be style be heritage be .brussels be style be heritage be .brussels Speciaal nummer Open Monumentendagen Brussels Hoofdstedelijk Gewest be style September 2016 | N° 19-20 be heritage be .brussels Dossier STIJLEN GERECYCLEERD NEOGOTIEK IN BRUSSEL EEN RIJKDOM AAN CONCEPTEN DOSSIER EN PRAKTIJKEN

JAN DE MAEYER GEWOON HOOGLERAAR KU LEUVEN, KADOC – DOCUMENTATIE- EN ONDERZOEKSCENTRUM VOOR RELIGIE, CULTUUR EN SAMENLEVING THOMAS COOMANS HOOGLERAAR KU LEUVEN, DEPARTEMENT ARCHITECTUUR EN RAYMOND LEMAIRE INTERNATIONAL CENTRE FOR CONSERVATION EVA WEYNS DOCTORANDA, KU LEUVEN, FACULTEIT ARCHITECTUUR

Sint-Antonius van Paduakerk, Brussel (A. de Ville de Goyet, 2016 © GOB).

052 AL DRIE DECENNIA BESTUDEREN ONDERZOEKERS UIT VERSCHILLENDE DISCIPLINES DE JUISTE BETEKENIS EN INVLOED VAN DE NEOGOTIEK. Brussel heeft een heel opmerkelijk neogotisch erfgoed, zowel burgerlijke als religieuze gebouwen, die getuigen van de stijlvarianten zoals ze gepromoot werden door de Academie voor Schone Kunsten van Brussel, de Staat en de Sint-Lukasscholen. Gedurende de hele 19de eeuw heeft de neogotische beweging zich niet alleen ingezet voor de restauratie van belangrijke monumenten uit de middeleeuwen, maar zelf talrijke nieuwe gebouwen opgericht van alle types. Het onderzoeksteam van de KU Leuven presenteert hier een overzicht van de neogotiek in Brussel en haar specifieke lokale kenmerken.

In België wordt het begrip neogotiek het grootse verleden van Europa. vaak vereenzelvigd met de vele voor- Deze culturele tweespalt weerspie- beelden ervan in Antwerpen, Brugge gelde zich ook in het België van 1830 of Gent. Zo gaat men voorbij aan de en de daarop volgende decennia. ontwikkelingen in andere steden als Daarnaast nam België een merk- Luik, Doornik of Leuven. Maar vooral waardige plaats in binnen het geheel Brussel wordt zo over het hoofd van de natiestaten in Europa. De gezien. 1 De hoofdstad van de jonge jonge burgerstaat voorzag zich van de en moderne natiestaat België vormt meest moderne, liberale en burgerlijk immers een plek waar de vele varian­ democratische grondwet op het vas- ten en facetten van de neogotiek tot teland, maar begiftigde zich van een ontwikkeling kwamen. Zoals het ook parlementaire monarchie om zich opgaat voor andere architectuur- een ernstig en stabiel aureool toe te talen vormt Brussel een kruispunt eigenen. 3 Het nieuwe establishment Afb. 1 waar uitwisselingen met de diverse – koning Leopold I, de adel, de hoge Hallepoort, Brussel (A. de Ville de Goyet, 2008 © GOB). neogotische­ ontwikkelingen in bin- burgerij en industriëlen – begrepen nen- en buitenland plaatsvinden. Dit dat ze de prille natiestaat een geloof- is alleszins de bevinding van recenter waardige identiteit moesten aanme- siermeubelkunst). 4 Een van de beste onderzoek. 2 ten. Daarvoor grepen ze terug naar voorbeelden van deze historisering het in hun ogen glorierijke verleden was de wijze waarop de monarchie Bracht het Congres van Wenen na van de 14de en 15de eeuw, de bloei- niet alleen het adeldom terug in ere 1815 een relatieve vrede en politieke tijd van de steden met hun handels- herstelde maar ook historisch bela- stabiliteit in Europa na de decen- economie en uitingen van kunst en den titels aan haar telgen toekende, nia van de Franse Revolutie en de creativiteit, met de gotische kunst zoals hertog van Brabant, graaf van Gewest Hoofdstedelijk Brussels N°019-020 – SPECIAAL NUMMER - SEPTEMBER 2016 Open Monumentendagen Napoleontische oorlogen, dan mani- (de Vlaamse primitieven, de minia- Vlaanderen of prins van Luik. 5 festeerden zich twee opmerkelijke tuurkunst, de flamboyante gotische tendensen, namelijk enerzijds een architectuur of beeldhouwkunst en de In heel dit historiseringsproces grootschalige technologische moder- talrijke uitingen van de sier- en toe- vormde de neogotiek of het terug- nisering en industrialisering, ander- gepaste kunsten zoals bijvoorbeeld grijpen naar de gotische vormentaal

zijds een herontdekking of hang naar de tapijtkunst, de edelsmeedkunst of een dankbaar middel. Als vormentaal ERFGOED BRUSSEL

053 NEOGOTIEK IN BRUSSEL

kon de neogotiek worden gedeeld niet alleen door de monarchie en de jonge natiestaat, maar ook door de dra- gende krachten van deze staat, name- lijk de stedelijke burgerij. Het terug- grijpen naar de gotiek bood immers een breed en variabel perspectief, van de 12de eeuw tot en met de 15de eeuw. In de neogotiek konden gelijk- tijdig of afwisselend reminiscenties worden gelegd naar een romantisch ridderverleden, heldhaftige monar- chen, een bloeiend christelijk devotie- leven en een publiek alom aanwezige kerk, of zoals hoger al aangegeven bloeiende steden met een rijk han- dels- en kunstambachtelijk verleden. De regionale variaties die in de gotiek aanwezig waren maakten de neogo- tiek tot een brede en multi-inzetbare Afb. 2 vormentaal, waarin de verschillende Stadhuis Brussel, trouwzaal (Y. Peeters © Stad Brussel). elites in het complexe België zich konden herkennen. 6 een toonaangevende rol ging spelen. Academie voor Schone Kunsten. In Brussel groeide een gediversifieerd­ Zij sloten zich daarmee aan bij een De jonge natiestaat België steunde cultureel leven. Reeds in de 19de hang naar neogotische vormgeving op de stedelijke burgerij en de aanko- eeuw werd het een kruispunt waar die zich al vroeger, ca. 1815 manifes- mende industriële elites. In cultureel culturele uitwisseling tot stand kwam, teerde. Het klassieke voorbeeld is de opzicht vervulden de musea, conser- te meer daar de stad het schuiloord sobere neogotische aankleding van vatoria, kunstscholen of academies werd van buitenlandse kunstenaars het Brusselse stadhuis ter gelegen- van schone kunsten in de steden een en intellectuelen die zich beschermd heid van de eedaflegging van koning aansturende rol. Doordat ze de vinger voelden door de moderne vrijheden Willem I in 1815. 9 De historiografie aan de pols hielden van wat leefde bin- – vrijheid van mening, religie, onder- van de laatste decennia wijst trou- nen de elites toonden ze zowel in hun wijs en vereniging – die in de moderne wens regelmatig op het feit dat de onderwijs (opdrachten, wedstrijden) liberale grondwet van 1831 waren neogotiek zich aanvankelijk mani- als in het oeuvre van hun afgestudeer- ingeschreven. Bekende voorbeelden festeerde in allerlei artefacten als den de gevarieerde mogelijkheden van dergelijke culturele asielzoe- pendules, snuisterijen of meubilair van de historiserende vormentalen kers waren bijvoorbeeld Victor Hugo of in de uitwerking van historiserende en dus ook de neogotiek. Rond deze (1851-1870), Karl Marx (1845-1847) toneel- of operadecors. Daarmee stedelijke instellingen ontwikkelde of Multatuli alias Eduard Douwes werd ook het pad geëffend voor de zich in de 19de eeuw een brede kring Dekker (1859-1869). Het hoeft geen meer architecturale decoratie van de van oudheidkundige of kunstzinnige betoog dat de aanwezigheid van Victor stad als schouwtoneel voor de flane- verenigingen die op hun beurt het Hugo een stimulans betekende voor rende burgerij of de reizigers die van getij van de neogotiek versterkten. 7 de interesse van de Brusselse elites Noord- tot Zuidstation door de stad in het middeleeuwse verleden en voor moesten lopen. Nauw samenhangend Maar België was ook een gecentrali- de neogotiek, die er in één adem mee met de toegenomen interesse voor seerde natiestaat. Het centrale gezag verbonden was. 8 het verleden, kwamen de bestaande was in de hoofdstad Brussel geves- middeleeuwse gebouwen, of wat er tigd, een hoofdstad die zich in verschil- nog van restte, in de belangstelling lende opzichten snel ontwikkelde. Het ACADEMISCH EN WEELDERIG en werd de restauratie ervan een werd tevens de ontmoetingsplaats cultureel-maatschappelijke opdracht. van adel, industriëlen en hoge bur- De opkomst van de neogotiek situ- Met Anna Bergmans mogen we het gerij rond het hof, waardoor de stad eerde zich in Brussel in de kringen wellicht een ontwakend patrimoniaal inzake architectuur, kunst en muziek van docenten architectuur aan de bewustzijn noemen. 10

