Deze publicatie is tot stand gekomen in het kader van het project ’Trekvaart Belevingsroute’ binnen de Erfgoedlijn Trekvaarten en is mede mogelijk gemaakt door de Provincie-Zuid-.

Tekst en redactie: Bastiaan Bot, Coerd de Heer (Op Koers! adviesWERK bv), Ad van der Zee (Erfgoedhuis Zuid-Holland) copyright: Stichting Cultuur en Recreatie Zuid-Holland | Postbus 4003 | 3130 KA Vlaardingen | www.scrzh.nl 2 TREKVAART BELEVINGSROUTE

Trekvaarten zijn een bijzonder fenomeen in Binnen de beleidsvisie Cultureel erfgoed Inleiding Nederland. De bijdrage van trekvaarten aan de 2013 – 2016 van de Provincie Zuid-Holland is er Nederlandse welvaart is niet te onderschatten. speciale aandacht voor de trekvaarten Schie, Vliet Dankzij de werd vanaf begin van de en de Haarlemmertrekvaart. Deze vormen samen 17e eeuw comfortabel reizen mogelijk tussen de de erfgoedlijn Trekvaarten die in het kort gezegd Hollandse steden. Er werden veel trekvaarten de door de mens gegraven waterverbinding omvat gegraven om reizen en handel mogelijk te maken. tussen de opkomende Hollandse steden in de Evenwijdig eraan werden jaagpaden aangelegd Gouden Eeuw. Het is het verhaal van het massa- en ontstond een netwerk van reguliere verbindin- personenvervoer over water voor de komst van de gen. Het reizen per trek- of jaagschuit werd trein, maar tegelijk ook van het goederenvervoer enorm populair. Het was de eerste vorm van over water. De trekvaartstructuur heeft vanaf de comfortabel en regelmatig openbaar vervoer, dat 17e eeuw tot eind 19e eeuw een belangrijke rol naar de maatstaven van die tijd zo goed functio- gespeeld in de economie van Nederland. De neerde, dat het tot diep in de 19e eeuw heeft trekschuitdienst was de eerste vorm van georgani- kunnen voortbestaan. seerd openbaar vervoer over water die ruim twee eeuwen heeft bestaan. Het doel van de erfgoedlijn Vandaag de dag zijn er nog veel verwijzingen in Trekvaarten is dat deze unieke (cultuur)historische de openbare ruimte naar deze markante periode vaarwegen beter worden beleefd door zoveel in onze geschiedenis. Met deze catalogus maakt u mogelijk omwonenden, recreanten en toeristen. een historische reis over een aantal trekvaarten Het accent ligt daarbij op het zichtbaar en beleef- en komt u langs allerlei interessante punten en baar maken van de historische elementen langs verhalen. U beleeft de geschiedenis vanaf de het water, bezien vanaf het water en vanaf de trekschuit en maakt kennis met deze specifieke oevers. Deze catalogus en de historische afbeel- vorm van reizen in al haar eigenheid. dingen langs de trekvaarten dragen hieraan bij. TREKVAART BELEVINGSROUTE 3

De trekvaart vormde een belangrijke bron van "fatsoenlijke handwerkslieden die een teutig inspiratie voor vele schilders, maar ook voor bedrijf hebben, zoals ivoordraaiers en horlogema- liederenbundels en proza vormde het een belang- kers, goede luidjes die een erfenis gaan halen, de rijke bron van inspiratie. In veel historische werken vrouw met een broodje in de breizak, de man met is het thema trekvaart terug te vinden, omdat een snuifdoos met speelwerk, jeugdige koekebak- deze vorm van vervoer een belangrijke rol kers die niet willen weten dat zij het zijn, kleine vervulde in het dagelijks leven. renteniertjes van vijftig tot zestig jaar die zilveren pijpedoppen in palmhouten akertjes bij zich “Ik reed de Leidsche Trekvaart over, hebben, eerlijken boekhouders, die vijf en twintig Maar daar ontmoeten ik een Roover jaar op een zelfde kantoor hebben gediend en ten Die droeg daar moedig op zijn nek, bewijze van dien een zilveren tabaksdoos met Een Zweedsche Kaper met drie masten, inscriptie tonen, moeders met slapende kinderen, Die was geladen met Poeijer Kwasten, die er eentje thuis hebben gelaten dat nog maar Maar ô ! wat had die Vent een bek.” acht jaar oud is en al Frans kan, breiende huishoudsters die 'uwe' en 'ik heeft' zeggen, Uit ‘Verzameling van Gezelschaps-liederen uit de kameniers die voor haar mevrouwen door willen oude doos’. 1838 gaan en van ons Buiten spreken waaraan zij bij een of andere brug moeten worden afgezet en waar tot haar grote beschaming een tuinmansknecht ze met een zoen ontvangt, halve zieken die een 'profester' gaan raadplegen en ongelukkigen die niet onder dak kunnen komen tenzij ze aan een volgend veer de schuit van agten nog halen''.

