BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE Van 28 Maart 2008 Tot Vaststelling, Op Grond Van Richtlijn 92/43/EEG Van De Raad, Van Een Eerste Bi

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE Van 28 Maart 2008 Tot Vaststelling, Op Grond Van Richtlijn 92/43/EEG Van De Raad, Van Een Eerste Bi L 123/76 NL Publicatieblad van de Europese Unie 8.5.2008 BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 28 maart 2008 tot vaststelling, op grond van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad, van een eerste bijgewerkte lijst van gebieden van communautair belang voor de mediterrane biogeografische regio (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1148) (2008/335/EG) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, (5) Enerzijds is het noodzakelijk de voorlopige lijst van gebie- den van communautair belang voor de mediterrane bio- geografische regio bij te werken om daarin extra gebieden Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese op te nemen die sinds maart 2006 door de lidstaten zijn Gemeenschap, voorgesteld als gebieden van communautair belang voor de mediterrane biogeografische regio in de zin van artikel 1 Gelet op Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 van Richtlijn 92/43/EEG. De uit artikel 4, lid 4, en artikel 6, inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde lid 1, van Richtlijn 92/43/EEG voortvloeiende verplichtin- flora en fauna (1), en met name op artikel 4, lid 2, derde alinea, gen zijn zo spoedig mogelijk van toepassing en uiterlijk binnen zes jaar na de vaststelling van de eerste bijgewerkte lijst van gebieden van communautair belang voor de medi- Overwegende hetgeen volgt: terrane biogeografische regio. (1) De in artikel 1, onder c), punt iii), van Richtlijn 92/43/EEG bedoelde mediterrane biogeografische regio omvat het grondgebied van Griekenland, Malta en Cyprus, overeen- (6) Anderzijds is het nodig om de voorlopige lijst van gebie- komstig artikel 1 van protocol nr. 10 van de Akte van Toe- den van communautair belang voor de mediterrane bio- treding van 2003, en delen van het grondgebied van geografische regio bij te werken om de wijzigingen weer te Frankrijk, Italië, Portugal, Spanje en, overeenkomstig arti- geven van de door de lidstaten na de vaststelling van de kel 299, lid 4, van het Verdrag, het grondgebied van Gibral- communautaire lijst over de gebieden verstrekte informa- tar, welker buitenlandse betrekkingen door het Verenigd tie. In die zin is de eerste bijgewerkte lijst van gebieden van Koninkrijk worden behartigd, zoals gespecificeerd op de communautair belang voor de mediterrane biogeografi- kaart van de biogeografische regio’s die op 25 april 2005 sche regio een geconsolideerde versie van de voorlopige door het bij artikel 20 van die richtlijn ingestelde comité, lijst van gebieden van communautair belang voor de medi- hierna „het Comité habitats” te noemen, is goedgekeurd. terrane biogeografische regio. Er zij echter nadrukkelijk op gewezen dat de uit artikel 4, lid 4, en artikel 6, lid 1, van Richtlijn 92/43/EEG voortvloeiende verplichtingen zo (2) In de context van het sedert 1995 geïnitieerde proces is het spoedig mogelijk en uiterlijk binnen zes jaar na de vaststel- noodzakelijk dat verdere vooruitgang wordt geboekt bij de ling van de voorlopige lijst van gebieden van com- totstandbrenging van het Natura 2000-netwerk, dat een munautair belang voor de mediterrane biogeografische essentieel element vormt van de bescherming van de bio- regio van toepassing zijn. diversiteit in de Gemeenschap. (3) Bij Beschikking 2006/613/EG (2) stelde de Commissie een voorlopige lijst van gebieden van communautair belang (7) Voor de mediterrane biogeografische regio zijn overeen- voor de mediterrane biogeografische regio in de zin van komstig artikel 4, lid 1, van Richtlijn 92/43/EEG tussen januari 2003 en september 2006 door Griekenland, Richtlijn 92/43/EEG vast. Op grond van artikel 4, lid 4, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus, Malta, Portugal en het Ver- en artikel 6, lid 1, van Richtlijn 92/43/EEG wijst de betrok- enigd Koninkrijk bij de Commissie lijsten ingediend van ken lidstaat zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes gebieden die worden voorgesteld voor aanwijzing als jaar, de in de lijst van gebieden van communautair belang gebied van communautair belang in de zin van artikel 1, voor de mediterrane biogeografische regio opgenomen van die richtlijn. gebieden aan als speciale beschermingszones en stelt