Nr. 38656 21 juli STAATSCOURANT 2020 Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Publicatie AGOS, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, wijziging productdossiers BOB “Casciotta d’Urbino en BGA Peperone di Senise

Gelet op artikel 2 van het Instellingsbesluit Adviescommissie geografische aanduidingen, oorsprongs- benamingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten maakt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland de volgende publicaties in Publicatieblad C 223 van 7 juli 2020 van de Europese Unie bekend.

Iedere natuurlijke of rechtspersoon die kan aantonen een rechtmatig belang te hebben in verband met door de Europese Commissie voorgenomen wijziging van bestaande productdossiers, kan tot uiterlijk 7 september 2020 zijn bedenkingen daartegen kenbaar maken door middel van toezending van een gemotiveerde verklaring aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, secretariaat AGOS, Postbus 93119, 2509 AC Den Haag, of per e-mail: [email protected]

Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2020/C 223/06)

Deze bekendmaking verleent het recht om binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees parlement en de Raad1 bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.

AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN

Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 “Casciotta d’Urbino” EU-nr.: PDO-IT-0005-AM01 – 30.7.2018 BOB (X) BGA ()

1. Aanvragende groepering en rechtmatig belang

Consorzio di Tutela Casciotta d’Urbino DOP (consortium voor de bescherming van de beschermde oorsprongsbenaming “Casciotta d’Urbino”), Via Corbara, 81 – 61030 Colli Metauro (Pesaro e Urbino, Italia), tel. +39 0721879832, fax +39 0721879807; e–mail: [email protected] Het consortium voor de bescherming van de beschermde oorsprongsbenaming “Casciotta d’Urbino” bestaat uit producenten van “Casciotta d’Urbino”-kaas en heeft uit hoofde van artikel 13, lid 1, van decreet nr. 12511 van het Ministerie van Landbouw-, Voedsel- en Bosbouwbeleid van 14 oktober 2013 het recht een wijziging in te dienen.

2. Lidstaat of derde land

Italië

3. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben

h Productnaam H Beschrijving van het product H Geografisch gebied H Bewijs van oorsprong H Werkwijze voor het verkrijgen van het product h Verband H Etikettering

1 PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

1 Staatscourant 2020 nr. 38656 21 juli 2020 H Overige: de namen van de artikelen van het productdossier worden gewijzigd en er worden enkele artikelen met betrekking tot de benaming en de controle-instantie ingevoegd.

4. Aard van de wijziging(en)

h Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd. H Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig docu- ment) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

5. Wijziging(en)

De BOB “Casciotta d’Urbino” is geregistreerd bij Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie overeenkomstig de in artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad vastgelegde proce- dure. De gegevens van de betreffende BOB zijn te vinden in het decreet van het Ministerie van Landbouw-, Voedsel- en Bosbouwbeleid van 4 augustus 1993, in de samenvatting en in een verslag van vijf bladzijden. Met deze wijziging worden derhalve alle gegevens uit deze verschillende documenten aan het productdossier toegevoegd waarmee het productdossier in overeenstemming wordt gebracht met de verordening.

Beschrijving van het product

De wijziging betreft artikel 2 van het productdossier (decreet van het Ministerie van Landbouw-, Voedsel- en Bosbouwbeleid van 4 augustus 1995), nu punt 3.2 van het enig document. – De maximale hoogte van de kaaswielen wordt verhoogd. De huidige tekst luidt als volgt: “Wielhoogte tussen 5 cm en 7 cm”. De tekst wordt vervangen door: “Wielhoogte tussen 5 cm en 9 cm”. Zoals uit inspecties van de afgelopen jaren is gebleken, kan het kaaswiel hoger zijn dan de 7 cm die momenteel in het productdossier staat vermeld; de diameter en het gewicht blijven onveranderd. Deze afmeting moet worden gecorrigeerd om te voorkomen dat wordt vastgesteld dat kazen niet aan de voorschriften voldoen, enkel vanwege een fout die is gemaakt bij het opstellen van het productdos- sier doordat de beschikbare gegevens de omstandigheden bij de kaasbereiding van “Casciotta d’Urbino” niet volledig weergaven. – De volgende zin wordt toegevoegd: “Elke stof die volgens de toepasselijke voorschriften is toegelaten, mag worden gebruikt om op het oppervlak van de kaas aan te brengen. Deze buitenste laag (korst) is niet eetbaar.”. Hoewel deze praktijk, die door sommige kaasmakers wordt toegepast, niet wordt verboden door het huidige productdossier, lijkt het raadzaam deze expliciete verwijzing toe te voegen.

Geografisch gebied

Het geografische gebied is aangepast in verband met administratieve wijzigingen die tot gevolg hebben dat sommige gemeenten deel uitmaken van de provincie Rimini. Artikel 1 van het productdos- sier (decreet van het Ministerie van Landbouw-, Voedsel- en Bosbouwbeleid van 4 augustus 1995), punt f) van de samenvatting, punt 4 van het enig document. De huidige formulering luidt: ““Casciotta d’Urbino” wordt bereid en gerijpt in de provincie Pesaro e Urbino, waar ook de gebruikte melk vandaan komt.”. De tekst wordt vervangen door: ““Casciotta d’Urbino” wordt bereid en gerijpt in de provincie Pesaro e Urbino, evenals in de gemeen- ten Novafeltria, Talamello, Sant’Agata Feltria, Casteldelci, Maiolo, San Leo en Pennabilli in de provincie Rimini. Dit is tevens het gebied waar de gebruikte melk vandaan komt.”. Het geografische gebied zelf is niet gewijzigd, maar sommige gemeenten die ten tijde van de registratie van de benaming deel uitmaakten van de provincie Pesaro e Urbino, maken nu deel uit van de provincie Rimini.

Bewijs van oorsprong

Er wordt een specifiek artikel over bewijs van oorsprong toegevoegd, dat momenteel niet in het productdossier is opgenomen.

2 Staatscourant 2020 nr. 38656 21 juli 2020 Dit artikel luidt: “Artikel 4 Bewijs van oorsprong Elke fase van het productieproces wordt gecontroleerd en alle in- en outputs worden geregistreerd. Zo kan de traceerbaarheid van het product worden gegarandeerd. Ook de vermelding van de landbou- wers, kaasmakerijen, kaasrijpers, portiesnijders en verpakkers in door de controle-instantie bijgehou- den registers en de onverwijlde aangifte van alle geproduceerde hoeveelheden dragen hieraan bij. Alle personen en entiteiten die ingeschreven zijn in de registers, worden onderworpen aan de controle door de controle-instantie volgens de bepalingen van het productdossier en het betreffende controle- plan.”. Door de toevoeging van gegevens over het bewijs van de oorsprong wordt het productdossier in overeenstemming gebracht met Verordening (EU) nr. 1151/2012.

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

− De eerste alinea van artikel 2 van het productdossier is gewijzigd door het schrappen van: − de beschrijving van de kaas als “halfverhitte kaas”; − de woorden “van twee melkbeurten per dag”.