Uit ‘Camera Obscura’ 1839 door Hildebrand (Nicolaas Beets) 4 TREKVAART BELEVINGSROUTE TREKVAART BELEVINGSROUTE 5

1 Trekvaart Schie: Handelsstad Schiedam

Schiedam is ontstaan rond het jaar 1250 door het wind te kunnen vangen. Een aantal bekende een mooi voorbeeld hiervan is de ‘spoeling’ die afdammen van de Schie om het achtergelegen molens zijn: Molen de Walvisch, Molen de Drie met platte schuiten werd vervoerd. Dit restpro- polderland te beschermen tegen overstromingen Koornbloemen, Molen de Vrijheid en Molen de duct van de jeneverindustrie bleek zeer waardevol vanuit zee. Omdat handelsgoederen vanuit Delft, Kameel. Deze laatste is de hoogste molen ter als veevoer en werd met platte schuiten dagelijks Leiden en onder andere ook hier overge- wereld. Deze molens bepalen nog voor een groot in grote volumes via de Schie naar de boeren in de slagen moesten worden, ontstond een bruisende deel het aangezicht van Schiedam. omliggende regio gebracht. handel. In 1275 verleende vrouwe Aleid van Holland (Aleida van Avesnes) Schiedam stadsrech- Door de enorme econo- ten. Een van de belangrijkste redenen hiervoor mische groei, ontstond er was dat zij rond het jaar 1260 in Schiedam een een behoefte aan regel- kasteel had laten bouwen, bekend als het “huis te matig en goed gestructu- Riviere”. Restanten van dit kasteel zijn nog steeds reerd vervoer naar het te zien in Schiedam centrum aan het Broersvest, achterland en omlig- vlakbij de locatie van het eerste doek van de gende steden als Delft, Trekvaart belevingsroute in hartje Schiedam. Den Haag en Leiden. De trekschuit werd populair Het doek toont de glorietijd van handelsstad omdat deze een regelma- Schiedam. Omdat in de achttiende eeuw de tiger, goedkoper en drankimport vanuit Frankrijk stil kwam te vallen, betrouwbaardere dienst- bloeide de jeneverstokerij in Schiedam enorm op. regeling bood dan de tot Vanuit tientallen branderijen en destilleerderijen dan toe bekende paard werd de in Schiedam gestookte Jenever over de en wagen, of de ‘wilde hele wereld geëxporteerd. Een van de dingen waar vaart’ over het water. Net Schiedam, ook nu nog, om bekend staat, zijn de buiten de Overschiese hoge molens. Deze werden gebouwd om de Poort vertrokken de grondstoffen te malen die nodig zijn voor de schuiten, met een combi- jenever stokerij. Omdat de molens midden in de natie van vracht en stad stonden, moesten ze dusdanig hoog worden reizigers aan boord. Ook gebouwd dat de wieken van de molens boven de andere schuiten vertrok- huizen en pakhuizen uit staken om voldoende ken vanuit Schiedam, Afbeelding: De Stad Schiedam (J. van Diephuysen, 1792) Bron: Gemeentearchief Schiedam Adres: achtergevel aan Schiedamse Schie t.h.v. Schie 38, 3111 PN Schiedam 6 TREKVAART BELEVINGSROUTE

2 Trekvaart Schie: Overschie, een kruispunt van drie Schieeën

De Schie is van oorsprong een natuurlijke kreek, men tolgelden moest betalen. In het jaar 1343 Het uiteindelijk gegraven kanaal is aangelegd die rond het jaar 1250 bij de riviermonding is wordt aan Rotterdam het recht verleend om een tussen 1343 en 1348 en is erg bochtig omdat er zo afgedamd. Rondom deze dam in de Schie ontstond kanaal te graven dat aansluit op de Schie, waar- veel mogelijk gebruik werd gemaakt van de plaats Schiedam. Ook Delft lag aan dezelfde door de machtige positie van Schiedam verzwakt. bestaande waterloopjes. De Rotterdamse Schie is watergang, waar de stad aan de gekanaliseerde Om niet afhankelijk te zijn van Rotterdam of na het bombardement aan het begin van de waterloop ‘de Delf’ is ontstaan. De scheepvaart Schiedam, besloot Delft in 1389 om zelf ook een Tweede Wereldoorlog grotendeels gedempt met richting Delft moest Schiedam passeren, waarvoor kanaal vanaf de Schie naar de Maas te graven en puin uit de binnenstad. Het oorspronkelijke tracé op deze plek een eigen zeehaven te stichten. is nog slechts voor een deel herkenbaar als Gedurende de eeuwen die volgden zijn er met watergang. De Rotterdamse Schie is in de regelmaat conflicten geweest tussen de steden, trekvaarthistorie de belangrijkste vaarroute voor wat zelfs uitmondde in onderlinge sabotage. Deze personenvervoer, dagelijks voeren er tenminste 24 conflicten hadden te maken met afwatering, trekschuiten tussen Delft en Rotterdam. boezemgebruik en in veel gevallen met de aftak- king naar Rotterdam. Op elke Schie werd afzonder- De Delfshavense Schie was de drukst bevaren lijk tol geheven, die ten goede kwam aan de eigen vrachtroute van de drie vertakkingen en vormde stad. de verbinding van Delft met de zee. Deze vaar- route was voor Delft van grote waarde, waarbij het De Schiedamse Schie is de watergang tussen vooral ging om handelswaar van de VOC. De Overschie en Schiedam en verbindt Schiedam met schuiten vertrokken vanaf de Aelbrechtskolk het achterland. Dit tracé volgde de oorspronkelijke richting Delft. Nabij de Hoge Brug in Overschie loop van de Schie, en liep door tot aan de Beurs- werd de jaaglijn losgekoppeld en konden de sluis in het centrum van de Stad. schuiten doorvaren tot het veerhuis. De paarden werden met het paardenveer overgezet om aan de De Rotterdamse Schie is ontstaan doordat Rotter- overzijde weer met de jaaglijn richting Delft te dam in 1340 stadsrechten kreeg van Graaf Willem trekken. Maar ook werd veelduldig gebruik IV van Holland. Naast deze stadsrechten kreeg gemaakt van zeilende vrachtschepen. Rotterdam ook een privilege om een kanaal aan te leggen tussen de Schie bij Overschie en Rotter- dam. Een gestelde eis was dat het Baljuwschap Afbeelding: Maannacht bij Overschie (Johan Barthold Jongkind, 1859) Bron: Rijksmuseum Twenthe Schieland medewerking hieraan moest verlenen. Adres: Zijkant Beukelsbrug t.h.v. Abraham van Stolkweg, 3041 JA Rotterdam TREKVAART BELEVINGSROUTE 7

3 Trekvaart Schie: Vervoer over water, belangrijk voor de hele regio

De Schie is vanaf het ontstaan in de 14e eeuw een erg belangrijke vaar-ader geweest die de grote steden in de regio met elkaar verbond. In de steden Delft, Rotterdam en Schiedam ontstond een steeds grotere behoefte aan regelmatig en betrouwbaar vervoer, zo kwam in de 17e eeuw de trekvaart en beurtvaart tot bloei.