054 Een van de vroege projecten was de eerste restauratie van de Hallepoort, de laatst overgebleven middeleeuwse stadspoort. Het was zeker geen toeval dat de auteur van de eerste wetenschappelijke studie (1841) over de gotische architectuur, Antoine- Guillaume-Bernard Schayes, van 1847 tot 1859 conservator was van het in de poort gevestigde oudheidkun- dige museum. In 1863 werd de poort onderworpen aan een tweede, meer voltooiende restauratie door Hendrik Beyaert, in de geest van de Franse architect Eugène-Emmanuel Viollet- le-Duc (afb. 1). 11 De restauratie en herinrichting in 1832 van het slot van Bouchout te Meise door de vooraan- staande architect Tilman-François Suys vormde een belangrijk referen- tiepunt voor wat nog zou volgen. Het feit dat het slot eigendom was van de eerste voorzitter van de in 1835 opgerichte Koninklijke Commissie voor Monumenten, Amédée graaf de Beauffort, werkte op zich als een na te volgen voorbeeld. 12 In de zoektocht naar het versterken van de nationale en stedelijke identiteit, onderging ook het stadhuis van Brussel vanaf 1841 een ingrijpende restauratie en herinrichting door Suys. Daarbij werden de gevels aangepakt en historiserende beelden geplaatst daar waar ze in de nissen ontbraken of zelfs samen met nissen toege- voegd. De operatie werd vanaf 1867 Afb. 3 verder gezet door stadsarchitect­ Sint-Michiels en Sint-Goedelekathedraal, Brussel, glasraam zijbeuk (© KIK-IRPA). Pierre-Victor Jamaer, die zich voor de restauratie van de leeuwen­trap Men was daarmee in Brussel niet een eerste campagne tussen 1825 liet adviseren door Viollet-le-Duc. aan zijn proefstuk. Een van de eerste en 1860, met bijvoorbeeld de invoe- Jamaer liet zich echter vooral in met restauraties betrof de hoofdkerk, de ging van een neogotisch doksaal door de transformatie van de raadzaal collegiale van Sint-Michiel en Sint- Charles Van der Straeten (1826), 14 de tot een flamboyante neogotische Goedele, thans kathedraal. Dit monu- restauratie van de glasramen door ontvangstzaal (het aanbrengen van ment is de plaats van de nationale vader Jean-François en zoon Jean- een neogotische lambrisering, van religieuze plechtigheden, bijvoorbeeld Baptiste Capronnier in de jaren 1840 neogotische Mechelse wand­tapijten van de jaarlijkse Te Deums op 21 juli (afb. 3), de toevoeging van de grootse Gewest Hoofdstedelijk Brussels N°019-020 – SPECIAAL NUMMER - SEPTEMBER 2016 Open Monumentendagen en vergulde bronzen beelden van de en 15 november. Met het oog op haar trappenpartij aan de westgevel (afb. voormalige stadsmagistraten). Sint- representatieve functie was de col- 4) (1860-1861), gevolgd door het neo- Michaël die de draak verslaat, van legiale in de loop van de 19de eeuw gotische noordportaal door Louis de hand van beeldhouwer Pierre- het voorwerp van opeenvolgende res- De Curte (1879-1888) en de neogo- Charles Van der Stappen, voltooide in tauratiecampagnes: het begon onder tische sacristie (1905-1908) door 13 15 1885 de campagne (afb. 2). leiding van Tilman-François Suys in J. Caluwaerts. ERFGOED BRUSSEL

055 NEOGOTIEK IN BRUSSEL

Soms ging het er op het vlak van res- Al even spraakmakend waren som- Maar in deze burgerlijke samenleving tauraties in de hoofdstad wel heel mige neogotische nieuwbouwpro- stond men ook op een representa- drastisch aan toe. Het beste voor- jecten. Ze werden gerealiseerd door tieve kerkelijke architectuur. Het is beeld is wellicht de restauratie van een relatief beperkte groep van archi- interessant om zien hoe voor kerken het Broodhuis, eveneens gelegen tecten die gerelateerd waren aan de meestal werd geopteerd voor aan de op de Grote Markt, recht tegenover Academie voor Schone Kunsten. In gotiek ontleende architectuurtaal. De het stadhuis (afb. 5). Ook nu tekende hun projecten gaven ze een demon- spits werd hierin afgebeten door de stadsarchitect­ Victor Jamaer de plan- stratie van hoe gevarieerd men wel uit Düsseldorf afkomstige architect nen, die inhielden dat het bestaande gebruik kon maken van de neogo- Dumont, met zijn Sint-Bonifatiuskerk gebouw omwille van de ingrijpende tische architectuurtaal. Bij uitstek te Elsene (1846-1849) (afb. 7). 19 Hij transformaties dat het in de loop der kwam dit tot uiting in de kerken- onderhield goede contacten met de eeuwen had gekend tot op de grond- bouw, maar ook particulieren volgden hoofdrolspelers in de Koninklijke vesten werd gesloopt. Steunend op hierin met de bouw van neogotische Commissie voor Monumenten – historisch onderzoek van stads­ woningen of buitenverblijven in de getuige zijn betrokkenheid bij de res- archivaris Alphonse Wauters en hierin groene rand. 17 Na 1830 en zeker na tauratie van de Zavelkerk 20 – waardoor aangemoedigd door de burgemees- het wegvallen van de barrière van het de Sint-Bonifatiuskerk representatief ters Jules Anspach en Charles Buls octrooirecht in 1866 groeide rond de kan worden genoemd voor de heer- koos Jamaer voor een reconstructie middeleeuwse vijfhoek een netwerk sende visies op de neogotiek ca. 1850. van het gebouw zoals de 15de-eeuwse van 19de-eeuwse wijken en gemeen- In het voetspoor van deze pionierskerk bouwmeester Antoon Keldermans het ten. Deze nieuwe gemeenschappen kan de merkwaardige Sint-Katelijne had uitgetekend. Het werd een van de hadden nood aan representatieve kerk van 1850-1874 van Joseph meest besproken neogotische reali- publieke gebouwen zoals gemeen- Poelaert worden vernoemd, maar saties in de hoofdstad, door zijn lange tehuizen, scholen, en markthallen. ook de Sint-Gilliskerk gebouwd door duurtijd (1873-1887) en hoge kostprijs Ook de centrale staat had behoefte Victor Besme tussen 1866-1878, en (bijna twee miljoen goudfrank). Maar aan representatieve gebouwen. Een de Sint-Servatiuskerk te Schaarbeek daarmee kreeg Brussel een volwaar- goed voorbeeld hiervan zijn de gevan- (1871-1876) door Gustave Hansotte. 21 dig stadsmuseum dat niet alleen de genissen van Sint-Gillis (1878-1884, inwoners maar ook de groeiende groep Joseph-Jonas Dumont en François toeristen moest wegwijs maken in het Derre) en Vorst (1910) en de kazerne DE KONINKLIJKE NEOGOTIEK glorierijke verleden van de stad. 16 ‘Het Klein Kasteeltje’ (1848-1853), dat in een historiserende vormentaal In de literatuur wordt er terecht Het bleef niet bij restauraties alleen. werd opgetrokken (afb. 6). 18 op gewezen dat men in de kringen

Afb. 4 Sint-Michiels en Sint-Goedelekathedraal, Brussel, de grote trap aan de Westgevel (Th. Coomans © SOFAM).