hij daarbij prioriteiten op het gebied van instandhouding en treft hij de nodige instandhoudingsmaatregelen. (8) Tegelijk met de lijsten van de voorgestelde gebieden is (4) In de context van een dynamische aanpassing van het informatie over elk gebied verstrekt op de bij Natura 2000-netwerk worden de lijsten van gebieden van Beschikking 97/266/EG van de Commissie van 18 decem- communautair belang herzien. Daarom is het nodig dat die ber 1996 betreffende het informatieformulier voor als voorlopige lijst wordt bijgewerkt. Natura 2000-gebied voorgestelde gebieden (3) vastgestelde formulieren. (1) PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/105/EG (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 368). (2) PB L 259 van 21.9.2006, blz. 1. (3) PB L 107 van 24.4.1997, blz. 1. 8.5.2008 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 123/77 (9) Deze informatie omvat de door de betrokken lidstaat inge- de mariene territoriale wateren en de onder nationale juris- diende meest recente en definitieve kaart van het gebied, de dictie vallende mariene wateren buiten de territoriale wate- naam, de ligging en de oppervlakte van het gebied, alsmede ren nog steeds onvolledig is, kan niet worden de gegevens die bij toepassing van de in bijlage III van geconcludeerd of het netwerk volledig dan wel onvolledig Richtlijn 92/43/EEG vermelde criteria zijn verkregen. is. Indien nodig, moet de lijst worden herzien overeenkom- stig het bepaalde in artikel 4 van Richtlijn 92/43/EEG. (10) Op basis van de ontwerplijst die met instemming van elk der betrokken lidstaten door de Commissie is opgesteld en (14) Omwille van de duidelijkheid en de transparantie moet waarop ook de gebieden met prioritaire typen natuurlijke Beschikking 2006/613/EG worden vervangen. habitats of prioritaire soorten zijn vermeld, dient een eer- ste bijgewerkte lijst te worden vastgesteld van gebieden die (15) De maatregelen waarin deze beschikking voorziet, zijn in als gebieden van communautair belang voor de mediter- overeenstemming met het advies van het Comité habitats, rane biogeografische regio worden geselecteerd. HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: (11) De kennis betreffende de presentie en verspreiding van de typen natuurlijke habitats en de soorten ontwikkelt zich Artikel 1 voortdurend als gevolg van de monitoring waarin arti- kel 11 van Richtlijn 92/43/EEG voorziet. De beoordeling De bijlage bij deze beschikking bevat de eerste bijgewerkte lijst en selectie van de gebieden op Gemeenschapsniveau is van gebieden van communautair belang voor de mediterrane bio- daarom gebaseerd op de beste momenteel beschikbare geografische regio overeenkomstig artikel 4, lid 2, derde alinea, informatie. van Richtlijn 92/43/EEG. (12) Sommige lidstaten hebben echter voor bepaalde typen habitats en soorten niet voldoende gebieden voorgesteld Artikel 2 om aan de eisen van Richtlijn 92/43/EEG te voldoen. Der- halve kan voor deze typen habitats en soorten niet worden Beschikking 2006/613/EG wordt ingetrokken. geconcludeerd dat het netwerk volledig is. Rekening hou- dend met de tijd die nodig is voor het ontvangen van de Article 3 informatie en het tot overeenstemming komen met de lid- staten, is de Commissie echter van mening dat zij een eer- Deze beschikking is gericht tot de lidstaten. ste bijgewerkte lijst van gebieden dient vast te stellen, die overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 92/43/EEG zal moe- ten worden herzien. Gedaan te Brussel, 28 maart 2008. (13) Aangezien de kennis van de presentie en verspreiding van Voor de Commissie de typen natuurlijke habitats van bijlage I en de soorten Stavros DIMAS van bijlage II van Richtlijn 92/43/EEG welke voorkomen in Lid van de Commissie L 123/78 NL Publicatieblad van de Europese Unie 8.5.2008 BIJLAGE Eerste bijgewerkte lijst van gebieden van communautair belang voor de mediterrane biogeografische regio Ieder gebied van communautair belang (GCB) wordt geïdentificeerd aan de hand van de op het formulier voor Natura 2000 verstrekte informatie, met inbegrip van de daarbij behorende kaart. Deze is overeenkomstig artikel 4, lid 1, tweede alinea, door de bevoegde nationale instanties ingediend. Onderstaande tabel bevat de volgende informatie: A: code van het GCB, bestaande uit negen letters of cijfers, waarvan de eerste twee de ISO-code van de lidstaat vormen; B: naam van het GCB; C: * = aanwezigheid in het GCB van ten minste één prioritair type natuurlijke habitat en/of prioritaire soort in de zin van artikel 