In eerste instantie had de trekvaart als hoofdfunc- tie het transporteren van goederen vanuit de steden naar de omliggende gebieden. Een mooi voorbeeld hiervan is de jeneverspoeling wat met de platte schuiten van Schiedam naar boerderijen in Midden-Delfland getransporteerd werd, waar dit als veevoer diende. Door de opkomende handel en nijverheid en de economische groei, steeg geleidelijk het aantal passagiers en de behoefte aan vervoer tussen de steden. In de 17e eeuw werd de bouw van trekschuiten aangepast en hoefden de passagiers niet langer onder een huif te schuilen, maar konden ze plaatsnemen in een houten kajuit. Er ontstond een waar trans- portnetwerk om betrekkelijk snel, eenvoudig en Afbeelding: Onder leiding van de jager trekt het jaagpaard drie lege ‘lichters’ door een trekvaart onder toeziend oog van twee fietsers (Arbeiderspers, ± 1940) comfortabel tussen de steden te kunnen reizen. Bron: Maritiem Museum Rotterdam, Adres: Kandelaarbrug t.h.v. Kandelaarweg 150, 3047 Rotterdam

De trekschuiten vervoerden passagiers over de afgestemd en vastgelegd in ordonnanties, dit was onderweg geen nieuwe passagiers opstappen. Schie van en naar Delft, de dienstregeling met een van de voorwaarden om de vaartijden tussen Met deze trekschuiten mochten alleen personen, Rotterdam was het belangrijkst. De dienstregeling de steden te kunnen garanderen. Langs de route post en kleine pakjes worden vervoerd. Het tussen de steden werd in onderling overleg strak mocht niet worden aangelegd en er mochten vervoer van goederen verliep met marktschuiten. 8 TREKVAART BELEVINGSROUTE

4 Trekvaart Schie: Bocxe Werf, Delft

In 1856 vestigde de firma H. Boot en Zoon zich bij de werf Vrijenban, een bedrijf dat nog in de late jaren zestig een bloeiende onderneming was. In 1988 namen de gebroeders Jan en Frans Bocxe deze scheepswerf over. Zij legden zich meer en meer toe op het repareren en verbouwen van schepen omdat het maken van schepen inmiddels te duur was geworden in Nederland. In 2007 is op de Bocxe werf gestart met het bouwen van twee replica’s van trekschuiten, de Jan Salie en de Jan Rap. In Delft werden de casco’s gebouwd, waarna deze in Koudekerk aan de Rijn werden afgebouwd. De Jan Salie heeft als ligplaats de Museumhaven van Gouda. Hiermee kunnen onder andere rond- vaarten worden gemaakt door de Goudse grach- ten, de Hollandse IJssel en de Gouwe. De trekschuit Jan Rap ligt in de Hollandse IJssel tussen Gouda en Oudewater.

Afbeelding: Scheepswerf aan de Schie nabij Delft (Johan Barthold Jongkind, 1855) Bron: Art Renewal Centre Adres: zijgevel Bocxe Werf t.h.v. Schieweg 148, 2627 AR Delft TREKVAART BELEVINGSROUTE 9

5 Trekvaart Schie: Kruithuis te Delft

Sinds 1637 was het oude kruithuis gevestigd in Na de ramp in 1654 werd in 1660 ver buiten de lucht in gaan en de muren blijven staan, waardoor Delft op het terrein van het voormalige Clarissen- stadsmuren van de stad Delft een nieuw Kruithuis de omgeving van het Kruithuis veel minder schade klooster. Er waren slechts weinigen op de hoogte gebouwd. Het complex is ontworpen door Pieter op zou lopen. Het was voor vaartuigen mogelijk van het bestaan van de, grotendeels ondergronds Post, en bestond uit diverse losse gebouwen. om vanaf de Schie het Kruithuis binnen te varen gelegen, opslag van buskruit. Onder hen stond Naast een poortgebouw en een wachthuis kende onder een grote stenen brug aan de voorkant van deze opslag bekend als het Secreet van Holland het complex ook een pak- en kuiphuis, waar het het complex. (oftewel: het geheim van Holland). buskruit werd gewogen en verpakt. Kenmerkend waren de twee kruittorens die midden in de vijver Afbeelding: Het generaliteyts kruyt magazijn en gesigt uit de Schie na de stad Op 12 oktober 1654 om kwart over tien in de stonden. Deze torens waren met elkaar verbonden Delft (Thier Deliniant, 1763 ochtend ontplofte het oude kruithuis. Deze door middel van twee valbrug- Bron: Archief Delft collectie Beeld en Geluid. Adres: Overzijde van Kruithuis aan Delftse Schie t.h.v. Schiekade 4, 2627 BL Delft gebeurtenis staat bekend als de Delftse Donder- gen en een eilandje; deze zijn slag. Historici gaan er van uit dat bij deze ontplof- helaas verdwenen. Als beveili- fing minstens honderd doden vielen, maar ook ging was het hele complex een dodental van ‘enige honderden’ wordt niet ommuurd en van een slotgracht uitgesloten. Nagenoeg elk gebouw in de binnen- voorzien. stad liep schade op. Ook gebouwen verderop in de stad liepen zware schade op. Zo gingen zelfs alle Beide torens waren voorzien van glas-in-loodramen van zowel de Oude- als de een tweetal dubbele deuren. Om Nieuwe Kerk verloren. vonkvorming tegen te gaan waren de binnenste deuren, en al Officieel is er niet meer bekend dan dat Cornelis het hang- en sluitwerk, van koper Soetens, de beheerder van het Kruithuis, de of met koper bedekt. In de torens opslag ruimte in was gegaan om een monster kon 400.000 pond kruit worden buskruit te halen, en dat er enkele vonken van zijn opgeslagen. De muren van de brandende lantaarn waren overgeslagen op het torens en van het pak- en kruit. Korte tijd lader vond er een reeks zware kuiphuis hebben aanzienlijk ontploffingen plaats welke, volgens de overleve- dikkere muren dan de gewelven. ring, tot op Texel te horen waren. In het oude Op deze manier zou bij een Kruithuis lag 90.000 pond buskruit opgeslagen. eventuele ontploffing het dak de