056 van de Brusselse Academie voor en kunstambachtelijke ateliers die Schone Kunsten helemaal door- de zorg voor de rijkelijke uitmonste- drongen geraakte van de archeolo- ring op zich namen. Een schitterend gische en constructieve functiona- voorbeeld van zulk atelier is het al listische ideeën over de neogotiek genoemde glasramenatelier van van de Franse vormgever Eugène- vader en zoon Capronnier. Voor hun Emmanuel Viollet-le-Duc. Diens ontwerpen van zowel restauraties Dictionnaire raisonné de l’architecture als nieuwe ontwerpen van glasra- française du XIe au XVIe siècle (1854- men ontwikkelden zij een samenwer- 1868) en zijn Dictionnaire raisonné du king met kunstschilders (en tegelijk mobilier français de l’époque carolingi- ook docenten aan de Academie) als enne à la Renaissance (1858) werden François-Joseph Navez. 24 zowat de voorgeschreven leidra- den in het architectuuronderwijs of Deze dynamiek kreeg de steun van bij de uittekening van projecten. Zo de Belgische monarchie. Zowel verleende Viollet-le-Duc advies bij Leopold I als Leopold II waren grote

Jamaers hoger geciteerde restau- voorstanders van het aanreiken van Afb. 5 ratiecampagne van het Brusselse een culturele identiteit aan de jonge Broodhuis, Brussel stadhuis. 22 Architecten als Joseph natie langs deze weg. Zij wilden ook (Th. Coomans © SOFAM). Poelaert, Louis De Curte, Jules- dat de hoofdstad enkele koninklijke Jacques Van Ysendyck of Hendrik merktekens kreeg. Conform de vige- aan de eclectische (neoromaanse en Beyaert zaten volledig in dit spoor. 23 rende opvattingen gebeurde dit op neobyzantijnse elementen) centraal- Zij beperkten zich naar het model van religieus vlak via neogotische gebou- bouw van de Koninklijke Mariakerk de Franse grootmeester ook niet tot wen. Dit kwam goed tot uiting bij de te Schaarbeek (Henri van Over- de architecturale uittekening maar creatie van de zogenaamde konink- straeten). 26 Vandaar liep de route trokken zich ook de volledige uit- lijke route, namelijk het parcours via de Paleizenstraat tot aan een monstering van het interieur van de dat het ambtspaleis van Brussel tweede groot markeerpunt, de bouwwerken aan. Rond deze archi- verbond met de verblijfsresidentie, Onze-Lieve-Vrouwkerk van Laken, tecten en de Brusselse Academie het kasteel van Laken. 25 De route waarin ook de koninklijke crypte voor Schone Kunsten maar ook verliep via de Koningsstraat langs- werd geïntegreerd. Het bouwwerk andere opleidingen ontwikkelde zich heen het Warandepark, een eerste werd de grootste neogotische kerk een gans netwerk van kunstenaars markeerpunt, de Congreskolom tot van het land en is een reminiscentie Open Monumentendagen Brussels Hoofdstedelijk Gewest Gewest Hoofdstedelijk Brussels N°019-020 – SPECIAAL NUMMER - SEPTEMBER 2016 Open Monumentendagen

Afb. 6 Afb. 7

Klein Kasteeltje, Brussel (A. de Ville de Goyet, 2014 © GOB). Sint-Bonifatiuskerk, Elsene ERFGOED BRUSSEL Th. Coomans © SOFAM).

057 NEOGOTIEK IN BRUSSEL

aan de Franse ‘style à la cathédrale’ (afb. 8a en 8b). Deze grootse hallen­ kerk was de uitkomst van een ont- werpwedstrijd die in 1851 gewon- nen werd door Joseph Poelaert. Aanleiding was het overlijden van de eerste koningin der Belgen, Louise- Marie d’Orléans (1812-1850), die de wens had uitgedrukt­ te worden begraven nabij het genadebeeld van Onze-Lieve-Vrouw van Laken dat zich bevond in de plaatselijke 13de- eeuwse dorpskerk. De koningin kreeg een kathedrale grafkerk met drie frontontorens, terwijl de achter het hoogkoor ingeplante octogo- nale crypte door haar beneden- en bovenkapel een reminiscentie inhield naar de koninklijke Sainte Chapelle in Parijs. Na het overlijden van Poelaert in 1872 werd het werk toevertrouwd aan architect Friedrich von Schmidt en anderen (A. Payen, A. Trappeniers, Louis De Curte, en A. Groothaert). De bouwwerken gestart in 1854 zouden aanslepen tot 1907. 27

Maar met deze monumentale konink- lijke grafkerk was de route nog niet af. Er mankeerde nog een markeer- punt in de buurt van de residentie te Laken. Het Leopold I-monument kwam er op last van Leopold II pal tegenover de hoofdingang van het Afb. 8a paleis. Het werd de Belgische tegen- Onze-Lieve-Vrouw van Laken, Brussel-Laken (Th. Coomans © SOFAM). hanger van het Albert Memorial in Londen: een negenhoekige (wat een verwijzing inhield naar de negen pro- vincies) opengewerkte neogotische spits in drie bouwlagen, van de hand van architect Louis De Curte (1880). Binnenin bevindt zich de staande beeltenis van de eerste koning der Belgen (afb. 9). 28

Voor de volledigheid dient worden gezegd dat dit niet de enige neo- gotische bouwwerken waren waar- mee de monarchie het land bedeelde. Hier moet even gewezen op de Sint-Pieter en Sint-Pauluskerk te Oostende (1899-1905), van de hand Afb. 8b van de veelzijdige Brugse architect Onze-Lieve-Vrouw van Laken, Brussel-Laken, interieur (Th. Coomans © SOFAM).

058 naar het Europese vasteland dank- zij de Franse vertaling door de te Brugge verblijvende geestes- en stielgenoot Thomas Harper King onder de veelzeggende titel Les vrais principes de l’architecture ogivale ou chrétienne (Brugge, 1850 en Luik, 1851). Centraal in Pugins gedachte- goed stond een exclusieve voorkeur voor een strak geïnterpreteerde neo- gotiek als unieke christelijke vormen- taal. 31 Zijn ideeën werden in België opgepikt door de charismatische figuur van Jean-Baptiste Bethune. Afb. 9 Door het feit dat Bethune behoorde Monument van de Dynastie, Laken, Brussel-Laken (É. Stoller, 2012 © GOB). tot de netwerken van de caritatieve Louis Delacenserie, en de imposante de Sint-Lucasneogotiek in Brussel, en parochiaal gestructureerde con- Sint-Martinuskerk te Aarlen (1907- en bij uitbreiding in België, dan een ferenties van Sint-Vincentius a Paulo 1914), door de Naamse architect vreemde eend? Dat is zeker te sterk en een goede vriend was van de toon- Edouard Van Gheluwe en de Gentse geformuleerd. De adepten van de aangevende ultramontaanse leider in architect Modeste de Noyette. In Sint-Lucasneogotiek waren vooral te België, de kapitaalkrachtige Gentse Aarlen wilde koning Leopold II een vinden in kringen van radicale katho- textielbaron­ Joseph de Hemptinne, kerk die de provinciehoofdstad waar- lieken of ultramontanen en zij zagen vonden de ideeën hun weg in het dig was. In Oostende wenste hij omwille van de principes die de Sint- katholieke milieu. Niet dat dit alle- een gedachteniskerk voor zijn in de Lucasneogotiek hanteerde er de ide- maal moeiteloos ging. Gelukkig voor kuststad overleden moeder koningin ale en zelfs exclusieve vormentaal in henzelf waren Bethune en zijn mede- Louise-Marie die er, in afwachting van voor de droom die ze najoegen, name- standers niet gespeend van enig de bouw van de grafkerk te Laken, ook lijk de omvorming van de moderne, organisatorisch talent. Met het oog voorlopig begraven werd. 29 In Brussel liberale en individuele­ samenleving­ op de promotie van Pugins exclusieve koesterde Leopold II de plannen om tot een christelijke, solidaire en ideeëngoed richtten ze in 1863 de op de heuvel van Koekelberg een sociaal harmonieuze maatschappij. Gilde van Sint-Thomas en Sint-Lucas immense neogotische kathedraal te In die zin was de Sint-Lucasneogotiek op, een vereniging­ die al vlug enkele bouwen, maar over dit initiatief valt een ideologische variant van de hoger honderden gedreven architecten, verder meer te lezen. geschetste hang naar de middeleeu- atelierhouders, oudheidkundigen en wen als een brede cultuuruiting. 30 clerici telde. De Gilde beschikte sinds haar oprichting over een Bulletin. In DE PRINCIPIËLE OF De Sint-Lucasneogotiek ging in haar 1882 namen de Belgische adepten IDEOLOGISCHE SINT- ideologie terug op de traktaten en van Pugin ook het Franse tijdschrift LUCASNEOGOTIEK het oeuvre van de gedreven, haast Revue de l’art chrétien over. 32 rusteloze maar zeker begenadigde In vergelijking met de academische Engelse ontwerper Augustus Welby Maar het belangrijkste promotiemid- neogotiek is de aanwezigheid in Northmore Pugin (1812-1852). Zelf del waren de Sint-Lucasscholen voor Brussel van de Sint-Lucasneogotiek was hij van Franse origine, afkom- architectuur en kunst(ambachten) een wat meer ondergeschikt gege- stig van lagere ambtsadel die voor de die zich als een netwerk van exclu- ven. Zonder twijfel speelde de aca- Franse Revolutie was gevlucht en die sief neogotisch onderricht in heel demische neogotiek, die met het het van dan af niet kon vinden met de het land zouden vestigen. Hielden liberale vrijheidsklimaat van de stad moderne, egalitaire industrialisatie, ze aanvankelijk de artistieke leiding Gewest Hoofdstedelijk Brussels N°019-020 – SPECIAAL NUMMER - SEPTEMBER 2016 Open Monumentendagen vergroeid was, de hoofdtoon, ter- die in hun ogen verantwoordelijk was zelf in handen, dan vertrouwden de wijl de Sint-Lucasneogotiek veel- voor het vernietigen van de organi- gangmakers rond de Hemptinne en eer van buitenuit werd binnenge- sche verbanden in de samenleving. Bethune het pedagogisch en orga- bracht en om die reden allicht ook Pugins ideeën uit The True Principles nisatorisch beheer toe aan de wijd- in Brussel wat later doorbrak en wat of Pointed or Christian Architecture vertakte congregatie van de broe-

