WETENSCHAPPELIJKE MEDEDELING Van De Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

WETENSCHAPPELIJKE MEDEDELING Van De Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging WETENSCHAPPELIJKE MEDEDELING van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging Redaktic: H.D. van Bohcmen (eindredakteur) D.A.G. Buizer A. Littel Holtcrschans 11 Westerweg35 Roodborststraat 26 3432 EX Nieuwegcin. 185 1 AA Heiloo. 2333 VR Leiden. Adrninistratie-adres: BUREAU K.N.N.V., B. Hoogcnboornlaan 24, 1718 BJ HOOGWOUD Nr. 180 februari 1987 (Tcvens rncded. EIS-Nederland, nr. 32) DE NEDERLANDSE PIJLSTAARTVLINDERS \ (LEPIDOPTERA: SPHINGIDAE) door Jan C. Meerman INHOUD blz. blz. Voorwoord 2 3.3. Sphinx ligustri 24 Dankwoord 2 3.4. Sphinx pinastri 26 1. Wcrkwijzc cn methoden 3 3.5. Mimas tiliae 28 1.1. Inlciding 3 3.6. Smerinthus occllatus 31 1.2. Verantwoording van de gegevens 1 3.7. Laothoe populi 33 1.3. Het aandeel van de immigranten 5 3.8. Hemaris tityus 36 1.4. Nomenclatuur 5 3.9. Hemaris fuciformis 37 1.5. De bemonsteringsgraad van de hokken 5 3.10. Daphnis nerii 39 1.6. Toelichting bij de figuren 5 3.11. Macroglossum stellatarum 40 1.7. l'oelichting bij de tekst 7 3.12. Hyles euphorbiae 42 2. De Nederlandse Pijlstaartvlinders; 3.13. Hyles gallii 44 eeq algemene beschouwing 8 3.14. Hyles livornica 46 2.1. Immigranten en zwervers 8 3.15. Hippotion celerio 17 2.2. Bedreiging en beschcrming 12 3.16. Deileph~laelpenor 48 2.3. De natuurlijke vijanden 14 3.17. Deilephila porcellus 5 1 2.4. Fenologie 17 3.18. Dwaalgasten/Adventieve soorten 53 2.5. Het voedscl 17 4. Verklarende woordenlijst 54 3. De soorten 20 5. Summary 56 3.1. Agrius convolvuli 20 6. Literatuur 58 3.2. Acherontia atropos 22 VOORWOORD Van alle insekten vormen de dagvlinders de Daarorn ligt aan dit voor u liggende boekje dan rneest populaire groep; ze zijn vaak fraai van ook de doclstclling ten grondslag zoveel rnoge- kleur en tekening, rneestal niet a1 .te klein en lijk gegevens die voorhandenzijn in natuurhisto- overdag actief. De groep die gernakshalve rische musea, bij amateur-lepidopterologcn en rneestal aangeduid wordt als ,,nachtvlindersm, in entomologische literatuur bijeen te brengen geniet door de nachtelijke levenswijze van de en om te zetten in een op de Nederlandse situatie meeste van zijn vertegenwoordigers deze popu- toegespitst verslag van de huidige stand van lariteit niet. Bij niet ingewijden worden alle ver- zaken, niet alleen wat betref verspreiding, feno- tegenwoordigers van deze groep vaak enigszins logie en ecologie maar ook aangaande de biolo- minachtend samengevat onder de noerner ,,mot- gische processen die hieraan ten grondslag lig- ten". gen. De Pijlstaartvlinders of Sphingidae vormen Dit boekje hoopt behalve een referentiewerk bij hierop een gelukkige uitzondering. Deze vlin- faunistische inventarisaties ook een aansporing ders zijn dan ook vaak fors van formaat, fraai te zijn tot verder onderzoek, vooral naar de eco- % van tekening of klcur, gemakkelijk met behulp logische eisen die de afzonderlijke soorten stel- van atbeeldingen op naam te brengen, vertonen len. Over de ecologie van deze insekten - en vaak een interessant gedrag en enige soortcn niet alleen deze - is nog steeds droevig weinig vliegen zelfs overdag. Het is dan ook niet ver- bekend, terwijl dergelijke kennis onontbeerlijk wonderlijk dat over deze groep naar verhouding is indien wii cffectief soorten willen beschermen. veel bekend is. Toch wordt ook in dit geval onze Ook voor de diverse arnateurvlinderkwekers is kennis nog steeds bei'nvloed door verouderde, in deze een taak weggelegd, rnct name om de vaak buitenlandse literatuui. Het belangrijkste diverse onduidelijkheden aangaande de biologie Nederlandstalige werk is nog altijd de .,Catalo- van de soorten op te helderen. Vooral aan de gus der Nederlandse Macrolepidoptera" van imrnigrerende soorten is in dit opzicht de laatstc LEMPKEwaarvan de delen over de Sphingidae in jaren al veel baanbrekend werk verricht. Gaarne 1937 en 1959 verschenen. Recentere literatuur zou ik