Delfshaven Haarlem 10 TREKVAART BELEVINGSROUTE

6 Trekvaart Vliet: De veerdienst tussen Delft, Den Haag en Leiden

De reis van Delft naar Rotterdam duurde een kon men op de wisselplaatsen even afstappen en Tussen Delft en Leidschendam/Leiden werd een kleine twee uur en kostte vijf stuivers in het ruim uitrusten. Zo ontstonden op diverse plaatsen langs 2-uursdienst onderhouden en tussen Delft en Den en tien stuivers in de roef. Reizigers die vanuit de trekvaart herbergen en drinklokalen. Haag een halfuurdienst, in beide richtingen. Vanaf Rotterdam via Delft naar Den Haag of verder de Amsterdamse Veerkade in Den Haag vertrok reisden, moesten in Delft uitstappen bij de Schie- De Vliet tussen de Haagpoort in Delft en de iedere twee uur een schuit naar Leiden. De damse poort. Vervolgens moest men te voet Hoornbrug bij de Haagse Trekvliet was een van de afstand tussen Den Haag (Groenewegje/Bierkade) verder gaan naar de Haagpoort, waar weer verder drukst bevaren trekschuitroutes in Holland. Het en Delft bedroeg 8 kilometer en kon in 5 kwartier gereisd kon worden met de Haagse of Leidse dienstrooster van en naar de verschillende steden worden afgelegd. Aanvankelijk verliep al het trekschuit. Omdat er niet direct met de eerst was terug te vinden in de plaatselijke keuren en verkeer, ook het wegverkeer, langs het pad aan de volgende schuit hoefde te worden doorgereisd, almanakken. oostzijde van de Vliet. In 1696 werd het jaagpad langs de Vliet verlegd naar de westzijde – tegen- woordig nog steeds in Rijswijk het Jaagpad gehe- ten - en werd het pad aan de oostzijde ingericht als verharde tolweg voor wagens en karren. De toegenomen drukte maakte deze gescheiden verkeerstromen noodzakelijk.

Het tarief voor de schuit tussen Delft en Leiden was gecompliceerd. Men betaalde per persoon vier stuivers in het ruim ( acht stuivers in de roef) voor het vervoer, plus 8 penningen stedelijke belasting, plus nog eens 1 stuiver en 8 penningen tolgeld (gabelle). Kinderen betaalden half geld, mits ze op schoot werden meegenomen.

Afbeelding: een gepavoiseerde trekschuit, waarvan de stuurstoel met vlaggen is gedrapeerd en waarvan de opvarenden, te zien aan de hoed en kleding, allen matrozen zijn. Alleen bij de stuurman staat een vrouw. In de onderste vlag staat "Oo Mari" (1800-1850) Bron: Atlas van Stolk, Rotterdam Adres: Westzijde viaduct A4 te Rijswijk t.h.v. Jaagpad 5 2288 AB Rijswijk TREKVAART BELEVINGSROUTE 11

7 Trekvaart Vliet: Goederenvervoer over de trekvaart

Naast de populaire trekvaart, werden ook veel goederen getransporteerd met marktschuiten en beurtschepen. Een van de belangrijkste verschillen tussen de vrachtschepen en een trekschuit is dat een trekschuit per definitie geen zeil voert en uitsluitend door paarden of mensen wordt gejaagd. Een beurtschip kon worden gejaagd, maar kon afhankelijk van het weer ook zeilend naar de eindbestemming. Daarnaast is ook de aangeboden dienstregeling verschillend.