meer in de marge is gebleven. Was (1841) vonden relatief snel hun weg ders van de Christelijke Scholen ERFGOED BRUSSEL

059 NEOGOTIEK IN BRUSSEL

(Frères des Écoles Chrétiennes). Het begon allemaal in Gent in 1866, al vlug gevolgd door vestigingen in Doornik (1876), Rijsel (1878-1879), Luik (1880), Brussel (1882, overge- bracht naar Schaarbeek in 1887), Molenbeek (1889), Sint-Gillis (1898) en Antwerpen (1894). 33

Dat de Gilde de naam van de heilige Thomas droeg was geen toeval. Het hield een betekenisvolle verwijzing in naar wat de Sint-Lucasneogotiek voorstond en de neoscholastieke ach- tergronden die er in te bespeuren zijn. Waren zij impliciet ook schatplich- tig aan de ideeën van Viollet-le-Duc, dan grepen ze toch wel expliciet terug naar de gotiek van de 13de eeuw, waarin ze een perfecte materiële Afb. 10a vertaling zagen van een gedroomd Sint-Julianakapel, Liefdadigheidsstraat, Sint-Joost-ten-Node, interieur samenspel tussen religie en maat- (Ch. Bastin & J. Evrard, 2008 © GOB). schappij. Zij pleitten voor een ratio- nele, historisch gefundeerde en aan van imitatiematerialen of optische zich in de praktijk vaak zo principi- de behoeften van de tijd aangepaste effecten uit den boze. 35 eel en haast dogmatisch opstelden. toepassing van de technische en Daarom spreken we in de literatuur esthetische principes van de gotiek in Het Sint-Lucasdiscours was door- ook van het paradigma van de Sint- eigentijdse creaties. 34 Tegelijk wezen spekt met principes uit de scho- Lucasneogotiek. 37 ze beslist een modische of trendge- lastieke logica. De geest beheerste voelige neogotiek af, waarmee ze de in hun ogen de stof: het goede, het Het mag dus geen verwondering academische neogotiek bedoelden ware, het schone. In de metafysische wekken dat de Sint-Lucasneogotiek – of nog beter geformuleerd, in het wet van maat, getal en gewicht werd in Brussel niet tot haar grootste rea- vizier namen. Kunst – per definitie de in hun conceptueel denken de wer- lisaties kwam. Die waren te vinden christelijke kunst – moest puur, oor- kelijkheid gespiritualiseerd en werd in steden als Gent, Brugge, Luik of spronkelijk en waarachtig zijn. Zij zet- de bouworde de afspiegeling van de Doornik of in meer rurale gebie- ten zich onbarmhartig af tegen het in hemelse. 36 Essentieel om de Sint- den. Gekende voorbeelden van voor hun ogen oppervlakkige eclecticisme Lucasneogotiek te begrijpen is het 1900 zijn het kerkdorp Vivenkapelle van de romantische spitsbogenstijl uit gegeven dat in de compositie, het bij Damme-Sijsele, de Mariale basi- de eerste helft van de 19de eeuw of totaalkunstwerk dat men nastreefde, liek te Dadizele, het Groot Begijnhof de daarop volgende creativiteit van de het samenspel tussen exterieur en van Sint-Amandsberg, het Justus academische neogotiek. Zij beukten de uitmonstering van het interieur, de Lipsiuscollege en het Leo XIII- ongenadig in op het zinloze kopiëren hoogste uitdrukking schuilde van het seminarie te Leuven, alsook de van stijlkenmerken, de valse schijn goddelijke. De Sint-Lucasneogotiek imposante abdij van Maredsous. 38 van stucwerkplafonds, het ontwerpen vertoonde dan ook een grote sensi- In Brussel daarentegen kende de zonder kennis van liturgische of ker- biliteit voor het symbolische, waarbij Sint-Lucasneogotiek haar doorbraak kelijke canons. Alles moest authen- de gehanteerde symboliek de brug pas omstreeks de eeuwwisseling. tiek zijn en uitgevoerd in de materia- moest slaan tussen het goddelijke en Mogelijk had dit te maken met de len eigen aan de streek: in Brussel in de aardse werkelijkheid. Met andere mildering van de clerico-liberale zand- of baksteen, eik en dennenhout. woorden, de Sint-Lucasneogotiek kon strijd na het beslechten van de Het exclusieve gebruik van natuurma- maar functioneren mits het gebruik schoolstrijd (1879-1884), het aantre- terialen wilde een verwijzing inhouden van een vaste symbolentaal, een vast den van een onafgebroken reeks van naar de goddelijke aanwezigheid in de iconografisch programma. Het - ver katholieke regeringen tussen 1884 schepping, daarom was het gebruik klaart waarom de Sint-Lucasadepten en 1914 en het feit dat in Brussel

