Nannette Streicher Née Stein

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Nannette Streicher Née Stein Martine de Boer Nannette Streicher née Stein “Een vrouw om op te bouwen” Een beschrijving van de enige vrouwelijke pianofortebouwer van betekenis: Nannette Stein (1769 - 1833) Met een voorwoord door Uta Goebl – Streicher, directe afstammeling van Nannette Nannette Stein, ca 1810 (ca 40 jaar). Bron: Donhauser, P. & Langer, A. Streicher: Drei generationen Klavierbau in Wien Amsterdam, maart 2020 Inhoudsopgave VOORWOORD 3 *** VOORWOORD DOOR UTA GOEBL-STREICHER 4 INLEIDING 5 DE OPKOMST VAN DE PIANOFORTE IN DUITSLAND 6 DE STEIN - STREICHER DYNASTIE 7 *** DE STAMBOOM 7 *** VADER JOHANN ANDREAS STEIN 8 *** ECHTGENOOT JOHANN ANDREAS STREICHER 9 *** ZOON JOHANN BAPTIST STREICHER 10 NANNETTE 12 *** JEUGD 12 *** OPVOLGING NA OVERLIJDEN VADER & HUWELIJK 13 *** WENEN 14 *** DE VLEUGELS VAN NANNETTE 16 *** VRIENDSCHAP MET LUDWIG VON BEETHOVEN 19 *** VRIENDSCHAP MET NANETTE VON SCHADEN 20 *** NANNETTE ALS COMPONIST 21 *** LATERE LEVEN & OVERLIJDEN 22 CONCLUSIE 23 GERAADPLEEGDE BRONNEN 24 BIJLAGE – PRIJSLIJST STREICHER VLEUGELS 1831 25 2 Voorwoord Stel je eens voor. Je bent een onafhankelijke vrouw van 52 jaar en volgt de opleiding Pianotechniek. En in het tweede jaar wordt je gevraagd een werkstuk te schrijven in het kader van het vak “Historische Instrumenten”. Waarover dan te schrijven? Je wikt en weegt langere tijd over verschillende onderwerpen en werkt die al voorzichtig wat uit. Historische stemmingen komen voorbij, of een analyse van de ontwikkeling van werken van componisten gekoppeld aan de ontwikkeling van de instrumenten. Erg interessant en ook wel uitdagend complex. Maar er is een probleem want het voelt niet “eigen”. En dan lees je terloops in een boek dat aan het eind 18e en begin 19e eeuw een VROUW als pianofortebouwer actief is geweest en dat zij jarenlang een concurrerende positie had in dit door mannen gedomineerde vakgebied: Nannette Stein. En dan valt alles op zijn plaats. Natuurlijk! Onderwerp gevonden! Na het schrijven moet ik concluderen dat het stuk niet alléén maar over Nannette gaat maar onder andere ook over haar directe familieleden, haar vrienden en het Wenen van toen. Het blijkt onmogelijk om over Nannette te schrijven zonder die context, immers die blijkt écht nodig om Nannette in haar volle omvang te duiden. Het stuk is dan ook langer geworden dan ik oorspronkelijk voor ogen had. Bij mijn zoektocht naar informatie heb ik gebruikt gemaakt van de boeken van de bibliotheek van het Hout- en Meubileringscollege (HMC) te Amsterdam en heb ik de bibliotheek bezocht van het Nederlands Muziek Instituut in Den Haag waar óók enige prachtige titels voorhanden zijn. Daarnaast heb ik een aardig boekje gevonden bij een Duits antiquariaat. “Beethoven und die Wiener Klavierbauer Nannette und Andreas Streicher” bevat heerlijke informatie zoals inventarislijsten van de werkplaats en brieven uit die tijd. Patrick Drijver heeft een prachtige documentaire gemaakt over de restauratie door Beunk & Wennink van een “Nannette Streicher vleugel” uit 1926. Tot slot beschik ik over de bladmuziek van Nannettes bewaard gebleven composities, besteld bij uitgeverij Christoph Dohr uit Keulen. Bij het schrijven ben ik uitgegaan van een piano-technisch onderlegd lezerspubliek dat de Duitse taal niet schuwt. Eén schrijver steekt er bovenuit qua aantal publicaties over de familie Stein-Streicher. Haar naam is Uta Goebl – Streicher. Gezien haar achternaam ben ik natuurlijk op zoek gegaan naar deze historica en uiteindelijk kwamen we in contact via haar uitgever. Ze blijkt niet alleen heel aardig te zijn, maar ook een directe afstammeling van Nannette Stein en haar man Andreas Streicher: Ze heeft het concept van dit werkstuk ontvangen en – ondanks de taalkloof - hier toch nog enkele opmerkingen op kunnen plaatsen die ik vanzelfsprekend heb verwerkt. Ik voel me dan ook zeer vereerd dat zij een voorwoord heeft willen schrijven. 