zorgt een trap voor Ook openingen bevorderen de toegankelijkheid van een een verticale dimensie waardoor een kwaliteit ontstaat gebouw. Een transparante gevel maakt de scheiding bij het binnengaan van een gebouw. tussen de ruimte en de omgeving minder hard. Openingen Afb. 32. | Serpentine Gallery bevorderen de visuele continuïteit en maken interactie met Afb. 37. | Paviljoen Pavilion 2006, Rem Koolhaas [afb. 38.] and Cecil Balmond aangrenzende ruimten mogelijk . Spiegelzee, TU Delft

Een andere kwaliteit is de oriëntatie van een ruimte. Ruimten kunnen intern gefocust zijn, maar ook extern doormiddel van uitzicht op de omgeving. Hierdoor ontstaat er een relatie tussen gebouw en omgeving [afb. 38.]. Paviljoens staan vaak in openbare ruimten met bepaalde kwaliteiten. Door het paviljoen op externe elementen te focussen worden gebruikers bewust van de kwaliteiten uit de omgeving. Afb. 33. | Serpentine Gallery Pavilion 2003, Oscar Niemeyer Afb. 35. | Schema: Trap kondigd plaats van entree aan Een aantrekkelijke plek Interactie tussen bezoekers en voorbijgangers bevordert de toegankelijkheid van het gebouw. De interactie wordt bevorderd middels een aantrekkelijke plek. Het paviljoen maakt een uitnodigend gebaar als gevolg van deze interactie. Een plek kan gemarkeerd worden middels een overkapping welke bescherming biedt tegen Afb. 34. | Drijvend paviljoen klimatologische elementen [afb. 34.]. Daarnaast kan ook Afb. 38. | Schema: Visuele continuiteit, interactie met aangrenzende ruimten en , Deltasync/Public [afb. 36.] een grondvlak een plek aanduiden . Het grondvlak uitzicht op de omgeving Domain Architecten kan ook vormgegeven worden. Het kan opgeheven

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 34 Het tentoonstellings paviljoen

De Floriade is de Wereld Tuinbouw Expo die sinds 1960 om de 10 jaar in Nederland gehouden wordt. Het tentoonstellingspaviljoen is een bijzondere categorie binnen de paviljoens. Door de tijdelijkheid en de tentoonstellings prestige zijn paviljoens op wereldtentoonstellingen vaak spectaculair en vernieuwend. Tastbare bewijzen van deze paviljoens zijn echter in de meeste gevallen verdwenen. “Het tentoonstellings paviljoen Afb. 39. | UK pavilion World is een bijna vergeten categorie in de architectuur”, aldus Erik Mattie (auteur van het boek , Sjanghai Wereldtentoonstellingen).

Geschiedenis van wereldtentoonstellingen De eerste tentoonstellingen van industrie en nijverheids producten, die vanaf 1867 gehouden werden, waren vooral van nationaal karakter, maar door de groei van de industrie en zoektocht naar nieuwe afzetgebieden werden de evenementen grootschaliger van omvang. De uitstraling van de wereldtentoonstellingen was enorm en het aantal bezoekers liep dan ook in de miljoenen. De organisatie van de tentoonstellingen betekende een grote stap voorwaarts. Niet alleen voor exporterende industrieën maar ook voor de steden Afb. 40. | New York World’s Fair, waar de tentoonstelling gehouden werd. Er werd flink geïnvesteerd in de infrastructuur, 1939 inrichting van openbare ruimte en accommodaties.

Het karakter van tentoonstellingen is in de loop der tijd veranderd en zo ook de architectuur op de tentoonstellingen [afb. 39.]. Een tentoonstelling dient nog wel als podium voor nieuwe producten maar tegenwoordig krijgt de vermaaksfunctie steeds meer de overhand.

De eerste wereldtentoonstellingen werden gehouden in één groot tentoonstellingspaviljoen. De enorme bouwwerken worden ook wel het oertype van de tentoonstellingspaviljoens genoemd, voorbeelden hiervan zijn het Crystal Palace [afb. 41.] en Galerie des Machines [afb. Afb. 41. | Crystal Palace, 42.]. Het oertype heeft een typologisch karakter van het meerbeukige basilicale model. Londen, 1851 Later werden losse tijdelijke paviljoens geplaatst naast het hoofdgebouw [afb. 40.]. Vanaf die tijd was de wereldtentoonstelling niet alleen gericht op architectuur maar ook op de inrichting van het tentoonstellingsterrein. De wereldtentoonstelling Exposition Universelle in Parijs (1867) was de eerste tentoonstelling waarbij het terrein bezaaid was met grotere en kleinere paviljoens van uiteenlopende, vaak exotische architectuur. De grote verscheidenheid aan paviljoens was een verrijking van het eclecticisme, de stijl die destijds heerste. De tentoonstellingen uit de 19e eeuw stonden bekend als laboratoria voor nieuwe stijlen en technieken. Echter toen rond 1900 de aandacht verschoof van industrieel naar decoratief kreeg de wereldtentoonstelling meer een vermaaksfunctie en was de tentoonstelling niet meer broodnodig voor de industrie. Tegenwoordig zijn de paviljoens op wereldtentoonstellingen uitingen van nationale trots en het propageren van eigen technologische vooruitgang [afb. 43.]. Typologisch zijn de paviljoens niet direct te classificeren, wel kenmerken de paviljoens zich als hyper individueel en opvallend [afb. 39.]. Afb. 42. | Galerie des Machines, Afb. 43. | Eiffeltoren, Parijs, Parijs, 1889 1889

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 35 1900 - heden 1867 Typologisch zijn de paviljoens niet direct te classifiseren. Eerste wereld tentoonstellingen met meerdere paviljoens, de wereld tentoonstelling was niet alleen gericht op archi- Kenmerken: Hyper individueel & opvallend tectuur maar ook op stedebouw. Symbole zone, Japan world Exhibition 1970 te Osaka , Alleen de rechthoekige Stijl Paviljoens: plattegrond herinnert nog Verrijking Eclecticisme aan de oervorm. Het Nederlandse paviljoen. Grote en kleine paviljoen Holland schept ruimte, 1851 Exotische architectuur Wereldtentoonstelling 2011 Exposition Universelle Parijs 2000 te Hannover. Hyper individueel & opvallend

1851 v.a. 1900 Eerste wereld tentoonstellingen in één Het karakter van de wereld tentoonstelling veranderd. groot tentoonstellingspaviljoen De industrie is niet meer afhankelijklijk van de grote universele exposities. Specialistische vakbeurzen worden belangrijker. De wereldtentoonstel- Typologisch ling is nog wel een podium van nieuwe producten maar de vermaaksfunc- model: tie krijg de overhand. Deelnemende landen tonen bij voorkeur hun eigen meerbeukige basili- identiteit cale model Het oertype van de wereldtentoonstelling (1851) verliest betekenis, maar ver- dwijnt niet helemaal. Crystal Palace Londen

Afb. 44. | Tijdbalk Wereldtentoonstellingen

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 36 Analyse op basis van de organisatiestructuren Toegankelijkheid Het gebouw diende niet als Duits paviljoen, wereldtentoonstelling 1929 tentoonstellingspaviljoen, echter werd wel de architectuur van het gebouw tentoongesteld. Het gebouw is op een sokkel geplaatst [afb. 47.], dit nodigt Mies van der Rohe realiseerde in 1929 het belangrijke Duitse paviljoen op de uit om het bouwwerk van alle kanten te bekijken. wereldtentoonstelling in Barcelona. De wereldtentoonstelling werd gehouden op Zelfs de toegang tot het gebouw is verborgen Montjuïc, een heuvel gelegen in de buurt van het centrum van Barcelona. Het thema van achter de plint [afb. 46.]. Mies van der Rohe wilde de wereldtentoonstelling was: industrie, kunst en sport. een plek creëren van rust en bezinning te midden van de onophoudelijke geschreeuw van de wereld tentoonstelling. Afb. 46. | Toegang verborgen achter Het ontwerp van Mies van der Rohe diende niet als tentoonstellingspaviljoen maar plint als receptie voor Koning Alphonso XIII uit Spanje en de Duitse autoriteiten. Het Duitse paviljoen was gesitueerd aan de route naar het erg populaire Spaanse Dorp en was, samen met het Joegoslavische paviljoen, een van de weinig modern vormgegeven gebouwen.

Na sluiting van de wereldtentoonstelling is het Duitse paviljoen in 1930 gesloopt. Het Duitse paviljoen werd indertijd nauwelijks in de vakpers genoemd, “de architectuurkritische blunder van de eeuw”, aldus Erik Mattie. De reden hiervoor kan misschien worden gezocht Afb. 47. | Het paviljoen is op een sokkel geplaatst in de architectonische context. De pracht en praal van de omliggende bebouwing en de spectaculaire belichting hebben wellicht de aandacht afgeleid van het Duitse paviljoen, Route welke tegenwoordig als hoogtepunt van de moderne bouwkunst wordt gerekend. De route kan gezien worden als lineair en vormt een lus door het gebouw [afb.48.]. Aan de belangrijkste route Naarmate de waardering voor het Duitse paviljoen groeide werden er plannen gemaakt zitten aftakkingen welke leiden naar een “bestemming” voor een reconstructie. De reconstructie van het paviljoen [afb. 45.] is ontworpen en zoals een aantal zitplekken en een souvenirshop. De gesuperviseerd door Ignasi de Solà-Morales, Cristian Cirici en Fernando Ramos en werd in route is vormgegeven middels de verticale schijven. De 1986 geopend voor publiek. gesloten schijven hebben een leidende functie terwijl de transparante schijven zorgen voor overzicht. De route verloopt langs de randen van de ruimten en snijdt de ruimte niet door midden [afb. 49.]. Afb. 48. | Route en ruimte

Afb. 45. | Reconstructie van het Duitse paviljoen van Mies van der Rohe Afb. 49. | Liniaire route als een lus door het gebouw

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 37 Vorm in het interieur zijn afgewerkt met rode onyx. De nadruk op het primaire component wordt verkregen middels het toepassen van een contrasterende kleur ten opzichte van de De werkelijke vorm van het Duitse paviljoen overige componenten [afb. 54.]. kan worden herleid uit de karakteristieke contouren. De vorm van het paviljoen is een rechthoek van één bouwlaag hoog. De Textuur geeft een visuele en tactiele kwaliteit aan het oppervlakten. Daarnaast beïnvloed dakschijven benadrukken de horizontaliteit textuur de mate waarin de oppervlakten invallend licht absorberen en terugkaatsen. van de vorm en de verticale, parallel De wandafwerkingen van het Duitse paviljoen hebben allemaal een gladde textuur. De geplaatste, gesloten schijven benadrukken vijver in de buitenruimte zorgt voor een weerspiegeling van het gebouw. Het kunstobject de lengte [afb. 50]. `Dawn` van Georg Kolbe wordt, vanwege de gladde texturen, meervoudig weerspiegeld in het glas, water en de marmeren wanden [afb. 52. & 53.] Afb. 50. | Isometrie van de vorm Compositie Het paviljoen bestaat uit vier componenten: het grondvlak, welke als basis dient, de leefruimte, de buitenruimte en de souvenirshop [afb. 51.]. Het grondvlak kan gezien worden als een consistent en ordelijk component. De drie overige componenten zijn volumes die onregelmatig samengesteld zijn op het grondvlak, dat wil zeggen dat deze volumes niet symmetrisch aan een as zijn geplaatst. Afb. 54. | Benadrukken van componenten d.m.v.kleur

Schakeling van de ruimten Afb. 52. | “Dawn” weerspiegeld in de wand Dankzij de compositie van de, parallel geplaatste, verticale dankzij gladde textuur schijven ontstaan er ruimten in het continue architectonische volume. Alle ruimten lopen vloeiend in elkaar over dankzij het doortrekken van de scheidende elementen zoals de uniforme vloer, verticale schijven en dak.

De dakschijf wordt gedragen door stalen kolommen welke kruisvormig in doorsnede zijn. De stalen kolommen zorgen ervoor dat de wanden vrij van belasting zijn en creëren zo een open plattegrond. Afb. 51. | Compositie

Gevelbeeld Kleur en textuur Het toepassen van volledig glazen oppervlakten was indertijd Doormiddel van kleur en textuur kan nadruk worden gelegd op verschillende componenten. erg vernieuwend. De glazen schijven vervagen de grens tussen Kleur heeft het meeste invloed op het onderscheiden van de vorm en omgevingsfactoren. ruimten, intern en extern. Hierdoor wordt de interactie tussen Daarnaast beïnvloed de kleur het visuele gewicht van de vorm. Mies van der Rohe heeft de ruimten bevorderd. travertijn, groen marmer en rode onyx toegepast om nadruk te leggen op verschillende elementen van het paviljoen. Afb. 53. | “Dawn” Het primaire component, de leefruimte, is afgewerkt met groen marmer. De overige weerspiegeld in het componenten zijn afgewerkt met het travertijn wat een neutrale kleur heeft. Scheidingen water

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 38 Analyse op basis van de organisatiestructuren continuïteit en interactie met aangrenzende ruimten, deze entiteiten wekken interresse. Het is de eerste keer dat een land zich op zo’n extreme wijze profileerd. Deze extreme manier van presenteren wordt als bijzonder beschouwd en deze bijzondere verschijningen Holland schept ruimte maakt indruk op de bezoekers.

‘Holland schept ruimte’ de Nederlandse inzending voor de wereldtentoonstelling 2000 te Uitnodigende factoren: Hannover. Ontworpen door het Rotterdamse architectenbureau MVRDV. De ontwerpers van het paviljoen hebben een paviljoen weten te ontwerpen met veel durf en creativiteit • Transparantie van het paviljoen dat voldeed aan het thema van de Expo. Mens, natuur en techniek. Een harmonieuze • Heldere entree relatie tussen natuur en techniek en het ultieme symbool van de maakbaarheid van • Zintuigen worden direct geprikkeld na binnenkomst landschappen. • Indrukwekkend uiterlijk

Wanneer men in Holland naar het landschap kijkt, is overal over nagedacht. Vele dorpen Route staan op terpen, een geplant bos, dijken houden het water tegen, we rijden onder het water door en wonen op de zeebodem. Er blijft geen enkel stukje Nederland waar niet Het paviljoen beeldt het Nederlandse landschap uit, hierdoor over is nagedacht. De maakbaarheid van Nederland, het Hollandse landschap is een idee is het paviljoen ook direct een tentoonstellingsobject. De ontworpen door de mens. bezoeker van het paviljoen wordt onderdeel van het landschap Het paviljoen is een provocatie op deze maakbaarheid van landschappen. MVRDV laat en daardoor onderdeel van de tentoonstelling. Holland ruimte scheppen door verschillende landschappen te stapelen. Een bos op de 4e Er zijn meerdere routes mogelijk door de tentoonstelling, verdieping en een aangelegd meertje met eiland en windmolens op het dak. Toon respect maar wil de bezoeker alle elementen van de tentoonstelling voor de natuur, maar technologie en ecologie hoeven elkaar niet uit te sluiten. ervaren dan zal de hoofdroute gevolgd moeten worden. De hoofdroute in het paviljoen kan gescheiden worden in twee delen, namelijk het pad van ruimte naar ruimte en het pad in Toegankelijkheid de ruimte. Wanneer de bezoeker het paviljoen binnen gaat, wordt deze bezoeker met de lift naar de dakvloer gebracht. De Via de toegang, de brug, kan de ingang van het bezoekers werkt de tentoonstelling van boven naar beneden paviljoen benaderd worden. De brug kondigt af. De ruimtes worden verbonden door een lineair pad de plaats van de entree aan, net als een poort verbeeldt als een trap om het paviljoen heen. Alleen de laatste of een trap. Een brug is een element wat de afdaling vindt plaats door een interne trap. Per ruimte verschilt plaats van een entree benadrukt. Zo’n element te route. De dakvloer, 4e en 1e etage hanteren een lineaire wordt ook wel een geprojecteerde entree [afb. 55.] route terwijl de 2e en 3e etage een radiale route hanteren, genoemd . Een element dat de entree bezoekers kunnen bij een radiale route verschillende lineaire benadrukt werkt uitnodigend. Bezoekers [afb. 56.] Afb. 55. | Element dat de plaats van een routes kiezen . entree benadrukt voelen zich hierdoor vrij het bouwwerk binnen te gaan. Wanneer men het paviljoen binnen gaat, worden de zintuigen direct geprikkeld door de ANWB palen die uit het plafond steken. De ANWB palen zijn voorzien van een scherm waar de bezoeker een introfilm kan waarnemen over Nederland. De eerste indruk, wanneer men het paviljoen binnenkomt, wekt dus interesse. Dat nodigt uit om het paviljoen verder te bezichtigen. De provocatie op het Nederlandse landschap maakt het paviljoen een bijzondere verschijning. Er zijn allerlei elementen uit het Nederlandse landschap op elkaar gestapeld, de bezoeker stapt dus letterlijk het Nederlandse landschap in. Doordat het paviljoen geen gevels heeft kan de bezoeker van buitenaf zien wat er zich binnen allemaal afspeelt. Afb. 56. | Route paviljoen Deze openheid laat het paviljoen transparant zijn, transparantie bevorderd de visuele

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 39 Vorm De vorm van de plattegrond van het paviljoen is vierkant. Het vierkant wordt zes bouwlagen omhoog getrokken. De vorm van het gevelbeeld wordt hierdoor rechthoekig.

Compositie Het paviljoen bestaat uit zes vierkant-vormige gestapelde componenten, waarvan één component gebruikt wordt voor privé gelegenheden en de overige vijf voor de tentoonstelling. De laagste gelegen verdieping, de kelder, is het privé component. De componenten zijn loodrecht op elkaar gestapeld. Het vierkant wordt dus basis genomen voor de componenten van het paviljoen.

Schakeling van de ruimten Alle verschillende etages zijn autonome ruimtes. Elke etage heeft een eigen identiteit en geeft een ander deel van het (toekomstige) Nederlandse landschap weer. De ruimtes worden gescheiden door een dak- en grondvloer. Deze ruimtes zijn verbonden middels een verkeersruimte buiten het paviljoen om. Buiten het paviljoen om lopen de trappen waar de ruimtes op aansluiten. Buiten wordt als verkeersruimte beschouwd.

Gevelbeeld Het Nederlandse paviljoen heeft geen gevels. De tentoonstelling die in het paviljoen afspeelt vormt het gevelbeeld. Het gevelbeeld zijn de opelkaar gestapelde landschappen van Nederland.

Afb. 57. | Paviljoen Holland Schept Ruimte 2000, Hannover, MVRDV

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 40 Welke elementen kunnen een bijdrage leveren aan de Duits paviljoen, Mies van der Rohe totstandkoming van een biologisch afbreekbaar, dan wel een Het Duitse paviljoen wordt beschouwd als een energiezuinig paviljoen? architectonisch hoogtepunt van de Moderne bouwkunst. Het meest kenmerkend zijn de horizontale- en verticale schijven. De dakschijven Algemene kenmerken benadrukken de horizontaliteit van het paviljoen en de verticale, parrallel geplaatste, gesloten Een aantrekkelijke plek schijven benadrukken de lengte. Het paviljoen bevat dankzij de horizontale schijven grote Aantrekkelijke plekken, welke de toegankelijkheid van het paviljoen bevorderen, worden overstekken welke zorgen voor zonwering. onder andere gecreëerd doormiddel van overkappingen, het verdiepen-, of verhogen van het grondvlak of het grondvlak vormgegeven als trappen of terassen [afb 1.0 - afb. 1.0]. Het overkappen of verdiepen van een aantrekkelijke plek biedt bescherming tegen condities Mies van der Rohe heeft tevens gebruik gemaakt Afb. 59. | Zonwerende overstekken van buitenaf welke invloed hebben op het energieverbuik van het gebouw. van volledig glazen “verticale schijven”. De glazen schijven vervagen de grens tussen ruimten, intern en extern. Naast het bevorderen van de interactie Een dak met voldoende overstek zorgt voor resulteert het in meer daglicht. Daarnaast zorgen zonwering. Wanneer verkoeling van de ruimte de glazen schijven voor ruimteverwarming gewenst is kan het overstek het energieverbuik doormiddel van de zon, wanneer de gevel op de beperken, omdat de ruimte niet extra verwarmd zon georiënteerd is. wordt door de zon en daardoor ook geen extra energie kwijt is aan koelen. De kleur en textuur van een materiaal beïnvloed Afb. 60. | Ruimteverwarming d.m.v. de mate waarin de oppervlakten licht absorberen zon Ook de natuur creëert aantrekkelijke plekken, en terugkaatsen. Donkere kleuren absorberen denk hierbij aan de boom. De kruin van de boom veel licht en warmte. Lichte kleuren weerkaatsen het licht en daarmee ook de warmte. kan gezien worden als de overkapping en de stam Afb. 58. | Boom creëert aantrekkelijke Het Duitse paviljoen is grotendeels afgewerkt met travertijn wat een neutrale kleur heeft. van de boom als een kolom die de overkapping plek Het component waar de meeste nadruk op wordt gelegt is afgewerkt met groen marmer. draagt [afb. 58.]. Groen marmer absorbeert veel licht en warmte, maar vanwege de overstekken wordt dit voorkomen. Alle toegepaste materialen hebben een gladde textuur zodat het licht zoveel Wanneer een plek of gebouw onder het niveau van het maaiveld is geplaatst kan er mogelijk wordt weerkaatst. optimaal gebruik worden gemaakt van de eigenschappen van de grond (accumulerend vermogen). Een materiaal met een accumulerend vermogen heeft een positieve invloed op het energie verbuik. Het materiaal slaat de warmte op en staat het langzaam weer af. Tevens kan het verdiept plaatsen van een plek of gebouw resulteren in het minimaliseren van het materiaalgebruik, aangezien er minder geveloppervlak bekleed hoeft te worden.

Openingen

Een transparante gevel bevorderd naast de toegankelijkheid (visuele continuïteit en interactie) ook de daglichttoetreding. Wanneer ruimteverwarming doormiddel van de zon gewenst is kan een transparante gevel, georiënteerd op de zon, resulteren in minder energieverbruik. Afb. 61. | Absorbtie en reflectie van zonnestralen

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 41 Nederlands paviljoen, MVRDV Het Nederlands paviljoen te Hannover is een provocatie op de maakbaarheid van landschappen. De visie van MVRDV luidt: ”Toon respect voor de natuur, maar de technologie en ecologie hoeven elkaar niet uit te sluiten”. Interessant bij deze opgave is de manier waarop wordt omgegaan met de materialen en de constructie en de detaillering daarvan.

De vierde verdieping is wat betreft de materialen en de constructie het meest opvallend. Op deze verdieping is namelijk een bos aangelegd. De laag erboven wordt gedragen door 14 boomstammen van 13 meter lang, die elk 300 ton aan druk moeten kunnen verwerken [afb. 62.]. Van een afstand lijken de kolommen puur natuur, maar in detail zijn de kolommen toch enigszins bewerkt door de technologie. De kolommen worden namelijk met ankers en bouten verbonden.

Afb. 62. | Vierde verdieping Nederlands Paviljoen

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 42 Conclusie Kenmerken van paviljoens; 1. Openbaar toegankelijk Het antwoord op de deelvraag:”Wat is een paviljoen?”, moet een bijdrage leveren aan het • Heldere entree. Een geprojecteerde entree kondigt de plaats van entree aan. beantwoorden van de hoofdvraag:”Hoe kunnen natuurlijke principes toegepast worden of • Transparantie in het gevelbeeld om de interactie te bevorderen; als basis dienen voor het ontwerp van een paviljoen zodat het paviljoen volledig biologisch • Een aantrekkelijke plek om de interactie te bevorderen. afbreekbaar is?”. Dankzij de typologie studie is inzicht verkregen in de betreffende 2. Autonoom discipline: het paviljoen. Om een antwoord te geven op de hoofdvraag moeten we immers kennis hebben van het te ontwerpen object. Bijdrage aan de biologische afbreekbaarheid en de energiezuinigheid Wanneer bij meerdere paviljoens de elementen ten opzichte van elkaar op een zelfde manier in een compositie zijn opgenomen spreken we van een typologie. De verschillende elementen van de geanalyseerde paviljoens zijn benoemd, zoals de routing, vorm en Tevens is voor het beantwoorden van de hoofdvraag interessant welke kenmerkende compositie, echter worden deze elementen niet op dezelfde manier in de composities elementen van paviljoens een bijdrage kunnen leveren aan de biologische afbreekbaarheid opgenomen. Om die reden zijn de huidige tentoonstellingspaviljoens typologisch dan wel energiezuinigheid van het paviljoen. Hieronder volgt een opsomming; niet te classificeren. De tentoonstellingspaviljoens kenmerken zich tegenwoordig als hyperindividueel en opvallend. De paviljoens op wereldtentoonstellingen zijn • Glazen puien zorgen naast transparantie in het gevelbeeld voor veel daglichttoetreding. uitingen van nationale trots en propageren hun eigen technologische vooruitgang. Wanneer de glazen puien georiënteerd zijn op de zon kunnen ze tevens een bijdrage De tentoonstellingspaviljoens hebben een tijdelijke levensduur, na sluiting van de leveren aan de ruimteverwarming middels warmtestraling van de zon. tentoonstelling worden de paviljoens vaak gesloopt of worden ze verscheept naar het land van herkomst waar ze een tweede leven krijgen. • Een aantrekkelijke plek kan gecreëerd worden doormiddel van een overkapping. De overkapping biedt bescherming tegen condities van buiten af, zo ook tegen de zon Het Duitse paviljoen te Barcelona en het Nederlandse paviljoen te Hannover zijn op (zonwering). Overkappingen of overstekken kunnen een bijdrage leveren aan het dezelfde punten geanalyseerd. Hieronder volgt een vergelijking [tabel 6.]. beperken van energieverbruik t.b.v. het koelen van ruimten. • Naast een overkapping worden plekken ook gecreëerd doormiddel van het verlagen van het grondvlak. Wanneer een gebouw wordt verlaagd kan dit resulteren in het Het Duitse paviljoen te Barcelona en het Nederlandse paviljoen te Hannover minimaliseren van het materiaalgebruik, er hoeft immer minder geveloppervlak te worden bekleed. Duits paviljoen, Barcelona Nederlands paviljoen, • Niet alleen de mens creëert aantrekkelijke plekken, maar ook de natuur. Als referentie Hannover nemen we de boom. De kruin kan hierbij gezien worden als overkapping en de stam Toegankelijkheid niet wel als kolom die de overkapping ondersteund. Route lineair lineair • De kleur en textuur van een materiaal heeft invloed op de mate waarin de oppervlakten Vorm rechthoek 1 bouwlaag hoog vierkant 6 bouwlagen hoog invallend licht absorberen en terugkaatsen. Compositie onregelmatig regelmatig • “Toon respect voor de natuur, maar de technologie en de ecologie hoeven elkaar niet uit te sluiten”, aldus architectenbureau MVRVD. Erg interessant is de manier hoe Schakeling ruimtes lopen vloeiend in elkaar over gestapeld MVRDV met de materialisatie en detaillering van het Nederlands paviljoen omgaat. Gevelbeeld deels transparant deels gesloten transparant De constructie van boomstammen lijken op het eerste oog volledig natuurlijk, echter is het op gedetailleerd niveau zeer technisch. Tabel 6. | Vergelijking het Duitse paviljoen te Barcelona en het Nederlandse paviljoen te Hannover De informatie verkregen uit dit deelonderzoek leidt in deelvraag 5 tot een set uitgangspunten en randvoorwaarden welke vervolgens worden vertaald naar een nieuw Het antwoord op de deelvraag:”Wat is een paviljoen?” wordt beperkt op het geven van PVE en een integraal ruimtelijk concept. kenmerkende elementen van paviljoens, omdat verschillende paviljoentypologieen simpelweg niet bestaan.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 43 Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 44 2.3 Deelvraag 3 Wat wil Erutan?

Voor het Floriade paviljoen is een Programma van Eisen (PVE) opgesteld. Hierin zijn onder andere de verwachtingen en de eisen van de opdrachtgever Erutan vastgelegd. Naast Erutan stelt ook het bouwbesluit eisen aan een tijdelijk bouwwerk. De kwaliteit van het Floriade paviljoen ligt in het toepassen van biologisch afbreekbare materialen binnen de regelgeving van het bouwbesluit. Om een verantwoorde materiaalkeuze te kunnen maken is het van belang om te weten welke eisen er aan de constructie onderdelen van het paviljoen gesteld worden. Aan de route van het paviljoen wordt geen eis gesteld. De route is der mate interessant gezien de grote hoeveelheid verwachte bezoekers die door het paviljoen moeten worden geleidt. Daarom zijn er drie openbare druk bezochte bouwwerken geanalyseerd op basis van de route, ruimtes en de manier van tentoonstellen. De conclusies die wij uit dit onderzoek trekken kunnen invloed hebben op de uitgangspunten en het concept. Het PVE wordt gebruikt als leidraad voor het ontwerp.

Onderzoeksmethode: literatuurstudie, verkennend onderzoek, excursie

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 45 Programma Van Eisen • Een uiterste grenstoestand van een bouwconstructie waarvan het bezwijken leidt tot het onbruikbaar worden van een rookvrije vluchtroute, wordt gedurende 20 minuten niet overschreden bij de volgens NEN 6702 bepaalde bijzondere belastingscombinaties De eigenlijke opdrachtgever van het Floriade paviljoen, Erutan, geeft de opdracht voor het die kunnen optreden bij brand. ontwerp van een tijdelijk paviljoen met een tentoonstellings- en informatie verstrekkende • Een te bouwen bouwwerk heeft een bouwconstructie die zodanig is dat het bouwwerk functie. Vanuit deze eis zijn er al een aantal aspecten die voor het tot stand komen van het bij brand gedurende redelijke tijd kan worden verlaten en doorzocht, zonder dat er ontwerp al onderzocht en vastgelegd kunnen worden. Bouwbesluittechnisch kunnen er al gevaar voor instorting is. een aantal zaken uitgezocht worden. Bijvoorbeeld de eisen waar constructieonderdelen van een tijdelijk openbaar bouwwerk aan moeten voldoen. Brand • Binnen en buiten zijde van een constructiewand en constructiedak voldoet aan brandklasse 4 Eisen van Erutan • Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag 30 minuten. • Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat het ontstaan van een brandgevaarlijke • Informatieverstrekkende- en tentoonstellingsfunctie. situatie voldoende wordt beperkt. • Dagelijks worden er 35.000 bezoekers verwacht die binnen 5 minuten door het • Een deur, een raam, een kozijn of een daarmee gelijk te stellen constructie-onderdeel paviljoen geleidt moeten worden voldoet aan brandklasse 4. • Oppervlakte kavel ± 600 m2 • Een bestaand bouwwerk is zodanig dat de uitbreiding van brand voldoende wordt • Oppervlakte paviljoen ± 200 m2 beperkt. • Erutan verwacht een rechthoekig paviljoen gezien de rechthoekige vorm van de kavel Vocht Activiteiten in het paviljoen: • Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige scheidingsconstructies dat de vorming van • Tentoonstelling over het product van Erutan allergenen voldoende wordt beperkt. • Experimenten kids • Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige scheidingsconstructies, dat het • Infocentrum binnendringen van vocht in verblijfsgebieden, toiletruimten en badruimten voldoende • Sanitaire voorzieningen wordt beperkt.

Aan de route van het paviljoen wordt geen eis gesteld. De route is interessant voor het Isolatie ontwerp gezien de grote hoeveelheid bezoekers die binnen vijf minuten door het paviljoen • De warmteweerstand van een tijdelijk bouwwerk bedraagt ten minste 1,3 m² · K/W geleidt moeten worden. Daarom zijn er drie openbare druk bezochte bouwwerken geanalyseerd op basis van de ruimte, route en functie. Geluid • Bescherming tegen geluid van buiten wordt geen eis aan gesteld Eisen van het bouwbesluit Ruimtes De kracht van het Floriade paviljoen ligt in het toepassen van biologisch afbreekbare • Minimaal 2 toiletruimtes van 2,3 m2 materialen binnen de regelgeving van het bouwbesluit. Om een verantwoorde • Ten minste een toiletruimte is integraal toegankelijk materiaalkeuze te kunnen maken is het van belang om te weten welke eisen er aan de constructie onderdelen van het paviljoen gesteld worden. Een tijdelijk bouwwerk moet Doorgang voldoen aan de bouwbesluit eisen van een bestaand gebouw, wanneer er een lid tijdelijk • Een toegang van een ruimte heeft een vrije doorgang met een breedte van ten minste bouwwerk wordt gegeven in het bouwbesluit dient het bouwwerk hier ook aan te voldoen. 0,85 m en een hoogte van ten minste 2,3 m De meest interessante bouwbesluit eisen, met betrekking tot de materialen, zijn hieronder weergegeven.

