Nederland En De Belangrijkste Bondgenoot

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Nederland En De Belangrijkste Bondgenoot Nederland en de belangrijkste bondgenoot Het Atlantisch primaat van het Nederlands buitenlands beleid van voor en na de Koude Oorlog De kwestie Vietnam (1961-1973) en de kwestie Irak (1990-2003) vergeleken J.C. Damoiseaux 3718131 Begeleider: dr. M.L.L. Segers Masterthesis Internationale Betrekkingen in historisch perspectief 17-12-2015 Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 3 Aanleiding voor het onderzoek ........................................................................................................... 3 Centrale vraag ..................................................................................................................................... 4 Historiografie ....................................................................................................................................... 5 Wetenschappelijk kader .................................................................................................................... 22 Operationalisering ............................................................................................................................. 23 De kwestie Vietnam .............................................................................................................................. 26 Hoofdstuk 1: 1961-1964: Making our power credible: De aanloop naar de Vietnamoorlog ........... 26 Hoofdstuk 2: 1964-1969: Onomstreden steun ................................................................................. 30 Hoofdstuk 3: 1969-1973: De Parijse Vredesonderhandelingen ........................................................ 47 De kwestie Irak ...................................................................................................................................... 81 Hoofdstuk 4: 1990-1994: The end of history: het optimisme van de jaren negentig ....................... 81 Hoofdstuk 5: 1994-2001: Het drama Srebrenica en de terugkeer van de werkelijkheid ................. 92 Hoofdstuk 6: 2001-2003: 9/11, de War on Terror en de invasie van Irak....................................... 107 De vergelijking ..................................................................................................................................... 138 Publieke rechtvaardiging & besluitvormingsproces: de kwestie Vietnam ...................................... 138 Publieke rechtvaardiging & besluitvormingsproces: de kwestie Irak ............................................. 140 Overeenkomsten en verschillen ...................................................................................................... 145 Historiografische inbedding ............................................................................................................ 147 Conclusie ............................................................................................................................................. 153 Bronnenlijst ......................................................................................................................................... 157 Primaire bronnen ............................................................................................................................ 157 Secundaire bronnen ........................................................................................................................ 157 1 2 Inleiding Aanleiding voor het onderzoek De opkomst van ISIS in het Midden-Oosten en Noord-Afrika alsmede de Russische annexatie van de Krim en de oorlog in Oekraïne hebben het veiligheidsvraagstuk terug op de politieke agenda gezet. In een uit november 2014 daterende beleidsbrief van minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders wordt gesteld dat het belang van bondgenootschappelijke en territoriale veiligheid mede door bovenstaande in alle hevigheid terug is. In de brief wordt als reactie op de instabiliteit in de randen van Europa benadrukt dat de trans-Atlantische samenwerking de hoeksteen vormt van het Nederlandse veiligheidsbeleid.1 Waarom hecht Nederland zoveel waarde aan het Nederlandse NAVO-lidmaatschap en het Amerikaanse leiderschap? De