Het is namelijk nagenoeg onmogelijk om in de wilde vaart een regelmatig vervoer van kleine hoeveelheid stukgoed te kunnen verzorgen. Om toch een dergelijke dienst te kunnen verzorgen bedacht men een systeem dat er steeds maar één schip tegelijk ter lading naar een bepaalde haven klaarligt. Dit schip krijgt alle lading naar deze bepaalde haven, en kan sneller vertrekken. Dat is Omdat deze ontwikkeling zich in de Lage Landen van factoren als wind en tij, kon men vooraf al gunstig voor de aanbieders van de lading, er steeds verder voortzette werd de wilde vaart aangeven hoe laat de trekschuit aan zou komen op hoefde minder lang gewacht te worden tot het steeds meer buiten spel gezet. Afspraken over de plaats van bestemming. Er werd zelfs niet schip vertrok en er kon gemakkelijker een redelijke vaste vrachtprijzen, vaste afvaarttijden (geladen of gewacht op te late passagiers. De trekschuit vrachtprijs bedongen worden, en voor de schip- niet) werden gemaakt tussen een vaste groep vertrok op tijd, hetgeen bijzonders was in die pers, die weliswaar minder vaak hoefden te varen schippers. Ook de stadsbesturen speelden een rol, periode. Naast betrouwbaar, was het vervoer per maar wel zeker waren van een goed beladen deze dienden namelijk de afspraken officieel goed trekschuit en beurtvaart ook goedkoop. Reizen schip. Zo ontstond de beurtvaart. Veelal in gilde- te keuren. voor de modale inwoners van steden werd daar- verband spraken schippers onderling een door mogelijk gemaakt en heeft de Nederlandse toerbeurt af met concurrenten om van de ene Ten opzichte van de beurtvaart onderscheidde de handel enorm bevorderd. plaats naar de andere te varen. Deze afspraken trekvaart zich doordat er niet alleen op tijd werden niet alleen in het gebied wat nu Nederland vertrokken werd, maar ook op tijd werd aangeko- Afbeelding: Rivierlandschap met zeilboten en een trekschuit (Ruysdael, 1660) Bron: Mauritshuis Den Haag is, maar gebeurde in heel Europa. men. Doordat de trekschuit niet afhankelijk was Adres: Oostzijde viaduct A4 te Rijswijk t.h.v. Delftweg 52, 2289 AL Rijswijk 12 TREKVAART BELEVINGSROUTE

8 Trekvaart Vliet: Een postdienst per jaagschuit

Door de steeds groter wordende hoeveelheid post, werd het mogelijk om op steeds meer routes een postdienst op te zetten en volgens een vast schema te vertrekken. Een mooi voorbeeld hiervan is de dienstregeling tussen Leidschendam en Leiden. Op deze route waren twee postverzen- dingen per dag. De post voor Leiden ging 's- morgens om 07.30 uur in Leidschendam aan boord en werd om 09.30 in Leiden afgegeven. 's Avonds vertrok de trekschuit om 18.00 uur uit Leiden en kwam om 20.00 uur aan in Leidschen- dam.

Pas in de 19e eeuw kwam hier verandering in. Door een enorme verbetering van het wegennet ontstond er een grote concurrentie van de diligence. Als in 1796 ‘Van Gend & Loos’ wordt Vanaf het ontstaan van de trekvaart werd er naast Omdat de betrouwbaarheid en regelmaat van de opgericht, ontstaat er al snel een landelijk netwerk personen ook post vervoerd. In leren zakken, trekschuit veel groter was dan die van de postwa- van postkoetsen en neemt het vervoer van post afgesloten met een slot. Niet iedere schipper gens, werd vanaf de 16e eeuw op veel routes de per trekschuit af. Ook de opkomst van het vervoer mocht post meenemen. Hiervoor moest men trekschuit verkozen als middel om post te vervoe- per trein en stoomtram eind 19e eeuw zorgt beschikken over een concessie (vergunning). In ren. Door de steeds verder opkomende handel en ervoor dat omstreeks 1880 er een eind komt aan zogenaamde ‘ordonnantiën’ werden alle regels, nijverheid ontstond er steeds meer corresponden- het vervoer van post per trekschuit. voorschriften en tarieven met betrekking tot het tie, en steeg de behoefte aan een snelle en vervoer van post per trekschuit vastgelegd. Op betrouwbare manier dit te kunnen doen. Hierdoor poststukken welke per trekschuit vervoerd groeide het vervoer van post per trekschuit werden, is terug te vinden met welke schuit en op gestaag. Afbeelding: Deze afbeelding is een onderdeel van het vervoermiddelenspel. Dit betrof een achttal kaarten met op iedere kaart een vervoersmiddel welk uur de verzending plaats moest vinden. afgebeeld zoals een omnibus, barge, zeilschepen, stoomboot, deligence, voetgangers, spoortrein en zoals op deze kaart te zien is een jaagschuit Bron: Atlas van Stolk, Rotterdam Adres: Kademuur naast Oude Tolbrug t.h.v. Fonteynburghlaan 1, 2275 CX Voorburg TREKVAART BELEVINGSROUTE 13

9 Trekvaart Vliet: Vaartocht langs landgoederen en buitenplaatsen

Den Haag was ten tijde van de trekschuiten een sterk groeiende stad. Niet alleen woonden de Stadhouder-Prinsen van Oranje in de stad, ook verbleven er in Den Haag veel ambassadeurs en binnen- en buitenlandse hoogwaardigheidsbekle- ders. Hierdoor vestigden in de zeventiende en achttiende eeuw veel aanzienlijke families met functies in de bestuursorganen van Holland en de Republiek der Verenigde Nederlanden zich in de omgeving van Den Haag. Met name rond het plaatsje Veur werden veel fraaie buitenverblijven gebouwd, waarbij zelfs de laatste resten bos plaats moesten maken voor siertuinen. De mooie plekken langs de Vliet waren zeer in trek bij de welgestelden als zomerverblijf, om de vieze en overvolle stad te ontvluchten. Bij de landgoederen en buitenhuizen werden langs het water veel theekoepels gebouwd, om samen met het bezoek te genieten van het uitzicht op de drukbevaren Vliet. Tot op de dag van vandaag zijn hier nog diverse mooie landgoederen en buitenhuizen te zien.