1 van Richtlijn 92/43/EEG; D: oppervlakte van het GCB in hectare of lengte van het GCB in km; E: geografische coördinaten van het GCB (lengte- en breedtegraad). Alle informatie die in onderstaande communautaire lijst wordt vermeld, is gebaseerd op de gegevens die door Cyprus, Spanje, Frankrijk, Griekenland, Italië, Malta, Portugal en het Verenigd Koninkrijk zijn voorgesteld, verstrekt en goedgekeurd. ABCDE Oppervlakte Lengte van het GCB-code Naam van het GCB * van het GCB GCB Geografische coördinaten van het GCB (ha) (km) Lengtegraad Breedtegraad CY2000001 Mammari — Deneia * 108 E 33 11 N 35 10 CY2000002 Alykos Potamos — Agios Sozomenos * 434 125 E 33 24 N 35 3 CY2000003 Periochi Mitserou * 910 E 33 8 N 35 3 CY2000004 Dasos Machaira * 4 144 8,5 E 33 12 N 34 55 CY2000005 Madari — Papoutsa * 4 486 E 33 0 N 34 57 CY2000007 Periochi Platy * 621 E 32 46 N 34 55 CY2000008 Koilada Kedron — Kampos * 18 286 E 33 34 N 35 24 CY2000009 Fountoukodasi Pitsilias * 127 E 33 2 N 34 56 CY2000010 Koilada Potamou Maroullenas
Recommended publications
  • 10.Gaceta Del Crebalòs
    Número 10 · Octubre 2019 Boira y Bassi En la última gaceta, conocimos que Bassi ya había realizado los primeros vuelos. Se produjo el día 21 de junio, a los 112 días de edad. Se puede decir que el vuelo fue propiciado por Boira puesto que ésta tiene un comportamiento un tanto dominante respecto de Bassi, y acabó desplazándolo del nido. Tras el salto, tuvo unos días de incertidumbre en los que no comía, pero al cuarto día comenzó a alimentarse en la parte superior del hacking. Boira por otro lado, saltó del nido por primera vez un mes después que Bassi, concretamente el día 23 de julio con 137 días de edad. Si comparamos comportamientos, fue mas rápida en encontrar la comida, probablemente por imitación a Bassi, pero hay que decir que en el vuelo Bassi es más diestro, seguramente debido a que salió un mes antes del nido. Respecto a la dominancia, vemos que no cambia, Boira sigue teniendo un carácter más dominante, pero Bassi tiene la ventaja de ser más hábil en el vuelo y ha aprendido a esquivarla. Bassi y Boira en la zona del hacking L _N_ú_m_er_o _10_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ G_a_ce_ta_ d_e_l C_r_eb_a_lò_s _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _Pá_g_in_a _2 Movimientos/Desplazamientos Durante estos últimos meses, los vuelos que han realizado los quebrantahuesos son los siguientes: Alòs.- Ha estado realizando movimientos por el valle de Ordesa y por la zona francesa de Aragnouet y Saint-Lary Soulan.
    [Show full text]
  • Parnassius Apollo
    1 INFORMACIÓN COMPLEMENTARIA Parnassius apollo AUTORES HELENA ROMO, ENRIQUE GARCÍA-BARROS, JOSÉ MARTÍN CANO, JOSEP YLLA Y MIGUEL LÓPEZ MUNGUIRA Esta ficha forma parte de la publicaciónBases ecológicas preliminares para la conservación de las especies de interés comunitario en España: invertebrados, promovida por la Dirección General de Calidad y Evaluación Ambiental y Medio Natural (Ministerio de Agricultura, Alimentación y Medio Ambiente). Dirección técnica del proyecto Rafael Hidalgo Realización y producción Grupo Tragsa Coordinación general Roberto Matellanes Ferreras y Ramón Martínez Torres Coordinación técnica Juan Carlos Simón Zarzoso Coordinación del grupo de artrópodos Eduardo Galante Coordinación de los grupos de moluscos, cnidarios, equinodermos y anélidos José Templado Edición Eva María Lázaro Varas Maquetación Rafael Serrano Cordón Las opiniones que se expresan en esta obra son responsabilidad de los autores y no necesariamente de la Dirección General de Calidad y Evaluación Ambiental y Medio Natural (Ministerio de Agricultura, Alimentación y Medio Ambiente). NIPO: 280-12-259-4 3 PRESENTACIÓNPRESENTACIÓN La coordinación general del grupo de artrópodos ha sido encargada a las siguientes instituciones Asociación Española de Entomología Centro Iberoamericano de la Biodiversidad Coordinador: Eduardo Galante Coordinador de especie: José Martín Cano Autores: Helena Romo, Enrique García-Barros, José Martín Cano, Josep Ylla y Miguel López Munguira Fotografía de portada: José Manuel Sesma Agradecimientos: A Biodiversidad Virtual A efectos bibliográficos la obra completa debe citarse como sigue: VV.AA. 2012. Bases ecológicas preliminares para la conservación de las especies de interés comunitario en España: Invertebrados. Ministerio de Agricultura, Alimentación y Medio Ambiente. Madrid. A efectos bibliográficos esta ficha debe citarse como sigue: Romo, H., García-Barros, E., Martín J., Ylla, J.
