DOCSLIB.ORG

Hoheria Is Het Proberen Waard

Total Page：16

File Type：pdf, Size：1020Kb

Download full-text PDF Read full-text

Load more

BOOMKWEKERIJ Vanwege de matige winter- hardheid is Hoheria in Neder- land slechts spaarzaam ver- krijgbaar. Jammer, want de plant heeft zeker sierwaarde. Wie de juiste cultivar op een beschutte standplaats zet, ont- dekt dat Hoheria een aanwinst voor de tuin kan zijn. Tekst: Emiel van den Berg Fotografie: www.visionspictures.com ie wel eens Engelse tuinen in juli bezoekt, heeft zeker een keer stil- Wgestaan bij een bloeiende Hoheria. Vanwege de bloemvorm wordt vaak gedacht dat het een bloeiende jasmijn betreft, maar Hoheria sexstylosa ‘Stardust’ anders dan Philadelphus – die tot de Hydran- geaceae behoort – is Hoheria lid van de fami- lie van kaasjeskruidachtigen, de Malvaceae. Belangrijkste vertegenwoordiger van de Mal- Hoheria is het vaceae is de katoenplant, Gossypium, maar ook de bekende kamer- en kuipplant Abuti- lon, de heester Hibiscus, de halfheester Lavate- ra, de vaste plant Malva en de tweejarige stok- proberen waard roos Alcea zijn familieleden. Tegenwoordig rekent men verrassend genoeg ook Tilia tot de Malvaceae. Niet veel vertegenwoordigers zijn middelgrote bloemen – met vijf kelkbladeren jonge twijgen slap zijn en makkelijk afhangen, inheems in Nederland, maar Malva sylvestris en vijf uitstaande kroonbladeren – geuren en heeft de plant een sierlijke habitus. De meeste en Malva neglecta – respectievelijk groot en zijn vlinderlokkend. Ze staan meestal in losse Hoheria-soorten bloeien pas na enkele jaren, klein kaasjeskruid – zijn in Nederland regelma- bundels aan het uiteinde van de takken, maar maar de cultivar H. sexstylosa ‘Stardust’ heeft tig aan te treffen. Hoheria kent zes soorten die soms ook in de bladoksels. De bloemkleur als waardevolle eigenschap dat hij al op zeer allemaal uit Nieuw-Zeeland komen. De weten- is wit, wat voor vrijwel alle Nieuw-Zeelandse jonge leeftijd bloeit. De bloemen zijn zuiver- schappelijke naam Hoheria is een Latijnse ver- planten geldt, en de bloei is vanaf eind juni tot wit en openen in juli en augustus. Bovendien bastering van houhere, de Nieuw-Zeelandse – soms in de herfst. Hoheria staat bekend als een zijn de bloemen groter – tot 3 cm in doorsne- Maori – volksnaam voor de soort H. populnea. snel groeiende plant die in koudere klimaten de – en is ook de hoeveelheid bloemen groter. In Nederlandse tuinen komt Hoheria slechts de beschutting wenst van een zuidmuur. Het Qua winterhardheid scoort ‘Stardust’ ook hoog sporadisch voor en de plant kent daarom geen Nederlandse klimaat is vaak iets te koud, maar zodat hij een van de meest aanbevelenswaar- Nederlandse naam. De Engelsen spreken over in Groot-Brittannië is de struik in veel tuinen dige vertegenwoordigers van het geslacht is. H. lacebark (vanwege de kantachtige laag die te bewonderen. Snoei wordt goed verdragen lyallii heeft heldergroen blad dat in de herfst onder de buitenbast zit) of ribbonwood. en de snoeitoppen van juli en augustus zijn als naar geelgroen kan verkleuren. De plant is zomerstek te gebruiken. De plant wordt echter afkomstig uit het zuidelijke en droge deel van VLINDERLOKKEND vaker in de herfst via zaad vermeerderd. Nieuw-Zeeland en is daarom droogteresistent. De – doorgaans – wintergroene Hoheria is een De wintergroene H. angustifolia is een inte- flinke heester tot kleine boom van maximaal 10 SOORTEN ressante en sierlijke vorm met opvallend smal meter hoogte, meestal met een enigszins smal- H. populnea is een wintergroene soort met blad. In het jeugdstadium zijn de dunne twij- le groeivorm. In de ons omringende landen is een variabele habitus die pas vanaf de zomer gen wat gedraaid en is de groeiwijze opgaand. echter vrijwel altijd sprake van een forse, enke- bloeit. Bij de witbonte cultivar ‘Alba Variegata’ Als de boom wat ouder wordt, blijft de habi- le meters hoge heester. Het stevige, vaak glim- is de sterk gezaagde bladrand crèmewit van tus slank opgaand maar wordt het blad smal- mende en donkergroene blad staat verspreid kleur. Vanwege de kwetsbare winterhardheid ler. Midden zomer is de boom bedolven onder aan de takken en de bladrand is gezaagd. De wordt deze sierlijke cultivar veelal als kuip- kleine, witte bloemen. Tot slot is de kruisings- bladvorm is variabel en verschilt bij jeugd- en plant aangeboden. H. sexstylosa is net als H. vorm H. ‘Glory of Amlwch’ noemenswaardig. volwassen stadium. Naarmate het volwassen populnea een variabele groeier, maar verschilt Vanwege de opvallend grote bloemen kreeg stadium vordert, verandert het blad van kort omdat het blad smaller en langwerpiger is. Ook deze een begerenswaardige prijs van de Engel- en breed naar ovaal tot smal. De kleine tot de (geurende) bloemen zijn kleiner. Omdat de se Royal Horticultural Society. 62 • BLOEMBOLLENVISIE • 4 april 2014.
Recommended publications
  • <I>Plagianthus</I> (Malveae, Malvaceae)