Afbeelding: Olieverfschilderij met voorstelling van rivierlandschap met wolkenlucht. Links een weg met geboomte en een buiten. In het midden een jaagpad en rechts een trekvaart met langs de oever bossages. In de verte - tussen geboomte - enige huizen, de Hoornbrug, een molen en een paviljoen. Op het water een trekschuit, met een negental personen. Op het jaagpad het jagertje te paard, met de jaaglijn verbonden aan de trekmast van de schuit. Voor het hek van het buiten een vrouw met kind. Op de weg eveneens een vrouw met kind. (Arens, 1854) Bron: Museum voor Communicatie, Den Haag Adres: Overzijde van Vliet t.h.v. Vlietweg 16, 2266 Leidschendam 14 TREKVAART BELEVINGSROUTE

Intermezzo - Leidschendam als belangrijke schakel aan de Vliet

Rond 1300 werd tussen Rijnland en Delfland een bewoning van dit gebied groeide gestaag doordat dam in de Vliet aangelegd. Deze dam had tot doel steeds meer kooplieden, touwslagers, zeilmakers, Delft te beschermen tegen overstromingen. Helaas grutters en herbergiers hun diensten aanboden had deze dam wel als nadeel dat dit een ernstige aan de overstappende passagiers en zich hier belemmering vormde voor de doorvoer naar vestigden. steden als Leiden en Haarlem. Deze dam werd bekend onder de naam ‘Leytsche Dam’.

Omdat de trekschuiten door deze dam niet direct door konden varen werden op deze locatie de paarden gewisseld en moesten de passagiers overstappen op klaarliggende trekschuiten aan de andere kant van de dam. De passagiers waren verplicht om op dezelfde plaats in de andere schuit te gaan zitten, om gedrang te voorkomen.

Door het overstappen bij de Leytsche Dam ontstond plaatselijk veel extra drukte. Dagelijks arriveerden 16 trekschuiten met passagiers onderweg naar diverse bestemmingen als Delft, Den Haag, of Schiedam. Vanwege de dienstrege- ling arriveerden vanuit tegengestelde richting evenveel trekschuiten. Omdat iedere trekschuit zo’n 24 tot 30 passagiers vervoerde, zorgde dit ervoor dat in de periode 1638 tot 1845 er dagelijks 600 passagiers tussen de Leidse kade en de Delftse kade heen en weer liepen. Al heel snel ontstond er bij de Leytsche Dam een bedrijvig trekschuitensta- tion. Met name aan de Leidse kade ontwikkelde zich de jagersbuurt met stallen en woningen. De TREKVAART BELEVINGSROUTE 15

10 Trekvaart Haarlemmertrekvaart: Comfortabel reizen met de trekschuit Als men per trekschuit reisde dan kon men kiezen of men in ‘het ruim’ of in ‘de Roef’ wilde zitten. In het ruim stonden houten banken en er lag vaak stro op de vloer. Veelal zat het gewone volk hier bij elkaar. Instappen in het ruim deed men via de karakteristieke ingang aan de zijkant van de schuit. De zitplaatsen in de roef waren veel comfortabe- ler. Men zat op kussens, een ijzeren pot met brandende turf zorgde voor warmte, en gezeten werd er rondom een gemeenschappelijke tafel. Om de reis nog comfortabeler te laten verlopen, konden vrouwen voor extra warmte een stoofje gebruiken, en konden mannen een pijpje roken. De ingang van de roef was aan de achterkant van het schip, vlakbij de schipper.

Schippersknechten maakten dankbaar van de gelegenheid gebruik om iets extra’s bij te verdie- nen en verkochten stiekem aan boord versnape- ringen en drinken. Iedere passagier moest boven- dien 1 stuiver plaatsgeld betalen, en het huren van een extra kussen kostte zelfs 2 stuivers.

Afbeelding: Gezicht in de kajuit van een trekschuit. Links een man in blauwe slaaprok, met pruik en steek op; rechts een dame en officier in uniform. Op de tafel tabakskomfoor en kwispedoor. Door de deur ziet met op de voorplecht een heer die even als de man links, zijn lange gouwenaar rookt. (D.A. Clemens, ±1800) Bron: Atlas van Stolk, Rotterdam Adres: Overzijde van Oegstgeesterkanaal t.h.v. Haarlemmertrekvaart 224, 2361 Warmond 16 TREKVAART BELEVINGSROUTE

11 Trekvaart Haarlemmertrekvaart: Openbaar vervoer over water

In de 17e eeuw was het reizen per koets of paar- denkar geen pretje. Er waren geen verharde wegen, en met name op lange trajecten, kwamen de reizigers geradbraakt aan. Deze onverharde wegen waren bovendien bij regen en in de winter vaak onbegaanbaar.

Door de toename van de handel in de 17e eeuw ontstond de behoefte aan betrouwbaar en regel- matig passagiersvervoer. Het reizen per trekschuit werd enorm populair. De trekschuit was de eerste vorm van openbaar vervoer. Het was, naar de maatstaven van die tijd, betrouwbaar en regelma- tig. Ondanks de beperkte snelheid, slechts 7 kilometer per uur, functioneerde het goed. De trekschuit had geen last van tegenwind of andere weersinvloeden. De schippers werden zelfs bestraft met boetes als zij te laat aankwamen of vertrokken.

Daarnaast had het vervoer over water het bijko- mende voordeel dat het comfortabel was. Zeker toen halverwege de 17e eeuw veel schuiten voorzien werden van een houten opbouw, konden de passagiers onderweg lezen, praten, kaarten en een pijpje roken.