Bouwbesluit, constructie • Een bestaand bouwwerk heeft een bouwconstructie die gedurende de in NEN 6700 bedoelde referentieperiode voldoende bestand is tegen de daarop werkende krachten.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 46 RUG Museum VVV Kantoor Groningen Het Nederlandse Paviljoen Het RUG museum bestaat uit twee bouwdelen. Een Het VVV kantoor Groningen bevindt zich aan de Grote Voor de wereldtentoonstelling 2000 te Hannover is dit deel van het oude academie gebouw en het nieuwe Markt te Groningen. Hier kunnen toeristen informatie paviljoen de Nederlandse inzending geweest. Het motto paviljoen ontworpen door Skets. over de stad en gemeente Groningen bemachtigen, van deze inzending was ‘Holland schept ruimte‘. Een mooi tickets voor bezienswaardigheden reserveren en visite kaartje voor Nederland. souvenirs kopen. Ruimtes in het bouwwerk (paviljoen) Totale oppervlakte paviljoen: ± 180 m2 Ruimtes in het bouwwerk Entree (15%) , tentoonstellingstuimte (35%), toiletten Ruimtes in het bouwwerk Totale oppervlaktepaviljoen: ± 6000 m2 (5%), expositieruimte (40%), verkeersruimte (15%). Totale oppervlakte VVV kantoor: ± 70 m2 Tentoonstelling (83%), horeca (17%) (het gedeelte waar Souvenier shop (60%) en kantoor met balie (40%) de horeca plaatsvind is deel van de tentoonstelling), werkzaamheden, (17%) Route ( RUG Museum) Om de tentoonstelling te bezichtigen loopt men van Route ruimte naar ruimte, elke ruimte heeft een ander thema. Wanneer men het VVV kantoor binnen gaat staat men Route In de verschillende ‘thema ruimtes’ kan men rond lopen. direct in de souveniershop. Vanaf de ingang kan in een In het bouwerk kan op sommige etages vrij rondgelopen Wanneer men naar de uitgang wil moet men terug lopen rechte lijn doorgelopen worden naar de balie. Tussen worden, terwijl op andere etages en pad is aangelegd. door de al bezochte ruimtes. Doodlopende route. de stellages met de souveniers en brochures loopt geen Het Nederlanse Paviljoen is groot genoeg om deze logische route, bezoekers lopen hier kris kras door elkaar. hoeveelheid bezoekers te kunnen hanteren terwijl ze, in De ingang is ook de uitgang, dus men zal waarschijnlijk sommige ruimtes, vrij rondlopen. Er loopt een trap om het Hoeveelheid gebruikte vloeroppervlakte twee keer langs de zelfde objecten lopen. paviljoen heen om van ruimte naar ruimte ta gaan. Een van de tentoonstellingsruimtes is ± 60 m2, daarvan is er ± 20 m2 (30%) van het vloeroppervlak in gebruik. De gangpaden zijn ruim opgezet. Er is voldoende ruimte voor Hoeveelheid gebruikte vloeroppervlakte Hoeveelheid gebruikte vloeroppervlakte de tentoon te stellen opjecten. Dit nodigt uit om objecten Van de ruimte die toegankelijk is voor bezoekers is Het paviljoen is de tentoonstelling. Dus de gebruikte te bezichtigen en het museum kan door deze ruime opzet meer dan 70% in gebruik door stellages. Doordat de vloeroppervlakte is 83%. (geen 100% aangezien het veel bezoekers hanteren. souveniershop relatief klein is, kom deze ruimte benauwt privé gedeelte niet toegankelijk is voor de bezoeker).De over. bezoeker is deel van het decor. Jaarlijkse hoeveelheid bezoekers (RUG Museum) 17.000 Jaarlijkse hoeveelheid bezoekers Maandelijkse hoeveelheid bezoekers 300.400 500.000 Op welke manier wordt er informatie verstreken? Experimenten, vitrines met objecten en tekst. Op welke manier wordt er informatie verstreken Op welke manier wordt er informatie verstreken Mondeling en via brochures. Het interieur van de ruimte is de tentoonstelling. Privé en openbaar (paviljoen) Gezien het programma zijn alle ruimtes van het Privé en openbaar Privé en openbaar paviljoen openbaar. In het paviljoen worden middels Alleen de shop is openbaar. Het kantoor is van de shop Het paviljoen is bijna geheel toegankelijk voor de bezoeker. elementen, zoals de balie, privé gedeeltes gecreëerd. gescheiden door middel van een balie. Alleen de begane grond, waar de bezoeker in principe niet komt, is gereserveerd voor privé werkzaamheden. Speciale punten (herkenningspunten) Speciale punten (herkenningspunten) Het oude academie gebouw huisvest alle oude ‘objecten’ De shop is erg klein voor de hoeveelheid geboden Speciale punten (herkenningspunten) die tentoongesteld worden, terwijl het nieuwe paviljoen de informatie en de hoeveelheid bezoekers. Elke bouwlaag vertaalt zich als een deel van het maakbare wisselende, vaak modernere, tentoonstellingen huisvest. Nederlandse landschap.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 47 Afb. 63. | Museum paviljoen + schets route

Afb. 64. | VVV Groningen + schets route

Afb. 65. | Hollands paviljoen + schets route Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 48 Route Tijdens de Floriade 2012 worden er dagelijk 35.000 mensen verwacht. Deze bezoekers zullen binnen vijf minuten door het paviljoen geleid moeten worden. De gemiddelde Uit de analyse is gebleken dat de route een belangrijk aspect is, de manier waarop loopsnelheid, van een gezond mens, van het zich rustig voortbewegen ligt ongeveer op bezoekers door het bouwwerk worden geleidt. De floriade 2012 verwacht dagelijks 35.000 5 km/h. Binnen vijf minuten zou een mens dus ongeveer 417 meter kunnen afleggen. De bezoekers. Een goede doorstroom van bezoekers is van groot belang voor een bouwwerk, route van het door ons te ontwerpen paviljoen zal dus niet meer dan 417 meter mogen waar in korte tijd een grote hoeveelheid bezoekers doorheen geleidt moeten worden. bedragen. Uit de geanalyseerde bouwwerken is gebleken dat bezoekers op twee verschillende manieren langs een tentoonstelling geleid kunnen worden. Namelijk; Informatie verstrekking • Lineaire route -> het volgen van een pad Uit de analyse is gebleken dat er op een aantal manieren een expositie tentoongesteld kan worden Een pad waar de bezoeker langs geleidt wordt. Belangrijk is dat het pad genoeg ruimte biedt om alle bezoekers er vlekkeloos doorheen te leiden, maar ook voldoende ruimte • Objecten in een ruimte positioneren die bezoekers waarnemen; geeft om de tentoontoonstelling te kunnen waarnemen. • Objecten in een ruimte positioneren waar bezoekers mee kunnen expirimenteren; • Radiale route -> het vrij rond lopen in een ruimte (meerdere lineaire routes) • De ruimte, waar de bezoeker zich beweegt, de tentoonstelling te laten zijn; Bezoekers zijn vrij een route te volgen om de tentoonstelling te bezichtingen. Wanneer bezoekers op deze manier langs de tentoonstelling worden geleid, zal deze ruimte aan Wanneer er objecten tentoongesteld worden aan een lineaire route is het van belang dat de een aantal voorwaarden moeten voldoen. De ruimte zal overzicht moeten bieden, objecten de doorstroom niet hinderen [afb. 69.] . Bij een radiale route is het van belang dat de voldoende groot moeten zijn om de tentoonstelling te kunnen huisvesten en de verwachte tentoonstellings ruimte genoeg ruimte biedt voor de bezoeker en voor de tentoonstelling hoeveelheid te bezoekers kunnen hanteren. van objecten. Een lineaire route is in vergelijking met een radiale route vele male efficiënter. Een radiale route kost meer oppervlakte dan een lineaire route. Dit komt doordat bij een radiale route mensen elkaar kunnen hinderen [afb. 68.]. Daar zal ruimte voor gereserveerd moeten worden. Daarnaast kan er bij een lineaire route een grotere groep mensen door een gebouw geleid worden in een kortere tijd. Mensen lopen bij een linaire route gericht Object hindert de doorstroom Hindert niet Hindert niet Afb. 66. | Werkende mieren een pad, terwijl ze bij een radiale route vrij zijn om heen en weer te lopen. Een Afb. 69. | Schema objecten bij een lineaire route goed voorbeeld hiervan is een mierenkolonie. Mieren lopen elkaar tijdens hen werkzaamheden niet in de weg omdat zij dezelfde (lineaire) route volgen, in plaatst van ongeorganiseerd door elkaar heen te lopen [afb. 66.]. Dit werkt zeer efficiënt. Deze lineaire route is ook terug te zien in het mieren nest. Er loopt een lineaire route, die de mieren volgen, door het mierennest waar de kamers aanvast zitten [afb. 67.] . Afb. 67. | Schets mierennest

Afb. 68. | L: radiale route R: lineare route Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 49 Conclusie situatie voldoende wordt beperkt. • Een deur, een raam, een kozijn of een daarmee gelijk te stellen constructie-onderdeel voldoet aan brandklasse 4. Eisen van Erutan • Een bestaand bouwwerk is zodanig dat de uitbreiding van brand voldoende wordt beperkt. Een bouwwerk wordt ontwikkelt in samenwerking met de opdrachtgevers, daarom zijn • Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige scheidingsconstructies dat de vorming van de eisen van Erutan van belang voor het ontwerp. Deze informatie geeft ons inzicht in de allergenen voldoende wordt beperkt. schaal van grootte van het paviloen. Daarnaast kunnen wij de gegevens met betrekking • Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige scheidingsconstructies, dat het tot ruimte en functie verwerken in het ontwerp. binnendringen van vocht in verblijfsgebieden, toiletruimten en badruimten voldoende wordt beperkt. • De warmteweerstand van een tijdelijk bouwwerk bedraagt ten minste 1,3 m² · K/W Functie: • Bescherming tegen geluid van buiten wordt geen eis aan gesteld • Minimaal 2 toiletruimtes van 2,3 m2 • Informatieverstrekkende- en tentoonstellingsfunctie • Ten minste een toiletruimte is integraal toegankelijk • Dagelijks worden er 35.000 bezoekers verwacht die binnen 5 minuten door het • Een toegang van een ruimte heeft een vrije doorgang met een breedte van ten minste paviljoen geleid moeten worden 0,85 m en een hoogte van ten minste 2,3 m • Oppervlakte kavel ± 600 m2 • Oppervlakte paviljoen ± 200 m2 Route • Erutan verwacht een rechthoekig paviljoen gezien de rechthoekige vorm van de kavel Bezoekers kunnen op twee verschillende manieren langs een tentoonstelling geleidt Activiteiten in het paviljoen: worden. Namelijk; • Tentoonstelling over het product van Erutan • Experimenten kids • via een Lineaire route, het volgen van een pad • Infocentrum • via een Radiale route, het niet volgen van één pad, meerdere paden mogelijk • Sanitaire voorzieningen Een lineaire route is in in ruimte gebruik efficienter.

Eisen van het bouwbesluit Tijdens de Floriade 2012 worden er dagelijk 35.000 mensen verwacht. Deze bezoekers zullen binnen vijf minuten door het paviljoen geleid moeten worden. De gemiddelde De kracht van het Floriade paviljoen ligt in het toepassen van biologisch afbreekbare loopsnelheid, van een gezond mens, van het zich rustig voortbewegen ligt ongeveer op materialen binnen de regelgeving van het bouwbesluit. Wij kunnen met deze eisen de 5 km/h. Binnen vijf minuten zou een mens dus ongeveer 417 meter kunnen afleggen. materialen toetsen aan het bouwbesluit. Maximale lengte van de route van het Floriade paviljoen is dus 417 meter

• Een bestaand bouwwerk heeft een bouwconstructie die gedurende de in NEN 6700 bedoelde referentieperiode voldoende bestand is tegen de daarop werkende krachten. • Een uiterste grenstoestand van een bouwconstructie waarvan het bezwijken leidt tot het onbruikbaar worden van een rookvrije vluchtroute, wordt gedurende 20 minuten niet overschreden bij de volgens NEN 6702 bepaalde bijzondere belastingscombinaties die kunnen optreden bij brand. • Een te bouwen bouwwerk heeft een bouwconstructie die zodanig is dat het bouwwerk bij brand gedurende redelijke tijd kan worden verlaten en doorzocht, zonder dat er gevaar voor instorting is. • Binnen en buiten zijde van een constructiewand en constructiedak voldoet aan brandklasse 4 • Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag 30 minuten. • Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat het ontstaan van een brandgevaarlijke

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 50 2.4 Deelvraag 4 Wat betekent de Floriade 2012?

Een ontwerper is geïnteresseerd in de stedebouwkundige- en maatschappelijke context van het te ontwerpen bouwwerk aangezien deze factoren invloed hebben op het ontwerp. De stedebouwkundige- en maatschappelijke context bepalen mede, aan de hand van wat er bereikt wil worden met het bouwwerk, de uitgangspunten en het concept van het paviljoen. De omgevings factoren van de kavel zouden invloed kunnen hebben op de compositie, positie en materialisering van het te ontwerpen paviljoen.

In dit deelonderzoek wordt de stedebouwkundige en maatschappelijke context onderzocht aan de hand van literaire studies. Met behulp van stedebouwkundige kaarten, foto’s en afbeeldingen van de Floriade 2012 analyseren en visualiseren wij de stedebouwkundige context. Voor de maatschappelijke context gaan we opzoek naar de eigenschappen en principes van de Floriade 2012. Het onderzoek wordt gedaan aan de hand van informatie verstrekt door DAAD Architecten, boeken en door vergaring van informatie op de floriade site.

Onderzoeksmethode: literatuurstudie, verkennend onderzoek

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 51 Historie Na de Floriade 2012 wordt het terrein gebruikt voor Venlo Greenport. Een Greenport is een verzameling van tuinbouw gelieerde bedrijven. Voor de Floriade worden twee De Wereld Tuinbouw Expo wordt in de regel elke tien jaar in Nederland gehouden. beeldbepalende gebouwen gebouwd welke het hart gaan vormen van Venlo GreenPark. Het doel dat de Nederlandse Tuinbouw Raad stelde toen de eerste Floriade van start Namelijk de Innova toren en de Villa Flora. De Innova toren gaat de entree vormen van ging luidde: “Een grote, sectoroverstijgende tuinbouwtentoonstelling, die nationaal en de Floriade 2012 en in de Villa Flora gaat de wisselende bloemententoonstelling plaatst internationaal de aandacht trekt.” Zonder enige twijfel mogen wij concluderen dat deze vinden. Na de Floriade zullen tuinbouw gelieerde bedrijven zich in de twee bouwwerken doelstelling behaald is. vestigen.

-De eerste Floriade werd in 1960 in Rotterdam gehouden. Speciaal voor de Floriade werd de Euromast gebouwd voor een groots uitzicht over de stad. Doel van de Floriade 2012 -Amsterdam 1972, de tweede Floriade ging hier van start en was destijds met 5 miljoen bezoekers de grootste tuinbouwtentoonstelling ter wereld. Het floriadeterrein bestond uit Mensen laten beleven hoe de natuur de levenskwaliteit verbetert. verschillende locaties verbonden werden met elkaar doormiddel van een treintje. Daarnaast wil de Floriade 2012 de bezoekers ,door een inspirerende en interactieve manier -Amsterdam 1982, de Floriade vond plaats in de Gaasperplas Amsterdam Oost, tot op kennis laten maken met de tuinbouw om het innovatieve vermogen, creativiteit en de heden zijn hier nog steeds elementen van de terug te vinden. daadkracht van de tuinbouw te presenteren. -Zoetermeer 1992, voor deze Floriade was een concrete nabestemming van het park, namelijk een woonwijk. Deze woonwijk heeft grote invloed gehad op de aanleg van Maatschappelijke context het park. Dertig procent van de buitenlanders die Nederland bezochten in deze periode kwamen voor de Floriade. Naast de bezoeker te later beleven hoe de natuur de levenskwaliteit verbetert staat ook -Haarlemmermeer 2002, ‘Feel the art of nature’ was het thema van de . Een duurzaamheid hoog in het vaandel bij de organisatie van de Floriade 2012. belangrijke blikvanger was de dertig meter hoge piramide Spotter’s Hill. Regio Venlo wil de principes en doelstellingen van Cradle toe Cradle hanteren voor de De Floriade 2012, de 6e Wereld Tuinbouw Expo die voor het eerst plaats vindt buiten de toekomstige gebiedsontwikkeling en gebruikt de Floriade 2012 hierbij als wereldpodium. randstad. De eer is in 2012 aan Venlo. Het centrale thema van de Floriade 2012 luidt dit jaar: ‘Be part of the theatre in nature, get closer to the quality of life’. Een directe boodschap om iedereen uit te nodigen voor de Floriade 2012 en deel te nemen aan het theater van De volgende principes heeft de Floriade 2012 hiertoe opgesteld; de natuur. De Floriade wil met vijf unieke werelden laten zien hoe belangrijk planten, groenten, fruit en bomen zijn voor de kwaliteit van het leven. De Floriade 2012 beschouwt We are native to our place De omgeving wordt zo veel mogelijk benut haarzelf als een theater dat je intens beleeft. Tijdens deze Wereld Tuinbouw Expo wordt er door haar intact te laten en deels op een niet alleen gekeken, maar ook gespeeld met de natuur. De Floriade wil de bezoeker samen duurzame wijze te ontwikkelen. met de natuur de hoofdrol laten spelen. Our waste equals food Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van duurzame materialen. De Floriade heeft meerdere deelnemerscategorieën. Één van deze categorieën is de Sun is our income De zon wordt gezien als oorsprong van alle Nederlandse tuinbouw, deze neemt de meest prominente plek in op het Floriadeterrein. energiebronnen. Bedrijven & organisaties uit de Nederlandse tuinbouw nemen ook deel aan de Floriade Our air, soil and water are healthy De uitstoot van emissies naar lucht, bodem 2012. Overheden willen zich ook presenteren op de Floriade 2012. Onder overheden worden en water zo veel mogelijk beperken. het Rijk, provincies, regio’s en gemeenten verstaan. Daarnaast zijn er op de Floriade ook We design enjoyment for all generations De Floriade 2012 is er voor iedereen, bedrijven en kennisinstellingen die gerelateerd zijn aan de Nederlandse tuinbouw. De tijdens en na de Floriade. laatste categorie is ‘Landen’. De Nederlanse overheid heeft 150 landen uitgenodigd om hun economische, sociale, culturele en technische ontwikkeling tentoon te stellen tijdens Stedebouwkundige context de Floriade 2012. Environment; Deze wereld laat je bewust worden van het belang van groen in de stad en in de omgeving. Groen, binnen en buiten, thuis en op het werk. Door een reeks bomen wordt de bezoeker naar het centrale plein geleid. In het hoofdpaviljoen op het centrale plein wordt een 360-graden-film gedraaid om de bezoekers kennis te laten maken met

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 52 de Floriade. Op het buiten terrein zijn tuinen ontworpen door architecten en creatieve Waar komt het paviljoen? tuinliefhebbers. Het paviljoen, door ons te ontwerpen, komt op een kavel van 623m2 in de Relax & Heal; Een wereld met Aziatische sferen die je in balans brengt met de natuur. wereld Education and Innovation [afb. 70.]. De geneesachtige kruiden, een blotevoetenpaden en spa- achtige sferen brengen de De verschillende werelden van de Floriade bezoeker een Yin-Yang ervaring. 2012 zijn gescheiden door een uitgestrekt bosgebied. De paden in het bos schakelen de Green Engine; Deze wereld laat zien hoe de tuinbouw een belangrijke motor van de verschillende werelden aan elkaar. Ook kan de economie is. Natuur en industrie lijken twee uitersten, maar Green Engine laat zien dat Floriade vanuit de lucht aanschouwd worden. Er deze twee goed samen kunnen gaan. In deze wereld staat het uiterst duurzame paviljoen loopt een kabelbaan van de World Show Stage naar [afb. 70.] Villa Flora, waar een grote indoor flowershow plaats vindt, centraal. de wereld Relax & Heal .

Education & Innovation; Deze wereld staat symbool voor hoe we naar te toekomst kijken en laat de noodzaak zien van het leren en innoveren. Hier worden bijzondere creaties van de natuur tentoongesteld en innoverende ontdekkingen. Afb. 70. | Plattegrond World Show Stage; Een plek aan de boulevard waar verschillende landen de bezoekers hun Floriade 2012 te Venlo cultuur laten proeven. Genieten van internationale kunst, cultuur en entertainment.

Afb. 71. | 3D animatie Floraide 2012 te Venlo

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 53 Plattegrond van de wereld Education & Innovation. De gele vlakken zijn velden waarop de tentoonstellingen van bedrijven plaats vinden. Deze gele vlakken [afb. 72. & 75.] worden dan ook deels bebouwd met tijdelijke paviljoens. De groene vlakken [afb. 72. & 74.] worden voorzien van gras. Welke activiteiten hier gaan plaatst vinden is nog niet bekend. De paden tussen de velden door leiden de bezoekers land de paviljoens en tentoonstellingen. Deze paden zijn volgens een raster opgezet [afb. 72. & 73.].

Locatie Floriade paviljoen

Afb. 72. | Stedebouwkundige opzet Education and Innovation

Afb. 73. | Education and Innovation paden volgens raster Afb. 74. | Education and Innovation groen Afb. 75. | Education and Innovation tentoonstellingen Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 54 De rode pijl weergeeft de in- en uitgang tijdens de Floriade, de zwarte pijl staat voor de in- en uitgang tijdens de bouwfase en de grijze pijl is een indicatie voor de facilitaire aansluitingen. De afmetingen van de kavel: Noordkant 23,10 m, Oostkant 24,19 m, Zuidkant 25,91 m, Westkant 26,79 m. De kavel komt uit op 623 m2 [afb. 77.].

Opmerkelijk: De bezoekers kunnen vanaf het voetpad het paviljoen alleen van af de oostkant aanschouwen. De ingang is tevens de uitgang.

Afb. 76. | 3D animatie Education and Innovation

Van een aantal paviljoens zijn de eerste schets ontwerpen bekend, deze zijn realistisch weergegeven op de 3D animatie. De paviljoens, waarvan de ontwerpen nog niet bekend zijn, zijn weergegeven als vierkante witte dozen. [afb. 67.] De rood omcirkelde doos weergeeft de kavel voor ons Floraide paviljoen. Het door ons te ontwerpen paviljoen is tijdelijk, hierdoor zijn wij vrij in het ontwerp. Wel zouden we rekening kunnen houden of reageren op de andere bouwwerken die gebouwd worden in de wereld Green Engine. De in- en uitgang van de kavel zijn aangegeven en vastgelegd door de organisatie van de Floriade.

Afb. 77. | De kavel voor ons Floraide paviljoen

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 55 Conclusie De omgevings factoren van de kavel zouden invloed kunnen hebben op de compositie, positie en materialisering van het te ontwerpen paviljoen. Met betrekking tot duurzaamheid zouden bepaalde elementen, bijvoorbeeld glazen gevelonderdelen, in Maatschappelijke context het ontwerp naar de zon gepositioneerd kunnen zijn. Hiermee zou het bouwwerk deels natuurlijk verwarmd kunnen worden. Doordat de kavel één ingang heeft, zullen wij in het De Floriade is de WereldTuinbouw Expo die sinds 1960 één keer in de tien jaar in Nederland ontwerp rekening moeten houden met de positie van de entree van het paviljoen. De kavel gehouden wordt. In het jaar 2012 wordt de Floriade in Venlo gehouden met het thema ‘Be beperkt de ontwerp vrijheid van het paviljoen, het paviljoen zal gezien zijn afmetingen part of the theatre in nature, get closer to the quality of life’. De invloed van groente, fruit, niet de kavelgrens mogen overschrijden. bomen en planten op de kwaliteit van leven, dat is wat de Floriade 2012 haar bezoekers wil laten ondervinden. Regio Venlo wil de principes en doelstellingen van Cradle toe Cradle hanteren voor de toekomstige gebiedsontwikkeling en gebruikt de Floriade 2012 hierbij als wereldpodium. De volgende principes heeft de Floriade 2012 hiertoe opgesteld; We are native to our place De omgeving wordt zo veel mogelijk benut door haar intact te laten en deels op een duurzame wijze te ontwikkelen. Our waste equals food Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van duurzame materialen. Sun is our income De zon wordt gezien als oorsprong van alle energiebronnen. Our air, soil and water are healthy De uitstoot van emissies naar lucht, bodem en water zo veel mogelijk beperken. We design enjoyment for all generations De Floriade 2012 is er voor iedereen, tijdens en na de Floriade. Stedebouwkundige context De Floriade 2012 kent vijf verschillende werelden met elk een eigen thema en sfeer. Het door ons te ontwerpen paviljoen komt in de wereld Education & Innovation. Deze wereld staat symbool voor hoe we naar te toekomst kijken en laat de noodzaak zien van het leren en innoveren. Hier worden bijzondere creaties van de natuur tentoongesteld. Er is een onderzoek gedaan naar de stedebouwkundige context van de Floriade, deze informatie is geanalyseerd en gevisualiseerd. (deze analyse is te vinden op voorgaande pagina’s) De stedebouwkunde- en maatschappelijke context hebben invloed op het ontwerp. Deze twee factoren bepalen mede, aan de hand van wat er bereikt wil worden met het bouwwerk, de uitgangspunten en het concept van het paviljoen. De kavel • Het door ons te ontwerpen paviljoen komt op kavel EI6b van 623 m2, • De kavel is toegankelijk vanaf de Oost zijde, • Één mogelijkheid, voor de bezoeker, om de kavel op te komen (ingang = uitgang), • De afmetingen van de vierkante kavel: Noordkant 23,10 m, Oostkant 24,19 m, Zuidkant 25,91 m, Westkant 26,79 m.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 56 2.5 Interpretatie ontwerpopgave

Het ontwerpproces begint meestal met het formuleren van een aantal eisen die de opdrachtgever aan een plan stelt. Deze eisen worden vervolgens aan de ontwerper overgedragen. Het is aan de ontwerper hoe hij omgaat met de gebruikseisen die de opdrachtgever stelt en hoe hij deze eisen interpreteert.

De voorgaande deelvragen kunnen gezien worden als een verkennend onderzoek. In dit hoofdstuk is aan de hand van de onderzoeksresultaten een eigen interpretatie van de ontwerpopgave ontwikkeld waaruit de randvoorwaarden en uitgangspunten zijn gevormd. Op basis van de randvoorwaarden en uitgangspunten is vervolgens een nieuw Programma van Eisen opgesteld welke vervolgens zijn vertaald naar ontwerpvisies, het concept. Een concept is een gedachte of visie waar veel ontwerpbeslissingen aan vast hangen. Tijdens de ontwerpfase zal iedere keuze worden getoetst aan het concept zodat uiteindelijk alle deeloplossingen samenvallen en een antwoord vormen op het concept.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 57 Onderzoeksresultaten • Ruimteverwarming doormiddel van de zon; • Overstekken ten behoeve van zonwering; • Bomen kunnen aantrekkelijke plek creëren; Deelvraag 1: Wat zijn biologisch afbreekbare processen? • Kleur en textuur van het materiaal hebben invloed op de absorptie en reflectie van zonnestraling; Uit deelvraag 1 zijn een aantal natuurlijke principes naar voren gekomen welke toegepast • Manier van materialiseren en detailleren: van een afstand lijkt het natuur, in detail is zouden kunnen worden op het paviljoen. Met natuurlijke principes bedoelen wij het techniek. natuurlijke grondstoffen (materialen) [bijlage 4.] en natuurlijke systemen (koelen, verwarmen en ventileren). Deelvraag 3: Wat wil Erutan? De randvoorwaarde die wij bij het formuleren van de afstudeeropgave hebben gesteld was: “Het paviljoen moet volledig biologisch afbreekbaar zijn”. In deelvraag 3 is onderzocht welke mogelijkheden het Programma Van Eisen biedt aan het De materialen waaruit het paviljoen wordt opgebouwd worden hierbij gezien als organische paviljoen. Erg belangrijk is de doorstroom van de grote hoeveelheid bezoekers. stoffen die circuleren in een natuurlijke kringloop. Het Programma Van Eisen: Daarnaast blijkt uit het deelonderzoek dat het goed mogelijk is om een gebouw zelfstandig • Oppervlakte kavel 623 m²; te laten reguleren. Zelf regulerend houdt in dat het gebouw zonder installaties wordt • Oppervlakte paviljoen +/- 200 m²; verwarmd, gekoeld en geventileerd. • Tentoonstellings- en informatieverstrekkende functie; • 35.000 bezoekers per dag; Welke natuurlijke principes worden toegepast hangt samen met de bouwkundige en • Levensduur van +/- 7 maanden in de periode april’12 tot oktober’12. architectonische randvoorwaarden en uitgangspunten. In de uitwerkingsfase vindt [bijlage 4.] daarom een terugkoppeling plaats naar . Tijdens deze terugkoppeling moet Om de doorstroom van 35.000 bezoekers te bevorderen zijn de volgende punten opgesteld: doormiddel van een multicriteria analyse duidelijk worden welke biologisch afbreekbare • Een overzichtelijk programma bij een radiaire route; materialen geschikt zijn voor het Floriade paviljoen. Criteria waar op gelet wordt zijn o.a. • Paden die elkaar niet kruizen (liniaire route); de architectonische waarde, mate van duurzaamheid en de technische eigenschappen. • De tentoonstellingsobjecten zo plaatsen zodat deze de doorstroom niet hinderen.

Deelvraag 2: Wat is een paviljoen? Deelvraag 4: Wat is de Floriade De huidige tentoonstellingspaviljoens zijn typologisch niet te classificeren. De Maatschappelijke context tentoonstellingspaviljoens kenmerken zich tegenwoordig als hyperindividueel en opvallend. Deze paviljoens hebben een tijdelijke levensduur, na sluiting van de Het centrale thema van de Floriade 2012 luidt:”Be part of the theater of nature, get closer tentoonstelling wordt het gesloopt of krijgt het een tweede leven op een andere locatie. to the quality of life”. Deze slogan wordt gezien als een uitnodiging voor iedereen om deel te nemen aan de Floriade. De wereld “Education and innovation” waarin het paviljoen Het antwoord op de vraag:”Wat is een paviljoen?” bestaat uit kenmerkende elementen wordt geplaatst staat symbool voor hoe we naar de toekomst kijken en laat de noodzaak van tentoonstellingspaviljoens, nl: zien van leren en innoveren. De Floriade 2012 is er voor iedereen, tijdens en na de Floriade. 1. Openbaar toegankelijk Daarnaast wil regio Venlo de principes en doelstellingen van Cradle to Cradle hanteren • Heldere entree; voor de toekomstige gebiedsontwikkeling en gebruikt de Floriade 2012 hierbij als • Transparantie in het gevelbeeld om de interactie tussen bezoekers en voorbijgangers te bevorderen; wereldpodium. • Een aantrekkelijke plek om de interactie tussen de bezoekers te bevorderen. Stedenbouwkundige context 2. Autonoom De Floriade 2012 bestaat uit verschillende “werelden” welke zijn gescheiden door De kenmerkende elementen kunnen tevens een bijdrage leveren aan de totstandkoming uitgestrekte bossen. De werelden worden verbonden middels wandelpaden door de van een biologisch afbreekbaar en energiezuinig paviljoen, doormiddel van: bossen. De wereld “Education and innovation” is ingedeeld volgens een raster. Een raster is hier op

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 58 te vatten als een stelsel van kruiselings over elkaar liggende assen. De vlakken tussen de Nieuw Programma Van Eisen assen verschillen van oppervlakte. Haaks op het hoofdpad worden de bebouwde vlakken om en om afgewisseld met grasvelden. Een geordend stelsel van straten of paden leidt in principe tot een effectiever gebruik van het gebied. Een gebied waarvan we de ordening De relevante randvoorwaarden en uitgangspunten zijn in een logische set van eisen niet begrijpen laat ons immers verdwalen. omgezet. Het PVE zal verder worden vertaald in ontwerpvisies (het concept).

Randvoorwaarden en uitgangspunten Stedenbouwkundig Oppervlakte kavel: 623 m² De onderzoeksresultaten zijn vertaald naar een set randvoorwaarden en uitgangspunten. Bereikbaarheid (in- en uitritten): Vastgesteld in het Floriade plan De wensen van de opdrachtgever, de belangen van derden, maatschappelijke belangen Uitstraling: Natuur en techniek moeten gelijkwaardig en aspecten als haalbaarheid en uitvoerbaarheid zijn tevens meegenomen in de vertaling worden getoond. naar de randvoorwaarden en uitgangspunten. Voorzieningen: Mogelijkheid is aanwezig om het bouwwerk aan te sluiten op het gas, water en elektra. Daarnaast wordt gebruik gemaakt Techniek van watertoevoer d.m.v. regenwateropvang en composttoiletten. • Het paviljoen moet voldoen aan de eisen die gesteld zijn in het bouwbesluit 2003; Overige gebruikseisen: Levensduur van +/- 7 maanden in de periode • Organische materialen gebruiken zodat het paviljoen biologisch afbreekbaar is; april’12 tot oktober’12. Fundering op palen. • Het paviljoen moet zelfstandig regulerend zijn. Programma Esthetisch Functie: Activiteit Bruto vloer opp. • Meegaan in de kwaliteiten van de maatschappelijke context door middel van het Tentoonstellingsruimte Informatieverstrekking 200 m² gelijkwaardig tonen van de technologie en de natuur (natuur=techniek). Sanitaire ruimten Persoonlijke hygiëne 10 m²

• De openbare toegankelijkheid van het paviljoen versterken middels een heldere Prestatie-eisen entree, transparantie in het gevelbeeld en een aantrekkelijke plek; • Het paviljoen moet autonoom zijn. Entree Duidelijk aanwezig; bevorderen van de openbare toegankelijkheid. Biologisch afbreekbaar materiaalgebruik passend bij de ontwerpvisies. (Woon en leef-) milieu Tentoonstellingsruimte • Het ontwerp moet voldoen aan het PVE, opgesteld door Erutan; Oppervlakte van ongeveer 200 m². Sterke relatie binnen/buiten, natuur en techniek. Voldoende ruimte voor inrichting tentoonstelling. Effectieve route (lineair) t.b.v. • Het programma en de route op een effectieve manier inzetten zodat de dagelijkse doorstroom capaciteit van de 35.000 bezoekers per dag. Zelfstandig regulerend (koelen, 35.000 bezoekers vlekkeloos door het paviljoen worden geleid. verwarmen en ventileren). Geen aansluitingen op nutsvoorzieningen. Biologisch afbreekbaar materiaalgebruik passend bij de ontwerpvisies.

Sanitaire ruimten Voldoende capaciteit, 1 heren- en 1 dames composttoilet. Gezamenlijke voorportaal met mogelijkheid tot handenwassen, watertoevoer d.m.v. regenwateropvang met filter. Biologisch afbreekbaar materiaal gebruik passend bij de ontwerpvisies.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 59 Technische en Wettelijke eisen

• Het gehele paviljoen moet voldoen aan de Nederlandse regelgeving, het Bouwbesluit 2003. • De verblijfsruimten dienen zelfstandig te worden gereguleerd en worden niet aangesloten op de nutsvoorzieningen. • Het ontwerp moet voor zover mogelijk is van biologisch afbreekbaar materiaal worden opgebouwd (inclusief verbindingen), echter wanneer het bouwbesluit 2003 deze eis beperkt zal gekozen moeten worden voor het meest natuurlijke alternatief. • Demontabel paviljoen vanwege de korte levensduur.

Concept

Een concept is een gedachte of visie waar veel ontwerpbeslissingen aanvast hangen. Bij iedere beslissing worden de keuzes getoetst aan het concept zodat uiteindelijk alle deeloplossingen samenvallen en een antwoord vormen op het concept.

Part of Nature Afb. 79. | Referentie beeld Falling water (Frank Lloyd Wright) gebouw wordt onderdeel van de natuur dankzij de positionering, horizontale lijnen De relatie tussen de natuur en de technologie vormt de leidraad voor het afstudeerproject en materialen. en leidt tot het concept: “Part of Nature” [afb. 78.].

planten

voedselrijke grond planten resten dieren ontwerp

micro organismen Afb. 80. | Referentie beeld The Anthony Chapel (Jennings and McKee Architects) gebouw wordt onderdeel van de natuur vanwege het refereren naar de directe omgeving, de bomen, d.m.v. hoogte, materiaal, vorm en Afb. 78. | Concept schema; Het ontwerp wordt onderdeel van een biologische kringloop lichtinval.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 60 Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 61

3.0 Van concept naar ontwerp

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 62 3.1 Van Concept naar Ontwerp

De afstudeeropgave is geformuleerd door DAAD architecten en Aterlier D. Zij stellen ons de vraag een paviljoen te ontwerpen voor de Floriade 2012 met een C2C (Cradle to Cradle) ambitie. Wij gaan daarin een stap verder en willen het paviljoen zo ontwerpen zodat het volledig biologisch afbreekbaar is. Aan bouwkundigen en ontwerpers willen wij laten zien hoe er met biologisch afbreekbare materialen ontworpen en gebouwd kan worden binnen de regelgeving van het bouwbesluit.

