Promotor: Dr. J.J. Barkman, Hoogleraar in De Vegetatiekunde En
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Promotor: dr.J.J .Barkman ,hoogleraa r ind evegetatiekund ee nbotanisch e oecologie t\)Ti Gio\ <9sig Ö AnnaElisabet hJanse n Thevegetatio nan dmacrofung io faci doakwood si nth eNorth-Eas tNetherland s Proefschrift terverkrijgin gva nd egraa dva n doctori nd elandbouwwetenschappe n opgeza gva nd erecto rmagnificus , dr.C.C .Oosterlee , hoogleraari nd eveeteeltwetenschap , inhe topenbaa rt everdedige no p vrijdag2 oktobe r198 1 desnamiddag so mvie ruu ri nd eaul a vand eLandbouwhogeschoo l teWageninge n • <iUL /ƒ.'/• Nb ClCj-oi BIBLIOTHEEK LH. 2 9 SEP. 1981 ONTV. TIJDSCHR. ADM M.{-*> w '?<~.s^ Stellingen 1. De ruimtelijke frequentie van carpophoren is een betere maat voor de abundantie van fungi dan de abundantie van carpophoren. 2. Om te voorkomen dat veel fungi die typisch zijn voor het Dicrano-Quercetum daar zullen verdwijnen als de strooisel- en humuslaag te dik wordt, zal strooiselroof moeten worden toegepast. 3. In bossen op voedselarme zandgrond is de dikte van de humuslaag meer bepalend voor de voedselrijkdom dan de concentraties van de ionen in de humus. 4. Het Luzulo-Fagetum leucobryetosum en het Fago-Quercetum dicranetosum dienen, net als het Dicrano-Quercetum, in het Dicrano-Pinion te worden geplaatst. Lisiewska.M.(1974): Macromycetes of beech forests within the eastern part of the Fagus area in Europe. Acta Mycol. 10: 3-72. Jahn.H., A.Nespiak & R.Tüxen (1967): Pilzsoziologische Untersuchungen in Buchenwäldern (Carici-Fagetum, Melico- Fagetum und Luzulo-Fagetum) des Wesergebirges. Mitt. Flor.- soz. Arbeitsgem. N.F. 11/12: 159-197. 5. De keuze van Agaricus dryophila Fr. als typesoort van het genus Collybia is een ongelukkige keuze, daar dit tot gevolg zal hebben dat Marasmius sectie Androsacei (M. androsaceus en M. splachnoides) onder Collybia gerekend moeten worden. Lennox,J.W. (1979): Collybioid genera in the Pacific Northwest. Mycotaxon 9: 117-231. Clémençon,H. (1981): Kompendium der Blätterpilze I. Collybia. Z. Hykol. 47: 5-25. 6. Aangezien biotoopverstoring, b.v. door bemesting of ontwatering, en het verdwijnen van groeiplaatsen, b.v. door bebouwing, meer bijdragen aan de achteruitgang van de paddestoelenflora dan plukken (waarvan de schade uitsluitend visueel is) zijn plukverboden niet zinvol en zeker niet afdoende om een verdere achteruitgang van de paddestoelenflora te voorkomen. Hethooghoude n vand ereeënstan ddoo r bijvoedering ind ewinte r lijktmee ro pextensiev e veehouderij dano p natuurbehoud. Het ideeda t aquatischemilieu s altijd "eenvoudiger" zijnda n terrestrische is,zeke rwaa r heteutroof , hydrologisch nietafgeslote nwate r inNederlan dbetreft , eenhardnekki g vooroordeel. Hetgebrui k demenselijk e bevolking uitt edrukke n in eenaanta l "zielen"dien tvermede n teworde ndaa r dit uitgaatva n een bepaalde,zee rbeperkt e interpretatie vanhe t begrip ziel endaaro m kwetsend kan zijnvoo r personend-i ehierove r een andere opvatting hebben. Stellingen bijhe tproefschrif t van A.E.Jansen, Thevegetatio n andmacrofung i of acid oakwoods inth e North-East Netherlands. Wageningen,2 oktobe r 1981. AnnaElisabet hJansen .Agricultura lUniversity ,Wageningen ,sectio nBiolog icalStation ,Kampswe g 27,941 8PD ,Wijste r (Netherlands).Th evegetatio n andmacrofung io faci doakwood si nth eNorth-Eas tNetherlands .Thesis .1981 . 