er ook bij iedereen op aan willen dringen is vaak zeer versprcid gepubliceerd en zeker zijn of haar bevindingen te publiceren in een voor dc niet-wetenschappelijk geschoolde vlin- daartoe geeigend tijdschrift, zodat de opgedane derliefhebber rnoeilijk te achterhalen. kennis niet verloren gaat. DANKWOORD Allereerst ben ik dank verschuldigd aan alle ver- manuscript, Prof. Dr. L.M. Schoonhoven voor de'rop (par. 1.2.) genoemde personen en instan- zijn oordeel over het hoofdstuk betreffende het ties. Zonder hun vaak belangenloze inzet zou voedsel (2.5.). mijn zus Neeltje Meerman voor het onderzoek in due vorrn niet rnogelijk zijn het rnaken van een deel van de pentekeningen geweest. De volgende personen hen ik speciaal en natuurlijk mijn vrouw Tineke Boomsrna voor dank verschuldigd: haar steun tijdens het samenstellen van het R. Schouten voor het bewerken van de rneeste manuscript en het rnaken van de biotoopfoto's museurncollecties. W. Hogenes voor zijn aan- alsmede enkele pentekeningen. wijzingen en kritiek bij het sarnenstellen van het februari 1986, Lelystad, Karveel07-56 1.2. VERANTWOORDING VAN DE GEGE- VENS De in dit werk gepubliceerde result'aten zijn ver- kregen uit de verwerking van in totaal 15.199 data, waarbij een ,,datumwhet geheel van gege- vens is over een vangst, een waarneming of lite- ratuuropgave van Cen soort op een dag, maand of jaar, op CCn plaats. in CCn stadium, door Cen waarnemer cq in een collectie. Een datum heeft dus niet noodzakelijk betrekkingop eenwaarne- ming of vangst van een exemplaar op CCn dag. Een datum bevat minstens de soortnaam, de locatie: de zo nauwkeurig mogelijke kalender- datum. een aantalscode. het geslacht of stadium en de bron van de gegeveni. Verder kan een datum nog eventuele ecologische gegevens en \ de naam van voedsel- of nectarplant bevatten. De data zijn verkregen door de bestudering van de volgende museum- en instituutcollecties: Zoologisch Museum Amsterdam (Instituut voor Taxonomische Zoologie). Natuurhistorisch Museum Enschede, Fries Natuurhistorisch Museum; Leeuwarden, ~ijkshuseumvan Natuurlijke Historie. Leiden, Collectie Rijksdienst IJsselmeerpolders, Lelystad, Fig. 2. Kaart van Nederland met in het U.T.M. grid aangege- Natuurhistorisch Museum, Maastricht, ven de verspreiding van de medewerkers aan het Pijlstaarten- Katholieke Universiteit, Nijmegen, onderzock. Museon, Den Haag, Natura Docet, Denekamp, S. de Bocr, Oosthuizen; W.J. Boer Leffef, Apeldoorn (t); L. Boon, Hoevelaken; J.P.C. Boot, Burgh-Haamstede (t): Natuurhistorisch Museum, Texel, D.F. Cupedo, Gculle; N. Daan,Uitgecst;M.F. vanderDonk. Natuurhistorisch Museum, Tilburg, Nedcrwecrt: J. Dost, Enschede; A.M. van Essen, Eesveen; J.W.A. Fossen, Nijkerk: M.C.R. Franssen, Wageningcn: Laboratorium voor Entomologie, Landbouwhoge- W.H.J.M. Geraedts, Nijmegen; Hr. Gerards, Kerkrade; D.F. school Wageningen, Gibson, Oosterhout: J. de Gooier, Leusden: A. Goutbeek. Biologisch Station Wijster. Dalfsen: A.Th. Groenendijk, Den Haag; H. Groenewoud, Venlo, H. Harscvoord, Zwartsluis; P. de Heus, Zwolle; W. Hogenes, Amsterdam; H. & A. Hoornveld, Drachten; E. De volgende literatuur is bestudeerd: Houkes, Amsterdam; K.J. Huisman, Melissant; I.A. Kaija- doe, Oegstgeest; P. Klaassen, Vijthuizen; F. Kniest. Venlo; ~ritomolo~ischeBerichten (Amsterdam): jaargangen J.C. Koster, Callantsoog; T. Kramer, Zuidzande; J.H. Kuch- lein, Wageningen; V. van Laar, Amersfoort: H. van Leur, 1-45 (1905-1985), Oss; P.J. van der Linden, Belfeld; H. Meekel, Lynden; Tijdschrift voor Entomologie (Amsterdam): jaar- M.H.A. Melchior, Beusichem (i);F. Melkert, Egmond-Bin- gangen 1-126 (1858-1983) nen; G. van der Meulen, Ermelo; J. Moonen. Cadieren Keer; en een aantal verslagen van het Rijksinstituut voor M. van der Munckhof, Horst; Ch.G.S.M. Naves, Drempt; Natuurbeheer (Leersum). H. Oorschot, Amsterdam; J.J van Oort, Diever; J. Oostvo- gels, Steenbergcn; C. Ottenheyrn, Steyl; G.J. Padding, Steen- wijk; M.P. Peerdeman, Amsterdam: G.J. van der Pelt, Lei- En tenslotte zijn de waarnemingen enlof