    <I>Plagianthus</I> (Malveae, Malvaceae)

    Systematic Botany (2011), 36(2): pp. 405–418 © Copyright 2011 by the American Society of Plant Taxonomists DOI 10.1600/036364411X569589 Phylogeny and Character Evolution in the New Zealand Endemic Genus Plagianthus (Malveae, Malvaceae) Steven J. Wagstaff 1 , 3 and Jennifer A. Tate 2 1 Allan Herbarium, Landcare Research, PO Box 40, Lincoln 7640, New Zealand 2 Massey University, Institute of Molecular Biosciences, Private Bag 11222, Palmerston North, New Zealand 3 Author for correspondence ([email protected]) Communicating Editor: Lúcia Lohmann Abstract— As presently circumscribed, Plagianthus includes two morphologically distinct species that are endemic to New Zealand. Plagianthus divaricatus , a divaricate shrub, is a dominant species in coastal saline shrub communities, whereas P. regius is a tree of lowland and montane forests. Results from independent analyses of ITS and 5′ trnK / matK sequences are congruent, and when combined provide a robust framework to study character evolution. Our findings suggest the ancestor of Plagianthus originated in Australia where the sister gen- era Asterotrichion and Gynatrix are presently distributed. The stem age of Plagianthus was estimated at 7.3 (4.0–14.0) million years ago (Ma) and the crown radiation at 3.9 (1.9–8.2) Ma. Most of the characters optimized onto the molecular phylogeny were shared with source lineages from Australia and shown to be plesiomorphic. Only the divaricate branching pattern characteristic of Plagianthus divaricatus was acquired after the lineage became established in New Zealand and shown to be apomorphic. The initial Plagianthus founders were shrubs or small trees with deciduous leaves and small inconspicuous dioecious flowers.
  • RHS the Garden Magazine Index 2020