3 *** Voorwoord door Uta Goebl-Streicher Es ist keine alltägliche Geschichte: Frau de Boer, erfolgreiche Anwältin, wendet sich in ihrer zweiten Lebenshälfte dem Klavierbau zu und wählt Nannette Streicher geb. Stein, die einzige Klavierbauerin von Bedeutung, zum Thema ihrer wissenschaftlichen Arbeit. Es freut mich sehr, dass sie in diesem Zusammenhang Kontakt mit mir als Nannette Streichers direkter Nachfahrin aufgenommen hat. Für ihre neue Tätigkeit wünsche ich ihr und allen Studenten des Klavierbauer-Lehrgangs in Amsterdam alles Gute und hoffe, dass die Freundschaft, die sie im Laufe ihrer Forschungen zu Nannette Streicher entwickelt hat, Ansporn für ihre künftige Arbeit sein wird! Het is geen alledaags verhaal: mevrouw de Boer, een succesvolle jurist, wendt zich in de tweede helft van haar leven tot de pianotechniek en kiest voor haar wetenschappelijke werkstuk voor Nannette Streicher, geboren Stein, de enige vrouwelijke pianofortebouwer van betekenis. Ik ben erg blij dat zij in deze context met mij - als directe afstammeling van Nannette Streicher – contact heeft opgenomen. Ik wens haar en alle studenten van de opleiding Pianotechniek in Amsterdam in hun nieuwe hoedanigheid het allerbeste. Ik hoop dat de vriendschap die ze heeft ontwikkeld tijdens haar onderzoek naar Nannette Streicher een stimulans zal zijn voor haar toekomstige werk! Uta Goebl – Streicher, 25 februari 2020 4 Inleiding De grootste stappen in de ontwikkeling van de vleugel en piano zoals wij die anno 2020 kennen zijn gezet in de 18e en de eerste helft van de 19e eeuw bij het ontstaan en de doorontwikkeling van de pianoforte. De familie Stein - Streicher heeft gedurende het grootste deel van die periode – de muziekstromingen barok, classisisme en romantiek doorkruisend - met maar liefst 5 generaties een grote bijdrage aan die ontwikkeling geleverd. De derde (scharnier-)generatie wordt vertegenwoordigd door Nannette Stein. Een vrouw. Voor zover bekend de enige vrouw die een bepalende rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van de pianoforte. Het lukte haar om de goede naam en kwaliteit van de Stein instrumenten vast te houden en te verbeteren. En ze onder de naam Streicher door te geven aan de volgende generatie. Zij was degene die het “Duitse” mechaniek naar Wenen bracht en aldus ontstond het “Weense mechaniek”. Hoe komt het dat deze vrouw van zo’n betekenis kon zijn in een door mannen gedomineerde tijd (én vakgebied)? In wat voor een omgeving groeide zij op? Wat heeft ze bereikt? Wat is er bekend over haar instrumenten? Wie waren haar vrienden? Hoe moeten we haar positioneren in de Stein - Streicher dynastie? Wat vonden componisten van haar? En ze componeerde ook zelf. Welke muziek van haar is bewaard gebleven? Om de beantwoording van bovenstaande vragen structuur te geven wordt gestart met een korte beschrijving van de ontwikkeling van de pianoforte in Duitsland, min of meer tot het moment dat Nannettes vader Andreas Stein zijn rol gaat spelen. Daarna volgt een korte beschrijving van de dynastie Stein-Streicher (van 1697 tot 1916). Niet geheel chronologisch krijgen daarna vader Andreas Stein, echtgenoot Andreas Streicher en zoon Johann Baptist Streicher een eigen paragraaf om daarna volledig op Nannette zelf te kunnen inzoomen. Aan bod komen natuurlijk haar ontwikkeling tot pianobouwer en haar wapenfeiten op dat vlak. Maar er is ook ruimte voor haar persoonlijke omstandigheden, haar vriendschappen - onder andere die met Ludwig von Beethoven - en haar ervaringen als pianist én componist. Er wordt afgesloten met een conclusie mijnerzijds over de betekenis van Nannette voor de muziekgeschiedenis en voor mij persoonlijk. 