collec- den; W. Poppe, Joure; H.J.J.G. Queis, Neerbeek; P.J. Rooij, tiegegevens van de volgende personen ver- Brielle; L.J.J. van Rijswijk, Veldhoven: H. Rotteveel, Zoe- termeer: P.L.J. Schoenmakers, Zoetermeer; R. Schoutcl~, werkt: Breda; J. Sinnema-Bloemen, Hemrik: G. Smid, Raan.s- donksveer; E.A.M. Speijer, Den Haag; E. van der Spek, De G. van Aalst, Oss; K. Alders, Arnhcm; A, van Assen, Leid- Koog; G. Stobbe, Leeuwarden: J.H. Stolk, Lunteren; J.M. schcndam; R.B. Bartcn, Giessenhurg; H.C. Beers, Heeren- Tilmans, Warmond; A.G. van Tol, Rijswijk; J. Trapman, veen; C.F.M. den Biernan, Bcnnckom; H. Blokzijl. Rolde; Hardinxveld-Giessendarn; T. Tromp, Hardmxveld-Giessen- dam; A. van Tuyl, Muidsrberg; C.A. van Tuyl, Laren; G. bekend. Dit lijkt teleurstellend, maar is zoals uit Twijstra. Leeuwarden: R. van 't Veer, Wormer; H. Vogcl, Purmerend; J.C. Wcdts de Swart, Middelburg; P.A. Wet- de verspreidingskaartjes zal blijk'en toch vol- steyn, Voorburg; V.L. Wigbels, Lclystad; Y. Wijnalda, Wijn- doende om een betrouwbaar beeld van de ver- jewoude; F. dc Wildc, Stedum: C.H. & M.A. de Winkel, spreiding van de afzonderlijke soorten te geven. Wolfhere: C. Zonneveld. Amsterdam;C.J. Zwakhals,Arkel; Dit neemt niet weg dat het wenselijk blijft dat Omdat de bemonsteringsgraad van de hokken ook uit niet of slecht bemonsterde hokken in zekere mate een afspiegeling is van de woon- (meer) waarnemingen komen. Hiervoor houd plaatsen van deze medewerkers is hun landelijke ik mij gaarne aanbevolen. verspreiding weergegeven in fig. 2. 1.3. HET AANDEEL VAN DE IMMIGRAN- TEN Bij het verzamelen van de gegevens werd bewust afgezien van het a1 te grondig nagaan van alle vangstgegevens betreffende de immigrerende soorten. Deze soorten worden in het kader van hetaekvlinderonderzoek al jaarlijks bijgehou- den ~~~~LEMPKE(1941 -1 985). Wet opnemen van alle gegevens, die bovendien al gedeeltelijk ver- werkt zijn in een samenvattende publicatie (LEMPKE,1972), zou de aandacht a1 te zeer aflei- den van onze inheemse soorten, die totdusver toch a1 minder aandacht kregen dan ze verdie- nen. Niettemin werden nog 3413 data verzameld die betrekking hebben op de 6 soorten, deels zeer zeldzame, immigranten. Een ruirn vol- doende aantal om toch relevante conclusies te kunnen trekken.
Recommended publications
  • Plant Production--Root Vegetables--Yams Yams
    AU.ENCI FOR INTERNATIONAL DEVILOPME4T FOR AID USE ONLY WASHINGTON. 0 C 20823 A. PRIMARYBIBLIOGRAPHIC INPUT SHEET I. SUBJECT Bbliography Z-AFOO-1587-0000 CL ASSI- 8 SECONDARY FICATIDN Food production and nutrition--Plant production--Root vegetables--Yams 2. TITLE AND SUBTITLE A bibliography of yams and the genus Dioscorea 3. AUTHOR(S) Lawani,S.M.; 0dubanjo,M.0. 4. DOCUMENT DATE IS. NUMBER OF PAGES 6. ARC NUMBER 1976 J 199p. ARC 7. REFERENCE ORGANIZATION NAME AND ADDRESS IITA 8. SUPPLEMENTARY NOTES (Sponaoring Ordanization, Publlahera, Availability) (No annotations) 9. ABSTRACT This bibliography on yams bring together the scattered literature on the genus Dioscorea from the early nineteenth century through 1975. The 1,562 entries in this bibliography are grouped into 36 subject categories, and arranged within each category alphabetically by author. Some entries, particularly those whose titles are not sufficiently informative, are annotated. The major section titles in the book are as follows: general and reference works; history and eography; social and cultural importance; production and economics; botany including taxonomy, genetics, and breeding); yam growing (including fertilizers and plant nutrition); pests and diseases; storage; processing; chemical composition, nutritive value, and utilization; toxic and pharmacologically active constituents; author index; and subject index. Most entries are in English, with a few in French, Spanish, or German. 10. CONTROL NUMBER I1. PRICE OF DOCUMENT PN-AAC-745 IT. DrSCRIPTORS 13. PROJECT NUMBER Sweet potatoes Yams 14. CONTRACT NUMBER AID/ta-G-1251 GTS 15. TYPE OF DOCUMENT AID 590-1 44-741 A BIBLIOGRAPHY OF YAMS AND THE GENUS DIOSCOREA by S.