De huidige formulering: ““Casciotta d’Urbino” is een halfverhitte kaas gemaakt van melk – tussen 70% en 80% volle schapen- melk en de overige 20–30% volle koemelk van twee melkbeurten per dag – uit het gebied zoals beschreven in artikel 3.”, wordt vervangen door: ““Casciotta d’Urbino” is een kaas gemaakt van melk – tussen 70% en 80% volle schapenmelk en de overige 20–30% volle koemelk – uit het gebied zoals beschreven in artikel 3.”. De reden dat het woord “halfverhitte” is geschrapt, is dat “Casciotta d’Urbino” niet voldoet aan de eisen om in de meest gebruikte classificaties als “halfverhitte kaas” (formaggio a pasta semicotta) te worden gedefinieerd. In de loop der jaren heeft deze definitie een aantal problemen in de controlefase opgeleverd. De schrapping van deze term corrigeert derhalve een onjuistheid in het huidige product- dossier en heeft geen gevolgen voor de specificiteit of de kenmerken van het product. De verwijzing naar twee melkbeurten per dag is geschrapt om de mogelijkheid open te laten om robotmelksystemen te gaan gebruiken. Al vele jaren blijkt uit tests dat een controle of een kaas de vereiste vet/caseïne-verhouding heeft, volstaat om te waarborgen dat deze aan de in het productdossier vastgelegde kenmerken voldoet. Het gebruik van robotmelksystemen heeft geen invloed op de eigenschappen van de melk in technisch of wetenschappelijk opzicht, maar verbetert wel het dierenwelzijn. − Details van veerassen en -voeders die tot nu toe alleen vermeld stonden in documenten die in het bezit zijn van het consortium voor de bescherming van de beschermde oorsprongsbenaming “Casciotta d’Urbino”, worden opgenomen in het productdossier. De lijst met rassen waarnaar wordt verwezen in het dossier voor de registratie van de naam “Casciotta d’Urbino”, moet in feite worden gezien als een representatieve maar niet volledige lijst van schapen- rassen die ten tijde van de registratie aanwezig waren op de bedrijven. In de documentatie die bij de aanvraag tot registratie in de dossiers van de Commissie is gevoegd, worden geen runderrassen genoemd, maar wel de volgende schapenrassen: Sarda, Sopravvissana, , en Merino. In de uitgebreidere en gedetailleerdere documenten van het consortium van producenten worden de volgende dierenrassen vermeld: schapenrassen: Sarda, Sopravvissana, Gentile di Puglia, Merino, , Massese, Vissana, , , en kruisingen van deze rassen; runderrassen: Frisona Italiana, Bruna, Pezzata Rossa, Jersey en kruisingen van deze rassen. Dienovereenkomstig wordt de volledige lijst met schapen- en runderrassen waarvan de melk wordt gebruikt voor de productie van “Casciotta d’Urbino”, in de voorgestelde bewoordingen toegevoegd aan het productdossier. Tevens wordt voorgesteld de volgende schapenrassen toe te voegen: , Lacuane en Assaf. De toevoeging van de genoemde rassen wordt ook gerechtvaardigd door het feit dat zij geschikt zijn om een deel van de tijd op stal te houden. Al zo’n tien jaar worden de schapen van de landbouwbe- drijven – zelfs overdag – frequent aangevallen door wolven die in het gebied rondtrekken, waardoor veehouders zich gedwongen zien de weideperioden in te korten en de voorkeur te geven aan rassen die beter aangepast zijn om zo nodig op stal te staan. De nieuwe in te voegen tekst luidt als volgt: “De schapenrassen zijn: Sarda, Sopravvissana, Gentile di Puglia, Merino, Comisana, Massese, Vissana, Cornella Bianca, Fabrianese, Delle Langhe, Lacaune, Assaf, Pinzirita en kruisingen van deze rassen. De koemelk moet afkomstig zijn van de rassen Frisona Italiana, Bruna, Pezzata Rossa, Jersey en kruisingen van deze rassen.”.

3 Staatscourant 2020 nr. 38656 21 juli 2020 Wat diervoeders betreft, wordt in de tekst het volgende opgemerkt: “Vee kan op stal of in de wei worden gehouden. Het basisvoer van de melkkoeien, dat bestaat uit verse of gedroogde voedergewassen en al dan niet geconcentreerde voermengsels, moet voor ten minste 50% afkomstig zijn uit het in artikel 3 afgeba- kende oorsprongsgebied en is bestemd voor lacterende koeien, droogstaande koeien en koekalveren van meer dan zeven maanden oud. Ten minste 75% van de droge stof van de voedergewassen in het dagelijkse rantsoen moet afkomstig zijn van voedermiddelen die verkregen zijn in het in artikel 3 afgebakende productiegebied van de melk. Toegestane voedergewassen zijn: verse voedergewassen van blijvend of tijdelijk grasland, voederplanten, hooi van op het veld gedroogde voederplanten, stro van granen, kuilvoer, gehakseld voer, voordroog. Toegestane diervoeders zijn: graangewassen en afgeleide producten daarvan, maïskoek, oliehoudende zaden en afgeleide producten daarvan, wortel- en knolgewassen, droog voeder, afgeleide producten van de suikerindustrie zoals melasse, en/of afgeleide producten die uitsluitend als technische hulpstoffen en smaakversterkers worden gebruikt voor maximaal 2,5% van de droge stof van het dagelijkse rantsoen. Andere toegestane diervoeders: zaden van peulvruchten, gedroogde johannesbroodpitten en daarvan afgeleide producten, vetten, wettelijk toegestane minerale zouten, en additieven zoals vitaminen, spoorelementen, aminozuren, en wettelijk toegestane aromatische stoffen en antioxidanten (uitsluitend natuurlijke of natuuridentieke). Het gebruik van inactieve biergist in voormengsels van levensmiddelenadditieven is eveneens toegestaan. Het basisrantsoen van de schapen bestaat uit voedergewassen (vers of verduurzaamd), diervoeder en/of krachtvoer, waarvan ten minste 50% afkomstig moet zijn uit het in artikel 3 afgebakende oorsprongsgebied. Ten minste 75% van de droge stof van de voedergewassen in het dagelijkse rantsoen moet afkomstig zijn van voedermiddelen die verkregen zijn in het in artikel 3 afgebakende productiegebied van de melk. De voedergewassen voor beide diersoorten zijn niet volledig afkomstig uit het geografische gebied omdat er in het gebied vanwege de gestage afname van landbouwactiviteiten en de geografische en klimaatomstandigheden onvoldoende voedergewassen kunnen worden geteeld om de vraag van de veehouderijen geheel te dekken, en niet wordt verwacht dat hier in de toekomst verandering in komt. Omdat deze diervoeders niet kunnen worden vervangen door hoogwaardig voeder uit het gebied zelf, moet het gebruik van voeders, krachtvoer en aanvullende voeders van buiten het gebied worden toegestaan. Deze producten worden gemakkelijk afgebroken en lossen snel op (korrels met een grootte van minder dan 0,8 cm) en zijn een bron van energie (met name door reservekoolhydraten zoals zetmeel) en direct beschikbaar eiwit voor het microbioom. Hun rol is echter beperkt tot de fysiologische functie van ondersteuning van het microbioom, en zij hebben daarom geen invloed op de eigenschappen van de melk en van de “Casciotta d’Urbino”. Het voeren met een rijk rantsoen op basis van voedergewassen, waarbij ten minste 75% van de droge stof van de voedergewassen in het dagelijkse rantsoen in het gebied zelf is geproduceerd, bepaalt dus mede de chemische en sensori- sche eigenschappen van de grondstof en het eindproduct. Dit is dus een essentieel verband tussen de grondstof, het eindproduct en het gebied.”. Met deze wijziging wordt voldaan aan de noodzaak om het productdossier in overeenstemming te brengen met Verordening (EU) nr. 1151/2012. − Wijziging van artikel 2, onder a), van het huidige productdossier: In dit artikel wordt nu bepaald dat de melk rauw of gepasteuriseerd mag zijn. Ook het gebruik van starterculturen is toegestaan. De zin waarin de fase na het uitscheppen van de wrongel wordt beschreven, is ook geherformuleerd. De huidige formulering luidt: “De schapen- en koemelk wordt bij een temperatuur van circa 35 °C tot kaas verwerkt; hierbij wordt vloeibaar stremsel en/of stremselpoeder gebruikt. De kazen moeten volgens de karakteristieke methode met de hand in geschikte vormen worden geperst.”. De tekst wordt vervangen door: “De rauwe of gepasteuriseerde schapen- en koemelk wordt bij een temperatuur van circa 35 °C tot kaas verwerkt; hierbij wordt vloeibaar stremsel en/of stremselpoeder gebruikt. Ook mogen startercul- turen worden gebruikt. De wrongel moet in geschikte vormen worden gegoten om de wei eruit te persen.”. Aangezien in het huidige productdossier niet wordt aangegeven of de melk rauw of warmtebehandeld moet zijn, werd het (onder meer om goed toezicht te kunnen uitoefenen) passend geacht te specifice- ren dat zowel rauwe als warmtebehandelde melk mag worden gebruikt. Dit is in de praktijk bij de productie van “Casciotta d’Urbino” steeds het geval geweest. De afgelopen jaren zijn de microbiologische kenmerken van de melk over het algemeen verbeterd, waardoor deze aanzienlijk minder bacteriën bevat, die in sommige gevallen problemen veroorzaakten in de coagulatie- en rijpingsfase. Om deze mogelijke problemen te voorkomen, bevat het productdos- sier nu ook de optie om melkzuurbacteriën te gebruiken. − Artikel 2, onder b), is gewijzigd. De huidige tekst luidt als volgt: “Kaasmakers kunnen de kazen met droog zout inzouten of afwisselend pekel en droog zout gebruiken.