5 De opkomst van de pianoforte in Duitsland Nadat schrijver en uitgever Scipione Maffei in 1711 een artikel publiceerde (in Duitsland vertaald in 17251) over de beroemde uitvinding van Bartolomeo Cristofori2 (1655 - 1731) - het eerste toetsinstrument met hamertechniek - was er ruim baan voor doorontwikkeling. Al langer waren instrumentenbouwers op zoek naar een oplossing om tijdens het spelen dynamische te kunnen differentiëren.3 Het al bestaande clavichord voorzag hier al enigszins in maar er was behoefte aan meer volume. Het is aannemelijk dat de grote Gottfried Silbermann (1683 -1753) - geïnspireerd door de in het artikel beschreven concepten van Cristofori - in Freiburg (Saksen) met het bouwen van pianofortes begon. Een van zijn eerste pianofortes werd door Johann Sebastian Bach (1685 - 1750) flink bekritiseerd. De tonen naar de discant zouden te zwak zijn geweest en de aanslag te zwaar. Silbermann zou als reactie daarop in 1743 een nieuw model hebben voltooid. Van Silbermann zijn drie pianofortes bewaard gebleven waardoor deze goed vergeleken kunnen worden met die van Cristofori. Die van Silbermann waren namelijk zeker geen kopieën. Zo waren er onder andere flinke verschillen in mensuren in mechaniek en besnaring, in toetsomvang en in gebruikte houtsoorten voor de zangbodem. Silbermann had zijn eigen vertrouwde gewoontes uit de clavecimbelbouw toegepast in de pianoforte en aldus worden de verschillen verklaard.4 Na de dood van Gottfried Silbermann in 1753 wordt de zaak overgenomen door zijn neven. Johann Heinrich Silbermann (1712 - 1783) was daarvan de belangrijkste. Waarschijnlijk omdat hij als enige bij zijn oom in de leer was geweest. Hij vestigt zich in Straatsburg en zo krijgen zijn instrumenten onder meer bekendheid in Zuid-Duitsland en Frankrijk. Een andere leerling van Gottfried Silbermann is Christian Ernst Friederici (1709 - 1780). Hij maakte enorme faam met zijn instrumenten. Omdat er geen vroege pianofortes van zijn hand bewaard zijn gebleven is het niet te achterhalen of de traditie van Silbermann behalve via zijn neven
Recommended publications
  • Politzer 100 – Beethoven 250 – Raffael 500 Narrenturm, Wien, 16
    Medical Humanities Politzer 100 – Beethoven 250 – Raffael 500 Narrenturm, Wien, 16. Oktober 2020 (Streaming) LUDWIG VAN BEETHOVEN ADAM POLITZER RAFFAEL Joseph Mähler 1815 Carl Probst 1887 Selbstportrait 1506 Lavotta, Prochaska 200 – Hammerschlag 150 – Weichselbaum, Messerklinger 100 JÁNOS ANTON VICTOR WALTER LAVOTTA WEICHSELBAUM HAMMERSCHLAG MESSERKLINGER 1764 – 1820 1845 – 1920 1870 – 1943 1920 – 2001 Musik Bakteriologie Ohrenheilkunde NNH-Chirurgie Organisation: Naturhistorisches Museum, Wiener Gesundheitsverbund, AG Medical Humanities ÖAW Herwig Swoboda, Eduard Winter, Felicitas Seebacher 2020 beinhaltet Jubiläen der Ohrenheilkunde, der Musik und der bildenden Kunst. Vor 150 Jahren wurde die HNO-Heilkunde ein akademisches Fach. Entstanden war sie in der „Generation Beethoven“ um Jean Itard (1774-1838), der auch die Kinderpsychiatrie begründete, aus sensualistischer Welterfahrung wie auch Wiener Klassik und Klassizismus. 3 DFP-Punkte angesucht – Links für Webminar 13-15h, Streaming 15:30-18h 13h https://us02web.zoom.us/webinar/register/WN_KESDQ-BfSM270MF4-57G9A 15:30h https://www.youtube.com/watch?v=tXfsx4JRtQ0 Prim. Univ.-Doz. Dr. Herwig Swoboda Tel.: +43 1 80110 2312, HNO Hietzing/Ottakring E-Mail (Anmeldung für Samstag) [email protected] 1 Freitag, 16. Oktober, 13.00‒19.00 h Moderation: Bernhard Schwabel 13.00‒13.20 Herwig Swoboda Adam Politzer (1835-1920) und sein Schüler Viktor Hammerschlag (1870-1943) 13.20‒13.40 Michael Pretterklieber Joseph Hyrtl und Karl Langer 13.40‒14.00 Ruth Koblizek Anton Elfinger – Arzt und
    [Show full text]
  • Nannette Streicher Wurde Am 2