    RHS the Garden Magazine Index 2020

    GardenThe INDEX 2020 Volume 145, Parts 1–12 Index 2020 January 2020 February 2020 March 2020 April 2020 May 2020 June 2020 1 2 3 4 5 6 Coloured numbers campestre ‘William ‘Voodoo’ 9: 78 ‘Kaleidoscope’ lauterbachiana Plas Brondanw, North in bold before the page Caldwell’ 3: 32, 32 ‘Zwartkop’ 7: 22, 22; 11: 46, 46 1: 56, 57 Wales 12: 38–42, 38–42 number(s) denote the x freemanii Autumn 8: 54, 54 ‘Lavender Lady’ 6: 12, macrorrhizos 11: 33, 33 Andrews, Susyn, on: part number (month). Blaze (‘Jeffersred’) Aeschynanthus 3: 138 12; 11: 46–47, 47 micholitziana 2: 78 hollies, AGM cultivars Each part is paginated 10: 14, 14–15 Aesculus ‘Macho Mocha’ Aloe Safari Sunrise (‘X5’) 12: 31, 31 separately. griseum 1: 49; 2: 14, 14– hippocastanum 11: 46, 47 6: 12, 12 Anemone: 15; 11: 34, 35; 12: 10, 10; ‘Hampton Court ‘Mayan Queen’ 11: 46 Aloysia: ‘Frilly Knickers’ 9: 7, 7 Numbers in italics 12: 83 Gold’ 3: 89, 89 ‘Pineapple Express’ citrodora (lemon Wild Swan denote an image. micrantham 10: 80 ‘Wisselink’ 3: 89, 89 11: 47 verbena) 6: 87, 87, 88; (‘Macane001’) 5: 74, palmatum 4: 74–75; x neglecta ‘Silver Fox’ 11: 47 to infuse gin 4: 82, 83 74, 76 Where a plant has a 12: 65, 65 ‘Erythroblastos’ Aglaonema (Chinese gratissima angelica root to infuse Trade Designation ‘Garnet’ 10: 27, 27 3: 88, 88 evergreen): 1: 57; 7: 34, (whitebrush or gin 4: 82, 82 (also known as a selling platanoides Agapanthus: 5: 82, 83 34; 12: 32, 32 spearmint verbena) Angelonia Serena Series name) it is typeset in ‘Walderseei’ 3: 87, 87 ‘Blue Dot 9: 109 ‘King of Siam’ 1: 56, 57 6: 86, 88 8: 16, 17 a different font to pseudoplatanus ‘Bressingham Blue’ pictum ‘Tricolor’ Alstroemeria: angel’s trumpet (see distinguish it from the ‘Brilliantissimum’ 9: 109 1: 44, 45 Indian Summer Brugmansia) cultivar name (shown 3: 86, 86–87 ‘Cally Blue 9: 109 Agrostis nebulosa (‘Tesronto’) 8: 16, 16 Angwin, Kirsty, on: in ‘Single Quotes’).
  • Bio 308-Course Guide

    Bio 308-Course Guide

    COURSE GUIDE BIO 308 BIOGEOGRAPHY Course Team Dr. Kelechi L. Njoku (Course Developer/Writer) Professor A. Adebanjo (Programme Leader)- NOUN Abiodun E. Adams (Course Coordinator)-NOUN NATIONAL OPEN UNIVERSITY OF NIGERIA BIO 308 COURSE GUIDE National Open University of Nigeria Headquarters 14/16 Ahmadu Bello Way Victoria Island Lagos Abuja Office No. 5 Dar es Salaam Street Off Aminu Kano Crescent Wuse II, Abuja e-mail: [email protected] URL: www.nou.edu.ng Published by National Open University of Nigeria Printed 2013 ISBN: 978-058-434-X All Rights Reserved Printed by: ii BIO 308 COURSE GUIDE CONTENTS PAGE Introduction ……………………………………......................... iv What you will Learn from this Course …………………............ iv Course Aims ……………………………………………............ iv Course Objectives …………………………………………....... iv Working through this Course …………………………….......... v Course Materials ………………………………………….......... v Study Units ………………………………………………......... v Textbooks and References ………………………………........... vi Assessment ……………………………………………….......... vi End of Course Examination and Grading..................................... vi Course Marking Scheme................................................................ vii Presentation Schedule.................................................................... vii Tutor-Marked Assignment ……………………………….......... vii Tutors and Tutorials....................................................................... viii iii BIO 308 COURSE GUIDE INTRODUCTION BIO 308: Biogeography is a one-semester, 2 credit- hour course in Biology. It is a 300 level, second semester undergraduate course offered to students admitted in the School of Science and Technology, School of Education who are offering Biology or related programmes. The course guide tells you briefly what the course is all about, what course materials you will be using and how you can work your way through these materials. It gives you some guidance on your Tutor- Marked Assignments. There are Self-Assessment Exercises within the body of a unit and/or at the end of each unit.
  • WRA Species Report

