Stemgedrag in Antwerpse Stadswijken: Op Zoek Naar Verklaringen Op Mesoniveau1
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Stemgedrag in Antwerpse stadswijken: op zoek naar verklaringen op mesoniveau 1 Lien WARMENBOL Marjolein MEIJER Official resul ts of local e lecti ons are especiall y in te resting whe n coll ected at th e lowest level possibl e, to e nable analyses of vo ting be haviour on the sma ll est social unit. In Antwerp, to geth er with the city-l evel results, the voting results for the city distri cts are publi c too. Yet, sti ll no possibility exists to review th e o ffi cial resul ts at the neighbourhood level. This lack of data makes it diffi cult to re late specific ne ighbourh ood characte ri stics to voting behaviour in those ne ighbourh oods and to compare th e m. Thus, to co ll ect the data on ne ighbourhood vo tin g be hav iour, we orga ni sed an ex it-po ll in 18 neighbourhoods of seven d istri cts in Ant werp, during the recent county, local and di stri ct elections. This articl e bri e fl y sketches th e ex it-po ll and its organisa tion and presents the main results. Th ese results will be compared with the form al results o n di stri ct level, and the ne ighbourhoods will be compared to one anothe r. Th e results are - as expected - slightly biased, although in so me di stri cts more than in oth e rs. Votin g be haviour in ne ighbourh oods turns out to va ry stro ngly. We try to ex pl ain the voting behaviour with the he lp of several ne ighbourh ood characte ri sti cs, li ke th e pro portio n of immigrants and un employed. The analys is confirms so me im porta nt correla tions, but ref utes others. Inleiding De gem eenteraads- en districtraadsverkiezingen van acht oktober in Antwerpen vormde n een tweede kans o m ste mgedrag op districtsniveau te onderzoeken en een eers te om d e districten op d emocratische wijze te evalueren . Teg elijkertijd is h e t sinds kort in Antwerpen onmogelijk om d e officieuze resulta te n p er stembu reau vast te stellen via d e p artijen en hun 'observatoren ' in h e t telbureau, door d e s tad sbred e invoering van s temcomputers. Om d e geh eimho uding va n de stem- 1. De auteurs danken a ll e studenten die meewerkten aan de dataverza meling-en met name die van het leeronderzoek Gemeenteraadsverkiezingen in de w ijken va n Antwerpen. 194 Res Publica T 2007 /1 Ste111gedrng in Antwerpse stadswijken: op zoek 111111r verklaringen op 111 esoniveau mingen ook op een geaggregeerd niveau te garanderen, gebeurt het totaliseren van de uitgebrachte stemmen in België volgens een procedure di e de resultaten van verschillende kiesbureaus combineert alvorens deze te tellen. De resultaten worden uitsluitend vrijgegeven voor het ni veau waarop de verkiezingen georga niseerd werden: de districten in Antwerpen of de gemeente/stad. Dit is jammer aangezien het bijzonder interessant kan zijn om zicht te hebben op het stemgedrag op een lager aggregatienivea u zoals wijken. Zo komt men im mers dichter bij de keuze van de kiezer, die kan worden beïnvloed door zijn di recte omgeving. Men zou dan de officiële cijfers van wijken met elkaa r kunnen vergelijken en naar verklaringen voor de verschillen zoeken. Met het oog hierop organiseerden we een grootschali ge exit-poll in bep aalde wijken van Antwerpen. Een exit-poll is geen ideale onderzoeksmethode door de kans op vertekening van de resultaten . Deze kans wordt bovendien verwacht groter te zijn in geval van een politieke situatie waarin steun voor tenminste één van de partijen sterk in de taboesfeer is geplaatst. 2 We hebben in dit onderzoek dan ook veel aandacht be steed aan de anonimiteit van de exit-poll, zodat de resultaten zo betrouwbaar mogelijk zouden zijn. Het doel va n dit artikel is in de eerste plaats het vaststellen van de mate van vari atie in stemgedrag tussen verschillende Antwerpse wijken. Daarnaast willen we achterhalen of deze variatie samenhangt met bep aa ld e sociaal-economische, de mografische en om gevingskenmerken met betrekking tot de leefb aarheid va n deze wijken. Daarmee is dit artikel te plaatsen in de traditie van socio-structurele verklaringen voor stemged rag.3 Het gros va n dit onderzoek fo cust zich echt spe cifiek op anti-immigratiepartijen en bovendien nog op verkl aringen op het micro niveau.4 De uitkomsten van dergelijk onderzoek zijn bovendien vooralsnog onbe slist. 5 Momenteel kunnen verklaringen voor de verschillen tussen de w ij ken dus moeilijk breed gebaseerd worden op bevindingen uit eerder kiezersonderzoek. Het doel van dit artikel is een aanzet te geven voor socio-economische verklarin gen van stemgedrag op het mesonivea u, waarbij niet enkel naar steun voor de Vlaamse anti-immigratiepartij word t gekeken, maar alle partijen worden betrok- 2. Zie onder andere SWYNGEDOUW, M., MEERSSEMAN, E., et al. , Motieven in Partijkeuze: de Nationale Verkiezingen v1111 13 Juni 1999, Resultaten va n de Vrt -Tijd- lspo Exit-Po ll , Leuven, !SPO, 2001. 