    Streicher, Nannette Orte und Länder Sie wirkte fast ausschließlich in Augsburg und Wien und hat kaum Reisen unternommen. Biografie Nannette Streicher wurde am 2. Januar 1769 in Augs- burg als sechstes Kind des berühmten Klavier- und Orgel- bauers Johann Andreas Stein (1728–1792) geboren und auf die Namen Anna Maria getauft. Ihre Mutter war Ma- ria Regina Stein geb. Burkhart. Die Familie bekannte sich zur evangelischen Kirche bzw. zur Augsburger Konfession, der „Confessio Augustana“, die am 25. Juni 1530 auf dem Reichstag zu Augsburg Kai- ser Karl V. von den Reichsständen der lutherischen Re- formation vorgelegt worden war. Wohnung und Firmensitz Steins, zu dem auch ein Kla- viersalon gehörte, befanden sich ab 1774 nahe der St. Ul- richskirche in dem heute noch erhaltenen Haus Maximili- Nannette Streicher, Tuschezeichnung von Ludwig Krones, 1836 ansplatz 10. (Eva Hertz, Johann Andreas Stein (1728–1792). Ein Beitrag zur Geschichte des Klavierbau- Nannette Streicher es, Würzburg 1937, S. 38 und Ernst Fritz Schmid, Ein Geburtsname: Nannette Stein schwäbisches Mozart-Buch, 2. Aufl., Augsburg 1998, S. 188.) * 2. Januar 1769 in Augsburg, Deutschland † 16. Januar 1833 in Wien, Österreich Stein unterrichtete seine Tochter selbst und ließ sie schon früh öffentlich auftreten. In einem Notizbuch ver- Klavierbauerin, Pianistin, Komponistin, merkte er: „Mein kleines Mädgen von im 7ten Jahr hat Musikpädagogin, Konzertveranstalterin letzten Donerstag auf der H.[erren] Geschlechter stube und Mittwoch darauf auf der Kaufleuth Concert – es war „In unvergesslicher Weise prägten sich gewiß jedem, der publiquis – Clavier Concert gespielt; mit vieler Empfin- die heiter-offene Frau einmal gesehen, ihre zwar etwas dung und einer arth Enthusiasmus machte sie die Einlei- hartgeformten, scharfkantigen, aber sprechenden Züge dung ihrer Rondeaux, so daß die Mehrsten der Gesell- mit intelligentem und zugleich wohlwollendem Ausdruck schaft schrien: aha, das ist Steins Tochter.“ (Eva Hertz, und ihr lebhaftes, in Art und Ton der Sprache fast männ- Johann Andreas Stein, a.
    [Show full text]
  • Ries-Journal 18 2Ling Iast.Indd
    Ausgabe 5 | 2018 RIES JOURNAL Der Wiener Klavierbauer Joseph Franz Ries (1792-1861) Sein Leben, seine Patente und seine Instrumente C. A. Hainholz cpo Biographische Notizen Höchst Originelles und Dramatisches von Ferdinand Ries über Ludwig van Beethoven Ferdinand von Dr. F.G. Wegeler und Ferdinand Ries Neu! Ries Herausgegeben von der Ferdinand Ries Gesellschaft in Zusammenarbeit mit der Julius Wegeler Familienstiftung und dem Landschaftsverband Rheinland Mit einem Vorwort von Michael Ladenburger cpo Leinengebundene Ausgabe in 777 767–2 einer nummerierten Aufl age von »Ferdinand Ries, dieser ungeheuer fleißige 300 Exemplaren. Mann tritt dank einer sehr ernsthaften, inni- gen Auseinandersetzung mit seiner letzten Bibliophile Ausstattung mit Lese- Geigensonate aus dem selbstgeschaffenen bändchen und faksimilierten Brief- Schatten heraus, um sich zeitweilig in gera- und Notenbeispielen Ludwig van Beet- dezu bekenntnishafte Höhen zu erheben.« hovens. 232 Seiten, Bonn 2012 klassik-heute. com 28 € (zzgl. Porto und Versand) Zu erwerben bei: Ferdinand Ries Gesellschaft, Kaufmannstr. 32, D – 53115 Bonn [email protected] ISBN: 978-3-00-039547-5 cpo 777 216–2 cpo 777 609–2 cpo 777 738–2 cpo 777 655–2 4 CDs CD SACD/Hybrid 2 CDs „Das Buch wird viel gelesen werden, wie es dies verdient ... Man kann nicht los davon.“ CD-Bestellung gegen Rechnung unter: jpc.de | jpc-Schallplatten-Versandhandelsgesellschaft mbH | Georgsmarienhütte Robert Schumann Geschäftsführer: Gerhard Georg Ortmann | Amtsgericht Osnabrück HRB 110327 Internationaler Vertrieb: A: Preiser Records, NL: Econa | cpo gibt’s auch im Internet: www.cpo.de 04-2016 Ries-Anzeige.indd 1 22.03.2016 15:37:38 RIES JOURNAL 5 Inhalt Content 2 2 Editorial Editorial 3 3 Vorbemerkung der Redaktion Editor’s Preliminary Remarks 7 7 Sabine K.