    [Show full text]
  • Texto Completo (Pdf)
    Flora Montiberica 2: 75-80 (IV-1996) FUENTES BIBLIOGRÁFICAS PARA EL ESTUDIO DE LA FLORA VASCULAR DEL SISTEMA IBÉRICO, I. TESIS Y TESINAS Gonzalo MATEO SANZ Depto. de Biología Vegetal. Facultad de Ciencias Biológicas. Universidad de Valencia RESUMEN: Se presenta una primera lista de las referencias bibliográficas de que se tiene constancia sobre obras que aportan datos para el conocimiento de la flora de plantas vasculares de la Cordillera Ibérica. En este caso se concreta a tesis, tesinas o trabajos académicos similares, en su mayoría inéditos. SUMMARY: A list of bibliographic references for the study of vascular flora of the Cordillera Ibérica (C-E Spain) is presented. This first communication concerns only doc- toral thesis and minor academic universitary works that mainly remains unpublished. INTRODUCCIÓN cuyos datos aparecerán en el futuro listado correspondiente a artículos de revista. Iniciamos con este artículo una serie En una próxima y segunda nota rela- en la que deseamos presentar todas las cionaremos el resto de libros, folletos y referencias bibliográficas de que dispo- monografías aparecidos en publicaciones nemos en nuestros ficheros sobre obras no periódicas; dejando para el final el que aporten datos útiles para el conoci- listado más largo, que comprenderá los miento de la flora vascular del Sistema artículos presentados en revistas periódi- Ibérico. Comenzamos con los datos refe- cas y las comunicaciones breves incluidas ridos a memorias inéditas presentadas en publicaciones misceláneas no periódi- para el acceso al Grado de Licenciado cas. (tesinas o trabajos similares de fin de Para completar la información aña- carrera) o al de Doctor (tesis doctorales).
    [Show full text]
  • 46. Contribuciones a La Flora Del Sistema Ibérico, 8
    Acta Botanica Malacitana, 20. 1995 275 CANNON, J.F.M. -1968- Ferula Koch. In: T.G. omntum plantarum in Hispania sponte Tutin et al. (eds.). Flora Europaea, 2. nascentium vel frequentius cultarum quae Cambridge. innotuerunt, 3. Suttgart. MATEO, G. -1990- Catálogo floristico de la provincia de Teruel. Inst. Estud. Turolenses. Aceptado para su publicación en Enero de 1995 Teruel. MATEO, G. y M.B. CRESPO -1990- Claves para la flora valenciana. Del Cenia al Segura. Valencia. Dirección de los autores. Dpto. de Ciencias WILLKOMM, M. & J. LANGE. -1874- Prodromus Ambientales y Recursos Naturales (Botánica), florae hispanicae seu synopsis methodica Universidad de Alicante. Apdo. 99. 03080, Alicante. 46. CONTRIBUCIONES A LA FLORA DEL SISTEMA IBÉRICO, 8 Gonzalo MATEO SANZ, Carlos FABREGAT LLUECA y Silvia LÓPEZ UDIAS Palabras clave. Corología, Sistema Ibérico, España. Key words. Chorology, Spain. Con esta octava aportación continuamos G. Mateo, VAB 94/2096. nuestra línea de dar a conocer los resultados de Ya había sido indicada para la provincia por nuestras frecuentes campañas por los macizos Cirujano (1981: 208), de las salinas de Belinchón, en el extremo opuesto de la misma. En la localidad del Sistema Ibérico español, concretadas a las aquí indicada la vemos aparecer en taludes muy especificaciones sobre las plantas vasculares abruptos sobre el río de Arcos, cerca de su de mayor interés florístico para la zona o desembocadura en el Turia, formando parte de una corológico para el área conocida de las mismas. comunidad nitrófila vivaz muy pobre en especies que enraíza en margas yesíferas deleznables. Asplenium celtibericum Rivas-Martínez Beta maritima L. GUADALAJARA: Checa, sobre el arroyo de TERUEL: Vinaceite, Hoya de las Florentinas, los Huecos, 30TWK9681, 1440 m, roquedos calizos, 30TYL0469, 330 m, 28-V-1994, C.