Om onze manier van ontwerpen en bouwen op een overtuigende wijze te demonstreren hebben wij ervoor gekozen om het Mies van der Rohe paviljoen te Barcelona als uitgangspunt te nemen voor het ontwerp. Het Mies van der Rohe paviljoen, dat als architectonisch hoogtepunt van de Moderne Bouwkunst wordt beschouwd, zullen wij transformeren naar een gebouw dat biologisch afbreekbaar is. Het ontwerpen vanuit één referentiegebouw kan gezien worden als onze ontwerpmethodiek.

Tijdens de ontwerpfase vindt er een vertaalslag plaats van het concept naar een ruimtelijk ontwerp. In deze fase wordt onderzocht hoe natuurlijke principes kunnen worden toegepast op het Mies van der Rohe paviljoen. Het Mies van der Rohe paviljoen zullen wij transformeren aan de hand van de randvoorwaarden en uitgangspunten en het concept. De transformatie resulteert in een nieuw schets ontwerp (SO), het Floriade paviljoen. Het SO bestaat voornamelijk uit visuele beelden op schetsmatig niveau.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 63 Van Barcelona naar Venlo niet direct zichtbaar en is tegen de looprichting in geplaatst. Het Mies van der Rohe paviljoen was destijds een plek van rust en bezinning te midden van het onophoudelijke geschreeuw van de wereldtentoonstelling. Volgens ons PVE moet het Floriade paviljoen een openbaar Het “verplaatsen” van het Mies van der Rohe paviljoen van Barcelona naar het toegankelijk karakter hebben en daarom over een heldere entree beschikken. Erutan stelt Floriadeterrein te Venlo kan gezien worden als de eerste ontwerp stap. Het Mies van der namelijk haar product (biologisch afbreekbaar tapijt) tentoon voor het vergroten van de Rohe paviljoen te Barcelona is met afmetingen van zo´n 60 bij 25 meter een behoorlijk naamsbekendheid. Tevens wordt ook niet voldaan aan de in- en uitritten die de Floriade bouwwerk. Op het Floriade terrein te Venlo hebben wij de beschikking over een kavel van organisatie heeft vastgesteld. De kwaliteit van het programma blijft echter wel behouden, +/- 25 bij 25 meter. Wil het Mies van der Rohe paviljoen passen op de kavel dan dient het omdat enkel de schaal veranderd en niet de vorm. De elementen zijn hierdoor nog op gebouw verschaald te worden naar een passend formaat. dezelfde kwalitatieve wijze in de compositie opgenomen

Het opstellen van verschillende varianten en deze te beoordelen is een methode om tot Variant 3 een beargumenteerde ontwerpkeuze te komen. Onderzocht is hoe het paviljoen het beste verschaald en gesitueerd kan worden. Dit heeft geresulteerd in drie varianten. Bij het Het paviljoen is wederom in zijn totaliteit verschaald en een kwartslag gedraaid ten beoordelen van deze varianten is gelet op de openbare toegankelijkheid, de oriëntatie ten opzichte van variant 2 [afb. 83.]. De entree voldoet aan de eisen die wij ervoor hebben opzichte van de zon (t.b.v. de zelfregulerendheid van het paviljoen) en de kwaliteit van het opgesteld. Zoals duidelijke aanwezigheid ten behoeve van de toegankelijkheid en de programma. plaats ten opzichte van de in- en uitritten vastgesteld door de Floriade organisatie. Ook de oriëntatie ten opzichte van de zon is gunstig. De grote gevelopeningen zijn namelijk op het zuiden gericht. Net als bij variant 2 blijft de kwaliteit van het programma behouden, omdat N N N enkel de schaal veranderd en niet de vorm.

Keuze: Variant 3 Passend binnen de maatschappelijke context “Education en innovation” willen we ervoor zorgen dat de bezoekers bewust worden van het feit dat esthetisch verantwoorde gebouwen ook op een duurzame wijze gebouwd kunnen worden. Dit willen wij bereiken doormiddel van herkenning van het Mies van der Rohe paviljoen. Het Mies van der Rohe paviljoen wordt immers gezien als het architectonische hoogtepunt van de Moderne bouwkunst. Wanneer de vorm hetzelfde blijft en het paviljoen alleen wordt verschaald blijft de hoogwaardige kwaliteit van het programma en de compositie het beste behouden. Afb. 81. | Situatie variant 1 Afb. 82. | Situatie variant 2 Afb. 83. | Situatie variant 3 Volgens het PVE speelt de openbare toegankelijkheid van het paviljoen een belangrijke rol. Uit onderzoek is gebleken dat gebouwen goed zelfstandig kunnen reguleren met behulp [afb. 83.] Variant 1 van onder andere warmtestraling van de zon. Variant 3 heeft de voorkeur wanneer we de varianten toetsen op de plaats van entree, de oriëntatie ten opzichte van de zon en Het paviljoen vult de hele kavel [afb. 81.]. Er wordt optimaal gebruik gemaakt van de ruimte die de kwaliteit van het programma. beschikbaar is (623 m²). De entree is duidelijk aanwezig en op de juiste plaats gesitueerd. De gevelopeningen zijn gunstig georiënteerd ten opzichte van de zon. Het programma is echter dermate uit zijn verband getrokken dat het programma niet meer de kwaliteit bezit die het had. De verticale schijven benadrukken in het oorspronkelijke ontwerp de vorm van het rechthoekige gebouw. Bij deze verschaling verliezen de schijven de kwaliteit die ze hadden.

Variant 2 Het paviljoen is in zijn totaliteit verschaald en op dezelfde wijze benaderd als in Barcelona [afb. 82.]. Hierdoor oogt het paviljoen niet openbaar toegankelijk. De entree van het paviljoen is

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 64 Relaties tussen natuur en techniek techniek. De groenbedekking is als een huid die de techniek camoufleert [afb. 85.].

Het milieu raakt vervuild, het klimaat veranderd en de fossiele brandstoffen raken op. De Conclusie natuur gaat ten koste van de techniek. Wanneer er geen gedragsverandering gaat plaats Wanneer de natuur dominant is aan de technologie vinden zal ons nageslacht zich in de toekomst niet meer in hun eigen behoefte kunnen is de technologie duidelijk “part of nature”, maar voorzien. Het ontwerp van het Floriade paviljoen kan een bijdrage leveren aan deze echter wel met een onderdanige houding. noodzakelijke gedragsverandering. Wij willen de gebruiker bewust laten worden van het feit dat natuur en techniek goed samen gaan en dat deze bouw- en ontwerpmethode binnen de Nederlandse regelgeving past en esthetisch verantwoord is. Natuur < Techniek Een relatie waarbij de natuur wordt overheerst door In principe zijn er vier relaties tussen natuur en techniek te classificeren, nl: de techniek. Het gebruik van natuurlijke elementen ter decoratie of om contrast aan te brengen in de • Natuur > Techniek technologische omgeving [afb. 86.]. De natuur wordt • Natuur < Techniek opgenomen zonder enige visuele verbinding met • Natuur ≠ Techniek het grotere systeem waarvan het deel uit maakt. • Natuur = Techniek Afb. 86. | Groen gevel (Jesse Conclusie Koeckhoven) De vier relaties worden onderzocht zodat duidelijk De natuur is onderdeel van de techniek, “part of wordt hoe deze natuurlijke principes toegepast technology”, in plaats van dat de techniek onderdeel kunnen worden op een bouwwerk. Deze principes is van de natuur, “part of nature”. zouden toegepast kunnen worden zodat het paviljoen “part of nature” wordt. Natuur ≠ Techniek

Natuur > Techniek Het scheiden van natuur en techniek is waarschijnlijk de meest voorkomende relatie. Het geeft een Afb. 87. | Hind House, John Pardey De relatie waarbij de natuur dominant is aan duidelijk beeld van de huidige relatie tussen natuur Architects de techniek kan onderverdeeld worden in twee en techniek. aspecten. Namelijk de natuurlijke dominantie, Afb. 84. | Gebouw in verval (bron: waarbij de natuur het vermogen heeft om de Peter Larson & Bleu Design) Natuur en techniek kunnen op verschillende manieren van elkaar worden gescheiden . Een technische producten af te breken. En camouflage, voorbeeld is het gebouw optillen boven het maaiveld zodat de natuur ongehinderd door waarbij de natuur de techniek camoufleert. kan gaan [afb. 87.].

Gebouwen zullen, wanneer ze niet worden Conclusie onderhouden, bezwijken onder de kracht van de Het gebouw, of de techniek, is duidelijk geen “part of nature”. De techniek staat helemaal natuur zoals de weersinvloeden (regen, wind en los van de natuur. temperatuur) [afb. 84.] ongedierte en begroeiing. Het gebouw is in zekere zin een onderdeel van de natuur en daarbij ook een onderdeel van een Natuur = Techniek biologische kringloop. Bij de relatie natuur is techniek gaat het erom dat de natuur en techniek als twee gelijkwaardigen worden getoond. Groengevels kunnen naast de decoratieve functie Afb. 85. | Groengevel, Sportplaza Hieronder volgt een lijst met aandachtspunten. De aandachtspunten kunnen tevens met ook gezien worden als een bedekking van de Mercator (Venhoeven CS) elkaar worden gecombineerd waardoor de natuur en techniek gelijk aan elkaar zijn. Naast

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 65 deze aandachtspunten heeft ook het gevoel, de intuïtie, invloed op de gelijkheid van de The Anthony Chapel, Jennings and McKee Architects natuur en techniek. Bij de Anthony kathedraal is prominent gebruik gemaakt van hout wat verwijst naar het omliggende bos [afb. 89]. De houten constructie is gelijk in vorm en omvang Aandachtspunten: als de omringende bomen. De transparantie helpt ons • Gebruik van natuurlijke materialen welke minimaal zijn bewerkt. een connectie te maken tussen de houten wanden • Gebruik van natuurlijke materialen welke wel zijn bewerkt. Echter is dit minder sterk en dakstructuur met de omringende boomstammen als de voorgaande, omdat het de natuurlijke vorm minder wordt gerespecteerd. en -kruinen. Daarnaast zorgt het lichtinval voor een • We zouden ons altijd moeten afvragen in hoeverre we de kwaliteiten van de natuurlijke natuurlijke sfeer. De bomen filteren het zonlicht en materialen respecteren en deze in hun waarde laten. het kunstmatige licht is laag gehouden zodat het niet • Balans tussen natuur en technologie. Natuur en techniek zijn gescheiden. De natuur kan zijn zoals het wil zijn en de technologie respecteert dit zonder zijn eigen systeem interfreert met het zonlicht. teniet te doen. • De technologie plaatsen in de natuurlijke omgevingscyclus. We weten waar de Het Floriade paviljoen: Part of Nature materialen vandaan komen en hoe ze veranderen binnen het natuurlijke systeem. • De gewoonlijke aandachtspunten zoals ritme, transparantie, symmetrie, schaal, De natuurlijke principes, verkregen uit het verkennend proportie, kleur etc. zijn in harmonie met de natuur uit de omgeving. Creëert de onderzoek, kunnen volgens onderstaande natuur zulke ritmes, wat is de schaal van het object, bevat de omgeving verticale of aandachtspunten toegepast worden op het Floriade horizontale elementen etc. Afb. 89. | The Anthony Chapel, paviljoen zodat het paviljoen “Part of Nature” wordt. Jennings and McKee Architects • Licht heeft het vermogen om de gemoedstoestand te beïnvloeden. Licht valt in de natuur nooit op een uniforme wijze. Het licht wordt gefilterd door de wolken en bomen • Gebruik van natuurlijke materialen; en we verplaatsen ons van direct licht naar schaduw. Daarbij veranderd de kwaliteit • De technologie plaatsen in de natuurlijke omgevingscyclus; van het licht door de stand van de zon. De techniek kan hierdoor gelijk worden aan • Gewoonlijke aandachtspunten zoals ritme, transparantie, symmetrie, schaal, de natuur door deze kwaliteiten te integreren in de techniek, waardoor het tevens de proportie en kleur in harmonie met de natuur. persoonlijke connectie bevorderd. In het PVE zijn eisen gesteld met betrekking op het materiaal gebruik [hoofdstuk 2.5. p. 62]. Het Conclusie paviljoen dient te worden opgebouwd uit materialen welke biologisch afbreekbaar zijn. Dit Bij de relatie natuur is techniek wordt de techniek opgenomen in de natuur, en andersom betekend dat we alleen gebruik maken van natuurlijke (organische) materialen. Het feit dat wordt de natuur opgenomen in de techniek. Het gebouw is “part of nature” en daarbij zijn er alleen gebruik wordt gemaakt van biologisch afbreekbare materialen betekent dat het de natuur en techniek ook in harmonie met elkaar. paviljoen in een biologische kringloop (natuurlijke omgevingscyclus) wordt geplaatst. Het ontwerp neemt grondstoffen uit de natuur, maar geeft deze uiteindelijk ook weer terug.

Referenties Natuur = Techniek Bij de referentiebeelden, waar de natuur en techniek als twee gelijkwaardigen worden Falling Water, Frank Lloyd Wright getoond, zijn de gewoonlijke aandachtspunten van een ontwerp (ritme, transparantie, Dankzij de situering op de rivier wordt etc.) in harmonie met de natuur. Ook bij het Floriade paviljoen is getracht de gewoonlijke het gebouw een actief onderdeel van het aandachtspunten in harmonie met de natuur te brengen. Het Floriade terrein is opgedeeld [hoofdstuk 2.4, landschap [afb. 88.]. In plaats van dat de mens in verschillende werelden welke worden gescheiden door uitgestrekte bossen p.54] toekijkt wordt de mens verbonden met de . De bossen zien wij hierbij als natuur waarmee het gebouw in harmonie zou kunnen natuur. Falling water is opgebouwd uit steen, zijn. Om de connectie te kunnen maken tussen het paviljoen en de bossen plaatsen we in een natuurlijk materiaal uit de omgeving. De en rondom het paviljoen bomen. vorm, proportie en de schaal is in harmonie met de natuur. De horizontale lijnen uit het Waar Mies van der Rohe een kunstmatige vijver had bedacht [afb. 93. & 94.], creëren wij een landschap (plateaus) zijn ook ingezet in het natuurlijke ruimte, gevormd door bomen en planten die refereren naar de omliggende gebouw (de horizontale schijven). Dankzij bossen [afb. 90. - 92.]. deze eigenschappen geeft het gebouw een gevoel van “part of nature”. Afb. 88. | Falling Water, Frank Lloyd Wright

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 66 Afb. 93. | Mies van der Rohe paviljoen vanuit de tentoonstellingsruimte binnen

Afb. 91. | Impressie Floriade paviljoen vanuit de tentoonstellingsruimte binnen

Afb. 92. | Impressie Floriade paviljoen vanaf Afb. 90. | Natuurlijke ruimte gevormd door bomen de entree Afb. 94. | Mies van der Rohe paviljoen vanaf de entree

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 67 De kleinere buitenruimte met tomatenplanten ingericht. Erutan, de opdrachtgever van drempel vormt en welke het beste past bij het gebouw in zijn totaliteit. We hebben gekozen het paviljoen, produceert tapijten welke volledig terug te geven zijn aan de natuur. Het voor een sokkel van 500 mm hoog. Deze hoogte past qua proporties goed bij het totaal. substraat dat overblijft wordt gebruikt voor de productie van tomatenplanten. Het gehele Daarnaast ontstaat er geen fysieke drempel [afb. 93.]. paviljoen kan gezien worden als voedsel voor de natuur (met name voor micro-organismen) vanwege het gebruik van biologisch afbreekbare materialen. Door het toevoegen van Entree tomatenplanten wordt het ontwerp ook een beetje voedsel voor de mens. Een entree kan gezien worden als een element dat de bewustwording van het bewegen van de ene ruimte naar de andere versterkt. Een duidelijke entree benadrukt de plek van Voorgaande handelingen hebben de natuur naar de techniek gebracht. Echter kunnen binnenkomst en bevorderd daardoor de toegankelijkheid [hoofdstuk 1.0, p.100]. Het paviljoen is de natuurlijke principes (natuurlijke grondstoffen en natuurlijke systemen) ook verwijzen gunstig ontsloten, met de entree haaks op de weg gericht [afb 83.]. De aanwezigheid van de naar de natuur. Dit kan doormiddel van de keuze in het materiaalgebruik, bijvoorbeeld het entree wordt in het originele ontwerp echter nog niet optimaal benadrukt. Het opstellen gebruik van hout en verticale lijnen welke verwijzen naar de omringende bomen. van varianten en deze beoordelen is een methode die wij hebben gehanteerd om tot een keuze te komen. Openbaar toegankelijkheid Onderzocht is hoe de entree benadrukt moet worden en welke elementen hiervoor inzetbaar zijn. Dit deelonderzoekje resulteert in een aantal varianten [afb. 95. - 100.]. Bij het Autonoom beoordelen van de varianten is gelet op de mate van toegankelijkheid, passend binnen de Paviljoens kenmerken zich als autonome en openbaar toegankelijke gebouwen [hoofdstuk 2.2, kwaliteiten van het geheel. p.36]. Het Mies van der Rohe paviljoen is onder andere autonoom, omdat het geplaatst is op een sokkel. De hoogte van de sokkel heeft ook invloed op de mate van toegankelijkheid. Entree’s kunnen als volgt worden vormgegeven: eenvoudig als een opening in een Een te hoge sokkel kan een drempel vormen, letterlijk en figuurlijk. scheiding, met een toevoeging voor de opening of een verzonken entree waarbij een Aan de hand van drie varianten is beoordeeld welke van de drie het minst een fysieke ruimte uit het totaal volume is gehaald. Kenmerkend voor het Mies van der Rohe paviljoen zijn de vloeiende overgangen tussen de ruimten. Wanneer een element aan de entree wordt toegevoegd resulteert dit al snel in een “toegangspoort”. Een poort past niet bij het gebouw, omdat het een duidelijke scheiding vormt tussen binnen en buiten. Daardoor verloopt de overgang, tussen binnen en buiten, bij het binnentreden niet meer vloeiend. Om de vloeiende overgang te waarborgen zijn met de aanwezige elementen drie andere varianten opgesteld [afb. 98. - 100.]. We hebben gekozen om de trap én het muurtje uit te rekken naar de rooilijn toe [afb. 100.]. De trap zal uiteindelijk een hellingbaan worden in verband met de toegankelijkheid voor minder validen. Dankzij het verlengen van de entree verloopt de overgang tussen buiten (de natuur) en binnen (het gebouw) nog geleidelijker.

Afb. 95. | Entree variant 1 Afb. 96. | Entree variant 2 Afb. 97. | Entree variant 3

Afb. 93. | Varianten t.b.v. de sokkel Afb. 98. | Entree variant 4 Afb. 99. | Entree variant 5 Afb. 100. | Entree variant

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 68 Transparantie in het gevelbeeld Transparantie in het gevelbeeld bevorderd de visuele continuïteit en de interactie tussen binnen en buiten [hoofdstuk 2.3, p.36.]. Ook het Mies van der Rohe paviljoen heeft een transparant gevelbeeld. Aangezien het Floriade paviljoen een kwartslag gedraaid is wordt het Floriade paviljoen vanaf een andere kant benaderd [afb. 101.]. Om ervoor te zorgen dat het Floriade paviljoen vanaf deze zijde ook transparant is vindt er een ingreep plaats in de voorgevel.

Afb. 102. | Zijgevel Mies van der Rohe van binnen uit

Afb. 103. | Transparantie gevelbeeld: Variant 1

Afb. 101. | Transparantie in het gevelbeeld

Net als bij voorgaande vraagstukken is ook hier aan de hand van verschillende varianten een beargumenteerde keuze gemaakt [afb 103. - 105.]. Bij alle varianten zijn de openingen Afb. 104. | Transparantie gevelbeeld: Variant 2 uitgelijnd met de verticale schijven in het paviljoen. Niet alleen het aanzicht vanaf buiten is belangrijk maar ook van binnen uit. De ruimte achter de voorgevel is een buitenruimte [afb. 102.]. De schijven die vanuit de verblijfsruimte zijn doorgetrokken zoals het dakschijf en de vloer en de omsloten wanden geven een de buitenruimte een besloten gevoel. Bij variant 1 is de hele voorgevel weggelaten [afb. 103.]. Vanaf buiten wordt het gebouw erg transparant, maar van binnen uit is het besloten gevoel verdwenen. Bij variant 2 is een stuk uit de voorgevel gehaald, een schijf als het ware [afb. 104.]. Deze variant maakt het gebouw vanaf buiten welliswaar minder transparant dan variant 1 deed, maar het besloten gevoel is echter wel in stand gehouden. Variant 3 is vergelijkbaar met variant 2 [afb. 105.], echter past dit niet bij de rest van het paviljoen. De openingen in de rest het paviljoen zijn namelijk volledige glazen schijven, en worden niet ingekaderd. Afb. 105. | Transparantiegevelbeeld: Variant 3

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 69 Biologisch afbreekbare materialen

Belangrijk is hoe de biologisch afbreekbare materialen toegepast worden op het Floriade paviljoen zodat het “part of nature” is. Om ervoor te zorgen dat het Floriade paviljoen “part of nature” wordt materialiseren we het gebouw, de techniek, met hout zodat er een duidelijk verband wordt gelegd tussen de bomen en het omringende bos, de natuur.

Het Floriade paviljoen zal op een demonstratieve wijze worden gematerialiseerd. Vanuit de eisen die aan de scheidingsonderdelen worden gesteld, zoals: bouwfysische eisen, bescherming tegen weersinvloeden (regen, wind en zon), (bouw)technische eisen en brandveiligheid. Deze methode van materialiseren laat men bewust worden van de functies die elk onderdeel heeft, als geheel en in detail. Een dakoverstek bijvoorbeeld heeft niet alleen een esthetische functie maar beschermd de gevel ook tegen zon en regen. Hierdoor hoeven sommige geveldelen niet te worden bekleed met een materiaal die de scheidingsconstructie beschermt tegen regenwater. Ook in de details laten we zien hoe het gebouw is opgebouwd, passend binnen de Nederlandse regelgeving.

Van Barcelona naar Venlo

Afb. 106. | Sfeercollage materialen Floriade paviljoen

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 70 Afb. 107. | Van Barcelona naar Venlo 001a Afb. 108. | Van Barcelona naar Venlo 001b

Afb. 109. | Van Barcelona naar Venlo 001c Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 71 Afb. 111. | Van Barcelona naar Venlo 002b Afb. 110. | Van Barcelona naar Venlo 002a

Afb. 112. | Van Barcelona naar Venlo 002c Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 72 Afb. 113. | Van Barcelona naar Venlo 003a

Afb. 114. | Van Barcelona naar Venlo 003b Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 73 Afb. 115. | Van Barcelona naar Venlo 004a Afb. 116. | Van Barcelona naar Venlo 004b

Afb. 117. | Van Barcelona naar Venlo 004c Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 74 Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 75

4.0 Van ontwerp naar bouwtechnische uitwerking

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 76 4.1 Schets ontwerp (SO)

Van concept tot ontwerp heeft geresulteerd in een Schets Ontwerp (SO) [afb. 118.]. Vanuit het SO is een concept draagconstructie en een concept bouwfysische installaties en systemen opgesteld. Vanuit deze twee concepten en de multicriteria analyse van de biologisch afbreekbare materialen hebben we bewuste keuzes kunnen maken met betrekking tot het materiaal gebruik. Na de materiaal keuzes gemaakt te hebben is het Floriade paviljoen getoetst op brandveiligheid. Na dat het paviljoen deze handelingen is ondergaan, is het paviljoen uitgewerkt tot een definitief ontwerp. Wat resulteert in een set definitieve ontwerp (DO) tekeningen.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 77 Afb. 118. | SO plattegrond Floriade Paviljoen Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 78 4.2 Concept draagconstructie

Afb. 119. | Isometrie draagconstructie

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 79 Het paviljoen bestaat in principe uit bouwdelen welke verbonden worden door Om het Floriade paviljoen stabiel te krijgen hebben wij gebruik gemaakt van de laatste vlonders. Deze bouwdelen beschouwen we als het bouwwerk, hiervoor hebben wij een twee oplossingen. Hout kan zowel trek als druk krachten opvangen, daarom zijn er tussen concept voor de draagconstructie opgesteld. De vlonderdelen beschouwen we los van een aantal kolommen houten schoren toegepast ten behoeve van de stabiliteit van het de draagconstructie [afb. | 120.]. bouwwerk. Deze schoren zullen ook vervaardig worden uit Europees naaldhout. Door de inklemming van de vloer- en dakliggers functioneren de vloer en het dak als schijven welke zorgen voor stabiliteit van Fundering het bouwwerk. Met deze ingrepen is het bouwwerk stabiel [afb. 120.]. Het bouwwerk wordt gefundeerd middels een paalfundering vervaardigd uit Larikshout. Tegenwoordig worden er in Nederland geen houten paalfunderingen zonder betonnen opzetstuk meer gebruikt. Wegens desastreuze gevolgen door de mogelijke Afwerking schimmelaantasting van het hout. Wij willen wel een houten paalfundering zonder Normaliter wordt er, om te betonnen opzetstuk toepassen, wegens de biologisch afbreekbare eis die wij aan de voorkomen dat er vocht in een 5 materialen stellen. Larikshout kan gezien duurzaamheid vergeleken worden met tropische houtconstructie trekt, een bodem houtsoorten, gezien de kenmerken van Lariks is deze houtsoort goed in staat om zeven afsluiting van beton toegepast. maanden als paalfundering te functioneren. Om te voorkomende dat de constructie rotten gaat wordt, Constructie waar noodzakelijk, de constructie De vloerliggers, dakliggers en kolommen worden vervaardig uit Larikshout. Larikshout is bewerkt met houtteer. Tevens een veel gebruikte houtsoort voor constructies van bouwwerken in Nederland. Tevens is kan de vloer- en dakconstructie naaldhout gezien zijn hardheid een duurzame houtsoort, deze houtsoort is te verschelijken van het paviljoen voldoende met de zeer duurzame tropische houtsoorten. Europees Lariks groeit in Nederland, dat is ventileren om de relatieve een groot voordeel gezien emissies. Bij transport van het Larikshout komen er veel minder vochtigheid laag te houden. emissies vrij dan al zou er een tropische houtsoort gebruikt worden. Daarnaast is Larikshout Houtteer is een organisch 2 ook redelijk goed bewerkbaar. Voor de afmetingen van de liggers en kolommen in de materiaal wat onstaat door het isometrie [afb. 119.] hebben wij vuistregels gehanteerd. De exacte afmetingen zijn volgens verhitten van een plantaardig opgave constructeur. materiaal. 1. Funderingspaal, Larikshout 2. Funderingsbalk, Larikshout Detail 3. Vloerligger, Larikshout 4. Kolom, Larikshout Aangezien wij het paviljoen volledig biologisch afbreekbaar ontwerpen, hebben wij 5. Dakligger, Larikshout [afb. 121.] gekozen om de constructie onderdelen in te klemmen . Hierdoor wordt er geen 6. Dakligger, Larikshout gebruik gemaakt van (stalen) bevestigingsmiddelen en hulpstukken. Liggers, kolommen en funderingspalen worden aan elkaar verbonden doormiddel van houten deuvels. Afb. 121. | Detail draagconstructie Stabiliteit Wanneer een bouwwerk niet stabiel is zal het bezwijken. Zowel alle constructie onderdelen als het geheel van alle constructie onderdelen dienen stabiel te zijn. Echter de stabiliteit vlonders van constructieonderdelen levert vrijwel geen problemen, daarentegen levert de stabiliteit van het geheel vaak meer problemen op. Er kunnen verschillende oplossingen bedacht bouwdelen worden om een bouwwerk stabiel te krijgen, deze mogelijkheden zijn te onderscheiden in vier oplossingen; momentvaste verbindingen kolommen of wanden met fundering, schoren momentvaste verbindingen kolommen of wanden met liggers of vloeren, verstijven wanden of vloeren tot schijven en aanbrengen diagonalen tussen kolommen en liggers. Afb. 120. | Draagconstructie, vlonders en schoren

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 80 Uit de tabel kunnen we opmaken dat de temperatuur in Limburg gedurende de Floriade 4.3 Concept fysische systemen en tussen de 4 en 21 graden Celsius ligt. Bezoekers zullen binnen 5 minuten door het paviljoen worden geleid. Ondanks de korte verblijfstijd is een behaaglijk binnenklimaat wel gewenst. Factoren zoals temperatuur, installaties ventilatie en luchtvochtigheid moeten op elkaar worden afgestemd willen we een binnenklimaat als behaaglijk ervaren.

Naast het toepassen van biologisch afbreekbare materialen, passend binnen de Fysische grens Nederlandse regelgeving en esthetisch verantwoord, leveren wij een concept voor de fysische systemen en installaties. Dit concept kan als bijproduct voor ons afstuderen Het Floriade paviljoen bestaat uit drie componenten: de tentoonstellingsruimte gezien worden. binnen, de tentoonstellingsruimte buiten en de sanitaire voorzieningen. De fysische grens ligt op de grens tussen binnen en buiten. Enkel voor de sanitaire voorzieningen In de huidige Nederlandse bouwwereld worden vaak installaties toegepast voor en de tentoonstellingsruimte binnen wordt een concept opgesteld voor de regulering het reguleren van een gebouw. Echter moet het Floriade paviljoen volgens het doormiddel van natuurlijke systemen en processen [afb. 122.]. PVE zelfstandig reguleren. Zelfstandig reguleren houdt in dat het paviljoen zonder installaties verwarmd, gekoeld en geventileerd wordt.

Het bouwfysisch concept bevat kennis van natuurlijke systemen en processen zoals  koelen, verwamen en ventileren geprojecteerd op het Floriade paviljoen.

Aangenaam binnenklimaat Vooraf dient het klimaat waarin het gebouw wordt gesitueerd te worden vastgesteld.  Aan een gebouw in een tropischklimaat worden immers andere eisen gesteld dan aan een  gebouw in een zeeklimaat. Het Floriade paviljoen wordt gebouwd in Venlo en is van april’12 tot oktober’12 in gebruik. Nederland kent een gematigd zeeklimaat met relatief milde winters, milde zomers en neerslag gedurende het hele jaar. Venlo ligt in het noorden van Limburg. Limburg is  de provincie met de meeste zonnen uren in de zomer en heeft de hoogste gemiddelde temperatuur van Nederland [tabel 7.].    gem. max. gem. min. gem. aantal gem. dagen gem. aantal Afb. 122. | Overzicht het Floriade paviljoen t.b.v. bouwfysica temperatuur temperatuur uren zon p. neerslag p. mm. neerslag °C °C dag maand p. maand Verwarming April 12 4 5 20 31-60 Mei 16 8 7 19 31-60 Om een aangename binnentemperatuur Juni 18 11 6 20 61-100 te kunnen waarborgen is de langsgevel op het zuiden georiënteerd, zodat de grootstOPDRACHTGEVER Juli 21 13 7 19 61-100 Hanzehogeschool Groningen mogelijke oppervlakte door de zon kanAcademie voor ABC - Bouwkunde Augustus 21 13 7 20 61-100 [afb. 123.] worden verwarmd . PROJECT THEMA 4.3 en 4.4 - Afstuderen; Projectteam: Willemke Snijders & Inge Dijkstra September 18 11 5 22 61-100 Cradle 2 Cradle & Biomimicry - Het Floriade Paviljoen Oktober 14 7 4 23 61-100 ONDERDEEL Detail 01 - ... Tabel 7. | Klimaatcijfers van Limburg Aanzichten/plattegronden etc. TEKENINGNUMMER Afb. 123. | Situatie B001 Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 81 De grote gevelopeningen van het paviljoen zijn op het zuiden georiënteerd zodat de zorgt naast brandveiligheid ook voor een tijdvertraging van het opwarmeffect. ruimten worden verwarmd doormiddel van warmtestraling van de zon. De noordgevel is gesloten zodat de koude lucht geweerd wordt [afb. 125.]. Op het warmste moment van de dag, wanneer de zon hoog aan de hemel staat, zorgen de grote overstekken voor zonwering [afb. 124]. Tevens wordt de gevel, dankzij de overstekken, beschermd tegen regenval.

Afb. 126. | Opwarmeffect: warmte straling naar de ruimte

Ventilatie Afb. 124. | Overstek t.b.v. zonwering Afb. 125. | Zuidgevel is open, Noordgevel gesloten Ventileren is het vervangen van de oude lucht in een ruimte door verse lucht. Ventilatie is Bij een goed geïsoleerd gebouw lekt er geen warmte van binnen naar buiten of andersom. noodzakelijk voor een gezond binnenklimaat. De hoeveelheid te verversen lucht hangt af Hierdoor blijven de ruimten in de winter warm en in de zomer koel. Daarbij zorgt een van de gebruiksfunctie en de oppervlakte van de ruimte. goede isolatie voor het beperken van het energieverbruik, omdat er minder energie wordt verbruikt voor het verwarmen of koelen van de ruimten. Het isolerend vermogen hangt af van de warmteweerstand van de totale constructie, de Rc-waarde. Het Bouwbesluit 2003 Een ruimte kan op een natuurlijke en mechanische wijze worden geventileerd. Om te eist voor niet-permante gebouwen een minimale Rc-waarde van 1,33 m².K/W. voldoen aan het PVE zal het Floriade paviljoen op een natuurlijke wijze worden geventileerd. Niet alleen het gebouw zelf maar ook de omliggende objecten zoals planten en bomen hebben invloed op de luchtstroom. Dankzij de bomen daalt en koelt de aangevoerde lucht Om te voorkomen dat de temperatuur in het Floriade paviljoen tijdens warme periodes te om vervolgens de verblijfsruimten van het paviljoen in te stromen [afb. 127.]. hoog wordt hebben wij ervoor gekozen om een Rc-waarde van +/- 4,0 m².K/W te hanteren. Hoe hoger de Rc-waarde hoe minder warmtetransport er plaats vindt.

De Rc-waarde wordt verkregen door de warmteweerstanden van de materialen, waaruit de constructie is opgebouwd, bij elkaar op te tellen. De warmteweerstand van een materiaal wordt de Rd-waarde genoemd. De Rd-waarde wordt berekend aan de hand van de dikte in meters en de lambda-waarde in m².K/W.

[bijlage 6.] De scheidingsconstructies hebben de volgende Rc-waarden (voor berekening zie ): Afb. 127. | Luchtstroom daalt en wordt gekoeld dankzij de bomen • Begane grondvloer: 3,9 m².K/W • Wanden: 7,9 m².K/W Condensatie • Dak: 4,1 m².K/W Lucht bevat een bepaalde hoeveelheid waterdamp. Hoe warmer de lucht, des te meer Bij een buitentemperatuur van 25°C kan de temperatuur op een plat dak oplopen tot waterdamp het bevat. Bij daling van de luchttemperatuur kan, wanneer de waterdampdruk zo’n 80°C. De warmte van het dak zal de onderliggende ruimte sterk verwarmen, het gelijk blijft, de relatieve vochtigheid 100% worden. Bij 100% relatieve vochtigheid treedt zogenaamde opwarmeffect [afb. 126.]. Op het dak zit een ballastlaag van grind zodat bij condensatie op. Naast condensatie in een ruimte kan ook in de constructie condensatie aanraking met vliegvuur er op het dak geen brand ontstaat. De massa van het grindpakket optreden. We spreken dan over inwendige condensatie.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 82 Als de dampspanning binnen hoger is dan buiten vindt er door de scheidingsconstructie van binnen naar buiten damptransport plaats. De hoeveelheid damp dat van binnen naar buiten diffundeert is afhankelijk van de dampdiffusieweerstand van de scheidingsconstructie. De dampdiffusieweerstand wordt bepaald door de structuur van de toegepaste materialen en invloeden van naden tussen de materiaaldelen.

