Spoorverdubbeling Didam |
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Spoorverdubbeling Didam | Doetinchem Verkenning | Eindrapportage DEFINITIEF Arnhem, 25 oktober 2016 Samenvatting aankomstpunctualiteit bedraagt met toevoeging van de RE19 Arnhem – Düsseldorf naar verwachting in deze referentiesituatie gemiddeld 94%. Alle opgestelde Deze verkenning beschrijft het onderzoek naar de kosten en effecten van volledig scenario’s leiden tot een verdere verbetering in de aankomstpunctualiteit van de dubbelspoor tussen Didam en Doetinchem (of delen van dit traject). Dit onderzoek spoorlijn. Verhoudingsgewijs worden de effecten wel kleiner ten opzichte van de is voortgekomen uit de ambities van het coalitieakkoord ‘Ruimte voor Gelderland’ maatregelen in de periode 2015 - 2018. (Gedeputeerde Staten van Gelderland januari 2016) en is onderdeel van de Scenario 1 Scenario 2 Scenario 3 Scenario 4 Scenario 5 stappen die worden uitgevoerd om een verdere kwaliteitsverbetering van de 94,1% 96,8% 96,7% 95,9% 94,3% spoorlijn (‘Arnhem – Winterswijk, fase II’) te bewerkstelligen. Indicatieve verwachte aankomstpunctualiteit per scenario. Ook de aansluiting op de IC’s op Arnhem Centraal verbetert. In werksessies met de provincie Gelderland, vervoerders (Arriva en Breng), Scenario 1 Scenario 2 Scenario 3 Scenario 4 Scenario 5 betrokken gemeentes (Arnhem, Doetinchem) en ProRail zijn vijf scenario’s = Referentie +7% +7% +5% +1% vastgesteld om volledig dubbel spoor tussen Didam en Doetinchem (of delen van Procentuele verbetering aansluiting op IC naar Utrecht in vergelijking tot referentie. dit traject) te verkennen: 1 Referentiescenario (= referentiesituatie) Hoewel de verdubbeling Wehl-Jan Willinkstraat (scenario 4) een geringe lengte 2 Referentiescenario + spoorverdubbeling Didam – Doetinchem heeft kan hiermee ca. 70% van de baten gehaald worden ten opzichte van een 3 Referentiescenario + spoorverdubbeling Didam – De Huet volledige spoorverdubbeling. 4 Referentiescenario + spoorverdubbeling Wehl – Jan Willinkstraat 5 Referentiescenario + ongelijkvloerse kruising Arnhem-Oost. In rij- en reistijd zijn nagenoeg geen verbeteringen te behalen. Weliswaar kan de wachttijd op station Wehl verkort worden, het is echter niet mogelijk deze winst van Per scenario zijn op een viertal aspecten de kosten en baten in beeld gebracht: 30 seconden volledig te incasseren (alleen voor reizigers vanuit Arnhem naar 1. Dienstregelingeffecten (rij- en reistijd, punctualiteit, robuustheid); Doetinchem). De beperkte capaciteit op Arnhem Centraal en tussen Arnhem en 2. Investeringskosten infrastructuur, inclusief overwegveiligheid; Arnhem-Oost maakt het niet mogelijk de trein op het gewenste tijdpad te laten 3. Exploitatie treindienst; rijden. Ook voor het inpassen van een eventueel nieuw station (zoals Arnhem-Pley 4. Planologie. of Zevenaar-Poort) is de verbetering van de rij- en reistijden ontoereikend. Dienstregeling Een ongelijkvloerse kruising bij Arnhem-Oost kan in combinatie met aanvullende De uitvoering van de treindienst zal sterk verbeteren als gevolg van de maatregelen leiden tot een aangepaste, snellere en meer robuuste dienstregeling. maatregelen die in de periode 2015 – 2018 gerealiseerd zijn / worden. De Een verbeterde perronopvolging op station Arnhem en verbeteringen in de 1/37 overkruisingen kunnen voor meer treinen zorgen op het baanvak. Deze Sc 2: €3,3 mln., P85 €4,1 mln,). De investeringskosten van een ongelijkvloerse verbeteringen hangen ook samen met de treinen op de IJssellijn en de treinen van kruising Arnhem-Oost zijn overgenomen uit de studie van 2013 en zijn daarnaast en naar Duitsland. Deze samenhangende lijnen zijn in deze verkenning niet sterk afhankelijk van het te kiezen alternatief en de wensen en/of eisen ten aanzien meegenomen. van de inpassing. Voor alle scenario’s geldt dat ook rekening gehouden moet worden met extra Overwegveiligheid jaarlijkse kosten voor beheer, onderhoud en vervanging (BOV kosten) die tussen Op basis van een quickscan is per scenario een maatregelenpakket opgesteld om 0,5% en 1% van de investeringskosten bedraagt. de toename van het veiligheidsrisico op de overwegen te beheersen. Bij het bepalen van een definitief maatregelenpakket is ook een belangrijke rol voor de Exploitatie provincie en gemeenten weggelegd, vooral in relatie tot de locatiekeuze en De exploitatie van de treindiensten verandert als gevolg van de scenario’s investeringskosten. nauwelijks, doordat er geen significante wijzigingen in rij- en reistijd optreden. De dienstregeling en materieelomloop blijven gelijk. Investeringskosten . De verbetering in punctualiteit kan leiden tot een indicatieve maximale (in Scenario 2 Scenario 3 Scenario 4 Scenario 5 scenario 2) inkomstenverbetering op jaarbasis van circa €99.300. Didam- Didam – Wehl – Arnhem-Oost . De verbetering in de betrouwbaarheid van de aansluiting op de IC richting Doetinchem De Huet J. Willinkstr Utrecht kan leiden tot een lichte groei in het aantal reizigers. Het gaat hier Investeringskosten €99,5 mln. €68,7 mln. €19,5 mln. €45 - €65 mln. om een indicatief bedrag van maximaal € 44.000 op jaarbasis. (excl. BTW) Niet P85 €123,1 mln. € 86,3 mln. € 24,5 mln. Planologie beschikbaar Om een (gedeeltelijke) spoorverdubbeling tussen Didam en Doetinchem te Investeringskosten van de verschillende scenario’s realiseren dient een planologische procedure gevolgd te worden. Wanneer dit gemeentegrens overschrijdend is (scenario 2 en 3), wordt geadviseerd om een PIP In scenario 3 wordt de spoorverdubbeling ingekort tot en met station Doetinchem in te zitten. Indien dit niet het geval is, is een regulier bestemmingsplan ook een De Huet waarmee een aanzienlijk deel van de investeringskosten bespaard kan goede optie. Indien scenario 2 of 3 de voorkeur geniet wordt vanuit het oogpunt worden ten opzichte van scenario 2. Grote besparingen worden geboekt op de van de planologische risico’s voor het PIP van de spoorverdubbeling Zevenaar – brug over de Oude IJssel (€18,4 mln., P85 €22,8 mln.) en op de overwegveiligheid. Didam geadviseerd besluitvorming uit te stellen totdat dit PIP onherroepelijk is. In In alle scenario’s zijn de investeringskosten (excl. BTW) voor kabels en leidingen geval van een keuze voor een ander scenario is dit risico niet aan de orde. fors (Sc 2: €11,6 mln., P85 €14,4 mln, Sc 3: Sc 2: €9,7 mln., P85 €12,2 mln, Sc 4: 2/37 Conclusie In deze studie naar spoorverdubbeling tussen Didam en Doetinchem