    [Show full text]
  • Karl Goldmark Suite Für Violine Und Klavier Nr
    Karl Goldmark Suite für Violine und Klavier Nr. 2 · Klaviertrio Nr. 1 Thomas Albertus Irnberger Michal Kaňka Pavel Kašpar Karl Goldmark (1830–1915) Suite No. 2 for Violin and Piano in E-fl at major, Op. 43 Suite Nr. 2 für Violine und Pianoforte Es-Dur op. 43 1 I Allegro moderato – Cantabile 8:53 2 II Andante – Allegro moderato – Langsam 9:34 3 III Allegro ma non troppo 5:47 4 IV Allegro con fuoco – Più animato 7:55 Trio for Fortepiano, Violin and Cello No. 1 in B-fl at major, Op. 4 Trio für Pianoforte, Violine und Violoncello Nr. 1 B-Dur op. 4 5 I Schnell 8:01 6 II Adagio. Langsam, doch nicht schleppend 8:20 7 III Scherzo. Bewegt 4:34 8 IV Finale. Schnell 7:52 Thomas Albertus Irnberger violin / Violine Michal Kaňka cello / Violoncello Pavel Kašpar piano / Klavier 2 Der Kantorensohn vom Balaton 100 Jahre zuvor dem jungen Musiker der Aufstieg Karl Goldmarks Klaviertrio Nr. 1 und Violin- zu einem der geschätzten Musiker seiner Zeit. Am suite Nr. 2 18. Mai 1830 in der ungarischen Kleinstadt Keszthely am Westufer des Plattensees (Balaton) in eine ärmliche Obwohl er selbst zu diesem Zeitpunkt längst Kantorenfamilie, geboren, war er von Kindheit an verstorben war, stellte die Zäsur, die der National- einfachste Verhältnisse gewohnt, wie er später in sozialismus mit seiner Rassen- und Kulturpolitik seinen Memoiren anschaulich festhielt: „Mein Vater in die Wahrnehmung der Werke Karl Goldmarks hatte […] ein Gehalt von 200 fl. [Gulden, Anm.] jährlich (1830–1915) brachte, einen gewaltigen Bruch und 12 lebende Kinder um sich, mit den verstorbenen dar, der nahtlos in die nach 1945 erfolgenden 21 oder 24, ich bin darüber nicht genauer informiert.
    [Show full text]
  • Deutsche Nationalbibliografie 2010 T 01
    Deutsche Nationalbibliografie Reihe T Musiktonträgerverzeichnis Monatliches Verzeichnis Jahrgang: 2010 T 01 Stand: 20. Januar 2010 Deutsche Nationalbibliothek (Leipzig, Frankfurt am Main, Berlin) 2010 ISSN 1613-8945 urn:nbn:de:101-ReiheT01_2010-3 2 Hinweise Die Deutsche Nationalbibliografie erfasst eingesandte Pflichtexemplare in Deutschland veröffentlichter Medienwerke, aber auch im Ausland veröffentlichte deutschsprachige Medienwerke, Übersetzungen deutschsprachiger Medienwerke in andere Sprachen und fremdsprachige Medienwerke über Deutschland im Original. Grundlage für die Anzeige ist das Gesetz über die Deutsche Nationalbibliothek (DNBG) vom 22. Juni 2006 (BGBl. I, S. 1338). Monografien und Periodika (Zeitschriften, zeitschriftenartige Reihen und Loseblattausgaben) werden in ihren unterschiedlichen Erscheinungsformen (z.B. Papierausgabe, Mikroform, Diaserie, AV-Medium, elektronische Offline-Publikationen, Arbeitstransparentsammlung oder Tonträger) angezeigt. Alle verzeichneten Titel enthalten einen Link zur Anzeige im Portalkatalog der Deutschen Nationalbibliothek und alle vorhandenen URLs z.B. von Inhaltsverzeichnissen sind als Link hinterlegt. Die Titelanzeigen der Musiktonträger in Reihe T sind, wie Katalogisierung, Regeln für Musikalien und Musikton-trä- auf der Sachgruppenübersicht angegeben, entsprechend ger (RAK-Musik)“ unter Einbeziehung der „International der Dewey-Dezimalklassifikation (DDC) gegliedert, wo- Standard Bibliographic Description for Printed Music – bei tiefere Ebenen mit bis zu sechs Stellen berücksichtigt ISBD
    [Show full text]
  • LUIZ GUILHERME POZZI O Concerto N 1 Para Piano E