060 kunstenaars-ambachtslieden en het Luikse edelsmeedwerkatelier Joseph Wilmotte voor het tabernakel, het ciborium en de altaarkandelaars. 40 Terecht schrijven Krista Maes en Luc Verpoest dat Helleputte geen enkel detail over het hoofd zag, waardoor een zeer harmonieus geheel ontstond ‘waarin vorm, kleur en gebruikte materialen volledig aan elkaar zijn aangepast’. 41 De Julianakapel is dan ook ronduit hét topstuk van de Sint- Lucasneogotiek in Brussel. Andere voorbeelden zijn de kloosterkerk van de scheutisten te Anderlecht (1876-1908, afgebroken in 1974), de kloosterkapel van de zusters van de Eucharistie te Watermaal-Bosvoorde (1884), de kapel van het Werk van de Calvarie op de Waversesteenweg te Afb. 10b Elsene (ter ondersteuning van vrou- Sint-Julianakapel, Liefdadigheidsstraat, Sint-Joost-ten-Node, zicht op het koor (Ch. Bastin & J. Evrard, 2008 © GOB). welijke kankerpatiënten), de Sint- Bernarduskapel van de karmelieten op dat ogenblik in het academische te Anderlecht-Kuregem (Leopold te Sint-Gillis (1891), het rusthuis van milieu de art nouveau opgeld deed. Pepermans, 1912-1915). De decoratie de broeders alexianen in de Gewijde Opvallend is de doorbraak van de van deze kerken werd toevertrouwd Boomstraat (1899) (afb. 11), de Sint-Lucasneogotiek in de stadsuit- aan een keten van kunstambachte- kloosterkerk­ van de barnabieten op breidingen, zeker bij de bouw van lijke ateliers (bijvoorbeeld meubilair, de Brugmannlaan (1905-1906) of het nieuwe parochiekerken,­ kloosters en glasramen, gepolychromeerd beeld- klooster en de kapel van de paters scholen (met hun schoolkapellen). snijwerk, edelsmeedwerk enz.) die dominicanen in de Renaissancelaan Voor de nieuwe parochiekerken wil- ontsproten waren aan de Brusselse te Brussel (1901-1906). 42 De kapel len we de Sint-Pieterskerk te Jette Sint-Lucasscholen en bemand wer- zelf is een voorbeeld van hoe de (1880) citeren, de Sint-Gertrudiskerk den door hun afgestudeerden. 39 Sint-Lucasneogotiek van elk project te Etterbeek (1885, afgebroken in een ‘Gesamtkunstwerk’ wilde maken 1993), de Heilige Familiekerk te De Sint-Lucasneogotiek sloeg ook aan (afb. 12). Schaarbeek (1898, eerste fase), bij de bouw van kloosters. Het mooiste de Sint-Magdalenakerk te Jette en nog relatief intacte voorbeeld is de Eenzelfde gevarieerdheid en rijke- (1903), de Sint-Lambertuskerk te Sint-Julianakapel te Sint-Joost-ten- lijke uitmonstering kenmerkt merk- Laken (1906), de Sint-Annakerk Node, die de Leuvense neogotische­ waardig genoeg ook de katholieke te Koekelberg (1908, afgebroken ingenieur-architect en hoogleraar schoolarchitectuur, inzonderheid de in 1985), de Sint-Remigiuskerk te Joris Helleputte bouwde voor de schoolkapellen. 43 Meestal betreft het Sint-Jans-Molenbeek (1907) en de zusters apostolinnen van het Heilig vroegere pensionaten die bestuurd Sint-Elisabethkerk te Schaarbeek Sacrament (1884-1888). Hij ontwierp werden door religieuze instituten, (1913-1916). Ook in de Brusselse bui- een L-vormig grondplan, waarbij de vaak vrouwelijke congregaties van tengemeenten verschenen er grotere kapel haaks op het bestaande kloos- Franse origine. Zij schrokken er dan neogotische kerken zoals de Sint- tergebouw zou aansluiten (afb. 10a ook niet voor terug voor hun gebeds- Jozefkerk te Evere (1904), de Sint- en 10b). Het oratorium van de zusters huizen – hét referentiepunt in hun Gewest Hoofdstedelijk Brussels N°019-020 – SPECIAAL NUMMER - SEPTEMBER 2016 Open Monumentendagen Hendrikskerk te Sint-Lambrechts- tekende hij dan ook weer haaks op de apostolische leven en de enige luxe Woluwe (1910), de Sint-Hubertuskerk kapel. Helleputte voorzag de kapel van die ze zich veroorloofden – een beroep te Watermaal-Bosvoorde (Pierre een rijke polychrome uitmonstering te doen op buitenlandse architecten. Langerock, 1911-1939), de Sint- (glasramen, muurschilderingen) en In Sint-Lambrechts-Woluwe, bij- Antoniuskerk te Etterbeek (1905-1935) meubilair waarvoor de bouwmeester voorbeeld, bouwden de uit Frankrijk

en de Sint-Franciscus Xaveriuskerk een beroep deed op zijn vaste Leuvense afkomstige Sœurs du Sacré-Cœur in ERFGOED BRUSSEL

061 NEOGOTIEK IN BRUSSEL

Afb. 11 Afb. 12 Afb. 13 Rusthuis van de gebroeders alexianen, Kapel van de paters dominicanen, Kapel van het Institut du Sacré-Cœur Gewijde Boomstraat,Elsene Renaissancelaan, Brussel de Lindhout, Sint-Lambrechts-Woluwe (Th. Coomans © SOFAM). (Th. Coomans © SOFAM). (Th. Coomans © SOFAM).

samenwerking met architect Julien school liepen. De kapel was van de de Votivkirche in Wenen en de basi- Walckiers een éénbeukige neo­ hand van Bethune’s adept Auguste liek van Montmartre te Parijs) werd gotische kapel (1919) op hun school- Van Assche en dateerde van 1874. hij ontvankelijk voor de idee van de terrein, waarin het uit het Parijse Na een brand in 1985 werd zij in 1994 constructie van een nationaal heilig- moederhuis afkomstige hoofdaltaar afgebroken. Een ander nog vrij intact dom. De opdracht werd na diverse en ingelegd parket werden verwerkt voorbeeld van de Sint-Lucasneogotiek consultaties toegewezen aan Pierre (afb. 13). 44 Een ander voorbeeld van is het Instituut van de Heilige Familie Langerock, afgestudeerde van de een gevarieerde omgang met de van Helmet (Institut de la Sainte- Sint-Lucasschool van Gent en mede- neogotiek is de eclectische kapel Famille d’Helmet) te Schaarbeek. De werker van Helleputte. 46 Zijn plan- (1878) van architect H. Jaumot in kapel (1895-1904) van de hand van nen uit 1904-1905 weerspiegelden het Koninklijk Instituut voor Doven bouwmeester Emar Collès, één van niet alleen de concepten van de Sint- en Blinden te Sint-Lambrechts- de stichters van de Sint-Lucasschool Lucasneogotiek maar vooral Viollet- Woluwe. Een later voorbeeld is de te Schaarbeek, werd voorzien van le-Ducs ideeën van de ideale gotische kapel van het Sint-Lutgardisinstituut brandglasramen, muurschilderingen kathedraal vermengd met de prakti- te Oudergem (1922) van architect met floreale liturgische motieven en sche vereisten van een bedevaartkerk Chrétien-Guillaume Veraart, ook al – merkwaardig voor een neogotische zoals deze in Lourdes. 47 De eerste was hij een afgestudeerde van de uitmonstering ­­–, marmeren lambrise- steen werd te Koekelberg al gelegd in Sint-Lucasschool te Schaarbeek. ringen (afb. 14). 1905, maar dan vorderden de werk- Deze laatste brengt ons bij het aan- zaamheden maar traagjes, om bij de deel van de Sint-Lucasneogotiek in Wat het orgelpunt had moeten wor- dood van Leopold II in 1909 te stop- de bouw van schoolkapellen: een den, namelijk de constructie op pen. Bij het uitbreken van de ‘Groote zevental kapellen op een totaal van de heuvel van Koekelberg van een Oorlog’ waren alleen de fundamenten 24 die tussen 1831 en 1914 werden enorme neogotische kathedraal met ongeveer klaar. Onder invloed van de gebouwd. 45 Wellicht de meest pure niet minder dan zes torens en een ideeën van de Liturgische Beweging Sint-Lucaskapel werd ondertussen grootse vieringtoren, stokte na de en haar relatie met het zoeken naar afgebroken. Het was de grote commu- dood van de initiator van het concept. een meer eigentijdse religieuze archi- nauteits- en pensionaats-kapel van Oorspronkelijk had koning Leopold tectuur en kunst, maar ook wegens het Institut du Sacré-Cœur in Jette, II de idee opgevat om op het plateau de aanzienlijk verslechterde economi- waar midden in de clerico-liberale een nationaal Pantheon te bouwen, sche situatie werden de bouwplannen strijd van het derde kwart van de 19de maar na een aantal buitenlandse versoberd en werden de plannen van eeuw de vrouwelijke telgen van het bezoeken (bijvoorbeeld aan de Kaiser de Gentse bouwmeester Albert Van koningshuis en de katholieke elite Wilhelm Gedächtniskirche in Berlijn, huffel om een basilica in art-deco te

062 Afb. 14 Afb. 15 Kapel van het Institut de la Sainte-Famille Sint-Antonius van Paduakerk, Artesiëstraat, Brussel (A. de Ville de Goyet, 2016 © GOB). d’Helmet, Chaumontelstraat, Schaarbeek (© KIK-IRPA). realiseren aanvaard. De werken zou- in Brussel in de geest van de Sint- stad, in relatie tot haar internationale den pas worden hervat in 1926. 48 Lucasneogotiek is bewaard. 50 positie.