3. Zie bijvoorbeeld BETZ, H.-G., R11dical Right-Wi11g Populism in Western Europe, Basingstoke, UK, Macmillan, 1994; KNJGGE, P., The Ecological Correla tes of Right-Wing Extremism in Western Europe, European Journ11/ of Politic11/ Research, 34, 1998, 249-279; LUBBERS, M. and SCHEEPERS, P., Individ ual and Contextual Cha racteristi cs of the German Extreme Ri ght Wing Votin g in the 1990s, a Test of Complementary Theories, European Joun111/ of Politirnl Re search, 38, 2000, 63-94. 4. Behalve bijvoorbeeld SWYNGEDOUW, M., De Ke uze van de Kiezer: Naar Een Verbetering van de Schattingen van Versc/111ivi11gen en Partijvoorkeur Bij Opee11volge11 de Verkiezingen en Peili11ge11. Leuven, KUL, 1989. 5. VAN DER BRUG, W., FENNEMA, M., et al., Why Some Anti- Immigrant Pa rties Fa il and Oth ers Succeed: A Two-Step Model of Aggregate Electoral Support, Comparntive Politirnl Studies, 38(5), 2005, 537-573. Res Pu bli ca T 2007 / 1 195 Deel IV. Antwerpen ont(k)leed ken. Een dergelijke aanpak houdt oog voor het feit dat de keuze voor anti-immi gratiepartijen en voor overige partijen voor een belangrijk deel gebaseerd is op gelijkaardige overwegingen.6 Bovendien focussen we ons op de buurtomgeving (het mesoni veau) en niet op de individuele kenmerken van de kiezers (het micro niveau). In dit artikel wordt eerst de caseselectie, de opzet van de exit-poll en de onder- en oververtegenwoordiging in onze exit-poll kort behandeld. Vervolgens gaan we over tot de beschrijvende weergave van het stemgedrag in de geselecteerde wij ken . Daarna vergelijken we de wijken op een aantal cruciale omgevingskenmer ken. Ten slotte bespreken we de verbanden tussen het stemgedrag en deze buurt gerelateerde kenmerken. Omgevingsfactoren die in de literatuur regelmatig genoemd worden zijn onder andere werkeloosheidscijfers en immigratiecijfers, door ons geoperationaliseerd als het percentage allochtonen in een wijk. Beide variabelen kunnen ook het karakter van een wijk sterk bepalen of zelfs verande ren. Er zijn verschillende andere omgevingsfactoren beschikbaar op het niveau van de wijk.7 Wat betreft de sociaal-economische positie van de wijk wordt door ons niet alleen gekeken naar het aantal werklozen, maar ook naar het aantal per sonen dat een OCMW-uitkering ontvangt en het gemiddelde inkomen. Rationele modellen die stemgedrag verklaren, gaan er bovendien van uit dat kiezers zich in eerste instantie in hun keuze voor een partij laten leiden door de wens het beleid over bepaalde zaken te beïnvloeden.8 In lijn met dit model, lijkt het dus waar schijnlijk da t kiezers hun oordelen over hun leefomgeving meewegen in de keuze voor een partij bij lokale verkiezingen. Aangezien de stad zowel als de districten de leefbaarheid in een wijk kunnen beïnvloeden zou deze overweging dus bij al lebei een rol kunnen spelen, hoewel de verwachting is dat de leefbaarheidsfactor een grotere rol speelt bij de districtsverkiezingen. Dit omdat deze bestuurslaag het dichtst bij de wijk staa t en bovendien (mede) zeggenschap heeft over de pro blematiek. Om zicht te krijgen op de leefb aarheid doen we een beroep op cijfers va n het aa ntal leegstaande en verkrotte panden en het aantal sluikstortmeldin gen. Opgenomen in een typologie ontstaa t een tweedeling tussen enerzijds kan sarmere, minder leefbare wijken en anderzijds kansrijkere, meer leefbare wijken. Het aantal allochtonen vormt echter een aparte categorie omdat deze factor het verschil zou kunnen maken in de stemkeuzes in kansarmere wijken. 6. VAN DER BRUG, W., FENNEMA, M. , et al., Anti-Immigrant Parties in Europe: ldeologica l or Protest Vote?, Europen11 ]011rnnl of Poli tien/ Research (37), 2000, 77-102. 7. Bron va n all e demografische gegevens in Antwerpen over het jaar 2006 is de DSPA, www. dspa.be, geraadpleegd 11 december 2006. Gegevens zijn gepubliceerd op het ni veau van de statistische sector en omgerekend naar wijkniveau. 8. Aangaande anti-im migratiepartijen is hi erover redelij k veel gepubli ceerd, zie bijvoorbeeld TILLI E, J. and FENNEMA, M., A Rational Choice for the Ex treme Ri ght, Acta Politicn, 33, 1998, 223-249; VAN DER BRUG, FENNEMA, et al. , Anti-Immigrant Parties in Europe. 196 Res Publica 'Y 2007 / 1 Stemgedrag in Antwerpse stadswijken: op zoek naar verklaringen op mesoniveau Vertrekkend vanuit het onderzoek op microniveau kunnen we een aantal hypo thetische verbanden over het stemgedrag en wijkkenmerken formuleren. 9 We verwachten dat zowel Sp.a-Spirit als VB-Vlott het beter zullen doen in kansarme re en minder leefbare wijken omdat zij een "traditionele" lagergeschoolde achter ban kennen.