heersende overtuiging in de Nederlandse historiografie is dat de Nederlandse loyaliteit ten tijde van de Koude Oorlog gedreven werd door angst voor de Sovjetdreiging. Het bondgenootschap tussen de VS en West-Europa was cruciaal voor de Europese veiligheid. De Sovjet-Unie kon alleen buitengehouden worden door de veiligheidsgarantie van de Amerikanen, de nucleaire deterrent. Voor Nederland betekende dit dat er koste wat kost vertrouwen uitgesproken moest worden in het bondgenootschap.2 Volgens Alfred van Staden was de samenwerking met de VS grofweg tot het jaar 2000 zo allesbepalend en overheersend dat gesproken kan worden van een Atlantisch primaat, in de zin van een prioritaire positie.3 Een van de manieren om het vertrouwen in de samenwerking duidelijk te maken is door interventies openlijk en duidelijk te steunen. Amerikaanse militaire interventies moesten in Haagse optiek omwille van de Sovjetdreiging dan ook gesteund worden. Geen steun uitspreken voor een Amerikaanse militaire interventie zou betekenen dat de Atlantische eenheid, en daarmee de Europese veiligheid, in gevaar zou komen. Een voorbeeld van die loyaliteit is de jarenlange, (vanzelfsprekende) steun voor de controversiële Vietnamoorlog. Opvallend is dat het Atlantisch primaat van de Nederlandse buitenlandse politiek na de Koude Oorlog doorzette. De Nederlandse regering sprak keer op keer steun uit voor Amerikaanse militaire operaties en interventies. Het meest sprekende voorbeeld van die gepercipieerde continuïteit en loyaliteit is de politieke steun voor de controversiële Irakoorlog. De Commissie-Davids 1 Kamerstukken Tweede Kamer, 2014-2015, 14-11-2014, 336984, nr . 6. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken. Het Nederlandse veiligheidsbeleid, dat tijdens de Koude Oorlog tot wasdom kwam, lijkt op basis van bovenstaande 25 jaar na dato nog steeds even relevant. Verwant aan de trans-Atlantische samenwerking is het concept van Nederland als trouw bondgenoot van de Verenigde Staten. 2 Joris Voorhoeve, Peace, Profits and Principles (Leiden 1985) 146-148. 3 Alfred van Staden. ‘Nederlands veiligheidsbeleid en het Atlantische primaat. Over beknelde ambities en slijtende grondslagen.’, in: Duco Hellema, Mathieu Segers en Jan Rood (red.), Bezinning op het buitenland, het Nederlands buitenlands beleid in een onzekere wereld (Den Haag 2011) 10. 3 oordeelde in 2010 dat de politieke steun voor de Brits-Amerikaanse invasie was ingegeven door een “Atlantische reflex”, een reflex die volgens de commissie prevaleerde “boven enigerlei op Europa gerichte houding”.4 Dit roept enkele vragen op. Wat zou voor Den Haag de reden zijn om na de Koude Oorlog dergelijke interventies te steunen? Het beleid ten aanzien van het steunen van Amerikaanse interventies veranderde niet, terwijl het argument dat tijdens de Koude Oorlog altijd publiekelijk ter legitimatie werd aangevoerd verdween. Tegen welke achtergrond werden na de Koude Oorlog controversiële interventies zoals de Irakoorlog gesteund? Hoe bepalend was de Sovjetdreiging voor de steun aan interventies ten tijde van de Koude Oorlog gezien de continuïteit van het beleid? Tot slot lijkt de Commissie-Davids de Nederlandse regering ervan te beschuldigen een keuze te hebben gemaakt waarbij alleen aandacht uitging naar de Amerikaanse bondgenoot, en niet de Europese bondgenoten. Is dit verwijt terecht? Centrale vraag De centrale vraag van dit onderzoek luidt: “In hoeverre werd de opstelling en rechtvaardiging van de Nederlandse regering bij de kwesties Vietnam en Irak in het publieke domein bepaald door overwegingen die te herleiden zijn tot de (gepercipieerde) constante van het ‘Atlantisch primaat’ in het naoorlogse buitenlands beleid van Nederland?” De term Atlantisch primaat houdt in dat het Atlantische element van het Nederlands buitenlands beleid voor Den Haag het belangrijkste is en om die reden altijd voorgaat, ook bij spanningen met andere belangen of overwegingen. De exacte definiëring van de gehanteerde begrippen komt aan bod in de paragraaf die de wetenschappelijke omkadering behandelt. Om de centrale vraag te beantwoorden wordt er aan de hand van twee casussen een vergelijking gemaakt tussen de periode van voor de Koude Oorlog en daarna. De casussen zijn de Vietnam- en de