    LUIZ GUILHERME POZZI O Concerto no 1 para piano e orquestra de Johannes Brahms: de sua criação à construção da performance. São Paulo 2017 LUIZ GUILHERME POZZI O Concerto no 1 para piano e orquestra de Johannes Brahms: de sua criação à construção da performance. Versão Final Tese de Doutorado apresentada ao Programa de Pós- Graduação em Música, Área de Concentração: Processos de Criação Musical, na Linha de Pesquisa: Performance, da Escola de Comunicações e Artes da Universidade de São Paulo para obtenção do Título de Doutor em Música, sob a orientação do Prof. Dr. Eduardo Henrique Soares Monteiro. São Paulo 2017 Autorizo a reprodução e divulgação total ou parcial deste trabalho, por qualquer meio convencional ou eletrônico, para fins de estudo e pesquisa, desde que citada a fonte. Catalogação na Publicação Serviço de Biblioteca e Catalogação Escola de Comunicação e Artes da Universidade de São Paulo Dados fornecidos pelo autor Pozzi, Luiz Guilherme O Concerto no 1 para piano e orquestra de Johannes Brahms: de sua criação à construção da performance. / Luiz Guilherme Pozzi. - - São Paulo: L. G. Pozzi, 2017. 201 f. : il. + DVD Tese (Doutorado). - Programa de Pós-Graduação em Música - Escola de Comunicações e Artes / Universidade de São Paulo. Orientador: Eduardo Henrique Soares Monteiro Bibliografia 1. Performance Pianística 2. Johannes Brahms I. Monteiro, Eduardo Henrique Soares II. Título. CDD 21. ed. - 780 Nome: POZZI, Luiz Guilherme Título: O Concerto no 1 de Johannes Brahms: de sua criação à construção da performance. Tese de Doutorado apresentada ao Programa de Pós- Graduação em Música, Área de Concentração: Processos de Criação Musical, na Linha de Pesquisa: Performance, da Escola de Comunicações e Artes da Universidade de São Paulo para obtenção do Título de Doutor em Música.
    [Show full text]
  • Design, Sound and Compositional Aesthetic: the Grand Piano in Late Eighteenth-Century London and Vienna
    Edith Cowan University Research Online Theses : Honours Theses 2021 Design, sound and compositional aesthetic: The grand piano in late eighteenth-century London and Vienna Izaac Masters Follow this and additional works at: https://ro.ecu.edu.au/theses_hons Part of the Other Music Commons This Thesis is posted at Research Online. Edith Cowan University Copyright Warning You may print or download ONE copy of this document for the purpose of your own research or study. The University does not authorize you to copy, communicate or otherwise make available electronically to any other person any copyright material contained on this site. You are reminded of the following: Copyright owners are entitled to take legal action against persons who infringe their copyright. A reproduction of material that is protected by copyright may be a copyright infringement. Where the reproduction of such material is done without attribution of authorship, with false attribution of authorship or the authorship is treated in a derogatory manner, this may be a breach of the author’s moral rights contained in Part IX of the Copyright Act 1968 (Cth). Courts have the power to impose a wide range of civil and criminal sanctions for infringement of copyright, infringement of moral rights and other offences under the Copyright Act 1968 (Cth). Higher penalties may apply, and higher damages may be awarded, for offences and infringements involving the conversion of material into digital or electronic form. DESIGN, SOUND AND COMPOSITIONAL AESTHETIC: THE GRAND PIANO IN LATE EIGHTEENTH-CENTURY LONDON AND VIENNA This thesis is presented in partial fulfilment of the Bachelor of Music Honours Izaac Masters SUPERVISORS Prof.