    [Show full text]
  • Lepidoptera, Macroheterocera, Sphingidae, Macroglossinae, Macroglossini)
    Ecologica Montenegrina 38: 79-83 (2020) This journal is available online at: www.biotaxa.org/em http://dx.doi.org/10.37828/em.2020.38.10 First record of Theretra alecto (Linnaeus, 1758) from Kazakhstan, with notes on the bionomics of the species (Lepidoptera, Macroheterocera, Sphingidae, Macroglossinae, Macroglossini) SERGEY V. TITOV1, ANTON V. VOLYNKIN2,3*, RUSLAN D. RAKHIMOV4 & OLEG V. BELYALOV (†) 1 Department of Biology and Ecology; the Research Centre for Environmental "Monitoring", Toraighyrov University, Lomova str. 64, KZ-140008, Pavlodar, Kazakhstan. E-mail: [email protected] 2 Altai State University, Lenina Avenue, 61, RF-656049, Barnaul, Russia. E-mail: [email protected] 3 National Research Tomsk State University, Lenina Avenue, 36, RF-634050, Tomsk, Russia 4Department of Entomology, Institute of Zoology, al-Farabi str. 050060, Almaty, Kazakhstan * Corresponding author Received: 22 November 2020│ Accepted by V. Pešić: 1 December 2020 │ Published online: 3 December 2020. The fauna of hawk moths of Kazakhstan is still fragmentary studied and only several papers devoted to certain regions of the country were published (Zolotarenko et al. 1978; Aibasov & Zhdanko 1982; Gorbunov 2011; Shovkoon 2011, 2015; Yakovlev et al. 2013; Bragina et al. 2015; Knyazev 2015; Knyazev & Zuban’ 2016). The genus Theretra Hübner, [1819] comprises 58 species (Kitching 2020) distributed in the Indo- Malayan and Australian Regions, the range of the only Theretra japonica (Boisduval, 1869) is restricted by eastern Palaearctic (Pittaway & Kitching 2013). Theretra alecto (Linnaeus, 1758) is widely distributed in the Indo-Malayan and western Palaearctic Regions reaching in the north and north-west Transcaucasia and Mediterranean. The species was reliably reported from Central Asia from Turkmenistan (Danov & Pereladov 1985; Danner et al.
    [Show full text]
  • Lepidoptera in Agricultural Landscapes – the Role of Field Margins, the Effects of Agrochemicals and Moth Pollination Services
    Lepidoptera in agricultural landscapes – The role of field margins, the effects of agrochemicals and moth pollination services von Melanie Hahn aus Landau Angenommene Dissertation zur Erlangung des akademischen Grades eines Doktors der Naturwissenschaften Fachbereich 7: Natur-und Umweltwissenschaften Universität Koblenz-Landau Berichterstatter: Dr. Carsten Brühl, Landau Prof. Dr. Ralf Schulz, Landau Tag der Disputation: 22. September 2015 You cannot get through a single day without having an impact on the world around you. What you do makes a difference, and you have to decide what difference you want to make. Jane Goodall Danksagung Danksagung An dieser Stelle möchte ich mich ganz herzlich bei allen bedanken, die mich bei der Durchführung meiner Dissertation unterstützt haben! Mein besonderer Dank gilt: … Dr. Carsten Brühl, der nicht nur meine Begeisterung und Faszination für die Gruppe der Nachtfalter schon während meines Studiums geweckt hat, sondern mich auch in allen Phasen meiner Dissertation von der ersten Planung der Experimente bis zum Schreiben der Publikationen mit vielen Ideen und hilfreichen Diskussionen unterstützt und weitergebracht hat. Danke für die hervorragende Betreuung der Arbeit! … Prof. Dr. Ralf Schulz für die Ermöglichung meiner Dissertation am Institut für Umweltwissenschaften und auch für die Begutachtung dieser Arbeit. … Juliane Schmitz, die mir während der gesamten Zeit meiner Dissertation stets mit Rat und Tat zur Seite stand! Herzlichen Dank für die vielen fachlichen Gespräche und Diskussionen, die mir immer sehr weitergeholfen haben, die Hilfe bei der Durchführung der Labor- und Freilandexperimente, das sorgfältige Lesen der Manuskripte und natürlich für die schöne – wenn auch anstrengende – Zeit im Freiland. … Peter Stahlschmidt für die vielen fachlichen Diskussionen, die hilfreichen Anregungen und Kommentare zu den Manuskripten und natürlich auch für die Unterstützung bei meinem Freilandversuch.