Irakoorlog. De reden dat voor deze twee casussen is gekozen is dat dit de twee meest controversiële Amerikaanse interventies uit de naoorlogse geschiedenis zijn. De vergelijking komt niet uit de lucht vallen, zo stelt Rimko van der Maar in Welterusten, mijnheer de President (2007) dat de debatten over de Nederlands-Amerikaanse betrekkingen ten tijde van de Amerikaanse inval in Irak sterk doen denken aan de debatten over de Nederlandse steun aan het Amerikaanse optreden in Zuid-Vietnam in de jaren zestig en zeventig.5 Bovendien nam Nederland bij allebei de interventies een bijzondere positie in: de Nederlandse regering steunde beide interventies, terwijl de Europese 4 Rapport Commissie van Onderzoek Besluitvorming Irak, (Amsterdam 2010) 118-119, 426. 5 Rimko van der Maar, Welterusten, mijnheer de president (Amsterdam 2007) 9. 4 bondgenoten dat niet altijd deden. Wat zou de reden zijn dat Nederland wél interventies steunde en andere Europese landen niet? Het doel van dit onderzoek is om de steun voor Amerikaanse interventies te duiden en te verklaren. Door het betrekken van de kwestie Irak poogt dit onderzoek
Recommended publications
  • COUNCIL of EUROPE CONSEIL DE L'europe COMMITTEE of MINISTERS CONFIDENTIAL CM/Del/Concl(84)
    COUNCIL CONSEIL OF EUROPE DE L'EUROPE COMMITTEE OF MINISTERS CONFIDENTIAL CM/Del/Concl(84)371 and 372 CONCLUSIONS OF THE 371st MEETING OF THE MINISTERS' DEPUTIES HELD IN STRASBOURG ON 2 AND 3 MAY 1984 AND OF THE 372nd MEETING OF THE MINISTERS' DEPUTIES HELD IN STRASBOURG FROM 14 TO 17 MAY 1984 The Conclusions of the extraordinary meeting of the Ministers' Deputies held in Strasbourg on 24 May 1984 (CM/Del/Concl(84) Ext 24/5) are reproduced at the end of this volume. STRASBOURG Confidential CM/Del/Concl(84)371 CONCLUSIONS OF THE 371st MEETING OF THE MINISTERS' DEPUTIES (held in Strasbourg on 2 and 3 May 1984) CONFIDENTIAL - i - CM/Del/Concl(84)371 SUMMARY Page 1. Adoption of the agenda 5 Political and general policy questions 2. Committee of Ministers - Preparation of the 74th Session (10 May 1984) 7 3. Staff questions 11 4. Situation in Cyprus 13 5. Conferences of Specialised Ministers 15 Human Rights 6. Election of 9 members of the European Commission of Human Rights in respect of Austria, Belgium Denmark, the Federal Republic of Germany, Netherlands, Norway, Portugal, Spain and the United Kingdom 17 Economic and social questions 7. European Pharmacopoeia - Interview with the Chairman of the European Pharmacopoeia Commission 19 8. Organisation and themes of the 3rd Conference of European Ministers of Labour - Assembly Recommendation 980 23 9. Preparation of forthcoming meetings 25 10. Other business a. Dialogue with the Secretary General 27 CONFIDENTIAL CM/Del/Dec(84)371 - ii - APPENDIX I 371st meeting of the Ministers' Deputies (A level)
    [Show full text]
  • De Liberale Opmars
    ANDRÉ VERMEULEN Boom DE LIBERALE OPMARS André Vermeulen DE LIBERALE OPMARS 65 jaar v v d in de Tweede Kamer Boom Amsterdam De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden van de illustraties te ach­ terhalen. Mocht u desondanks menen dat uw rechten niet zijn gehonoreerd, dan kunt u contact opnemen met Uitgeverij Boom. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonde­ ringen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part ofthis book may be reproduced in any way whatsoever without the writtetj permission of the publisher. © 2013 André Vermeulen Omslag: Robin Stam Binnenwerk: Zeno isbn 978 90 895 3264 o nur 680 www. uitgeverij boom .nl INHOUD Vooraf 7 Het begin: 1948-1963 9 2 Groei en bloei: 1963-1982 55 3 Trammelant en terugval: 1982-1990 139 4 De gouden jaren: 1990-2002 209 5 Met vallen en opstaan terug naar de top: 2002-2013 De fractievoorzitters 319 Gesproken bronnen 321 Geraadpleegde literatuur 325 Namenregister 327 VOORAF e meeste mensen vinden politiek saai. De geschiedenis van een politieke partij moet dan wel helemaal slaapverwekkend zijn. Wie de politiek een beetje volgt, weet wel beter. Toch zijn veel boeken die politiek als onderwerp hebben inderdaad saai om te lezen. Uitgangspunt bij het boek dat u nu in handen hebt, was om de geschiedenis van de WD-fractie in de Tweede Kamer zodanig op te schrijven, dat het trekjes van een politieke thriller krijgt.