    [Show full text]
  • Game Reserves in Spain: the Public Management of Hunting M
    Instituto Nacional de Investigación y Tecnología Agraria y Alimentaria (INIA) Forest Systems 2012 21(3), 398-404 Available online at www.inia.es/forestsystems ISSN: 2171-5068 http://dx.doi.org/10.5424/fs/2012213-02343 eISSN: 2171-9845 Game Reserves in Spain: the public management of hunting M. Pita Fernández1, S. Casas Bargueño1, J. Herrero2, *, C. Prada1 and R. García Post3 1 Ega Consultores en Vida Silvestre SLPU. Sierra de Vicort 31 1ºA. E-50003 Zaragoza, Spain 2 Área de Ecología. Departamento de Ciencias Agrarias y del Medio Natural. Escuela Politécnica Superior de Huesca. Universidad de Zaragoza. E-22071 Huesca, Spain 3 Conselleria de Infraestructuras, Territorio y Medio Ambiente. Servicio de Caza y Pesca Continental. Francisco Cubells, 7. E-46011 Valencia, Spain Abstract In Spain, Game Reserves (GR) are territorial public hunting management units that cover 3.5% of the country and ~ 10% of the Natura 2000 Network. The first GR were established in 1966 and by 2011 there were 49. Their primary purposes were to promote wild ungulate populations, their sustainable use, and to provide social, economic, and recreational benefits to local communities and hunters, generally. During the 1980s following a political federalization process, GR became the responsibility of regional governments and their role has never been evaluated, even though the political, rural ecological, and administrative frameworks underwent substantial changes. In this paper, we present a review of the state of GR in 2011, identify their successes and problems, and provide recommendations for the future. The GR have been fundamental to sustainable hunting and the protection of wildlife, particularly, game species.
    [Show full text]
  • In Spain 5-59 Dunkel • Ranunculus Auricomus in Spain STAPFIA 112 (2021): 5–59
    ZOBODAT - www.zobodat.at Zoologisch-Botanische Datenbank/Zoological-Botanical Database Digitale Literatur/Digital Literature Zeitschrift/Journal: Stapfia Jahr/Year: 2021 Band/Volume: 0112 Autor(en)/Author(s): Dunkel Franz-G. Artikel/Article: Contribution to the knowledge of the Ranunculus auricomus complex (Ranunculaceae) in Spain 5-59 DUNKEL • Ranunculus auricomus in Spain STAPFIA 112 (2021): 5–59 Contribution to the knowledge of the Ranunculus auricomus complex (Ranunculaceae) in Spain FRANZ G. DUNKEL* Abstract: In this article, 17 species of the Ranunculus auricomus complex of Spain are presented. The only diploid sexual species of Spain is Ranunculus envalirensis GRAU. Those being described and illustrated for the first time are R. aragonensis DUNKEL, R. camerinus, R. pelendonorum, R. cantabricus, R. montserratioides, R. obtusitectus, and the following taxa of a R. carlittensis group: R. alejandrei, R. besandinus, R. guadarramensis, R. guaraensis, R. rotundifolius, R. sennenianus, and R. vasconicus. The taxonomy and vulnerability of the above- mentioned taxa are discussed. Zusammenfassung: In einer vorläufigen Übersicht desRanunculus auricomus-Komplexes in Spanien werden 17 Arten vorgestellt. Ranunculus envalirensis GRAU stellt die einzige diploide sexuelle Art dar. Neu beschrieben und abgebildet werden R. aragonensis DUNKEL, R. camerinus, R. pelendonorum, R. cantabricus, R. montserratioides, R. obtusitectus und folgende Taxa einer R. carlittensis Gruppe: R. alejandrei, R. besandinus, R. guadarramensis, R. guaraensis, R. rotundifolius, R. sennenianus, und R. vasconicus. Ihre Taxonomie und unterschiedliche Gefährdung wird diskutiert. Resumen: Una visión preliminar del complejo Ranunculus auricomus en España presenta 17 especies. Ranunculus envalirensis GRAU es la única especie sexual diploide. Nuevamente descritos y representados son R. aragonensis DUNKEL, R. camerinus, R. pelendonorum, R.