    [Show full text]
  • Tarset and Greystead Biological Records
    Tarset and Greystead Biological Records published by the Tarset Archive Group 2015 Foreword Tarset Archive Group is delighted to be able to present this consolidation of biological records held, for easy reference by anyone interested in our part of Northumberland. It is a parallel publication to the Archaeological and Historical Sites Atlas we first published in 2006, and the more recent Gazeteer which both augments the Atlas and catalogues each site in greater detail. Both sets of data are also being mapped onto GIS. We would like to thank everyone who has helped with and supported this project - in particular Neville Geddes, Planning and Environment manager, North England Forestry Commission, for his invaluable advice and generous guidance with the GIS mapping, as well as for giving us information about the archaeological sites in the forested areas for our Atlas revisions; Northumberland National Park and Tarset 2050 CIC for their all-important funding support, and of course Bill Burlton, who after years of sharing his expertise on our wildflower and tree projects and validating our work, agreed to take this commission and pull everything together, obtaining the use of ERIC’s data from which to select the records relevant to Tarset and Greystead. Even as we write we are aware that new records are being collected and sites confirmed, and that it is in the nature of these publications that they are out of date by the time you read them. But there is also value in taking snapshots of what is known at a particular point in time, without which we have no way of measuring change or recognising the hugely rich biodiversity of where we are fortunate enough to live.
    [Show full text]
  • Rubiaceae): Evolution of Major Clades, Development of Leaf-Like Whorls, and Biogeography
    TAXON 59 (3) • June 2010: 755–771 Soza & Olmstead • Molecular systematics of Rubieae Molecular systematics of tribe Rubieae (Rubiaceae): Evolution of major clades, development of leaf-like whorls, and biogeography Valerie L. Soza & Richard G. Olmstead Department of Biology, University of Washington, Box 355325, Seattle, Washington 98195-5325, U.S.A. Author for correspondence: Valerie L. Soza, [email protected] Abstract Rubieae are centered in temperate regions and characterized by whorls of leaf-like structures on their stems. Previous studies that primarily included Old World taxa identified seven major clades with no resolution between and within clades. In this study, a molecular phylogeny of the tribe, based on three chloroplast regions (rpoB-trnC, trnC-psbM, trnL-trnF-ndhJ) from 126 Old and New World taxa, is estimated using parsimony and Bayesian analyses. Seven major clades are strongly supported within the tribe, confirming previous studies. Relationships within and between these seven major clades are also strongly supported. In addition, the position of Callipeltis, a previously unsampled genus, is identified. The resulting phylogeny is used to examine geographic distribution patterns and evolution of leaf-like whorls in the tribe. An Old World origin of the tribe is inferred from parsimony and likelihood ancestral state reconstructions. At least eight subsequent dispersal events into North America occurred from Old World ancestors. From one of these dispersal events, a radiation into North America, followed by subsequent diversification in South America, occurred. Parsimony and likelihood ancestral state reconstructions infer the ancestral whorl morphology of the tribe as composed of six organs. Whorls composed of four organs are derived from whorls with six or more organs.
    [Show full text]
  • The Rubiaceae of Ohio
    THE RUBIACEAE OF OHIO EDWARD J. P. HAUSER2 Department of Biological Sciences, Kent State University, Kent, Ohio Eight genera and twenty-seven species, of which six are rare in their distribu- tion, are recognized in this study as constituting a part of Ohio's flora, Galium, represented by fifteen species, is the largest genus. Five other genera, Asperula, Cephalanthus, Mitchella, Sherardia, and Spermacoce, consist of a single species. Asperula odorata L., Diodia virginiana L., and Galium palustre L., are new reports for the state. Typically members of the Rubiaceae in Ohio are herbs with the exception of Cephalanthus occidentalis L., a woody shrub, and Mitchella repens L., an evergreen, trailing vine. In this paper data pertinent to the range, habitat, and distribution of Ohio's species of the Rubiaceae are given. The information was compiled from my examination of approximately 2000 herbarium specimens obtained from seven herbaria located within the state, those of Kent State University, Miami Uni- versity, Oberlin College, The Ohio State University, Ohio Wesleyan University, and University of Cincinnati. Limited collecting and observations in the field during the summers of 1959 through 1962 supplemented herbarium work. In the systematic treatment, dichotomous keys are constructed to the genera and species occurring in Ohio. Following the species name, colloquial names of frequent usage and synonyms as indicated in current floristic manuals are listed. A general statement of the habitat as compiled from labels on herbarium specimens and personal observations is given for each species, as well as a statement of its frequency of occurrence and range in Ohio. An indication of the flowering time follows this information.