4 Staatscourant 2020 nr. 38656 21 juli 2020 De kaas moet 20 tot 30 dagen rijpen bij een temperatuur van 10–14 °C en een luchtvochtigheid van 80–90%, afhankelijk van de grootte.”. De tekst wordt vervangen door: “Zouten: Kaasmakers kunnen de kazen inzouten met droog zout of pekel. De kaas moet 15 tot 30 dagen rijpen bij een temperatuur van 8–14 °C en een luchtvochtigheid van 80–90%, afhankelijk van de grootte.”. De beschrijving van de methoden voor het zouten is geherformuleerd, de minimale rijpingstijd is teruggebracht van 20 naar 15 dagen en de minimale rijpingstemperatuur is verlaagd van 10 °C naar 8 °C. Met het woord “afwisselend” in het productdossier bedoelden de producenten dat deze twee opties “alternatieven” waren, dat wil zeggen dat kaasmakers uit de twee opties konden kiezen. Daarom is besloten de beschrijving van deze productiefase te vereenvoudigen om mogelijke misverstanden te voorkomen. Door de verbeterde technologie die kaasmakers door de jaren heen zijn gaan toepassen, waaronder aanpassingen om te voldoen aan EU-wetgeving op het gebied van gezondheid en hygiëne, is het productieproces verbeterd, waardoor met een kortere rijpingstijd aan de in het productdossier vastgelegde normen voor “Casciotta d’Urbino” kan worden voldaan. De verlaging van de rijpingstemperatuur was noodzakelijk omdat het gebruik van nauwkeuriger thermometers op de locaties waar “Casciotta d’Urbino” wordt gerijpt aan het licht heeft gebracht dat deze parameter moet worden herzien om te voorkomen dat een product met de kenmerken van “Casciotta d’Urbino” niet aan de regelgeving voldoet.

Verband

Het productdossier omvat nu ook een specifiek artikel over het verband, dat tot nu toe alleen in de samenvatting was opgenomen. De gegevens onder d) en f) van de samenvatting wordt derhalve in het productdossier opgenomen als artikel 6 getiteld “Verband met het geografische gebied”. Op grond van de EU-verordening zijn hieraan enkele gegevens toegevoegd. Het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 6 Verband met het plaatselijke gebied Het geografische verband vloeit voort uit de specifieke plaatselijke bodem- en klimaatomstandigheden en uit de landbouwpraktijk, waarin voornamelijk gebruik wordt gemaakt van de plaatselijke weide- gronden. Verstandig gebruik van sterk uitgeputte of kwetsbare weidegronden voorkomt overbegrazing en verbetert de kenmerken van de weidegronden door een beter evenwicht tussen bos/weide/ akkerbouw. Ook de extensivering van de akkerbouw draagt hieraan bij: deze zorgt voor de instandhou- ding van land- en bosbouwgrond, bepaalt de samenstelling van deze grond, en geeft de melk en daarmee de kaas hun karakteristieke geur en smaak. Significante menselijke factoren zijn onder meer de historische aanwezigheid van de kaas en zijn verspreiding over het afgebakende gebied. De schapen- en rundveehouderij gaat terug tot 1500 en werd gestimuleerd door de hertogen van Montefeltro en Rovere om de praktijk van de transhumance op hun gronden aan banden te leggen. Een groot aantal schriftstukken uit de renaissance getuigt van de historische aanwezigheid van kaas in het afgebakende gebied. Karakteristiek voor het product zijn de grootte, het gewicht en de hoogte van de kaas, die nauw verband houden met het gebruik van vormen van aardewerk en terracotta met een dichte, bolle bodem en een klein gat voor het uitlekken van de wei, die typisch zijn voor het gebied rond Urbania. Een ander zeer specifiek kenmerk is de samenstelling van het melkmengsel dat voor de bereiding van de kaas wordt gebruikt (70% schapenmelk en 30% koemelk). De productiemethoden, eeuwenoude tradities en de klimaat- en milieuomstandigheden geven dit product zijn specifieke organoleptische en commerciële kenmerken. “Casciotta d’Urbino” heeft een dunne korst, die na rijping doorgaans strokleurig is. Vanbinnen heeft de kaas een witachtige strokleur, een zachte en kruimelige textuur, met her en der ogen (die “buchini” worden genoemd en ontstaan als gevolg van de natuurlijke gasproductie). Aangezien “Casciotta d’Urbino” niet wordt gerijpt, behoudt de kaas de typische smaak van verse melk, die met name naar voren komt in zijn frisse en aromatische geur. “Casciotta d’Urbino” heeft een zoete, volle en aangenaam zure smaak die typisch is voor schapen- en koemelk.”.

Etikettering

Het artikel over de wijze waarop het product moet worden geëtiketteerd en in de handel moet worden gebracht, wordt uitgebreid (artikel 3 van het huidige productdossier, artikel 8 van het voorgestelde productdossier). De bepalingen met betrekking tot het BOB-logo, die tot dusver in een bijlage werden beschreven, worden nu opgenomen in de hoofdtekst van het productdossier. De huidige formulering: “Wanneer kaas met de oorsprongsbenaming “Casciotta d’Urbino” in de handel wordt gebracht, moet hij zijn voorzien van een etiket met het logo zoals weergegeven in bijlage A (een integraal onderdeel

5 Staatscourant 2020 nr. 38656 21 juli 2020 van dit besluit) om te waarborgen dat hij aan alle relevante wettelijke eisen voldoet.”, wordt vervangen door de volgende tekst: “Kazen met de BOB “Casciotta d’Urbino” worden ofwel in hun geheel ofwel in porties in de handel gebracht.”. Op een van de twee platte zijden van het product dat in de handel wordt gebracht, moet een etiket met informatie worden aangebracht. Naast het productlogo, het symbool van de Europese Unie en de specifieke bewoordingen (overeen- komstig de EU-regelgeving) alsmede de wettelijk voorgeschreven informatie, moet op dit etiket in duidelijke en leesbare letters het volgende worden vermeld: − “Casciotta d’Urbino”; dit mag niet worden vertaald en moet worden gevolgd door de hoofdletters (DOP) (dat wil zeggen BOB) of voluit in de te vertalen bewoordingen “Denominazione di Origine Protetta” (beschermde oorsprongsbenaming); − de naam, de bedrijfsnaam en het adres van de kaasmaker, de kaasrijper en de verpakker. Het product kan vacuümverpakt worden verkocht, in zijn geheel of in porties. Verwijzingen naar namen, bedrijfsnamen en individuele handelsmerken zijn toegestaan, mits deze niet in lovende bewoordingen zijn gesteld en de consument niet misleiden. Andere waarheidsgetrouwe en controleerbare referenties die op grond van de huidige wetgeving zijn toegestaan, mogen ook worden gebruikt, mits zij niet botsen met de doeleinden en inhoud van dit productdossier. Het logo bestaat uit een eenvoudige afbeelding van een kaaswiel waaruit een kwart is uitgesneden. De kaas is ingekleurd met twee tinten strogeel (pantone 102 en pantone 100) en is blauw omrand (pantone Reflex Blue). Onder het kaaswiel steekt een rood (pantone 032) lint in de vorm van een zwaluwstaart uit. Boven het logo staan in een halve cirkel de woorden “Casciotta d’Urbino” (lettertype Futura Bold in pantone Reflex Blue). Het logo kan worden aangepast voor verschillende toepassingen.