Inwendige condensatie hoeft niet erg te zijn mits de hoeveelheid inwendige condensatie niet te hoog is, de constructie jaarlijks kan drogen en voldoende wordt geventileerd. Wanneer de constructie niet jaarlijks kan drogen of wanneer er onvoldoende wordt geventileerd is er sprake van cumulatieve vochtopbouw. Cumulatieve vochtopbouw kan leiden tot het verzadigen van bijvoorbeeld de dakconstructie.

Het Floriade paviljoen heeft een dampopen constructie. Dat wil zeggen dat er geen dampremmende lagen of materialen met een hoge dampdiffusieweerstand zijn toegepast. Het kan zijn dat hierdoor in de constructie van het Floriade paviljoen (vloer, wanden en dak) in beperkte mate condensatie optreedt. Echter is dat geen probleem gezien voldoende ventilatie mogelijkheden. Daarnaast zal er geen sprake zijn van cumulatieve vochtopbouw, omdat het paviljoen maximaal 7 maanden blijft staan. Tevens is het gebouw in de warme Afb. 128. | Dakdetail: ventilatiestroom t.b.v. inwendige condensatie periode van het jaar (april’12 tot oktober’12) in gebruik, waardoor de constructie voldoende kan drogen.

Het ventileren met de buitenlucht heeft invloed op de mate van de waterdampspanning in ruimten en constructies. Het paviljoen en constructieonderdelen, zoals de beganegrondvloer en het dak, worden zo goed mogelijk geventileerd zodat de waterdamp kan worden afgevoerd [afb.128. & 129.].

De wandconstructie heeft een erg hoge Rc-waarde van 7,9 m².K/W. Vanwege deze hoge isolatiewaarde en het voorkomen van koudebruggen zal er vrijwel geen condensvorming in de constructie optreden. De wandconstructie is dampopen gematerialiseerd zodat eventueel binnendringend vocht doormiddel van diffusie voldoende kan ontsnappen.

Afb. 129. | Vloerdetail: Ventilatiestroom t.b.v. optrekkend vocht uit de grond

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 83 Installaties van regenwater zal worden aangesloten op de gezamenlijke wastafel in het Floriade paviljoen. Een pomp is niet nodig wanneer de tanks onder Gezien het concept voor de zelfregulerendheid van het gebouw zijn er geen installaties het dak worden geïnstalleerd en boven de ruimte nodig om het gebouw te verwarmen, te koelen en te ventileren. Het bouwbesluit waar water wordt getapt. Echter worden de stelt geen eisen aan voorzieningen van het gebouw voor gas en elektra. Wel moet er tanks bij het Floriade paviljoen onder de grond volgens het bouwbesluit een mogelijkheid zijn om het gebouw op het gas en elektra geplaatst om te voorkomen dat de tanks in het net aan te sluiten. Wij weten echter niet of deze mogelijkheid aanwezig is aangezien zicht zijn. Wanneer de tanks onder het niveau de Floriade paviljoens, volgens de Floriade organisatie, niet aan het bouwbesluit van de wastafels worden geplaatst dienen er Afb. 132. | Principe watertoevoer hoeven te voldoen. ook pompen te worden geïnstalleerd. Alvorens d.m.v. regenwateropvang het water getapt kan worden moet het water worden gefilterd[afb. 132.]. Sanitair Het regenwater wordt getransporteerd door waterleidingen. Tegenwoordig zijn Het ontwerp van het Floriade paviljoen bevat twee toiletten en een gezamenlijke waterleidingen veelal uit PVC vervaardigd. wastafel. Omdat het bouwbesluit eisen stelt de aanwezigheid van sanitaire PVC is een stof welke kunstmatig is verkregen. voorzieningen zullen wij hiervoor een Dankzij de bamboe watertuimelaar [afb.133.] zijn we duurzame optie geven. op het idee gekomen om de waterleidingen van bamboe te maken. Zodat zelfs de waterleidingen Composttoilet biologisch afbreekbaar zijn. De composttoilet wordt niet op het riool Er gaat weinig energie verloren aan de bewerking aangesloten en werkt geheel zonder van het materiaal, omdat het van nature een water. Bij een composttoilet wordt gebruik holle stengel is. gemaakt van biologische processen om de uitwerpselen om te zetten naar organisch Wanneer een gesloten waterleidingnet gewenst compost. Het composteren vindt plaats in is kunnen de bamboe onderdelen waterdicht aan de toilet. De urine en ontlasting kunnen op elkaar worden verbonden doormiddel van leer. verschillende manieren van elkaar worden Stukken leer worden door middel van touw strak gescheiden. De ontlasting moet worden om de bamboe onderdelen gebonden. afgedekt met hennep of stro voor de Afb. 130. | Composttoilet absorbtie van vocht en het tegengaan van Afb. 133. | Bamboe watertuimelaar: stank en insecten. Bij eenvoudige modellen Hemelwaterafvoer inspiratie voor waterleidingen wordt het compost handmatig gemengd. De luxere modellen gebruiken elektriciteit Het hemelwater dat op het dak terecht komt kan gebruikt worden voor de watertoevoer voor het mengen van de compost, het van het paviljoen. verdampen van urine en het ventileren van de tank [afb. 130. en 131.]. Een belangrijke reden om De vlonderdelen buiten koppelen de verblijfsruimten en maken het paviljoen één geheel. te kiezen voor een composttoilet is dat de Om te voorkomen dat onder de vlonderdelen water blijft staan zal een drainage moeten gebruikers geen vervuild water willen lozen. worden aangelegd. Een drainage voert overtollig grond- en oppervlakte water af. De drain pijpen moeten op een regelmatige afstand van elkaar (4 á 5 meter) in de grond worden Water gelegd. De diepte is afhankelijk van de grondsoort en moet op afschot gelegd worden. In Nederland regent het gedurende het hele De drain pijpen worden doormiddel van een verzameldrain op het hemelwaterafvoer jaar door. Dit regenwater kan ook nuttig aangesloten. gebruikt worden. Het regenwater wordt opgeslagen in tanks. Afb. 131. | Luxe composttoilet, Het systeem ten behoeve van het opvangen model: Villa

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 84 4.4 Motivatie materiaalkeuze Materialen

De materiaalkeuzes zijn gemaakt op basis van eisen die het bouwbesluit aan een Constructie tijdelijk paviljoen stelt en de biologisch afbreekbare eis die wij aan de materialen Bouwbesluit eisen 1. Een bestaand bouwwerk heeft een bouwconstructie die stellen. Middels de opgestelde multicriteria analyse hebben wij bewuste materiaal gedurende de in NEN 6700 bedoelde referentieperiode keuzes kunnen maken [bijlage 4. & 5.]. De gekozen materialen worden met motivatie en voldoende bestand is tegen de daarop werkende krachten. bouwbesluiteisen, welke invloed hebben gehad op de materiaalkeuze, per constructie 2. Een uiterste grenstoestand van een bouwconstructie onderdeel weergegeven in tabellen. Het Floriade paviljoen is een tijdelijk paviljoen waarvan het bezwijken leidt tot het onbruikbaar worden van wat ongeveer zeven maanden zal blijven staan. Daarom hebben wij er voor gekozen een rookvrije vluchtroute, wordt gedurende 20 minuten niet de demontabelheid van het paviljoen mee te nemen in de materiaalkeuzes en overschreden bij de volgens NEN 6702 bepaalde bijzondere verbindingen. Naast de motivatie van de materiaalkeuzes, worden er isometrieën belastingscombinaties die kunnen optreden bij brand. van details gegeven om te laten zien hoe architectonische principes, vervaardigd uit biologisch afbreekbare materialen,tot hun recht komen in de detaillering. Gekozen materiaal Naaldhout, lariks Motivatie De bouwbesluit eisen die aan een constructie gesteld worden oefenen niet direct invloed uit op de materiaal keuze. Om aan de Bouwbesluit eisen welke aan de constructie gesteld worden: eisen van het bouwbesluit te voldoen bepaalt de constructeur de 1. Een bestaand bouwwerk heeft een bouwconstructie die gedurende de in NEN 6700 afmetingen van het constructiemateriaal. bedoelde referentieperiode voldoende bestand is tegen de daarop werkende krachten. De materiaal keuze is gebasseerd op uitkomsten van de 2. Een uiterste grenstoestand van een bouwconstructie waarvan het bezwijken leidt tot multicriteria analyse. Er is voor Lariks gekozen gezien de hoge het onbruikbaar worden van een rookvrije vluchtroute, wordt gedurende 20 minuten duurzaamheid van het product. Azobé scoort ook hoog in niet overschreden bij de volgens NEN 6702 bepaalde bijzondere belastingscombinaties duurzaamheid, maar scoort gezien groeigebied en gewicht die kunnen optreden bij brand. slecht. Dat betekend dat er door het vervoer naar Nederland van 3. Een te bouwen bouwwerk heeft een bouwconstructie die zodanig is dat het bouwwerk deze houtsoort veel emissie plaats vindt. [bijlage 5. tabel M3.2] bij brand gedurende redelijke tijd kan worden verlaten en doorzocht, zonder dat er gevaar voor instorting is. Wandopbouw, isolatie 4. Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige scheidingsconstructies dat de vorming van allergenen voldoende wordt beperkt. Bouwbesluit eisen 1. De warmteweerstand van een tijdelijk bouwwerk bedraagt 5. Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige scheidingsconstructies, dat het ten minste 1,3 m² · K/W. binnendringen van vocht in verblijfsgebieden, toiletruimten en badruimten voldoende Gekozen materiaal Strobaal wordt beperkt. Motivatie Op basis van energieverlies tijdens de bewerking van het 6. Binnen en buiten wanden voldoen aan brandklasse 4 product, is de keuze voor het gebruik van stro gemaakt. Stro 7. Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag 30 minuten. en schapenwol scoren beide hoog in de multicriteria analyse. 8. De warmteweerstand van een tijdelijk bouwwerk bedraagt ten minste 1,3 m² · K/W.* Het zijn beide rest producten, maar tijdens de bewerking van het materiaal gaat er bij stro minder energie verloren. Dit gaf de *Gezien de grote hoeveelheid verwachte bezoekers van de Floriade 2012 willen wij het doorslag voor het gebruik van stro in de wandconstructie. [bijlage 5. paviljoen middels isoleren, natuurlijk ventileren en natuurlijke verwarming een aangenaam tabel M3.0] binnenklimaat waarborgen, daarom houden wij een Rc waarde van 4,0 m² · K/W aan.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 85 Wandopbouw, binnenwand afwerking Wandopbouw, gevelbekleding Bouwbesluit eisen 1. Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige Bouwbesluit eisen 1. Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige scheidingsconstructies dat de vorming van allergenen scheidingsconstructies, dat het binnendringen van vocht in voldoende wordt beperkt. verblijfsgebieden, toiletruimten en badruimten voldoende 2. Voldoet aan brandklasse 2 wordt beperkt. 3. Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag 30 2. Voldoet aan brandklasse 2 minuten. Gekozen materiaal Naaldhout, lariks Gekozen materiaal Stramit Strawboard Motivatie De gevelbekleding dient in eerste instantie ter bescherming Motivatie Stramit Strawboard is de enige plaat welke 30 minuten weerstand van de wandconstructie tegen weersinvloeden. Daarnaast dient biedt tegen branddoorslag en brandoverslag. Tevens is de plaat, de gevelbekleding voor de esthetiek van het bouwwerk. De volgens de producent, brandveilig. De plaat is niet dampdicht, houtsoort dient te voldoen aan brandklasse 2. Wanneer hout maar de wandconstructie heeft een erg hoge Rc-waarde, 7,9 met vuur in aanraking komt zal het hout verkolen, hierdoor m².K/W. Vanwege deze hoge isolatiewaarde en het voorkomen komt er geen zuurstof meer bij het hout wat het branden van van koudebruggen zal er vrijwel geen condensvorming in het gevelmateriaal zal vertragen. Gezien de hoge score op de constructie optreden. De wandconstructie is dampopen duurzaamheid, brandveiligheid en esthetiek in de multicriteria gematerialiseerd, zodat eventueel binnendringend vocht analyse is er gekozen voor Lariks. [bijlage 5, tabel M3.3] doormiddel van diffusie voldoende kan ontsnappen. Hierdoor zal de vorming van allergenen voldoende worden beperkt. Daarom is er geen dampdichte plaat nodig. Daarnaast is Stramit Dakopbouw, isolatie Strawboard een duurzame plaat. [bijlage 5, tabel M3.1] Bouwbesluit eisen 1. De warmteweerstand van een tijdelijk bouwwerk bedraagt ten minste 1,3 m² · K/W. Wandopbouw, buitenwand afwerking Gekozen materiaal Schapenwol Bouwbesluit eisen 1. Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige scheidingsconstructies, dat het binnendringen van vocht in Motivatie Schapenwol voldoet met een Rc waarde van 2,9 m² · K/W, bij verblijfsgebieden, toiletruimten en badruimten voldoende een dikte van 100mm, aan de eis van de warmteweerstand. wordt beperkt. Daarnaast is schapenwol samen met de strobaal het meest 2. Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige duurzame biologisch afbreekbare isolatiemateriaal. Er is voor scheidingsconstructies dat de vorming van allergenen de dakopbouw voor schapenwol gekozen gezien de afmetingen voldoende wordt beperkt. van het materiaal. Wanneer er strobalen toegepast zouden worden zou dat een te dikke dakconstructie opleveren. Dat is Gekozen materiaal Houtvezelplaat, Pavatex niet wenselijk voor het onwerp. [bijlage 5, tabel M3.0] Motivatie Uit de multicreteria analyse is gebleken dat Pavatex een waterkerend, dampopen en duurzaam plaatmateriaal is. Dakopbouw, plafond Doordat de plaat dampopen is kan vocht dat mogelijkerwijs in de constructie gekomen is weg dampen, dat beperkt de vorming Bouwbesluit eisen 1. Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige van allergenen. Daarnaast is de plaat waterkerend. De plaat scheidingsconstructies dat de vorming van allergenen beschermt de wandconstructie tegen regen dat niet door de voldoende wordt beperkt. gevelbekleding gekeerd wordt. [bijlage 5, tabel M3.1] 2. Voldoet aan brandklasse 2 3. Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag 30 minuten. Gekozen materiaal Stramit Strawboard

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 86 Motivatie Stramit Strawboard is de enige plaat welke 30 minuten Motivatie Schapenwol voldoet met een Rc waarde van 2,9 m² · K/W, bij weerstand biedt tegen branddoorslag en brandoverslag. Tevens een dikte van 100mm, aan de eis van de warmteweerstand. is de plaat, volgens de producent, brandveilig. Het plaatmateriaal Daarnaast is schapenwol samen met de strobaal het meest is niet dampdicht, maar de dakconstructie wordt dusdanig duurzame biologisch afbreekbare isolatiemateriaal. Er is voor de geventilteerd dat wanneer er condensvorming optreedt, dit vloeropbouw voor schapenwol gekozen gezien de afmetingen geen schadelijke gevolgen zal hebben voor de dakconstructie. van het materiaal. Wanneer er strobalen toegepast zouden Daarnaast staat het paviljoen in warme tijden van het jaar. Van worden zou dat een te dikke vloerconstructie opleveren. Dat is april’12 tot oktober’12, dus wanneer er condensvorming optreedt niet wenselijk voor het onwerp. Tevens heeft schapenwol isolatie zal het door het drogen van het paviljoen geen kans krijgen om de een vochtregulerende eigenschap. Het slaat vocht op en staat het constructie aan te tasten. In ons geval is het dus niet noodzakelijk weer af zonder de warmteweerstand aan te tasten. Een handige om een dampdicht plafond toe te passen. Daarnaast is Stramit eigenschap met betrekking tot grondvocht. [bijlage 5, tabel M3.0] Strawboard een duurzame plaat. [bijlage 5, tabel M3.1] Vloeropbouw, vloerplaat Dakopbouw, buiten afwerking Bouwbesluit eisen 1. Voldoet aan brandklasse 4 Bouwbesluit eisen 1. Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige 2. Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag 30 scheidingsconstructies, dat het binnendringen van vocht in minuten. verblijfsgebieden, toiletruimten en badruimten voldoende Gekozen materiaal Stramit Strawboard wordt beperkt. 2. Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige Motivatie Stramit Strawboard is de enige plaat welke 30 minuten scheidingsconstructies dat de vorming van allergenen weerstand biedt tegen branddoorslag en brandoverslag. Tevens voldoende wordt beperkt. is de plaat, volgens de producent, brandveilig. Door de sterke eigenschap van het materiaal (er kan een auto overheen rijden) Gekozen materiaal Houtvezelplaat, Pavatex is het geschikt om als vloerplaat te dienen. Daarnaast is Stramit Motivatie Uit de multicreteria analyse is gebleken dat Pavatex een Strawboard een duurzaam plaatmateriaal. [bijlage 5, tabel M3.1] waterkerend, dampopen en duurzaam plaatmateriaal is. Om het binnendringen van vocht tegen te gaan en de vorming van Overige materialen allergenen tegen te beperken is het noodzakelijk om het dak met een waterkerende plaat af te werken. Dampopen is geen Functie Materiaal motivatie noodzakelijke eigenschap, aangezien de ventilatie mogelijkheden dakbedekking grind Ten behoeve van de brandveiligheid is het van belang dat er van de dakconstructie het eventuele binnengedrongen vocht zal een onbrandbaar materiaal op de dakvloer geplaats wordt. verwijderen. Het plaatmateriaal alleen is niet voldoende voor Voor een onbrandbaar materiaal was er geen organische de brandveiligheid en het beschermen van de dakconstructie stof vindtbaar. Daarom hebben wij voor een natuurlijke stof tegen weersinvloeden. Daarom wordt er voor de waterkerende gekozen, namelijk grind. Grind is gemakkelijk te plaatsen eigenschap van de dakconstructie nog een dubbele laag houtteer en ook makkelijk te verwijderen om her te gebruiken. aangebracht en voor de brandveiligheid een grindlaag. [bijlage 5, tabel M3.1] dakafwerking houtteer Om de dakconstructie voldoende waterdicht te krijgen is de houtvezelplaat pavatex niet voldoende. Daarom wordt er een dubbele laag houtteer gebruikt om het dak tegen Vloeropbouw, isolatie weersinvloede te beschermen. Houtteer wordt verkregen Bouwbesluit eisen 1. De warmteweerstand van een tijdelijk bouwwerk bedraagt door verhitting van plantaardige materialen. ten minste 1,3 m² · K/W. Gekozen materiaal Schapenwol

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 87 regenpijn bamboe Voor de afvoer van hemel water is er onder andere een schroeven staal Voor de bevestiging van plaatmaterialen is het regenpijp nodig. Deze regenpijn wordt vervaardigd uit onontkomenlijk om schroeven te gebruiken. Er is geen bamboe stengels. Bamboe stengels zijn er in vele soorten biologisch afbreekbaar matereriaal te vinden met en maten, hol van binnen en waterdicht. Daarnaast heeft eigenschappen waardoor deze een schroef zou kunnen bamboe een lange levensduur, waardoor bamboe prima vervangen. Er is voor schroeven gekozen, in plaatst van zeven maanden als regenpijn kan fungeren. een lijm, gezien de bevordering van de demontabelheid raam/deur glas Een organisch product met de zelfde eigenschappen van het bouwwerk. De schroeven kunnen na het als glas, of een organisch product dat glas goed kan demonteren hergebruikt worden. vervangen, was niet vindtbaar. Om aan de eisen van het bouwbesluit (daglichttoetreding etc.) en onze eisen aan het uiterlijk van het paviljoen te kunnen voldoen, zal er glas toegepast moeten worden in gevelopeningen. Glas is geen biologisch afbreekbaar materiaal. Wel is glas vervaardigd uit natuurlijk product. regelwerk naaldhout Voor de bevestiging van een plaatmaterialen ten vuren behoeve van de wanden is er een regelwerk nodig. De gekozen houtsoort voor het regelwerk is vurenhout. Uit de multicriteria analyse is gebleken dat vurenhout een duurzaam en makkelijk bewerkbare houtsoort is. [bijlage 5, tabel M3.2] stijlen naaldhout Voor de bevestiging van het regelwerk en een aantal vuren plaatmaterialen zijn er stijlen nodig. De gekozen houtsoort voor de stijlen is vurenhout. Uit de multicriteria analyse is gebleken dat vurenhout een duurzaam en makkelijk bewerkbare houtsoort is. [bijlage 5, tabel M3.2] afwerkvloer/ naaldhout De afwerkvloer en de vlonders van het paviljoen worden vlonders lariks vervaardigd uit lariks. Lariks is een duurzame houtsoort en scoort hoog op esthetiek in de multicriteria analyse. Aangezien de vlonders en de afwerkvloer beeldbepalend voor het paviljoen zijn, is de houtsoort uitgekozen op duurzaamheid en uiterlijk. [bijlage 5, tabel M3.3] Aftimmeren pavatex De onderkant van de vloerligger zal muisdicht worden afgetimmerd. Er is voor pavatex gekozen omdat dit plaatmateriaal het beste scoort in de multicriteria analyse. [bijlage 5, tabel M3.1] kozijnen loofhout, Voor de kozijnen is de houtsoort grenen gekozen, deze kastanje houtsoort scoort in de multicriteria analyse goed op duurzaamheid en bewerkbaarheid van het materiaal. kierdichting kurk Door de elastische, water afstotende en isolerende eigenschappen van kurk kan kurk goed als kierdichtiang gebruikt worden.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 88 Verbindingen & demontabelheid isolatiemateriaal wordt tussen de liggers gedrukt en wordt op zijn plaats gehouden door het regelwerk. Op de bovenzijde van de dakconstructie wordt plaatmateriaal bevestigd, aan de Draagconstructie bovenzijde afgewerkt met houtteer, aan de draagconstructie bevestigd door schroeven. De grindlaag ligt los op de De elementen van de draagconstructie worden met elkaar dakconstructie [afb. 137]. verbonden middels inklemming en oplegging van liggers en kolommen. Daarnaast worden er deuvels in de constructieve Demontabel: De schroeven kunnen, op dezelfde wijze punten geslagen voor de stevigheid en stabiliteit van de als ze bevestigd worden, weer gedemonteerd worden. De Afb. 136. | Dakconstructie constructie [afb. 134.]. grindlaag ligt los op de dakconstructie, deze kan eraf gehaald en hergebruikt worden. Het isolatiemateriaal is nergens Demontabel: De deuvels kunnen, op dezelfde wijze als ze aan bevestigd, maar is tussen de liggers gedrukt waar het geplaatst worden, weer verwijderd worden. De elementen van probleemloos weer uitgedrukt kan worden. De dakconstructie de draagconstructie kunnen, na verwijderen van de deuvels, Afb. 134. | Constructief kan worden gedemonteerd voor hergebruik, zonder dat dit tot uitelkaar getrokken worden. De draagconstructie kan worden detail verlies of het schaden van materialen leidt. gedemonteerd voor hergebruik, zonder dat dit tot verlies of het schaden van materialen leidt. Vloerconstructie Gevelconstructie Aan de onderzijde van de vloerliggers wordt plaatmateriaal bevestigd ten behoeve van de muisdichtheid van de De strobalen worden middels touw aan elkaar en aan de vloerconstructie. Het plaatmateriaal wordt bevestigd kolommen gevlochten. Tevens worden de strobalen op hun met schroeven. Tevens houdt dit plaatmateriaal ook het plaats gehouden door de stijlen waartussen de strobalen isolatiemateriaal op zijn plek. De gehele de vloer, exclusief de geplaatst worden. Op deze stijlen wordt het plaatmateriaal afwerkvloer, wordt prefab geleverd. De afwerkvloer wordt met bevestigd door middel van schroeven. De stijlen worden aan schroeven bevestigd op de draagconstructie [afb. 137]. boven en onderzijde aan een plaat bevestigd welke aan de draagconstructie bevestigd wordt middels schroeven Aan Demontabel: De schroeven kunnen, op dezelfde wijze als ze Afb. 137. | Vloerconstructie de buitenzijde van de wandconstructie wordt een regelwerk bevestigd, weer worden gedemonteerd. Het isolatiemateriaal geplaatst waarop het gevelmateriaal bevestigd wordt met is nergens aan bevestigd, maar is tussen de liggers gedrukt schroeven [afb. 135.]. waar het probleemloos weer uitgedrukt kan worden. Afb. 135. | Wandcon- Demontabel: De schroeven kunnen, op dezelfde wijze als ze structie bevestigd worden, weer gedemonteerd worden. Het touw dat tussen de strobalen en kolommen wordt gevlochten kan weer losgeknoopt worden en uit de constructie gevlochten worden. De wandconstructie kan worden gedemonteerd voor hergebruik, zonder dat dit tot verlies of het schaden van materialen leidt.

Dakconstructie Tegen de dakliggers is aan de binnenzijde van de constructie een regelwerk bevestigd ten behoeve van de bevestiging van het plafond. Het regelwerk en het plafond wordt middels schroeven aan elkaar en aan de dakliggers verbonden. Het

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 89 Architectonisch principe Bouwkundig Detail

Dakdetail, welke in de bouwkundige tekeningen aangegeven wordt met V-01. Het dak wordt waterdicht gehouden door de waterkerende pavatex plaat afgewerkt met houtteer. Onder de pavatex plaat ligt een schegt stuk ten behoeve van het hemel water afvoer. Dit pakket rust samen met de grindlaag, welke toegepast is voor de brandveiligheid, op de dakliggers. Tussen de liggers zijn isolatie materiaal en klossen geplaatst voor de bevestiging van het kozijn. Aan de onderzijde van de dakconstructie is de constructie afgewerkt met een plafond. Binnen is dit een stamit strawboard Afb. 138. | Arch. principe 001 plaatmateriaal en buiten wordt het dak afgewerkt met de Binnen vloeit over in buiten en wordt enkel gescheiden houtsoort lariks. Er is geen dampdichte plaat toegepast door een glazen schijf, het kozijn laat deze schijf een wegens de ventilatie mogelijkheden van het dak. [afb. 138 & 141.] Afb. 141. | Arch. detail 001 element zijn

Vloerdetail, welke in de bouwkundige tekeningen aangegeven wordt met V-02. De vloer rust, 500mm boven maaiveld, op vloerliggers welke op funderingspalen en balken liggen. Het kozijn is bevestig op de vloerligger. Tegen deze vloerligger is een klos bevestigd ten behoeve van de oplegging van de dekvloer. De onderzijde van de vloerliggers zijn volledig dicht getimmerd ter verkoming van muizen in de constructie en ter ondersteuning van het isolatiemateriaal. De bouwdelen buiten worden Afb. 139. | Arch. principe 002 opgebouwd uit vlonders. De vlonders worden van het Binnen vloeit over in buiten en wordt enkel gescheiden zelfde materiaal vervaardigd als de afwerkvloer binnen. door een glazen deur. [afb. 139 & 142.] Afb. 142. | Arch. detail 002 Wanddetail, welke in de bouwkundige tekeningen aangegeven wordt met H-02. De wandconstructie bestaat grotendeels uit strobalen. Deze strobalen zijn met touw aan de kolommen gevlochten en worden op hun plek gehouden door de stijlen. Aan deze stijlen worden de stellatten van de kozijnen en het plaatmateriaal bevestigd. Aan de binnenzijde van de wandconstructie wordt de plaat stramit strawboard toegepast en aan de buitenzijde pavatex. Alleen pavatex is niet voldoende voor het keren van water, dus is er voor weersinvloeren Afb. 140. | Arch. principe 003 een gevelmateriaal toegepast welke op een regelwerk bevestigd wordt. De verticaal geplaatste gevelbekleding Waar de pui op de gevel aansluit is enkel de overgang in refereert naar de verticale lijnen van de bomen in de het materiaal zichtbaar. omgeving. [afb. 138 & 143.] Afb. 143. | Arch. detail 003

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 90 4.5 Brandveiligheid

Stappenplan brandveiligheid

Om ervoor te zorgen dat het Floriade paviljoen voldoet aan de brandveiligheidseisen hebben we het stappenplan van Adviesbureau Nieman gehanteerd. Aan hand van dit stappenplan wordt gecontroleerd of ieder aspect, zoals brandcompartimentering, vluchtroutes en gedrag van materialen, voldoet aan de eisen die worden gesteld in het bouwbesluit.

Stap 1 Gebruiksfuncties vastleggen  Het gebruiksoppervlak is de vloeroppervlakte tussen de opgaande scheidingsconstructie en bedraagt 50,6 m² [afb. 144.]. De bestemming van het paviljoen is een niet-permanente Afb. 145. | Brand- en rookcompartiment van het Floriade Paviljoen bijeenkomstfunctie. Stap 3 Indeling in subbrandcompartimenten Subbrandcompartimenten komen alleen voor bij: gezondheidsfuncties, logiesgebouwen en cellengebouwen. Het paviljoen heeft een niet-permanente bijeenkomstfunctie waardoor het niet onderverdeeld hoeft te worden in subbrandcompartimenten.

Stap 4 a: Indeling in verblijfsgebieden en verblijfsruimten vastleggen

OPDRACHTGEVER Hanzehogeschool Groningen Academie voor ABC - Bouwkunde PROJECT THEMA 4.3 en 4.4 - Afstuderen; Projectteam: Willemke Snijders & Inge Dijkstra Cradle 2 Cradle & Biomimicry - Het Floriade Paviljoen ONDERDEEL Detail 01 - ... Aanzichten/plattegronden etc. TEKENINGNUMMER B001 

Afb. 144. | Gebruiksoppervlakte van het Floriade Paviljoen Stap 2 Indeling in brandcompartimenten

De maximale oppervlakte van een brandcompartiment bedraagt 1000 m² volgens  het Bouwbesluit 2003. Ons brand- en rookcompartiment van 59,3 m² bezit enkel het [afb. 145] verblijfsgebied en voldoet aan de eisen uit het bouwbesluit . Afb. 146. | Verblijfsgebied van het Floriade Paviljoen

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 91 OPDRACHTGEVER Hanzehogeschool Groningen Academie voor ABC - Bouwkunde PROJECT THEMA 4.3 en 4.4 - Afstuderen; Projectteam: Willemke Snijders & Inge Dijkstra Cradle 2 Cradle & Biomimicry - Het Floriade Paviljoen ONDERDEEL OPDRACHTGEVER Detail 01 - ... Hanzehogeschool Groningen Aanzichten/plattegronden etc. Academie voor ABC - Bouwkunde TEKENINGNUMMER PROJECT B001 THEMA 4.3 en 4.4 - Afstuderen; Projectteam: Willemke Snijders & Inge Dijkstra Cradle 2 Cradle & Biomimicry - Het Floriade Paviljoen ONDERDEEL Detail 01 - ... Aanzichten/plattegronden etc. TEKENINGNUMMER B001    

Afb. 147. | Verblijfsruimten van het Floriade Paviljoen   Afb. 148. | Loopafstanden binnen het rookcompartiment Stap 4b: Bezettingsgraad vaststellen Stap 6: Eventuele indeling in verblijfsgebieden en bezettingsgraadklasse Het paviljoen bezit een bezettingsgraadklasse B1. herzien. Stap 5: Indeling in rookcompartimenten op basis van: Niet van toepassing. • Indeling in brandcompartimenten [afb. 145]. OPDRACHTGEVER • De loopafstand van een punt Hanzehogeschoolin een verblijfsgebied Groningen en verblijfsruimte tot de toegang Academie voor ABC - Bouwkunde Stap 7: Controle vluchten uit rookcompartiment en bepalen plaats en aantal van een rookcompartiment bedraagt: 12,47 m x 1,5 = 18,6 meter. Het Bouwbesluit vluchtroutes 2003 stelt hiervoor een maximalePROJECT toelaatbare loopafstand van 30 meter. Het paviljoen OPDRACHTGEVER [afb. 148.] THEMA 4.3 en 4.4 - Afstuderen; Projectteam: Willemke Snijders & Inge Dijkstra Hanzehogeschool Groningen [afb. 145.] voldoet aan deze eis . Cradle 2 Cradle & Biomimicry - Het Floriade Paviljoen De twee verblijfsruimten liggen in één rookcompartimentAcademie voor. Wanneer ABC - Bouwkunde gevlucht wordt • De loopafstand van de toegangONDERDEEL van een verblijfsruimte tot de toegang van het uit het rookcompartiment staat men direct buiten. Brand-PROJECT en rookvrije vluchtroutes zijn Detail 01 - ... THEMA 4.3 en 4.4 - Afstuderen; Projectteam: Willemke Snijders & Inge Dijkstra rookcompartiment bedraagtAanzichten/plattegronden 6,9 meter. Het Bouwbesluit etc. 2003 stelt hiervoor een daarom niet van toepassing. maximale toelaatbare loopafstand van 15 meter. Het paviljoen voldoet aan deze eis Cradle 2 Cradle & Biomimicry - Het Floriade Paviljoen TEKENINGNUMMER ONDERDEEL [afb. 148.]. B001 Stap 8: Controle inrichting van vluchtroutes Detail 01 - ... • Het Bouwbesluit 2003 stelt voor een rookcompartiment een maximale oppervlakte Aanzichten/plattegronden etc. van 250 m², wanneer er slechts één uitgang is. Het oppervlak van het brand- en TEKENINGNUMMER Bij het vluchten uit het rookcompartiment moet de uitgangB001 volgens het Bouwbesluit rookcompartiment is 59,6 m². Één uitgang voldoet ruimgroots, echter hebben wij 2003 minimaal 850 mm breed zijn en 2300 mm hoog. Tevens mag de deur niet tegen vanuit esthetisch oogpunt gekozen voor twee uitgangen. de vluchtrichting in draaien. Alle deuren voldoen aan de minimale afmetingen, één van • De maximale hoogte van een rookcompartiment mag volgens het Bouwbesluit beide toegangen draait met de vluchtrichting mee, deze wordt dan ook als nooduitgang 2003 binnen een rookcompartiment 4 meter bedragen. Het paviljoen is slechts één beschouwd. bouwlaag hoog van 2,6 meter, en voldoet aan deze eis.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 92 Stap 9: Vaststellen prestatie-eisen tussen ruimten Stap 12: Gedrag van materialen Bij een tijdelijk bouwwerk wordt in het Bouwbesluit 2003 gerekend met een weerstand De toegepaste materialen moeten voldoen aan de prestatie-eisen met betrekking tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo) van 30 minuten. Vanwege het hanteren tot de brandvoortplantingsklasse en de rookdichtheid (zie stap 10). Alle producenten van één rookcompartiment worden er geen eisen gesteld aan de weerstand tegen en leveranciers gebruiken verschillende brandclassificaties waardoor het moeilijk rookdoorgang (wrd) en zelfsluitende deuren. te beoordelen is of de toegepaste materialen ook daadwerkelijk voldoen aan een brandvoortplantingsklasse 2 met een rookdichtheid van 2,2 m-1. Stap 10: Bepalen van prestatie-eisen tussen scheidingsconstructies De constructie-onderdelen grenzend aan de binnenlucht (vloer, wanden en dak) Uit het Bouwbesluit 2003 zijn de volgende prestatie-eisen ten behoeve van brand gefilterd: worden aan de binnenzijde afgewerkt met Stramit Strawboard. Volgens de technische productinformatie wordt dit plaatmateriaal toegepast bij het aftimmeren van plafonds en wanden. De fabrikant stelt dat het een brandveilig product is, omdat het product weinig • Het paviljoen mag geen brand-gevaarlijk dak hebben; zuurstof bevat en er bij de productie geen brandbare stoffen aan worden toegevoegd. • De binnenzijde van een schacht, koker of kanaal moet worden afgewerkt met Daarbij heeft de Stramit Strawboard een wbdbo van 30 min. Echter is niet bekend of het onbrandbaar materiaal van 1 mm dik; plaatmateriaal voldoet aan brandvoortplantingsklasse 2 met een rookdichtheid van 2,2 • Een constructie-onderdeel mag aan een zijde die niet grenst aan de buitenlucht (het m-1. binnen oppervlak) een bijdrage tot brandvoortplanting leveren die voldoet aan klasse 2; De constructie-onderdelen grenzend aan de buitenlucht (gevelbekleding) worden • Een constructie-onderdeel niet zijnde een deur, een raam, een kozijn of een daarmee afgewerkt met Lariks hout. Lariks hout valt onder brandvoortplantingsklasse 3. Het gelijk te stellen constructie-onderdeel, mag aan een zijde die grenst aan de buitenlucht Bouwbesluit 2003 eist hiervoor een brandvoortplantingsklasse 2. De gevelbekleding (het buiten oppervlak) een bijdrage tot brandvoortplanting leveren die voldoet aan voldoet dus niet aan het bouwbesluit. Wanneer we aan de eisen willen voldoen zouden we klasse 2. Een deur, een raam, een kozijn of een daarmee gelijk te stellen constructie- een tropische loofhout-soort moeten kiezen, zoals: Merbau, Jatoba of Tatajuba. onderdeel moet voldoen aan klasse 4; • Een constructie-onderdeel grenzend aan de binnenlucht en welke voldoet aan brandvoortplantingsklasse 2 moet een rookdichtheid hebben van ten hoogste 2,2 m-1. Het dak van het paviljoen wordt afgedekt met een balastlaag van grind. Dankzij de balastlaag is het dak vliegvuur bestendig en daardoor niet-brandgevaarlijk. Vliegvuur zijn zwevende vuurdeeltjes. Het dak voldoet aan het bouwbesluit. Stap 11: Brandwerendheid met betrekking tot bezwijken Het Bouwbesluit 2003 eist voor de hoofddraagconstructie een minimale tijdsduur tot Stap 13: Brandveiligheid installaties bezwijking van 20 minuten. De hoofddraagconstructie van het paviljoen bestaat uit Larikshout. Vaak gaat men ervan uit dat een houten draagconstructie niet brandveilig Volgens het Bouwbesluit 2003 moet in een gebruiksfunctie ten minste een, al dan niet is. Echter is een houten draagconstructie met betrekking op de tijdsduur tot bezwijken gemeenschappelijke, brandslanghaspel aanwezig zijn. Het paviljoen voldoet hier aan. gunstiger dan een stalen constructie, doordat het carboniseren (verkolen) van het oppervlak van een houten balk verdere aantasting afremt. Bij een stalen constructie wordt Conclusie brandveiligheid geen carbonisatielaag gevormd waardoor het door de aantasting van brand eerder zal bezwijken. Wanneer de afmetingen van de balken en liggers worden bepaald zal de constructeur van Het paviljoen voldoet aan de brandveiligheid eisen die betrekking hebben op de indeling in de oorspronkelijke afmetingen de omtrek van de carbonisatielaag aftrekken, waarvan de brand- en rookcompartimenten en het vluchten uit deze compartimenten. dikte wordt bepaald door de carbonisatiesnelheid. Daarna zal hij moeten nagaan of de afmetingen die niet zijn aangetast door brand nog voldoende zijn om de krachten op te Interessant is of het gedrag van de materialen, welke biologisch afbreekbaar zijn, ook nemen. voldoen aan de eisen die worden gesteld in het Bouwbesluit 2003. We kunnen concluderen dat biologisch afbreekbare materialen wél kunnen voldoen aan de bouwbesluit eisen. Echter zouden we voor het bekleden van de gevels een tropische houtsoort moeten kiezen, met meer emissies als gevolg vanwege het transport. Je zou kunnen zeggen dat het bouwbesluit het gebruik van lokale, on behandelde materialen niet

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 93 stimuleert. Toch hebben we gekozen voor een lariks gevelbekleding vanwege de esthetiek en een lager verbruik van fossiele brandstoffen en uitstoot van uitlaatgassen in vergelijking met niet-lokale houtsoorten.