    [Show full text]
  • A Sample Article Title
    Title Museum archives revisited: Central Asiatic hawkmoths reveal exceptionally high late Pliocene species diversification (Lepidoptera, Sphingidae) Authors Hundsdoerfer, AK; Päckert, M; Kehlmaier, C; Strutzenberger, P; Kitching, I Date Submitted 2017-09-25 Anna K. Hundsdoerfer, Senckenberg Natural History Collections Dresden, Königsbrücker Landstr. 159, D-01109 Dresden, Germany, Tel. +49-351-7958414437, Fax. +49-351-7958414327, [email protected] Museum archives revisited: Central Asiatic hawkmoths reveal exceptionally high late Pliocene species diversification (Lepidoptera, Sphingidae) ANNA K. HUNDSDOERFER a§, MARTIN PÄCKERT a,b, CHRISTIAN KEHLMAIER a, PATRICK STRUTZENBERGER a, IAN J. KITCHING c a Senckenberg Natural History Collections Dresden, Königsbrücker Landstr. 159, D- 01109 Dresden, Germany. b Biodiversity and Climate Research Centre (BiK-F), Senckenberganlage 25, D-60325 Frankfurt am Main, Germany. c Department of Life Sciences, Natural History Museum, Cromwell Road, London SW7 5BD, U.K. §Corresponding author. aDNA systematics of Central Asiatic hawkmoths Hundsdoerfer et al. - 1 - Abstract Hundsdoerfer, A. K. (2016) Zoological Scripta, 00, 000-000. Three high elevation Hyles species of Central Asia have proven difficult to sample and thus only a limited number of specimens are available for study. Ancient DNA techniques were applied to sequence two mitochondrial genes from ‘historic’ museum specimens of H. gallii, H. renneri and H. salangensis to elucidate the phylogenetic relationships of these species. This approach enabled us to include the holotypes and/or allotypes and paratypes. The status of H. salangensis as a species endemic to a mountain range north of Kabul in Afghanistan is confirmed by this study. It is most closely related to H. nicaea and H. gallii, and quite distant from the clade comprising the species from H.
    [Show full text]
  • (Rubiaceae), a Uniquely Distylous, Cleistogamous Species Eric (Eric Hunter) Jones
    Florida State University Libraries Electronic Theses, Treatises and Dissertations The Graduate School 2012 Floral Morphology and Development in Houstonia Procumbens (Rubiaceae), a Uniquely Distylous, Cleistogamous Species Eric (Eric Hunter) Jones Follow this and additional works at the FSU Digital Library. For more information, please contact [email protected] THE FLORIDA STATE UNIVERSITY COLLEGE OF ARTS AND SCIENCES FLORAL MORPHOLOGY AND DEVELOPMENT IN HOUSTONIA PROCUMBENS (RUBIACEAE), A UNIQUELY DISTYLOUS, CLEISTOGAMOUS SPECIES By ERIC JONES A dissertation submitted to the Department of Biological Science in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy Degree Awarded: Summer Semester, 2012 Eric Jones defended this dissertation on June 11, 2012. The members of the supervisory committee were: Austin Mast Professor Directing Dissertation Matthew Day University Representative Hank W. Bass Committee Member Wu-Min Deng Committee Member Alice A. Winn Committee Member The Graduate School has verified and approved the above-named committee members, and certifies that the dissertation has been approved in accordance with university requirements. ii I hereby dedicate this work and the effort it represents to my parents Leroy E. Jones and Helen M. Jones for their love and support throughout my entire life. I have had the pleasure of working with my father as a collaborator on this project and his support and help have been invaluable in that regard. Unfortunately my mother did not live to see me accomplish this goal and I can only hope that somehow she knows how grateful I am for all she’s done. iii ACKNOWLEDGEMENTS I would like to acknowledge the members of my committee for their guidance and support, in particular Austin Mast for his patience and dedication to my success in this endeavor, Hank W.