    [Show full text]
  • Guia Llibres Cij L'olivar
    TÍTOL TEMÀTICA TIPUS EDITORIAL DATA PUBLICACIÓ ¡Dígame! Guía de Información Europea Comisión Europea, en España viatges Guia Representación en 1998 ¿cómo comunicar cos xoves do ano 2000? I congreso europeo participació Llibre Xunta de Galicia 1997 ¿cómo comunicar cos xoves do ano 2000? Memoria evaluativa participació Llibre Xunta de Galicia 1997 ¿Cómo funciona la Unión Europea? educació Llibre Cominión Europea 1997 ¿Inmigrante? Circuito de información, CCSI, CEPEHA, conocimiento y sensibilización participació Llibre AMAM 2001 ¿Periodistas contra el racismo? La Ministerio de Trabajo prensa española ante el pueblo gitano participació Llibre y Asuntos Sociales 2003 Gobierno de 12 Itinararios por Cantabria viatges Guia Cantabria 1997 A colp de pedal. Els 31 millors itineraris Enric Roncero i del país valencià viatges Llibre Ventura 1994 CECA-CE-CEEA, À Descoberta da Europa viatges Llibre Bruxelas 1996 A peu pel Comtat i la Marina viatges Llibre Josep M. Espinàs 1998 Acércate a Navarra viatges Revista Gobierno de Navarra 2002 Universidad Nacional Acortando distancias estudis Guia de Educación a 1998 Actuar es posible. Plan Nacional sobre Ministerio del Interior. Drogas. La prevención de las participació Llibre Delegación del 1997 Aeroguía del esquí viatges Guia Planeta S.A. 1998 Diputación Provincial Agenda cultural de la provincia de Jaen viatges Llibre de Jaen 1997 Generalitat Ajudes 2004 participació Llibre Valenciana 2003 Albarracín- Cuenca- Molina viatges Llibre ICONA 1993 Red Española de albergues viatges Revista Albergues Juveniles 2002 Red Española de albergues juveniles viatges Revista Albergues Juveniles 2002 Red Española de albergues. Nº3 Marzo 2003 viatges Revista Albergues Juveniles 2003 Red Española de albergues. Nº6 Diciembre 2003 viatges Revista Albergues Juveniles 2003 Generalitat Alcohol y Drogas salut llibre Valenciana 1997 Editorial GeoPlaneta, Alemania viatges Guia S.A.
    [Show full text]
  • La Flora Del Sistema Ibérico: Estado Actual De Nuestros Conocimientos Y Perspectivas De Futuro
    Flora Montiberica 10: 20-30 (IX-1998) LA FLORA DEL SISTEMA IBÉRICO: ESTADO ACTUAL DE NUESTROS CONOCIMIENTOS Y PERSPECTIVAS DE FUTURO Gonzalo MATEO SANZ Depto. de Biología Vegetal. Facultad de Ciencias Biológicas. Universidad de Valencia. RESUMEN: Se presenta una panorámica resumida sobre la flora de la Cordillera Ibé- rica, atendiendo especialmente a los grupos corológicos de las especies de plantas vascula- res, los endemismos, los aspectos históricos, la bibliografía fundamental y las perspectivas de futuro. SUMMARY: A brief review about vascular flora of the Cordillera Ibérica (NE Spain) is presented, with special emphasis on the chorologic, historic and bibliographic aspects. INTRODUCCIÓN EL MEDIO FÍSICO Acabando ya el siglo XX podemos El Sistema Ibérico es un largo macizo constatar que son muchos los trabajos que montañoso, de unos 500 km, que enlaza se han efectuado y publicado sobre la con la Cordillera Cantábrica en el área del flora de la Cordillera Ibérica, debidos a Alto Ebro y desciende hacia el sureste especialistas de diferentes épocas, centra- hasta encontrarse con las estribaciones dos en grupos taxonómicos muy variados subbéticas que penetran por el sur de la o en diferentes partes del territorio. Con provincia de Valencia y norte de Alicante ello el nivel de nuestros conocimientos (montañas diánicas). puede resultar aceptable en su conjunto, Por el norte tiene al Ebro como princi- aunque todavía quedan muchas localida- pal frontera, por el este el mar Mediterrá- des, e incluso amplias comarcas, muy neo, por el sur las
    [Show full text]