is uitgegaan van het huidige dienstregelingsconcept (4 x per uur Doetinchem-Arnhem). Verdere spoorverdubbeling blijkt qua kosten en baten weinig effectief voor verbetering van de robuustheid en punctualiteit binnen het huidige dienstregelingsconcept. Dit wordt anders wanneer ook het dienstregelingsconcept wordt aangepast (bijvoorbeeld meer treinen per uur of sneltreinen/zonetreinen die stations overslaan). Ook kunnen andere vervoersconcepten (waarbij sprinters niet in Arnhem keren, maar op andere nabijgelegen stations in de regio) in de toekomst van belang worden voor de bereikbaarheid van de regio. In perspectief van deze ontwikkelingen heeft verdere spoorverdubbeling wel een meerwaarde. Wel moet daar onmiddellijk de kanttekening bij worden geplaatst dat het niet beperkt blijft tot verdere verdubbeling van spoor tussen Didam en Doetinchem. Bij de realisatie van bovengenoemde concepten zal een hele serie met elkaar samenhangende infrastructurele maatregelen moeten worden uitgevoerd, waaronder ook maatregelen tussen Arnhem Centraal en Arnhem-Oost. Hiermee hangen aanzienlijke kosten samen. Ook qua exploitatie zullen andere dienstregelings- en vervoersconcepten naar verwachting kostenverhogend werken. In het kader van het landelijk Toekomstbeeld OV 2040 worden dit soort scenario’s onderzocht. Dit landelijke Toekomstbeeld moet medio 2017 gereed zijn en zal worden gebruikt door de (landelijke en regionale) overheid bij het nader invullen van de ambities op het (regionaal) spoor. 3/37 Inhoudsopgave 6 Planologie 28 6.1 Planologisch regime 28 Samenvatting 1 6.2 Tracéwet 29 6.3 Type bestemmingsplan 30 2 Inleiding 5 6.4 Relatie met PIP spoorverdubbeling Zevenaar – Didam 30 2.1 Aanleiding 5 6.5 Overige aandachtspunten 31 2.2 Opgave 7 6.6 Conclusies 31 2.2.1. Referentiesituatie 7 2.2.2. Modules en sporen 10 7 Conclusies en aanbevelingen 33 2.3 Aanpak 10 7.1 Conclusies 33 2.3.1. Scenario’s 11 7.2 Aanbevelingen 35 2.3.2. Onderzoeksmethode 11 2.3.3. Opbouw rapportage 12 Colofon 37 3 Dienstregelingeffecten 13 Afkortingenlijst 37 3.1 Uitgangspunten dienstregeling 13 3.2 Resultaten 14 Bijlage I, Herijking kostenraming verdubbeling Didam-Doetinchem 3.3 Conclusies 16 Bijlage II, Overzicht van globale verleggingskosten kabels en leidingen 4 Investeringskosten 17 derden (niet ProRail) 4.1 Overwegveiligheid 17 4.1.1. Kadernota en inventarisatie 17 Bijlage III, Rijtijd en robuustheid verdubbeling Didam-Doetinchem 4.1.2. Voorgestelde maatregelen 18 4.2 Kabels en Leidingen 20 4.3 Geluidsmaatregelen 21 4.4 Brug Oude IJssel 22 4.5 Ramingen per scenario 23 4.6 Conclusies 24 5 Exploitatie 26 5.1 Rij- en reistijd 26 5.2 Toename opbrengsten 26 5.3 Conclusies 27 4/37 2 Inleiding Gedeputeerde Staten van Gelderland (hierna: GS) hebben in januari 2016, voortkomend uit de ambities uit het coalitieakkoord ‘Ruimte voor Gelderland’, 2.1 Aanleiding aangegeven naast de voorgenoemde verbetermaatregelen, vijf stappen te willen zetten voor een verdere kwaliteitsverbetering van de spoorlijn (‘Arnhem – De spoorlijn Arnhem – Winterswijk is met dagelijks ruim 18.000 reizigers één van Winterswijk, fase II’). de drukste regionale lijnen van Nederland en de belangrijkste spoorverbinding in A. Workshops met de spoorse