Daarnaast is het interessant om te weten dat bij de categorie “nieuwbouw” een brandvoortplantingsklasse 4 wordt gesteld aan de brandvoortplanting van oppervlakten grenzend aan de binnen- en buitenlucht. Wanneer dit het geval was zouden we ruimschoots voldoen. Echter moet het paviljoen, vanwege de tijdelijke levensduur, minimaal voldoen aan de eisen van “bestaande bouw” en aan expliciete eisen die worden gesteld aan “tijdelijke bouw”.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 94 4.6 Definitief ontwerp

Met de informatie verkregen uit het draagconstructieconcept, brandveiligheidconcept, bouwfysicaconcept en de materiaalkeuzes hebben wij een defintief ontwerp kunnen opstellen. Het definitief ontwerp is een set tekeningen bestaand uit plattegronden, doorsnedes, aanzichten en details. Een tabel met tekening namen , bijlage nummers en de schaal is hieronder weergegeven. [tabel 8.]

Tekening naam Schaal Bijlage nummer

Situatietekening 1:200 7.0 Plattegrond 001 1:50 8.0 Doorsnede AA’ 1:50 8.0 Doorsnede BB’ 1:50 8.0 Doorsnede CC’ 1:50 8.0 Noord gevel 1:100 8.0 Oost gevel 1:100 8.0 Zuid gevel 1:100 8.0 West gevel 1:100 8.0 Dak aanzicht 1:50 8.0 Details 1:10 9.0

Tabel 8. | Overzicht DO tekeningen

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 95 Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 96 Conclusie Het verkennend onderzoek is opgedeeld in vier deelvragen welke kennis hebben gegeven over: Onderwerp • Biologisch afbreekbare materialen en natuurlijke systemen; • Paviljoen typologieën en wat voor een invloed de algemene paviljoen kenmerken De fossiele brandstoffen raken op, het milieu raakt vervuild en het klimaat verandert. Dit hebben op het ontwerp van een biologisch afbreekbaar en/of energiezuinig paviljoen; zijn allemaal gevolgen van het menselijk handelen. Om te voorkomen dat ons nageslacht • Het programma van eisen (PVE) opgesteld door Erutan en de eisen uit het bouwbesluit hiervan de nadelen van gaat ondervinden zal er een gedragsverandering moeten met daarbij de mogelijkheden die de eisen bieden voor het ontwerp; plaatsvinden. Producten en gebouwen moeten vanuit een duurzaam oogpunt worden • De context waarin het biologisch afbreekbare paviljoen geplaatst wordt, de Floriade ontworpen. 2012 te Venlo. De onderzoeksmethodes die we hebben gehanteerd bij het beantwoorden van de Het architectenbureau DAAD Architecten heeft van Erutan de opdracht gekregen om een deelvragen zijn: literatuur studies, referentie studies, excursies en interviews. tijdelijk Floriade paviljoen, van ca. 200 m² met een C2C ambitie, te ontwerpen voor de Floriade 2012 te Venlo. Parallel aan DAAD Architecten hebben wij een eigen ontwerp voor het Floriade paviljoen Aan de hand van de kennis verkregen uit het verkennend onderzoek is in de ontwerpfase ontwikkeld. Vanwege de korte levensduur van het paviljoen is het gebouw, aan de hand een eigen interpretatie van de opgave ontwikkeld welke is vertaald naar uitgangspunten van natuurlijke principes, biologisch afbreekbaar ontworpen. Middels het ontwerp is en randvoorwaarden, een nieuw PVE en een concept. In de ontwerpfase, en tevens in onderzocht hoe natuurlijke principes toegepast kunnen worden, zodat het Floriade de volgende uitwerkingsfase, is onderzocht hoe natuurlijke principes kunnen worden paviljoen biologisch afbreekbaar zal zijn. De materialen waaruit het paviljoen is opgebouwd toegepast. Het resultaat van de ontwerpfase is een ruimtelijk ontwerp waarin de eisen kunnen na afloop van de 6 maand durende Wereld Tuinbouw Expo aan de natuur worden met betrekking tot het PVE, typologie en context zijn verwerkt. terug gegeven, zonder dat dit schadelijke gevolgen heeft voor het milieu. Het Duitse paviljoen te Barcelona ontworpen door Mies van der Rohe heeft als basis gediend voor het ontwerp. Aan de hand van dit architectonisch hoogtepunt zijn de mogelijkheden van onze duurzame ontwerp- en bouwmethode op een overtuigende wijze Het onderzoek heeft plaats gevonden binnen Aterlier D. Aterlier D is onderdeel van gedemonstreerd. het kenniscentrum van de Hanzehogeschool Groningen. DAAD Architecten wil in samenwerking met Aterlier D zich binnen dit project richten op materialen met een C2C ambitie. Aterlier D heeft ons hierbij gevraagd ook naar biomimicry te kijken. Net als in de ontwerpfase is in de uitwerkingsfase onderzocht hoe natuurlijke principes kunnen worden toegepast. Tevens wordt er onderzocht hoe biologisch afbreekbare materialen esthetisch verantwoord kunnen worden toegepast binnen de Nederlandse Onderzoek regelgeving. In de uitwerkingsfase zijn de laatste aspecten zoals materialen, hoofddraagconstructie en fysische systemen geïntegreerd in het ontwerp. De Het onderzoek is opgesteld aan de hand van een hoofdvraag. Als gevolg van onderzoeksmethode die wij hebben gehanteerd is het opstellen van varianten en de probleemstelling: “een tijdelijk paviljoen voor Erutan, met als functie een alternatieven en deze toetsen aan het PVE en concept. informatiecentrum, gebaseerd op C2C principes voor de Floriade 2012 te Venlo”, en onze biologisch afbreekbare ambitie ten behoeve van het materiaalgebruik luidt de hoofdvraag van het onderzoek: Antwoord op de hoofdvraag Het antwoord op de hoofdvraag: “Hoe kunnen natuurlijke principes toegepast worden of ”Hoe kunnen natuurlijke principes toegepast worden of als basis dienen voor het ontwerp als basis dienen voor het ontwerp van een paviljoen zodat het paviljoen volledig biologisch van een paviljoen zodat het paviljoen volledig biologisch afbreekbaar is?” afbreekbaar is?” bestaat uit een set afbeeldingen[afb. 107. - 117.] en DO tekeningen [bijlage 8. &. 9.] die het uiterlijk van het ontwerp en de toepassingen van natuurlijke principes op het ontwerp Om een antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag is het onderzoek opgedeeld in drie weergeven. onderdelen: een verkennend onderzoek, de ontwerpfase en de uitwerkingsfase.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 97 Één van de belangrijkste deelvragen voor het beantwoorden van de hoofdvraag luidt: “Wat Door het opstellen van varianten en alternatieven en deze te toetsen aan het programma zijn biologisch afbreekbare processen?”. Aan de hand van literatuur en referentie studies is van eisen (PVE) is onderzocht hoe en op welke manier de natuurlijke principes toegepast gezocht naar een antwoord op deze vraag [hfd. 2.1]. konden worden op het ontwerp van het Floriade paviljoen. Een biologisch afbreekbaar proces is een proces waarbij stoffen worden opgenomen door micro-organismen. Het Floriade paviljoen is grotendeels opgebouwd uit materialen welke bestaan uit organische stoffen zoals stro, hout en schapenwol. Enkel stoffen die leven Het doel van het afstudeerproject is een onderzoek wat resulteert in een ontwerp van of hebben geleefd zijn biologisch afbreekbaar. Anorganische stoffen zoals zand, steen, het Floriade paviljoen welke volledig biologisch afbreekbaar is. Grotendeels hebben we ons doel behaald. Echter moesten wij bij een aantal aspecten, zoals: gevelopeningen, klei en leem zijn natuurlijke stoffen die niet biologisch afbreekbaar zijn. Ondanks dat [hfd. 4.4] anorganische materialen niet kunnen worden afgebroken door micro-organismen zijn ze vochtwering en verbindingen, uitwijken naar natuurlijke alternatieven . Aan de hand niet schadelijk voor het milieu. van een literatuur studie zijn natuurlijke alternatieven gevonden voor de betreffende aspecten.

Om te kunnen onderzoeken hoe natuurlijke principes, zoals de biologisch afbreekbare Aanbevelingen materialen, toegepast kunnen worden op het Floriade paviljoen is tevens de betreffende discipline, het paviljoen, onderzocht. De deelvraag die hiervoor is opgesteld luidt:”Wat Bij de totstandkoming van dit afstudeerverslag zijn een aantal aspecten naar voren zijn paviljoens?” [hfd. 2.2]. Doormiddel van literatuur- en referentie studies is een antwoord gekomen die, binnen het gestelde tijdsbestek, in een geringe mate of niet konden worden gevonden op deze deelvraag. behandeld. Vervolgonderzoeken of opdrachten zouden daarom van grote waarde kunnen Paviljoens zijn typologisch niet te classificeren, maar kenmerken zich als autonoom en zijn ter ondersteuning of uitbreiding van dit afstudeer onderzoek. Ter afsluiting van dit openbaar toegankelijk. Paviljoens zijn openbaar toegankelijk dankzij een heldere entree, afstudeerverslag worden daarom een aantal voorstellen gedaan. transparante gevels en aantrekkelijke plekken. Tevens hebben deze algemene kenmerken van paviljoens ook een bijdrage geleverd aan de Het aspect “demontabel” is in een geringe mate meegenomen in het onderzoek [hfd. 4.4]. zoektocht naar natuurlijke principes welke zijn toegepast op het ontwerp van het Floriade De nadruk van het onderzoek en de belangen van de opdrachtgever DAAD Architecten paviljoen. De transparante gevel, welke op het zuiden is georiënteerd, levert een bijdrage lag immers bij de materialen. Echter is de manier hoe een gebouw wordt gedemonteerd aan ruimteverwarming doormiddel van de warmtestraling van de zon. De bomen creëren belangrijk voor het hergebruik van de materialen. De organische materialen, waarvan een natuurlijke ruimte welke de openbare toegankelijkheid bevorderd. De overstekken de afbraak door micro-organismen een langdurig proces is, kunnen wellicht in een ander dienen voor zonwering, zodat de temperatuur in het paviljoen niet te hoog op loopt. gebouw of product worden hergebruikt. Een opdracht in de vorm van het opstellen van een “demonteer-plan” zou een bijdrage kunnen leveren aan de waarde van dit onderzoek. Een gebouw in Nederland zal moeten voldoen aan de eisen die de opdrachtgever stelt en Tevens maakt zo’n opdracht de toekomstige ontwerpers en bouwkundigen bewust van de daarnaast ook aan de Nederlandse regelgeving [hfd. 2.3]. grote hoeveelheid “bouw- en sloop afval” en het feit dat die materialen ook hergebruikt Het bouwbesluit stelt indirect hoge eisen aan de materialen van een niet-permanent kunnen worden. gebouw met een bijeenkomstfunctie. Vooral de brandveiligheidseisen hebben veel invloed Om de noodzakelijke gedragsverandering, ten behoeve van het milieu probleem, op gang gehad op de materiaalkeuzes [hfd.4.4]. Materialen zijn, wat betreft de brandveiligheid, niet te brengen zou het goed zijn wanneer het duurzaam bouwen, wellicht onze eigen bouw- consistent geclassificeerd. Hierdoor is het lastig om de materialen te toetsen aanhet en ontwerpmethode, wordt vergeleken met het traditioneel bouwen. De vergelijking bouwbesluit [hfd.4.5]. Veel materialen worden ingedeeld in een Eurobrandklasse terwijl dat kan gericht zijn op de eigenschappen van materialen, zoals: algemene eigenschappen, weinig zegt over de brandvoortplantingsklasse of de rookdichtheid die wordt gevraagd in hoeveelheid schadelijke stoffen, mogelijkheid tot hergebruik enz. Tevens kan de het bouwbesluit. vergelijking ook gericht zijn op de eigenschappen van bouwmethoden, zoals: snelheid en De brandveiligheidseisen hebben niet alleen invloed gehad in de materiaalkeuze, maar kosten. hebben ook invloed gehad in de detaillering. Om mee te gaan met de maatschappelijke visies van de Floriade “Education and Innovation” [hfd. 2.4] willen wij aan de bezoekers, ontwerpers Tot slot zou een onderzoek naar de menselijke behoefte interessant zijn. Wanneer en bouwkundigen laten zien hoe er op een milieubewuste manier kan worden gebouwd. bekend is waar mensen behoefte aan hebben wat betreft de vormgeving en gebruik van Dit door te laten zien hoe het gebouw in elkaar zit door bijvoorbeeld de aansluiting van gebouwen. Zouden deze aspecten meegenomen kunnen worden in het ontwerp van een kozijn op wand open en zichtbaar te detailleren. Vanwege de brandvoortplantingseis die duurzaam gebouw. Door met het ontwerpen van gebouwen in te spelen op de behoefte wordt gesteld aan alle oppervlakten van constructies die grenzen aan de binnenlucht was van de mens zal de vraag naar dit soort gebouwen groter worden. het niet mogelijk om de wandconstructie open te houden [hfd 4.4]. Het bouwbesluit heeft ons beperkt in ons ontwerp vrijheid en stimuleert het gebruik van biologisch afbreekbare materialen niet.

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 98 • Bouwcenter, Algemene productinformatie, Isolatie Bronvermelding • Broeksma, F. & Hekkema, A. (2010) Competentieprofiel Bouwkunde, Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele techniek (Groningen) Hanzehogeschool Groningen • DAAD Architecten (1999) Informatiecentrum te Orvelte (Beilen) DAAD Architecten Boeken • Floriade 2012 B.V. (2009) Floriade Horticultural World Expo Venlo 2012 Holland (Venlo) Floriade 2012 B.V. • Braungart, M. & McDonough, W. (2007) Cradle to Cradle - Afval = Voedsel (Heeswijk) • Het Drentse Welstandstoezicht (2001) Drentse welstandsprijs 2001 - agrarische Search Knowlegde B.V. bebouwing (Assen) Het Drentse Welstandstoezicht • Bone, A.H.L.G. e.a. (2001) Tabellenboek Bouwkunde (Houten) Wolters-Noordhoff • Larson, P. E. (2010) Nature and Technology: Visual relationships • Broekhuis, H.M.A en Jonge, de D.J. (2010) Duurzaam bouwen Indonesie, het • Larson, P.E. (2010) Nature = Technology Part 1 ontwerp van een eco-village (Groningen) Hanzehogeschool Groningen • Larson, P.E. (2010) N=T Part 2: Creative Qualities • Ching, F.D.K. (1996) Architecture, Form, Space, and Order (New York) John Wiley & • Larson, P.E. (2011) Growing a relationship Sons, Inc. • Sival, M. (2009) Mobiele tuin XXL (Groningen) MIJNSK[E] architecten • Feijen, E. & Trietsch, P. (2007) Snel Afstuderen! Stap voor stap naar een geslaagde scriptie (Bussum) Uitgeverij Coutinho B.V. Documentatie • Hout, van den A.F. e.a. (2005) Jellema Bouwtechniek 4A omhulling - prestatie-eisen/ daken (Utrecht/Zutphen) Thieme Meulenhoff • Adviesbureau Nieman (2003) Stappenplan Brandveiligheid Utiliteitsbouw/ • Jansen, H.L. e.a. (2005) Jellema Bouwtechniek 2 onderbouw (Utrecht/Zutphen) Nieuwbouw, Adviesbureau Nieman Thieme Meulenhoff • Pavatex, Isolair L 18, 22, 35, 52 mm Zwitserse houtvezelisolatieplaten • Laan, ter L.W. e.a. (2005) Jellema Bouwtechniek 5 afbouw (Utrecht/Zutpen) Thieme • Stramit, Stramit Strawboard Technical information Meulenhoff • Larson, P. E. (2010) Blue design, an elegant path to the future • Lengen, van J. (2008) The Barefoot Architect, A handbook for greenbuilding Websites & Links (Bolinas, U.S.A.) Shelter Publications • Leupen, B. e.a. (2005) Ontwerp en analyse (Rotterdam) Uitgeverij 010 Ben Law, Woodman’s Cottage • Mattie, E. (1998) Wereldtentoonstellingen (Blaricum) V+K Publishing • http://www.ben-law.co.uk/ • Nes, van J. en Salden, M.W.R. (1997) Bouwkundig tekenen, basisbegrippen (Utrecht/ Centrum Hout, Hout informatie Zutphen) Thieme Meulenhoff • http://houtinfo.nl/ • Rentier, Ch. e.a. (2005) Jellema Bouwtechniek 4B omhulling - gevels (Utrecht/ • http://houtinfo.nl/main.php?unique_id=4060301001 Zutphen) Thieme Meulenhoff • http://houtinfo.nl/main.php?mn=0&id=1002 • Schwarz, M. & Staal, G. (1999) Holland schept ruimte, Het Nederlandse paviljoen op DAAD Architecten de wereldtentoonstelling te Hannover (Blaricum) V+K publisher/Inmerc • http://www.daad.nl/werk/daad-archief/utiliteitsbouw/?page=7 • Siegele, K (1999) db detailbuch, band 1 (Stuttgart) Deutsche Verslags-Anstalt Doscha b.v. isolatiemateriaal Stuttgart • http://www.doscha.nl/ • Spierings, T.G.M. e.a. (2004) Jellema Bouwtechniek 3 draagstructuur (Utrecht/ Floriade Zutphen) Thieme Meulenhoff • http://www.floriade.nl/ • Steehouder, M. e.a. (2006) Leren communiceren, handboek voor mondelinge en Peter Larson & Blue design: An alternative worldview is critically needed that redefines the schriftelijke communicatie (Houten) Wolters-Noordhoff way humankind interacts with natural resources • Thackara, J. (2010) Plan B, ontwerpen in een complexe wereld (Amsterdam) SUN • http://peterlarson.org/nature-and-technology-visual-relationships/ • http://peterlarson.org/nt-part-2-creative-qualities/ • http://peterlarson.org/nature-technology-part-1/ Artikelen • http://peterlarson.org/growing-a-relationship/ Stramit, Stramit international, Green strength for modern buildings • ATO B.V., SHR Houtresearch en TNO bouw, Hernieuwbare grondstoffen als • http://www.stramit.co.uk/ bouwmateriaal Strobouw Nederland

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 99 • http://www.strobouw.nl/ Afb. 8. | The Woodman’s Cottage19 (http://books.google.nl/books?id=ugGTxbjNeMQC&p The fundació Mies van der Rohe rintsec=frontcover&dq=ben+law&hl=nl&ei=Hbr5TdaRD8iUOvePsLEE&sa=X&oi=book_re • http://www.miesbcn.com/en/outside.html sult&ct=result&resnum=2&ved=0CDAQ6AEwAQ#v=onepage&q&f=false) • http://www.miesbcn.com/en/documentation.html Afb. 9. | Een van de eerste schetsen van Ben Law19 (http://books.google.nl/books?id=u gGTxbjNeMQC&printsec=frontcover&dq=ben+law&hl=nl&ei=Hbr5TdaRD8iUOvePsLEE& sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=2&ved=0CDAQ6AEwAQ#v=onepage&q&f=fal Overige Websites se) Afb. 10. | Constructie van The Woodman’s Cottage19 (http://books.google.nl/books?id=u http://www.mobieletuinen.nl/ gGTxbjNeMQC&printsec=frontcover&dq=ben+law&hl=nl&ei=Hbr5TdaRD8iUOvePsLEE& http://nl.wikipedia.org/wiki/Composttoilet sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=2&ved=0CDAQ6AEwAQ#v=onepage&q&f=fal http://www.ecosave.com/water/droogtoiletten.html se) http://www.klimaatinfo.nl/nederland/limburg.htm Afb. 11. | Bevestigings methode van contructie elementen19 (eigen bron) http://www.joostdevree.nl/bouwkunde2/warmtegeleiding_meer.htm Afb. 12. | Strobaal19 (http://www.topdiervoeders.nl/stro-baal-p-506.html) http://biomimicry.nl/ Afb. 13. | Interieur: strobalen afgewerkt met kalkpleister20 (http://books.google.nl/book http://www.watmaakjijervan.nl/nieuws-tapijt/158-erutan s?id=ugGTxbjNeMQC&printsec=frontcover&dq=ben+law&hl=nl&ei=Hbr5TdaRD8iUOveP http://nl.wikipedia.org/wiki/Duurzame_ontwikkeling sLEE&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=2&ved=0CDAQ6AEwAQ#v=onepage&q http://cradletocradle.nl/ &f=false) http://www.serpentinegallery.org/architecture/ Afb. 14. | Opbouw wandconstructie20 (eigen bron) http://www.groenebouwmaterialen.nl/c-363958/hennep-isolatie/ Afb. 15. | Aanname opbouw dak20 (eigen bron) http://www.ecostore.be/Pages/Bouwen-Hennep_isolatie_in_matten-6-10-562.php Afb. 16. | Aanname aansluiting dak op wand20 (eigen bron) http://www.duurzaamthuis.nl/duurzaam-wonen/isolatiemateriaal/hennepx Afb. 17. | Mogelijke opbouw vloer20 (eigen bron) http://nl.wikipedia.org/wiki/Ge%C3%ABxpandeerde_kleikorrels Afb. 18. | Doorsnede en Situatie tekening gebouw Buyten, Orvelte22 (DAAD Architecten) http://nl.wikipedia.org/wiki/Biologische_afbraak Afb. 19. | Schelpen isolatie23 (http://www.isolatiepagina.nl/kruipruimteisolatie/) http://www.encyclo.nl/begrip/biologisch%20afbreekbaar Afb. 20. | geëxpandeerde kleikorrels23 (http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:Hydroton. http://www.kringbouw.nl/kringbouwconcept jpg) http://www.joostdevree.nl/shtmls/leemsteen.shtml Afb. 21. | Baksteengranulaat23 (http://www.google.nl/) http://nl.wikipedia.org/wiki/Schelp Afb. 22. | Leemstenen23 (http://energie-shop.net/Leem/Leemstenen/945/CLAYTEC_ http://www.milieuadvieswinkel.be/index.php/id/344 Lichte_leemstenen_NF_700_kg_m3.html) http://www.drijvendpaviljoen.nl/ Afb. 23. | Hennep-isolatie23 (http://www.groenebouwmaterialen.nl/c-363958/hennep- http://www.spiegelzee.nl/ isolatie/) http://www.rug.nl/museum/index Afb. 24. | Lariksbos is de herfst (Natuurfotografie Victor Bos)24 (http://www.victorbos.nl/) http://vrom.bouwbesluit.com/ Afb. 25. | Zuidgevel Buyten24 (eigen bron) http://www.bouwbesluitonline.nl/default.aspx?AspxAutoDetectCookieSupport=1 Afb. 26. | Noordgevel Buyten24 (eigen bron) http://www.fallingwater.org/ Afb. 27. | Gelamineerde kolommen t.p.v. beloopbare spouw24 (DAAD Architecten) Afb. 28. | Opbouw van een sedumdak25 (http://www.consolidated.nl/groendaken. Afbeeldingen consolidated) Afb. 29. | Luchtstroom door de spouw25 (eigen bron) Afb. 1. | Voorpagina impressie Floriade paviljoen (eigen bron) Afb. 30. | Waterleiding in stuclaag25 (eigen bron) Afb. 2. | Inge en Willemke (Ruud Hoekstra) Afb. 31. | Collage biologisch afbreekbare materialen30 (http://www.google.nl/) Afb. 3. | Organogram Plan van Aanpak 14 (eigen bron) Afb. 32. | Serpentine Gallery Pavilion 2006, Rem Koolhaas and Cecil Balmond34 (http:// Afb. 4. | Ééncellig pantoffeldiertje18 (http://oncyclopedia.net/wiki/Eencellige) www.serpentinegallery.org/architecture/) Afb. 5. | Strobaal18 (http://www.topdiervoeders.nl/stro-baal-p-506.html) Afb. 33. | Serpentine Gallery Pavilion 2003, Oscar Niemeyer34 (http://www. Afb. 6. | Keien18 (http://gratis-zoekertjes.onlinertjes.be/d-2193/28426/alle-keien-en-grind. serpentinegallery.org/architecture/) html) Afb. 34. | Drijvend paviljoen Rotterdam, Deltasync/Public Domain Architecten34 (http:// Afb. 7. | Cola blikje18 (http://www.primatip.nl/truc-hoe-balanceer-je-een-blikje-cola-op- www.drijvendpaviljoen.nl/Beelden/Fotos.aspx) z%E2%80%99n-randje/) Afb. 36. | Serpentine Gallery Pavilion 2009, SANAA34 (http://www.serpentinegallery.org/

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 100 architecture/) Afb. 69. | Schema objecten bij een lineaire route49 (eigen bron) Afb. 37. | Paviljoen Spiegelzee, TU Delft34 (http://www.architectenweb.nl/aweb/redactie/ Afb. 70. | Plattegrond Floriade 2012 te Venlo53 (eigen bron) redactie_detail.asp?iNID=16186) Afb. 71. | 3D animatie Floraide 2012 te Venlo53 (http://www.floriade.nl/het-park) Afb. 38. | Schema: Visuele continuiteit34 (eigen bron) Afb. 72. | Stedebouwkundige opzet Education and Innovation54 (http://www.floriade.nl/ Afb. 39. | UK pavilion World Expo 2010, Sjanghai35 (http://en.expo2010.cn/c/en_gj_tpl_71. het-park) htm) Afb. 73. | Education and Innovation paden volgens raster54 (eigen bron) Afb. 40. | New York World’s Fair, 193935 (Mattie, E. (1998) Wereldtentoonstellingen Afb. 74. | Education and Innovation groen54 (eigen bron) (Blaricum) V+K Publishing) Afb. 75. | Education and Innovation tentoonstellingen54 (eigen bron) Afb. 41. | Crystal Palace, Londen, 185135 (http://soa.syr.edu/faculty/bcoleman/arc523/ Afb. 76. | 3D animatie Education and Innovation55 (http://www.floriade.nl/het-park) lectures/523.crystal.palace.images.html) Afb. 77. | De kavel voor ons Floraide paviljoen55 (DAAD Architecten) Afb. 42. | Galerie des Machines, Parijs, 188935 (http://www.arthistory.upenn.edu/ Afb. 78. | Concept schema; Het ontwerp wordt onderdeel van een biologische kringloop60 spr01/282/w2c1i14.htm) (eigen bron) Afb. 43. | Eiffeltoren, Parijs, 188935 (http://www.google.nl/) Afb. 79. | Referentie beeld Falling water (Frank Lloyd Wright)60 (http://en.wikipedia.org/ Afb. 44. | Tijdbalk Wereldtentoonstellingen36 (eigen bron) wiki/File:Fallingwater_in_Summer.jpg) Afb. 45. | Reconstructie van het Duitse paviljoen van Mies van der Rohe37 (http://www. Afb. 80. | Referentie beeld The Anthony Chapel (Jennings and McKee Architects)60 (http:// miesbcn.com/en/foundation.html) www.catchlightweddingphotos.com/Garvan_Gardens_Chapel.html) Afb. 46. | Toegang verborgen achter plint37 (http://escat.pl/ludwig-mies-van-der-rohe- Afb. 81. | Situatie variant 164 (eigen bron) german-pavilion) Afb. 82. | Situatie variant 264 (eigen bron) Afb. 47. | Het paviljoen is op een sokkel geplaatst37 (eigen bron) Afb. 83. | Situatie variant 364 (eigen bron) Afb. 48. | Route en ruimte37 (eigen bron) Afb. 84. | Gebouw in verval (bron: Peter Larson & Bleu Design)65 (http://peterlarson.org/ Afb. 49. | Liniaire route als een lus door het gebouw37 (eigen bron) nature-and-technology-visual-relationships/) Afb. 50. | Isometrie van de vorm38 (eigen bron) Afb. 85. | Groengevel, Sportplaza Mercator (Venhoeven CS)65 (http://www.bright.nl/je- Afb. 51. | Compositie38 (eigen bron) eigen-verticale-moestuin-of-grasmat) Afb. 52. | “Dawn” weerspiegeld in de wand dankzij gladde textuur38 (http://www.google. Afb. 86. | Groen gevel (Jesse Koeckhoven)65 (http://peterlarson.org/nature-and- nl/) technology-visual-relationships/) Afb. 53. | “Dawn” weerspiegeld in het water38 (http://www.google.nl/) Afb. 87. | Hind House, John Pardey Architects65 (http://peterlarson.org/nature-and- Afb. 54. | Benadrukken van componenten d.m.v.kleur38 (eigen bron) technology-visual-relationships/) Afb. 55. | Element dat de plaats van een entree benadrukt39 (eigen bron) Afb. 88. | Falling Water, Frank Lloyd Wright66(http://en.wikipedia.org/wiki/ Afb. 56. | Route paviljoen39 (eigen bron) File:Fallingwater_in_Summer.jpg) Afb. 57. | Paviljoen Holland Schept Ruimte 2000, Hannover, MVRDV40 (http://www. Afb. 89. | The Anthony Chapel, Jennings and McKee Architects66 (http://www. skyscrapercity.com/showthread.php?t=829852&page=2) catchlightweddingphotos.com/Garvan_Gardens_Chapel.html) Afb. 58. | Boom creëert aantrekkelijke plek41 (Ching, F.D.K. (1996) Architecture, Form, Afb. 90. | Natuurlijke ruimte gevormd door bomen67 (eigen bron) Space, and Order (New York) John Wiley & Sons, Inc.) Afb. 91. | Impressie Floriade paviljoen vanuit de tentoonstellingsruimte binnen67 (eigen Afb. 59. | Zonwerende overstekken41 (eigen bron) bron) Afb. 60. | Ruimteverwarming d.m.v. zon41 (eigen bron) Afb. 92. | Impressie Floriade paviljoen vanaf de entree67 (eigen bron) Afb. 61. | Absorbtie en reflectie van zonnestralen41 (http://naturalfrequency.com/articles/ Afb. 93. | Mies van der Rohe paviljoen vanuit de tentoonstellingsruimte binnen67 (http:// thermalsolargains) www.tripadvisor.com/LocationPhotos-g187497-d313686-Barcelona_Pavilion_Mies_van_ Afb. 62. | Vierde verdieping Nederlands Paviljoen42 (http://www.abt.eu/nl/projecten.asp? der_Rohe_Pavilion-Barcelona_Catalonia.html) projectcatid=7&projectid=72) Afb. 93. | Varianten t.b.v. de sokkel68 (eigen bron) Afb. 63. | Museum paviljoen + schets route48 (eigen bron) Afb. 94. | Mies van der Rohe paviljoen vanaf de entree67 (http://www.e-architect.co.uk/ Afb. 64. | VVV Groningen + schets route48 (eigen bron) brno/tugendhat_villa_brno.ht) Afb. 65. | Hollands paviljoen + schets route48 (http://zijiskunks.info/index. Afb. 95. | Entree variant 168 (eigen bron) php?tp=81350e0ebb536599) Afb. 96. | Entree variant 268 (eigen bron) Afb. 66. | Werkende mieren49 (http://www.10e.nl/?e=2289) Afb. 97. | Entree variant 368 (eigen bron) Afb. 67. | Schets mierennest49 (http://www.plaagdierpreventie.nl/plaagdieren.php?id=18) Afb. 98. | Entree variant 468 (eigen bron) Afb. 68. | L: radiale route R: lineare route49 (eigen bron) Afb. 99. | Entree variant 568 (eigen bron)