    [Show full text]
  • Voor Mijn Moeder En in Liefdevolle Herinnering Aan En Met Bewondering Voor Mijn Vader
    Hete hangijzers : de aanschaf van Nederlandse gevechtsvliegtuigen. Kreemers, B. Citation Kreemers, B. (2009, February 10). Hete hangijzers : de aanschaf van Nederlandse gevechtsvliegtuigen. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/13498 Version: Not Applicable (or Unknown) Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the License: Institutional Repository of the University of Leiden Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/13498 Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable). HETE HANGIJZERS: DE AANSCHAF VAN NEDERLANDSE GEVECHTSVLIEGTUIGEN Hete Hangijzers De aanschaf van Nederlandse gevechtsvliegtuigen PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden, op gezag van Rector Magnificus professor mr. P.F. van der Heijden volgens besluit van het College van Promoties te verdedigen op dinsdag 10 februari 2009 klokke 13.45 uur door Hubertus Petrus Maria (Bert) Kreemers geboren te Maastricht op 14 mei 1955 HETE HANGIJZERS: DE AANSCHAF VAN NEDERLANDSE GEVECHTSVLIEGTUIGEN Promotor: Professor dr. B.A.G.M. Tromp (overleden op 20 juni 2007) Professor dr. J. de Vries Referent: Professor dr. ir. J.J.C. Voorhoeve Promotiecommissie: Professor dr. K. Colijn, Erasmus Universiteit Rotterdam Professor mr. dr. E.R. Muller Professor dr. J.Q.Th. Rood, Universiteit Utrecht Professor dr. R. de Wijk 2 HETE HANGIJZERS: DE AANSCHAF VAN NEDERLANDSE GEVECHTSVLIEGTUIGEN Voor mijn moeder en in liefdevolle herinnering aan en met bewondering voor mijn vader 3 HETE HANGIJZERS: DE AANSCHAF VAN NEDERLANDSE GEVECHTSVLIEGTUIGEN “The essence of ultimate decision remains impenetrable to the observer – often, indeed, to the decider hemself. […] There will always be the dark and tangled stretches in the decision- making process – mysterious even to those who may be most intimately involved”.
    [Show full text]
  • Journal of European Integration History Revue D
    JOURNAL OF EUROPEAN INTEGRATION HISTORY REVUE D’HISTOIRE DE L’INTÉGRATION EUROPÉENNE ZEITSCHRIFT FÜR GESCHICHTE DER EUROPÄISCHEN INTEGRATION edited by the Groupe de liaison des professeurs d’histoire contemporaine auprès de la Commission européenne 2003, Volume 9, Number 2 The Hague Summit of 1969 The Liaison Committee of Historians came into being in 1982 as a result of an important international symposium that the Commission had organized in Luxembourg to launch historical research on Euro- pean integration. The committee is composed of historians of the European Union member countries who work on contemporary history. The Liaison Committee: – gathers and conveys information about work on European history after the Second World War; – advises the European Union on research projects concerning contemporary European history. Thus, the Liaison Committee was commissioned to make publicly available the archives of the Community institutions; – enables researchers to make better use of the archival sources; – promotes research meetings to get an update of work in progress and to stimulate new research: seven research conferences have been organized and their proceedings published. The Journal of European Integration History – Revue d’histoire de l’intégration européenne – Zeitschrift für Geschichte der europäischen Integration is in line with the preoccupations of the Liaison Committee. Being the first history journal to deal exclusively with the history of European Integration, the Journal offers the increasing number of young historians devoting their research to contemporary Europe, a permanent forum. The Liaison Committee is supported by the European Commission, but works completely independ- ently and according to historians’ critical method. ❋ Le Groupe de liaison des professeurs d’histoire contemporaine auprès de la Commission des Communautés européennes s’est constitué en 1982 à la suite d’un grand colloque que la Commis- sion avait organisé à Luxembourg pour lancer la recherche historique sur la construction européenne.
