PIRENNE EN FREDERICQ Over Historiografische Ambities Omstreeks 1900
PIRENNE EN FREDERICQ Over historiografische ambities omstreeks 1900 Jo Tollebeek Henri Pirenne en Paul Fredericq hebben elkaar veertig jaar lang van zeer nabij gekend. 1 Hun beider academische carriere startte haast gelijktijdig. Fredericq werd, na een loopbaan als leraar, in 1879 op amper negentwintigjarige leeftijd buitengewoon (vanaf 1882 gewoon) hoogleraar aan de Luikse Rijksuniversiteit, waar hij onder meer met het onderwijs in de Nederlandse letterkunde, de hedendaagse geschiedenis en de geschiedenis van Belgie werd belast en waar hij zijn oude studievriend Godefroid Kurth opnieuw vervoegde.2 Onder zijn studenten bevond zich ook de twaalf jaar jongere Pirenne, die in 1880 in Luik arriveerde.3 In 1883 werd Fredericq benoemd in Gent, opnieuw voor een com binatie van literair-historische en historische vakken.4 Nog eens twee jaar later startte de carriere van Pirenne in Luik, waar hem in 1885 het onderwijs in de paleografie en de oorkondenleer werd toegewezen. Een jaar lateral vervoegde hij Fredericq in Gent, eerst als buitengewoon, vanaf 1889 als gewoon hoogle raar. Dat gebeurde overigens met de steun van Fredericq, maar ging ook gepaard met een conflict tussen heiden over de verdeling van de leeropdrach ten.5 Zo hadden in amper achtjaar tijd, tussen 1879 en 1886, zowel Fredericq als Pirenne de zo begeerde universitaire positie gekregen, in beide gevallen eerst in Luik, daarna in Gent. Voor biografische gegevens over Pirenne: B. Lyon, Henri Pirenne. A biogra phical and intellectual study (Gent 1974) en de portretten van B. Ebels-Hoving, 'Henri Pirenne (1862-1935)', in: A.H. Huussenjr., E.H. Kossmann en H. Renner ed., Historici van de twintigste eeuw (Utrecht- Antwerpen- Amsterdam 1981) 26-40 en M.
[Show full text]