Dit vormt een verbetering van het artikel door de toevoeging van informatie die uitgebreider is en gemakkelijker te begrijpen is door de consument.

Overige

– Er wordt een specifiek artikel over de naam van het product toegevoegd, dat niet in het geldende productdossier was opgenomen. Dit artikel luidt: “Artikel 1 De beschermde oorsprongsbenaming (BOB) “Casciotta d’Urbino” mag alleen worden gebruikt voor kaas die voldoet aan de in dit productdossier vastgestelde voorwaarden en eisen.”. − Er is een specifiek artikel over de controle-instantie toegevoegd, dat niet in het geldende product- dossier was opgenomen. Dit nieuwe artikel luidt als volgt: “Artikel 7 Controles Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1151/2012 controleert een controle-instantie of het product voldoet aan de eisen van het productdossier. Controles of het product voldoet aan de eisen van het productdossier worden uitgevoerd door de openbare controle-instantie van de Agenzia Servizi al Settore Agroalimentare delle Marche (ASSAM) (Via dell’Industria n. 1 I–60027 Osimo Stazione (Ancona, Italië), tel. 0718081, fax +07185979, e–mail [email protected]).”. Met deze wijziging wordt voldaan aan de noodzaak om het productdossier in overeenstemming te brengen met Verordening (EU) nr. 1151/2012.

6 Staatscourant 2020 nr. 38656 21 juli 2020 − De namen van de artikelen van het productdossier zijn gewijzigd, en er zijn enkele artikelen over de controle-instantie toegevoegd, waardoor het productdossier nu als volgt is opgebouwd: Artikel 1 “Naam”; artikel 2 “Kenmerken van het product”; artikel 3 “Productiegebied”; artikel 4 “Bewijs van oorsprong”; artikel 5 “Werkwijze voor het verkrijgen van het product”; artikel 6 “Verband met het geografische gebied”; artikel 7 “Controles”; artikel 8 “Verpakking en etikettering”. Met deze wijziging wordt alle bij de verordening vereiste informatie in het productdossier samenge- voegd en wordt deze leesbaarder.

ENIG DOCUMENT

“Casciotta d’Urbino” EU-nr.: PDO-IT-0005-AM01 – 30.7.2018 BOB (X) BGA ()

1. Naam/Namen (van de BOB of de BGA)

“Casciotta d’Urbino”

2. Lidstaat of derde land

Italië

3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1. Productcategorie

Categorie 1.3 – Kaas

3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

Wanneer het product met de BOB “Casciotta d’Urbino” in de handel wordt gebracht, vertoont het de volgende kenmerken: vorm: een laag cilindrisch kaaswiel met afgeronde zijkanten; afmetingen: diameter 12–16 cm en hoogte 5–9 cm; gewicht tussen 800 g en 1200 g, afhankelijk van de grootte; uiterlijk voorkomen: dunne korst, circa 1 mm dik, strokleurig aan het eind van het rijpingsproces; massa: vanbinnen zacht en kruimelig met verspreid een aantal ogen, heeft bij het aansnijden een witachtige strokleur; smaak: mild van smaak, typerend voor de toegepaste kaasbereidingsmethoden; vet in droge stof: ten minste 45%. Het product wordt als tafelkaas gebruikt. Elke stof die volgens de toepasselijke voorschriften is toegestaan, mag worden gebruikt om het oppervlak van de kaas te bedekken. De buitenste laag (korst) is niet eetbaar.

3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

“Casciotta d’Urbino” is kaas gemaakt van 70% tot 80% volle schapenmelk en de overige 20–30% volle koemelk. De toegestane schapenrassen zijn: Sarda, Sopravvissana, Gentile di Puglia, Merino, Comisana, Massese, Vissana, Cornella Bianca, Fabrianese, Delle Langhe, Lacaune, Assaf, Pinzirita en kruisingen van deze rassen. De koemelk moet afkomstig zijn van de rassen Frisona Italiana, Bruna, Pezzata Rossa, Jersey en kruisingen van deze rassen. Vee kan op stal of in de wei worden gehouden. Het basisvoer van de melkkoeien, dat bestaat uit verse of gedroogde voedergewassen en al dan niet geconcentreerde voermengsels, moet voor ten minste 50% afkomstig zijn uit het in artikel 4 afgeba- kende oorsprongsgebied en is bestemd voor lacterende koeien, droogstaande koeien en koekalveren van meer dan zeven maanden oud. Ten minste 75% van de droge stof van de voedergewassen in het dagelijkse rantsoen moet afkomstig zijn van voedermiddelen die zijn geproduceerd in het in punt 4 afgebakende geografische gebied. Toegestane voedergewassen zijn: verse voedergewassen van blijvend of tijdelijk grasland, voederplanten, hooi van op het veld gedroogde voederplanten, stro van granen, kuilvoer, gehakseld voer, voordroog. Toegestane diervoeders zijn: graangewassen en afgeleide producten daarvan, maïskoek, oliehoudende zaden en afgeleide producten daarvan, wortel- en knolgewassen, droog voeder, afgeleide producten van de suikerindustrie zoals melasse, en/of afgeleide producten die uitsluitend als technische hulpstoffen en smaakversterkers worden gebruikt voor maximaal 2,5% van de droge stof van het dagelijkse rantsoen. Andere toegestane diervoeders:

7 Staatscourant 2020 nr. 38656 21 juli 2020 zaden van peulvruchten, gedroogde johannesbroodpitten en daarvan afgeleide producten, vetten, wettelijk toegestane minerale zouten, en additieven zoals vitaminen, spoorelementen, aminozuren, en wettelijk toegestane aromatische stoffen en antioxidanten (uitsluitend natuurlijke of natuuridentieke). Het gebruik van inactieve biergist in voormengsels van levensmiddelenadditieven is eveneens toegestaan. Ten minste 50% van het basisrantsoen van de schapen – voedergewassen (vers of verduurzaamd), diervoeder en/of krachtvoer – moet afkomstig zijn uit het afgebakende oorsprongsgebied. Ten minste 75% van de droge stof van de voedergewassen in het dagelijkse rantsoen moet afkomstig zijn van voedermiddelen die zijn verkregen in het in punt 4 afgebakende productiegebied van de melk. De voedergewassen voor beide diersoorten zijn niet volledig afkomstig uit het geografische gebied omdat er in het gebied vanwege de gestage afname van landbouwactiviteiten en de geografische en klimaatomstandigheden onvoldoende voedergewassen kunnen worden geteeld om de vraag van de veehouderijen geheel te dekken, en niet wordt verwacht dat hier in de toekomst verandering in komt. Omdat deze diervoeders niet kunnen worden vervangen door hoogwaardig voeder uit het gebied zelf, moet het gebruik van voeders, krachtvoer en aanvullende voeders van buiten het gebied worden toegestaan. Deze producten worden gemakkelijk afgebroken en lossen snel op (korrels met een grootte van minder dan 0,8 cm) en zijn een bron van energie (met name door reservekoolhydraten zoals zetmeel) en direct beschikbaar eiwit voor het microbioom. Hun rol is echter beperkt tot de fysiologische functie van ondersteuning van het microbioom, en zij hebben daarom geen invloed op de eigenschappen van de melk en van de “Casciotta d’Urbino”. Het voeren met een rijk rantsoen op basis van voedergewassen, waarbij ten minste 75% van de droge stof van de voedergewassen in het dagelijkse rantsoen in het gebied zelf is geproduceerd, bepaalt dus mede de chemische en sensori- sche eigenschappen van de grondstof en het eindproduct. Dit is dus een essentieel verband tussen de grondstof, het eindproduct en het gebied.

3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Alle fasen van het productieproces (het fokken van het vee, het melken en het bereiden en rijpen van de kaas) moeten in het afgebakende geografische gebied plaatsvinden.

3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Kazen met de BOB “Casciotta d’Urbino” worden ofwel in hun geheel ofwel in porties in de handel gebracht. Het product kan vacuümverpakt worden verkocht, in zijn geheel of in porties.