    WRA Species Report

    Family: Malvaceae Taxon: Lagunaria patersonia Synonym: Hibiscus patersonius Andrews Common Name: cowitchtree Lagunaria patersonia var. bracteata Benth. Norfolk Island-hibiscus Lagunaria queenslandica Craven Norfolk-hibiscus pyramid-tree sallywood white-oak whitewood Questionaire : current 20090513 Assessor: Patti Clifford Designation: H(HPWRA) Status: Assessor Approved Data Entry Person: Patti Clifford WRA Score 7 101 Is the species highly domesticated? y=-3, n=0 n 102 Has the species become naturalized where grown? y=1, n=-1 103 Does the species have weedy races? y=1, n=-1 201 Species suited to tropical or subtropical climate(s) - If island is primarily wet habitat, then (0-low; 1-intermediate; 2- High substitute "wet tropical" for "tropical or subtropical" high) (See Appendix 2) 202 Quality of climate match data (0-low; 1-intermediate; 2- High high) (See Appendix 2) 203 Broad climate suitability (environmental versatility) y=1, n=0 y 204 Native or naturalized in regions with tropical or subtropical climates y=1, n=0 y 205 Does the species have a history of repeated introductions outside its natural range? y=-2, ?=-1, n=0 y 301 Naturalized beyond native range y = 1*multiplier (see y Appendix 2), n= question 205 302 Garden/amenity/disturbance weed n=0, y = 1*multiplier (see Appendix 2) 303 Agricultural/forestry/horticultural weed n=0, y = 2*multiplier (see n Appendix 2) 304 Environmental weed n=0, y = 2*multiplier (see y Appendix 2) 305 Congeneric weed n=0, y = 1*multiplier (see n Appendix 2) 401 Produces spines, thorns or burrs y=1, n=0
  • Coastal Gardening Event with Jo Stopher, Avon Mill Garden Centre

    Coastal Gardening Event with Jo Stopher, Avon Mill Garden Centre

    coastal gardening event with Jo Stopher, Avon Mill Garden Centre Coastal Plant List * denotes evergreen 1 shelter plant list SHELTER TREES tolerant of exposure when established LARGE TREES MEDIUM TREES SMALL TREES Ash - Fraxinus excelsior Alder - Alnus glutinosa Birch - Betula pendula Austrian pine - Pinus nigra * Bay - Lauris noblis * Hawthorn - Crataegus laevigata Bishop pine - Pinus muricata * Holly - Ilex aquifolium * Mountain pine - Pinus mugo * Corsican pine - Pinus nigra laricio * Maidenhair tree – Ginko biloba Rowan - Sorbus aucuparia Holm oak - Quercus Ilex * Strawberry tree - Arbutus uendo * Spindle - Euonymous japonica Maritime pine - Pinus pinasta * Yew - Taxus baccata * Tamarisk - tamarix tetranda Monterey cypress - Cupressus macrocarpa * Whitebeam - Sorbus aria lutescens Monterey pine - Pinus radiata * Oak - Quercus pendunculata Scots pine - Pinus sylvestris * Stone pine - Pinus pinea * Sweet chestnut - Custanea sativa– Sycamore - Acer pseudoplatanus Turkey oak- Quercus cerris HEDGING - for all coasts HEDGING – for warmer coasts & frost free areas Japanese Spindle - Euonymus japonicus (toughest plant ) * Daisy Bush - Oleria traversii * (fastest growing) Elaeagnus x ebbingei * Daisy Bush – Oleria paniculata or solandri * Holm oak - Quercus Ilex * Daisy bush - Oleria macrondonta or Oleria haastii * Holly - Ilex aquifolium * Escallonia macrantha rubra * Ramanas rose – Rosa rugosa Fuchsia magellanica Riccartonii Sea buckthorn - Hippophae rhamnoides Griselinia littoralis * Tree purslane - Atriplex halimus – (semi-evergreen) Pittosporum
  • RHS the Garden Magazine Index 2017