  • Sistema Iberico Norte
    RED PRELIMINAR DE ÁREAS IMPORTANTES PARA LOS BRIÓFITOS: IBrA Principales Número IBrA: 9 Denominación: CUMBRES DEL SISTEMA IBÉRICO NORTE Area biogeográfica: Mediterránea. Comunidad Autónoma: La Rioja, Castilla y León. Provincia: La Rioja, Burgos, Soria. Soria: Covaleda, Duruelo de la Sierra y Vinuesa. Burgos: Neila. La Rioja: Valvanera, Tobía, Villoslada, Lumbreras, Puerto de Piqueras, Puerto de Las Viniegras, Puerto de San Andrés. Topónimos de referencia: sierras de Neila, Demanda, Cebollera, Cameros y Picos de Urbión. Superficie: aprox. 300 km 2 Protección: Parque natural Laguna Negra y circos glaciares de Urbion; Parque Natural Lagunas glaciares de Neila; LIC sierra de Urbión y Cebollera; ZEPA ES 4120012 Sierra de la Demanda; LIC ES4120092 Sierra de la Demanda; Parque Natural Sierra de Cebollera (La Rioja), Parque Natural Sierra de la Demanda, Parque Natural Sierras de Urbión, Cebollera y Cameros. Catálogo Regional de Zonas Húmedas de Castilla y León: Urbión (Laguna Negra, laguna Larga, laguna Helada, laguna Mansegosa y laguna del Hornillo); Neila (Laguna Negra, Laguna de la Cascada, Laguna Larga, Laguna de Las Pardillas, Laguna de Los Patos, Laguna Brava, Laguna Oruga y Laguna Muñalba). Lista de especies catalogadas Categoría Hamatocaulis vernicosus (Mitt.) Hedenäs EN Sphagnum majus (Russow) C.E.O. Jensen EN Calliergon cordifolium (Hedw.) Kindb. VU Cladopodiella fluitans (Nees) H. Buch VU Orthotrichum shawii Wilson VU Pohlia obtusifolia (Vill. ex Brid.) L.F. Koch VU Sphagnum squarrosum Crome VU Exormotheca pustulosa Mitt. NT Kurzia pauciflora (Dicks.) Grolle NT Nardia geoscyphus (De Not.) Lindb. NT Cephalozia connivens (Dicks.) Lindb. LC-att Grimmia caespiticia (Brid.) Jur. LC-att Total de táxones catalogados: 12. Número de táxones: Categoría C (200-300).
    [Show full text]
  • Calathus Fuscipes Graecus Dejean, 1831A
    Universidad de Santiago de Compostela Departamento de Zoología y Antropología Física Revisión del género Calathus Bonelli, 1810 (Coleoptera, Carabidae, Harpalinae) en la Península Ibérica y Baleares Israel Gañán Nieto UNIVERSIDAD DE SANTIAGO DE COMPOSTELA DEPARTAMENTO DE ZOOLOGÍA Y ANTROPOLOGÍA FÍSICA REVISIÓN DEL GÉNERO CALATHUS BONELLI, 1810 (COLEOPTERA, CARABIDAE, HARPALINAE) EN LA PENÍNSULA IBÉRICA Y BALEARES Memoria para optar al grado de Doctor en Biología presentada por: D. ISRAEL GAÑÁN NIETO Santiago de Compostela, Mayo de 2008 FRANCISCO NOVOA DOCET, Catedrático de Zoología (Artrópodos) del Departamento de Zoología y Antropología Física de la Universidad de Santiago de Compostela y ANDRÉS BASELGA FRAGA, contratado Juan de la Cierva del Museo Nacional de Ciencias Naturales de Madrid. CERTIFICAN: Que la presente memoria titulada “Revisión del género Calathus Bonelli, 1810 (Coleoptera, Carabidae, Harpalinae) en la Península Ibérica y Baleares”, que para aspirar al Grado de Doctor en Biología presenta D. ISRAEL GAÑÁN NIETO, ha sido realizada bajo nuestra dirección en los laboratorios de este Departamento. Y considerando que representa trabajo de Tesis, autorizamos su presentación a la Comisión de Doctorado. Y para que así conste, expedimos el presente en Santiago de Compostela, a 1 de Mayo de 2008. Fdo. Francisco Novoa Docet Fdo. Andrés Baselga Fraga A mis padres A Txema AGRADECIMIENTOS Reconozco ser una persona parca en palabras y no muy expresiva. No obstante, detrás de la realización de este trabajo hay muchas personas que me han ayudado de alguna u otra forma y sin las cuales estoy seguro que no podría haberlo llevado a cabo. Por ello, sería injusto por mi parte no esforzarme a la hora de demostrar mi agradecimiento a todos y cada uno de ellos.