Afbeelding: Tegeltableau "De trekschuit omstreeks 1850" (Westraven, 1900-1940) Bron: Nederlands Tegelmuseum, Otterlo Adres: Overzijde van Oegstgeesterkanaal t.h.v. Leebrug 2343 Oegstgeest

Delfshaven Haarlem TREKVAART BELEVINGSROUTE 17

12 Trekvaart Haarlemmertrekvaart: Scheepsontwerp trekschuit

Vanaf 1632 werden de ruimen van de trekschuiten moest de schuit wel vaak gedraaid worden om rol die aan de paal bevestigd was en waarlangs het afgedekt met een zeildoek dat over hoepelvormige passagiers goed aan wal te kunnen zetten. Dit touw van de trekschuit gevoerd werd bij het steunen kon worden vastgezet. Later, vanaf de kwam omdat er slechts aan één zijde van een omgaan van een bocht of bij het keren om aan te tweede helft van de 17e eeuw, werd dit een trekvaart werd getrokken en de opening van de leggen. stevig, rechthoekig houten frame. De lengte van trekschuit aan één kant lag. De dekken van de een trekschuit was ca. 11,5 meter. Het ruim, ook trekschuiten waren zo stevig gemaakt dat de wel de tent genoemd, had slechts aan één zijde schipper en zijn knecht hier overheen konden een instapopening, die tevens daglicht en frisse lopen. Een scherpe bocht maken vereiste echter lucht binnen moest laten. Er was ook een ‘eerste stuurmanskunst en een praktisch hulpmiddel, de klasse’, de roef, met een instapopening aan de rolpaal. Deze dankt zijn naam aan de beweegbare achterzijde van de schuit.

Gedurende de achttiende eeuw werden de trekschuiten steeds luxer gebouwd. Ze zijn te herkennen aan een serie vensters aan beide zijden van het ruim en de roef. Dit nieuwe type trekschui- ten bood aanvankelijk plaats aan maximaal 28 personen in het ruim en 4 personen de roef. Omdat er steeds vaker een tweede schuit ingelegd moest worden omdat er teveel passagiers zich aanmeldden, werden de trekschuiten later nog iets groter gebouwd voor maximaal 36 passagiers.

Herkenbaar op de trekschuit is de op de voorzijde van het schip gemonteerde jaagmast. Vanaf de schippersstoel ging de jaaglijn via de top van de jaagmast met een flinke lengte naar het jaagpad. Afbeelding: Aquarel met een zestal tekeningen van een trekschuit. Aan de linkerzijde boven een zijaanzicht bakboordzijde, midden een lengtedoorsnede en onder een De lange jaaglijn zorgde ervoor dat rechtuit varen bovenaanzicht. Aan de rechterzijde boven een vooraanzicht, midden een dwarsdoorsnede en onder een achteraanzicht. Blad uit een serie van circa 200 aquarellen, voor de schipper geen probleem was. Onderweg bedoeld als illustraties voor het driedelige manuscript "De Nederlandsche Scheepsbouw". (Ir. Emile van Konijnenburg, 1895-1905) Bron: Maritiem Musum Rotterdam Adres: overzijde van Haarlemmertrekvaart t.h.v. Leidsevaart 184, 2211 WE Noordwijkerhout 18 TREKVAART BELEVINGSROUTE

13 Trekvaart Haarlemmertrekvaart: Schuytepraatjes

Ondanks dat het in die tijd een van de snelste later over lastiggevallen te worden, op de alsof het een gesprek in een trekschuit tussen drie manieren van vervoer was, zat men toch vaak trekschuit voor je mening mocht uitkomen. of vier personen van verschillende komaf betrof. urenlang opeengepakt in de roef van de Ze kregen daarom al snel de ‘bijnaam’ schuite- trekschuit. Zo had men dus veel tijd om de laatste In de 18e eeuw werd de term ‘schuitepraatje’ ook praatje. Omdat het in die tijd deftig was om Frans nieuwtjes en roddels uit te wisselen. Ook ontston- wel gebruikt voor een pamflet, om meningen te te spreken, sprak men ook van ‘schuitdiscoursen’. den er vaak discussies over allerlei thema’s omdat verspreiden met vaak een politieke lading. Deze Ook werd wel de term ‘roefpraatjes’ gebezigd. het een ongeschreven regel was dat je, zonder er vaak anonieme pamfletten werden geschreven Allemaal hebben ze gemeen dat het beschreven gesprekken betrof die plaatsvonden op de trekschuit. Het schuitepraatje bestond vaak uit meerdere bladzijden en werd als een klein boekje verspreid.

Het oudst bekende schuitepraatje dateert uit 1608 en heeft als titel ‘Schuyt-Preatgens, Op de vaert naar , tusschen een Lantman, een Hovelinck, een Borger ende Schipper’. In de periode tussen 1608 en het verschijnen van het schuitepraatje in 1795, met als titel ‘Schuite- praatjen tusschen Jaap en Piet over den tegen- woordigen tijd’, zijn honderden dergelijke boekjes verschenen.

Afbeelding: “de Volkstrekschuit” (Valentijn Bing) Bron: Atlas van Stolk, Rotterdam Adres: Overzijde van Haarlemmertrekvaart t.h.v. Leidsevaart 184, 2211 WE Noordwijkerhout TREKVAART BELEVINGSROUTE 19