Zat het dus de Sint-Lucasneogotiek in Het verhaal van de Sint-Lucas­ Brussel niet altijd mee, dan is er toch neogotiek, en in breder opzicht het SLOTBESCHOUWINGEN één kerk die een goed idee geeft tot hanteren van historiserende vormen- wat deze variante stroming in staat talen, stokte, precies omdat in een Brussel was in de 19de eeuw een was. Het betreft de Sint-Antonius aantal meer vooruitstrevende katho- stad waar diverse culturele systemen van Paduakerk in de Artesiëstraat te lieke kringen de neogotiek na 1900 en vormentalen elkaar ontmoetten. Brussel (afb. 15). Die was bedoeld als in toenemende mate werd gecontes- Zo ook op het vlak van de neogotiek.­ een kloosterkerk voor het aanpalende teerd. In de artistieke en met de opko- Stond het Brusselse stadhuis zelf conventsgebouw van de minder­ mende christen-democratie geli- duidelijk model voor het 19de-eeuwse broeders-conventuelen. Zij wezen eerde kringen rond Durendal. Revue stadhuis van Wenen – misschien niet de opdracht toe aan de Nederlandse de l’art et de littérature (1894-1921) toevallig van de hand van Friedrich architect Pierre Cuypers. Hij reali- van waaruit de Salons d’Art religieux von Schmidt, 1872-1883 – dan waren seerde het klooster tussen 1863 en (1900, 1912, 1920 en 1923) werden zowel academisch gevormde archi- 1868 en de kerk tussen 1868 en 1873. georganiseerd werd de neogotiek tecten en kunstenaars als hun En zoals meermaals bij hem het geval radicaal afgewezen en als zielloos tegenhangers gevormd in de ultra- was, maakte hij optimaal gebruik van bestempeld. In dit milieu werd geko- montaanse Sint-Lucasscholen, in de mogelijkheden van het niet zo sim- zen voor een eigentijdse religieuze Brussel actief. Toch moet gezegd dat pele bouwterrein. Cuypers’ oeuvre kunst. De betonkerken die in Brussel de academische neogotiek in deze biedt een synthese van de opvattingen na de Eerste Wereldoorlog werden liberale, moderne stad de overhand van Viollet-le-Duc en Pugin. Hier te gebouwd zijn daarvan een voor- had. Het verklaart allicht ook waarom Brussel tekende hij voor een driebeu- beeld. 51 Een van de referentiefigu- topstukken als de Onze-Lieve- kige kruiskerk in rode baksteen met ren in deze was de Franse religieuze Vrouwkerk van Laken en de zwaar speklagen, bekroond met een rijzige schilder Maurice Denis (1870-1943), gerestaureerde Zavelkerk zo sterk Gewest Hoofdstedelijk Brussels N°019-020 – SPECIAAL NUMMER - SEPTEMBER 2016 Open Monumentendagen octogonale vieringtoren. Conform die indruk maakte met zijn werken de geest van de Franse grootmeester Pugins concept van een totaalkunst- en goede contacten onderhield met Viollet-le-Duc ademen. Of hoe ook werk werkte Cuypers ook het interi- de kringen rond Durendal. 52 De con- de neogotiek in concepten en prak- eur uit. 49 Samen met de hogerge- testatie van de neogotiek in Brussel tijk een kruispunt van visies vormde noemde Sint-Julianakapel behoort hing dus rechtstreeks samen met het en Brussel in alle opzichten een

deze kloosterkerk tot de top van wat evoluerende culturele leven van deze plaats van culturele uitwisseling was. ERFGOED BRUSSEL