    RHS the Garden Magazine Index 2017

    GardenThe INDEX 2017 Volume 142, Parts 1–12 Index 2017 1 January 2017 2 February 2017 3 March 2017 4 April 2017 5 May 2017 6 June 2017 Coloured numbers in Acer: Alchemilla mollis 6: 47, Governor’ 3: 24 in art exhibition, RHS Petheram 4: 31 bold before the page campestre ‘William 48, 49, 51 fanninii 1: 17 Lindley Library 9: 89 Aralia elata ‘Variegata’ 5: number(s) denote the Caldwell’ 8: 41 Alder, Fern, on: Gibbon’s ‘Mistral Tigre’ 10: 7 Newton’s apple tree 2: 31, 31 part number (month). reader’s response Rent alleyway, nemorosa ‘Flore Pleno’ 11 Arbutus unedo 11: 49 Each part is paginated 11: 90 Bermondsey, London 4: 54, 54 ‘Bardsey’ 8: 30 Archer, William separately. cappadocicum 10: 52–55 pavonina 3: 64 ‘Beauty of Bath’ 8: 30 (naturalist) 1: 43 ‘Aureum’ 8: 41 Allium: Angelica sylvestris ‘Braeburn’ 10: 49 arches, plants for 9: Numbers in italics x conspicuum photogram 11: 90 ‘Vicar’s Mead’ 12: 39 ‘Charles Ross’ 8: 30 22–23 denote an image. ‘Phoenix’ 12: 15 atropurpureum 6: 28– Annual General Meeting ‘Devonshire architectural plants 4: 42 davidii ‘Cascade’ 11: 23 29, 29 2017, RHS 1: 67; 7: 93; 9: Quarrenden’ 10: 91 Ardle, Jon, on: Where a plant has a griseum 12: 15, 15, 56, 56 sativum (see garlic) 91 ‘Discovery’ 8: 30, 30 La Seigneurie, Sark 1: Trade Designation micranthum 10: 97, 97 sphaerocephalon 6: 47, Anthriscus sylvestris ‘Gala’ 10: 49 52–56 (also known as a selling palmatum: 50 ‘Ravenswing’ 4: 50, 55 ‘James Grieve’ 8: 30, 30 winter gardening name) it is typeset in ‘Beni-kawa’ 12: 15 triquetrum 8: 15, 15 ants: ‘Katja’ 8: 30 tasks 11: 54–55 a different font to ‘Cascade Gold’ 3: 12, tuberosum flowers as a common black (Lasius ‘Laxton’s Fortune’ 8: Armillaria (see honey distinguish it from the 12 garnish 5: 98, 99, 99 niger) 6: 41 30, 30 fungus, under fungus) cultivar name (shown ‘Sango-kaku’ 12: 15 allotments: on peaches 10: 92 ‘Limelight’ 8: 30 Armitage, James, et al, in ‘Single Quotes’).
  • An Evaluation of the Establishment, Early Growth, and Nutritive Value of Native New Zealand Shrubs'

    An Evaluation of the Establishment, Early Growth, and Nutritive Value of Native New Zealand Shrubs'

    Copyright is owned by the Author of the thesis. Permission is given for a copy to be downloaded by an individual for the purpose of research and private study only. The thesis may not be reproduced elsewhere without the permission of the Author. An evaluation of the establishment, early growth, and nutritive value of native New Zealand shrubs' A thesis presented in partial fulfilment of the requirements for the degree of Masters In Environmental Management At Massey University, Palmerston North, New Zealand Georgia Rose Simmonds 2020 Abstract Agriculture in New Zealand faces many challenges including a need to develop more environmentally focused production systems to help address issues including the need to revegetate step erosion prone hill country, improve indigenous biodiversity and improve water quality. In the past New Zealand has experienced increasingly unpredictable and severe weather which has resulted in severe damage, for example, the 2004 flooding event in the lower north island (Fuller, 2005). New Zealand has a large portion of land that is classed as hill country or steep land, much of which is also classed as highly erodible. These highly erodible areas are vulnerable to high intensity rainfall events; revegetation could help mitigate or reduce the effects of erosion. The species that are currently used in erosion control on farms are often poplars and willows due to their ability to stabilise hill slopes and ease of planting. Native species are not often used in erosion control projects, potentially due to planting difficulties but more likely due to a lack of consistent and long-term information (Phillips, 2005).
  • Here Before We Humans Were and Their Relatives Will Probably Be Here When We Are Gone

    Here Before We Humans Were and Their Relatives Will Probably Be Here When We Are Gone

