Rapport 500021002/2006 De optiewaarde van het spoor De waardering van de aanwezigheid en het gebruik van regionale spoorlijnen. Onderzoeksmethode en case studies. K.T. Geurs M.m.v. M.E. Haaijer, MuConsult Contact: Karst Geurs Team Ruimte, Infrastructuur en Mobiliteit
[email protected] Milieu- en Natuurplanbureau, Postbus 303, 3720 AH Bilthoven, telefoon: 030 - 274 2745; fax: 030 - 274 4479 pag. 2 van 88 Milieu- en Natuurplanbureau Rapport in het kort De optiewaarde van het spoor Dit rapport bevat een verkennende studie naar de optiewaarde van spoorlijnen. Optiewaarden kunnen worden omschreven als een risicopremie die individuen bereid zijn te betalen voor het behoud van een spoorlijn voor onverwachts toekomstig gebruik. Zo kan een automobilist een treinverbinding waarderen als een ‘back-up’ vervoerwijze in het geval de auto niet beschikbaar is. Het concept ‘optiewaarde’ heeft zijn oorsprong in de milieueconomie om de aanwezigheid van natuurgebieden te waarderen, en is in deze studie voor het eerst in Nederland toegepast op verkeer- en vervoersvraagstukken. In het onderzoek is een web- enquête ontwikkeld waarin keuze-experimenten zijn opgenomen om optiewaarden geldelijk te kunnen waarderen. De regionale spoorlijnen Arnhem-Doetinchem-Winterswijk en Leiden- Alpen a/d Rijn-Gouda zijn als case studie onderzocht. De web-enquête is uitgezet onder omwonenden van de spoorlijnen die lid zijn van een landelijk internetpanel. De belangrijkste conclusie uit het onderzoek is dat optiewaarden een belangrijke batencategorie lijken te vormen voor de onderzochte spoorlijnen. Omwonenden (treinreizigers en niet-gebruikers) van de spoorlijnen Arnhem-Winterswijk en Leiden-Alpen a/d Rijn-Gouda lijken bereid gemiddeld 7 à 8 euro per maand te betalen voor het behoud van de spoorlijn voor onverwachts toekomstig gebruik.