131pp ,1 1Tbs ,4 0Figs .Engl. ,Ned .inl .e nsamenv . The fungusvegetation ,th evegetatio no fphanerogams ,mosses ,an dlichens , the soilprofiles are described and soil chemicalanalyse sar emad ei nth e associations Dicrano-Quercetum,Querco-Betuletum ,Violo-Quercetum ,an dit s sub-associationilicetosu m (sub-ass.nov. )i nth eprovinc eo fDrenth e(North - EastNetherlands) .Ne wmethod s areapplie d inth e soil chemical analysis (amounto f ionsexpresse d inmas s concentration,calculatio no ftota lio n supply), inth evegetatio nanalysi s (separateanalysi so fth emos ssynusi a onrotte n treestump san ddea dwood) ,an di nth emycosociologica lanalysi s (determinationo fspatia l frequency).Th elast-name dmetho di suse dfo rth e determinationo restimatio no fth eabundanc eo fth emyceli ape rspecies ,o f theplo thomogeneity ,o fth epatter no fth especies ,an do fth ecorrelatio n betweenspecies .Base do nth ephytocoenos eth eQuerco-Betuletu m andth eVi olo-Quercetum appearedt ob eclosel yrelated ,an dt obelon gt oth eallianc e Quercion robori-petraeae. Itwa s confirmed thatth eDicrano-Quercetu m is lessrelated , and did notbelon gt othi s alliance. Inth esoi lther ear e differences between the syntaxai nth eprofile san di nth e 'totalio nsup ply'. Th e syntaxa haveman y differential speciesamon gth efung ii na wa y to support the concepts onth e affinitiesbase do nth ephytocoenoses .Th e 'minimal area'o fth e fungusvegetatio nwa sdetermined .Distributio npat terns of fungus specieswithi nplot sar ediscussed .Annotation so nidenti - faction and taxonomy of fungi aregiven ;a ne wfungu staxo ni sdescribed : PsathyrelJa fulvescens var. dicrani. VOORWOORD Ditonderzoe ki sal see npromotie-onderzoe k aand eLandbouwhogeschoo lt e Wageningen,vakgroe pVegetatiekunde ,Plantenoecologi ee nOnkruidkunde ,sec tieBiologisc hStation ,uitgevoer di nd eperiod eaugustu s197 6- apri l1980 . Debegeleidin gberustt ebi jprof.dr .J.J .Barkman . Voorhu ntoestemmin g onderzoekt emoge ndoe ni nbosse ndi ehu neigendo m ofi nhu nbehee rzijn ,be ni kdan kverschuldig d aand eVerengin gto tbehou d vanNatuurmonumenten ,he tStaatsbosbehee ri nd eprovincie sDrenth ee nOver ijssel,mevrou wMoret , deeigenaar sva nhe tAmshoffsbos ,d eopzichte rva n het landgoed "DeEese" ,d egemeente sAsse ne nHoogeveen .Mij nhartelijk e dank gaat uit naar devel epersone n diemi jdaadwerkelijk e hulpgaven . Zonder diehul p zou ditproefschrif t nooitzij n gewordenwa the tn uis . Dr.E .Kit s van Waveren, dr.C .Bas , F.Benjaminsen , T.Boekhout , T.W. Kuyper, dr.R.A .Maa s Geesteranus, dr.M.E .Noordeloos , J.Schreurs ,me vrouw G.D.Tjallingii-Beuker s determineerden velepaddestoele nvoo rmij ; N.Deodatu s deed alle chemische analysesva n debodem ,H .Klee smaakt ed e tekeningen, mevrouw S.Kerkhove n corrigeerde deengels e tekste nverde r dank ik B.va nHulzen , E.Melis , J.va nReissen . Drs.P .Ypelaa r endr . J.J.Barkma n dank ikvoo rhu ntoestemmin g gebruik temoge nmake nva nno g niet gepubliceerde gegevens.Bijzonder e dankbe n ikverschuldig d aanmij n vader,Piete rB .Janse ne naa nHenri kW .d eNie ,di eel ko phu nmanie rmee r dedenda nallee nhe tdeterminere nva npaddestoele ne nhe tgeve nva nstatis tisch advies enhulp .Mij ncollega' sva nhe tBiologisc h station danki k voor hunbetrokkenhei d inplannin ge nuitvoerin gva ndi tonderzoek .I nhe t bijzonder mijnpromotor ,prof .dr .J.J .Barkman , diehe tmogelij kgemaak t heeftda t ik ditonderzoe k kon gaandoe ne ndi eme tonvermoeibaa renthou siasme, interesse enwerklus t ditonderzoe k begeleidheeft .Voora lj ebe trokkenheid inhe t afgelopenjaa rbi jd efas eva nuitwerke ne nopschrijve n zal ikmi j alszee r stimulerend blijven herinneren.Tenslott e danki kd e afd.Tekstverwekin gva nd eL Hvoo rhe tverzorge nva nhe ttypewerk . CONTENTS Inleiding 1 Samenvatting •5 1 Introduction 8 2 The Phyt ocoenoses 11 2.1 Introductionan dmethod s 11 2.2 Results 21 2.2.1 TheQuerco-Betuletu m 21 2.2.2 TheViolo-Quercetu m 23 2.2.3 TheViolo-Quercetu milicetosu m 25 2.2.4 TheDicrano-Quercetu m 26 2.2.5 Classificationi nhighe rrank s 27 2.2.6 Mathematicalaffinitie s 28 2.3 Conclusions 30 3 The Soil s 31 3.1.1 Introduction 31 3.1.2 Generaldescriptio no fth esoi li nDrenth e 31 3.2 Soilprofil s 32 3.2.1 Methods 32 3.2.2 Results 35 3.3 Soilchemica lfactor s 37 3.3.1 Methods 37 3.3.2 Results 38 3.3.2.1 pH- freshan dpH-H 20 38 3.3.2.2 pH-KCl 38 3.3.2.3 Conductivity and 'total'io nsuppl y 40 3.3.2.4 Specificgravit y 42 3.3.2.5 Na,K ,Mg ,an dC aion s 43 3.3.2.6 Totalcarbo nan dnitroge n 47 3.4 Conclusions 47 4 The Mycocoenoses 48 4.1 Introduction 48 4.2 Methods 48 4.2.1 Relevésan dtable s 48 4.2.2 Theincreas ei nth enumbe ro fspecie spe r yearo finvestigatio n 51 4.3 Results 55 4.3.1 Numbero fspecie s 55 4.3.2 Differential species 55 4.3.2.1 Introduction 55 4.3.2.2 TheDicrano-Quercetu m 56 4.3.2.3 TheQuercio nrobori-petraea e 58 4.3.3 Mathematicalaffinitie s 63 4.3.4 Representativeplo tare a 63 4.4 Conclusions 66 5 Annual Frequency 67 6 Spatial Frequency 68 6.1 Introduction 68 6.2 Methods 68 6.3 Results 69 6.3.1 Introduction 69 6.3.2 Frequencyhistogram san dhomogeneit y 69 6.3.3 Therelatio nbetwee nth efrequenc yan dth e abundance 73 7 Distribution patterns 76 7.1 Introductionan dmethod s 76 7.2 Distributionpattern s 76 7.3 Correlateddistribution s 81 8 Composition of ecological groups 92 Summary • 95 Literature 98 Appendix 1 Listo fplot s 103 2 Annotationso nidentificatio nan dtaxonom y ofsom efung i 107 Index on fungi 124 INLEIDING Vanuithe tBiologisc h Stationt eWijste r (Drenthe)word t alzee rvel e jarenee nonderzoe kgedaa nnaa rd esociologi ee nd eoecologi eva npaddestoe len.Barkma ne nD eVrie sdoe ndergelij konderzoe kaa njeneverbe sstruwelen , Arnolds aan graslandvegetaties ,e nenkel eander emedewerker se nstudente n aan sparrebossen, droge heidevelden, en eikenkreupelbosjeso pvoormali g stuifzand. Het uiteindelijke doel isd epaddestoelenvegetatie s vanall e vegetatietypeni nhe tDrent sdistric tt ebeschrijven ,zowe lkwalitatie fal s kwantitatief. Daarmee hopen we eenvolledi g inzicht ind e sociologische amplitudo en statuse ni n deoecologisch e amplitudova n depaddestoelen soorten inDrenth e teverkrijgen .Oo kverwachte nw e datdez ekenni sza l bijdragento the toplosse nva nvel esynsystematisch eproblemen ,speciaa li n dievegetatie sme tmaa rweini ghoger eplante ne nmossen . Onderzoeknaa rpaddestoelenvegetaties ,meesta lmycosociologisc ho fmyco - coenologisch onderzoek genoemd,word t inNederlan d alleenbedreve nvanui t hetBiologisc hStatio nt eWi jster .Buite nNederlan dvind tversprei di nWes t Europa enig onderzoek plaats.