3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Op een van de twee platte zijden van het product dat in de handel wordt gebracht, moet een etiket met informatie worden aangebracht. Naast het productlogo, het symbool van de Europese Unie en de specifieke bewoordingen (overeen- komstig de EU-regelgeving) alsmede de wettelijk voorgeschreven informatie, moet op dit etiket in duidelijke en leesbare letters het volgende worden vermeld: − “Casciotta d’Urbino”; dit mag niet worden vertaald, en moet worden gevolgd door de hoofdletters (DOP) (dat wil zeggen BOB) of voluit in de te vertalen bewoordingen “Denominazione di Origine Protetta” (beschermde oorsprongsbenaming); − de naam, de bedrijfsnaam en het adres van de kaasmaker, de kaasrijper en de verpakker. Verwijzingen naar namen, bedrijfsnamen en individuele handelsmerken zijn toegestaan, mits deze niet in lovende bewoordingen zijn gesteld en de consument niet misleiden. Andere waarheidsgetrouwe en controleerbare referenties die op grond van de huidige wetgeving zijn toegestaan, mogen ook worden gebruikt, mits zij niet botsen met de doeleinden en inhoud van dit productdossier. Het logo bestaat uit een eenvoudige afbeelding van een kaaswiel waaruit een kwart is uitgesneden. De kaas is ingekleurd met twee tinten strogeel (pantone 102 en pantone 100) en is blauw omrand (pantone Reflex Blue). Onder het kaaswiel steekt een rood (pantone 032) lint in de vorm van een zwaluwstaart uit. Boven het logo staan in een halve cirkel de woorden “Casciotta d’Urbino” (lettertype Futura Bold in pantone Reflex Blue). Het logo kan worden aangepast voor verschillende toepassingen.

8 Staatscourant 2020 nr. 38656 21 juli 2020 4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

“Casciotta d’Urbino” wordt bereid en gerijpt in de provincie Pesaro e Urbino, evenals in de gemeen- ten Novafeltria, Talamello, Sant’Agata Feltria, Casteldelci, Maiolo, San Leo en Pennabilli in de provincie Rimini. Dit is tevens het gebied waar de gebruikte melk vandaan komt.

5. Verband met het geografische gebied

Het geografische verband vloeit voort uit de specifieke plaatselijke bodem- en klimaatomstandigheden en uit de landbouwpraktijk, waarin voornamelijk gebruik wordt gemaakt van de plaatselijke weide- gronden. Verstandig gebruik van sterk uitgeputte of kwetsbare weidegronden voorkomt overbegrazing en verbetert de kenmerken van de weidegronden door een beter evenwicht tussen bos/weide/ akkerbouw. Ook de extensivering van de akkerbouw draagt hieraan bij: deze zorgt voor de instandhou- ding van land- en bosbouwgrond, bepaalt de samenstelling van deze grond, en geeft de melk en daarmee de kaas hun karakteristieke geur en smaak. Significante menselijke factoren zijn onder meer de historische aanwezigheid van de kaas en zijn verspreiding over het afgebakende gebied. De schapen- en rundveehouderij gaat terug tot 1500 en werd gestimuleerd door de hertogen van Montefeltro en Rovere om de praktijk van de transhumance op hun gronden aan banden te leggen. Een groot aantal schriftstukken uit de renaissance getuigt van de historische aanwezigheid van kaas in het afgebakende gebied. Karakteristiek voor het product zijn de grootte, het gewicht en de hoogte van de kaas, die nauw verband houden met het gebruik van vormen van aardewerk en terracotta met een dichte, bolle bodem en een klein gat voor het uitlekken van de wei, die typisch zijn voor het gebied rond Urbania. Een ander zeer specifiek kenmerk is de samenstelling van het melkmengsel dat voor de bereiding van de kaas wordt gebruikt (70% schapenmelk en 30% koemelk). De productiemethoden, eeuwenoude tradities en de klimaat- en milieuomstandigheden geven dit product zijn specifieke organoleptische en commerciële kenmerken. “Casciotta d’Urbino” heeft een dunne korst, die na rijping doorgaans strokleurig is. Vanbinnen heeft de kaas een witachtige strokleur, een zachte en kruimelige textuur, met her en der ogen (die “buchini” worden genoemd en ontstaan als gevolg van de natuurlijke gasproductie). Aangezien “Casciotta d’Urbino” niet wordt gerijpt, behoudt de kaas de typische smaak van verse melk, die met name naar voren komt in zijn frisse en aromatische geur. “Casciotta d’Urbino” heeft een zoete, volle en aangenaam zure smaak die typisch is voor schapen- en koemelk.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening) De volledige tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd op https://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335 of: door de startpagina van het Ministerie van Landbouw-, Voedsel- en Bosbouwbeleid (www.politicheagricole.it) te openen en te klikken op “Qualità” (rechtsboven in het scherm), vervol- gens op “Prodotti DOP, IGP e STG” (aan de linkerkant van het scherm) en ten slotte op “Disciplinari di Produzione all’esame dell’UE”.

9 Staatscourant 2020 nr. 38656 21 juli 2020 Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2020/C 223/07)

Deze bekendmaking verleent het recht om binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees parlement en de Raad1 bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.

AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN

Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 “Peperone di Senise” EU-nr.: PGI-IT-1532-AM01 – 5.9.2019 BOB () BGA (X)

1. Aanvragende groepering en rechtmatig belang

Consorzio di Tutela del Peperone di Senise IGP Contrada Mercato CO Casa Comunale, Snc 85038 Senise (de provincie Potenza) ITALIA [email protected] De Consorzio di Tutela del Peperone di Senise IGP (vereniging voor de bescherming van Peperone di Senise BGA) is gerechtigd een wijzigingsaanvraag in te dienen overeenkomstig artikel 13, lid 1, van Decreet nr. 12511 van het Ministerie van Landbouw-, Levensmiddelen- en Bosbouwbeleid van 14 oktober 2013.

2. Lidstaat of derde land

Italië

3. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben

H Naam van het product H Beschrijving van het product h Geografisch gebied h Bewijs van oorsprong H Werkwijze voor het verkrijgen van het product h Verband H Etikettering h Overige [nader aan te geven]

4. Aard van de wijziging(en)

h Wijziging van het productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd. H Wijziging van het productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig docu- ment) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

5. Wijzigingen

Naam van het product

De naam “Peperone di Senise” moet worden gewijzigd in “Peperoni di Senise”. Bij punt 3 van de samenvatting van 25 maart 1996 is de naam “Peperone di Senise” vermeld in plaats van “Peperoni di Senise”, zoals bij punt f) van de samenvatting en in het gehele productdossier voor

1 PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

10 Staatscourant 2020 nr. 38656 21 juli 2020 de naam die Italië in 1996 heeft ingediend volgens de registratieprocedure overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad. Het doel van deze wijziging is om ervoor te zorgen dat de twee documenten consistent zijn en om verwarring over de juiste naam voor de beschrijving van dit product te voorkomen.