    [Show full text]
  • Cordillera Cantábrica B.3.- Cordillera Ibérica B.4.- Sierra Morena B.1.- El Macizo Galaico
    1.b.- BORDES EXTERIORES b.1.- El Macizo Galaico b.2.- La Cordillera Cantábrica b.3.- Cordillera Ibérica b.4.- Sierra Morena b.1.- El Macizo Galaico El macizo Galaico-Leonés es un sistema de sierras y montañas situado en los territorios de León, Lugo, Ourense, Zamora y noreste de Portugal. Está formado por rocas paleozoicas (granitos y cuarcitas) muy metamorfizadas en el centro y oeste de Galicia (gneis, micacitas). Geomorfológicamente constituye una prolongación de la Meseta hacia el noroeste. Su relieve, de una altitud media de 500 m, es muy complejo por la falta de alineaciones montañosas definidas y causa de la acción erosiva de los ríos, que ocasiona una fragmentación de bosques. Sin embargo, de sureste a noroeste pueden distinguirse tres conjuntos: - Los Montes de León donde se encuentran sus máximas altitudes. Teleno 2.188 m, Cabeza de la Yegua 2.147 m, Peña Trevinca 2.127 m y el pico Vizcodillo 2.122 m. -La Cordillera Dorsal Gallega, que Incluye el denominado macizo Central Orensano. -Las sierras litorales, de menor altitud y separadas del conjunto anterior por la fosa Tuy-Verín-Vigo. El sistema en general se presenta abombado, con alternancia de horsts, cubetas y fallas de dirección N-S. Las lluvias son abundantes y regulares, originando un espeso manto vegetal: bosques caducifolios con sotobosque de landas y extensas áreas de prados naturales que favorecen la existencia de un suelo blando. Las zonas más elevadas experimentan la influencia de los glaciares, como la Sierra del Teleno, la Sierra de la Cabrera y la Sierra de la Segundera, que forman valles (Tera, Cabrera, Bibey), conjuntos morrénicos y cubetas lacustres: lago de San Martín de Castañeda, laguna de Lacillo, Lago de Sanabria, Lago Truchillas.
    [Show full text]
  • VIAS VERDES Y RED NATURA 2000: Divulgación De Espacios Naturales Protegidos Y Geoparques a Través De La Red Estatal De Vías Verdes
    VIAS VERDES Y RED NATURA 2000: Divulgación de Espacios Naturales Protegidos y Geoparques a través de la Red Estatal de Vías Verdes Con el apoyo de: VIAS VERDES Y RED NATURA 2000: Divulgación de Espacios Naturales Protegidos y Geoparques a través de la Red Estatal de Vías Verdes Mayo 2018 Con el apoyo de: Con el apoyo de: VIAS VERDES Y RED NATURA 2000: Divulgación de Espacios Naturales Protegidos y Geoparques a través de la Red Estatal de Vías Verdes ____________________________________________________________________ La realización de este informe cuenta con el apoyo de la Fundación Biodiversidad del Ministerio de Agricultura y Pesca, Alimentación y Medio Ambiente. Edición: Primera edición. Mayo de 2018 Autor: Agustín Martín Espinosa Coordinacion y Supervisión: Arantxa Hernández Colorado y Maximiliano Cuevas. Área de Vías Verdes y Turismo Ferroviario. Fundación de los Ferrocarriles Españoles Maquetación: Miruna Alexandra Calin y Sharon Martínez-de Eguílaz Corredor. Fundación de los Ferrocarriles Españoles Agradecimientos: Raquel Fernández Peláez y Natalia García Brox por su contribución al desarrollo del proyecto. Imágenes: Área de Vías Verdes y Turismo Ferroviario. Fundación de los Ferrocarriles Españoles 1 Con el apoyo de: VIAS VERDES Y RED NATURA 2000: Divulgación de Espacios Naturales Protegidos y Geoparques a través de la Red Estatal de Vías Verdes ____________________________________________________________________ ÍNDICE 1. OBJETIVOS ................................................................................ 3 2. METODOLOGÍA
    [Show full text]