    [Show full text]
  • 大和田q1) 有田 豊2) 神保 Q3) Q田泰則4) 中島秀雄5) 池田真澄 新津
    ?7@8D2ῌ (39), 2005 3 / 25 Mem. Natn. Sci. Mus., Tokyo, (39), March 25, 2005 ῏῎῍ῑῐῌῒ῔ΐ ῭Ὼ1)῎Ὼ 2)῎῞3)῎ῺΎ 4)῎ῲ ῎ 5)῎ ῱Ὼ῝ῒ῎῜ῴ῍3)῎ 6) Mamoru Owada1),Yutaka Arita2),Utsugi Jinbo3),Yasunori Kishida4),Hideo Nakajima5), Masumi Ikedaῒ,Shuhei Niitsu3) and Shihoko Keino6): Moths and Butterflies of the Akasaka Imperial Gardens, Tokyo, Central Japan ῦ ῰ ῼῦ ΐῥῌ ῥ 51 ha ῰῟ΐῦ῍ 1.5 km ῌ ῡ ῧ῞῞ !῜ῒ ΐῥῌ Ῐῡ#ῦ#$῞!Ῥ῏%&'!῟ῌ ῼΊ'Ῠῡ )*῭+῰ῪῨ,)῞῔ῦ῍ .῰῟ 2002 4 /0ῤ 2004 7 /ῡ῟ῌ +,-3ῳ/Ῠ04 ῖῦ67Ῠ Ὶ῟ῌ Ῐ)9Ῠ2:ῖῦ῍ ;ῐῚ<-45=6 ῖῠ῞45῞?7@A89B:9CD';῞ΐῦῌ ῑ=> ' ῾ῶῨ΅BῚCDFGΐῦ῍ =6῾ῶΐῚ῜῞ CIῨJῖῦῚῢῌ ῘῧῙῧῪ῾ῐΌDER῾ῶI !!ΰG #ῌ῾ῶῨ῕U῔ῌ Ῐ2Ῠ῔ῚΊ῔Ὶ῍ ῼXYXῖ@ ῭ZK7῭A#Ώ῔[8\ῌ ´^ ῶ ^ῪYX@ῌ ῶ^ῪYX@ῌ Ῥῶ^ῪYX@!b῭YῷX@ Z ef g8\ῌ ῰Xῖ@ '!ῺῳX@ O5eP`kῌ Ὸ ῱ῬX@ oῠ@A ῢ8\ῌ ῩῴῸΎῬX@῵ uῬX ' vwxyΐCDV Ὼ{|8\ῌ }ῷXῖ@ ~ ῭A W8\!X ῿῭AZ #kῌ ῶῼ}X@ ῭Zΐ῭A 8\!῭ZK [yΐῲ ῐ ] 8\ῌ ῴYῷX@ ^_CDV`kῌ ῴX@ῼX @Ῠ῏Ὼe῏%#b kῌ X@ῼX @ 'Ῠceῲ gkῌ Ὶe-῾ῶ ?7@A89B ´Wg8\῍ 04BῚ῜῞ iῷ'ῙlῚ῭m῕no῜Ὶ῍ ῼ῿ῐ῱ῴ Ό @@῭A Ό8\0ῤΰῨ¡¢ῗ῞῔ῚΊ῔Ὶ῍ ῴ Ώ-04Ῠo ¥῜Ὶ¦§_ΰrs ῎ΰr¦tuk v-;ῐ¨wῨ῔ῚΊ©ῌ ?7@A89Bx ?ªy8\ΰz,-04«;ῐ¢ῧῚΰῨῸ¬῔ῚΊ῔Ὶ῍ ῭ZK7῭Aῤ 8\ ῭ZKv-­ῐ῝῔῞ῌ }E¯ ῭A~±Ῡ῕8\ ῰`Ὺ ΅ ´µ¶ῼ ῟ 1) ?7@A89B:9CD' ῼ῜ῒ῟ 3ῌ23ῌ1 Department of Zoology, National Science Museum, Hyakunincho 3ῌ23ῌ1, Shinjuku. Tokyo, 169ῌ0073 Japan E-mail: [email protected] 2) ῗ῭A A':9ACD· Faculty of Agriculture, Meijo University, Nagoya 3) ῼ7῭A῭A¸ACD@ Graduate School of Science, Tokyo Metropolitan University 4) ῨA'ῲ¹Aº Hosen-gakuen High School, Tokyo 5) ῵»A'ῲA῎¹Aº Tsurumi-jogakuen High School, Yokohama 6) ῼῡ e Nishitokyo-shi, Tokyo 56 ῠX῰±῎n῰ o῎῕^ µ῎῰pq῎ῧῳ¶v῎ῥ῰῔t῎ῑZº ῎»^¼ ῏ῌ ῥ῞ῌ ῝ ῐῢῺ´ῠΰ ῑῑ ῟ ῒ ῠ Ῐ !῞῟῞῍ ῥ῞ῌ $%&´ 'ῢ()Ὶ *+ *ῠΰῌ ῝ -Ῠ/)ῢ ῠΌῘ0῎ ῞῟1Ὶῌ 34 ´ῠΰ67῵89῞῟:ῌ Ῐ < Ὶ῞῍ ῗῗῠ>Ὶῌ ΐ?@Aῢ ῿Ί1῍ ῐ῎ΐ῔ῌῐ῎῏ῑ CDE῏ ῠGῢ !ῢ῜ῠ 100 W ῢ#H 3 Iῌ 15 W + 20 W ΏKL`KῪῶPQ 2 I῜ `Ὶῌ Ό%SῩ 2 UVῬ῱ῌ ()Ὶ῞WDEῚ῞῍ KῪῶῶKLῼῢῙῦῌYΰ ῜-ῷ /ῧZῢ[\ῪῘ ]ῌ ^-ῧZ ῢΊῐῪῘ ] (Fig.