Beschrijving van het product

Artikel 6 van het productdossier 1. De “verkoopklare kleur” voor de drie soorten peper (“appuntito” (“puntig”), “tronco” (“stomp”) en “uncino” (“krom”)): − “groen; − purperrood;” is gewijzigd in: “verkoopklare kleur: groen tot purperrood;”. In de wijziging wordt rekening gehouden met de geleidelijke kleurverandering van groen naar rood naarmate het product rijpt. 2. De volgende zin: “Het gedroogde product moet aaneen worden geregen: − in strengen (“serte”)/slingers (“collane”) van verschillende lengten tussen 1,5 en 2 m, met vruchten (die dezelfde vorm hebben als de verse pepers) gearrangeerd in een spiraal, waarbij elke peper in een hoek van ongeveer 120 graden ten opzichte van de volgende wordt geplaatst. Het watergehalte mag niet meer dan 10–12% bedragen en de pepers moeten een bordeaux- rode kleur hebben.” is gewijzigd in: “Het gedroogde product moet aaneen worden geregen: in strengen (“serte”)/slingers (“collane”) van verschillende lengten tot maximaal 2 m, met vruchten (die dezelfde vorm hebben als de verse pepers) gearrangeerd in een spiraal, waarbij elke peper in een hoek ten opzichte van de volgende wordt geplaatst. Het watergehalte mag niet meer dan 18% bedragen en de pepers moeten een bordeauxrode kleur hebben.”. Deze wijziging is nodig, zodat het product in kortere strengen/slingers (dan 1,5 meter) op de markt kan worden gebracht dan momenteel mogelijk is, om te voldoen aan specifieke marktbehoeften. Het watergehalte moest naar boven worden bijgesteld, omdat, zoals vastgesteld in het product- dossier, geforceerd drogen niet is toegestaan. Vanwege het klimaat is het behoud van het vochtgehalte van 12% echter onmogelijk gedurende bepaalde perioden in het jaar, wat inhoudt dat het product, ook al werd het geproduceerd overeenkomstig de vereisten in het productdossier, niet gecertificeerd zou kunnen worden. 3. Het gedroogde product kan nu ook als volgt worden verkocht: “Als afzonderlijke vruchten, heel of steel- en zaadloos, met een watergehalte van maximaal 18% en een bordeauxrode kleur.”. Door deze wijziging wordt de verkoop van “Peperoni di Senise” als afzonderlijke vruchten of zonder steel of zaden mogelijk. Deze wijziging is erop gericht tegemoet te komen aan de behoeften van consumenten die het product liever als individueel verpakte pepers dan als slingers/strengen kopen. 4. De zin: “als fijn “poeder” dat wordt verkregen door het vermalen van gedroogde pepers die in een oven zijn verhit om het restvocht te verwijderen.” wordt vervangen door: “gemalen, gemaakt van gedroogde pepers die in een oven zijn verhit om het restvocht te verwijderen.”. De zin is geherformuleerd, zodat deze de productie van gemalen “Peperoni di Senise” omvat, die grover is dan de poederversie die nu is opgenomen, om aan specifieke marktbehoeften te voldoen.

Punt 3, onder b), van de samenvatting

5. De volgende tekst: “Deze bijzonder sterke plant heeft zich goed aangepast aan de bodem- en klimatologische omstandigheden van Italië, met name die in het zuiden, hoewel hij afhankelijk is van de beschik- baarheid van water.” is verplaatst naar het relevante deel van het enig document (punt 5). 6. De volgende tekst: “De vrucht van de Senise-peper wordt gekenmerkt door een dunne wand en het lage watergehalte in de vruchtwand, waardoor hij met natuurlijke processen snel droogt door directe blootstelling aan zonlicht.” is gewijzigd in: “Peperoni di Senise” worden gekenmerkt door een dunne wand en het lage watergehalte in de

11 Staatscourant 2020 nr. 38656 21 juli 2020 vruchtwand, waardoor ze met natuurlijke processen snel drogen, door indirecte blootstelling aan zonlicht of in geventileerde ruimten.”. De verwijzing naar de “vrucht van de Senise-peper” is verduidelijkt door specifiek te verwijzen naar “Peperoni di Senise” en het enig document is aangepast aan de wijziging van artikel 4, lid 4, in het gedeelte “Verwerkingsprocedure” van het productdossier. Het doel van de wijziging, waarmee de procedures voor het natuurlijk drogen van het product worden gerespecteerd, is te voorkomen dat direct zonlicht de zeer dunne en delicate schil van de peper beschadigt. 7. De volgende tekst: “Het verwerkte product is te vinden in “strengen” of “slingers” van zongedroogde vruchten of in een fijn “poeder” dat wordt verkregen door het vermalen van de gedroogde vruchten.” is gewijzigd in: “Het verwerkte product is beschikbaar: − in strengen (“serte”)/slingers (“collane”) van verschillende lengten tot maximaal 2 m, met vruchten (die dezelfde morfologische kenmerken hebben als verse Senise-pepers) gearran- geerd in een spiraal, waarbij elke peper in een hoek ten opzichte van de volgende wordt geplaatst. Het watergehalte mag niet meer dan 18% bedragen en de vruchten moeten een bordeauxrode kleur hebben; − als afzonderlijke vruchten, heel of steel- en zaadloos, met een watergehalte van maximaal 18% en een bordeauxrode kleur; − gemalen, verkregen van gedroogde pepers die in een oven zijn verhit om het restvocht te verwijderen.”. Het enig document is aangepast aan de wijziging van de laatste alinea van artikel 6 in het productdossier.

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Artikel 4 8. De volgende perioden voor zaaien en verplanten: “Zaaien periode: tussen de laatste tien dagen van februari en de tweede tiendaagse periode van maart; Verplanten periode: tussen de tweede tiendaagse periode van mei en de eerste tien dagen van juni;” zijn gewijzigd in: “Zaaien periode: februari-maart Verplanten periode: mei-juni;”. De wijzigingen in de perioden voor zaaien en verplanten houden verband met de klimaatverande- ringen die in de loop der jaren hebben plaatsgevonden. Opgemerkt zij dat deze wijzigingen geen invloed hebben op de organoleptische kenmerken van het product. 9. De volgende zin met betrekking tot de verplantingsmethode: “− in gaten gemaakt met een houten pootstok;” wordt hierbij gewijzigd in: “− in gaten gemaakt met een houten pootstok of ander geschikt verplantingsgereedschap;”. De optie van het gebruik van innovatieve verplantingstechnieken is toegevoegd om een product van dezelfde kwaliteit te krijgen, terwijl de problemen die worden veroorzaakt door handmatige verplanting, aanzienlijk worden verminderd, zonder dat dit van invloed is op de kwaliteit van het product. 10. De volgende plantafstandsvereisten: “− enkele rij: rijen van 25–30 cm lang met 70–80 cm tussen de rijen; dubbele rij: rijen van 35 cm lang met 35 cm tussen de rijen in de dubbele rij en 120 cm tussen twee dubbele rijen; verzonken bedden (rasole): rijen van 35 cm land met 40 cm tussen de rijen.” zijn gewijzigd in: “De pepers kunnen in enkele rijen, dubbele rijen of verzonken bedden (rasole) worden geplant, met of zonder bodembedekking, met een minimale plantdichtheid van 30000 planten per hectare en een maximale plantdichtheid van 57000 planten per hectare.”. De plantafstanden zijn verdwenen aangezien deze de teelt grote beperkingen oplegde en belastend waren voor landbouwers. De eis om voldoende te investeren is toegevoegd en een plantdicht- heidssteun is vastgesteld. Geen van deze wijzigingen heeft een negatieve invloed op de product- kenmerken. Tot slot introduceert de nieuwe formulering de optie van bodembedekking voor betere ongediertebestrijding. 11. De volgende bepaling inzake de oogstperiode: “oogstperiode: vanaf de eerste tien dagen van augustus, wanneer de vruchten hun opvallende purperrode kleur krijgen;” is gewijzigd in:

12 Staatscourant 2020 nr. 38656 21 juli 2020 “oogstperiode: vanaf het moment dat de vruchten gereed zijn voor de verkoop, zoals beschreven in artikel 6, tot het eind van het teeltseizoen van de plant.”. De verwijzing naar de eerste tien dagen van augustus is vervangen door een verwijzing naar pepers die gereed zijn voor de verkoop om de oogstperiode te beschrijven. De wijziging is vanwege klimaatschommelingen die gevolgen hebben voor de productie van de plant en de oogstperiode. 12. De volgende bepaling in het gedeelte “Verwerkingsprocedure”: “Het product moet worden geoogst wanneer het volledig rijp is.” is gewijzigd in: “Het product moet worden geoogst vanaf het moment dat de kleur van de vruchten overgaat van groen naar rood, totdat ze volledig rijp zijn (purperrood).”. De optie van het oogsten van de pepers voordat ze volledig rijp zijn, is nodig om te voorkomen dat ze eenmaal opgeslagen overrijp worden. De vruchten rijpen na de oogst namelijk door en krijgen dezelfde rode kleur wanneer ze volledig rijp zijn. 13. De volgende bepaling in het gedeelte “Verwerkingsprocedure”: “De pepers moeten ten minste twee of drie dagen uit het licht in goed geventileerde ruimten op doeken of netten worden gelegd.” is gewijzigd in: “De pepers moeten ten minste twee of drie dagen uit het licht op goed geventileerde plekken in oogstkisten worden bewaard of op netten worden gelegd.”. Er worden nu oogstkisten in plaats van doeken gebruikt om een betere gezondheid en hygiëne te kunnen garanderen. 14. De volgende bepaling in het gedeelte “Verwerkingsprocedure”: “Er moet door elke steel een fijne draad worden geregen, waarbij de vruchten worden gearran- geerd in een spiraal en elke peper in een hoek van ongeveer 120 graden ten opzichte van de volgende wordt geplaatst. Zo worden de karakteristieke slingers (“collane”)/strengen (“serte”) gemaakt.” is gewijzigd in: “De pepers kunnen worden gedroogd: 1. door door elke steel een fijne draad te rijgen, om zo de karakteristieke slingers (“collane”)/ strengen (“serte”) te vormen van vruchten gearrangeerd in een spiraal, waarbij elke peper in een hoek ten opzichte van de volgende wordt geplaatst; 2. door ze rechtstreeks op trellissen te plaatsen.”. De verwerkingsprocedure is gewijzigd door “van ongeveer 120 graden” te verwijderen, een beperking die betrekking heeft op de schuine spiraalformatie van de vruchten en voor onderne- mers vaak moeilijk te verifiëren is. De nieuwe formulering maakt het mogelijk afzonderlijke pepers te laten drogen op trellissen. Dit vergemakkelijkt de vervolgstappen in de productie van het gedroogde product. 15. De volgende bepaling in het gedeelte “Verwerkingsprocedure”: “De strengen pepers moeten worden blootgesteld aan de zon tot het watergehalte 10–12% is. Dan moeten ze in goed geventileerde ruimten worden geplaatst.” is gewijzigd in: “Pepers aan strengen of in de vorm van afzonderlijke hele vruchten moeten worden blootgesteld aan indirect zonlicht of in goed geventileerde droogruimten worden geplaatst.”. De bepaling over het drogen die directe blootstelling aan zonlicht vereist, totdat het watergehalte 10–12% is, is vervangen door een bepaling die indirecte blootstelling aan de zon of drogen in goed geventileerde ruimten als mogelijk alternatief vereist. Het doel van de wijziging is te voorkomen dat direct zonlicht de zeer dunne en delicate schil van de peper beschadigt. Het was nodig de specificatie over het watergehalte te verwijderen, omdat vanwege het klimaat het vochtgehalte gedurende bepaalde perioden in het jaar niet onder de 12% kan worden gehouden. Deze verandering heeft geen invloed op de organoleptische kenmerken van het product. 16. De volgende bepalingen in het gedeelte “Verwerkingsprocedure”: “– Na de droogfase moeten de pepers in een oven worden verhit om het restvocht te verwijderen en het fijnmalen te vergemakkelijken. – Het product moet worden fijngemalen tot poeder.” zijn gewijzigd in: “Als de droogfase klaar is, kunnen de te vermalen pepers in een oven worden verhit om het restvocht te verwijderen.”. De nieuwe formulering maakt verhitting in een oven optioneel, zodat dit alleen wordt gedaan als het product overtollig vocht bevat. Daarnaast zijn verwijzingen naar het tot poeder maken van de pepers door ze fijn te malen vervangen door de meer beknopte term “vermalen”, wat technisch gezien een nauwkeurigere term is om te beschrijven hoe het product wordt verwerkt. Artikel 5 17. De alinea: “Enkel de agronomische praktijken die het product zijn unieke kenmerken geven zijn toegestaan bij

13 Staatscourant 2020 nr. 38656 21 juli 2020 de teelt van “Peperoni di Senise” met een beschermde geografische aanduiding.” is verplaatst naar het relevante artikel (artikel 4). 18. De alinea: “De regionale controle-instantie en de vereniging voor de bescherming van “Peperoni di Senise” die moet worden opgezet op initiatief van het promotiecomité moet het volgende verifiëren en controleren: − de vorm van de vruchten zoals bedoeld in artikel 6; − of de vruchtwand voor 13–15% uit droge stof bestaat. De vereniging voor de bescherming van het product moet onder andere: − verifiëren of landbouwbedrijven zich houden aan het productdossier; − producenten van “Peperoni di Senise” voorzien van de benodigde diensten en bijstand om dit productdossier uit te voeren; − het register van producenten bijhouden en gegevens en informatie over “Peperoni di Senise” verzamelen; − het handelsmerk en plannen voor de regulering en programmering van de beschermde productie bevorderen en beheren om de economische en commerciële waarden en kwaliteits- normen te waarborgen; − toezichts- en controleactiviteiten uitvoeren, ook in samenwerking met de autoriteiten en instanties van de staat, ter voorkoming en bestrijding van overtredingen, onregelmatigheden en illegale handelingen ten nadelen van “Peperoni di Senise”.” is gewijzigd in: “Iedere fase van het productieproces wordt bewaakt door telkens input en output te registreren. Op deze manier wordt de traceerbaarheid van het product gegarandeerd, evenals door de kadastrale percelen waarop de pepers worden geteeld, samen met de gegevens van producenten en verpakkers in te voeren op lijsten die voor dit doel worden bijgehouden en door de controle- instantie worden beheerd. Alle in deze lijsten geregistreerde natuurlijke en rechtspersonen worden door de controle-instantie gecontroleerd, overeenkomstig het productdossier en het desbetref- fende controleplan.”. De verwijzing naar de activiteiten van regionale controle-instanties en de vereniging is verwijderd, aangezien deze niet relevant zijn voor artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1151/2012. Met de wijziging is de alinea geherformuleerd, waarbij de vorige tekst is vervangen door een alinea waarvan de inhoud in overeenstemming is met de bepalingen van artikel 7, onder d), en artikel 37 van de bovenstaande verordening. Hiermee is de nieuwe versie van het productdossier aangepast overeenkomstig de bepalingen van de huidige wetgeving.

Verband

De informatie onder f) in de samenvatting, waarin de inschrijving van “Peperoni di Senise” in het BOB/BGA-register van de Europese Unie is vastgelegd, is toegevoegd aan het productdossier. Deze informatie is ook opgenomen in punt 5 van het enig document, dat aan deze wijzigingsaanvraag is gehecht. Het volgende artikel wordt toegevoegd: ““Peperoni di Senise” hebben een uniek karakter waarmee zij zich, vanwege de bijzondere bodem- en omgevingsomstandigheden van het productiegebied, sterk onderscheiden van andere producten van dezelfde soort, met excellente en kwalitatieve kenmerken, zoals de dunne schil van de vruchten en de stevige steel. Sinds mensenheugenis is het productiegebied van de “Peperoni di Senise” ideaal voor het telen van groenten, aangezien het van oudsher een goed geïrrigeerd gebied is met bodem- en klimaatomstan- digheden die bijzonder geschikt zijn voor de peperteelt. Hierdoor is het gebied Senise zeker een van de gebieden waar de peperteelt lang geleden op succesvolle wijze werd geïntroduceerd, en waar de peperplant zich heeft aangepast aan de bodem en de omgeving, met behoud van de robuustheid van de eerste “planten” die naar het gebied werden gebracht. “Peperoni di Senise” hebben een zeer dunne schil, waardoor ze makkelijk kunnen worden gedroogd met natuurlijke processen die specifiek zijn voor het productiegebied. Hierdoor zijn de vruchten ideaal voor vermaling. Een andere belangrijke eigenschap is het feit dat de steel zelfs na het drogen niet loskomt van de vrucht. Hierdoor kunnen de vruchten aan elkaar worden geregen om de karakteristieke “slingers” te maken.”.

Verpakking

Artikel 7 19. De volgende tekst: ““Peperoni di Senise” moeten als volgt op de markt worden gebracht: Vers: in houten kisten met een capaciteit van 12–15 kg. Gedroogd: in strengen van 1,5–2 m (slingers).