063 NEOGOTIEK IN BRUSSEL

NOTEN Paris, Maison de l’Unesco, 5-6 décembre et des Sites, 5, 1975-1976, pp. 18-79; 2002, Somogy, Paris, 2003, pp. 204-225. BOELENS-SINTZOFF, F. & WALAZYC, A.-S. 9. VAN CLEVEN, J., ‘Proloog. Een stijl (red.), De Onze-Lieve-Vrouw ten Zavelkerk, 1. VAN CLEVEN, J. (red.), Neogotiek in in cultuurhistorisch perspectief’ in: Brussel, 2004. België, Lannoo, Tielt, 1994; VAN CLEVEN, VAN CLEVEN, J., (red.), Neogotiek in 21. Poelaert en zijn tijd, op.cit., pp. 174-179. J., ‘Neogotiek en neogotismen. De neogo- België, op.cit., p. 25; 275 jaar onderwijs 22. Idem, pp. 220-221; LENIAUD, J.-M., Viollet- tiek als component van de 19e-eeuwse aan de Koninklijke Academie voor Schone le-Duc ou les délires du système, Éditions stijl in België’ in DE MAEYER, J. (red.), De Kunsten van Brussel, Gemeentekrediet Mengès, Parijs, 1994; FOUCART, B. (red.), Sint-Lucasscholen en de Neogotiek. 1862- van België, Brussel, 1987, pp. 21-125. Viollet-le-Duc, Éditions de la Réunion des 1914 (KADOC-Studies, 5), Universitaire 10. BERGMANS, A., COOMANS, Th., & musées nationaux, Parijs, 1980. Pers Leuven, Leuven, 1988, pp. 17-55; DE MAEYER, J., ‘De neogotische stijl in de Poelaert en zijn tijd, Gemeentekrediet van 23. Poelaert en zijn tijd, op.cit., passim; Belgische sierkunsten’, in LEBLANC, C., België, Brussel, 1980; Brussel, breken, VICTOIR, J. & VANDERPERREN, J., op.cit., op.cit., p. 40. bouwen. Architectuur en stadsverfraaiing, passim. 1780-1914, Gemeentekrediet van België, 11. BOLLEN, M., ‘De Hallepoort, van toren tot 24. BRAL, G.J. (red.), De kathedraal van Brussel, 1979, pp. 164-177. poort’, Erfgoed Brussel, 2, 2012, pp. 25-31; Sint-Michiel & Sint-Goedele, op.cit., VICTOIR, J. & VANDERPERREN, J., Henri 2. COOMANS, Th., ‘Kerken, kloosters en pp. 194-213; een aantal van deze ateliers Beyaert. Du Classicisme à l’Art Nouveau, kapellen: evolutie en betekenis van een waren, deels in een later stadium, ook Editions de la Dyle, Sint-Martens-Latem, meervoudig erfgoed in het Brusselse geëngageerd in de uitmonstering van 1992, pp. 136-139; Brussel, breken, culturele landschap’, Erfgoed Brussel, 13, andere historiserende bouwwerken, zie bouwen… op.cit., pp. 96-139. 2014, pp. 6-34; VERMANDEL, V., WEYNS, MIHAIL, B., La néo renaissance flamande. E., VAN BOCXLAER, S. & COOMANS, Th., 12. STYNEN, H., De onvoltooid verleden tijd., Bruxelles, 1878-1894. Entre libéralisme, ‘Kaartenreeks. Repertorium, chronolo- op.cit., pp. 13-147. question nationale et utopie sociale, Brussel, gie en locatie van kerken, kloosters en 13. Poelaert en zijn tijd, op.cit., pp. 220-221; Doctoraat ULB, 1996, pp. 103-118. kapellen in het Brussels Hoofdstedelijk DE MOREAU-IWEINS, F., ‘’De H. Michaël 25. Koninklijk tracé. Enkele beschou- Gewest’, Erfgoed Brussel, 13, 2014, verplettert het kwaad’ (1885) door Charles wingen over stedelijke kunst, Koning pp. 35-47. Van der Stappen (1843-1910) of ‘neogotiek Boudewijnstichting, Brussel, 1995, 3. BLOM, J.C.H. & LAMBERTS, E., History op Italiaans renaissancistische wijze”, pp. 19-61. of the Low Countries, Berghahn Books, in VAN CLEVEN, J. (red.), Neogotiek in 26. Poelaert en zijn tijd, op.cit., pp. 172- New York-Oxford, 1999, p. 327 en passim. België, op.cit., pp. 154-156. 174; VAN OVERSTRAETEN, L., 4. BERGMANS, A., COOMANS, Th., & 14. Verwijderd tijdens de laatste meer puri­ Architectonographie des temples chrétiens, DE MAEYER, J., ‘De neogotische stijl in fiërende restauratiecampagne in de jaren ou étude comparative et pratique des dif- de Belgische sierkunsten’, in LEBLANC, 1980. BRAL, G.J. (ed.), De kathedraal van férents systèmes d’architecture applicables C. (red.), Art Nouveau & Design: Sierkunst Sint-Michiel & Sint-Goedele, Lannoo, Tielt, à la construction des églises, spécialement van 1830 tot Expo 58, Koninklijke Musea 2000, pp. 128-131. en Belgique…, Mechelen, 1850. voor Kunst en Geschiedenis & Lannoo, 15. Bouwen door de eeuwen heen. Brussel, 27. GOMBERT, Ch., L’église Notre-Dame de Brussel-Tielt, 2005, pp. 36-59; COOMANS, p. LXII.; BRAL, G.J. (red.), op.cit., Lannoo, Laeken. Un mémorial inachevé, C.I.D.E.P., Th., & DE MAEYER, J. (red.), The Revival Tielt 2000, pp. 134, 194-213 en 284; Brussel, 2006; BREDA, K., DE WINDT, of Mediaeval Illuminating in the Nineteenth Poelaert en zijn tijd, op.cit., pp. 193-196. Y., DE CLERCQ, L. & VAN GEMERT, D., Century (Kadoc Artes, 9), University Press 16. MARTOU, M.-N., LAMBERT, C., & Bijdrage tot de kennis van de geschiede- Leuven, Leuven, 2007. DEMEURE, Q., Het Broodhuis. Een nis, de constructiewijze en de restauratie­ 5. DE MAEYER, J., ‘België: de ziel van de ‘waarheidsgetrouwe’ reconstructie van een problematiek van de Onze-Lieve-Vrouwkerk natie. Achtergronden en functie van symbolisch monument voor de geschie- te Laken, Ruisbroek, 2002; Poelaert en zijn ideologische concepten in de negen- denis van Brussel, (Studia Bruxellae 9), tijd, op.cit., pp. 179-184. tiende-eeuwse monumentenzorg’ in: Brussel, 2013, pp. 13-39. 28. Poelaert en zijn tijd, op.cit., pp. 196-197. DE MAEYER, J. & alii (red.), Negentiende- 17. De bouw van nieuwe particuliere 29. BRAL, G.J. (red.), Vlaamse neogotiek in eeuwse restauratiepraktijk en actuele woningen in de binnenstad of meer in de Europees perspectief, themanummer monumentenzorg (KADOC Artes, 3), groene rand nemen we niet mee in dit Vlaanderen (jg. 29, jan.-feb. 1980, 174), University Press Leuven, Leuven, 1999, overzicht. Ook de realisatie van pastorieën pp. 12-15. pp. 71-85. of parochiehuizen of zalen kunnen we 30. RAEDTS, P., De ontdekking van de 6. Idem, pp. 71, 72-76. niet analyseren. Op dit ogenblik ontbreekt Middeleeuwen. Geschiedenis van een illusie, 7. STYNEN, H., De onvoltooid verleden tijd. een volledige inventaris hiervan en zijn de Wereldbibliotheek, , 2011; Een geschiedenis van de monumenten- namen van de bouwheren of architecten LAMBERTS, E., The Struggle with Leviathan. en landschapszorg in België, 1835-1940, vaak onbekend. Wel willen we uitdruk- Social Responses to the Omnipotence of Stichting Vlaams Erfgoed, Brussel, 1998, kelijk wijzen op dit niet onbelangrijke the State, 1815-1965, University Press pp. 13-71; VERPOEST, L., ‘De architectuur fenomeen. Voorbeelden zijn te vinden in: Leuven, Leuven, 2016; DE MAEYER, J., van de Sint-Lucasscholen: het herstel Brussel, breken, bouwen... op.cit., ‘The Neo-Gothic in : Architecture van een traditie’, in DE MAEYER, J. (red.), pp. 176-177. of a Catholic Society’, in: DE MAEYER, De Sint-Lucasscholen en de Neogotiek…, 18. Poelaert en zijn tijd, op.cit., pp. 148-150; J. & VERPOEST, L. (red.), Gothic Revival. op.cit, pp. 219-254. MIHAIL, B., Het militaire erfgoed (Brussel, Religion, Architecture and Style in Western 8. MIN, É., De eeuw van Brussel. Biografie stad van Kunst en Geschiedenis, 50), Europe 1815-1914 (KADOC Artes 5), van een wereldstad, 1850-1914, De Bezige Brussel, 2010. University Press Leuven, Leuven, 2000, Bij, Antwerpen, 2013, p. 90 en pas- 19. Poelaert en zijn tijd, op.cit., pp. 105-106, pp. 19-34. sim; COOMANS, Th. & VERSCHAFFEL, 143-145 en 150-152. 31. COOMANS, Th., ‘Pugin Worldwide: From T., ‘Regards croisés sur le patrimoine 20. DESSAER-DE MAESSCHALCK, M. & Les Vrais Principes and the Belgian St Luke médiéval: Victor Hugo et la Belgique’, in GEERAERTS, R., ‘À propos des restau- Schools to Northern China and Inner RECHT, R. (red.), Victor Hugo et le débat rations successives de l’église Notre- Mongolia’, in: BRITTAIN-CATLIN, T., DE patrimonial. Actes du colloque organisé par Dame du Sablon à Bruxelles’, Bulletin MAEYER, J., & BRESSANI, M. (red.), A.W.N. l’Institut National du Patrimoine. de la Commission royale des Monuments Pugin's Gothic Revival: The International