    [Show full text]
  • Galium Mollugo Agg. (Rubiaceae) in Slovakia
    Preslia, Praha, 65:201-207, 1993 Galium mollugo agg. (Rubiaceae) in Slovakia Galiu11~ mollugo agg. (Rubiaceae) na Slovcnsku Eleon6ra M i c h a 1 k o v a Department of Botany, Slovak Academy of Sciences, Dubravska cesta 14, 842 23 Bratislava, Slovak Republic Michalkova E. (1993): Galium mollugo agg. (Rubiaceae) in Slovakia. - Preslia, Praha, 65 :201 -207. Ke yw ords : Rubiales. Rubiaceae, Gali um mollugo complex, taxonomy, Slovakia The results of a taxonomic study on Galium mollugo agg. in Slovakia are presented. In Slovakia, this group includes 3 species: Gali um mollugo L. (2n = 2x =22), Galium pycnotrichum (H . Braun) Borba.s (2n = 4x = 44) with two varieties, and Galium album Miller (2n =4x = 44) with two subspecies and two varieties. Morphological descriptions and determination keys are given. It is concluded that Galium lucidum All. has not been confirmed in the flora of Slovakia so far. Some remarks on hybrid taxa are also included. Introduction The present paper reports on the taxonomic-chorological assessment of taxa included in Galium mollugo agg. in the West Carpathian and Panonnian regions and summarizes the current knowledge about this group in Central Europe. At present, the G. mollugo agg. (sect. Galium) includes diploid, tetraploid and hexaploid taxa occurring in Europe and West Asia. In North Africa and North America the species occur presumably as aliens. Many botanists have paid attention to the variation of Galium mollugo L. in Europe. With this respect, the work of H. Braun, covering the territory of Low Austria, may be considered among the most important (Braun 1892). Within G.
    [Show full text]
  • A List Ofjapanese Insect Collection by P. F. Von Siebold and H
    Bull. Kitakyushu Mus. Nat. Hist., 19: 43-75, pis. 5. March 31, 2000 A list ofJapanese Insect Collection by P. F. von Siebold and H. Burger preserved in Nationaal Natuurhistorisch Museum, Leiden, the Netherlands* Kyoichiro Ueda', Yoshihisa Sawada2, Yutaka Yoshiyasu3 and Toshiya Hirowatari4 'Kitakyushu Museum and Instituteof Natural History, 3-6-1 Nishihonmachi, Yahatahigashi-ku, Kitakyushu 805-0061 Japan 2Museum of Nature and Human Activities, Yayoigaoka, Sanda, Hyogo 669-13, Japan. sLaboratory of Applied Entomology, Faculty of Agriculture, Kyoto Prefectural University, Shimogamo, Kyoto, 606-8522Japan 4Entomological Laboratory, College of Agriculture, Osaka Prefecture University, Sakai, Osaka, 599-8531 Japan (Received November 25, 1999) Abstract Insect specimens collected by P. F. von Siebold and H. Burger with Japanese collaborators during their stay inJapan (1823-1829, 1825-1835) are reported on the basis of the collection preserved in Nationaal Natuurhistorisch Museum, Leiden, the Netherlands. A total 439 species (1,047 specimens) of the insects are listed and some of them are Figured. It is a scientifically important insect collection that reflects the old but rich Japanese insect fauna of circa the First half of the 19th century and includes many type-specimens. This is the First comprehensive report of the collection. Introduction Philipp Franz von Siebold (1796-1866) (Figs. 1-2) made an extensive re search on the natural history ofJapan with Heinrich Burger (1806-1858) (Fig. 3) during his first stay in Japan (1823-1829). Many Japanese naturalists, i.e., Mizutani Hobun, Okochi Sonshin, Ishii Soken and others contributed to their natural history collections (Ueno, 1987). These enormous collections were sent to Holland separately and almost arrived safely.
    [Show full text]
  • Folkestone and Hythe Birds Tetrad Guide: TR23 P (Capel-Le-Ferne and Folkestone Warren East)
    Folkestone and Hythe Birds Tetrad Guide: TR23 P (Capel-le-Ferne and Folkestone Warren East) The cliff-top provides an excellent vantage point for monitoring visual migration and has been well-watched by Dale Gibson, Ian Roberts and others since 1991. The first promontory to the east of the Cliff-top Café is easily accessible and affords fantastic views along the cliffs and over the Warren. The elevated postion can enable eye-level views of arriving raptors which often use air currents over the Warren to gain height before continuing inland. A Rough-legged Buzzard, three Black Kites, three Montagu’s Harriers and numerous Honey Buzzards, Red Kites, Marsh Harriers and Ospreys have been recorded. It is also perfect for watching arriving swifts and hirundines which may pause to feed over the Warren. Alpine Swift has occurred on three occasions and no less than nine Red- rumped Swallows have been logged here. Looking west from near the Cliff-top Café towards Copt Point and Folkestone Looking east from near the Cliff-top Café towards Abbotscliffe The Warren below the Cliff-top Café Looking west from the bottom of the zigzag path Visual passage will also comprise Sky Larks, Starlings, thrushes, wagtails, pipits, finches and buntings in season, whilst scarcities have included Tawny Pipit, Golden Oriole, Serin, Hawfinch and Snow Bunting. Other oddities have included Purple Heron, Short-eared Owl, Little Ringed Plover, Ruff and Ring-necked Parakeet, whilst in June 1992 a Common Rosefinch was seen on the cliff edge. Below the Cliff-top Café there is a zigzag path leading down into the Warren.
    [Show full text]