14 Staatscourant 2020 nr. 38656 21 juli 2020 Verwerkt: in ondoorzichtige glazen verpakkingen van 500 en 1000 g of in papieren zakken van 50 en 100 g met een kunststof laag en een transparant venster.” is gewijzigd in: ““Peperoni di Senise” moeten als volgt op de markt worden gebracht: Vers: in levensmiddelenverpakkingen die voldoen aan de geldende wettelijke bepalingen. Gedroogd: – in strengen (slingers) met een maximale lengte van 2 m; – als afzonderlijke vruchten, heel of steel- en zaadloos, in levensmiddelenverpakkingen die voldoen aan de geldende wettelijke bepalingen. Verwerkt: gemalen, in levensmiddelenverpakkingen die voldoen aan de geldende wettelijke bepalingen.”. Met de wijziging worden nieuwe bepalingen voor de verpakking van het product geïntroduceerd: vers, gedroogd en gemalen, zodat verpakkers tegemoet kunnen komen aan de gevarieerde marktbehoefte. Wat betreft het gedroogde product, wordt in de nieuwe bepalingen ook rekening gehouden met de wijzigingen in artikel 6 van het productdossier inzake de lengte van de strengen/slingers en de introductie van afzonderlijke vruchten met of zonder stelen en zaden als extra productvorm. Deze gewijzigde tekst is ook van toepassing op punt 3.5 van het enig document.

Etikettering

Artikel 9 1. De volgende zin is toegevoegd, aangezien deze al voorkomt in de samenvatting waarmee de naam oorspronkelijk werd geregistreerd: “Op het product dat voor consumptie op de markt wordt gebracht, moet deze vermelding zijn aangebracht: “Peperoni di Senise” I.G.P. [BGA], gevolgd door het logo.”. 2. Logo Als gevolg van nieuwe marktbehoeften werd het passend geacht de afbeelding van het “Peperoni di Senise” BGA-logo te veranderen om het vernieuwender te maken. Het logo ziet er als volgt uit:

De beschrijving en technische specificaties die nodig zijn voor de reproductie van het logo, zijn opgenomen in het productdossier. Wijzigingen 20 en 21 zijn ook van toepassing op punt 3.6 van het enig document. Artikel 8 3. De verwijzingen naar de instantie die belast is met de controles op de naleving van het product- dossier zijn expliciet gemaakt. De alinea: “De uitvoering van dit productdossier wordt gecontroleerd door het Ministerie van Landbouw-, Levensmiddelen- en Bosbouwbeleid, dat voor het toezicht op de productie van en handel in “Peperoni di Senise” gebruik kan maken van de diensten van de organisatie van producenten overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 2081/92.” is vervangen door: “Verificatie inzake de naleving van het productdossier vindt plaats overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1151/2012. De controleautoriteit die verantwoordelijk is voor de verificatie van het productdossier, is Agroqualità S.p.A. Viale Cesare Pavese, 305 – 00144 Rome, Italië – Tel +39 0654228675 – Fax +39 0654228692 – E–mail: [email protected]”.

ENIG DOCUMENT

EU-nr.: PGI-IT-1532-AM01 – 5.9.2019 “Peperoni di Senise” BOB () BGA (X)

15 Staatscourant 2020 nr. 38656 21 juli 2020 1. Naam/namen

“Peperoni di Senise”

2. Lidstaat of derde land

Italië

3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1. Productcategorie

Categorie 1.6 – Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt.

3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

De aanduiding “Peperoni di Senise” wordt geproduceerd uit de teelt van de Capsicum annuum- paprika uit de nachtschadefamilie die van oorsprong uit Noord- en Zuid-Amerika komt. De in Senise geteelde peperpopulatie kan niet worden geclassificeerd als een officieel erkende cultivar, maar is een lokaal wijdverspreid ecotype. “Peperoni di Senise” worden gekenmerkt door een dunne wand en het lage watergehalte in de vruchtwand, waardoor ze met natuurlijke processen snel drogen, door indirecte blootstelling aan zonlicht of in geventileerde ruimten. De “Peperoni di Senise” worden zowel vers als verwerkt voor consumptie op de markt gebracht. Het verse product is beschikbaar in de volgende varianten: “appuntito” (“puntig”), “tronco” (“stomp”) en “uncino” (“krom)”. Het verwerkte product is beschikbaar: − in strengen (“serte”)/slingers (“collane”) van verschillende lengten tot maximaal 2 m, met vruchten (die dezelfde vorm hebben als de verse pepers) gearrangeerd in een spiraal, waarbij elke peper in een hoek ten opzichte van de volgende wordt geplaatst. Het watergehalte mag niet meer dan 18% bedragen en de pepers moeten een bordeauxrode kleur hebben; − als afzonderlijke vruchten, heel of steel- en zaadloos, met een watergehalte van maximaal 18% en een bordeauxrode kleur; − gemalen, verkregen van gedroogde pepers die mogelijk in een oven zijn verhit om het restvocht te verwijderen.

3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

“Peperoni di Senise” worden geteeld en verwerkt in het geografische productiegebied.

3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

“Peperoni di Senise” moeten als volgt op de markt worden gebracht: vers: in levensmiddelenverpakkingen die voldoen aan de geldende wettelijke bepalingen; gedroogd: − in strengen (slingers) van maximaal 2 m; − als afzonderlijke vruchten, heel of steel- en zaadloos, in levensmiddelenverpakkingen die voldoen aan de geldende wettelijke bepalingen; − verwerkt: gemalen, in levensmiddelenverpakkingen die voldoen aan de geldende wettelijke bepalingen.

3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Op het product dat voor consumptie op de markt wordt gebracht, moet deze vermelding zijn aange- bracht: “Peperoni di Senise” BGA, gevolgd door het logo. Het logo:

16 Staatscourant 2020 nr. 38656 21 juli 2020 Het gebruik van aanvullende verwijzingen naar namen, bedrijfsnamen en landbouwbedrijven is toegestaan, op voorwaarde dat het product altijd voldoet aan de vereisten van dit productdossier en de consument niet kan misleiden.

4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

De geografische aanduiding van het productiegebied omvat de geschikte gebieden in de gemeenten Senise, Francavilla S.S., Chiaromonte, Valsinni, Colobraro, Tursi, Noepoli, San Giorgio Lucano, Sant’Arcangelo, Roccanova, Montalbano Jonico en Craco.

5. Verband met het geografische gebied

“Peperoni di Senise” hebben een uniek karakter waarmee zij zich, vanwege de bijzondere bodem- en omgevingsomstandigheden van het productiegebied, sterk onderscheiden van andere producten van dezelfde soort, met excellente en kwalitatieve kenmerken, zoals de dunne schil van de vruchten en de stevige steel. Sinds mensenheugenis is het productiegebied van de “Peperoni di Senise” ideaal voor het telen van groenten, aangezien het van oudsher een goed geïrrigeerd gebied is met bodem- en klimaatomstan- digheden die bijzonder geschikt zijn voor de peperteelt. Hierdoor is het gebied Senise zeker een van de gebieden waar de peperteelt lang geleden op succesvolle wijze werd geïntroduceerd, en waar de peperplant zich heeft aangepast aan de bodem en de omgeving, met behoud van de robuustheid van de eerste “planten” die naar het gebied werden gebracht. “Peperoni di Senise” hebben een zeer dunne schil, waardoor ze makkelijk kunnen worden gedroogd met natuurlijke processen die specifiek zijn voor het productiegebied. Hierdoor zijn de vruchten ideaal voor vermaling. Een andere belangrijke eigenschap is het feit dat de steel zelfs na het drogen niet loskomt van de vrucht. Hierdoor kunnen de vruchten aan elkaar worden geregen om de karakteristieke “slingers” te maken.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening) De geconsolideerde tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd via de volgende link: http://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335 of door: de startpagina van het Ministerie van Landbouw-, Levensmiddelen- en Bosbouwbeleid (www.politicheagricole.it) te openen en te klikken op “Qualità” (rechtsboven op het scherm), vervol- gens op “Prodotti DOP, IGP e STG” (links op het scherm) en ten slotte op “Disciplinari di produzione all’esame dell’UE”.

17 Staatscourant 2020 nr. 38656 21 juli 2020