    [Show full text]
  • Boerma-AH-10December2020
    1 BOERMA, Addeke Hendrik, Dutch agronomist and first Executive Director of the World Food Programme (WFP) 1962-1967 and fifth Director-General of the Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO) 1968-1975, was born 3 April 1912 in Anlo, The Netherlands and passed away 8 May 1992 in Vienna, Austria. He was the son of Harm Boerma, farmer, and Janke Wilkens. On 1 August 1935 he married Maretta Gerardina Hendrica Postuma, correspondent, with whom he had three daughters. After their divorce on 10 January 1953 he married Dinah Johnston, FAO employee, on 13 April 1953. Source: FAO Boerma grew up on a medium-sized farm in the north-eastern part of The Netherlands. Both his grandfather and father were elected to the Provincial Parliament of Drenthe, where they promoted farm cooperatives and social welfare measures. In 1929 Boerma entered Wageningen Agricultural University to study horticulture and agricultural economics, where he graduated as an agricultural engineer in 1934, having written two theses, one on soft fruit and the other on intensification and rationalization in Dutch fruit growing. He ranked in the top-five of a class of 105. For his military service, partly fulfilled during his studies, he was trained as an officer. By the end of 1934 he became secretary of a provincial farmers organization led by Stefan Louwes, who the government had also made responsible for implementing an agricultural crisis law. Boerma travelled across the province of Overijssel to advise farmers about agriculture in times of crisis and setting up farm cooperatives, agricultural schools and insurance services.
    [Show full text]
  • Tracing the Treaties of the EU (March 2012)
    A Union of law: from Paris to Lisbon — Tracing the treaties of the EU (March 2012) Caption: This brochure, produced by the General Secretariat of the Council and published in March 2012, looks back at the history of European integration through the treaties, from the Treaty of Paris to the Treaty of Lisbon. Source: General Secretariat of the Council. A Union of law: from Paris to Lisbon – Tracing the treaties of the European Union. Publications Offi ce of the European Union. Luxembourg: March 2012. 55 p. http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/librairie/PDF/QC3111407ENC.pdf. Copyright: (c) European Union, 1995-2013 URL: http://www.cvce.eu/obj/a_union_of_law_from_paris_to_lisbon_tracing_the_treaties_of_the_eu_march_2012-en- 45502554-e5ee-4b34-9043-d52811d422ed.html Publication date: 18/12/2013 1 / 61 18/12/2013 CONSILIUM EN A Union of law: from Paris to Lisbon Tracing the treaties of the European Union GENERAL SECRETARIAT COUNCIL THE OF 1951–2011: 60 YEARS A UNION OF LAW THE EUROPEAN UNION 2010011 9 December 2011 THE TREATIES OF Treaty of Accession of Croatia,ratification in progress 1 December 2009 Lisbon Treaty, 1 January 2007 THE EUROPEAN UNION Treaty of Accession of Bulgaria and Romania, Treaty establishing a Constitution29 for October Europe, 2004 signed on did not come into force Lisbon: 13 December 2007 CHRON BOJOTUJUVUJPO $PVODJMCFDPNFT Treaty of Accession of the Czech Republic, Estonia, Cyprus, Latvia, t ЅF&VSPQFBO 1 May 2004 CFUXFFOUIF&VSPQFBO Lithuania, Hungary, Malta, Poland, Slovenia and Slovakia, t - BXNBLJOH QBSJUZ
    [Show full text]
  • Verloren Consensus #3 Hires.Indd