064 Style (KADOC Artes 16), Leuven University des congrégations religieuses françai- Gothic Revival in Brussels: Press, Leuven, 2016 (ter perse). ses’, Revue d'Histoire Ecclésiastique, a wealth of ideas and practices 32. DE MAEYER, J., ‘Kunst en Politiek. 110, 2015, pp. 154-187. De Sint-Lucasscholen tussen ultra- 45. WEYNS, E., The Use and Reuse of montaanse orthodoxie en drang naar School…, op.cit. In Belgium, the notion of Gothic maatschappelijk-culturele vernieuwing’ 46. COOMANS, Th., 'Pierre Langerock Revival is often associated with in: DE MAEYER, J., (red.), De Sint- (1859-1923). Architecte et restaurateur the myriad examples of it to be Lucasscholen en de neogotiek, op.cit., néo-gothique’, Revue des Archéologues found in , or pp. 83-91 en passim. et Historiens d'Art de Louvain, 24, 1991, 33. WOUTERS, W., ‘Broeders en Baronnen. pp. 117-140. . That’s how developments in Het ontstaan van de Sint-Lucasscholen’, 47. Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw van other cities like Liège, Tournai or in DE MAEYER, J. (red.), De Sint- Lourdes, 1873; de daaronder gelegen Leuven are sometimes overlooked. Lucasscholen en de neogotiek…, op.cit., rozenkransbasiliek met esplanade, Surprisingly it is Brussels that is pp. 157-217; DE MAEYER, J., ‘Kunst en 1901. Politiek. De Sint-Lucasscholen tussen 48. De Liturgische Beweging (°1909) wilde mostly forgotten. The capital city ultramontaanse orthodoxie en drang naar de gelovigen meer bij het liturgische of the modern and then-still-new maatschappelijk-culturele vernieuwing’, gebeuren betrekken. Daartoe stond nation state of Belgium constituted Ibidem, pp. 83-91 en passim. de beweging een met zorg uit te 34. COOMANS, Th., ‘The St Luke Schools and voeren liturgie voor, vertalingen van de a place where many of the Henry van de Velde: Two Concomitant liturgische teksten in de volkstaal en expressions and facets of Gothic Theories on the Decorative Arts in kerkgebouwen die zo geconstrueerd Revival came to be developed. Late Nineteenth-Century Belgium’, waren dat het zicht op het altaar onbe- th Belgisch Tijdschrift voor Oudheidkunde en lemmerd was. Zie LAMBERTS, J., De Indeed, in the 19 century, Kunstgeschiedenis, 85, 2016 (ter perse). actieve deelname aan de liturgie herbe- Brussels was a city where 35. DE MAEYER, J., De rode baron. Arthur keken. Honderd jaar na Pius X en veertig various cultural systems and Verhaegen, 1847-1917 (KADOC-Studies, jaar na het Concilie (Nikè-Reeks, 50), 18), Universitaire Pers Leuven, Leuven, Acco, Leuven-Voorburg, 2004, pp. stylistic elements encountered 1994, pp. 103-105 15-39; MORTIAU, J., & LOONBEEK, R., one another, including those 36. Het trinitasbeginsel, uitgedrukt in Dom Lambert Beauduin (1873-1960). in the sphere of Gothic Revival. Stichter van Chevetogne. Voorloper met de driehoek, symboliseerde daarbij de Brussels Town Hall itself was goddelijke drieëenheid, het kruis, het een wijde blik, Valkhof Pers, Nijmegen, streven naar het hoogste, kortom de z.d.; RION, P., La basilique de an indisputable model for the verrijzenis. Het vierkant daarentegen Koekelberg. Architecture et mentalités 19th-century Vienna Town Hall. In religieuses, Louvain-la-Neuve, 1986; stond dan weer voor het aardse, Brussels there were academically de emanatie van het stoffelijke. VANDENBREEDEN, J., De basiliek van Koekelberg, art deco monument, Tielt, trained architects and artists, 37. DE MAEYER, J., De rode baron..., op.cit., 2005. pp. 103-105. and their counterparts trained 49. Het toont ons een rijke variatie van 38. VAN CLEVEN, J. (red.), Neogotiek in at the ultramontanist Sint-Lucas natuurstenen figuratieve kapitelen, België, op.cit., 1994. gebrandschilderde roos- en lancetven- schools of architecture. But it 39. COOMANS, Th., ‘Kerken, kloosters en sters, muurschilderingen en rijkelijk must be noted that the academic kapellen…’, op.cit., pp. 6-34; VERMANDEL, neogotisch meubilair, dit laatste uit­ Gothic Revival had the upper V., WEYNS, E., VAN BOCXLAER, S., & gevoerd door het atelier Stolzenberg. COOMANS, Th., ‘Kaartenreeks….’, op.cit., hand in this liberal, modern city. 50. VAN LEEUWEN, A.J.C., Pierre pp. 35-47. Cuypers. Architect (1827-1921), It also provides an explanation 40. MAES, K., Joris Helleputte. Architect en Waanders, Zwolle, 2007, p. 37 en p. for why masterpieces like the politicus, 1852-1926. Dl. 2: Oeuvrecatalogus 238; BRAEKEN, J., ‘De Sint-Antonius- Church of our Lady of Laeken so (KADOC-Artes, 1), Universitaire Pers van-Paduakerk in Brussel’, M&L. Leuven, Leuven, 1998, pp. 255-261. Monumenten en Landschappen, 4 forcefully exude the spirit of the 41. Idem, p. 261. (1985) 3, pp. 9-23. French master, Viollet-le-Duc. 42. COOMANS, Th., ‘Kerken, kloosters en 51. MOREL, A.-Fr., ‘Kerkinterieurs in het This contribution looks at the kapellen…..’, op.cit., pp. 6-34. interbellum in Brussel: spanningsveld 43. WEYNS, E., The Use and Reuse of School tussen traditie en vernieuwing’, Gentse Gothic Revival and all the ideas Chapels in the Brussels Capital Region, bijdragen tot de interieurgeschiedenis, and practices that it entails, and Masterthesis KU Leuven, Raymond 35, 2006, pp. 159-173. demonstrates how Brussels was Lemaire International Center for 52. HEYNICKX, R., Meetzucht en a crossroads of visions and cultural Conservation, 2015. mateloosheid. Kunst, religie en identiteit 44. Ibidem, pp. 224-225; dat Brussel (en in Vlaanderen tijdens het interbellum, exchange. België) heel wat huizen en pensionaten Vantilt, Nijmegen, 2008, pp. 25-121; telde van zustercongregaties van Franse VERLEYSEN, C., Maurice Denis et la origine had te maken met ‘Le Grand Belgique, 1890-1930 (KADOC-Artes 11), Gewest Hoofdstedelijk Brussels N°019-020 – SPECIAAL NUMMER - SEPTEMBER 2016 Open Monumentendagen Exil’ nl. de vrijwillige vlucht vanuit hun University Press Leuven, Leuven, 2010, moederland­ omwille van de antiklerikale pp. 75-154; DE MAEYER, J., ‘Kunst wetgeving en het verbod op het verstrek- en Politiek. De Sint-Lucasscholen ken van onderwijs waarvan het cumu- tussen ultramontaanse orthodoxie en latiepunt onder de regering van Émile drang naar maatschappelijk-culturele Combes te situeren valt (1902-1905). Zie vernieuwing’, in DE MAEYER, J. (red.), MOEYS, H., ‘L'invasion noire (1900-1905) De Sint-Lucasscholen en de neogotiek…,

La politique belge face à l'immigration op.cit., pp. 107-115. ERFGOED BRUSSEL

065 COLOPHON

REDACTIECOMITÉ VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Jean-Marc Basyn, Stéphane Demeter, Arlette Verkruyssen, directeur-generaal Paula Dumont, Murielle Lesecque, Cecilia van Brussel Stedelijke Ontwikkeling/ Paredes en Brigitte Vander Brugghen. Gewestelijke overheidsdienst Brussel, CNN – Vooruitgangstraat 80, 1035 Brussel. EINDREDACTIE IN HET NEDERLANDS Paula Dumont De artikelen zijn gepubliceerd onder de verantwoordelijkheid van de auteurs. EINDREDACTIE IN HET FRANS Alle rechten voor het reproduceren, Stéphane Demeter vertalen of herwerken zijn voorbehouden.

REDACTIESECRETARIAAT CONTACT Murielle Lesecque Directie Monumenten en Landschappen – Cel Sensibilisatie COORDINATIE VAN DE ICONOGRAFIE CNN – Vooruitgangstraat 80, 1035 Brussel Paula Dumont en Julie Coppens http://www.monument.irisnet.be [email protected] COORDINATIE VAN HET DOSSIER Paula Dumont HERKOMST VAN DE FOTO’S Mochten er ondanks onze inspanningen AUTEURS/ REDACTIONELE om alle reproductierechten te betalen MEDEWERKING toch nog gerechtigden zijn die niet Werner Adriaenssens, Jean-Marc Basyn, gecontacteerd werden, dan worden zij Guy Bovyn, Guy Conde-Reis, verzocht zich kenbaar te maken bij de Thomas Coomans, Georges De Kinder, Directie Monumenten en Landschappen Jan De Maeyer, Paula Dumont, Claudine van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Houbart, Christophe Loir, Cristina Marchi, Leen Meganck, Benoît Mihail, LIJST MET AFKORTINGEN Barbara Pecheur, Daniela N. Prina, AAM – Archives d’Architecture Moderne Christophe Van Gerrewey, ARB – Académie royale de Belgique Brigitte Vander Brugghen, DCBSO – Documentatiecentrum van Eugène Warmenbol, Eva Weyns. Brussel Stedelijke Ontwikkeling DML – Directie Monumenten en VERTALING Landschappen Erik Tack, Gitracom, Hilde Pauwels, GOB – Gewestelijke Overheidsdienst Data Translations Int. Brussel KBR – Koninklijke Bibliotheek van België NALEZING KIK-IRPA – Koninklijk Instituut voor het Leo Camerlynck, May Enklaar, Kunstpatrimonium / Institut royal du Wim Kenis, Griet Meyfroots, Patrimoine artistique Koenraad Raeymaekers, KMKG – Koninklijke Musea voor Kunst en Maarten Robberechts, Coralie Smets, Geschiedenis Tom Verhofstadt en de leden van KVS – Koninklijke Vlaamse Schouwburg het redactiecomité. MSB – Museum van Stad Brussel SAB – Stadsarchief Brussel VORMGEVING VUB – Vrije Universiteit Brussel The Crew Communication ISSN DRUK 2034-5771 IPM Printing sa WETTELIJK DEPOT VERSPREIDING EN D/2016/6860/012 ABONNEMENTENBEHEER Cindy De Brandt, Cette revue paraît également en Français Brigitte Vander Brugghen. sous le titre Bruxelles Patrimoines. [email protected]

BEDANKINGEN Baumschlager Eberle, Ricardo Bofill, Grégory Creten, Martine De Maeseneer, Kevin De Vlieger, Jaspers-Eyers Architects, Marius Grootveld, Lucien Kroll, Jan Pollers, Claudia Schwind, Anne Somers.