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 101 Afb. 100. | Entree variant68 (eigen bron) Afb. 140. | Arch. principe 00390 (eigen bron) Afb. 101. | Transparantie in het gevelbeeld69 (eigen bron) Afb. 141. | Arch. detail 00190 (eigen bron) Afb. 102. | Zijgevel Mies van der Rohe van binnen uit69 (http://www.flickr.com/photos/ Afb. 142. | Arch. detail 00290 (eigen bron) malouette/610759139/) Afb. 143. | Arch. detail 00390 (eigen bron) Afb. 103. | Transparantie gevelbeeld: Variant 169 (eigen bron) Afb. 144. | Gebruiksoppervlakte van het Floriade Paviljoen91 (eigen bron) Afb. 104. | Transparantie gevelbeeld: Variant 269 (eigen bron) Afb. 145. | Brand- en rookcompartiment van het Floriade Paviljoen91 (eigen bron) Afb. 105. | Transparantiegevelbeeld: Variant 36971727374 (eigen bron) Afb. 146. | Verblijfsgebied van het Floriade Paviljoen91 (eigen bron) Afb. 106. | Sfeercollage materialen Floriade paviljoen70 (eigen bron) Afb. 147. | Verblijfsruimten van het Floriade Paviljoen92 (eigen bron) Afb. 107. | Van Barcelona naar Venlo 001a71 (http://www.miesbcn.com/en/outside.html) Afb. 148. | Loopafstanden binnen het rookcompartiment92(eigen bron) Afb. 108. | Van Barcelona naar Venlo 001b71 (eigen bron) Afb. 109. | Van Barcelona naar Venlo 001c71 (eigen bron) Afb. 110. | Van Barcelona naar Venlo 002a72 (http://www.miesbcn.com/en/outside.html) Afb. 111. | Van Barcelona naar Venlo 002b72 (eigen bron) Afb. 112. | Van Barcelona naar Venlo 002c72 (eigen bron) Afb. 113. | Van Barcelona naar Venlo 003a73 (http://www.miesbcn.com/en/outside.html) Afb. 114. | Van Barcelona naar Venlo 003b73 (eigen bron) Afb. 115. | Van Barcelona naar Venlo 004a74 (http://www.miesbcn.com/en/outside.html) Afb. 116. | Van Barcelona naar Venlo 004b74 (eigen bron) Afb. 117. | Van Barcelona naar Venlo 004c74 (eigen bron) Afb. 118. | SO plattegrond Floriade Paviljoen78 (eigen bron) Afb. 119. | Isometrie draagconstructie79 (eigen bron) Afb. 120. | Draagconstructie, vlonders en schoren80 (eigen bron) Afb. 121. | Detail draagconstructie80 (eigen bron) Afb. 122. | Overzicht het Floriade paviljoen t.b.v. bouwfysica81 (eigen bron) Afb. 123. | Situatie81 (eigen bron) Afb. 124. | Overstek t.b.v. zonwering82 (eigen bron) Afb. 125. | Zuidgevel is open, Noordgevel gesloten82 (eigen bron) Afb. 126. | Opwarmeffect: warmte straling naar de ruimte82 (eigen bron) Afb. 127. | Luchtstroom daalt en wordt gekoeld dankzij de bomen82 (eigen bron) Afb. 128. | Dakdetail: ventilatiestroom t.b.v. inwendige condensatie83 (eigen bron) Afb. 129. | Vloerdetail: Ventilatiestroom t.b.v. optrekkend vocht uit de grond83 (eigen bron) Afb. 130. | Composttoilet84 (Lengen, van J. (2008) The Barefoot Architect, A handbook for greenbuilding (Bolinas, U.S.A.) Shelter Publications) Afb. 131. | Luxe composttoilet, model: Villa84 (http://www.ecosave.com/water/ droogtoiletten.html) Afb. 132. | Principe watertoevoer d.m.v. regenwateropvang84 ((Lengen, van J. (2008) The Barefoot Architect, A handbook for greenbuilding (Bolinas, U.S.A.) Shelter Publications)) Afb. 133. | Bamboe watertuimelaar: inspiratie voor waterleidingen84 (http://www.aquakoi. nl/catalog/product_info.php?products_id=180&osCsid=bea2cf7e07394e42c3936a0ccd3f2 cab) Afb. 134. | Constructief detail89 (eigen bron) Afb. 135. | Wandconstructie89 (eigen bron) Afb. 136. | Dakconstructie8990 (eigen bron) Afb. 137. | Vloerconstructie89 (eigen bron) Afb. 138. | Arch. principe 00190 (eigen bron) Afb. 139. | Arch. principe 00290 (eigen bron)

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 102 5.2 Bijlage overzicht

Bijlage 1.0 tot en met 6.0 zijn toegevoegd aan het verslag. De overige bijlagen zijn bouwkundige tekeningen en worden los van het verslag aangeleverd.

1.0 Projectplan 2.0 Reflectieverslag Inge Dijkstra 3.0 Reflectieverslag Willemke Snijders 4.0 Materialenmatrix 5.0 Multicriteria analyse materialen 6.0 Berekening Rc-waarde 7.0 Situatie tekening 8.0 Plattegrond 001 8.0 Dak aanzicht 8.0 Noord gevel 8.0 Oost gevel 8.0 Zuid gevel 8.0 West gevel 9.0 Details

Inge Dijkstra & Willemke Snijders Thema 4.3 & 4.4 | Afstudeer project het Floriade paviljoen 16-06-2011, Groningen 103 Bijlage 1.0 Projectplan

Datum 9-03-2011

Studenten Inge Dijkstra Studentnummer: 310272

Willemke Snijders Studentnummer: Projectplan afstuderen 304214 104

Datum 9-03-2011

Studenten Inge Dijkstra Studentnummer: 310272

Willemke Snijders Studentnummer: 304214

Afstudeerbegeleider Dhr. Robert Ovbiagbonhia Opdrachtgevers DAAD Architecten, Dhr. Rob Hendriks & Atelier D, Dhr. Ron de Vrieze

Gegevens opleiding Hanzehogeschool Groningen Zernikeplein 11 Projectplan afstuderen 9747 AS Groningen

1

104 105 Voorwoord

Dit projectplan is het begin van ons afstudeertraject. Tijdens het afstuderen willen wij ons verdiepen in aspecten die tijdens de 3,5 jaar studie bouwkunde niet of weinig naar voren zijn gekomen. De opdracht van het ontwerpen van het Floriade Paviljoen is geformuleerd door DAAD Architecten en Atelier D. Zij stellen ons de vraag om een paviljoen voor de Floriade 2012 te ontwerpen met een C2C (Cradle to Cradle) ambitie. Wij gaan hierin een stap verder en willen het paviljoen zo ontwerpen dat het volledig biologisch afbreekbaar is. Aan bouwkundigen en ontwerpers willen wij laten zien hoe er op een milieubewuste manier ontworpen en gebouwd zou kunnen worden. Aangezien er te veel afval en andere schadelijke stoffen door de bouw geproduceerd worden. Alle organismen op deze aarde weten zich te huisvesten zonder de aarde te verontreinigen. Naar ons idee moet de mens dit ook kunnen.

Groningen, 9 maart 2011

Inge Dijkstra & Willemke Snijders

2

106 Inhoudsopgave

Inleiding ...... 4 Projectorganisatie ...... 5 Aanleiding ...... 6 Projectomschrijving ...... 7 Achtergrond informatie ...... 8 Plan van Aanpak ...... 10 Resultaat ...... 13 Projectcompetenties ...... 15 Afspraken ...... 16 Planning ...... 17 Bronnen ...... 18 Bijlagen overzicht ...... 19

3

106 107 Inleiding

Het gebouw van de mens verbouwd de aarde met haar natuur en klimaat. Als toekomstige bouwkundigen en ontwerpers willen wij hier wat aan doen. Wij gaan een paviljoen ontwerpen dat volledig biologisch afbreekbaar is. In samenwerking met verschillende partijen gaan we dit project tot een goed resultaat brengen. Deze partijen staan genoemd in de project organisatie welke direct volgt na deze inleiding. Vervolgens wordt in de aanleiding onze motivatie voor dit project omschreven. Na de aanleiding volgt de opdrachtomschrijving. In de opdrachtomschrijving wordt dieper ingegaan op wat de opdracht inhoudt en hoe wij deze interpreteren. In het projectplan wordt regelmatig gesproken over hoogstwaarschijnlijk nog onbekende begrippen, zoals Cradle to Cradle (C2C) en de Floriade. Onder de kop achtergrond informatie worden een aantal van deze veel gebruikte begrippen toegelicht. Wij willen in deze afstudeerfase een paviljoen ontwerpen op basis van natuurlijke principes zodat het paviljoen volledig biologisch afbreekbaar is. Om deze doelstelling te kunnen behalen is er een plan van aanpak opgesteld waarin wordt omschreven hoe wij dit project willen aanpakken. Welke producten wij gaan leveren is te lezen onder de resultaten. Door producten plus de kwaliteit daarvan te omschrijven is het project afgebakend. Om dit project tot een goed resultaat te leiden zullen wij ook kritisch naar onszelf toe moeten zijn, daarom hebben wij afspraken en competenties opgesteld.

4

108

Projectorganisatie

In het kader van ons afstudeerproject hebben wij contact met verschillende partijen, onder andere met de opdrachtgevers van het project, afstudeer begeleider en proffesionals in ons werkveld. De gegevens van de partijen met met de meeste betrekking tot ons project zijn hieronder weergegeven.

Studenten: Inge Dijkstra Opdrachtgevers: Atelier D Studentnummer: 310272 Contact persoon: Dhr. Ron de Vrieze Adres: Beekland 9 E-mail Hanzehogeschool: [email protected] 9302 GM Roden Adres: Zernikeplein 11 Tel: +31 (0) 6 29 41 86 88 Atelier D: B0.60 E-mail Hanzehogeschool: [email protected] E-mail privé: [email protected] DAAD Architecten Contact persoon: Dhr. Rob Hendriks Willemke Snijders Bezoekadres: Paltz 21 Studentnummer: 304214 9411 PM Beilen Adres: Frederiksplein 2 Postadres: Postbus 5 9724 NH Groningen 9410 AA Beilen Tel: +31 (0) 6 42 55 60 15 Tel: +31 (0) 593 58 24 50 E-mail Hanzehogeschool: [email protected] Fax: +31 (0) 593 58 24 51 E-mail privé: [email protected] E-mail: [email protected]

Begeleider: Dhr. Robert Ovbiagbonhia Lezer: Dhr. Ron de Vrieze Kantoorlocatie: Zernikeplein 11 Kantoorlocatie: Zernikeplein 11 Kamer B1.56 Kamer: B1.59 Tel. +31 (0) 50 595 4626 Tel. +31 (0) 50 595 4013 E-mail Hanzehogeschool: [email protected] E-mail Hanzehogeschool: [email protected]

5

108 109 het milieu wordt geteisterd door het broeikas effect. Ook in de bouwsector worden bouwwerken nog te weinig op een duurzame wijze ontworpen, gebouwt en gebruikt.

Aanleiding Alles wat op dit moment leeft heeft het probleem en alles dat gaat leven krijgt het De (bouw)wereld heeft een probleem probleem wanneer deze manier van handelen zich voortzet. Dus de mens, andere dieren en de natuur, maar ook ons nageslacht zullen hier de dupe van worden.

De wijze waarop de mens haar gebouwen ontwerpt, bouwt en gebruikt is erg kortzichtig. Bouwwerken worden ontworpen en gebouwd volgens het principe ‘van wieg tot graf’, het Wij als ontwerpers willen rekening gaan houden met de kwaliteit van leven. Dit kunnen gebouw wordt na een aantal jaar weer afgebroken waardoor onnodig veel afval ontstaat. wij in ons vakgebied doen door duurzame oplossingen te vinden voor bouwwerken. Deze ontwerp methode stamt nog uit de principes van de industriële revolutie, daar waar Onder andere door duurzame materialen met een C2C ambitie toe te passen en energie alles ontworpen werd vanuit economisch oogpunt. De gevolgen van deze handelingen, zuinige oplossingen te vinden voor het gebruiken van een gebouw. Alle organismen op op de lange termijn, werden buiten beschouwing gelaten. Zoals de schadelijke effecten deze aarde, behalve de mens, weten te overleven zonder machines die allerlei schadelijke die afval en uitlaatgassen, dat onder andere geproduceerd wordt tijdens een stoffen en afval produceren. Hier kunnen wij als ontwerpers ook een voorbeeld aan bouwproces, op het milieu hebben. nemen.

Eind van de 18e eeuw in Engeland begon de industriële revolutie en vervolgde begin 19e eeuw in de rest van Europa. Tijdens de industriële revolutie vond de omschakeling van handmatig vervaardigde goederen naar machinaal vervaardigde goederen plaats. De toepassing van de stoommachine heeft een grote invloed gehad op de industriële revolutie, deze gaf een enorme inpuls aan de vervaardiging van producten. In plaats van de kleine ambachtelijke werkplaatsen die producten produceerden kwamen er grote fabrieken die deze taak overnamen. Tijdens de industriële revolutie werden de producten enkel ontworpen vanuit economisch oogpunt. Het begin van het einde, want hier zijn de productieprocessen begonnen die allerlei schadelijke stoffen in het milieu hebben veroorzaakt. In de tijd van de industriële revolutie was er een ander wereldbeeld dan dat wij nu hebben, er was geen besef dat het ontwerp en de ontwikkeling van producten invloed kon hebben op de gezondheid van de mens en de kwetsbaarheid van de natuur. En daar bevinden wij nu de gevolgen van.

De vele uitlaatgassen en het afval die vrijgekomen zijn door de mens ontworpen, onwikkelde, gebruikte en geproduceerde producten zijn zeer slecht voor de gezondheid van de mens en schadelijk voor het milieu. Jaren lang was er tijdens het ontwerpen en ontwikkelen van producten te weinig besef wat voor invloed dit op mens en milieu zou kunnen hebben. Daarnaast wordt er ook nog altijd te veel op een milieuonvriendelijke wijze energie gewonnen. Hierdoor krijgt de mens allerlei chemische stoffen in het lijf en

6

110

Projectomschrijving

De opdrachtbeschrijving

Het architectenbureau DAAD Architecten heeft van Erutan de opdracht gekregen om een tijdelijk paviljoen van ca. 500 m2 met een C2C ambitie te ontwerpen voor de Floriade 2012. De Floriade 2012 staat in het teken van C2C. Erutan wil het paviljoen gebruiken om haar tapijt, ontwikkeld volgens C2C principes, te promoten tijdens de Floriade 2012. Het tapijt is door enzymen technologie ontwikkeld en bevat door deze methode geen latex meer. Hierdoor zijn de samengestelde materialen waaruit het tapijt bestaat volledig herbruikbaar. Een eis van de Floriade 2012 is dat elk paviljoen op het Floriadeterrein moet beschikken over voorzieningen voor kinderen. Erutan wil, om aan deze eis van de Floriade 2012 te voldoen, proef experimenten opstellen waarmee de kinderen kunnen experimenteren. De Floriade 2012 verwacht dagelijks 35.000 bezoekers, deze stroom bezoekers moeten binnen vijf minuten door elk paviljoen geloods kunnen worden.

Atelier D en DAAD architecten zijn onze opdrachtgevers. DAAD Architecten wil in samenwerking met Atelier D zich binnen dit project richten op materiaal onderzoek met een C2C ambitie. Atelier D heeft ons hierbij gevraagd om ook naar biomimicry te kijken.

Hoe wij deze opdracht interpreteren

Het paviljoen voor de Floriade 2012 is een tijdelijk bouwwerk, daarom willen wij om aan de C2C ambitie van Erutan te voldoen een paviljoen ontwerpen dat volledig biologisch afbreekbaar is. Een paviljoen waarvan de materialen zo terug de natuur in gegooid kunnen worden zonder dat dit schadelijke gevolgen heeft voor het milieu. Wij gaan deze opdracht parallel aan DAAD Architecten uitvoeren, zodat we onze ideeën en oplossingen met die van DAAD kunnen vergelijken en op deze wijze van elkaar kunnen leren. Tijdens het ontwerpen gaan we op zoek naar materialen, welke de natuur niet verontreinigen, waaruit het paviljoen voor Erutan gerealiseerd zou kunnen worden. Gezien de natuur haarzelf niet verontreinigt, zou binnen deze opdracht biomimicry een methode kunnen zijn.

7

110 111 Floriade 2012 Achtergrond informatie Eens in de tien jaar vindt in ons land de Wereld Tuinbouw Expo plaats, beter bekend als de Floriade. In 2012 opent de zesde Floriade haar poorten, voor het eerst buiten de randstad, op het Floriadeterrein te Venlo. Het thema van de Floriade 2012 is C2C. Toelichting op veel gebruikte termen in het projectplan Floriade 2012 bestaat uit vijf unieke leefwerelden met elk een uniek programma en decor. Floriade 2012 kent de werelden: Environment, Relax & Heal, Green engine, Education & Innovation en World Show Stage. In deze verschillende leefwerelden voel, Atelier D zie en beleef je de natuur steeds op een andere manier. Het doel van de Floriade is aan de bezoekers laten zien wat tuinbouw kan en doet. Het gaat dan ook veel verder dan alles Het atelier Duurzaam is onderdeel van het kenniscentrum van de Hanzehogeschool wat groen is. De sector loopt voorop als het gaat om innovatie, hoogwaardige Groningen. Gevestigd in het gebouw aan Zernikeplein 11 te Groningen. Atelier D werkt technologie en duurzame productiemethoden. Daarnaast wil de Floriade mensen bewust met studenten en docenten aan projecten die kennis en inzicht opleveren over duurzame maken wat de invloed van alle tuinbouw gerelateerde producten zoals bloemen,planten, ontwikkelingen. Atelier D werkt daarin samen met externe partijen die informatie bomen, groenten en fruit op de kwaliteit van leven is. kunnen verschaffen, maar ook met partijen die atelier D vragen om onderzoek naar De toekomstige bestemming van het Floriadeterrein is een bedrijventerrein, Greenport duurzame ontwikkelingen en innovatie te doen. Het project waar wij aan gaan werken Venlo. Een Greenport is een verzameling van tuinbouw gelieerde bedrijven. Na de betreft een afstudeer opdracht waar voor het ontwerp van een paviljoen natuurlijke Floriade 2012 zullen een aantal bedrijven in beeldbepalende gebouwen , die zijn opgezet principes onderzocht worden. De vraag om natuurlijke principes te onderzoeken is vanuit voor de Floriade 2012, trekken. het architectenbureau DAAD architecten gesteld.

Duurzame ontwikkeling Biomimicry Een veel gehoord en gebruikt begrip is duurzaam, maar wat houdt duurzaam in? “Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die aansluit op de behoefte van het heden Letterlijk vertaald betekend biomimicry; ‘leer van de natuur’. De natuur heeft al vaak zonder het vermogen van de toekomstige generatie, om in hun eigen behoefte te oplossingen bedacht voor problemen waar de mens nog veel van kan leren. Daarnaast voorzien, in gevaar te brengen.”, aldus de VN-commissie Brundtlang uit 1987. doet de natuur dit ook nog eens vele malen efficiënter met betrekking tot energie- en Duurzaamheid gaat over het schaarste gebruik van hulpbronnen waarmee de welvaart materiaal gebruik. Ook voor de bouw kan de natuur een inspiratiebron zijn. voortgebracht wordt. Zowel nu als in de toekomst. Duurzame ontwikkelingen zijn nodig Een bekend voorbeeld is de termietenheuvel. Ongeacht de buitentemperatuur hanteert aangezien de bronnen van grondstoffen van de Aarde niet onuitpuntbaar zijn. een termietenheuvel altijd een constante temperatuur. Terwijl wij ons blauw stoken om Tegenwoordig worden duurzame ontwikkelingen ook als positieve bijdrage aan het een gebouw te verwarmen of de airco als een malle laten draaien om een gebouw koel te milieu gezien. De producten die de op aardolie gebasseerde producten vervangen zijn krijgen. Wij hebben voor de temperatuurregeling in een bouwwerk allerlei installaties vaak veel minder, tot niet, schadelijk voor het milieu. nodig. Hiermee verontreinigen we de Aarde en als we het met een termietenheuvel vergelijken, verbruikt de mens onnodig veel energie. Door te leren en zich te laten inspireren door de natuur zou de mens, vooral gezien de bouw, nog veel kunnen leren.

8

112 voedsel. Gebruikte materialen kunnen na hun bestaan weer nuttig worden ingezet bij DAAD Architecten andere producten of het materiaal is milieu-neutraal zodat het niet schadelijk is voor het milieu. De materialen zouden hierbij niet onder kwaliteitsverlies mogen lijden. Hiermee is DAAD Architecten is een middelgroot architectenbureau gevestigd in Beilen. Het de kringloop van producten rond. Het afval van gebruikte producten wordt voedsel voor architectenbureau is een van de externe partijen die betrokken is bij het kenniscentrum nieuwe producten. C2C kent drie principes, namelijk afval = voedsel, zon is de van de Hanzehogeschool Groningen. De opdracht om een paviljoen met C2C ambitie te energiebron en respect voor diversiteit. ontwerpen voor de Floriade 2012 komt dan ook bij DAAD architecten vandaan. De werkelijke opdrachtgever van het paviljoen, Erutan, heeft als wens uitgesproken het paviljoen op te bouwen uit materialen en technieken met een C2C ambitie. DAAD Architecten wil in samenwerking met studenten onderzoeken wat voor mogelijkheden er zijn gezien de materiaal keuze voor het paviljoen met C2C ambitie. Deze onderzoeksvraag hebben ze doormiddel van een afstudeeropdracht voorgelegd aan de Atelier D. DAAD architecten zal dan ook betrokken zijn bij deze afstudeeropdracht. Regelmatig zal er contact zijn tussen ons en het architectenbureau om het gemaakte werk en gevonden resultaten te bespreken. DAAD zal ook aanwezig zijn bij de peilingen en de beoordeling van het afstudeerproject.

Erutan ( naturE)

Erutan is de werkelijke opdrachtgever van het paviljoen voor de Floriade 2012. De opdrachtgever van DAAD Architecten. Erutan beweegt zich op het terrein van innovatie van tapijtproductie. Een groot probleem in de tapijtindustrie was het vinden voor een oplossing van de kilometers afgedankte tapijt. Doordat de boven- en onderkant van een tapijt uit verschillende op aardolie gebasseerde grondstoffen bestaat is optimale recyceling van dat tapijt niet mogelijk. Erutan heeft een oplossing gevonden, ze hebben een uitvinding gedaan om wol en jute met elkaar te verbinden zonder gebruik te maken van latex. Er wordt gebruik gemaakt van enzymentechnologie. Door deze uitvinding is het mogelijk om een tapijt geheel te recycelen. Erutan wil deze productinnovatie onder de aandacht van het publiek brengen in een duurzaam paviljoen tijdens de Floriade 2012.

C2C (Cradle to Cradle)

Letterlijk vertaald naar het Nederlands betekend C2C; ‘Wieg naar Wieg’. Veel producten worden geproduceerd met het principe ‘Wieg naar Graf’. Wanneer een product niet meer bruikbaar is wordt het afval. Afval is schadelijk voor het milieu en er worden vaak waardevolle materialen weggegooit. De kern van het C2C principe houdt in: afval is 9

112 113

Plan van Aanpak

Het afstudeerproject bestaat uit drie fases: de onderzoeksfase, de ontwerpfase en de uitwerkingsfase. In het Plan van Aanpak wordt per onderdeel aangegeven waar de focus op ligt, welke methode wordt toegepast en wat het resultaat is.

Het onderzoek

Het onderzoek wordt gedaan zodat er een antwoord gevonden kan worden op de hoofdvraag. De hoofdvraag is een logische vraag als gevolg van de probleemstelling. Aan de hand van deelvragen wordt gezocht naar een antwoord op de hoofdvraag. Alle deelvragen samen moeten antwoord geven op de hoofdvraag. De deelvragen zorgen ervoor dat het onderzoek wordt ingeperkt en hanteerbaar wordt gemaakt [afb.1].

Probleemstelling

Een tijdelijk paviljoen voor Erutan, met als functie een informatie centrum, gebaseerd op C2C principes voor de Floriade 2012 te Venlo.

Hoofdvraag

Hoe kunnen natuurlijke principes toegepast worden of als basis dienen voor het ontwerp van een paviljoen zodat het paviljoen volledig biologisch afbreekbaar is?

Keywords: Natuurlijke principes, het paviljoen, biologisch afbreekbaar

Afb. 1. Organogram Plan van Aanpak (auteurs)

10

114 Deelvragen Deelvraag 3: Wat wil Erutan? Deelvraag 1: Wat zijn biologisch afbreekbare processen? In dit onderzoek wordt het Programma van Eisen (PVE) onderzocht dat Erutan heeft Om te onderzoeken hoe biologisch afbreekbare processen toegepast kunnen worden in opgesteld. Het gaat hierbij om de eisen die vooraf kunnen worden vastgesteld waaraan het ontwerp van een gebouw zullen we reeds gerealiseerde gebouwen, die ook volledig het ontwerp moet voldoen zoals het aantal ruimten, de functie van de ruimten en de terug te geven zijn aan de natuur, analyseren. Dit onderzoek zal met name betrekking oppervlakte van de ruimten. We onderzoeken welke mogelijkheden het PVE biedt voor hebben op biologisch afbreekbare materialen die bij gerealiseerde gebouwen zijn het ontwerp. Naast de verkenning van het PVE wordt ook de functie, het toegepast. informatiecentrum, van het paviljoen geanalyseerd aan de hand van een referentie en precedentenstudie. Het materiaalonderzoek behandelt de scheidende onderdelen zoals de wanden, vloeren en daken. Waar nodig zullen de eigenschappen van de toegepaste materialen Onderzoeksmethode: Verkenning en analyse van het PVE, Referentie- en precedentenstudie bouwkundig en/of ecologisch worden onderzocht van bijvoorbeeld constructief, Resultaat: Verslaglegging PVE analyse, referenties en precedenten thermisch, vochtwerend en ventilatie tot de biologisch afbreekbaarheid van het Deelvraag 4: Wat betekent de Floriade 2012? materiaal. Het paviljoen zal deel uitmaken van een bijzondere context. De Floriade 2012 is de Naast het zoeken naar volledig biologisch afbreekbare materialen zijn we ook Wereld Tuinbouw Expo met dit jaar C2C als thema. Naast het doel en de doelgroep van geïnteresseerd in andere duurzame bouw- en ontwerpmethoden. We zullen naast deze de Floriade 2012 zal ook de terreinindeling geanalyseerd worden. Aspecten zoals de deelvraag kijken naar bouwkundige systemen zoals koelen, verwarmen en ventileren. wegen en voetpaden, toekomstige bebouwing en groen/blauw structuren van het Biomimicry betekend grofweg “leren van de natuur”. We gaan onderzoeken welke Floriadeterrein zullen in dit onderzoek worden behandeld. alternatieve materialen, die direct terug te geven zijn aan de natuur, we toe kunnen passen op het ontwerp. Onderzoeksmethode: Literatuurstudie, verkenning en analyse van de context Resultaat: Verslaglegging context Onderzoeksmethode: Literatuurstudie, precedentenstudie , informatie inwinnen bij leveranciers en adviseurs Deelvraag 5: Welke uitgangspunten en randvoorwaarden uit voorgaande Resultaat: Precedentanalyses, documentatie van materialen en systemen deelvragen kunnen toegepast worden op het Floriade paviljoen?

Deelvraag 2: Wat is een paviljoen? De resultaten van de voorgaande deelvragen worden vertaald naar randvoorwaarden en uitgangspunten waarmee we vervolgens een concept ontwikkelen. Het eindresultaat van de afstudeeropgave is een Definitief Ontwerp van een paviljoen. We onderzoeken welke typen paviljoens er zijn door reeds gerealiseerde paviljoens te Tijdens de uitwerkingsfase zal een terugkoppeling plaatsvinden naar deze deelvraag. analyseren. Uit dit onderzoek moet duidelijk worden welke materialen en systemen geschikt zijn voor Onderzoeksmethode: Typologieën studie, referentie- en precedentenstudie het paviljoen. Criteria waar op gelet wordt zijn o.a. de architectonische waarde en de Resultaat: Verslaglegging typologieën, referenties en precedenten volledig biologische afbreekbaarheid.

Onderzoeksmethode: Multicriteria analyse

Resultaat: Architectonische en bouwkundige uitgangspunten voor het ontwerp welke resulteren in een concept.

11

114 115 De uitwerking Programma van Eisen Het Programma van Eisen is een logische set van uitgangspunten en randvoorwaarden waaraan het paviljoen moet voldoen.

Ontwerpfase Informatiecentrum Een bouwwerk waarin informatie wordt vertrekt aan bezoekers. De uitkomsten van het onderzoek gebruiken we voor het ontwikkelen van een ontwerp van een paviljoen. Tijdens de ontwerpfase vindt een vertaalslag plaats van het concept Context naar een tastbaar beeld, het ontwerp. Alle eisen die betrekking hebben op het PVE, Het geheel van omgevingselementen zowel stedenbouwkundig als maatschappelijk. typologie en context zullen in deze fase worden verwerkt tot een Schets Ontwerp (SO). Het SO zal voornamelijk bestaan uit visuele beelden op schetsmatig niveau. Integraal proces Een proces wat alle deelprocessen omvat. Methode: Studie naar de vorm, compositie en indeling d.m.v. modellen en schetsen Resultaat: Vorm, compositie en indeling

Risico Uitwerkingsfase Het plan van aanpak is volgens een structuur opgezet waarmee beoogd wordt een goed eindresultaat te halen. Het is echter niet uitgesloten dat wordt afgeweken van deze De uitwerking van het ontwerp is een integraal proces. In de uitwerkingsfase zullen we structuur indien dit tot een beter eindresultaat leidt. terugkoppelen naar deelvraag 5. Alle bouwkundige aspecten zoals materialen, hoofddraagconstructie en systemen worden geïntegreerd in het ontwerp welke in de ontwerpfase tot stand is gekomen.

Methode: Uitwerken bouwtechniek in samenhang met ruimtelijk ontwerp Resultaat: Een integraal ontwerp op DO niveau

Begrippen

Tijdelijk (Florade paviljoen) Het Floriade paviljoen zal alleen tijdens de Wereld Tuinbouw Expo in gebruik zijn. Met tijdelijk bedoelen wij de duur van de Wereld Tuinbouw Expo, welke geopend is van 5 april’12 tot 7 oktober’12. Het paviljoen zal daarom een levensduur van ±6 maanden hebben.

Natuurlijke principes Met natuurlijke principes bedoelen wij natuurlijke grondstoffen en systemen (verwarmen, koelen en ventileren) die gebaseerd zijn op de natuur.

12

116 Concept Een concept is een gedachte of visie waar veel ontwerpbeslissingen aan vasthangen. Het Resultaat concept vormt de basis voor het ontwerpproces.

Om onduidelijkheden te voorkomen is de afstudeeropgave afgebakend. De producten Risico die wij gaan leveren zijn in dit hoofdstuk opgenomen met daarbij een afbakening van relevante begrippen. Het onderzoek is gericht op het vinden van materialen die volledig terug te geven zijn aan de natuur. Wanneer wij echter geen materialen of systemen kunnen vinden die volledig biologisch afbreekbaar zijn zullen wij op zoek gaan naar de meest duurzame variant Het onderzoek daarop.

Te leveren producten De uitwerking Voor het ontwikkelen van een ontwerp zal het onderzoek de volgende producten leveren: Te leveren producten . Precedenten en referenties van gebouwen die volledig terug te geven zijn aan de

natuur; In de ontwerpfase wordt een SO ontwikkeld waarna deze in de uitwerkingsfase verder . Documentatie van, voor ons relevante, volledig biologisch afbreekbare wordt ontwikkelt van Voorlopig Ontwerp (VO) tot Definitief Ontwerp (DO). materialen; . Documentatie van, voor ons relevante, systemen gebaseerd op natuurlijke Om het eindresultaat te presenteren zullen wij de volgende producten leveren: principes; . Verslaglegging paviljoen typologieën; . Situatie DO . Verslaglegging PVE analyse; . Plattegronden DO . Precedenten en referenties van informatie centra; . Doorsneden DO . Verslaglegging context analyse; . Gevels DO . Architectonische en bouwkundige uitgangspunten en randvoorwaarden; . Details DO . Concept. . Concept draagconstructie . Concept installaties Product afbakening

Verslaglegging Informatie schriftelijk vastleggen aan de hand van tekst en beeld.

Documentatie Documentatie is een verzameling van productinformatie.

13

116 117 Product afbakening

Schets Ontwerp (SO)

Visuele beelden op schetsmatig niveau. De vorm, compositie en globale indeling zijn in het SO weergegeven aan de hand van handschetsen en modellen (maquettes en evt. 3D-

modellen).

Voorlopig Ontwerp (VO)

Het ontwerp uitgetekend in Autocad. Bij het VO kunnen nog enige wijzigingen in het ontwerp worden doorgevoerd. Van de situatie, plattegronden, doorsneden, gevels en details zijn de eerste technische tekeningen gemaakt in Autocad. Van de draagconstructie en installatie staat het concept vast.

Definitief Ontwerp (DO)

Het DO is gedetailleerd en bouwtechnisch uitgewerkt en uitgetekend in Autocad. Alle keuzes zijn definitief en resulteren in een integraal ontwerp van het paviljoen.

