Fonds Cyriel Verschaeve
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
ADVN ARCHIEF-, DOCUMENTATIE- EN ONDERZOEKSCENTRUM BE ADVN AC460 Fonds Cyriel Verschaeve INVENTARIS ADVN Archief en documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme vzw Lange Leemstraat 26 | 2018 Antwerpen [T] ++32 3 225 18 37 [F] ++32 3 226 64 05 [E] [email protected] Inventaris van het Fonds Cyriel Verschaeve. Antwerpen: advn, 2003. advn archief-, documentatie- en onderzoekscentrum Lange Leemstraat 26 b-2018 Antwerpen www.advn.be wettelijk depot d/2003/4542/1 © advn, 2003 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of vermenigvuldigd door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder de voorafgaandelijke toestemming van de uitgever. Inventaris van het Fonds Cyriel Verschaeve advnadvnadvn | archief-, documentatie- en onderzoekscentrum | 200320032003 inventaris fonds cyriel verschaeve | ac 460 444 inventaris fonds cyriel verschaeve | ac 460 Woord vooraf men drinkt het water liefst uit de bron zelf Geschiedschrijving, mythe, onmythologisering. Drie begrippen die ge- zamenlijk lijken te evolueren naar een soort triniteit van de humane wetenschappen. Zij vertonen de drang om elkaar op te heffen, maar te- gelijk versterken zij elkaar. En zij zijn erg afhankelijk van de omgevings- factoren. En van het tijdsbeeld. De Nederlandse geschiedtheoreticus Chris Lorenz formuleert het pro- bleem gevat: “Wat in het ene tijdperk als gebruik en beoefening van geschiede- nis beschouwd wordt, wordt in een later tijdperk als misbruik bestempeld.[…] We kunnen niet op een onproblematische manier over gebruik en misbruik van de geschiedenis spreken, want het gebruik van de ene periode is misbruik voor de andere periode”.1 Dergelijke beschouwingen zijn nooit ver af als het om de geschiedenis van Cyriel Verschaeve gaat. Want mythe-vorming en onmythologisering zijn daar onlosmakelijk mee verbonden. Het historisch parcours van Verschaeve leidt tot een breed spectrum van belangstellenden. Aan de ene kant van dat spectrum bevinden zich de “gelovers”, zij die het opgeven van het geloof in hun Verschaeve-mythe beschouwen als de vrijgeleide voor een puur negatieve – en dus onaanvaardbare – ontluis- tering van hun vereerd boegbeeld. Aan de andere kant staan diegenen die precies die ontluistering nastreven, in absolute zin. Zij stellen zich bij voorbaat negatief op t.o.v. de daden en de inzichten van Verschaeve en houden daarbij geen reke- ning met wat Eric Hobsbawm “de beperkende mogelijkheden van de demythologisering” noemde. De uitweg uit die onvruchtbare tegenstelling ligt voor de hand, want de werkelijkheid – zeg maar de correcte benadering van het Verschaeve-ver- haal – is verifieerbaar. Wij kunnen immers beschikken over een over- vloed van oorspronkelijke bronnen. Het leeuwenaandeel van die bronnen wordt gevormd door het Verschaeve-archief, dat aanwezig is in het advn en daar voortaan ook integraal en permanent beschikbaar is. De oorsprong, de inhoud en het belang van dat archief wordt omstan- dig beschreven in de publicatie die wij u hierbij kunnen aanbieden in de vorm van een boekwerk. Zo’n gedrukte toegang tot de bronnen is van- daag niet meer vanzelfsprekend omdat de elektronische toepassingen ook hier in volle ontwikkeling zijn. 555 inventaris fonds cyriel verschaeve | ac 460 Desondanks kozen wij dus voor de vorm van het boekwerk. In de eerste plaats omwille van de inherente kwaliteiten die men aan een boek kan meegeven en die men niet kan bezorgen aan het elektronische sub- stituut van het boek: het overzicht, de structuur, het totaalbeeld, het driedimensionale. Daarenboven is een boek nog steeds een ideaal geschenk. Zo’n geschenk willen wij hierbij dan ook graag aanbieden aan die- genen die de belangstelling voor Cyriel Verschaeve levendig hielden – en houden –, met een gevoel van achting en respect, maar tegelijk met een open en kritische ondertoon en met een zin voor de betrekkelijkheid van elk historisch “monument”. Via zijn jarenlange vorsing en zijn biografische publicaties, heeft Romain Vanlandschoot de weg geëffend voor het correcte inzicht in het artis- tieke, culturele en politieke parcours dat Verschaeve heeft afgelegd. Vandaag zijn wij in staat om dat parcours stap voor stap te recon- strueren en te verifiëren. De bronnen daartoe zijn immers niet alleen beschikbaar: de inventaris nodigt u tevens uit om rechtstreeks kennis te maken met die bronnen, om hen te raadplegen, om hen te gebruiken ter verificatie van het historische beeld dat u zich over Verschaeve heeft ge- vormd. Gratius ex ipso fonte bibuntur aqua, men drinkt het water liefst uit de bron zelf. Wellicht bestaat er geen overtuigender verantwoording voor de inven- taris die wij u hierbij kunnen aanbieden? frans-jos verdoodt, afgevaardigd beheerder–directeur advn 1. Ch. Lorenz, Het zelfbeeld van de historicus, in: B. Billiet, P. Cassiman, M. Vanspey- brouck (red.), Het verleden in het heden. Geschiedenis, historisch onderzoek en de plaats van de historicus in de maatschappij van vandaag, Gent, 2002, p. 27. 