    HOOFDSTUK 3 1973-1986: De teleurstellende Europese werkelijkheid Hilde Reiding 3.1. MOEIZAME INTEGRATIE In de geschiedenis van de Europese integratie worden de jaren zeventig en de eerste helft van de jaren tachtig dikwijls aangeduid als de jaren van ‘eu- rosclerose’: een periode waarin het integratieproces leek te stagneren. Het in 1969 gelanceerde plan om uiterlijk in 1980 een Economische en Monetaire Unie (EMU) tot stand te brengen bleek al spoedig onhaalbaar. De ineenstor- ting van het Bretton Woodssysteem veroorzaakte vanaf 1971 grote mone- taire onrust, en als gevolg van de oliecrisis van 1973 ontstond er bovendien een zware en langdurige economische recessie. Bij de aanpak van de pro- blemen voeren de EG-lidstaten ieder hun eigen koers, en in plaats van naar elkaar groeiden ze juist uit elkaar. Om de nationale industrie veilig te stellen gingen de lidstaten er bovendien toe over non-tarifaire belemmeringen in te voeren, die wellicht niet tegen de letter maar wel tegen de geest van de Ver- dragen van Rome ingingen. Aangezien er in de Raad van Ministers sinds het Akkoord van Luxemburg dikwijls bij unanimiteit werd besloten, verliep het uit de weg ruimen van dit soort obstakels traag en moeizaam. Eens te meer daar de pas toegetreden en in vergelijking met Nederland weinig commu- nautair ingestelde landen Denemarken en het Verenigd Koninkrijk nu ook rond de tafel zaten om mee te beslissen. De grote vraag was dus hoe het nu verder moest met Europa. Soms werd er nog wel een stap vooruit gezet, zoals in 1979, toen de lidstaten overeen- stemming bereikten over een Europees Monetair Stelsel (EMS), maar ver- dergaande verdieping van de integratie bleek meestentijds onmogelijk.
    [Show full text]
  • Personalization of Political Newspaper Coverage: a Longitudinal Study in the Dutch Context Since 1950
    Personalization of political newspaper coverage: a longitudinal study in the Dutch context since 1950 Ellis Aizenberg, Wouter van Atteveldt, Chantal van Son, Franz-Xaver Geiger VU University, Amsterdam This study analyses whether personalization in Dutch political newspaper coverage has increased since 1950. In spite of the assumption that personalization increased over time in The Netherlands, earlier studies on this phenomenon in the Dutch context led to a scattered image. Through automatic and manual content analyses and regression analyses this study shows that personalization did increase in The Netherlands during the last century, the changes toward that increase however, occurred earlier on than expected at first. This study also shows that the focus of reporting on politics is increasingly put on the politician as an individual, the coverage in which these politicians are mentioned however became more substantive and politically relevant. Keywords: Personalization, content analysis, political news coverage, individualization, privatization Introduction When personalization occurs a focus is put on politicians and party leaders as individuals. The context of the news coverage in which they are mentioned becomes more private as their love lives, upbringing, hobbies and characteristics of personal nature seem increasingly thoroughly discussed. An article published in 1984 in the Dutch newspaper De Telegraaf forms a good example here, where a horse race betting event, which is attended by several ministers accompanied by their wives and girlfriends is carefully discussed1. Nowadays personalization is a much-discussed phenomenon in the field of political communication. It can simply be seen as: ‘a process in which the political weight of the individual actor in the political process increases 1 Ererondje (17 juli 1984).