    The ‘mighty tōtara’ is one of our most extraordinary trees. Among the biggest and oldest trees in the New Zealand forest, the heart of Māori carving and culture, trailing no. 8 wire as fence posts on settler farms, clambered up in the Pureora protests of the 1980s: the story of New Zealand can be told through tōtara. Simpson tells that story like nobody else could. In words and pictures, through waka and leaves, farmers and carvers, he takes us deep inside the trees: their botany and evolution, their role in Māori life and lore, their uses by Pākehā, and their current status in our environment and culture. By doing so, Simpson illuminates the natural world and the story of Māori and Pākehā in this country. Our largest trees, the kauri Tāne Mahuta and the tōtara Pouakani, are both thought to be around 1000 years old. They were here before we humans were and their relatives will probably be here when we are gone. Tōtara has been central to life in this country for thousands of years. This book tells a great tree’s story, and that is our story too. Philip Simpson is a botanist and author of Dancing Leaves: The Story of New Zealand’s Cabbage Tree, Tī Kōuka (Canterbury University Press, 2000) and Pōhutukawa and Rātā: New Zealand’s Iron-hearted Trees (Te Papa Press, 2005). Both books won Montana Book Awards in the Environment category and Pōhutukawa and Rātā also won the Montana Medal for best non-fiction book. Simpson is unique in his ability to combine the scientific expertise of the trained botanist with a writer’s ability to understand the history of Māori and Pākehā interactions with the environment.
  • 113 July 2009

    113 July 2009

    The Irish Garden Plant Society Bloom 2009 Newsletter No. 113 July 2009 In This Issue Aconitum ‘Newry Blue’ 1 Editorial 2 Details of the I.G.P.S. Irish Cultivar Conservation Day 3 Dr. Keith Lamb writes about his favourite Tilliums 5 Dr. Mary Forrest describes The Temple Gardens in London 7 Reports from The Annual General Meeting 2009 17 “Wordsworth’s Cloud” Peter Milligan & Nicola Milligan recommend Narcissus to plant for next spring 23 Patricia Jorgensen explains An Artist’s Approach To Botanical Painting 26 John Anderson describes Exbury Gardens – The Lionel Years 30 Cathy Burke remembers Anna Nolan 31 Paddy Tobin tells us of gardening books that are Worth A Read 35 Regional Reports 43 Looking Ahead at fixtures for the coming months 45 Rae McIntyre responds to John Joe Costin’s article in April’s Newsletter on broadleaved evergreens 48 The Earl of Rosse discusses broadleaved evergreens at Birr Castle Editorial Congratulations and thanks to the Northern Region Group for organising a very enjoyable weekend for the Annual General Meeting with excellent gardens to visit and interesting plants to buy. Details of the weekend can be found on page 7 of the Newsletter. On page 6 is a photograph of our newly elected Chairman Patrick Quigley, ‘to put a face on the name’ for those who have yet to meet him. Congratulations also on their Silver Guilt Award at Bloom 2009 to Marco Fussy, garden designer, Petronilla Martin and their team for the IGPS stand. It was very successful in showcasing our heritage of garden plants, with many visitors asking for plant names.
  • Root System Attributes of 12 Juvenile Indigenous Early Colonising Shrub and Tree Species with Potential for Mitigating Erosion in New Zealand M

    Root System Attributes of 12 Juvenile Indigenous Early Colonising Shrub and Tree Species with Potential for Mitigating Erosion in New Zealand M

    Marden et al. New Zealand Journal of Forestry Science (2018) 48:11 New Zealand Journal of https://doi.org/10.1186/s40490-018-0115-9 Forestry Science RESEARCH ARTICLE Open Access Root system attributes of 12 juvenile indigenous early colonising shrub and tree species with potential for mitigating erosion in New Zealand M. Marden1*, S. Lambie2 and D. Rowan3 Abstract Background: Restoring erosion-prone land with indigenous species, whether by managed reforestation (planting) or by passive natural reversion, is reliant on knowing which species mix is likely to provide the quickest and most effective mitigation against shallow landslides. In turn, this requires knowledge of differences in growth metrics among plant species, particularly during their formative years. This study presents data on the root development and architecture of 12 of New Zealand’s commonest early colonising indigenous shrub and tree species. These data are crucial to the development of guidelines and policy for land use conversion and future land management options where unmitigated erosion is of increasing concern. Methods: In a plot-based field trial, the growth performance of Coprosma robusta (karamū), Plagianthus regius (ribbonwood), Sophora tetraptera (kōwhai), Pittosporum eugenioides (lemonwood), Pittosporum tenuifolium (kōhūhū), Hoheria populnea (lacebark), Myrsine australis (māpou), Pseudopanax arboreus (fivefinger), Cordyline australis (cabbage tree), Knightia excelsa (rewarewa), Leptospermum scoparium (mānuka), and Coriaria arborea (tutu) was measured annually over five consecutive years. Results: Eleven species developed a heart-shaped root system and Cordyline australis, a tap-rooted system. By year 5, the root/shoot ratio ranged between 0.24 and 0.44, > 99.5% of the total root mass and root length of all species was confined to within 0.5 m of the ground surface and > 73% within 1 radial metre of the root bole.
  • Plant Me Instead!