    [Show full text]
  • Beethoven Et La Grande-Bretagne Du Vivant Du Compositeur : Une Fascination Réciproque Aux Multiples Facettes Nicolas Molle
    Beethoven et la Grande-Bretagne du vivant du compositeur : une fascination réciproque aux multiples facettes Nicolas Molle To cite this version: Nicolas Molle. Beethoven et la Grande-Bretagne du vivant du compositeur : une fascination ré- ciproque aux multiples facettes. Musique, musicologie et arts de la scène. Université de Lorraine, 2016. Français. NNT : 2016LORR0221. tel-01752390 HAL Id: tel-01752390 https://hal.univ-lorraine.fr/tel-01752390 Submitted on 19 Dec 2019 HAL is a multi-disciplinary open access L’archive ouverte pluridisciplinaire HAL, est archive for the deposit and dissemination of sci- destinée au dépôt et à la diffusion de documents entific research documents, whether they are pub- scientifiques de niveau recherche, publiés ou non, lished or not. The documents may come from émanant des établissements d’enseignement et de teaching and research institutions in France or recherche français ou étrangers, des laboratoires abroad, or from public or private research centers. publics ou privés. AVERTISSEMENT Ce document est le fruit d'un long travail approuvé par le jury de soutenance et mis à disposition de l'ensemble de la communauté universitaire élargie. Il est soumis à la propriété intellectuelle de l'auteur. Ceci implique une obligation de citation et de référencement lors de l’utilisation de ce document. D'autre part, toute contrefaçon, plagiat, reproduction illicite encourt une poursuite pénale. Contact : [email protected] LIENS Code de la Propriété Intellectuelle. articles L 122. 4 Code de la Propriété Intellectuelle. articles L 335.2- L 335.10 http://www.cfcopies.com/V2/leg/leg_droi.php http://www.culture.gouv.fr/culture/infos-pratiques/droits/protection.htm Université de Lorraine – École Doctorale Stanislas Interdisciplinarité Dans les Études Anglophones BEETHOVEN ET LA GRANDE-BRETAGNE DU VIVANT DU COMPOSITEUR : UNE FASCINATION RECIPROQUE AUX MULTIPLES FACETTES THÈSE pour obtenir le grade de docteur de l’Université de Lorraine Présentée et soutenue publiquement le 18 novembre 2016 par Nicolas MOLLE Sous la direction de M.
    [Show full text]
  • Music, Language, and Fortepianos Testing the Speaking Capabilities of Stoss and Prell
    Music, language, and fortepianos Testing the speaking capabilities of stoss and prell Robert V. Giglio Schulich School of Music, McGill University, Montreal December, 2015 A thesis submitted to McGill University in partial fulfillment of the requirements of the degree of Master of Arts in Musicology. © Robert V. Giglio 2015 Table of Contents Abstract ......................................................................................................................................................... 1 Acknowledgements ....................................................................................................................................... 3 Preface and Contribution of Authors ............................................................................................................ 5 Introduction ................................................................................................................................................. 6 Chapter One ................................................................................................................................................ 9 Phonetics and Phonology .......................................................................................................................... 9 Türk the Phonetician ............................................................................................................................... 14 Türk’s Pedagogy and the Question of Instrument ..................................................................................
    [Show full text]
  • Innovations in the Construction of the Pianoforte from Mozart to Debussy and the Resulting Influences on Piano Style
    University of Montana ScholarWorks at University of Montana Graduate Student Theses, Dissertations, & Professional Papers Graduate School 1966 Innovations in the construction of the pianoforte from Mozart to Debussy and the resulting influences on piano style Elizabeth Ann Loeffler The University of Montana Follow this and additional works at: https://scholarworks.umt.edu/etd Let us know how access to this document benefits ou.y Recommended Citation Loeffler, Elizabeth Ann, "Innovations in the construction of the pianoforte from Mozart to Debussy and the resulting influences on piano style" (1966). Graduate Student Theses, Dissertations, & Professional Papers. 2709. https://scholarworks.umt.edu/etd/2709 This Thesis is brought to you for free and open access by the Graduate School at ScholarWorks at University of Montana. It has been accepted for inclusion in Graduate Student Theses, Dissertations, & Professional Papers by an authorized administrator of ScholarWorks at University of Montana. For more information, please contact [email protected]. THE INNOVATIONS IN THE CONSTRUCTION OF THE PIANOFORTE FROM MOZART TO DEBUSSY AND THE RESULTING INFLUENCES ON PIANO STYLE By ELIZABETH ANN LOEFFLER B. A. U niversity of Montana, 1965 Presented in partial fulfillment of the requirements for the degree of M aster of A rts UNIVERSITY OF MONTANA 1966 Approved by: .ûyCLiJ,4,'Lay Chairman, Board of Examin w Deqçï, Graduate School JUN 6 1966 Date UMI Number: EP35318 All rights reserved INFORMATION TO ALL USERS The quality of this reproduction is dependent upon the quality of the copy submitted. In the unlikely event that the author did not send a complete manuscript and there are missing pages, these will be noted.