    [Show full text]
  • Eine Union Des Rechts: Von Paris Bis Lissabon
    DE CONSILIUM Eine Union des Rechts: von Paris bis Lissabon GENERALSEKRETARIAT RATESDES Die Geschichte der Verträge der Europäischen Union DIE EUROPÄISCHE 1951-2011: 60 JAHRE UNION DES RECHTS UNION 2011 DIE VERTR ÄGE DER EUROPÄISCHEN UNION Vertrag über den Beitritt Kroatiens, unterzeichnet am 9. Dezember 2011, Ratifikationsverfahren im Gange Vertrag von Lissabon, 1. Dezember 2009 Vertrag über den Beitritt Bulgariens und Rumäniens, 1. Januar 2007 Vertrag über eine Verfassung für Europa, Lissabon: 13. Dezember 2007 unterzeichnet am 29. Oktober 2004, nicht in Kraft getreten t %FS&VSPQÊJTDIF3BUXJSEFJO0SHBO Vertrag über den Beitritt der Tschechischen Republik, CHRON t ( MFJDITUFMMVOHWPO3BUVOE&VSPQÊJTDIFN Estlands, Zyperns, Lettlands, Litauens, Ungarns, Maltas, 1BSMBNFOUCFJEFS(FTFU[HFCVOH Polens, Sloweniens und der Slowakei t &JOCF[JFIVOHEFSOBUJPOBMFO1BSMBNFOUF 1. Mai 2004 t 3FDIUTQFSTÚOMJDILFJUEFS&6 RON t $IBSUBEFS(SVOESFDIUF Vertrag von Nizza, 1. Februar 2003 N N Vertrag von Amsterdam, 1. Mai 1999 EuropäischeEuropäische Union U U Nizza: 26. Februar 2001 © Vertrag über den Beitritt von Österreich, Vertragsunterzeichnung am 13. Dezember 2007 in Lissabon Finnland und Schweden, 1. Januar 1995 NU t 3FGPSNEFS*OTUJUVUJPOFOGàSEJF OLOGI LàOЂJHF6OJPONJU.JUHMJFETUBBUFO Rechtsakt zur Änderung des Protokolls über die Satzung der EIB: O Europäischer Investitionsfonds, 1. Mai 1994 Amsterdam: 2. Oktober 1997 Vertrag über die Europäische Union, t 3BVNEFS'SFJIFJU EFS4JDIFSIFJUVOEEFT3FDIUT 1. November 1993 t &JOCF[JFIVOHEFT4DIFOHFO#FTJU[TUBOET Einheitliche Europäische Akte, 1. Juli 1987 t .FOTDIFOSFDIUF t (MFJDITUFMMVOHEFS(FTDIMFDIUFS Vertrag über den Beitritt Spaniens und Portugals, t /BDIIBMUJHF&OUXJDLMVOH 1. Januar 1986 E U t )PIFS7FSUSFUFSGàSEJF("41 Grönland-Vertrag, 1. Januar 1985 t 'ÊIJHLFJU[VS,SJTFOCFXÊMUJHVOH UND Union e 1. Januar 1981 sch Vertrag über den Beitritt Griechenlands, Maastricht: 7.
    [Show full text]
  • Journal of European Integration History Revue D
    Umschlag_JoEIH_02_8,5mm 25.11.2003 9:55 Uhr Seite 1 JOURNAL OF EUROPEAN INTEGRATION HISTORY The purpose of The Journal of European Integration History is to encourage the JOURNAL OF EUROPEAN analysis and understanding of different aspects of European integration, espe- ISTORY cially since 1945, in as wide a perspective as possible. The Journal publishes the H INTEGRATION HISTORY conclusions of research on diplomatic, military, economic, technological, social and cultural aspects of integration. Numbers devoted to single themes as well as to diverse subjects are published in English, French or German. Each number includes reviews of important, relevant publications. EVUE D’HISTOIRE DE NTEGRATION R I REVUE D’HISTOIRE DE L’INTÉGRATION EUROPÉENNE L’INTÉGRATION EUROPÉENNE L’objectif de la Revue d’histoire de l’intégration européenne est de promouvoir l’ana- lyse et la compréhension des différents aspects de l’intégration européenne UROPEAN E particulièrement depuis 1945, mais sans exclusive. La Revue publie les résultats des recherches sur les aspects diplomatiques, militaires, économiques, technologiques, ZEITSCHRIFT FÜR GESCHICHTE DER sociaux et culturels de l’intégration. Les numéros à thème ou ceux ouverts à diverses perspectives sont publiés dans l’une des langues suivantes: anglais, français, alle- EUROPÄISCHEN INTEGRATION mand. Chaque numéro comprend des comptes rendus d’ouvrages importants. OURNAL OF J edited by the ZEITSCHRIFT FÜR GESCHICHTE DER Groupe de liaison des professeurs d’histoire contemporaine EUROPÄISCHEN INTEGRATION auprès de la Commission européenne Die Zeitschrift für Geschichte der europäischen Integration bietet ein Forum zur Erforschung des europäischen Integrationsprozesses in allen Aspekten: den poli- tischen, militärischen, wirtschaftlichen, technologischen, sozialen und kulturellen.