    Plant Me Instead!

    PLANT ME INSTEAD! CENTRAL DISTRICTS Acknowledgements Thank you to the following people and organisations who helped with the production of this booklet: Albert James (Manawatu District Council), Sally Pierce (Environment Network Manawatu), Kelly Stratford, Margaret Metcalfe and Graeme Lacock (DOC), Garry McGraw (Tararua District Council), Geoff Wilkinson (Palmerston North City Council), Ross I’anson and Christine Godetz (Rangitikei District Council), Peter Shore (Horowhenua District Council), Elaine Iddon and Craig Davey (Horizons Regional Council), Chris Hayvice (Ruapehu District Council), Anwyl Minnaar, Forest & Bird, Team Te One, and Castlecliff Coastcare for input, information and advice; John Barkla, Jeremy Rolfe, Trevor James, John Clayton, Peter de Lange, John Smith-Dodsworth, John Liddle (Liddle Wonder Nurseries), Geoff Bryant, Clayson Howell, John Sawyer and others who provided photos; and Sonia Frimmel (What’s the Story) for design and layout. While all non-native alternatives have been screened against several databases to ensure they are not considered weedy, predicting future behaviour is not an exact science! The only way to be 100% sure is to use ecosourced native species. Published by: Weedbusters © 2010 ISBN: 978-0-9582844-7-9 Get rid of a weed, plant me instead! Many of the weedy species that are invading and damaging our natural areas are ornamental plants that have ‘jumped the fence’ from gardens and gone wild. It costs councils, government departments and private landowners millions of dollars, and volunteers and community groups thousands of unpaid hours, to control these weeds every year. This Plant Me Instead booklet profiles the environmental weeds of greatest concern to those in your region who work and volunteer in local parks and reserves, national parks, bush remnants, wetlands and coastal areas.
  • Structure and Growth of Mite-Induced Galls of Hoberia Sexstylosa Col

    Structure and Growth of Mite-Induced Galls of Hoberia Sexstylosa Col

    Structure and Growth of Mite-induced Galls of Hoberia sexstylosa Col. B. C. ARNOLDI THE FIRST ACCOUNT of mite-induced galls of The basis of this vananon in susceptibility is Ho heria populnea A. Cunn was publ ished by at the moment unkn own. Lamb ( 1952) . Attention was devoted chiefly The chief aims of the present investigation to a description of the gall mite Eriophyes were to find which of the plant organs of H o­ boberiae, and no details of the anatomica l struc­ heria sexst ylosa are transformed into galls, to tur e of the gall were given (Lamb, 1952 ). Galls examine the structure of the gall, and to ac­ of H oheria sexstylosa Col. caused by the same count for the perennial mode of growth. mite were reported eight years later (Lamb, METHODS AND MATERIALS 1960 ) . Th e present study is concerned only with Galls, flower buds, and leaves were fixed at H oheria sexstylosa, an evergreen tree widely various times throughout the year in formo­ cultivated in gardens in Christchurch, Canter­ acetic-alcohol. Selected specimens from five dif­ bury, and often seen to bear galls of varying ferent trees were embedded in paraffin, and size and age. serial sections 10 fL in thickness were cut and .. Young galls are greyish-green in colour, stained in safranin and fast green (Johansen, shaped like a top, and attached to the smaller 1940 ) . branches by a-prominent stalk, In-older speci­ Numerous.freehand sections of living .galls mens the gall-stalk is generally obscured as the were also made.