14

118 In Tijd gezet Projectcompetenties Gedurende de hele afstudeerperiode Febr’11 - juni’11 Binnen het afstudeerproject passen we onze behaalde competenties zelfstandig en geïntegreerd toe. Daarnaast verwerven we nieuwe competenties in de richting van de afstudeer profielkeuze, bouwkunde/architectuur 1e fase. BWK14: SC03: Samenwerken ((Multi)disciplinair samenwerken)

Naast de individuele competenties [bijlage 1 en 2] zijn er ook projectcompetenties opgesteld waar wij gezamenlijk aan gaan werken. De gezamenlijke competenties zijn Specifiek volgens de SMART-methode geformuleerd (Specifiek, Meetbaar, Activerend, Realistisch Zowel interdisciplinair als multidisciplinair samenwerken in een team. Inzicht in en in Tijd gezet), zodat de te behalen competenties goed geformuleerd en realistisch besluitvormingstrajecten en weten hoe een draagvlak gecreëerd kan worden voor de zijn. eigen inbreng.

Meetbaar In het projectplan zijn concrete afspraken gemaakt met betrekking op de samenwerking. BWK10: A02 + A03: Proces beheersen en Projectmatig werken Denk hierbij aan de afgesproken werkuren en aanwezigheid bij vergaderingen.

Specifiek Activerend De afstudeergroep stelt een projectplan en Plan van Aanpak op en maakt daarbij gebruik Iedereen houdt zich aan de regels en gemaakte afspraken. Elk teamlid is in staat van modellen, geeft prioriteiten in het werk aan en levert resultaten volgens de planning feedback te geven en staat open voor feedback, daarbij toont ieder respect en aandacht op. voor de ander. Elk teamlid toont initiatief, doet voorstellen en komt met suggesties zowel procesmatig als inhoudelijk. Meetbaar Het afstudeerproject is planmatig opgezet in het projectplan. Door consequent het Realistisch projectplan te hanteren wordt het project ook daadwerkelijk planmatig uitgevoerd. De Een optimale samenwerking helpt bij het leveren van een hoogwaardig eindproduct. Elk resultaten die zijn omschreven in het projectplan zullen worden bereikt doormiddel van teamlid is voldoende assertief en kent haar eigen verantwoordelijkheden. persoonlijke inbreng in het projectteam op basis van overleg en samenwerking. In Tijd gezet Activerend Gedurende de hele afstudeerperiode Ieder individu zal een bijdrage leveren aan het tot stand komen van het projectplan en Febr’11 - juni’11 het Plan van Aanpak. Daarnaast zal iedereen actief deel nemen aan de (projectteam) overleggen en houdt ieder rekening met de belangen, werkwijzen en resultaten van de teamgenoot. Elk teamgenoot levert een persoonlijke bijdrage aan het project door

volgens vooraf vastgestelde planning en activiteiten te werken.

Realistisch Het projectplan is een verplicht onderdeel van het afstuderen en dient naast een concrete uitwerking van de projectomschrijving als basis voor de eindbeoordeling.

15

118 119

Afspraken

Om het afstudeerproject in goede banen te leiden zijn er afspraken opgesteld. Het Afspraken met de afstudeerbegeleider betreft afspraken tussen de verschillende partijen die bij het afstudeerproject betrokken zijn. Bij ondertekening van het contractstuk [bijlage 3] gaan alle partijen akkoord met het . Één keer in de twee weken vindt een vergadering plaats op Zernikeplein 11 met projectplan en alle hierin gestelde voorwaarden, definities en afspraken. de afstudeergroep en de afstudeerbegeleider; . Tijdens iedere vergadering wordt de datum en tijd van de volgende vergadering vastgelegd; Onderlinge afspraken . Tijdens iedere vergadering zal een lid van de afstudeergroep de taak als notulist op zich nemen; . De werkweek bestaat uit 5 dagen; . De notulen worden door de notulist binnen twee dagen verspreid per mail aan . Werktijden zijn van ±9.00-17.00 uur; alle deelnemers van de vergadering. . Er wordt gewerkt conform overeengekomen groepsprocesplanning; . Gedurende de afstudeerperiode wordt door alle groepsleden een logboek bijgehouden; Afspraken met DAAD architecten . Afwezigheid vroegtijdig en beargumenteerd melden bij je afstudeergenoot. . DAAD architecten zal ons informatie verstrekken betreffende de opdracht; . DAAD architecten zal een kopie van ons afstudeerwerk ontvangen. Afspraken met Atelier Duurzaam

. Iedere week beschikken we van woensdagmiddag t/m vrijdag over twee werkplekken van Atelier Duurzaam; . Wanneer voldoende werkplekken beschikbaar zijn zullen we ook van maandag t/m woensdag werken in Atelier Duurzaam. Mocht dit niet mogelijk zijn dan zullen we ons werk voortzetten in projectruimten op Zernikeplein 11; . Gedurende de hele week kunnen wij gebruik maken van de diensten van Atelier Duurzaam; . Wanneer het van belang is zullen wij informatie uitwisselen met andere afstudeergroepen binnen Atelier Duurzaam; . Wij volgen de colleges Onderzoeksmethodiek door mw. O. Buiter.

16

120

Planning

Belangrijke data

15-03-2011 Kickoff afstuderen 09-03-2011 Inleveren projectplan 20-06-2011 Afstudeerverdedigingen 17-03-2011 Peiling afstuderen 22-06-2011 Afstudeerverdedigingen 22-03-2011 Peiling afstuderen 28-06-2011 Afstudeerverdedigingen 25-05-2011 Voorlichting afstudeerverdediging 30-06-2011 Afstudeerverdedigingen 14-06-2011 Inleveren afstudeerverslag 13-07-2011 Diplomering

Februari Maart April Mei Juni week 7 week 8 week 9 week 10 week 11 week 12 week 13 week 14 week 15 week 16 week 17 week 18 week 19 week 20week 21 week 22week 23

Projectplan Onderzoek Deelvraag 1 Deelvraag 2

Deelvraag 3 excursieArchitectuur Deelvraag 4 Deelvraag 5 verslaglegging deelvragen Ontwerpfase Verslaglegging ontwerpfase Uitwerkingsfase Plattegronden Doorsneden

Gevels Details Concept draagconstructie Concept installaties Eindverslag 17

120 121 Bronnen

Literatuur Braungart, M. & McDonough, W. (2007) Cradle to Cradle - Afval = Voedsel (Heeswijk) Search Knowlegde B.V.

Feijen, E. & Trietsch, P. (2007) Snel Afstuderen! Stap voor stap naar een geslaagde scriptie (Bussum) Uitgeverij Coutinho B.V.

Thackara, J. (2010) Plan B, ontwerpen in een complexe wereld (Amsterdam) SUN

Documenten Hekkema, A. & Broeksma, F. (2010) Competentieprofiel Bouwkunde, Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele techniek (Groningen) Hanzehogeschool Groningen

Websites www.floriade.nl www.biomimicry.nl http://www.watmaakjijervan.nl/nieuws-tapijt/158-erutan http://nl.wikipedia.org/wiki/Duurzame_ontwikkeling cradletocradle.nl

18

122 Bijlagen overzicht

1.0 Persoonlijke competenties Inge Dijkstra

2.0 Persoonlijke competenties Willemke Snijders

3.0 Contractstuk

19

122 123 peiling Datum Naam afstudeerproject Naam Studentnummer Studentnummer Naam student Naam Bouwkunde Architectuur, voor Academie en Civiele Techniek Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 afstuderen Eindcijfer Opmerkingen advies / professional: Opdrachtgever (lezer) (afstudeerbegeleider) Naam verdediging Datum examencommissie G Peiling Opmerkingen (lezer) (afstudeerbegeleider) R. Ovbiagbonhia Ir. Naam Uitstroomrichting Opleiding Architectuur, voorAcademie Bouwkunde Civiele en Techniek ezien afstudeercoördinator namens afstudeercoördinator ezien

: ………………………………………………… : : : : Bouwkunde/ : ………………………………………………… :

Het 310272.. Inge Dijkstra. Inge Architectuur 1 Architectuur

handtekening handtekening paraaf F loriade paviljoen……………… loriade

… ……………………………………

g Civiele Techniek Civiele ………………………………… o / e

fase

no gono ………………………… datum

(svp omcirkelen) (svp

.

……… paraaf opmerking

Pagina Pagina

1

van

6

124

Toetsings- en beoordelingsmatrix afstuderen1

Beroepsspecifieke competenties: Nr.2 Te bereiken beroepsspecifieke competenties Prestatie indicatoren Behaald (te noteren door de student) resultaat3 competenties Bijbehorende activiteiten project gerelateerd + producten

B01 Ontwikkelen projectdefinitie . De wensen van de opdrachtgever, de belangen van derden, maatschappelijke belangen en aspecten als Activiteiten project gerelateerd: haalbaarheid en uitvoerbaarheid zijn vertaald tot . Concretiseren probleemstelling en de informatiebehoefte analyseren en een set van uitgangspunten en randvoorwaarden. definiëren om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. . Informatie verzamelen over: . De relevante randvoorwaarden en uitgangspunten - Biologisch afbreekbare processen; worden in een logische set van eisen (PVE) - Materialen die voor ons onderzoek relevant zijn; omgezet. - Duurzame systemen (koelen, verwarmen, ventileren); - Paviljoen typologieën; - Mogelijkheden PVE opdrachtgever; - De context (Floriade 2012). . Informatie beoordelen op bruikbaarheid en validiteit. . Uitgangspunten en randvoorwaarden opstellen op het gebied van: - Techniek - Esthetica - (woon en leef-) milieu . Het ontwerp toetsen aan het door ons opgestelde PVE.

Producten: . Probleemstelling, onderzoeksvraag en deelvragen opgesteld in het projectplan.

1 Voor de prestatie-indicatoren en beoogde eindresultaten van de competenties zie de competentieset Bouwkunde/Civiele Techniek, beroepscompetenties, algemene hbo competenties, 2003 2 Nummer volgens de competentieset. 3 Kwalificatie onvoldoende, voldoende of goed.

paraaf

Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Pagina 2 van 6

124 125 Nr.2 Te bereiken beroepsspecifieke competenties Prestatie indicatoren Behaald (te noteren door de student) resultaat3 competenties Bijbehorende activiteiten project gerelateerd + producten

. Verslaglegging van relevante informatie uit ons onderzoek. . Uitgangspunten en randvoorwaarden op het gebied van: - Techniek - Esthetica - (woon en leef-) milieu . Nieuw PVE

B02 Alternatieven en varianten opstellen en beoordelen in de . Een set alternatieven en varianten op SO en VO ontwerpfasen VO en DO niveau.

Activiteiten project gerelateerd: . Een voorkeursalternatief dat zal worden uitgewerkt . Vertalen van het PVE in ontwerpvisies (het concept). tot een DO. . Een passende ontwerpmethodiek kiezen. . Onderscheidende alternatieven in het VO op een zodanig niveau dat een . De varianten/alternatieven passen binnen de kaders keuze mogelijk is. van het PVE. . Ontwerpschetsen maken. . Alternatieven beschrijven. . De alternatieven en varianten bieden alle informatie . Een passende selectiemethodiek kiezen. die nodig is voor de verder uitwerking. . Een voorkeursalternatief uit het VO verwerken tot DO. . (detail) tekeningen maken. . Het DO is volledig uitgewerkt en de daartoe gemaakte keuzes zijn deugdelijk gemotiveerd. Producten: . Een ontwerpvisie (het concept) . Ontwerpschetsen . Alternatieven in het SO . Alternatieven in het VO . Schets Ontwerp . Voorlopig Ontwerp . Definitief Ontwerp

paraaf

Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Pagina 3 van 6

126 Nr.2 Te bereiken beroepsspecifieke competenties Prestatie indicatoren Behaald (te noteren door de student) resultaat3 competenties Bijbehorende activiteiten project gerelateerd + producten

. Tekeningen: - Situatie DO - Plattegronden DO - Doorsneden DO - Gevels DO - Details DO - Concept draagconstructie - Concept installaties

paraaf

Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Pagina 4 van 6

126 127 Algemene HBO competenties: Nr. Algemene HBO competenties Kenmerkende activiteit Resultaat (het product, bewijs) A-01 Denken in modellen, systemen en processen

Een analyse van het voorliggende vraagstuk, resulteren in oplossingen. . Een heldere probleem definiëring. . Functionele deelonderzoeken die in het totale traject herkenbaar zijn. . Oplossingen zijn (getoetst op aspecten) werkbaar/bruikbaar. . Oplossingen zijn beargumenteerd o.b.v.: - Relevante (wetenschappelijke) inzichten - Theorieën - Concepten - Onderzoeksresultaten A-02 Proces beheersen

Goed lopende werkprocessen . Plan van Aanpak . Projectplan . Planning A-03 Projectmatig werken

Een projectteam dat op basis van overleg en samenwerking de in het projectplan . Persoonlijke inbreng in het projectteam dat op basis beschreven resultaten bereikt. van overleg en samenwerking de in het projectplan beschreven resultaat bereikt. A-04 Veilig-, duurzaam- en kwaliteitsbewust handelen (optie) (optie) Optimalisering van het werk naar veiligheid, duurzaamheid en kwaliteit. . Het werk en het resultaat voldoen aan de vooraf gestelde ecologische eisen.

paraaf

Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Pagina 5 van 6

128 Sociaal communicatieve competenties: Nr. Sociaal communicatieve competenties Kenmerkende activiteit Resultaat (het product, bewijs) SC-01 Communiceren4 Effectieve communicatie: begrijpen en begrepen worden; mondeling zowel als . Notulen schriftelijk. . Presentatie in het Nederlands . Verslagen: Plan van Aanpak, Afstudeerscriptie, toelichtingen bouwtekeningen SC-03 Samenwerken Het vooraf vastgestelde gemeenschappelijke doel is bereikt door een optimaal . Goede multidisciplinaire samenwerking gebruik van een ieders kwaliteiten.

Zelfsturende competenties: Nr. Zelfsturende competenties Kenmerkende activiteit Resultaat (het product, bewijs) Z-01 Zelfverantwoordelijk werken Doorzettingsvermogen en ambitie maken het mogelijk prestatiegericht te kunnen . Competentie set blijven werken, ook onder tegenvallende omstandigheden. . Product en competenties komen overeen. . Het eindresultaat toont voldoende aan dat er aan de competentie-eisen is voldaan. Z-02 Zelfverantwoordelijk leren Oude kennis op een nieuwe manier gebruiken . Alternatieve materialen toepassen in het ontwerp Zichzelf als professional ontwikkelen door middel van zelfreflectie. Zicht hebben op . Reflectieverslag afstudeeropgave kwalificaties waarover men al beschikt en zicht hebben op de reikwijdte van deze kwalificaties Vormgeven aan eigen kennismanagement. . Reflectieverslag afstudeeropgave

4 Inclusief presentatie tijdens de verdediging en de kwaliteit van de beantwoording van de vragen.

paraaf

Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Pagina 6 van 6

128 129 peiling Datum Naam afstudeerproject Naam Studentnummer Studentnummer Naam student Naam Uitstroomrichting examencommissie Bouwkunde Architectuur, voor Academie en Civiele Techniek Beoorde afstuderen Eindcijfer Opmerkingen advies / professional: Opdrachtgever (lezer) (afstudeerbegeleider) Naam verdediging Datum G Peiling Opmerkingen (lezer) (afstudeerbegeleider) Naam Opleiding Architectuur, voorAcademie Bouwkunde Civiele en Techniek

ezien afstudeercoörd ezien

lingsformulier afstuderen versie februari 2011

inator namens inator

: ………………………………………………… : : : : : Bouwkunde/Civiele Techniek (svp omcirkelen) (svp Techniek : Bouwkunde/Civiele : …………………………………………………

Willemke Snijders... Willemke Het Floriade Paviljoen Het Floriade 304214.. Architectuur..

handtekening handtekening paraaf

… ……………………………………

g ………………………………… o /

no gono ………………………… datum ………………………

paraaf opmerking

Pagina Pagina

1

van

4

130 Toetsings- en beoordelingsmatrix afstuderen1

Beroepsspecifieke competenties: Nr.2 Te bereiken beroepsspecifieke competenties Prestatie indicatoren Behaald (te noteren door de student) resultaat3 competenties Bijbehorende activiteiten projectgerelateerd + producten BWK01 Ontwikkelen Projectdefinitie

Definiëren/uitwerken vraag, opstellen haalbaarheidsoverzoek, opstellen . De wensen van de opdrachtgever, de PVE. belangen van derden, maatschappelijke belangen en aspecten als haalbaarheid en uitvoerbaarheid zijn vertaald tot een set van uitgangspunten en randvoorwaarden. . De relevante randvoorwaarden en uitgangspunten worden in een logische set van eisen (PVE) omgezet. BWK02 Alternatieve en Varianten opstellen en beoordelen in de ontwerpfasen VO en DO.

Het VO, Het DO, De ontwerpschetsen, Stedebouwkundige Visie, . Een set alternatieven en varianten op het Massastudie, 3D-visualisatie niveau van een voor ontwerp. . Een set tekeningen en omschrijvingen van alle alternatieven en varianten in het DO en de uiteindelijke variant van het DO. . Een voorkeursalternatief dat zal worden uitgewerkt tot een definitief ontwerp. Algemene HBO competenties:

1 Voor de prestatie-indicatoren en beoogde eindresultaten van de competenties zie de competentieset Bouwkunde/Civiele Techniek, beroepscompetenties, algemene hbo competenties, 2003 2 Nummer volgens de competentieset. 3 Kwalificatie onvoldoende, voldoende of goed.

paraaf

Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Pagina 2 van 4

130 131 Nr. Algemene HBO competenties Kenmerkende activiteit Resultaat (het product, bewijs) A-01 Denken in modellen, systemen en processen

Een analyse van het voorliggende vraagstuk, resulteren in oplossingen. . Aan de oplossing ligt een heldere probleem definiëring ten grondslag. . De aanpak van vraag naar oplossing is systematisch. . Het onderscheiden van functionele deelstappen die in het totale traject herkenbaar zijn. . Oplossingen zijn werkbaar / bruikbaar. . Oplossingen zijn beargumenteerd. A-02 Proces beheersen

Goed lopende werkprocessen . Projectplan . Plan van aanpak . Planning A-03 Projectmatig werken

Een projectteam dat op basis van overleg en samenwerking de in het . Levert een bijdrage aan het tot stand komen van projectplan beschreven resultaten bereikt. een projectplan. . Neemt actief deel aan projectteam overleg. . Houdt rekening met belangen, werkwijzen en resultaten van collega’s. A-04 Veilig-, duurzaam- en kwaliteitsbewust handelen (optie) (optie) Optimalisering van het werk naar veiligheid, duurzaamheid en kwaliteit. . Het werk en het resultaat voldoen aan vooraf gestelde maatschappelijke, ecologische en economische eisen.

paraaf

Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Pagina 3 van 4

132 Sociaal communicatieve competenties: Nr. Sociaal communicatieve competenties Kenmerkende activiteit Resultaat (het product, bewijs) SC-01 Communiceren4 Effectieve communicatie: begrijpen en begrepen worden; mondeling zowel . Notulen. als schriftelijk. . Presentatie in het Nederlands. . Teksten in het Nederlands. SC-03 Samenwerken Het vooraf vastgestelde gemeenschappelijke doel is bereikt door een . Maakt concrete afspraken. optimaal gebruik van een ieders kwaliteiten. . Houdt zich aan de regels en gemaakte afspraken. . Is aanwezig gedurende de afgesproken uren. . Staat open voor feedback. . Neemt adequaat deel aan vergaderingen. . Legt verantwoording af over het eigen handelen.

Zelfsturende competenties: Nr. Zelfsturende competenties Kenmerkende activiteit Resultaat (het product, bewijs) Z-01 Zelfverantwoordelijk werken Doorzettingsvermogen en ambitie maken het mogelijk prestatiegericht te . Reflectieverslag. kunnen blijven werken, ook onder tegenvallende omstandigheden. Z-02 Zelfverantwoordelijk leren Oude kennis op een nieuwe manier gebruiken . Alternatieve materiaalkeuzes voor het project. Zichzelf als professional ontwikkelen door middel van zelfreflectie. Zicht . Neemt verantwoordelijkheid voor eigen hebben op kwalificaties waarover men al beschikt en zicht hebben op de loopbaan. reikwijdte van deze kwalificaties . Reflectieverslag. Vormgeven aan eigen kennismanagement. . Reflectieverslag.

4 Inclusief presentatie tijdens de verdediging en de kwaliteit van de beantwoording van de vragen.

paraaf

Beoordelingsformulier afstuderen versie februari 2011 Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Pagina 4 van 4

132 133 Contractstuk

Het projectplan is een bindend contractstuk en geldt naast het afstudeerreglement. Het plan bevat een concrete projectomschrijving en een plan van aanpak. Hierin staat een duidelijke omschrijving van het meetbare eindresultaat en de wijze waarop dit eindresultaat wordt behaald. Per student zijn de competenties aangegeven waaraan zal worden gewerkt en zijn de resultaten omschreven waaruit moet blijken dat de competenties zijn behaald.

Een schriftelijke aanvaarding van dit contract zorgt voor heldere afspraken tussen de partijen die bij het afstudeerproject betrokken zijn.

Ik verklaar hierbij het projectplan in zijn geheel te hebben doorgelezen en ga akkoord met de hierin gestelde voorwaarden, definities en afspraken.

Hanzehogeschool Groningen

Afstudeerbegeleider:

…………………………….. Ovbiagbonhia, R.

Datum:…………………..

Afstudeergroep

…………………………….. ……………………………..

Snijders, W. Dijkstra, I.

Datum:………………….. Datum:…………………..

134 Het Floriade Paviljoen

Peiling van het projectplan “Het Floriade Paviljoen”

Plaats en Datum: Groningen, 16.03.2011

Aanwezig: Robert Ovbiagbonhia (Afstudeerbegeleider) Ron de Vrieze (lezer) Willemke Snijders Inge Dijkstra

Afwezig: -

Notulisten: Willemke Snijders & Inge Dijkstra

134 135 Inleiding Analyse paviljoen De heer de Vrieze vroeg of wij onderzoek gaan doen naar wereld expo paviljoens welke Dit document vormt, naar aanleiding van de peiling op woensdag 16 maart’11, een ervaring hebben met grote hoeveelheden bezoekers. aanvulling op het projectplan. Het projectplan tezamen met deze aanvullingen zal als Wij zijn reeds begonnen met een analyse en een literatuurstudie naar ‘het Nederlandse afstudeerovereenkomst gelden tussen ons als groep en de opleiding. paviljoen’ voor de expo 2000 te Hannover. Overigens willen wij ons verdiepen in het

literaire werk ‘wereldtentoonstellingen’. Het projectplan in het algemeen Deelvragen Taalkundig zit het projectplan goed in elkaar en de grote lijnen zijn helder, wel waren er Gezien de inhoud van het onderzoek zijn alle deelvragen onderling aan elkaar kritische opmerking op het projectplan die voornamelijk als aanvulling gelden. gekoppeld. Ook het onderzoek is een integraal proces. Bijlage 004. De presentatie was duidelijk, netjes verzorgd en prettig om naar te luisteren. DAAD Architecten Het proces dat wij doorlopen loopt parallel aan dat van DAAD Architecten. Wij willen eens in de maand met DAAD Architecten overleggen over de uitwerkingen en bevindingen van Aanvulling op het projectplan de opgave en deze met elkaar vergelijken. Hierdoor kunnen wij van DAAD Architecten leren en zij van ons. Wanneer DAAD Architecten voor ons nuttige en of bruikbare Het onderzoek informatie hebben kunnen wij overwegen deze te verwerken in de opgave. Andersom geldt dit hetzelfde. Bijlage 004 Deelvraag 1 Tijdens de presentatie hebben wij aangegeven deelvraag 1 anders te formuleren. Brandveiligheid In het projectplan is deelvraag 1 als volgt geformuleerd: ”Wat zijn biologisch afbreekbare Onze nadruk ligt op het ontwerpen van het paviljoen en de uitwerking daarvan. De processen?”. Deze vraag wilden wij herschrijven als: “Wat zijn biologisch afbreekbare veiligheid van de bezoekers nemen we mee in de uitwerking van het ontwerp. Ons materialen?”. Wij zijn van mening dat wij geen biologen zijn die biologische processen ontwerp zullen we voorleggen aan een “brandveiligheids” deskundige. De opmerkingen moeten analyseren, maar bouwkundigen die biologisch afbreekbare materialen willen van de “brandveiligheids” deskundige zullen wij verwerken in het ontwerp. toepassen op een ontwerp. Volgens de heer de Vrieze is het van belang dat wij ook kijken naar de al bekende, biologisch afbreekbare, producten. Zodat wij niet het wiel opnieuw Detaillering gaan uitvinden. In het projectplan staat dat de details op Definitief Ontwerp niveau worden uitgewerkt.

We kiezen er voor deelvraag 1 te formuleren als: “Wat houdt een biologisch afbreekbaar Hiermee bedoelen wij de details die voor ons, de opdrachtgevers en de begeleider proces in?”. relevant zijn. Het is belangrijk om te weten wat een biologisch afbreekbaar proces is. Zodat we uit dit onderzoek randvoorwaarden en uitgangspunten kunnen formuleren die betrekking hebben op de biologische afbreekbaarheid van het paviljoen. De uitwerking van deze vraag is aan de aanvulling op deelvraag 1. Deelvraag 1 is beschreven in het projectplan.

Demontabel Wij zullen rekening houden met de levensduur van het paviljoen door het paviljoen zo te ontwerpen dat het demontabel is. Het paviljoen zal immers na de Floriade 2012 worden afgebroken.

136 Bijlage 004

136 137 heeft meer tijd in beslag genomen dan dat wij in de planning hadden staan. Echter hebben Bijlage 2.0 Reflectieverslag Inge Dijkstra wij dankzij een uitgebreid verkennend onderzoek snel een goede interpretatie van de ontwerpopgave kunnen ontwikkelen waarbij wij verder in het proces weer veel profijt van Beroepsspecifieke competenties hadden.

BWK01 Ontwikkelen projectdefinitie BWK02 Alternatieven en varianten opstellen en beoordelen in de ontwerpfa- Acties: sen VO en DO Voorafgaand aan het onderzoek heb ik samen met Willemke een projectplan opgesteld. Acties: In het projectplan is getracht de probleemstelling en een hoofdvraag zo concreet mogelijk Het nieuwe PVE is doorontwikkeld tot een integraal ruimtelijk concept “part of nature”. te omschrijven. Om de hoofdvraag behapbaar te maken hebben we geanalyseerd welke Het Mies van der Rohe paviljoen te Barcelona heeft als basis gediend voor het ontwerp. informatie nodig is om een antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag. Voor het Het ontwerpen vanuit één referentie kan gezien worden als onze ontwerpmethodiek. Aan verkrijgen van de verschillende informatie hebben we vervolgens een aantal deelvragen de hand van het opstellen van alternatieven en varianten hebben wij beargumenteerde opgesteld. Aan de hand van de deelvragen hebben wij informatie verzameld over: keuzes kunnen maken, zodat het Mies van der Rohe paviljoen is getransformeerd naar een • Een biologisch afbreekbaar proces; schets ontwerp (SO), het Floriade paviljoen, welke voldoet aan het nieuwe PVE. Tevens is • Biologisch afbreekbare materialen; geprobeerd iedere ontwerpkeuze te toetsen aan het concept“part of nature”. • Overige materialen die relevant waren voor het onderzoek; Het SO is doorontwikkeld naar een voorlopig ontwerp (VO) middels het opstellen van een • Fysische systemen en installaties; concept draagconstructie, concept bouwfysische systemen en installaties en het maken • Paviljoen topologieën en algemene kenmerken van paviljoens; van biologisch afbreekbare materiaalkeuzes. Vanuit deze gegevens zijn alternatieven • Het programma van eisen (PVE) van Erutan en de eisen uit het bouwbesluit; en varianten opgesteld voor de details, welke getoetst zijn aan het bouwbesluit. Onze • De context, de Floriade 2012. voorkeursalternatieven uit het VO hebben we tot slot kunnen verwerken tot een definitief ontwerp (DO), welke is weergegeven in een set DO tekeningen. Van ieder deelonderzoek worden de uitkomsten in de conclusies gegeven. De uitkomsten vanuit deze vooronderzoeken zijn aan de hand van een eigen interpretatie en het PVE van Erutan omgezet naar een set van uitgangspunten en randvoorwaarden. Deze Reflectie: uitgangspunten en randvoorwaarden zijn vervolgens doorontwikkeld naar een nieuw PVE Het ontwerpen vanuit één referentie gebouw, het Mies van der Rohe paviljoen te Barcelona, en een intergaal ruimtelijk concept “part of nature”. is zeer goed bevallen. Voor ons afstudeeronderzoek is immers de kennis over het materiaal gebruik en de toepassingsmogelijkheden hiervan meer waard dan een volledig zelf Reflectie: ontworpen paviljoen. Echter hebben wij wel een aantal ingrepen gedaan zodat het Mies Na goedkeuring van het projectplan zijn wij direct van start gegaan met het onderzoeken van der Rohe paviljoen is getransformeerd naar een Floriade paviljoen welke voldoet aan de van de deelvragen. Onze afstudeerbegeleider dhr. A.R. Ovbiagbonhia gaf ons advies eisen uit het nieuwe PVE en het concept. Doormiddel van het opstellen van alternatieven goed na te gaan welke bijdrage ieder deelonderzoek levert voor het beantwoorden en varianten hebben wij beargumenteerde keuzes kunnen maken, wat heeft geresulteerd van de hoofdvraag. Dit zijn we pas gaan doen toen de deelonderzoeken al behoorlijk in een SO. Het SO bestond uit visuele beelden op schetsmatig niveau. gevorderd waren. Er zal gerichter en efficiënter gewerkt kunnen worden als voor de We hebben bewuste materiaalkeuzes kunnen maken doordat we vanuit het SO een start van het onderzoek concrete hoofd- en deelvragen zijn gesteld en daarbij een goede concept draagconstructie en een concept bouwfysische systemen en installaties hebben onderzoeksstrategie is opgesteld. De verschillende deelonderzoeken moeten puur gericht opgesteld. Na de materiaalkeuzes is het paviljoen getoetst op de brandveiligheidseisen zijn op het beantwoorden van de hoofdvraag. aan de hand van het stappenplan van adviesbureau Nieman. De voorkeursalternatieven uit het VO zijn verder uitgewerkt tot een DO. De methode, De onderzoeksresultaten hebben wij direct “verslagwaardig” verwerkt, waardoor wij veel het opstellen van alternatieven en varianten, werkt effectief voor het maken van tijd hebben gewonnen bij de verslaglegging van het afstudeeronderzoek. Het kritisch beargumenteerde keuzes. Aangezien we veel tijd hebben besteed aan het onderzoek en beoordelen van elkaars werk heeft ervoor gezorgd dat we goed op de hoogte waren van werd het tijdsbestek waarin het ontwerp uitgewerkt moest worden naar een definitief elkaars werkzaamheden. Op deze manier hebben we veel van elkaar geleerd. ontwerp aardig krap. De tijd zal bij een vervolg opdracht beter moeten worden verdeeld over de verschillende onderdelen.

Het ontwikkelen van een totaalbeeld van de ontwerp opgave is van groot belang om correcte randvoorwaarden en uitgangspunten te vormen. Het verkennend onderzoek

138 Algemene HBO competenties A-03 Projectmatig werken Acties: A-01 Denken in modellen, systemen en processen We hebben samen het afstudeerproject tot een, naar ons idee, mooie resultaat gebracht. Dit hebben we onder andere gedaan door telkens elkaars werk te bestuderen, beoordelen Acties: en feedback te geven. Daarnaast zijn we blijven overleggen over de aanpak en opzet van Als gevolg van de probleemstelling hebben we een hoofdvraag geformuleerd. Alle stappen de verkregen resultaten en stukken. Hierdoor is het project één geheel geworden. en processen zijn gericht op het beantwoorden van de hoofdvraag. Vanuit de hoofdvraag zijn vier deelvragen opgesteld. Deze deelvragen zien wij als het verkennend onderzoek. Reflectie: Vanuit het verkennend onderzoek zijn randvoorwaarden en uitgangspunten opgesteld Het is belangrijk dat de leden van een projectteam goed overleggen, taken verdelen en welke hebben geresulteerd in een nieuw PVE. Het nieuwe PVE is doorontwikkeld tot elkaar op de hoogte te houden. Samen met Willemke heb ik goed projectmatig kunnen een concept. Vanuit het nieuwe PVE en het concept is het ontwerp voortgevloeid. Het werken. We hebben elkaars werk nagekeken en daarop feedback gegeven. Doormiddel ontwerp en de technische uitwerking kan gezien worden als een ontwerpend onderzoek. van goed overleg en een prettige samenwerking is de in het projectplan omschreven Het antwoord op de hoofdvraag wordt weergegeven aan de hand van afbeeldingen en een resultaat behaald. set DO tekeningen.

Reflectie: A-04 Veilig-, duurzaam- en kwaliteitsbewust handelen Tijdens het onderzoeken van de deelvragen hadden we meer gefocust moeten zijn op de Acties: bijdrage die de deelvragen kunnen leveren aan het beantwoorden van de hoofdvraag. Voor De werkzaamheden die we hebben verricht vallen binnen het atelier duurzaam (Atelier D). een volgend onderzoek zal het vroegtijdig opstellen van een goede onderzoeksstrategie Atelier D is een kenniscentrum van de Hanzehogeschool Groningen waar projecten met een juiste oplossing zijn. Het is goed dat wij onze onderzoeksstrategie hebben een duurzaam en innovatief karakter worden ondergebracht. Ook ons afstudeerproject aangescherpt, dit heeft geresulteerd in gerichte oplossingen welke bruikbaar waren voor is gekoppeld aan Atelier D. Ons onderzoek is gericht op de toepassingsmogelijkheden het vervolg van het project. Doormiddel van alternatieven en varianten op te stellen en van natuurlijke principes zodat het paviljoen volledig biologisch afbreekbaar is. Bij deze te beoordelen, hebben we beargumenteerde beslissingen kunnen nemen. Het iedere principe hebben we het begrip duurzaamheid mee genomen in de analyse. De afstudeerproject hebben we opgedeeld in drie onderdelen, het verkennend onderzoek, de materiaalkeuzes zijn niet alleen gericht op de biologische afbreekbaarheid, maar ook op ontwerpfase en de uitwerkingsfase. Deze systematische aanpak heeft ervoor gezorgd dat de levensduur en de bewerking. het afstudeerproject overzichtelijk is gebleven. Reflectie: A-02 Proces beheersen Doormiddel van het lezen van literatuur, zoals: Cradle to Cradle, Afval = voedsel en Plan B, ontwerpen in een complexe wereld, is het voor mij echt duidelijk geworden dat onze Acties: manier van ontwerpen en bouwen moet veranderen. In het projectplan hebben wij een plan van aanpak gegeven en een planning. Het plan van Dankzij dit afstudeeronderzoek hebben wij ervaren dat het anders kan, dat het gezonder aanpak heeft ons hou vast gegeven gedurende het proces. We hebben ons echter niet strikt is en het voldoening geeft wanneer je vanuit een duurzaam oogpunt ontwerpt. Het doel aan de planning gehouden. De tijd die we voor het onderzoek hadden gereserveerd bleek van het afstudeeronderzoek “een volledig biologisch afbreekbaar paviljoen” was niet achteraf niet realistisch te zijn. Echter hebben we tijdens het proces wel kleine planningen geheel realistisch, maar het onderzoek heeft uiteindelijk wel geresulteerd in een paviljoen opgesteld zodat binnen de korte tijdsbestek van het afstuderen toch het project voldoende welke voor minstens 90% procent uit organische materialen bestaat. Daarbij voldoet het afgerond kan worden. Uiteindelijk hebben we drie dagen uitstel aangevraagd voor het Floriade paviljoen aan de eisen die zijn gesteld in het bouwbesluit. inleveren van het afstudeerproject.

Reflectie: De planning van het afstudeerproject is anders verlopen dan we hadden voorgesteld. Om binnen het korte tijdsbestek van het afstuderen het afstudeerproject op tijd af te krijgen is het goed dat we steeds kleine “deel” planningen hebben opgesteld. Deze deel planningen gaven een goed overzicht van wat er nog moest gebeuren en hoeveel tijd we daar nog voor hadden. Een planning loopt altijd anders dan verwacht, wel is het raadzaam om de werkzaamheden in combinatie met de tijd in de gaten te houden.

138 139 Sociaal communicatieve competenties Zelfsturende competenties

SC-01 Communiceren Z-01 Zelfverantwoordelijk werken Acties: Acties: De communicatie tussen Willemke en mij vond grotendeels mondeling plaats. Al het Het hele afstudeertraject hebben we zelfstandig gewerkt. Het eindproduct komt naar ons werk is in goed overleg gedaan en hebben we elkaar feedback gegeven op het geleverde weten overeen met het de competentieset en toont voldoende aan dat aan de eisen is werk. Daarnaast hebben we ongeveer een maal per twee weken contact gehad met onze voldaan. afstudeerbegeleider, dhr. A.R. Ovbiagbonhia. Aan het begin van de afstudeerperiode hebben we aan de hand van een mondelinge presentatie in het Nederlands ons projectplan gepresenteerd aan onze afstudeerbegeleider en lezer. Het eindproduct van Reflectie: het afstudeeronderzoek wordt gepresenteerd middels een afstudeerverslag, een set DO Met veel enthousiasme hebben wij aan het afstudeerproject gewerkt. We hebben allebei tekeningen en een korte presentatie tijdens de verdediging. voldaan aan de verantwoordingen die we hebben gesteld.

Reflectie: Z-02 Zelfverantwoordelijk leren De communicatie tussen Willemke en mij verliep erg goed. De gegeven en gekregen Acties: feedback werd goed opgevangen en juist verwerkt. Daarnaast hebben we respect voor De kennis die wij de afgelopen jaren tijdens onze studie bouwkunde hebben gekregen elkaars mening en zijn we in alle gevallen tot een compromis gekomen. Getracht is zo hebben we tijdens deze afstudeeropgave op een alternatieve manier ingezet. Het doel van goed mogelijk contact te onderhouden met onze afstudeerbegeleider, al was het soms de opgave luidde immers “een volledig biologisch afbreekbaar paviljoen”. Hier hebben wij moeilijk om hem te bereiken. De bijeenkomstmomenten waren vaak niet gepland alternatieve materialen voor moeten inzetten. waardoor we alleen aantekeningen hebben gemaakt en geen notulen. De adviezen van onze afstudeerbegeleider waren erg waardevol en hebben zo een bijdrage geleverd aan de kwaliteit van het product. Reflectie: Het gebruik van alternatieve materialen heeft ons gedwongen om op een creatieve manier om te gaan met de kennis die we afgelopen jaren hebben opgedaan. Door op een andere De mondelinge presentatie die wij tot nu toe hebben gegeven is goed beoordeeld en de manier bezig te zijn met aangeleerde methodes laat het je nadenken over waar je werkelijk ook het verslag van het projectplan zit taalkundig goed in elkaar. mee bezig bent, in plaats van elke keer het kunstje opnieuw tonen.

SC-03 Samenwerken Acties: De werkzaamheden van ons afstudeerproject hebben plaats gevonden in Atelier D. We zijn hier alle werkdagen aanwezig geweest. De afspraken die we hebben gemaakt met betrekking op de samenwerking zijn allemaal nageleefd. Ieders kwaliteiten zijn daarnaast goed benut.

Reflectie: De samenwerking is goed verlopen. We hadden hetzelfde doel voor ogen en hebben daar allebei hard voor gewerkt. Wanneer ik een vraag had kon ik altijd bij Willemke terecht en anders om geldt naar mijn weten hetzelfde. Absentie ging in goed overleg. Het werken binnen Atelier D was een leerzame periode, ook gezien de andere groepen die er werkzaam waren.

140 onderdelen in de compositie varianten opgesteld en deze getoets aan het concept. (De Bijlage 3.0 Reflectieverslag Willemke Snijders randvoorwaarden, uitgangspunten en het programma van eisen hangen vast aan het concept.). Het SO is doorontwikkeld naar een voorlopig ontwerp VO middels het opstellen Beroepsspecifieke competenties van een concept draagconstructie, concept bouwfysische installaties en systemen en door de biologisch afbreekbare materiaalkeuzes. Vanuit deze gegevens zijn alternatieven en BWK01 Ontwikkelen projectdefinitie varianten opgesteld voor de details, welke getoets zijn aan de bouwbesluit eisen. Hierdoor hebben we de beste keuzes kunnen maken met betrekking tot de detaillering en de Actie: tekeningen verder kunnen uitwerken tot een set definitieve ontwerp tekeningen. In het vooronderzoek van het afstudeerproject is er een studie gedaan naar de wensen van de opdrachtgever (deelvraag 3.), maatschappelijke belangen (deelvraag 4.), Reflectie: paviljoens en de eisen die het bouwbesluit stelt aan een tijdelijk paviljoen. Om de De ontwerpmethode die wij gehanteerd hebben is goed bevallen. Het project is gefocust op haalbaarheid van het gebruik van biologisch afbreekbare in de bouw te toetsen iser het materiaalgebruik en minder op het leveren van een degelijk ontwerp. Zelf een ontwerp een onderzoek gedaan biologisch afbreekbare materialen (deelvraag 1). De uitkomsten maken zou te veel tijd hebben gekost. Door het opstellen van varianten en alternatieven vanuit deze vooronderzoeken zijn middels eigen interpretatie omgezet naar een set van hebben we bewuste en beargumenteerde keuzes kunnen maken met betrekking tot de uitgangspunten en randvoorwaarden. Deze set van uitgangspunten en randvoorwaarden transformatie van het bouwwerk. Door vanuit het SO een concept draagconstructie en zijn omgezet naar een Programma van Eisen. concept bouwfysica op te stellen hebben we bewuste materiaal keuzes kunnen maken met betrekking tot de eisen die deze concepten aan de materialisering stellen. Na deze Reflectie: keuzes is het paviljoen gestest aan de brandveiligheid eisen van het bouwbesluit. Na deze Nadat het projectplan goedgekeurd was, zijn we direct begonnen met het onderzoeken van ingrepen zijn de tekeningen van het bouwwerk door ontwikkeld naar een set definitieve de deelvragen. Tijdens het onderzoek zijn we pas gaan nadenken over wat de werkelijke ontwerp tekeningen. De methode die we gehanteerd hebben om het schets ontwerp bijdrage aan de hoofdvraag is en hoe we deze bijdrage konden realiseren doormiddel van door de ontwikkelen naar een definitief ontwerp, daar zijn er erg content mee. Wat we de het onderzoek. Deze volgorde was niet juist. Voordat we met het onderzoek begonnen volgende keer beter zullen doen is meer tijd uit trekken voor de bouwkundige uitwerking. hadden we goed moeten nadenken over de bijdrage van de deelonderzoeken aan de Door de tijd die we gebruikt hebben voor het onderzoek is er eigenlijk te weinig tijd over hoofdvraag en een goeie onderzoeksstrategie moeten opstellen. Door deze volgorde te gebleven voor de bouwkundige uitwerking. hanteren kan er gericht gewerkt worden wat veel tijd scheelt, een beter resultaat levert en daardoor veel meer voldoening geeft van het gedane werk. Tijdens het onderzoek hebben Algemene HBO competenties we alle verkregen informatie direct verwerkt en hebben we de resultaten door elkaar laten beoordelen. Hierdoor zijn we goed op de hoogte gebleven van elkaars werkzaamheden en hebben we, door vragen te blijven stellen, veel van elkaar kunnen leren. Ook in A-01 Denken in modellen, systemen en processen de eindfase van het afstuderen heeft het direct vastleggen van de gegevens veel tijd gescheeld, aangezien de onderzoeken al op papier stonden en daar weinig aan hoefde te Actie: gebeuren. Deze methode zal ik een volgende keer weer hanteren. Door de vele informatie Voordat het onderzoek gestart is is er een hoofdvraag geformuleerd, alle stappen en die verkregen was uit de onderzoeken, konden er gericht keuzes gemaakt worden welke processen zijn gericht om tot een oplossing van de hoofdvraag te komen. Vanuit de onderzoeksresultaten we betrekken zouden bij de randvoorwaarden en uitgangspunten. hoofdvraag zijn de deelvragen opgesteld. Deze deelvragen zien wij als het onderzoek. De randvoorwaarde en uitgangspunten omzetten naar een programma van eisen was een Vanuit het onderzoek zijn er randvoorwaarden en uitgangspunten opgesteld welke logisch gevolg. hebben geresulteerd in een Programma van Eisen. Vanuit het concept, dat een logisch gevolg van de randvoorwaarden, uitgangspunten en Programma van eisen is, is het BWK02 Alternatieven en Varianten opstellen en beoordelen in de ontwerpfa- ontwerp voortgevloeit. Het ontwerp resulteert middels bouwtechnische ingrepen in een set definitieve ontwerp tekeningen. sen, Voorlopig ontwerp VO en definitief ontwerp DO. Actie: Reflectie: De randvoorwaarden, uitgangspunten en het programma van eisen hebben geresulteerd Tijdens het onderzoek hadden we ons in het beginstadium beter moeten focussen op de in een schets ontwerp. We hebben onze uitgangspunten en randvoorwaarden los gelaten op een bestaand paviljoen. Deze ontwerpmethode heeft het bestaande paviljoen getransformeerd naar ons schetsontwerp. Om tot dit SO te komen hebben we voor de

140 141 hoofdvraag. Dit kan de volgende keer beter door een onderzoeksstrategie op te stellen A-04 Veilig-,duurzaam- en kwaliteitsbewust handeren en daarbij goed te bedenken wat de bijdrage van een deelvraag aan de hoofdvraag is. We zijn in een laat stadium begonnen met ons te richten op de hoofdvraag, dit heeft tijd Actie: gekost. Wel is het goed dat we ons werkwijze aangepast hebben, dit heeft geresulteerd Tijdens het afstudeer traject zijn we gefocust gebleven op het aspect duurzaamheid en de in gerichte oplossingen welke bruikbaar waren voor het vervolg van het project Bij bijbehorende kwaliteit van producten. Dit hebben we gedaan door tijdens het analyseren elke ontwerpbeslissing die we gemaakt hebben is teruggegrepen naar de hoofdvraag. van gegevens het begrip duurzaamheid mee te nemen in de analyse. Bij materiaalkeuzes Doormiddel van alternatieven en varianten op te stellen en deze de beoordelen hebben hebben we, naast de biologische afbreekbaarheid, gekeken naar de levensduur van het we beargumenteerde beslissingen kunnen nemen. Het gehele afstudeerproces is in te product, bewerking en naar de afkomst van producten. Wanneer een product van ver moet delen in drie stappen. Het onderzoek, van onderzoek naar ontwerp en van ontwerp naar komen vindt er immers meer emissie plaats dan wanneer er een product uit de regio wordt bouwtechnische uitwerking. Door deze systematisch aanpak gehanteerd te hebben is het gebruikt. afstudeerproject overzichtelijk gebleven en hebben we gericht kunnen werken. Reflectie: A-02 Proces beheersen Doordat we bewust bezig zijn gebleven met duurzaamheid, hebben we steeds meer vat gekregen op waarom wij duurzaam bezig willen zijn. We hebben gezien dat het anders Actie: kan, dat het gezonder is en het voldoening geeft wanneer je duurzaam bezig bent. Het is Voordat we aan het afstuderen zijn begonnen hebben we een projectplan opgesteld met gelukt om het paviljoen biologisch afbreekbaar te materialiseren. Alleen de verbindingen daarin onder andere een plan van aanpak en een planning. Het plan van aanpak en de om timmerwerk te bevestigen zijn van stalen schroeven, maar deze kunnen hergebruikt planning waren om sturing te geven aan het proces. De planning is snel van afgeweken, worden. Het is dus gelukt om een duurzaam bouwwerk, dat aan de bouwbesluit eisen aangezien het tijdsbestek dat we voor het onderzoek gereserveerd hadden niet realistisch voldoet, te ontwerpen. Wel zijn we ons telkens blijven afvragen wat duurzaam is. Betekend bleek te zijn. Tijdens het proces zijn we telkens planningen blijven opstellen om te zorgen duurzaam puur het niet gebruiken van fossiele brandstoffen of hoelang een product mee dat we binnen de gegeven periode voor het afstuderen het project ook werkelijk konden gaat of is duurzaamheid allerlei factoren in één, zoals de levens duur, afkomst en bewerking. afronden. Uiteindelijk hebben we voor het afstudeertraject drie dagen uitstel aangevraagd Het eerst en laatst genoemde is hoe wij duurzaamheid geïnterpreteerd hebben. om de puntjes op de i te zetten. Het plan van aanpak hebben we wel nageleefd. Sociaal communicatieve competenties Reflectie: De planning van het afstudeertraject is compleet anders verslopen dan wij hadden ingeschat. We hadden ongeveer drie weken voor het onderzoek uitgetrokken en zeven SC-01 Communiceren weken voor de bouwkundige uitwerking. Het is alleen zeven weken voor het onderzoek en drie weken voor de bouwkundige uitwerking geworden. Om wel het afstuderen optijd Actie: af te krijgen zijn we planningen op blijven stellen. Hierdoor hebben we het, op drie dagen De communicatie tussen Inge en mij vond grotensdeels mondeling en tekstueel plaats. We na, optijd afgekregen. Een planning loopt altijd anders verwacht, wel is het raadzaam om hebben in principe over alles overlegd en we hebben elkaar feedback gegeven over het planningen te blijven opstellen. geleverde werk. Daarnaast hebben ongeveer een maal per twee weken contact gehad met onze afstudeerbegeleider. A-03 Projectmatig werken Reflectie: Actie: De communicatie tussen Inge en mij verliep goed. De gegeven en gekregen feedback We hebben samen het afstudeertraject tot een, naar ons idee, mooie resultaat gebracht. werd goed opgevangen en goed verwerkt. Daarnaast hadden we oor voor elkaars mening Dit hebben we onder andere gedaan door telkens elkaars werk te bestuderen, beoordelen en zijn in alle gevallen tot een compromis gekomen. We hebben geprobeerd zo goed en feedback te geven. Daarnaast zijn we blijven overleggen over de aanpak en opzet van mogelijk de contacten te onderhouden met onze afstudeerbegeleider, dit was niet in alle de verkregen resultaten en stukken. Hierdoor is het project een geheel geworden. gevallen mogelijk, aangezien Dhr. Ovbiagbonhia soms lastig te bereiken was, zowel per mail als dat we hem opzochten in het gebouw aan Zernikeplein 11. De adviezen en tips Reflectie: die hij gaf hebben we goed kunnen gebruiken en verwerkt in ons afstudeertraject. Dhr. Het projectmatig werken is naar mijn idee erg goed gegaan. De manier waarop wij met Ovbiagbonhia gaf de voorkeur om regelmatig langs te komen om ons te begeleiden in elkaars werk om zijn gegaan vond ik erg prettig en heeft tot een goed resultaat geleid. het afstudeerproces. Persoonlijk vind ik het fijner om afspraken te maken zodat we ons Het eindproduct is het resultaat van de bijdrage die we geleverd hebben tijdens het hele kunnen voorbereiden op afspraken. In de loop van het afstudeertraject zijn er ook vaker proces. afspraken gemaakt, dit heb ik als positief ervaren.

142 Sc-02 Samenwerken Een plaat die normaal altijd dampdicht is, is dat echt noodzakelijk denk ik nu. Terwijl voorheen plaatste ik een dampdichte plaat, omdat dat altijd zo ging. Deze opgave heeft Actie: mij tot nieuwe inzichten gebracht gezien het benaderen van bouwkundige aspecten Tijdens het afstudeertraject zijn we alle werkdagen in Atelier D bezig geweest met het Bijvoorbeeld leren het bouwbesluit zo te interpreteren dat hetgeen dat jij wilt bereiken project. Dit was een van de afspraken vastgelegd in het projectplan. Alle andere eisen met wel bouwbesluittechnisch wel mogelijk is. Twee voorbeelden zijn er nu gegeven, maar op betrekking tot de samenwerking zijn nageleefd. We stonden open voor feedback, lieten deze wijze hebben wij het gehele project benaderd. tijdig aan elkaar weten wanneer we onverhoopt later zouden zijn en waren goed op de hoogte van elkaars werkzaamheden.

Reflectie: De samenwerking had ik me niet beter kunnen wensen. Elke dag hadden we op het zelfde moment trek in koffie. Daarnaast was de samenwerking met betrekking tot het project ook goed. We hadden het zelfde doel voor ogen en werkten daar beide hard voor. Wanneer een van ons een keer later was, was daar begrip voor aangezien het allemaal in goed overleg ging. Het werken in Atelier D was een leuke en leerzame periode, ook gezien alle andere groepen die daar werkzaam waren. Van deze andere afstudeergroepen hebben we veel kunnen leren, hopelijk ervaren zij dit wederzijds ook zo.

Zelfstuderende competenties

Z-01 Zelfverantwoordelijk werken Actie: Het hele afstudeertraject hebben we zelfstandig gewerkt wat geresulteerd heeft in een. naar ons idee, mooi eind resultaat.

Reflectie: Wij hebben dagelijks met veel plezier aan het project gewerkt, daar waar nodig was ook ons ons weekenden. In een volgend project hoop ik weer met dezelfde ambitie en motivatie te kunnen werken.

Z-01 Zelfverantwoordelijk leren Actie: Tijdens het afstuderen hebben we de opgedane kennis en vaardigheden van de afgelopen drie jaren op een alternatieve en creatieve wijze weten te gebruikten.

Reflectie: Tijdens het afstuderen hebben wij in plaatst van reguliere bouwmaterialen alleen gebruik gemaakt van biologisch afbreekbare materialen. Dit heeft ons gedwongen creatief te handelen met de opgedane kennis van de afgelopen drie jaar. Dit heb ik als erg positief ervaren. Het alternatief omgaan met een aangeleerde methode laat je nadenken over waar je werkelijk mee bezig bent, in plaatst elke keer het kunstje opnieuw tonen.

142 143 Bijlage 4.0 Materialenmatrix

Biologisch afbreekbare materialen Toelichting Bewerking Waarom duurzaam genoemd? Isolatie Strobalen Droog stro (tarwe of rogge) geperst in stevige niet van toepassing De productie energie is gering en bestaat balen. voornamelijk uit het persen van de baal. Hennepmatten De isolatiematten worden vervaardigd uit De hennepstengels worden mechanisch Hennep groeit 4 meter per 100 a 120 dagen en hennepvezels. bewerkt waardoor het hennephout van de op bijna alle grondtypen. Daarnaast is hennepvezels gescheiden wordt. De onkruidbestrijding niet nodig (automatisch hennepvezels worden samen met andere vezels biologisch verbouwd). gebonden tot matten. (vrij van schadelijke stoffen) Cellulose Los of gebonden materiaal van papiersnippers Ter verhoging van de bestandheid, levensduur Cellulose wordt als een duurzaam product of papiervlokken. De grondstof van het en brandwerendheid worden boratzouten en beschouwd, omdat het gemaakt wordt van isolatiemateriaal is gesorteerd krantenpapier. andere toeslagstoffen toegevoegd. gerecyclede krantenpapier.

Kurk Korrelig materiaal van geexpandeerde De kurkkorrels worden ondeling gebonden met Wanneer de kurkeik +/- 25 jaar is wordt de kurkkorrels. De grondstof van het de tijdens het expansieproces vrijgekomen schors iedere 9 jaar geschild. De bomen leven isolatiemateriaal is kurkbast dat zich in de natuurlijke harsen in de kurk. ongeveer 200 jaar. Kurk is duurzaam vanwege natuur afzet op de schors van de kurkeik. de productie en de gemakkelijke recycling van de kurkproducten. Vlaswol Zacht materiaal van vlasvezel (een Vlaswol wordt gemaakt van korte vlasvezels die Vlas is een hernieuwbare grondstof, omdat de akkerbouwgewas voor productie van linnen gebonden worden en daarna door toevoeging vlasplant in korte tijd en in aanzienlijke garens). van ammoniumfosfaat en/of boriumzouten hoeveelheden regenereerbaar is. De wijze van brandvertragend en schimmelbestendig verbouwing is echter niet automatisch gemaakt biologisch. Schapenwol Schapen wol is een wolachtig materiaal. De D.m.v. droge non woven productietechnieken Schapenwol is een hernieuwbaar product en er isolatieproducten bestaan uit twee viltlagen: 1 (vernaalding) worden viltvliezen geproduceerd, worden geen bindmiddelen gebruikt. dragende vlies en 1 vlies met open structuur met zonder dat hiervoor bindmiddelen worden optimale warmte-isolatie eigenschappen. gebruikt.

Kokos Zacht materiaal van verweven of in elkaar De non woven matten worden meestal De kokosvezel is een restproduct van de geslagen (non woven) kokosvezels. bespoten met natuurrubber, verhit en tot harde productie van kokos-melk, kokos-olie en kokos- platen geperst. Het onder verhitting vlees.Echter komen kokospalmen voor in gevulkaniseerde rubber zorgt voor een optimale vrijwel alle tropische gebieden. verbinding van de kokosvezels.

tabel M 1.0 Toelichting van de materialen t.b.v. de isolatie

144 Biologisch afbreekbare materialen Toelichting Bewerking Waarom duurzaam genoemd? plaatmateriaal Stramit Strawboard Stramit Strawboard is een plaatmateriaal van Het stro wordt verbonden door middel van de Het plaatmateriaal is vervaardigd uit een geperst stro en heeft een sterk gebonden harsen die tijdens een gepatenteerd proces van hernieuwbaar restproduct, het stro, en oppervlak van gerecycled papier. warmte en druk vrijkomen. Stramit is daardoor gerecycled papier. een volledig natuurlijk product. Houtvezelplaat Pavatex Isolair L Houtvezelplaat van het resthout (spint en De houtvezels worden verbonden door middel Het plaatmateriaal is vervaardigd van een schors) van de Zwitserse houtzagerijen. Zonder van lignine (harsen) die in het hout zelf zitten. hernieuwbaar restproduct (spint en schors). toevoeging van bindmiddelen of vlamvertragers. Multiplex Multiplex is opgebouwd uit een oneven aantal Nadat de fineerlagen gedroogd zijn worden ze Vervaardigd uit een hernieuwbaar product met fineerlagen kruislings op elkaar verlijmd. onder druk bij hoge temperatuur op elkaar een FSC keurmerk. Echter worden er wel lijmen verlijmd. De meest gebruikte lijmen zijn gebruikt. polycondensatielijmen. Spaanplaat Spaanplaat wordt gemaakt van zaagsel en De spaanders worden gemengd met Vervaardigd uit een hernieuwbaar product met spaanderhout welke verbonden worden met kunstharslijm en gelijkmatig op een vlakke een FSC keurmerk. Echter wordt er wel gebruik een kunsthars ondergrond verdeeld. Onder invloed van gemaakt van een kunstharslijm. warmte worden ze tot een plaat geperst. Zachtboard Zachtboard wordt gemaakt van houtvezels. De houtvezels worden verbonden door middel Vervaardigd uit een hernieuwbaar product met van lignine (harsen) die in het hout zelf zitten. een FSC keurmerk. Van de natte vezelmassa worden platen gevormd. Hardboard Hardboard bestaat uit zeer kleine op elkaar Hardboard wordt geperst zonder toevoeging Vervaardigd uit een hernieuwbaar product met geperste houtvezels. van lijmen en bindmiddelen. Het natuurlijke een FSC keurmerk. middel lignine heeft de functie van lijm.

tabel M 1.1 Toelichting van de materialen t.b.v. het plaatmateriaal

144 145 Biologisch afbreekbaar materiaal Toelichting Toepassingen Constructie Loofhout (hardhout) Loofhout heeft een dichtere structuur, een groter gewicht en een hogere druk en treksterkte dan Naaldhout. Het heeft een grotere duurzaamheid en kan onbehandeld toegepast worden.

Kastanjehout De Tamma Kastanje boom groeit in Nederland Kastanjehout wordt onder andere toegepast als en kan zo'n 30 m hoog worden. binnen- en buiten timmerwerk, gelamineerde houtconstructies en in de meubelindustrie.

Eiken Europees Eiken kan maximaal 45 m hoog In vrijwel iedere industrie en overal is het hout worden. toe te passen. Azobé Azobé hout is duurzaam en hard. Azobé wordt Vanwege de grote sterkte, slijtvastheid en geleverd door de Lophira Alata, een boom uit duurzaamheid wordt Azobé vooral toegepast tropisch West-Afrika die tot 50 m hoog kan als constructiehout in de waterbouw. worden. Naaldhout (zachthout) Het meeste constructiehout is naaldhout afkomstig uit Scandinavie. Vurenhout wordt veel toegepast voor balklagen. Voor gelamineerde liggers wordt veel grenen gebruikt.

Vuren Vurenhout, ook wel spar of fijnspar genoemd, Vuren kan voor veel doeleinden toegepast groeit in Nederland en wordt gemiddeld 35 m worden. De variatie in kwaliteit is bij deze hoog. houtsoort groot en daarom zal de kwaliteit het gebruiksdoeleind bepalen. Grenen Grenen, ook wel mastboom genoemd, groeit in Grenen kan voor veel doeleinden toegepast Nederland en kan tot maximaal 40 m hoog worden. Voor welk gebruik het geschikt is hangt worden. voor een groot deel af van de kwaliteit.

Lariks Europees Lariks groeit in Nederland en bereikt Gezaagd lariks kan worden toegepast als een hoogte van 30-40 m. Typerend voor deze bouwhout. Rondhout wordt toegepast voor naaldboom is dat het in de winter de naalden heipalen, afrasterpalen, steigerpalen etc. laat vallen. Voor een naaldhout soort is Lariks vrij zwaar.

tabel M 1.2 Toelichting van de materialen t.b.v. de constructie Het begrip `duurzaam` in de houtbouw In de houtbouw wordt een andere betekenis gegeven aan het begrip duurzaam. Onder bepaalde condities kunnen houtsoorten worden aangetast door organismen zoals schimmels, insecten, marine boorders en bacterien. Niet elke houtsoort is even gevoelig voor de organismen. Hoe duurzamer het hout is des te beter de houtsoort bestand is tegen deze organismen. De gevels van het paviljoen worden met hout bekleed. Voor de toelichting en toepassingsmogelijkheden van de verschillende houtsoorten zie Tabel M 1.2 Toelichting materialen t.b.v. de constructie

146 Biologisch afbreekbare Afmetingen dxbxl Volumieke massa Euro-Brandklasse Waterafstotend Dampdiffusie Warmtegeleidingscoefficient ʎ materialen mm kg/m³ weerstand µ m².K/W Isolatie Strobalen 480 x 360 x 800 70-110 nee 0,08 Hennepmatten 30-220 x 625-1000 x 20-40 B2 nee 1-2 0,04 1200-2400 Cellulose 40-160 x 600-625 x 35-70 B2 nee 1-2 0,039 1000 Kurk 10-400 x 500 x 1000 80-300 B2 ja 5-30 0,038 Vlaswol 20-160 x 600-1000 x 30-35 B - C nee 1-2 0,04 1200-3000 Schapenwol 20-180 x 500-800 x 25-60 E ja 4,1-4,7 0,035 6000 Kokosmatten 200 x 600 x 1250 124 B2 nee 1 0,045

tabel M 2.0 Technische eigenschappen t.b.v. de isolatie

Biologisch afbreekbare Afmetingen dxbxl Volumieke massa Euro-Brandklasse Waterafstotend Dampdiffusie Warmtegeleidingscoefficient ʎ materialen mm kg/m³ weerstand µ m².K/W Plaatmateriaal Stramit Strawboard 58 x 800-1200 x 1250- 380 E nee 13,1 0,102 3600 Houtvezelplaat Pavatex 18-52 x 770 x 2500 E ja 5 0,04 Isolair L Multiplex 5-18 x 2500 x 1220 650 D nee 10-20 0,17 Spaanplaat 8-18 x 2500-3050 x 450 D nee 3-10 0,3 1250 Zachtboard 10 x 2440 x 1220 275 E nee 0,08 Hardboard 3 x 2440 x 1220 850-1050 D ja 0,3

tabel M 2.1 Technische eigenschappen t.b.v. het plaatmateriaal

146 147 Biologisch afbreekbaar Groeigebied Volumieke massa bij 12 % Volumieke massa vers in Bewerkbaarheid Duurzaamheid Sterkteklasse materiaal vochtgehalte in kg/m³ kg/m³ constructie loof (hardhout) Kastanje Europa, Klein-Azie, Noord (490-) 540 (-650) of (540-) 1040 goed goed Afrika, Oostelijk Noord- 590 (-650) Amerika Eiken Europa, Klein-Azie (500-)670- 710-760(-970) 900-1200 goed goed K24 Azobé Tropisch West Afrika (940-)1060 (-1100) 1100-1300 matig zeer goed K70 Naaldhout (zachthout Vuren Europa, Noord-Azie (300-)460 (-620) 520-1100 goed redelijk K17 en K24 Grenen Europa, Noord-Azie (320-)500- 520-540(-800) 450-1000 goed slecht K17 en K24

Lariks Midden Europa, Oost en (450-)470-6 00-650(-850) 800-900 redelijk goed zeer goed K17 en K24 West Siberie, Noord Amerika

tabel M 2.2 Technische eigenschappen t.b.v. de constructie

Biologisch afbreekbaar Afmetingen dxb in mm Volumieke massa bij 16% Brandvoortplantingsklasse Duurzaamheid Onbehandeld materiaal vochtgehalte in kg/m³ toepasbaar gevelbekleding Naaldhout Vuren 19x132 470 4 slecht ja Grenen 19x132 470 4 gemiddeld ja Lariks 26-52 x 150-200 590 3 gemiddeld ja

tabel M 2.3 Technische eigenschappen t.b.v. de gevelbekleding

148 Bijlage 5.0 Multicriteria analyse

Biologisch afbreekbaar Afmetingen Gewicht Verwerking Brandveiligheid Waterafstotend Dampopen Thermische Duurzaamheid materiaal isolatie (Rc) Isolatie Strobalen - + ++ - + ++ ++ Hennepmatten + + + + - + + + Cellulose + + + + - + + - Kurk + - + + + - + - Vlaswol + + + +/- - + + + Schapenwol + + + - + - + ++ Kokosmatten + + + + - + - -

tabel M 3.0 Multicriteria Analyse t.b.v. de isolatie

Biologisch afbreekbaar Afmetingen Gewicht Verwerking Brandveiligheid Waterafstotend Dampopen Thermische Duurzaamheid materiaal isolatie (Rc) Plaatmateriaal Stramit Strawboard +/- + + + - - - + Houtvezelplaat Pavatex + + - + + ++ + Isolair L Multiplex + - + ------Spaanplaat + + + ------Zachtboard + + + - - + + Hardboard + - + -- + -- +

tabel M 3.1 Multicriteria Analyse t.b.v. het plaatmateriaal

Legenda Teken Betekenis ++ Zeer goed + Goed +/- Matig - Slecht -- Zeer slecht

148 149 Biologisch afbreekbaar Groeigebied Gewicht Bewerking Duurzaamheid Uiterlijk materiaal constructie loofhout (hardhout) Kastanje + + + + + Eiken + + + + + Azobé - - +/- ++ - naaldhout (zachthout) Vuren + + + + + Grenen + + + - + Lariks + + +/- ++ +

tabel M 3.2 Multicriteria Analyse t.b.v. de constructie

Biologisch afbreekbaar Afmetingen Gewicht BrandveiligheidDuurzaamheid Uiterlijk Gevelbekleding Naaldhout Vuren + + +/- +/- +/- Grenen + + +/- + + Lariks +/- +/- + + ++

tabel M 3.3 Multicriteria Analyse t.b.v. de gevelbekleding

Legenda Teken Betekenis ++ Zeer goed + Goed +/- Matig - Slecht -- Zeer slecht

150 Bijlage 6.0 Berekening Rc-waarde Warmteweerstand van het dak

Formule: Rd1 (Ballastlaag grind) = 0,03 / 1,3 = 0,023 Rd2 (Houtteer) = 0,003 / 0,23 = 0,013 Rc = Rd 1 + Rd 2 + Rd 3 + ... Rd3 (Pavatex) = 0,022 / 0,04 = 0,55 Rd4 (Luchtspouw) = 0,182 Rd = d / λ Rd5 (Schapenwol) = 0,1 / 0,035 = 2,58 Rd6 (Luchtspouw) = 0,182 Waarbij: Rd7 (Stramit Strawboard) = 0,058 / 0,1 = 0,58

Rc = warmteweerstand constructie in m².K/W Rc = 0,023 + 0,013 + 0,55 + 0,182 + 2,58 + 0,182 + 0,58 = 4,1 m².K/W Rd = warmteweerstand materiaal in m².K/W d = dikte materiaal in m λ = warmtegeleidingscoëfficiënt in W(m.K)

Warmteweerstand van de vloer

Rd1 (Pavatex) = 0,018 / 0,04 = 0,45 Rd2 (Schapenwol) = 0,1 / 0,035 = 2,58 Rd 3 (Luchtspouw) = 0,182 Rd 4 (Stramit Strawboard) = 0,058 / 0,1 = 0,58 Rd 5 (Lariks afwerkvloer) = 0,022 / 0,17 = 0,13

Rc = 0,45 + 2,58 + 0,182 + 0,58 + 0 13 = 3,9 m².K/W

Warmteweerstand van de wanden

Rd1 (Stramit Strawboard) = 0,058 / 0,1 = 0,58 Rd2 (Strobaal) = 0,5 / 0,08 = 6,25 Rd3 (Pavatex) = 0,018 / 0,04 = 0,45 Rd4 (Luchtspouw) = 0,169 Rd5 (Lariks gevelbekleding) = 0,022 / 0,17 = 0,13

Rc = 0,58 + 6,25 + 0,45 + 0,169 + 0,13 = 7,6 m².K/W

150 151