    [Show full text]
  • De Nederlandse Eurocommissarissen De Nederlandse Eurocommissarissen
    en Carla van Baalen Baalen van Carla en Braak den van Bert Voerman, Gerrit In februari 2010 is de nieuwe Europese Commissie aangetreden. Zij heeft als ‘dagelijks bestuur van Europa’ verregaande invloed op de Nederlandse samenleving. Samen met de Europese Raad en het Europees Parlement bepaalt de Europese Commissie het beleid van de Europese Unie. Voor ons land neemt Neelie Kroes opnieuw zitting. (red.) Wie waren vanaf het begin van de jaren vijftig de Nederlandse leden van de Europese Commissie en van zijn voorloper, de Hoge Autori- Nederlandse De teit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)? Wat deden zij in Brussel? Dit boek geeft antwoord op die vragen en biedt daarmee een goed inzicht in de rol die Nederland speelde in de kleurrijke Europese geschiedenis. Deze bundel bestaat uit portretten van de Nederlandse leden van de Hoge Autoriteit en de Europese Commissie: Frans Andriessen Frits Bolkestein Hans van den Broek Neelie Kroes Pierre Lardinois eurocommissarissen Hans Linthorst Homan Sicco Mansholt Maan Sassen Dirk Spierenburg Gerrit Voerman, Henk Vredeling Bert van den Braak en Carla van Baalen (red.) De Nederlandse eurocommissarissen De Nederlandse eurocommissarissen Gerrit Voerman, Bert van den Braak en Carla van Baalen (red.) De Nederlandse eurocommissarissen Boom / Amsterdam Het Montesquieu Instituut (www.montesquieu-instituut.nl) is een multifunctioneel onderzoeks- en onderwijsinstituut voor vergelijkende parlementaire geschiedenis en constitutionele ontwikkeling in Europa. Het bundelt de krachten van een viertal universiteiten en streeft er naar om de beschikbare kennis op dit terrein via publicaties en een elektronisch kennisuitwisselingsnetwerk – waar nodig – tijdig en hanteerbaar onder handbereik van ambtenaren, bestuurders, journalisten, politici, wetenschappers èn belangstellende burgers te brengen.
    [Show full text]
  • Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2005 God in De Nederlandse Politiek
    Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2005 God in de Nederlandse politiek Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2005 God in de Nederlandse politiek R edactie: C.C. van Baaien A .S. B os W. Breedveld P.B. van der Heiden J.J.M. Ramakers W.P. Secker Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, N ijm egen Sdu Uitgevers, Den Haag Foto omslag: Hollandse Hoogte, Peter Hilz Vormgeving omslag: Wim Zaat, Moerkapelle Zetwerk: Wil van Dam, Utrecht Druk en afwerking: De Groot, Goudriaan Meer informatie over deze en andere uitgaven kunt u verkrijgen bij: Sdu Klantenservice Postbus 20014 2500 EA Den Haag tel.: (070) 378 98 80 fax: (070) 378 97 83 www.sdu.nl © 2005, Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Nijmegen Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdruk­ kelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij de auteurs. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden ver­ veelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich te wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
    [Show full text]