    [Show full text]
  • 99053 Irnberger Beethoven 4 Booklet.Indd
    Ludwig van Beethoven · Die Violinsonaten Vol. 4 Nr. 6 op. 30/1· Nr. 7 op. 30/2 · Rondo WoO 41· 6 Deutsche Tänze WoO 42 Thomas Albertus Irnberger Michael Korstick Ludwig van Beethoven (1770–1827) The Violin Sonatas, Vol. 4 Die Violinsonaten Vol. 4 Sonata No. 6 in A major, Op. 30 No. 1 Sonate Nr. 6 A-Dur op. 30 Nr. 1 1 I Allegro 7:11 2 II Adagio molto espressivo 8:00 3 III Allegretto con variazioni 7:49 4 Rondo in G major, WoO 41 Rondo G-Dur WoO 41 4:30 5 Six German Dances, WoO 42 4:11 Sechs Deutsche Tänze WoO 42 Sonata No. 7 in C minor, Op. 30 No. 2 Sonate Nr. 7 c-Moll op. 30 Nr. 2 6 I Allegro con brio 7:25 7 II Adagio cantabile 9:48 8 III Scherzo. Allegro 3:27 9 IV Finale. Allegro 4:53 Thomas Albertus Irnberger violin / Violine Michael Korstick piano / Klavier 2 3 Des Freundes Not, der sich im Sturm befindet hat. Er schreibt an seine Brüder Kaspar Karl und steller Ludwig Tieck (1773–1853) einen zunächst Johann: unheimlichen Eindruck machte: „Er war finster, Man kommt nicht umhin, die drei Violinsonaten „... welche Demüthigung wenn jemand neben mir auffahrend, jähzornig und unberechenbar in den op. 30 mit zwei wichtigen Schriftstücken Ludwig stund und von weitem eine flöte hörte und ich nichts Ausbrüchen seines Gefühls ... Plötzlich ergriff es van Beethovens in Verbindung zu bringen, die in hörte; oder jemand den Hirten Singen hörte, und ihn wie eine fremde, dämonische Macht, mitten im engem zeitlichem Abstand zur Entstehung der ich auch nichts hörte, solche Ereignüsse brachten Takte sprang er auf, und stürmte zur Thür hinaus“.4 Werke verfasst wurden, und uns Auskunft über mich nahe an Verzweiflung, es fehlte wenig, und Zur Zeit der Komposition der Violinsonaten den Seelenzustand des Komponisten geben: ich endigte selbst mein Leben – nur sie die Kunst, op.
    [Show full text]
  • LUDWIG VAN BEETHOVEN Complete Piano Pieces 3 Cds
    LUDWIG VAN BEETHOVEN Complete Piano Pieces 3 CDs TOBIAS KOCH Fortepiano LUDWIG VAN BEETHOVEN (1770-1827) Sämtliche Klavierstücke / Complete Piano Pieces auf fünf historischen Instrumenten / on five instruments of Beethoven’s time CD 1 1 Rondo C-Dur / in C Major WoO 48 (1783) – Allegretto 03:15 11 Rondo a capriccioso G-Dur / in G Major Op. 129 (1795) 2 Rondo A-Dur / in A Major WoO 49 (1783) – Allegretto 03:05 “Die Wuth über den verlorenen Groschen, ausgetobt in einer Caprice” / 3 Stück / Piece WoO 54 - “Lustig – traurig” / “Funny – sad” (ca. 1790) 02:11 “The Rage over the Lost Penny, vented in a Caprice” – Alla ingharese quasi un capriccio 06:38 4 Fuge C-Dur / Fugue in C Major Hess 64 (1795) 02:16 12 Präludium f-Moll / in F Minor WoO 55 (1803 oder früher / or earlier) 02:49 Tangentenflügel / Tangent Piano (C.F. Schmahl, 1790) 13 Andante F-Dur / in F Major WoO 57 (1803/04) “Andante favori” – Andante grazioso con moto 08:30 Zwei Präludien durch alle Dur-Tonarten / 14 Polonaise C-Dur / in C Major Op. 89 (1814/15) – Alla polacca, Vivace 06:51 Two Preludes in All Major Keys Op. 39 (1789, rev. 1803) Fantasie H-Dur / Fantasy in B Major Op. 77 (1809) 5 Präludium Nr. 1 / No. 1 05:52 15 Allegro – Poco adagio – Allegro ma non troppo – Allegro con brio – 6 Präludium Nr. 2 / No. 2 03:02 Adagio – Presto – Adagio – Allegretto – Adagio 10:27 7 Rondo C-Dur / in C Major Op. 51 No. 1 (1796/97) – Moderato 05:40 Fortepiano (Conrad Graf, 1827/28, Op.
    [Show full text]