666 inventaris fonds cyriel verschaeve | ac 460 Inhoudopgave woord vooraf ................................................................................................. 5 inleiding ..........................................................................................................11 1. de archiefvormers ............................................................................................... 11 1.1. Cyriel Verschaeve..................................................................................................... 11 1.2. Andere archiefvormers .......................................................................................... 13 1.2.1. Martha Vande Walle.................................................................................... 13 1.2.2. Jozef en Maria Lootens .............................................................................. 14 1.2.3. Jozef Lootensfonds ...................................................................................... 16 1.2.4. Dirk Vansina .................................................................................................. 18 1.2.5. Ernest Brengier ............................................................................................. 18 1.2.6. Anderen .......................................................................................................... 20 2. het archieffonds ................................................................................................. 20 2.1. Geschiedenis ............................................................................................................ 20 2.2. Inventarisering......................................................................................................... 21 2.3. Inhoud ........................................................................................................................25 2.4. Consultering............................................................................................................ 28 2.5. Literatuur ................................................................................................................. 28 Aanwijzingen bij het gebruik van de inventaris .......................................... 30 inventaris 1. archief cyriel verschaeve ................................................................................ 31 1.1. Briefwisseling ........................................................................................................... 31 1.2. Teksten ....................................................................................................................... 45 1.2.1. Chronologisch geordend ..........................................................................45 1.2.1.1. Eerste teksten................................................................................................ 45 1.2.1.2. Eerste Wereldoorlog ..................................................................................... 48 1.2.1.3. Interbellum ................................................................................................... 48 1.2.1.4. Tweede Wereldoorlog en naoorlog ............................................................ 52 1.2.1.5. Diversen......................................................................................................... 54 1.2.2. Volgens onderwerp geordend ..................................................................54 1.2.2.1. Gelegenheidsteksten ..................................................................................... 54 1.2.2.2. Bijdragen in periodieken ............................................................................ 58 1.2.2.3. Recensies ........................................................................................................ 58 1.2.2.4. Andere teksten ............................................................................................. 59 1.2.3. Stukken betreffende de publicaties...................................................... 60 1.3. Andere stukken betreffende het privé- en openbaar leven ......................60 1.3.1. Algemeen ........................................................................................................ 60 1.3.2. School............................................................................................................... 61 1.3.3. Collaboratie en repressie........................................................................... 61 1.3.4. Solbad Hall.................................................................................................... 62 1.3.5. Diversen.........................................................................................................