14 Trekvaart Haarlemmertrekvaart: Huys Halfweg te Lisse

Tussen de steden Haarlem en Leiden werd in 1657 de Haarlemmertrekvaart gegraven. Deze werk- zaamheden namen een kleine acht maanden in beslag. Dankzij deze nieuwe trekvaart ontstond een landelijk netwerk van trekvaarten. De Haar- lemmertrekvaart staat ook wel bekend als de Leidsevaart, vroeger was op schrift vastgelegd dat de ene helft van de vaarweg als Leidsevaart (Haarlem-Halfweg) en de andere helft Haarlem- mertrekvaart (Halfweg-Leiden) bekend stond. Voordat de trekvaart was gegraven voeren de beurtschepen vanuit Haarlem buiten de Eendjes- poort via het Kagermeer naar Leiden toe. Mede vanwege het toenemende handelsverkeer en de toegenomen vraag naar een snelle verbinding was een nieuwe vaarroute noodzakelijk. In het ontwerp van de nieuwe trekvaart is rekening gehouden met een snelle verbinding, waarbij bochten zoveel mogelijk werden vermeden. Een kaarsrechte vaarweg was het meest efficiënt. Afspraken tussen Haarlem en Leiden over het eigendom van de vaarweg resulteerden in een grenspaal nabij Halfweg, die nog steeds zichtbaar is en herinnert aan deze afspraken. Halfweg nabij Lisse vormde het middelpunt op de route, hier werden de paarden gewisseld om de reistijd zo De trekvaart speelde een belangrijke rol in de landgoederen als cultuurhistorisch erfgoed aan de kort mogelijk te houden. Op de route werd op economische ontwikkeling van Holland, waarbij trekvaart, waar in vroegere tijden de welgestelden twee plekken bij een poort tol geheven voor zich langs de Haarlemmertrekvaart vele landgoe- hun zomerseizoen doorbrachten. weggebruikers, een tolhuis bij Oegstgeest en deren hebben ontwikkeld. Nog steeds liggen deze eenzelfde tolhuis aan het jaagpad in Heemstede. Afbeelding: Een van de ontwerpen voor ‘Huys halfweg’, het commissarishuis halverwege de trekvaart tussen Haarlem en Leiden. De beheerders van de trekvaart hielden constant toezicht op het dienstrooster van de trekschuiten en zorgen ervoor dat de wisseling van de paarden vlot verliep. (±1657) Bron: ErfgoedLeiden, Adres: Gevel transformatorgebouw t.h.v., Stationsweg 57, 2161 AM Lisse 20 TREKVAART BELEVINGSROUTE

15 Trekvaart Haarlemmertrekvaart: In Haarlem overstappen op lijnverbinding naar Amsterdam

In de Gouden Eeuw behoorde Haarlem qua grootte, na Amsterdam en Leiden, tot de grootste steden in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Net als in Leiden zorgde de textielin- dustrie voor economische groei in de stad. Met de komst van de trekvaartverbinding naar Amster- dam (1631) nam de welvaart een enorme vlucht en met de aanleg van de trekvaart naar Leiden (1657) werd het vervoersnetwerk in de regio nog eens sterk verbeterd. Het graven van de Haarlem- mertrekvaart tussen Leiden en Haarlem nam een kleine acht maanden in beslag, een enorme snelheid voor zo’n complex project in die tijd. Zo ontstond een aaneengesloten vervoersnetwerk over het water richting Amsterdam. De trekschui- ten vanuit Leiden kwamen uit in de stadssingel in Haarlem, waar de trekvaart aansloot op de Brouwersgracht. De Zijlpoort vormde de toegang tot de stad Haarlem, passagiers op doorreis naar Amsterdam konden bij de Amsterdamse poort instappen op de lijnverbinding naar Amsterdam. Omdat reizen per trekschuit over langere afstand soms meer dan een dag kon duren, was het Afbeelding: Haerlemse laegschuyties (Reinier Nooms, 1650) Bron: Maritiem Museum Rotterdam mogelijk om op diverse plaatsen onderweg uit te Adres: Gevel transformatorgebouw t.h.v., Stationsweg 57, 2161 AM Lisse rusten of te overnachten. Voorbeelden hiervan zijn de taveerne ‘Het Jaagschuitje’ en logement ‘Het Wapen van Holland’. TREKVAART BELEVINGSROUTE 21

Dankwoord

Deze catalogus geeft een overzicht van de locaties De historische beelden voor de tentoonstelling zijn van de tentoonstelling en biedt achterliggende in samenwerking met diverse instellingen geselec- verhalen bij de historische beelden. De tentoon- teerd, zo is o.a. samengewerkt met het Art Rene- stelling is te zien tot het voorjaar van 2017 en wal Centre, Maritiem Museum Rotterdam, Atlas schenkt bijzondere aandacht aan het belang van van Stolk, Scheepvaart Museum Amsterdam, de trekvaart voor de economische ontwikkeling Mauritshuis Den Haag, Museum voor Communica- van de steden in Holland. De openluchttentoon- tie Den Haag, Rijksmuseum Twenthe en diverse stelling Trekvaart Belevingsroute is tot stand regionale en lokale archieven. Een speciaal woord gekomen in samenwerking met diverse locatie- en van dank gaat uit naar Ad van der Zee (Erfgoedhuis informatiepartners. Middels dit dankwoord Zuid-Holland) en Marca Bultink voor hun bijdrage spreken we graag onze dank uit voor ieders aan de inhoudelijke afstemming van historische bijdrage om de tentoonstelling mogelijk te maken. beelden en achtergrondverhalen.

Om de tentoonstelling te realiseren is een samen- werking aangegaan met diverse gemeenten, organisaties en particulieren langs de historische vaarwegen. Met dank aan de volgende partijen is de tentoonstelling op de betreffende locaties mogelijk gemaakt: Sportarcade Schiedam, St. Kracht van Rotterdam, Provincie Zuid-Holland, Scheepswerf Bocxe BV, Familie Tetteroo, Dycker- hoff Basal Betonmortel BV, Mebin BV, Tolhuysch BV, Vuilafvoerbedrijf “Duin- en Bollenstreek” en ProRail.

Dit project is financieel mogelijk gemaakt door: