Het Land Van Herle

Redactioneel

Zaterdag 8 april 1995. Vanaf 09.00 uur stateerde historiografische problemen, druppelen de eerste congresgangers bin­ om te eindigen met enkele behartigens­ nen. Uiteindelijk zouden meer dan hon­ waardige aanbevelingen voor de toe­ derd geïnteresseerden zich verzamelen komstige geschiedschrijving van deze voor het congres ter ere van het 50-jarig streek. bestaan van de Historische Kring 'Het Na een korte discussie, met onder Land van Herle', om op deze gedenk­ andere een bijdrage van drs. J. Jamar, de waardige dag in een monumentale ver­ rijksarchivaris van Limburg, kon de zaal gaderzaal vergast te worden op onder zich opmaken voor de volgende spreker. andere drie geschiedkundige lezingen. Drs. Emile Ramakers, historicus en Het congres vond plaats in de grote wetenschappelijk medewerker van de zaal van 'Auberge De Rousch', landelijk Stadsbibliotheek Maastricht, tevens lid gelegen in het Geleendal tussen van de historische werkgroep 'Het Land en bij . Eertijds was van Herle', schrok er niet voor terug een deze zaal de grote (graan)schuur van 'zwaar' onderwerp bij de horens te vat­ hoeve De Rousch, in vroeger eeuwen ten. Op basis van de bestaande, lacuneu­ ook wel 'Wildenbroeck' geheten. Het ze literatuur schetste hij een voorlopig goed werd in de veertiende eeuw al beeld van de bewonings- en ontgin­ genoemd als leengoed van de heren van ningsgeschiedenis van de regio Heerlen­ Wickrade, toen belangrijke gron"àheren Kerkrade van de eerste tot de twaalfde in de uitgestrekte heerlijkheid Heerlen. eeuw van onze jaartelling. Na de opening van de congresdag Na deze voordracht was er pauze, door burgemeester drs. J.B.V.N. Pleu­ waarin kon worden genoten van een ste­ rneekers van Heerlen en drs. F.L. Au­ vige lunch. Velen namen de gelegenheid gustus, voorzitter van de stichting 'Het te baat om met oude bekenden bij te pra­ Land van Herle', volgde de eerste lezing ten en historische 'nieuwtjes' uit te wis­ door dr. Pierre J.H. Ubachs. Deze spreker selen. studeerde onder andere geschiedenis en Vervolgens was het de beurt aan de Nederlandse letterkunde aan de Katho­ derde spreker, mevrouw Tiny Augustus­ lieke Universiteit Nijmegen. Hij was Vijgen. Zij was tot voor enkele jaren docent aan de Hogeschool Sittard en werkzaam als pastoraal supervisor aan wetenschappelijk bibliothecaris van de de Universiteit voor Theologie en gemeente Maastricht, en publiceerde in Pastoraat in Heerlen. Zij is onder andere boekvorm over de geschiedenis van de geïnteresseerd in de plaats van de vrouw stad Maastricht. In een prikkelend be­ in kerk en samenleving, vroeger en nu. toog analyseerde hij steekproefsgewijze In een warm betoog wees zij op het de geschiedkundige publicaties over grootse werk in onderwijs, welzijnszorg oostelijk Zuid-Limburg; vervolgens ver­ en verpleging dat, veelal in stilte, door diepte hij zich in enkele door hem gecon- de vele vrouwelijke religieuzen in de

1995 afl.3 Het Land Van Herle

oude Oostelijke Mijnstreek is verricht. vele hoogtepunten van deze welbestede Terecht stelde zij dat 'de zustertjes' wel dag nog eens de revue te laten passeren. degelijk hun mannetje stonden en dat een deel van hun goede werk, vaak let­ De redactie van 'Het Land van Herle' terlijk en figuurlijk in een ander jasje, heeft gemeend er goed aan te doen om door hen wordt voortgezet. Wij moeten de drie lezingen integraal, verlucht met hierbij denken aan bijvoorbeeld de zorg illustraties en voorafgegaan door de ope­ voor vluchtelingen, migranten, heroïne­ ning va n de burgemeester, als nummer 3 verslaafden en slachtoffers va n geweld van de 45e jaargang aan de abonnées en tegen vrouwen. trouwe lezers van ons tijdschrift aan te Hierna was het tijd voor ontspanning. bieden. In een historisch verantwoord, maar Wij hopen en vertrouwen er op dat tij­ bovenal amusant ca baretstukje voerden dens het 75-jarige bestaansfeest in 2020 de heer Malherbeen zijn begeleiders ons de Historische Kring 'Het Land van op (k)luchtige wijze door tweeduizend Herl e', waaronder de werkgroep en het jaar geschiedenis va n de regio. historisch tijdschrift, nog even springle­ Tot slot was er de mogelijkheid om de vend zijn als op zaterdag 8 april 1995! recipiërende jubilarissen van de Histo­ rische Kring te feliciteren en onder het Namens de redactie, genot va n een drankje en een hapje de M. van Dijk

68

1995 afl.3 Het Land Va n Herl e

Toespraak door burgemeester drs. J.B. V.N. Pleurneekers

Darnes en heren, geachte jubilerende Histo­ rische Kring,

Het doet mij veel plezier om vandaag dit jubileumcongres va n 'Het Land va n Herle' te mogen openen. Alweer 50 jaar bestaat uw voor de geschiedenis van oostelijk Zuid-Limburg zo belangrijke Historische Kring. Het was meen ik oud­ stadsarchivaris Van Hommerich die op 4 april 1945 samen met een aantal vaste studiezaalbezoekers en historisch geïnte­ resseerden in zijn werkkamer het initia­ tief ervoor nam. Het moest een studie­ club worden, waarin de geschiedenis va n de hoofdschepenbank Heerlen (in­ clusief , Landgraaf en Voe­ rendaa l) met de onderbanken, de huidi­ ge gemeenten Brunssum en Onderban­ ken, aan een uitgebreid onderzoek werd onderworpen. Bij het Limburgs Ge­ schied- en Oudheidkundig Genootschap bestond er te weinig aandacht voor on­ ze, vooral volgens Va n Hommerich, bestuurl ijk en juridisch gezien zo belang­ rijke regio. Al gauw waren er ook werk­ Burgerneester Pleu rneekers spreekt de aanwe­ groepleden die aandacht schonken aan zigen toe. Rimburg, Eygelshoven, Kerkrade, Sim­ pelveld en Bocholtz. Daarmee werd het van Herle', dat aanvankelijk zes keer per werkgebied uitgebreid naar wat we ook jaar verscheen, en nu een kwartaalblad nu nog oostelijk Zuid-Limburg noemen is. Daarin verschenen tot heden ruim elf­ en nog niet zo lang geleden de Oostelijke honderd artikelen over de geschiedenis Mijnstreek was. van Heerlen en omgeving. Hierdoor De geschiedbeoefening in de maande­ werd nadrukkelijk - mede door werving lijkse werkgoepvergaderingen in de van ruilabonnementen - wetenschappe­ kamer van de archivaris wierp inder­ lijke aandacht gevraagd voor de geschie­ daad vruchten af. Bij het eerste lustrum denis van oostelijk Zuid-Limburg. va n de werkgroep werd begonnen met Mede dankzij deze prestatie in het 69 de uitgifte van het 'Bulletin Het Land tijdschrift was het mogelijk om het

1995 afl. 3 Het Land Van Herle

recente populaire geschiedenisboek van archiefbewaarplaatsen in binnen- en bui­ oostelijk Zuid-Limburg 'Ach Lieve Tijd' tenland. in maandelijkse afleveringen tot een Hoewel er al veel is geschreven over goed eind te brengen. Ik heb begrepen de geschiedenis van de Mijnstreek, zal dat dit historisch werk mede door de het zeker nog wel even duren voor de medewerking van een aantal werk-· echte geschiedenis van oostelijk Zuid­ groepleden tot stand kwam. Ook hieruit Limburg beschreven is. Ik hoop van blijkt dat de werkgroep nog steeds oog harte dat u als werkgroep daarin in de heeft voor de geschiedenis van oostelijk komende decennia de nodige impulsen Zuid-Limburg, die volgens oud-archiva­ kunt geven en wellicht bij het 75-jarig ris en uw eerste voorzitter Van Horn­ bestaan een dergelijke publikatie het rnerich zo nauw verweven is met de licht kunt laten zien, en daardoor mis­ Heerlense. schien ook uw steentje kunt bijdragen aan het door ons langverwachte geschie­ Darnes en heren, die geschiedenis is denisboek over 'Tweeduizend jaar veelbewogen en boeiend. Van prehisto­ Heerlen'. rie tot heden is de Mijnstreek aan heel Vandaag bent u bij elkaar op dit jubi­ wat veranderingen onderhevig geweest. leumcongres om met elkaar terug te blik­ Als speelbal van machthebbers, van ken op de historiografie en ook om tot Germanen en Romeinen tot de Duitsers nieuwe inzichten te komen voor wat in de laatste wereldoorlog, onderging de betreft de bewonings- en ontginningsge­ regio menige metamorfose. Maar ook de schiedenis van de regio en om te horen opkomst en de neergang van de mijn­ hoe vrouwelijke religieuzen hun steentje bouw zorgden ervoor dat de streek in de hebben bijgedragen aan de ontwikkeling laatste eeuw tweernaal drastisch van van de Mijnstreek. Bovenal bent u bij­ aanzien wijzigde. Veel oude gebouwen, eengekomen om feest te vieren. Namens zelfs hoogwaardige architectuur en het gemeentebestuur van Heerlen wil ik monumenten zijn verdwenen, het sluiten de Historische Kring van harte felicite­ van de mijnen zorgde voor een nieuw ren met de mijlpaal van vandaag en ik gezicht van stedelijk oostelijk Zuid­ spreek daarbij de wens uit dat nog velen Limburg en voor wijken met nieuwe de vruchten van diepgravend historisch bouwwerken en moderne architectuur. onderzoek van onze streek middels het Al die historische veranderingen brach­ Land van Herle naar buiten toe mogen ten met zich mee, dat de geschiedschrij­ uitdragen. ving van de regio er niet gemakkelijker Graag verklaar ik dit jubileumcongres op werd. Vooral het bronnenmateriaal voor geopend en wens ik u allen een uit de periode voor 1800 ligt verspreid in vruchtbare congresdag toe.

1995 aft.3 Het Land Van Herle

P.j.H. UBACHS DE OOSTELIJKE MIJNSTREEK HISTORIOGRAFISCH DE MAAT GENOMEN

Pr

1995 afl.3 Het Land Van Herle

om Jongen in 1960 de doelstelling zo den in een wetenschappelijk verant­ voorzichtig en zo algemeen formuleerde woorde geschiedenis van zijn stad in bij het inleiden van het Jubileumboek boekvorm. Hij gaf immers in wel zeer verwaterde Het is goed na vijftig jaar eens even vorm weer wat in het najaar van 1959, pas op de plaats te maken en de vraag te toen de werkzaamheden voor het jubi­ overdenken, inhoeverre die twee pro­ leumnummer al in volle gang waren, in gramma's uitgevoerd zijn en inhoeverre pregnante, dwingende vorm in Het een halve eeuw later de geschiedschrij­ Land vanHerledoor stadsarchivaris Van ving van het Land van Herle eventueel Hommerich gesteld was.2 Van Hom­ anders aangepakt zou moeten of kunnen merich had in Leuven geleerd hoe worden. De voortschrijdende tijd hééft geschiedenis op wetenschappelijke wijze het zicht op de geschiedschrijving van beoefend kan en moet worden. In zijn de streek al ten dele bijgesteld, want altijd nog lezenswaardige bijdrage van waarschijnlijk zal niemand onder u meer 35 jaar her wees hij er als volbloed histo­ een ander doel van Jongen onderschrij­ ricus met klem op, dat het schrijven van ven. Hij stelde in 1960 immers ook, dat een geschiedenis van Heerlen - waar hij het een morele verplichting is de in eerste instantie aan dacht- niet iets is, geschiedenis van de streek te beoefenen dat men eventjes doet. Het vraagt om om een dam op te werpen tegen de een uitermate gedegen voorbereiding, gevaren van de tijd, namelijk "de hoog­ veel onderzoek en bijgevolg veel hard conjunctuur, waaraan de Mijnstreek werken. Van Hommerich ontveinsde ruim deel heeft. (Zij) heeft er de levens­ zich niet, dat een dergelijke onderne­ sfeer sterk vermaterialiseerd en geleid ming in het Heerlen van meer dan dertig tot duidelijke verwaarlozing van de jaar geleden op bescheiden schaal zou eigen historisch-culturele waarden" .4 moeten beginnen. Hij stelde daarom heel Hier klinkt iets door van een nostal­ nuchter voor zich voorlopig tevreden te gisch-romantische en conservatieve stellen met "een bewerking van zoge­ vorm van geschiedbeschouwing die niet naamde capita selecta of afzonderlijk uit­ meer van onze tijd is, ofschoon zij bij gekozen onderdelen, gelicht uit het lange na nog niet uitgestorven is. totaalbeeld van ons verleden."3 Derge­ lijke degelijk bewerkte onderdelen zou­ Bibliografisch onderzoek den dan het fundament kunnen worden voor een verantwoorde geschiedenis van Een program was er dus sinds het begin Heerlen. van de jaren zestig. Het waren zelfs twee In de zojuist aangehaalde woorden programma's: het programma voor van Van Hommerich en Jongen ligt een wetenschappers van Van Hommerich en program besloten. Jongen wilde drie het programma voor liefhebbers van dingen: belangstelling wekken, wat Jongen met zijn moraliserende onder­ meer systematisch onderzoek en studie toon. Maar hoe nu na te gaan, of in de van de bronnen. Van Hommerich vond opeenvolging van jaren het program ook dit te bescheiden, te vrijblijvend en mis­ verwezenlijkt is? Er kon bezwaarlijk schien ook wat te oppervlakkig. De sprake van zijn, dat ik alle literatuur die gemeente-archivaris die hij was, wilde sinds 1945 over de geschiedenis van de een duidelijk gericht onderzoek naar Oostelijke Mijnstreek het licht zag, seri­ onderdelen van de historie van Heerlen. eus zou gaan lezen om tot een totaal­ Een onderzoek dat zou moeten uitmon- beeld te komen. Een dergelijke autopsie

1995 afl.3 Het Land Van Herle

was als tè tijdrovend uitgesloten, of­ schoon ik een aantal jaargangen van het kringtijdschrift inzag. Bovendien is het HET zonder een diepgaande kennis van elk aangesneden onderwerp niet mogelijk een oordeel te geven over de kwaliteit BARKGRAAFSCHAP HOENSBROECK van de verschillende bijdragen. Het gaat hier meer om een algemene indruk over CErOtCD DOOR het geheel dan om een weging van afzonderlijke boeken en artikelen. GESCHIEOKUIDIGE I~IITEEKEIIIIIGEII Om in grote lijnen een idee te krijgen van de historische produktie in de OVER tiET Oostelijke Mijnstreek in de laatste halve eeuw heb ik daarom een andere weg Voormalige land van Valkenborg, ingeslagen. Daarbij kon ik beschikken over twee hulpmiddelen. In de eerste tloor ..... 8L.t.;'YGBE:I', plaats de in 1993 verschenen Verkorte B•uaemttder T•n B'o~rubroeck. bibliografie van historische publicaties over Oostelijk Zuid-Limburg, die ik naar

Der liUtr l'romm IID4 bicd~rr haar maker kort zal aanduiden als de Wu .lbreo1reu uod. rl';()bt lf•Mribmuoll•lie4er Bibliografie Krüll. In de tweede plaats a., "-•1• O•t\l~'bt. r •. V" &n•ut., gebruikte ik de Bibliografie over de jaren 1950-1995 van het tijdschrift, dat tot 1961 Bulletin van de Historische kring het Land van Herle heette. Deze langademi­ ge titel werd na 1961 handzaam ingekort tot Land va n Herle. Die korte titel zal ik verder steeds gebruiken, ook als het mis­ schien minder juist is voor de eerste periode van het tijdschrift. De tijdschrift­ Titelblad van het in 1859 verschenen boek 'Geschiedenis bibliografie, die ik kon inzien dankzij de van Hoensbroek' van Eg. Slanghen. hulp van de Heerlense stadsarchivaris Braad, noem ik hierna Bibliografie Her­ op grond van de lengte: alles wat korter Je.s was dan drie bladzijden, sloeg ik over. Ik Het ging mij om een steekproef. ga er daarbij van uit, dat het niet moge­ Daarom nam ik uit de Bibliografie Krüll lijk is binnen het bestek van een of twee het tien pagina's tellende gedeelte bladzijden iets te publiceren dat van enig 'Algemeen' in zijn totaliteit door, voor duurzaam belang is, een kleine bron uit­ wat betreft zelfstandige publikaties aan gezonderd. Op die wijze selecterend ver­ boeken en artikelen. Van het tweede deel meldt de Bibliografie Herle tussen 1950 der Bibliografie Krüll gewijd aan de en het lopende kalenderjaar 739 histori­ afzonderlijke plaatsen nam ik slechts om sche bijdragen van wat grotere lengte. de drie pagina's kennis. De Bibliografie Het lijkt mij niet ondienstig hier een Herle nam ik in haar geheel door. Alleen woord van waarschuwing te laten horen. boekbesprekingen en necrologieën ble­ Er bestaat sinds enige decennia in de ven buiten beschouwing. In de histori­ geschiedbeoefening een tak die cliome­ sche artikelen bracht ik een schifting aan trie genoemd wordt. Wiskundige tech-

1995afl. 3 Het Land Van Herle

(,. \ \ \ Het oorspronkelijke doelgebied van de Historische Kring 'Het Land van Her/e': de oude hoofd­ schepenbank Heerlen, met Hoensbroek en de Onderbanken Oirsbeek en Brunssum.

nieken worden daarbij toegepast op wiskundige, op cijfermatige zekerheden. algemene (economisch-)historische on­ U zult van mij hierna dan ook zelden derzoeken en ook wel op het onderzoek meer cijfers horen. Ik heb slechts een niet van de geschiedschrijving als zodanig. al te omslachtige weg gezocht om enigs­ Maar wat ik aan tellingen verrichtte, zins een totaalbeeld te krijgen van de heeft niets met cliometrie uit te staan. opties en tendensen in de geschiedschrij­ Mijn uiteenzetting steunt dus niet op ving van de Oostelijke Mijnstreek, meer

1995 afl.3 Het Land Van Herle

niet. Een ander zou het zeer waarschijn­ Gulik? Ik geloof het niet. Zuiver histo­ lijk heel anders gedaan hebben. risch-geografisch gesproken, dus qua politieke afhankelijkheid in het verleden, Algemene problemen is het door de kring 'Het Land van voor de geschiedschrijving van Herle' bestreken gebied gemakkelijk af de Oostelijke Mijnstreek te bakenen, als men de gemeentegrenzen volgt. Dat zijn echter vaak wel oude, Tijdens het samenstellen van mijn per­ maar toch ook min of meer toevallige soonlijke werkbibliografie doken al di­ scheidingslijnen. Met de historisch­ rect enkele meer algemene problemen op geografische indeling is het al niet veel met betrekking tot de geschiedschrijving anders gesteld als met het landschap. Zij van de Oostelijke Mijnstreek. Het zijn wisselde naargelang de tijden wisselden. historische problemen die overal voor­ Een geografisch of historisch-geografi­ komen: problemen van geografische, sche eenheid duidelijk te onderscheiden ook historisch-geografische aard, naast van die der omliggende gebieden kan problemen van demografische aard; althans ik niet ontdekken. Het land van bovendien is er dan nog de kwestie van Herle is een onderdeel van een veel gro­ de periodisering: hoe zullen wij de ter geheel. En daarom komt het mij geschiedenis van de streek indelen? vreemd voor, dat in het trefwoordenre­ Laat ik beginnen met het laatste gister op de Bibliografie Herle namen als vraagstuk, de periodisering. In heel Gulik en Rijnland niet voorkomen. grote lijnen meen ik te moeten constate­ Bij historische demografie denken wij ren, dat er voor de Oostelijke Mijnstreek meer in het bijzonder aan de aantallen eigenlijk slechts twéé historische perio­ mensen, die de streek in het verleden den zijn: de periode vóór en de periode bevolkten. Het onderzoek hiernaar is tijdens de mijnen; de derde periode ná voor de Oostelijke Mijnstreek in velerlei de mijnen is nog nauwelijks begonnen. opzicht nog onontgonnen terrein. Bij his­ De komst van de kolenmijnen is het torische demografie denken wij aan cij­ grote draaipunt geweest voor een in fers en zoeken wij naar een antwoord op velerlei opzichten traditionele, statische de vraag: hoeveel mensen woonden er? en homogene samenleving naar een Maar daarmee hangen andere proble­ moderne, dynamische en multiculturele men nauw samen: huwelijkspatronen, samenleving in de Oostelijke Mijnstreek. stijging of daling van geboorte- en sterf­ De veel langere periode van vóór de tecijfers, invloed van ziekten, van epide­ komst van de mijnen kan dan weer op mieën, van dalende of stijgende welvaart een meer traditionele manier ingedeeld op de omvang van de bevolking. Naar worden: prehistorie, oudheid, middel­ mijn inschatting zal bij nader onderzoek eeuwen, enzovoort. ook hier blijken, dat er weinig in valt te Zuiver geografisch gezien, dus wat de ontdekken, dat uitsluitend karakteristiek opbouw van het landschap betreft, de is voor oostelijk Zuid-Limburg. Of mis­ grondsoorten, de waterlopen, is het schien toch wel? De Nijmeegse histo­ Land van Herle niet typisch iets aparts risch demograaf Theo Engelen althans in Zuid-Limburg. Onderscheidt het ge­ verdedigt de stelling, dat niet de politie­ bied van de Kring zich in geografisch ke, economische of godsdienstige facto­ opzicht nu echt van bijvoorbeeld dat van ren de grondslagen zijn die een gebied het Land van Valkenburg of Sittard, of tot een regionale historische eenheid van het aanpalende oude Land van maken. De eenheid van een streek berust

1995 afl.3 Het Land Van Herle

naar zijn mening eerder op het voorko­ als men rekening houdt met de omstan­ men van hetzelfde huwelijks- en voort­ digheden waaronder de auteur toen plantingspatroon.6 Nader onderzoek moest werken. Iedereen die de oudere moet hier licht verschaffen. histo"rie van Hoensbroek bestudeert, zal dit boek niet mogen overslaan. Niemand zal echter nog beweren, dat het een ade­ Bijzondere problemen quate geschiedenis is van de heerlijkheid voor de geschiedschrijving van en plaats Hoensbroek, die voldoet aan de Oostelijke Mijnstreek moderne eisen, hoe bescheiden dan ook. Ik vlei mij met de gedachte dat ik uit de Meer dan een eeuw na Slanghen liet ruime keuze van geselecteerde boeken het driemanschap Van de Venne, De Win en artikelen, zowel uit de Bibliografie en Peeters in 1967 weer een Geschie­ Krüll als uit de Bibliografie Herle, enkele denis van Hoensbroek verschijnen. Het bijzondere kenmerken en tendensen kan werden bijna negenhonderd dicht en mag afleiden. Tendensen die de hui­ bedrukte bladzijden met een uitgebreide dige geschiedschrijving van de Ooste­ verantwoording in voetnoten, vele af­ lijke Mijnstreek een bepaalde kleur ge­ beeldingen en bijlagen. Alleen al aan de ven. Die kleur spreekt uit de keuze van omvang kan men zien dat de drie onderwerpen, de spreiding van die on­ auteurs - ik gedenk hen met respect - derwerpen over de verschillende takken geen moeiten gespaard hebben om een van de geschiedwetenschap en over de standaardwerk te schrijven, want dat is verschillende perioden relevant voor het hun geesteskind onweerlegbaar, een Land van Herle. opus magnum in lengte van jaren. Maar is het ook een geschiedenis in Boeken de zin van een doorlopend verháál over het verleden van Hoensbroek? Rijst er bij Bij een eerste kennismaking zowel met het lezen een algemeen beeld op van het de Bibliografie Krüll als met de vroegere Hoensbroek en dan geplaatst in Bibliografie Herle is het opvallend dat het grotere kader van staat en kerk, van het aantal publikaties in boekvorm vrij het gebied waarin het dorp lag, een van gering is en van nogal wisselende kwali­ leven zinderend beeld van de bevolking teit, ook als men rekening houdt met de van hoog tot laag in vroeger jaren? datum van verschijnen. Een publikatie Daarin schiet deze lijvige verzameling van wat oudere datum mag natuurlijk van feiten en feitjes ernstig tekort. Het niet met eenzelfde maatstaf gemeten driemanschap Van de Venne, De Win en worden als een recente. Dat geldt voor Peeters gaf in 1967 veel en veel meer alle geschiedschrijving, ook die van de informatie dan Slanghen, maar hun Oostelijke Mijnstreek. Wat is echter kwa­ manier van werken was niet wezenlijk liteit? Wat is goed, minder goed, of anders of beter dan die van hun voor­ slecht? ganger honderd jaar eerder. Laat ik mijn mening daaromtrent De werkwijze van de auteurs van de trachten te verduidelijken aan de hand tweede Hoensbroekse 'geschiedenis' van een markant voorbeeld hier uit de leed aan de kwaal, die bijvoorbeeld streek. In 1859 publiceerde de Hoens­ Severin Corsten, oud-bibliothecaris van broekse burgemeester Egidius Slanghen de Universiteit van Keulen en erelid van zijn Geschiedenis van Hoensbroek. Het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig is een niet onverdienstelijk werkje, zeker Genootschap, laakte in 1961. Hij schreef

1995 afl.3 Het Land Van Herle

JUBILEUMBOEK 1950-1960

De omslag van het in 1961 verschenen jubileumboek, met onder andere bijdragen over de dor­ pen in de onderbanken. en ik geef hier zijn woorden in vertaling der de achtergronden van het gebeurde weer: "Het primitieve procédé om feiten en het spel der krachten duidelijk te chronologisch achter elkaar te zetten (en maken." 7 dat een geschiedenis te noemen), doet Wat recenter dan de 'Geschiedenis geen recht aan de veelvormige werke­ van Hoensbroek' uit 1967 zagen wij het lijkheid. Men kan geen geschiedenis door Severin Corsten gelaakte euvel her­ schrijven zonder stelling te nemen, zon- haald, toen de komende gemeentelijke

1995afl.3 Het Land Van Herle

herindeling van Zuid-Limburg een aan­ auteurs vormt echter een handicap. Een sporing was tot het publiceren van ette­ mens is geen duizendpoot; hij kan niet lijke geschiedenissen van plaatsen die als van alle markten thuis zijn en dat geldt zelfstandige gemeente zouden gaan ver­ ook in historicis. Een klein aantal auteurs dwijnen. Een aantal dorpen - ook in de brengt dan automatisch een zekere een­ Oostelijke Mijnstreek - kreeg omstreeks zijdigheid met zich mee ten aanzien van 1980 een eigen geschiedenis in boek­ invalshoeken en de aan bod komende vorm. Daarvoor geldt mutatis mutandis onderwerpen in een tijdschrift. Boven­ hetzelfde als voor de geschiedenis van dien kon ik mij bij het doornemen van Hoensbroek. Zij zijn stuk voor stuk zeer een aantal jaargangen van Het Land van interessant, zeker voor de dorpsgenoten, Herle niet aan de indruk onttrekken, dat en vaak heel mooi uitgegeven. Maar een de redactie soms moeite had de afleve­ dorpsgeschiedenis in de moderne zin ringen te vullen, een euvel waaraan van het woord kunnen zij qua opzet en meer periodieken lijden. Maar hoe het inhoud niet genoemd worden. probleem om aan voldoende goede en Het is jammer om het te moeten con­ voldoende gevarieerde kopij te komen stateren. Maar veel wat in boekvorm op te lossen? En kan men het wel oplos­ over de geschiedenis van de Oostelijke sen? Mijnstreek gepubliceerd is, voldoet niet Hier komt een algemeen probleem aan zelfs bescheiden eisen en moet om de hoek kijken bij de beoefening van steeds met voorzichtigheid gehanteerd plaats- en/ of streekgeschiedenis: het worden. aantal beschikbare en vooral ook ge­ schikte medewerkers. Dat getal wordt niet alleen ingeperkt tot mensen met Het tijdschrift 'Het Land van Herle' belangstelling maar tevens, zodra er echt Het Land van Herle met zijn 45 jaargan­ iets gedààn moet worden, tot mensen die gen is de andere poot, waarop de ge­ beschikken over nogal wat vrije tijd en schiedschrijving van de streek rust. Bij werklust naast de noodzakelijke aanleg het doornemen van de Bibliografie Herle en de vereiste kennis voor de beoefening vielen twee dingen onmiddellijk op: de van het vak. Bovendien is er dan ook anekdotische aanpak - heel veel korte nog de niet onbelangrijke kwestie van bijdragen over een waaier van onder­ het geld: het moet allemaal om niet werpen - en de tamelijk geringe variatie gebeuren. Onderzoek doen kost echter in auteursnamen. Als ik mij beperk tot tijd en geld, en onderzoek in enigerlei hen die niet meer onder ons zijn, denk ik vorm in druk laten verschijnen is ook hier aan mannen - vrouwen ben ik niet goedkoop. Een redactie van een amper tegengekomen - aan mannen als streektijdschrift en het bestuur van een Damen, Jongen, Peeters, Lindelauf, kring kunnen dan best van alles willen, Schobben en de facile princeps, de ge­ maar de handen zijn redactie en bestuur meente-archivaris Van Hommerich. Hun gebonden door omstandigheden, waar­ namen duiken telkens weer op in de aan zij niets of niet veel kunnen verande­ jaargangen, waarvan zij honderden en ren. honderden pagina's vulden. Uit hun In 1960 schreef de toenmalige kring­ medewerking blijkt hun grote belang­ voorzitter Jongen, dat de oprichters van stelling en liefde voor de streek, waarin 'Het Land van Herle' "zich uitsluitend zij leefden en werkten. · (hadden) laten leiden door de overtui­ Het betrekkelijk kleine reservoir aan ging, dat de verzorging van het histo-

1995 afl.3 Het Land Van Herle

risch verleden van onze streek ... slechts verslag gaven van hun resultaten? Dit met vrucht beoefend kan worden door kan een dubbel, zo niet een driedubbel mensen, die met de streek vergroeid effect hebben. De lezers komen op de zijn."8 Voorzover ik als buitenstaander hoogte van nieuwe gegevens over een erover kan oordelen aan de hand van het misschien geheel nieuw onderwerp en gepubliceerde in Het Land van Herle, zij krijgen kennis van het bestaan van de werd deze mening vrij algemeen onder­ scriptie en de plaats, waar zij ingezien schreven. Ik leid het af uit de auteursna­ kan worden. Bovendien acht ik het niet men die ik tegenkwam: het zijn in over­ onmogelijk, dat de redactie door haar grote meerderheid bekende namen uit aanbod tot medewerking er een geheel de Oostelijke Mijnstreek. Ik hoop van nieuwe auteur bij wint, die nog meer harte dat thans de enge streekgebonden­ van zich zal laten horen. Vooral beginne­ heid van Jongen en zijn tijdgenoten niet lingen hebben een duwtje in de rug no­ meer geldt voor de huidige redactie en dig om tot publiceren te komen. de huidige leden van de kring! Het koes­ De grote produktie aan titels in het teren van het dierbare eigene - wat dat tijdschrift Het Land van Herle werd ver­ dan ook moge zijn - onder gelijktijdige gemakkelijkt door de anekdotische aan­ afwijzing van alles en iedereen van bui­ pak, die jaar op jaar de inhoud van het ten, is immers een mentaliteit, die alleen tijdschrift kenmerkte en nog kenmerkt. maar kan leiden tot zelfgenoegzaam­ De artikelen zijn qua lengte vaak kort tot heid, tot inteelt en onvruchtbaarheid. zeer kort. Dat wijst in het algemeen op Om dat laatste te voorkomen zou ik het ontbreken van onderzoek van wat een andere redactionele politiek willen langere adem, wat meestal gaat ten koste bepleiten. Gooi de ramen open en zoek van de diepgang. Het lijkt mij een aanbe­ eens buiten de eigen directe omgeving veling waard ernaar te streven, dat er nu naar medewerkers voor het tijdschrift. en dan ook eens een langere bijdrage Het viel mij in dit verband op, dat er in zou verschijnen van meer fundamentele het niet zo verre verleden een dertigtal aard. Een dergelijke bijdrage zou dan universitaire historische scripties ge­ mogelijk niet direct de aandacht trekken schreven is met betrekking tot de van alle abonnees zonder uitzondering, Oostelijke Mijnstreek, waarop nooit maar zij zou op langere termijn haar meer ergens een vervolg kwam. Zijn die vruchten afwerpen voor de beoefening onderzoekers in het niets verdwenen? van de geschiedenis in de Oostelijke De auteurs hebben een exemplaar van Mijnstreek. hun werkstuk aan een archief of biblio­ theek geschonken. Daar wordt de titel Verwetenschappelijking? gerangschikt in de categorie 'grijze lite­ ratuur'. Die benaming duidt niet op duf­ Deze laatste overweging brengt mij op figheid en stoffigheid, maar op moeilijke een moeilijk punt voor een historisch bereikbaarheid. Als men geen weet heeft streektijdschrift en wel de vraag, of een van het bestaan van het onderzoeksver­ dergelijk periodiek ook open moet staan slag, zal men de verhandeling via de voor strikt wetenschappelijke bijdragen. daarvoor normaal bestaande kanalen Ik denk dan aan wat langere artikelen niet kunnen vinden. die nog iets anders brengen dan interes­ Zou het daarom geen aanbeveling sante of spannende gebeurtenissen uit verdienen als dergelijke scriptieschrij­ het verleden, of de genealogie van een vers in Het Land van Herle eens een kort persoon of familie. Ik denk aan artikelen

1995 afl.3 Het Land Van Herle

die een algemeen probleem stellen en na aan deze twee voorwaarden van begrij­ gedegen onderzoek en· het wegen van pelijkheid en degelijkheid voldaan is, het voor en tegen tot een conclusie trach­ kan er een symbiose, een harmonische ten te komen, een conclusie die onze his­ afhankelijkheid ontstaan tussen weten­ torische kennis en begrip verdiept. schap en popularitei t. Echt goede popu­ Is de hier beoogde verwetenschappe­ larisatie is immers onmogelijk zonder lijking een noodzaak? Neen, dat niet. voorafgaand degelijk wetenschappelijk Het inslaan van deze richting staat ter onderzoek. vrije keuze van een redactie en moet Een laatste overweging om verweten­ uiteraard altijd binnen het raam van het schappelijking niet buiten de deur te wil­ haalbare blijven. Ook hier hangt all es len houden, betreft de grote maatschap­ weer af van het voorhanden zijn van pelijke veranderingen in de twintigste geschikte auteurs binnen of buiten eigen eeuw. Sinds twintig, dertig jaar zien wij kring. Geen noodzaak dus, maar verwe­ overal een algemene trend naar verwe­ tenschappelijking heeft wel zo haar tenschappelijking, ook in het historisch voordelen. Een redactie die de geschied­ bedrijf. Mensen volgen langer onderwijs, beoefening op serieuze wijze wenst te de algemene ontwikkeling neemt toe. stimuleren en bij de tijd te houden, zal er Steeds meer is men gewend geraakt aan niet onderuit kunnen. De lezers die er en heeft men plezier gekregen in het gevoelig voor zijn, blijven op die manier aanhoren of lezen van een vertoog dat op de hoogte van nieuwe ontwikkelin­ handen en voeten heeft, een vertoog dat gen in de historische wetenschap. De iets vraagt van een denkende geest. liefhebbers-onderzoekeis van hun kant Bovendien is de instelling va n de gemid­ zullen er hun voordeel mee kunnen delde lezer of hoorder kritischer gewor­ doen bij hun eigen historische werk. den, waardoor lang niet meer alles als Onbewust vaak lopen ook zij rond met zoete koek geslikt wordt. Er is naar mijn allerlei vragen, die door een dieper gra­ mening daarom weinig reden te veron­ vend algemeen artikel aan de oppervlak­ derstellen, dat de meerderheid der lezers te kunnen komen en misschien zelfs afgeschrikt wordt door een bijdrage die opgelost. nu eens wat meer inspanning van de De grote Duitse kerkhistoricus Jedin geest vraagt. schreef in zijn Inleiding tot de kerkge­ schiedenis: "Wissenschaftlichkeit und Maatschappelijke veranderingen echte Popularität sind nicht unverein­ bar".9 Zijn mening deel ik. Wetenschap­ Ook andere dan algemene maatschappe­ pelijkheid en goede popularisering hoe­ lijke veranderingen hebben invloed uit­ ven elkaar niet te bijten, mits er voldaan geoefend op de geschiedenis van de wordt aan twee voorwaarden. In de eer­ Oostelijke Mijnstreek en doen dat nog. In ste plaats moet de wetenschapper-histo­ het begin van mijn betoog opperde ik ricus zijn kennis en inzichten niet ver­ reeds het idee van een grote tweedeling stoppen achter een grijze sluier van als in de historie van de streek, de tijd vóór wetenschappelijk bedoelde geheime de mijnen en die van tijdens de mijnen. vaktaal, die geen normaal mens begrijpt. De eerste is de langste periode. Zij ein­ In de tweede plaats moet populariteit, digt ongeveer omstreeks 1900. Qua aan­ het verstaanbaar zijn voor een groot pak en keuze van onderwerpen lijkt zij publiek, niet gelijk gesteld worden aan 80 mij geen wezenlijk andere benadering te oppervlakkigheid en oubolligheid. Als vragen dan die van de rest van Limburg.

1995 afl.3 Het Land Van Herle

Maar voor de periode 1900-1970 tijdens door hen geromantiseerde, schilderachti­ de mijnen en voor de nog nauwelijks tot ge Limburgse landschap van weleer de geschiedenis behorende, rond 1970 werd immers ontsierd door mijnschach­ beginnende periode ná de mijnen is een ten, koeltorens en 'kolonieën' I O De ietwat andere aanpak noodzakelijk. De periode nà de mijnen is niet minder dra­ problemen en ontwikkelingen langs matisch. De sociaal-economisch histori­ Worm en Caumer zijn in de twintigste cus Johan de Vries zag het begin ervan al eeuw van een geheel andere orde dan in de jaren vijftig. Veel moois kon hij niet die langs de Maas in het overige Zuid­ ontdekken. Hij sprak van een tijd van Limburg. verkilling met heftige spanningen op Het is zonneklaar, dat na 1900 in de sociaal-cultureel en politiek gebied, van gehele Mijnstreek enorme veranderingen grote contrasten in de jaren zestig en van plaatsgevonden hebben. De bevolking polarisatie in de jaren zeventign

De omslag van het gewaardeerde fotobo ek 'Heerlen in oude ansichten' uit 1970, samengesteld door de redactie van het tijdschrift 'Het Land van Herle'. groeide niet alleen ontzaglijk snel, maar Ik vertel met deze enkele opmerkingen ook haar samenstelling veranderde in­ niets nieuws, want de problematiek van grijpend door de binnenkomst van wer­ de Oostelijke Mijnstreek is al vele malen kers in de mij nindustrie uit andere stre­ uit en te na onderzocht en beschreven, ken dan Limburg en andere landen dan ook in historische publikaties. Hier is de Nederland. Het bestaan in de Oostelijke vraag wat van deze fundamentele om­ Mijnstreek werd geheel afhankelijk van wenteling - want dat was het toch - het wel en wee va n de mijnindustrie. De doorklinkt in 'Het Land van Herle'. Mijn dorpen groeiden aan elkaar en de streek ind ruk is: minder, misschien zelfs veel verloor zijn landelijk karakter. In de minder, dan men zou mogen verwach­ ogen van sommigen was er zelfs sprake ten in een tijdschrift gewijd aan de va n verloedering door het ontbreken van geschiedenis van de Oostelijke Mijn­ 81 eenheid in de ruimtelijke ordening. Het streek. Hoe is dat te verklaren? Wenden Het Land Van Herle

de lokale en regionale historici zich af trekken, dat het Land van Herle dit van deze ontwikkelingen? euvel niet helemaal heeft weten te ver­ Ik schrijf het toe aan een romantisch mijè!en. Laat ik een voorbeeld noemen. beeld van wat geschiedenis eigenlijk is. Opvallend afwezig in de onderwerpen Mij lijkt het, dat een voornaam kenmerk die in de Bibliografie Herle genoemd van de Limburgse belangstelling voor worden, zijn trefwoorden als immigratie, geschiedenis in het algemeen en die van acculturatie, allochtonen en aanverwante de Oostelijke Mijnstreek in het bijzonder begrippen.14 Toch zijn dat allemaal histo­ het vluchten is uit het heden naar een rische begrippen en verschijnselen, die al geromantiseerd verleden, waardoor men een eeuw lang een eminente rol spelen de grote actuele vragen van het moment in de Oostelijke Mijnstreek! Hoe kan even kan vergeten.12 men de historie van een streek beschrij­ Zeven jaar geleden merkte ik het ven, als men specifiek dragende elemen­ zojuist gezegde al op in mijn rede bij het ten van de historische ontwikkeling - 125-jarig bestaan van Limburgs Ge­ het zij bewust of onbewust - buiten schied- en Oudheidkundig Genoot­ beschouwing laat? Dat is een ontoelaat­ schap13 Ik zou hier nog eens willen bare verschraling van de eigen geschie­ onderstrepen, dat het geen exclusief denis. Limburgs verschijnsel is, die vlucht uit het heden naar een geromantiseerd ver­ Een nieuw doel: leden. Overal ter wereld voelen mensen het reeds bekende samenvatten zich tot hun geschiedenis aangetrokken, onder meer omdat zij onvrede hebben Het is nu vijftig jaar geleden dat een aan­ met het heden waarin zij leven. Dat mag talliefhebbers de kring Heerlen vormde, echter niet leiden tot het scheppen van bewust ook bedoeld als studiekring. een geschiedenis naar eigen smaak en Terugziend op die halve eeuw is er reden tot trots om hetgeen gepresteerd is. Maar wij moeten verder; de tijd staat niet stil. Een Duitse hoogleraar heeft de taak van historische verenigingen eens kernachtig gekarakteriseerd. Zij moeten ervoor zorgen "dafS nicht die Asche gesammelt, sondern das Feuer gehütet werde."15 Hoe houden wij het vuur brandend? Het historische vuur, de liefde voor het eigen verleden brandend houden, kan op velerlei manieren. Een machtig middel is een verwezenlijking van het­ geen Van Hommerich in 1959 al bepleit­ te: het schrijven van een samenvattende geschiedenis van Heerlen en - voeg ik eraan toe - in het verlengde daarvan een samenvattende streekgeschiedenis, al snit door een vernauwing van het blik­ dan niet annex geschiedenissen van veld van waaruit men zijn verleden afzonderlijke plaatsen. Eventueel zou beziet. Ik kan mij niet aan de indruk ont- men als aanloop kunnen denken aan een

1995 afl.3 Het Land Van Herle

verzameling van fundamentele voorstu­ dies - de door Van Hommerich bedoel­ de capita selecta-verzameld in een bun­ del als aanloop tot het eigenlijke over­ HOENSBROEK zichtswerk met de lokale of regionale geschiedenis.16 De tegenwerping die men steeds en overal te horen krijgt bij het stoutmoedi­ ge voorstel een samenvatting te gaan P. A. H. M. P F. F. T ~ K S schrijven is: Daar zijn wij nog lang niet aan toe! Er is nog zóveel dat wij niet weten. Er moeten nog zóveel archief­ bronnen onderzocht worden en er ont­ breken nog zóveel voorstudies. Neen, daar kunnen wij hic et nunc heus niet aan beginnen ... Mijn wedervraag is dan al­ tijd: En wanneer is dan wel het zegenrij­ ke ogenblik aangebroken, waarop een durfal of zelfs een hele ploeg van dat soort, zich zonder enige schroom kan zetten aan het schrijven van een algeme­ ne samenvatting? Neem van mij aan dat Het titelblad van een boekje door P.A.H.M. Peeters. er nooit ofte nimmer een ogenblik zal komen, waarop echt alle gegevens klaar een eeuw geleden een Oostenrijks histo­ liggen om in een verzamelwerk aaneen­ ricus.1 7 Syntheses zijn de grote stimulato­ gerijd te worden tot de grote, alomvat­ ren, omdat zij bijval uitlokken en ook tende geschiedenis van plaats x of streek prikkelen tot tegenspraak.18 Daarom is y. Elk jaar komen er nieuwe gegevens bij een synthese, een samenvatting van het en elk decennium duikt er wel een nieu­ bekende, altijd op tijd! Het is een machti­ we historische vraagstelling op. Met de ge stimulans voor verder onderzoek. Een daaruit voortvloeiende voortdurende synthese legt immers de zwakke punten veranderingen in het historisch beeld zal bloot, toont lacunes, roept vragen op. Zij bij het schrijven van een synthese slechts is het fundament, waarop voortgebouwd gedeeltelijk rekening gehouden kunnen kan worden door anderen. Door het worden. bekende bijeen te zetten, ontslaat zij Historici die weigeren een synthese te bovendien andere onderzoekers van veel schrijven bij gebrek aan een volledige opzoekwerk. voorkennis omtrent hun onderwerp, zijn als boekhouders die geen jaarbalans wil­ Hulpmlddelen len opmaken, omdat nog niet alle factu­ ren binnen en voldaan zijn. Geen bedrijf Voor een dergelijke synthese is er al enig kan goed werken zonder bijgewerkt voorwerk gedaan in de Oostelijke Mijn­ overzicht van baten en lasten, van winst streek. De Bibliografie Herle en vooral en verlies. Het historische bedrijf kan dat de Bibliografie Krüll geven een overzicht evenmin. "Erz und immer nur Erz zu van wat voorhanden is voor het schrij­ graben, kann (des Historikers) Lebens­ ven van samenvattingen. Zij vormen een mühe letztes Ziel nicht sein ... ", schreef goed startpunt voor degenen die eraan

1995 afl.3 Het Land Van Herle

De 'Geschiedenis van Heerlen ,' deel I: van de Romeinse tijd tot 1500' .

willen beginnen. Wie dat moeten gaan schiedenis va n Heerlen, laat staan van doen en op welke manier, is een zaak het gehele gebied va n de Kring Heerlen. van overleg. Maar praat niet te lang en Moet het Land van Herle nog eens een begin liever met het praktische werk, hele generatie wachten op zijn eigen ge­ met het verzamelen van gegevens en zo schiedenis? gauw mogelijk met het schrijven! Van Het tijdschrift Het Land van Herle Hommerich deed zijn oproep i.n 1959 en kan hierbij hulp bieden op verschillende 84 nu na 35 jaar is er nog altijd geen ge- manieren. Ik zie het orgaan vooral als

1995 afl.3 Het Land Van Herle

een verbindingsschakel tussen de lokale zoekers zijn zo gespitst op het eigen ver­ en streekgeschiedenis en de historische leden, dat zij over het hoofd zien hoe wereld daarbuiten. Eerder zei ik: Gooi hun archiefvondsten zouden kunnen de ramen open! Ik wil dat hier nog eens passen in een veel groter geheel. De stad herhalen. Als streektijdschrift moet Het of het dorp waar men woont, is nooit Land van Herle natuurlijk naar binnen een eiland geweest. De woonplaats heeft kijken, naar de eigen streek en de eigen altijd deel uitgemaakt van een grotere mensen. Maar laat het daarbij niet blij­ eenheid. Daar kan men alleen achter ven, want dan vervalt men in onvrucht­ komen door voortdurend te lezen over bare navelstaarderij. Kijk ook naar bui­ en naast het onderwerp, dat men bestu­ ten, kijk wat er zo in het algemeen gaan­ deert. Geschiedenis is een leesweten­ de is in het historisch bedrijf in andere schap. Het Land van Herle kan hier hulp streken, in Nederland, in België, in het bieden door de aandacht te vestigen op Rijnland. Vergelijk de eigen geschiedenis elders verschenen literatuur, die van met die in vergelijkbare situaties elders. belang kan zijn voor de geschiedbeoefe­ Hoe hebben de Belgen bijvoorbeeld in ning in het gebied van de kring. In de 45 het Kempische kolengebied de immigra­ verschenen jaargangen vond ik zegge en tie opgevangen in vergelijking met de schrijve vijf bijdragen, die iets zeiden immigratie in de Oostelijke Mijnstreek? over nieuw verschenen werk en steeds Een ander voorbeeld. Hoe zijn de in­ waren het publikaties niet alleen over heemse bokkerijders in te passen in het maar ook verschenen in de eigen streek. algemene beeld van het Europese bende­ Daar is absoluut niets op tegen. De wezen in die tijd; wat zijn daarbij de redactie zou echter verder kunnen gaan overeenkomsten, wat de verschillen? door in een aparte rubriek te attenderen Dergelijke bijdragen in Het Land van op elders verschenen onderzoek, dat van Herle zouden een voorbeeldfunctie heb­ belang kan zijn voor de beoefening van ben voor tal van historische onderzoe­ de eigen streekgeschiedenis, al was het ken, ook op heel andere terreinen. maar bij wijze van voorbeeld. Het hoe­ Het tijdschrift kan ook dienst doen als ven geen uitgebreide besprekingen te proefterrein. Maak voor serieuze geïnte• zijn; een korte samenvatting of alleen al resseerden ruimte, zodat zij voor het een titelopgave is voor een ter zake kun­ forum van de lezers hun ideeën kunnen dige onderzoeker reeds voldoende om etaleren over hoe naar hun mening een kennis te willen nemen van het genoem­ geschiedenis van Heerlen, van het Land de boek of artikel. van Herle eruit zou moeten zien. Met Van Hommerich dacht in 1959 be­ nadruk zeg ik serieuze geïnteresseerden, scheiden aan "een handboek voor Heer­ want niemand heeft iets aan een rubriek len van enige allure"l9 Wat zou het een met bozige of nergens op slaande zegen zijn, als het er nu geweest was. Brieven van Lezers. Daarnaast zouden in Elke onderzoeker van de Oostelijke het tijdschrift ook voorstudies kunnen Mijnstreek zou de schrijver van die verschijnen - de capita selecta - voor samenvatting in lengte van dagen dank­ kleinere of grotere delen van de beoogde baar zijn voor zo'n stuk handzaam synthese voor de geschiedenis van Heer­ gereedschap. Nu is het nog een vroom len of het Land van Herle. verlangen, maar ik wens alle belangstel­ Het Land van Herle kan mijns inziens lenden in de geschiedenis van het Land nóg een belangrijke altenderende rol van Herle toe, dat zij moed zullen vatten spelen. Veel lokale en regionale onder- en zich zetten aan dit werk van allure tot

1995 afl.3 Het Land Van Herle

nut van velen. Het zou ook alle grond pluimage. Dit moet zo blijven. Historici ontnemen aan de professorale neerbui­ moeten niet alleen schrijven voor hun gendheid, die onlangs in een vooraan­ vakgenoten, maar ook voor een alge­ staand Nederlands historisch tijdschrift meen publiek met belangstelling voor de gewaagde van "het voormalige mijnwer­ produkten van hun onderzoek. Aan de kersstadje Heerlen" .20 verlangens van een groot publiek heeft het tijdschrift Het Land van Herle in lengte van jaren mijns inziens volop vol­ Beslult daan. Als ik hier voor een koerswisse­ Om het grote werk mag het kleine echter ling pleitte, was het geen koerswisseling niet vergeten worden. Het periodiek Het van 180 °, geen keuze voor een en/of Land van Herle heeft vele jaren onge­ maar voor een en/ en. Het 'Land van twijfeld vele lezers een plezier gedaan Herle' en de geschiedschrijving van het met zijn talrijke bijdragen van velerlei land van Heerlen zullen er wel bij varen!

Noten:

1. Het Land van Herle, jubileumboek 1950-1960, naleerd door Steinbach, P., Territoria!- ader Re­ Heerlen 1961, 3,4. gionalgeschichte: Wege der modernen Landes­ 2. Hommerich, L. van, Geschiedschrijving over geschichte, ein Vergleich der 'Blätter für deutsche Heerlen en omgeving, in: Het Land van Herle 9 Landesgeschichte' und des 'jahrbuchs für (1959) 89-92. De auteur kwam er later nog eens Regionalgeschichte', in: Geschichte und Geseli­ op terug bij de oprichting van de Stichting Fon­ schaft 11 (1985) 529. tes Rodenses: Land van Herle 18 (1968) 36-41. 13. Publications de la Société historique et archéolo­ 3. Van Hommerich, Geschiedschrijving over Heer­ gique dans Ie Limbourg, 125 (1989), 18. len, 91. 14. Onlangs werd aan een deelaspect va n die immi­ 4. Jubileumboek 1950-1960, 3. gratie een Nijmeegs proefschrift gewijd: Ve r­ 5. Achteraf bleek mij, dat ook deze bibliografie van steegh, A.P., De onvermijdelijke afkomst?, de de hand van drs. Krüll is. opname van Polen in het Duits, Belgisch en Ne­ 6. Engelen in: Rheinische Vierteljahrsblätter 53 derlands mijnbedrijf in de periode 1920-1930, (1989) 151. (N.W. Posthumus Reeks, 3), Hilversum 1994. 7. Severin Corsten in: Rheinische Vierteljahrsblätter 15. Moritz Heyne aangehaald door Edith Ennen in 26 (1961) 347. haar Gesammelte Abhandlungen, Bonn 1977, II, Tussen ( ) mijn toevoeging. 101. 8. Jubileumboek 1950-1960, 4. 16. Van Hommerich, Geschiedschrijving over Heer­ 9. Handbuch der K.irchengeschichte, herausgege­ len,91. ben von Hubert jedin, Freiburg im Breisgau 17. August Fournier (t1923) in de voorrede op zijn 1962, I, 18. Napoleon, verschenen in 1885. Citaat bij Lhotsky, 10. lansen, j.C.G.M. en Rutten W.j.M.j., Geschie­ A., Geschichte des lnstituts für Österreichische denis van de landbouw in Limburg in de twin­ Geschichtsforschung 1854-1954, in: Mitteilungen tigste eeuw (Maaslandse Monografieën, 52), des Instituts für Österreichische Geschichte, Er­ Leeuwarden/Mechelen 1992,59. gänzungen, 17, Wien 1954, 141. 11. Messing F.A.M., Geschiedenis van de mijnslui­ 18. Tijdschrift voor Geschiedenis 104 (1991), 355 ting in Limburg, noodzaak en lotgevallen van (Jonker). een regionale herstructurering, 1955-1975, sa­ 19. Het Land van Herle 9 (1959), 89. mengevat door P.j.A. Frische, Leiden 1988,201. 20. Bijdragen en Mededelingen betreffende de Ge­ 12. Als een voor beoefenaars van de· regionale ge­ schiedenis der Nederlanden 109 (1994), 461 schiedenis typische eigenschap wordt dit gesig- (Huussen).

1995 afl.3 Het Land Van Herle

M.H.F. AUGUSTUS - VIJGEN VERGETEN DIENSTBAARHEID De bijdrage van vrouwelijke religieuzen in de ontwikkeling van Oostelijk Zuid-Limburg, 1900 -1950

Bij de titel van dit referaat, 'Vergeten tig jaar geleden was een katholiek milieu dienstbaarheid', past het volgende zonder zusters nog onvoorstelbaar" .3 gedicht van Gerard Reve: Toch nemen zij of haar werk in de ge­ schiedschrijving nauwelijks een plaats 'Zuster Immaculata die al vierendertig jaar in. Zoals zij uit het straatbeeld verdwe­ verlamde oude mensen wast, in bed nen zijn, zo lijken ze ook weggevaagd verschoont, en eten voert, uit ons bewustzijn. zal nooit haar naam vermeld zien . Geschiedschrijving betekent recht Maar elke ongewassen aap die met een bord: doen aan de verleden werkelijkheid. In dat hij vóór dit, of tegen dat is, Oostelijk Zuid-Limburg hoort de aanwe­ het verkeer verspert, zigheid én de inzet van leden van een ziet savonds reeds zijn smoel op de tee vee. zestiental congregaties van vrouwelijke Toch goed dat er een God is.' 1 religieuzen tot die werkelijkheid.

Gerard Reve gaf dit gedicht de titel 'roe­ 1. óoste•iJk ZlllêlitiiJ,bürg ~ó.iifde ping' mee. Hij zegt het wat ruw, maar eeu-lsselllng en de storm­ toch, het gedicht geeft iets aan van mijn achtige ontwikkeling in de eerste motivatie om vanmiddag te spreken decennia van de 20ste eeuw over de vraag: wie waren zij, die tiental­ len vrouwelijke religieuzen in onderwijs Er is enige moed voor nodig om in dit en gezondheidszorg, en welke is haar gezelschap van kenners en liefhebbers bijdrage aan de ontwikkeling van en de van historie en streek iets te zeggen over vrouwenemancipatie in Oostelijk Zuid­ Oostelijk Zuid-Limburg in het nog vrij Limburg? 2 nabije verleden. Toch kan ik er niet om­ Een opmerking vooraf: ik spreek over heen, omdat de leefomstandigheden van actieve vrouwelijke religieuzen, niet over toen meebepalend zijn voor mijn onder­ beschouwende religieuzen of 'slotzus­ werp. In grote lijnen: een agrarische ters'. Leden van een actieve congregatie streek, met enkele grotere dorpen als kiezen voor een religieus leven in dienst koopcentrum en als marktplaats voor van God én van de wereld, beter gezegd: produkten van landbouw en veeteelt. ten dienste van God en van hun mede­ Heerlen telde rond de eeuwwisseling mensen. Annelies van Heijst zegt in haar rond de 5000 inwoners. Ik voeg hier een boek 'Zusters, vrouwen van de wereld': stukje 'oral history' in, verhalen zoals ik "In de alledaagse levensgeschiedenissen die van mijn moeder, geboren in 1896 in van katholieke vrouwen zijn zusters niet Schaesberg, hoorde. "Als je in de winter weg te denken; onze grootmoeders en naar Heerlen moest, te voet, dan liep je moeders en wijzelf hebben met zusters tot je enkels in de modder". En: "Ik ging te maken gehad. Zij hebben ons ver­ naar Heerlen, en ontmoette oom Frans 87 pleegd, verzorgd en onderwezen. Twin- van de Willemstraat. Hij zei tegen me:

1995 afl.3 Het Land Van Herle

'Dil, je moet niet meer naar Heerlen ten. Het feest bestond dan uit iets extra's komen met zwarte kousen aan'. Maar als aàn tafel: bij de hoofdmaaltijd en bij de ik naar tante Serafica ging, haar zuster in koffie rond vier uur. Vastenavond was het klooster in , dan zei die: veel minder dan nu een feestelijke uit­ 'Dil, je gaat toch niet met die bonte kou­ spatting en meer de tijd voor het zogehe­ sen aan lopen, neen hé, dat doe je niet'." ten veertigurengebed, een tijd namelijk Het leven van de bevolking werd ge­ om in de kerk te bidden voor het uitge­ regeld door de wisseling der seizoenen stelde Allerheiligste en eerherstel te en door het kerkelijk jaar. Het was een brengen voor de zondige feestvierders. eenvoudig leven. De onderlinge verhou­ Onderwijs en gezondheidszorg waren dingen binnen de gemeenschap van er wel, maar de voorzieningen waren dorp, gehucht of stad lagen vast. Men zeer onvoldoende. Ernstige en langduri­ was boer, ambachtsman of arbeider. De ge ziekte konden met name de eenvou­ bedrijven die er waren, waren klein en digen in grote problemen brengen, om­ hun produktie was gericht op gebruik dat zij geen geld hadden voor een dokter binnen de regio: steenfabrieken, brouwe­ en omdat er in ziekendagen niet ver­ rijen, zij leverden plaatselijk of regionaal. diend werd. Er was veel onderlinge lief­ De timmerman was timmerman/ aanne­ dadigheid, maar die reikte niet verder mer en vaak tegelijk ook meubelmaker. dan noodhulp. Zij kon ook niet verder Er was de dorpssmid en de zadelmaker. reiken. Er waren kleine levensmiddelenwinkel­ tjes, vaak niet meer dan een afgeschei­ De streek verandert den kamer, waar 'koloniaal waren' ver­ kocht werden, verder suiker, zout, olie Enkele bevolkingsgegevens.4 In heel en dergelijke. Men leefde met elkaar Oostelijk Zuid-Limburg woonden in mee, en deelde - misschien noodge­ 1880 22.071 mensen. Heerlen en Kerk­ dwongen- lief en leed. Eveneens nood­ rade waren de 'grotere' plaatsen met gedwongen werd er sober geleefd. beide ruim 5.000 inwoners. Dat wil zeg­ Voor de grote groep leverde dit leven gen dat er in de andere dorpen samen weinig problemen op. Degenen die min­ slechts 12.000 mensen woonden. Ter ver­ der gemakkelijk meekonden, werden gelijking: Roermond had ruim 10.000, getolereerd. Ieder dorp had zo zijn min­ Sittard ruim 5.000 inwoners. In 1900, de derbegaafden, waarvoor de term 'dorps­ eerste mijnen waren gestart, waren die gekken' werd gebezigd; zij hoorden er­ aantallen: Oostelijk Zuid-Limburg: bij. Misschien was het voor een andere 29.396 inwoners, Heerlen 6.640, Kerkra­ groep allemaal niet zo simpel, namelijk de 9.619. In 1910: respectievelijk 47.172, voor hen die qua aanleg en intelligentie Heerlen 12.098, Kerkrade 16.663. In 1920: boven de groep uitstaken. De ambities respectievelijk 97.937, Heerlen 32.263 en mochten niet zoveel verder reiken dan Kerkrade 25.494. het gemiddelde, vaak kon de gemeen­ De bevolking van de streek groeide in schap dat niet aan, want het verstoorde de periode 1880-1900 dus van ruim het wankel evenwicht. 22.000 inwoners tot ruim 29.000 inwo­ Het was ook een saai bestaan. Er was ners, in de periode 1900-1920 groeide dit nauwelijks iets te beleven. De hoogte­ aantal tot bijna 98.000. Heerlen groeide punten werden gevormd door kerkelijke in de twee decennia van 1900 tot 1920 feestdagen, waar de kermis bij hoorde, van ruim 6.000 naar 32.263 inwoners. In en door familiebezoeken op naamfees- 1950 woonden er in Oostelijk Zuid-

1995 afl.3 Het Land Van Herle

Limburg in totaal ruim 185.000 mensen. Stond de kerk enerzijds voor het be­ In de oostelijke mijnstreek was in houd van waarden en normen, ander­ 1909 28.3 procent van de beroepsbevol­ zijds was zij niet voorbereid om de ver­ king werkzaam in de landbouw. Dit per­ anderingen die zich voordeden te bege­ centage liep sterk terug, in 1930 bedroeg leiden. Haar bedienaren waren van het het 7 procent. Tegelijkertijd was er een oude stempel. Allerlei nieuwigheden grote stijging van het percentage werk­ werden als gevaarlijk voor geloof en zaam in de nijverheid: in 1909 43 procent zeden gezien. Haar wereldbeeld was dat (1154 personen), in 1930 66.6 procent van de bestaande, agrarische gemeen­ (40.702 personen). schap, vastliggend en haast onverander­ De totale personeelsbezetting van de lijk. Daarin paste bijvoorbeeld nauwe­ Limburgse mijnen liep op van 424 perso­ lijks het beeld van de mijnwerker die een nen in 1905 tot 22.874 in 1920. Vlak voor ander dagritme moest volgen. De zorg de oorlog, in 1940 hadden de mijnen van de kerk was vooral: die mensen ruim 39.000 werknemers. In de zogehe­ moeten op zondag een mis bij kunnen ten 'Oude Mijnstreek', ongeveer oostelijk wonen. Of, een andere benadering: de Zuid-Limburg, woonde het grootste deel kruisdagen, waarop in processie door de der mijnarbeiders. Daarbij zorgde het velden werd getrokken en voor de grote aantal toeleveringsbedrijven, di­ vruchtbaarheid van de gewassen werd rekt op de mijnen betrokken, voor veel gebeden, lagen menig pastoor méér dan werkgelegenheid. wat wij nu kennen als de 'dag van de De ontwikkeling van de mijnbouw arbeid'. bracht werk en welvaart, maar ook een De angst voor het socialisme was gigantische sociale problematiek, want groot. Van Laarhoven schrijft in zijn de voorzieningen die het welzijn moes­ kerkgeschiedenis hoe de christelijke so­ ten dragen waren ontoereikend. De be­ ciale activiteit in deze periode duidelijk hoefte aan onderwijs en gezondheids­ mede 'geïnspireerd' werd door deze zorg groeide5 Juist in die behoefte heb­ angst. Haar aandacht voor de positie van ben met name vrouwelijke religieuzen de werkende mens en zijn welzijn ver­ door haar inzet op velerlei wijze voor­ tolkte de Kerk in de eerste sociale ency­ zien. cliek Rerum Novarum ('Over de toe­ stand der arbeiders'; 1891). Van Laar­ hoven merkt op dat de katholieke kerk 2. De kerk en haar h1vloed zich als eerste van de kerken officieel uit­ De maatschappelijke veranderingen in sprak ten gunste van de werknemers en deze jaren brachten niet alleen voor de haar uitdrukkelijke steun gaf aan de burgerlijke overheid grote problemen. acties van pioniers in deze. Maar het was De kerk had er zo haar eigen moeite ook de Kerk die principieel koos voor mee. Was zij tot nu toe haast bepalend zuiver katholieke vakverenigingen.6 voor het leven van de bevolking, door de grote stroom nieuwe mensen, met een 3. Het denken over opvoeding, met andere of zelfs zonder geloofsovertui­ name van meisjes, zeden en ging, moest zij alle krachten inzetten om moraal, gezag en dienstbaarheld haar greep op het leven vast te houden. Ik memoreer hier slechts haar inzet, in "Ein Mädchen, das auf den Tanzboden de persoon van bijvoorbeeld dr. H. Poels, geht, ist eine Dirne. Ein Mädchen das bei voor het welzijn va n de mijnarbeiders. Abend auf den Tanzboden geht, ist eine

1995 afl. 3 Het Land Van Herle

liederliche Dirne" . Deze 'pastorale' uit­ opgevoed tot goede katholieken, dat spraak heeft mijn moeder vaker geci­ stond voorop. Meisjes moesten worden teerd, als het ging over wat hoorde en opgevoed tot fatsoenlijke christenvrou­ wat niet hoorde. De uitspraak stamt uit wen. In dat leven moest er veel aandacht de jaren voor 1914, toen onder andere in zijn voor opoffering, toewijding en Heerlen, Kerkrade en omstreken Duits berusting in het levenslot. Voor haar was nog de voertaal was in de kerk. Zij er praktisch gezien geen andere toe­ spreekt voor zichzelf. Tegelijkertijd geeft komst dan echtgenote worden, dat wil zij zo duidelijk normen aan, dat er, in de zeggen trou wen en kinderen krijgen. tijd toen zij gelanceerd werd, geen ont- Hoeveel kinderen dat zouden worden, wist geen enkel meisje op haar hu we­ lijksdag. Haar toekomst kon zij aflezen uit het leven va n haar moeder en groot­ moeder, dat wil zeggen door terug te kij­ ken. De ongehuwde vrouw had weinig maatschappelijk aanzien, want zij had immers geen man kunnen krijgen. Om­ dat er nauwelijks werkgelegenheid was voor vrouwen, en zeker geen mogelijk­ heden tot een beroepsopleiding, was voor de ongehu wde vrouw het perspec­ tief dienstbode of winkelmeisje worden. Maar ook rondom het huwelijk waren er problemen. Het was wel niet zo dat kinderen uitgehuwelijkt werden, maar de keuze va n de huwelijkspartner was toch beperkt: men diende binnen de ei­ gen 'stand' te blijven. De toestemming van de ouders voor een huwelijk woog zeer zwaar. Omdat de mensen ook toen geen heiligen waren, kwam het voor dat een ongehuwde vrouw zwanger werd. Haar lot was niet benijdenswaardig. Trouwdatum en geboortedatum van het eerste kind waren een publiek geheim. Wanneer er niet getrouwd werd, om welke reden dan ook, was de ongehuw­ Zuster Maria Seraphica rond 1912 als novice van de de moeder voor de rest van haar leven congrega tie van de Zusters van de H.Harten van Jezus een getekende. In deze zaken werd de en Maria in opleiding in Frankrijk. Deze onderwijzeres gemeenschap waarin men leefd e en werd in de wereld geboren als Maria J.H. Francken was woonde, en die beschutting bood, een een tante van de auteur van dit artikel . beklemming. De verantwoordelijkheid voor een ongewenste zwangerschap komen aan was. Want de gemeenschap werd alleen bij de vrouw gelegd; een was klein, de sociale controle groot, en meisje moest zich ingetogen en kuis ontsnappingsmogelijkheden waren er gedragen, zodat een man niet in de ver­ 9b nauwelijks. Kinderen moesten worden leiding kwam.

1995 afl. 3 Het Land Van Herle

46-jarige leeftijd sterft, moet haar moe­ van actieve vl'oüwelljke re g der gaan werken om in het levensonder­ en de aantrekkingskracht op houd van het gezin te voorzien. meisjes en vrouwen Over haar schoolopleiding zijn geen gegevens voorhanden, wel over haar In de negentiende eeuw ontstonden in gedrag als jong meisje. Amélie bezocht Nederland, vooral ten zuiden van de veel zieken en ouden van dagen, en had grote rivieren, een aantal gemeenschap­ veel zorg voor hen. Zij besloot onge­ pen van vrouwelijke religieuzen. Deze huwd te blijven, en legde daartoe in 1817 gemeenschappen boden vrouwen de bij haar biechtvader een gelofte af, aan­ mogelijkheid gezamenlijk als religieuze vankelijk voor een jaar. Tevens begon zij te leven, een levensstaat welke hoger in met het geven van geloofsonderricht aan aanzien stond dan die van leken. Haar de kinderen van Beaulieu, waar de fami­ ontstaan werd echter sterk beïnvloed lie nu woonde. Ofschoon zij zich wilde door de tijdsomstandigheden: de moge­ aansluiten bij een groepje dames die een lijkheid om bestaande noden te helpen religieus leven leidden, kon dit niet lenigen: gelegenheid scheppen voor kin­ doorgaan omdat haar moeder hulpbe­ deropvang, onderwijs, gezondheidszorg. hoevend werd en Amélie haar moest "Het begin van deze gemeenschappen verzorgen. Toen haar moeder in 1836 was alleszins bescheiden. Een groepje stierf erfde zij haar huis en enig bezit. vrome vrouwen verzamelde zich rond Ook toen ging zij niet naar een klooster, een charismatische zuster uit haar mid­ maar begon een naaiatelier om mensen den of de priester ter plaatse en werd aan werk te helpen. Samen met enkele uiteindelijk kerkelijk erkend als gemeen­ gelijkgezinde vrouwen kwam zij tevens schap van religieuzen. Vaak ondervon­ tot de oprichting van een 'Bureau de den de eerste zusters de armoede aan Charité'. den lijve en meer dan eens stond in de Opmerkelijk is dat zij daarvoor steun beginjaren het voortbestaan van de ge­ kreeg van de burgerlijke overheid. Haar meenschap op het spel. Maar telkens initiatieven gingen nog verder: zij erfde dienden zich kandidaten aan die het van een inwoner van Beaulieu zijn hele leven en de werkzaamheden van de zus­ bezit, de boerderij 'Les Chênes', dat ters wilden delen"? Ter illustratie schets werd haar eerste huis voor hulpbehoe­ ik hier in het kort het ontstaan van drie vende bejaarden. Amélie en de vrouwen congregaties die in deze streek hebben die zich rond haar verzameld hadden, gewerkt. dachten ondertussen aan het stichten van een nieuwe religieuze congregatie. Daartoe kregen zij, na lang aandringen, De Congregatie van de Zusters van pas in 1853 verlof van de aartsbisschop de H.H. Harten van Jezus en Maria van Rennes. Amélie is dan 55 jaar. De Dit was een kleine Franse congregatie, naam van de congregatie is: Soeurs des met enkele vestigingen in Zuid-Lim­ Saintes Coeurs de Jésus et de Marie. burg. Zij werd gesticht door Amélie Haar oorspronkelijke doelstelling was Friste!, een Bretonse vrouw. Zij werd het verzorgen van hulpbehoevenden, geboren in 1798 te St. Mala in een gezin met het accent op thuisverpleging. De uit de gegoede stand. In haar woon­ ontwikkeling ging echter in een andere plaats heerste, zoals ook elders in de richting. Toen in 1854 de Franse wet vrij­ streek, grote armoede. Als haar vader op heid van onderwijs toestond, wenste de

1995 afl.3 Het Land Van Herle

bisschop, mgr. Brossais, die hen een jaar baar waren voor zijn stichting. Konkre­ eerder nog had toegestaan een nieuwe ter: hij was op zoek naar vrouwen die religieuze congregatie te stichten, dat zij een congregatie van religieuzen wilden zich (ook) gingen toeleggen op onder­ gaan vormen met als doelstelling hulp wijs. En wel onderwijs aan meisjes in aan ouden van dagen en wezen. Savei­ kleine dorpen. De zusters nemen deze berg was de initiator van een nieuwe taak op zich, en worden in de wandeling congregatie. Hij was het ook die de regel 'les soeurs des petites écoles' genoemd, ontwierp, uitgaande van de 'derde Regel juist omdat zij, vaak in groepjes van van de H. Franciscus' in een vorm aan­ twee, in kleine dorpen gaan werken. gepast aan het religieuze leven. In haar Amélie Fristel stierf in 1866. officiële naam 'Kleine Zusters van de H. Boeiend in dit bericht is te ontdekken Jozef, Patroon der Kerk' duidde het hoe Amélie Fristel zelf de initiatiefneem­ woord 'kleine' op eenvoud des harten ster en de draagster van haar congrega­ welke Franciscus aanbeval aan zijn vol­ tie is. Weliswaar heeft zij hulp gevraagd gelingen. aan en steun gekregen van de geestelijk­ De zusters die zich bij Savelberg om heid, maar zij heeft zelf haar weg opname in de congregatie vervoegden, gezocht en gevonden. waren over het algemeen al eenvoudi­ gen van geest. Gezien de tijd waarover het hier gaat is het niet verwonderlijk, Een Heerlense congregatie: De klei­ dat er onder hen analfabeten waren. Dit ne zusters van de H. )oseph duidt op een achterstand in ontwikke­ In 1865 werd Joseph Savelberg, kapelaan ling, niet op achterlijkheid, want een­ in Schaesberg, benoemd tot kapelaan voud van geest sluit helderheid van ver­ van de Pancratiusparochie te Heerlen. In stand niet uit. Van twee zusters bijvoor­ Schaesberg al deed hij een beroep op beeld die lezen noch schrijven konden, zusters voor een naaischool voor meis­ wordt tegelijkertijd gezegd dat zij uit­ jes, en met succes. Twee Franciscanessen muntten in tact en gezond oordeel. kwamen tweemaal per week vanuit Tegelijkertijd maakte dit echter duide­ Heerlen een naaicursus geven. Sa velberg lijk dat de invloed van Savelberg zelf en zag meer noden: graag wilde hij een huis van de geestelijken die aangezocht wer­ stichten voor wezen en oude mensen, den om biechtvader van de zusters te maar hiervoor kreeg hij niet de benodig­ worden, zeer groot was. Ik citeer Savei­ de vrouwkracht berg in een brief aan een biechtvader: Ook in Heerlen zag hij de dringende "Overigens zijn onze zusters doorgaans behoefte aan een dergelijke voorziening. eenvoudige zielen zoodat uw taak niet Hier startte hij met de hulp van enige bijzonder moeilijk zal zijn. Men behoeft leden van de door hem opgerichte ze slechts te bestieren en aan te sporen Franciscaanse Derde Orde, toen Lambert tot een ijverige navolging van haren Penders zijn huis ter beschikking stelde regel en uitoefening harer bediening met en zijn diensten aanbood. Op 4 oktober een hart nederig en eenvoudig onder­ 1867 werden de eerste verpleegden op­ worpen". 8 Het verslagboek, verschenen genomen. De dorpsgemeenschap keek bij het eerste eeuwfeest van de congrega­ kritisch toe, want in het eerste jaar over­ tie zegt hierover: "Hierin klinkt door hoe leden in het huis vijf mensen. Savelberg zelf zijn zusters vormde, hoe Savelberg was, noodgedwongen, op zij van hem op een radicale manier het zoek naar mensen die geheel beschik- stempel van hun naam kleine zusters kre-

1995 afl.3 Het Land Van Herle

verplegen, verwaarloosde en ouderlooze JeziUI t Maria t Joseph t Cornellus kinderen te verzorgen, langzamerhand Bid voor de ziel van zaliger de onderrichting en opvoeding der meis­ SOEUR MARIE SERAPHICA jes vooral arme te verzorgen, alsmede de In de wereld zuiverheid en versiering der (dorps)ker­ larla ltHJ~Ialabertlaa flliCI. ken, altaren enz. en dat met een gering De dierbare overledene werd geboren aantal van twee of drie zusters en de te Schaesberg den 3den Jan. 1891, werd ge· geringe middelen waarover een kleine profest den 12den Aug. 1913, overleed te parochie gewoonlijk te beschikken Heerlerheide, als Hoofd der Bijz. Meisjes· heeft". achooi U den 6 Sept. 1932. Toch moest ook het aanvankelijke Ooverwacbt kwam de dood tot haar, die idealisme van Savelberg, zoals hierbo­ altijd bereid wu, om een einde te maken ven geformuleerd, in concrete omstan­ aan baar leven, vol toewijding voor de digheden zich richten naar de realiteit. jeugd. Heerlijke voorbereiding voor haar De kleine huizen, van twee of drie zus­ lierven was de pas geholl.den retraite. _ Voor hare medezusters was zij een toon· ters, bleken praktisch zeer ongeschikt. lleeld van pllchtsbetracbtlng : voor de haar Dit maakte de onkosten wel gering, toevutrouwde kinderen was zij vol zorg maar de werkmogelijkheden werden er en liefde. Daarom treuren velen om baar te sterk door ingeperkt. De doelstelling heengaan en zullen zij dankbaar bidden voor de I'Wit harer ziel. wordt dan als volgt geformuleerd: "Het verrichten van die werken van naasten­ Zoet Hart van Jezus, maak dat Ik U eer en meer beminne. (300 d. afl.) liefde waarin tot nu toe minder voorzien Zoet Hart van Maria, wees mijn heli. was". In concreto: "verpleging van ou­ (300 d. afl.) den en gebrekkigen, voornamelijk arme L-~ ------~ ------~ - lieden van beiderlei kunne, de verzor­ gen ingeprent"_ Bij het SO~jarig bestaan ging en opvoeding van arme weezen of van de congregatie getuigt mgr. Dries~ verwaarloosde kinderen in gestichten, sen, de opvolger van Savelberg als direk~ de verpleging van zieken zoowel aan teur, hierover: "Streng was de gehoor­ huis als in gestichten, meer bijzonder zaamheid en blind de onderwerping die nog van zenuwzieken en epileptieken, hij (S) van hen vorderde; echt francis­ en in het algemeen die lijders welke in caans om niet te zeggen hard de armoe­ andere Congregatiën of gestichten in de de die zij vooral in de eerste tijd moesten regel niet worden opgenomen. Daar­ doormaken. enboven de huishoudelijke arbeid in Latere generaties van zusters zullen groot- en klein-seminaries en in andere terugkijken naar deze zusters als tot bisschoppelijke instellingen van onder~ heldhaftige zielen aan wier armoede en wijs". Er kan niet gezegd worden dat ontbering met bewondering maar ook zijn programma bescheiden was! met een zekere huiver wordt terugge­ Wanneer Joseph Savelsberg in 1907 dacht" 9 Een lid van de Congregatie zei overlijdt, laat hij een bloeiende congre­ hierover: "Wij mochten niet studeren, gatie na. Hij heeft voor zijn dood ge­ wij moesten eenvoudig blijven". Savei­ zorgd voor een opvolger-directeur, die berg zelf spreekt over deze jaren als over alle volmachten krijgt, want, aldus Sa~ een "gouden tijd". Als hoofddoel van de velberg: "dit is een onderscheidend ken­ Congregatie formuleerde Savelberg: " ... merk van zijn congregatie". Hij wijst een ten platte lande vooral in kleine pa­ zuster als algemeen overste af, en be­ 93 rochiën oude en gebrekkige lieden te roept zich daarbij op de wijze waarop de

1995 afl.3 Het Land Van Herle

De voorpagina van de tweede druk uit 1928 van de biografie 'Mgr. Petrus Joseph Savelberg, stichter van de congregaties der Kleine Broeders en Zusters van den H.Jozef (1827-1907)' van J.L. Jansen c.ss.r. De eerste 'Levensschets' dateerde van 1909.

congregatie is ontstaan en uitgegroeid. maar toch ook geen algeroeene regel Verder acht hij een man als directeur zijn". 10 noodzakelijk, omdat bij de uitbreiding van de liefdewerken, ik citeer, "een De Franciscanessen van Heythuysen doorzicht en vastberadenheid noodig zijn die bij vrouwen wel niet onmogelijk Op 10 mei 1835 trok een groepje van vier

1995 afl.3 Het land Van Herle

vrouwen vanuit de Dorpsstraat in Heyt­ betrekking tot de rol en de invloed van huysen naar de Kreppel, een vervallen beiden. Hoe dan ook, moeder Magda­ landgoed gelegen aan de rand van het lena heeft gestaan aan het begin van een dorp. Het waren vrouwen die zich aan­ congregatie die van verstrekkende bete­ eensloten rond Catharina Damen, en die kenis is (geweest) in de katholieke ge­ een professie hadden afgelegd in de Der­ meenschap. de Orde. Zij zorgden in het dorp Heyt­ huysen voor een (bewaar)schooltje, ver­ 1 s. ·m; Inzet vá.:l W'o~~wenjiii!'• ièn iéa.:~ pleegden zieken thuis, waren soms we­ 9 zen: plaatsbepaling en invloed ken lang aktief in gezinnen die hulp van de kerkelijke overheld nodig hadden, en deden de kerkewas. Het verlangen naar een kloosterlijk In dit onderdeel moet ik mij noodzakelij­ leven groeide. Maar daarvoor was ker­ kerwijze beperkingen opleggen, alleen al kelijke toestemming nodig. En voor het omdat er maar liefst zestien verschillen­ dragen van een habijt en sluier waren de congregaties van vrouwelijke religi­ constituties nodig. Zoals bij meer con­ euzen aktief geweest zijn in Oostelijk gregaties diende als voorbeeld voor deze Zuid-Limburg. Sommige grote congre­ constituties de regel van een beschou­ gaties vallen op, andere, kleiner, komen wende orde. Dat wil zeggen dat de regel niet gemakkelijk in de aandacht. Ik zeg georiënteerd was op het patroon van een Gerard Reve na: "Toch goed dat er een contemplatieve gemeenschap, terwijl het God is ... " Verder beperk ik me tot werk­ apostolaat van de zusters heel andere zaamheden op het gebied van het onder­ eisen stelde. wijs en - veel korter - de gezondheids­ Een belangrijke rol in de ontwikkeling zorg. van de congregatie speelde pastoor Pe­ trus Van der Zandt, die Catharina Da­ Onderwijs men, de latere algemeen overste Moeder Magdalena, naar Heythuysen gehaald Reeds in de tweede helft van de vorige had. Hij redigeerde de eerste constitu­ eeuw leefde in Oostelijk Zuid-Limburg ties. het besef dat er aan de ontwikkeling van Met de inkomsten was het, zoals bij vrouwen en meisjes bijzondere zorg veel andere congregaties, vooral de eer­ besteed moest worden. Geestelijken en ste jaren droevig gesteld. Men was sterk leken probeerden religieuzen van de afhankelijk van de milddadigheid van nieuwe stichtingen voor dat doel naar de bevolking van Heythuysen. Het werk hun woonplaats te halen. Te Brunssum wat de zusters verrichtten, onderwijs en stelde in 1856 de vroegere schoolmeester ziekenzorg, bood immers nauwelijks in­ Willem Göbbels met goedvinden van de komen. Ondanks de zware eisen die aan pastoor zijn grote huis 'op de Berg' ter de zusters gesteld worden, zijn er na tien beschikking. Reeds in april 1857 kwa­ jaar, in 1845, al 28 zusters. men enkele zusters Franciscanessen van De gegevens uit de beginjaren steu­ Heythuysen naar Brunssum en begon­ nen op twee bronnen: pastoor van der nen op I mei met een naaischool, in juni Zandt heeft een kroniek geschreven, en openden zij een lagere school voor meis­ enkele jaren na de dood van Moeder jes-" Magdalena is door een harer medezus­ Het saillante begin van katholiek ters een biografie samengesteld. Deze onderwijs aan meisjes in Kerkrade-Oost twee bronnen zijn niet eenduidig met ligt in het jaar 1859. Op initiatief van

1995 afl.3 Het Land Van Herle

deken Quodbach komen in 1859 vier bleek niet levensvatbaar. Sinds 1905 ver­ zusters Ursulinen uit Sittard naar Kerk­ zorgen zij in Schaesberg het katholiek rade om hier een kloostergemeenschap meisjesonderwijs. te stichten die zich bezig houdt met het Met de enorme groei van de bevol­ geven van onderwijs aan meisjes, speci­ king in Oostelijk Zuid-Limburg gedu­ aal aan arme kinderen. Er is het een en rende de periode 1900-1920 en met de ander aan voorafgegaan, getuige een invoering van de algemene leerplicht­ schrijven van de deken aan het kerkbe­ wet, waarbij het lager onderwijs werd stuur, gedateerd 2 april 1857. Daarin geregeld en verplicht, nam ook de be­ biedt de deken aan op eigen kosten een hoefte toe aan lagere scholen voor meis­ schooltje te bouwen, wanneer het kerk­ jes. Door de parochiegeestelijkheid werd bestuur daarvoor "het perceel tuinland op bestaande congregaties een beroep gelegen aan het kerkhof en toebehoren­ gedaan krachten ter beschikking te stel­ de aan de kerkfabriek" ter beschikking len. De reden hiervoor was: zusters stelt. De zusters krijgen als woning toe­ waarborgden de continuïteit van het gewezen, schrik niet, "een huis gelegen katholieke onderwijs, er was tevens aan het kerkhof nevens de kaplany, ... , kleuteropvang en meestal als aanvulling thans als te zwak gebouwd onbewoon­ voor meisjes ook een naaischool. baar ... "! Op de eerste schooldag werden Bovendien werden toen de scholen niet honderd meisjes aangemeld.12 of nauwelijks gesubsidiëerd, die draai­ Heerlen verwelkomde in 1863 de den voor een groot deel op de kosten Franciscanessen van Heythuysen. Haar van de communiteit. De gelijkstelling thuis werd het Claraklooster in de Gast­ van openbaar en bijzonder (confessio­ huisstraat Een stukje geschiedenis: de neel) onderwijs, dus ook in financieel heer Von Böselager van Terworm ver­ opzicht, volgde pas in 1920. maakte bij testament een kapitaal groot In Heerlen werd het katholieke Lager fl. 3.000,- "ten behoeve eener in de Ge­ Onderwijs voor meisjes in sterke mate meente Heerlen op te richten bewaar­ gedragen door de Franciscanessen van school". Pastoor Rouillon moest het tes­ Heythuysen: tament uitvoeren. Nu er geld is, tijgt de­ 1903: uitbreiding scholen in het centrum ze naar Heythuysen om zusters voor van Heerlen. deze school te vinden. Deze arriveerden 1910: introductie van zevende en achtste op 26 april, en de school werd, na een klas. plechtige hoogmis, op 1 mei 1863 geo­ 1914: opening van een lagere school te pend: een klas bewaarschool en twee Grasbroek op verzoek van de Fran­ klassen "taalschool" .13 Te Simpelveld ciscanen. vestigden zich vanuit Aken de Zusters 1921: opening van een lagere school te van het Arme Kind Jezus, die vanwege . de Kulturkampf Duitsland moesten ver­ 1928: oprichting van de meisjesscholen laten. Op verzoek van de pastoor open­ te Schandelen. den ze in 1878 een school voor meisjes. 1932: opening lagere school in De Vrank. De zusters van de kleine scholen, de 1949: oprichting lagere school in Bekker­ congregatie van de H.H. Harten van Je­ veld. zus en Maria, kwamen in 1903 naar Ne­ derland omdat haar voortbestaan in De congregatie van de zusters te Schaes­ Frankrijk bedreigd werd. Zij vestigden berg verzorgde sinds 1912 ook het on­ zich in Hulsberg, doch deze vestiging derwijs aan meisjes in Heerlerheide, en

1995 afl.3 Het Land Van Herle

Het 'Oud Moederhuis' van de Kleine Zusters van St.Jozef aan de Gasthuisstraat in Heerlen, rond het jaar 1925. In het vroegere woonhuis van stichter mgr. Savelberg is diens woon- en slaapkamer, in late Biedermeierstijl, nog aanwezig. In het midden de kapel van de congregatie, links het oude huis van de Broeders van St .Jozef De ANWB-wegwijzer stond nog gewoon 97 tussen de kasseien en naast de tramlijn op straat.

1995 afl. 3 Het Land Va n Herle

Het oude 'Huize Elisabeth' aan de Hammolenweg in Kerkrade. Het 'Stift' voor de 'Elisabethinnen' werd in 1877 gebouwd op de middeleeuwse fundamenten van kasteel 's Heeren-A nstel. Hier werden zieke en bejaarde mensen verpleegd door de Zusters van Liefde. De opname is gemaakt rond het jaar 1900 (SAH, Fotocoll. nr. 8598)

sinds 1937 te Wetten. Voor Kerkrade is komt zodoende in handen van aktieve de betekenis van de zusters Ursulinen vrouwelijke religieuzen. Dat geldt ook analoog aan die van de Franciscanessen voor andere vann en van onderwijs. in Heerlen. Met name in Kerkrade-Oost en in Eygelshoven verzorgden zij het Katholieke bewaarscholen waren bijna hele lagere onderwijs aan meisjes: overal in handen van vrouwelijke religi­ 1902: opening meisjesschool in de volk­ euzen. Om meerdere redenen: zij waren rijke buurtschap Bleijerheide voor een parochie niet zo duur. Boven­ 1910: start lagere school te Chevremont dien werd voor allerlei andere zaken een 1913: oprichting lagere school te Eygels­ beroep op de aanwezige zusters gedaan, hoven bijvoorbeeld de zorg voor de kerkewas. 1923: twee lagere scholen in de nieuwe De behoefte aan bewaarscholen was gebouwen te Holz-Kerkrade groot, en omgekeerd evenredig aan deze behoefte was de financiële situatie van Praktisch iedere parochie in de oude deze opvang. Er werd geen subsidie Mijnstreek weet in de eerste d rie decen­ voor verstrekt, afgezien van hier en daar nia zusters aan te trekken om het onder­ een bijdrage in de kosten van de zijde wijs aan meisjes te verzorgen. Het hele van de gemeenten. Er was ook geen 98 katholieke lagere onderwijs aan meisjes sprake van een programma, zij het dan

1995 afl.3 Het Land Van Herle

dat kinderen werd geleerd hun motori­ einde van de vorige eeuw met betrek­ sche en verbale onrust te bedwingen. king tot vrouwenarbeid en de noodzaak Liedjes en versjes werden geleerd, en huishoudonderwijs te starten, interes­ bidden. Maar er was van de zijde van de sant. Ik citeer Ackermans: "De gezinnen religieuzen een enorme toewijding, en verkommerden, de man raakte aan de een onbaatzuchtige inzet. drank, kinderen verzuimden de school. Het gebrek aan financiën stond niet Ook daar waar het budget inmiddels alleen de salariëring in de weg, maar ook wat ruimer was geworden, bleken de de bouw van doelmatige schoollokalen. maaltijden van een inferieure kwaliteit. Er was gebrek aan leermiddelen. Vaker . .. Vooral voor die gezinnen, waar de werden die door de zusters zelf ge­ moeder geen tijd had voor het overdra­ maakt. En ook het schoonmaken van de gen van haar eigen kennis of deze zelf lokalen door de zusters zelf was geen nooit verworven had, was het van groot uitzondering. Pas in 1956 wordt de Wet belang dat tenminste één van de doch­ op het Kleuteronderwijs uitgevaardigd. ters zich vaardigheden met naald en Tot dan bestonden de schoolinkomsten draad eigen maakte. Wanneer de moeder uit schoolgeld, als de ouders dat tenmin­ haar oude centrumfunktie in het gezin ste kunnen betalen, en uit een beetje weer zou innemen, zou er een huiselijke gemeentesubsidie. sfeer ontstaan. Manlief zou niet langer Bewaarscholen voor kinderen tot 6 toegeven aan de opwelling de kroeg te jaar bestonden al in de negentiende bezoeken, de kinderen zouden gehoor­ eeuw, later werden dit Fröbel- en Mon­ zamer worden en hun (bescheiden) tessorischolen. Tegen dit schooltype plaats weten in de maatschappij. Voor de schijnt van katholieke zijde nogal toekomstige moeders moest derhalve bezwaar geweest te zijn, omdat met voorzien worden in die vaardigheden, vond dat de kinderen te vrij gelaten wer­ die een dergelijke huishouding vereis­ den, en te weinig orde en tucht werd bij­ te".14 gebracht. Toen Maria Montessori over­ De eerste huishoudschool in Heerlen ging tot het katholicisme kwam er meer dateert van 1912, een comité van voor­ ruimte voor haar paedagogische ideeën! aanstaande burgers bevorderde de op­ Uit de zevende en achtste klas die op richting, maar voor het onderwijs werd sommige plaatsen aan de zes-jarige lage­ een beroep gedaan op de Franciscanes­ re school werden toegevoegd, ontwik­ sen. Het programma: op twee middagen kelde zich rond de eerste wereldoorlog per week kookles, en 's zondagsmiddags een nieuw schooltype: ULO en MULO, een uur theorie. In het tweede jaar kwa­ het uitgebreide en meer uitgebreide men daar wasbehandeling, verstellen en lager onderwijs. Ook deze scholen wer­ strijken als vakken bij. Opmerkelijk is, den door de vrouwelijke religieuzen dat de interesse voor dit onderwijs bij de begonnen en gedragen. In Heerlen kort burgerij groter was dan bij de arbeiders: na 1910 door de Franciscanessen, te van de zeven klassen in 1919 waren er Kerkrade in 1917 door de Ursulinen, te twee met leerlingen uit de arbeidersklas­ Brunssum in 1918 door de Franciscanes­ se, drie klassen uit de 'burgerstand' en sen. twee klassen herbergden voornamelijk De huishoudschool volgde de naai­ onderwijzeressen. De Kerkraadse huis­ school op, zoals die vooral door zusters houdschool werd in 1916 een feit. De werd geleid. In dit verband was de filo­ Ursulinen verzorgden het onderwijs. sofie van 'hogere kringen' tegen het Het Middelbaar Onderwijs dat door de

1995 afl.3 Het Land Van Herle

zusters ter hand genomen werd, kwam al in 1862 voor de zusters een eigen op­ altijd op gang door aandrang van bui­ leiding voor onderwijzeres. Het onder­ tenaf. Zo ook in Heerlen. De explosieve wijsprogramma va n het internaat werd groei van de mijnen in de eerste decen­ uitgebreid met een normaalschool (een nia van deze eeuw trok ook hoger opge­ particuliere opleiding voor het staatsexa­ leiden aan en droeg bij aan de groei van men). Deze opleiding stond ook open de middenstand. In deze milieu's wer­ voor niet-religieuzen. De normaalschool den hogere eisen gesteld aan onderwijs werd een kweekschool, aanva nkelijk in voor hun kinderen, met name aan voort­ Mook gevestigd, maar na de oorlog naar gezet onderwijs ter plaatse. Dat de ge­ Heerlen gekomen, waar de bestaande meente dit onderwijs graag stimuleerde kweekschool van de zusters Francisca­ spreekt voor zich. Na de oprichting van nessen van Valkenburg werd overgeno­ Bernardinus als HBS voor jongens werd men. - weer - een beroep gedaan op Heyt­ Ik noem tenslotte de opleiding voor huysen, in 1920 volgde een d rie-jarige Fröbelonderwijzeres, in 1919 te Heerlen HBS voor meisjes en een handelsdag­ gestart en voornamelijk door zusters be­ school, mede dank zij het ijveren van zr. zocht, want rijkssubsidie voor het kleu­ Xavier Nolens. In Kerkrade waren het teronderwijs werd pas werkelijkheid in weer de zusters Ursulinen die na de oor­ 1956. log op aandrang va n de burgerij startten met een middelbare school, de M.M.S. Gezondheidszorg Klaslokalen waren bij het begin in 1947 twee kamers in het klooster! Dezelfde deken Quodbach die aan het Over de beroepsopleidingen kunnen we begin stond va n het ka tholiek meisjeson­ het volgende zeggen. Heythuysen startte derwijs kon op 14 juni van het jaar 1877

Een foto uit circa 1913 toont St.josephs Hei/bron , een sanatorium voor dames. Later werd dit 100 het klooster 'Op de Berg', het moederklooster van de Kleine Zusters. (GAH, fotocoll. nr. 9588)

1995 afl.3 Het Land Van Herle

het Stift, klooster van de zusters Elisa­ gende zieken verpleegd moesten wor­ bethinnen, komende uit Aken, inwijden. den voor f1,25 per dag en onvermogen­ Daarmee komen we aan een ander be­ de oude mensen voor f0,75 per dag. langrijk werk van vrouwelijke religieu­ Te Heerlen besloot men in 1904 nood­ zen, de gezondheidszorg, daarbij inbe­ gedwongen- de enige arts voor Heerlen grepen de zorg voor wezen en bejaar­ en omgeving is dan dokter De Wever - den. De Elisabethinnen van Aken zoch­ een 'werkelijk hospitaal' te stichten. De ten in die tijd naar een vestigingsplaats bouwheer, Jos. Savelberg, startte zonder in Nederland, daartoe gedreven door de geld of gediplomeerde verpleegsters. Kulturkampf. Hoewel verordend werd Zuster Andrea werd inderhaast naar dat religieuzen welke verpleging beoog­ Aken gestuurd om zich te bekwamen. den voorlopig konden blijven, probeerde Vier andere zusters vormden het gehele men zekerheidshalve een huis in het bui­ verzorgingsteam. Het St. Jozef-zieken­ tenland te stichten. huis aan de Akerstraat werd in de wijde De eerste taak was ambulante zieken­ omgeving een begrip. Wie nu als patient verpleging. Het Stift werd in 1891 rechts­ of bezoeker naar het De Wever-zieken­ persoonlijkheid verleend onder de naam huis gaat, kan zich de situatie zoals die St. Elisabethziekenhuis; we moeten ons in een hospitaal was aan het begin van daar meer een huis ter verzorging van deze eeuw nauwelijks voorstellen. Er zieken voorstellen dan een huidig mo­ was één geneesheer, en de verplegenden dern ziekenhuis. Zieken, hulpbehoeven­ waren meer toegewijd dan deskundig. den en ouden van dagen werden opge­ Ook hier moest de instelling zelf voor de nomen. Het huis had ook een soort 'rust­ opleiding van de aanwezige krachten huisfunktie'. In de jaren dertig waren er zorg dragen. 30 bejaarden opgenomen. Tevens had Was het St. Jozef-ziekenhuis een be­ het huis een funktie als pension. Ondui­ grip, misschien nog veel meer gold dat delijk is wanneer zij gestopt zijn met de voor de in 1913 tot stand gekomen verzorging van zieken aan huis. kweekschool voor vroedvrouwen. Het Uit 1910 stamde een initiatief om te raadsbesluit uit 1911 leidend tot de voorzien in de broodnodige wijkverple­ oprichting luidt als volgt: "Overwe­ ging, uitgaande van de Kerkraadse de­ gende dat er plannen bestaan tot de ken Schijns. Een verzoek om hulp werd stichting van een kweekschool voor gericht aan de Dienaressen van de H. vroedvrouwen; overwegende dat het Geest in Steyl, en beantwoord met de voor Heerlen van het grootste belang is, komst van drie zusters naar Kerkrade, dat die kweekschool wordt opgericht in dat dan ruim 16.000 inwoners telt. In deze gemeente; gehoord het voorstel van 1911 kochten de zusters de oude pastorie Burgemeester en Wethouders; besluit (de van de Lambertusparochie, om hier een gemeenteraad): overeenkomstig dit verzorgingshuis op te richten. Voor 20 voorstel bij acclamatie, bij oprichting patiënten bood dit huis ruimte, het was eener kweekschool voor vroedvrouwen spoedig te klein. Daarom volgde in het­ te Heerlen aan die inrichting in de zelfde jaar een plan om te komen tot de kosten van exploitatie een jaarlijksch oprichting van een hospitaal. De ge­ subsidie van tweeduizend gulden te ver­ meente gaf in een keer een bedrag van lenen, onder voorwaarde dat één lid van f5.000,- en een jaarlijkse subsidie van de Gemeenteraad zitting zal nemen in f500,- onder een aantal voorwaarden. De den Raad van Beheer dier inrichting". laatste voorwaarde was dat onvermo- Dit besluit werd genomen omdat rector

1995 afl.3 Het Land Van Herle

Driessen van de Kleine Zusters al had pad: de financiering van ziekenhuis en voorgesteld de school zelf te bouwen en andere voorzieningen, zoals bejaardente­ te exploiteren. In Maastricht overigens huizen. Congregaties van vrouwelijke kwamen dergelijke plannen maar niet religieuzen zijn/ waren deels werkzaam van de grond. in eigen instituten, deels in instituten Architect Jan Stuyt ontwierp het nieu­ waarvan hun de 'bediening', zoals dat we gebouw aan de Akerstraat De lessen heette, was opgedragen. Er was dan een waren al begonnen op 15 oktober 1912 in samenwerkingsovereenkomst tussen zie­ het Sanatorium, de eerste diploma's wer­ kenhuisbestuur en congregatie. De con­ den uitgereikt in 1914. De leiding van de gregatie verplichtte zich religieuzen huishouding werd in handen gelegd van beschikbaar te stellen voor een aantal de Kleine Zusters van de H. Jozef. Behal­ taken. In de praktijk betekende dat álle ve de opleiding van vroedvrouwen had werk dat er te doen was, uitgezonderd de eerste directeur, dr. Clernens Meute­ de medische behandeling. Het bestuur mans, ook andere plannen: een door­ was verantwoordelijk voor de financiële gangshuis voor ongehuwde moeders en zaken. In die situatie was er feitelijk geen zogeheten 'rnoederkursussen' . Zo'n kur­ scheiding tussen ziekenhuis en klooster, sus bestond uit een tien- tot twaalftalles­ de overste van de communiteit was ook sen over de zorg voor een zuigeling. directrice van het ziekenhuis. Er werd Deelneemsters betaalden 10 cent per les. geen arbeidsovereenkomst gesloten tus­ De nieuwbouw voor de vroedvrou­ sen de individuele, in het ziekenhuis wenschoot waarbij dan het doorgangs­ werkzame religieuze en het ziekenhuis. huis gevestigd moest worden, startte in Als contraprestatie voor haar diensten 1920 op de Hooghees. Het complex had de congregatie recht op vrije kost, moest het centrale punt worden van de inwoning en kleding voor de religieu­ systematische bestrijding van de kinder­ zen. sterfte in het zuiden van het land. Voor Naarmate de ziekenhuizen zich ont­ het zover was had er een gevecht plaats wikkelen tot zelfstandige instituten van gevonden tussen Maastricht, Sittard en gezondheidszorg, kwam deze relatie Heerlen om de school binnen te halen. congregatie-ziekenhuis onder druk te Heerlen won, gezien de ligging en de bij­ staan. Eenzelfde problematiek had zich drage vanuit de mijnen. reeds voorgedaan in het onderwijs, waar Een enkel woord slechts over het de relatie congregatie-schoolbestuur al­ Sanatoriurn in Heerlen, ook een initiatief leen relevant was; de individuele religi­ van Savelberg. De naam van broeder euze stond dus niet in dienst van het Aloysius is hier onverbrekelijk mee ver­ schoolbestuur. Er was kerkelijke bemoei­ bonden. Maar ook hier was dienstbaar­ enis voor nodig om hierin verandering heid van zusters onontbeerlijk: haar aan­ te brengen: kort na het uitbreken van de deel werd de behandeling van vrouwe­ tweede wereldoorlog worden congrega­ lijke patiënten in het huis Mariabad. ties door kardinaal de Jong aangespoord Daar werden ook vrouwelijke gasten de religieuzen een akte van benoeming intern opgenomen, maar dat kon alleen te laten tekenen, teneinde de subsidië­ omdat de zusters zich tevreden stelden ring van de salarissen niet in gevaar te met de kelder als refter en de zolder als brengen. slaapplaats. In het katholiek ziekenhuiswezen was men nog lang niet zover. Wel werd, na Dit laatste brengt ons even op een zij- 1945, een totaalvergoeding betaald aan

1995 afl.3 Het Land Va n Herl e

Het ziekenhuis aan de Putgraaf in Heerlen, in 1904 als 'Maria Hilfspita /' opgericht op initiatief van dr. F. de Wever. Uitb reidingen volgden in 1909, 1913 en 1914; de sloop vond plaats in 1969. Monseigneur Save/berg stelde Kleine Zusters voor de verpleging en de huishoudelijke zorg ter beschikking. (GAH, Fotocol i. nr. 249; opname ca . 1920) een congrega tie gebaseerd op een zeker king tot de religieuze. Het is ondertussen bedrag per werkzame religieuze per jaar. 1957. De vereniging van katholieke zie­ Verder was er de afspraak dat de congre­ kenhuizen verzoekt aan de regering om ga tie religieuze krachten ter beschikking voor religieuzen die werkzaam waren in zou stellen die geschikt en bekwaam ziekenhuizen lekenhonorering toe te waren voor de werkzaamheden welke staan. Dat betekent doorberekening van zij te verrichten hadden. Ook vervan­ de financiële gevolgen in de verpleeg­ ging van krachten was - behoudens prijzen. Het antwoord was positief, maar wanneer het staffunkties betrof - voor­ "indien en voorzover de ziekenhuizen behouden aan de congregatie. de arbeidsverhouding tussen hen en de De honorering op lekenbasis, met religieuzen in een zodanige vorm zou­ daarbij uiteraard een arbeidskontrakt den gieten, dat zowel ten aanzien van tussen zuster en ziekenhuis, werd lang belastingheffing als ten aanzien van de tegengehouden, en gezien als zijnde in premieheffing ingevolge de sociale ver­ strijd met de belangeloze inzet en tegen zekeringswetten gelijkstelling met leke­ de gelofte van armoede. Ook was er het krachten zou ontstaan". bezwaar dat zo'n situatie konsekwenties Er zijn nog de nodige problemen met zich mee zou brengen ten aanzien geweest, onder andere arbeidsrechtelij­ 103 van de gezagsverhoudingen met betrek- ke, voordat de relatie tussen vrouwelijke

1995 afl.3 Het Land Van Herle

In 1912 besloten de Zusters Dienaressen van de Heilige Geest tot de bouw van een ziekenhuis in Kerkrade. Zij hadden aanvankelijk, zoals op vele plaatsen gebeurde, de zieken en ouden­ van-dagen thuis verzorgd en verpleegd. Hier een aantal vrouwen in hun 'lig-ha/'. (Foto: GAK)

religieuzen en ziekenhuis geregeld was "De mensen waren goed voor ons. We volgens het vigerende arbeidsrecht; in hebben waardering ondervonden". 1965 is het dan zover. Daarna volgden Er zijn ook problemen geweest. Ook dergeljke ontwikkelingen ook binnen de het werk van zusters is mensenwerk. wereld van de Katholieke Vereniging Soms hebben congregaties onder grote van Inrichtingen voor geestelijk gestoor­ druk gestaan. Telkens weer werd een den, inrichtingen die vaak ook door reli­ beroep op hen gedaan vrouwkracht te gieuzen werden bediend. leveren. Soms ook, zo bleek mij uit ge­ sprekken, was er sprake van een zekere overheersing door de plaatselijke pas­ 6 . Ontwikkelingen en problemen toor. Er was te weinig geestelijke vrij­ Wanneer ik tot de afronding van mijn heid. Het naar binnen gekeerde leven voordracht kom, ben ik me ervan be­ maakte dat de veranderingen in de bui­ wust dat er méér over de inzet van vrou­ tenwereld met argwaan bekeken wer­ welijke religieuzen te zeggen is dan ik den. Dat kan zeker gezegd worden over hier gedaan heb. Er waren toch ook de de jaren dertig, we leven dan nog in de dochters van de H. Vincentius, die met tijd van verzuiling. ledere zuil streed die mooie kappen, bijvoorbeeld in voor zichzelf, voor behoud van wat ver­ Bocholtz, Nuthen Rumpen. En de Zus­ worven was. De katholieke opvoeding ters va n O.L. Vrouw van Tegelen, onder van vrouwen en meisjes was als het andere in Ubach over Worms, Molen­ ware een speerpunt in die strijd. berg en Hoensbroek. Ik heb niet expliciet Congregaties hebben een groot aan­ gesproken over de zorg va n religieuzen deel geleverd in wat we nu benoemen voor bejaarden en wezen. Evenmin heb als emancipatie va n de vrouw, maar te­ ik melding gemaakt van het vele goeds gelijkertijd worden vrouwen daardoor dat verricht werd daar waar nood was. minder afhankelijk. Vrouwen krijgen "De nonnen deden veel goed", zo ge­ langzaamaan de mogelijkheden in de tuigt iemand. Zusters zelf - ik heb met .samenleving iets te betekenen. Dat is een 104 een aantal van hen gesproken - zeggen: grote verdienste van hen die haar ge-

1995 afl.3 Het Land Van Herle

schoold hebben, maar het resultaat keert tie 's morgens op dezelfde tijd opston­ zich ook tegen hen: het aantal roepingen den, hetzelfde baden, dachten, dezelfde loopt terug. Niet de idealen gaan verlo­ dagorde volgden en hetzelfde uniform ren, maar de wijze waarop deze gereali­ droegen zijn voorbij. Misschien, zo be­ seerd kunnen worden. Van dit laatste peinsde ik bij de voorbereiding van dit getuigt de - vaak ongeziene - aanwezig­ referaat, had ik het de titel 'Een tijdsver­ heid van vrouwelijke religieuzen in onze schijnsel' moeten geven. Maar ook dan dagen: in zorg voor vluchtelingen, mi­ vanuit het gegroeide inzicht dat de bij­ granten, voor heroïneverslaafden, voor drage van actieve vrouwelijke religieu­ slachtoffers van vrouwenhandel, in vre­ zen aan het welzijn van onze streek zeer deswerk, en niet te vergeten in de zorg groot geweest is. Haar dienstbaarheid voor haar eigen oude medezusters. verdient het aan de vergetelheid te wor­ De jaren dat de leden van een congrega- den ontrukt.

Bijlage:

Congregaties van actieve vrouwelijke religieuzen in ooste­ 9. Kleine Zusters van de H. Jozef: Heerlen (zieken­ lijk Zuid-Limburg van 1900 tot 1950: huis, sanatorium, gezellen huis), Kerkrade (huis­ 1. Arme Dienstmaagden van Jezus Christus: Am­ houding seminarie Rolduc) stenrade (onderwijs) 10. Missiezusters van het Kostbaar Bloed: Heerlen 2. Dienaressen van de H.Geest (Steijl): Hoensbroek (vroedvrouwenschool) (gezellenhuis), Kerkrade (ziekenhuis, tehuis ou­ 11. Oblaten van de Assumptie (Hulsberg): Merkel· de mannen), Treebeek (onderwijs) beek, Voerendaal (onderwijs) 3. Dochteren der Wijsheid (Schimmert): Hoens· 12. Ursulinen van de Romeinse Unie: Kerkrade, broek-Lotbroek (onderwijs). Bleyerheide, Chevremont, Holz, Eygelshoven 4. Dochters van Liefde (Tilburg): Heerlen (gezond· (onderwijs) heidszorg) 13. Zusters van de H.H.Harten van Jezus en Maria: 5. Dochters van Liefde (H.Vincentius): Bocholtz, Schaesberg, Heerlerheide, Welten (onderwijs) Nuth, Rumpen (onderwijs). 14. Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid 6. Elisabethinnen (Aken): Kerkrade (rusthuis, kleu· (Steijl): Spekholzerheide, Terwinselen (onder­ terschool) wijs) 7. Franciscanessen van Heythuysen: Brunssum 15. Zusters van het Arme Kind jezus (Aken): Sim­ (onderwijs), Heerlen, Heerlerbaan, Grasbroek, pelveld (zwakzinnigenzorg, onderwijs) de Vrank, Rekkerveld (onderwijs), Schinveld 16. Zusters van Q.L. Vrouw van Tegelen: Heerlen I (onderwijs), Eygelshoven (gezellenhuis) , Hoensbroek, Lauradorp, Rimburg 8. Franciscanessenva n Valkenburg: Heerlen (kweek­ (onderwijs) sc hool)

Bronnen: -algemeen: a. Alkemade A., Vrouwen XIX. Geschiedenis van f. Heyst van A., 'De kerk is mannelijk, de vrouw negentien religieuze congregaties, 1800-1850. 's mag hooguit meedoen', in: 'Roomse dochters'. Hertogenbbsch 1966. g. Katholieke vrouwen en hun beweging, Baarn b. Boselie P., Het ontstaan van de Vroedvrouwen­ 1992. school te Heerlen, in: Msg I 07 (1988) 141·157. h. Kaski-rapport 139, Over het verloop van de roe· c. Dieteren R. o.f.m., De migratie in de mijnstreek, pingen onder vrouwe1ijke religieuzen over de 1900-1935. Maastricht 1959. periode 1850-1953, Den Haag 1955. d. Gemeente-archief Kerkrade, archief van de Laarhoven van )., De kerk van 1770-1970, in: gemeentesecretarie, nr. 3953. Kardinaal De Jong's Handboek van de kerkge· e. Heyst van A., Zusters, vrouwen van de wereld. schiedenis, deel V. Nijmegen 19745. Aktieve religieuzen en haar emancipatie. Am­ Oberndorff H.j.M., Ontwikkelingen rond de ver· sterdam 1985. houding tussen ziekenhuis en congregatie, in:

1995 afl.3 Het Land Van Herle

Verslagboek 'De plaats van de religieuzen in de - lokale geschieden is: zieken- en gezondheidszorg'. Nijmegen 1967. a. Beaujean H.A. , Schetsen uit de geschiedenis van k. Pius-Aimanakuitdejaren 1901, 1920, 1940, 1960. Heerlerheide. Heerlerheide 1975. - naar cougregalie: b. Franssen G.H., Van Semplevei tot Simpelveld. a. Ackermans G. , 'Vereeniging van Vrouwen ... Geschiedenis van Simpelveld. Simpelveld 1970. Franciscanessen van Heythuysen in Nederland c. Goossens H.M.H., Ubach over Warms, va n (1900-1 975). Heythuysen 1995. Overwarms kwartier tot gemeente Landgraaf. b. Cools A. en Van de Wijnperse H., Moeder Mag­ z.pl. (1981). dalena Damen en de ontwikkeling van haar con­ d. Hoen ).H.M., Vierdontut zelf: 150 jaar geschie­ gregatie in de negentiende eeuw. Heythuysen denis van een parochie, Heerlerheid e: Kerkbe­ 1966. stuur van de parochie van de H. Cornelius, c. Hendriks M. o.f.m., Levensbericht van een hon­ (1989). derdjarige. Korte geschiedenis va n de congrega­ e. Meens H., Nieuwenhagen, kapel, hulpkerk, rec­ tie 'de kleine zusters van de heilige Joseph' toraat, parochie, Niewenhagen 1967. gesticht te Heerlen door Petrus joseph Savel­ Moonen W., Brunssum de eeuwen door, z.pl. berg. z. pl. 1972. (1952). d. 100 jaar zusters Elisabethinnen te Kerkrade, g. Toussai ntA .)., Gedenkboek Spekholzerheide, uit­ (Kerkrade 1977). gegeven ter gelegenheid van het eeuwfeest der e. Mil vanS. o.f.m., Klaar? Al honderd jaar .... Kor­ St. Martinusparochie. Spekholzerheide 1952. te historie van het St. Clara klooster te Heerlen, h. Trompetter Peter, Een ziekenhuis voor Ke rkrade. z.pl. 1963. Landgraaf 1994. f. Pey R. en Sigaut M., Amélie Fristel en de een­ Venne van de J.M., Eygelshoven gedurende acht voudige discrete liefdadigheid. Parijs 1983. eeuwen, 11 31-1931. Eygelshoven 1931. g. Schreurs Ja c. m.s.c., Honderd jaa r Ursulinen in Venne van de j.M., Win de j.Th.H. en Peeters Kerkrade 1859-1959. Kerkrade 1959. P.A.H.M., Geschiedenis va n Hoensbroek. z. pl. h. Tenslotte informatieve gesprekken met de com­ 1967. muniteiten van Schaesberg en Welten van de k. Wiertz F.j.M., Geloven in Schaesberg. Een be­ Zusters van de H.H. Harten va n Jezus en Maria, knopt overzicht va n de geschiedenis van Schaes­ en met enkele leden van de congregatie der berg en vooral van zijn kerkgemeenschap, 1700- Kl eine Zusters van de H. Jozef. 1975. Schaesberg 1975.

Noten:

1. Gerard H.eve, Een eigen huis. Amsterdam 1979, 7. G. Ackermans, 'Vereeniging van Vrouwen .. .' 150. Franciscanessen van Heythuysen in Nederland 2. Hi er gezien als omvattend de oude gemeenten (1900-1975), 26. Amstenrade, Bingelrade, Bocholtz, Brunssum, Eij­ 8. Maturus Hendriks o.f.m., Levensbericht van een gelshoven, Heerlen, Hoensbroek, Kerkrade, Mer­ honderdjarige, 15. kelbcek, Nieuwenhagen, Nuth, Schaesberg, Sim­ 9. idem, 16. pelveld, Ubach overWormsen VoerendaaL 10. idem, 26-27. 3. A. van Heijst, Zusters, vrouwen van de wereld, 11. W. Moonen, Brunssum de eeuwen door, 509 en 9. 510. 4. Verstrekt door het CBS te Heerlen. '12. J1:1c. Schreurs m.s.c., Honderd jaar Ursulinen in 5. Vergelijk Remigius Dieteren o.f.m., De migratie Kerkrade 1859-1 959, 16-20 en 24-25. in de Mijnstreek. 13. S. van Mil o.f.m., Klaar? Al honderd jaar ... , 10- 6. ). van Laarhoven, De kerk van 1770-1970, 271- 12. 273. 14. C. Ackermans, ' Vc recniging van vrouwen', 204.

106

1995 afl.3 Het Land Van Herle

E. RAMAKERS VAN SECUNOlUS VAN VOERENDAAL TOT AILBERTUS VAN KLOOSTERRADE Bewonlngs- en ontginningsgeschiedenis van de regio Heerlen-Kerkrade, eerste tot twaalfde eeuw

Inleiding Romeinse tijd

De bewonings- en ontginningsgeschie­ De Romeinse tijd kent een bloeiperiode, denis van onze regio is in zijn onderlinge die in de eerste eeuw begint en tot in de relaties amper bestudeerd. In plaatselijke derde eeuw lijkt voort te duren. Essen­ studies worden weliswaar regelrnatig tieel voor de regio Heerlen-Kerkrade is enkele opmerkingen hierover gemaakt, de aanwezigheid van de weg van Bou­ maar van veel samenhang is geen spra­ logne-sur-Mer over Maastricht naar Keu­ ke. Een belangrijke poging tot synthese len. Deze weg dateert uit de eerste helft brengt J. Renes in zijn studie over de ge­ van de eerste eeuw.3 De eerste Maasbrug schiedenis van het cultuurlandschap van in Maastricht stamt uit de eerste eeuw.4 Zuid-Lirnburg.1 Hierin schetst hij een Een noord-zuid-verbinding vanaf Xan­ aantal belangrijke ontwikkelingslijnen, ten over Tudderen richting Aken is ook maar voor de regio Heerlen-Kerkrade nog uit de eerste eeuw na Christus.s De biedt hij jammergenoeg wat weinig con­ weg liep (min of meer) over de Heeren­ crete gegevens. weg van Brunssum naar Heerlen.6 Op de Het volgende is een eerste, beschei­ kruising van beide wegen ontstond Co­ den poging de hoofdlijnen van de ont­ riovallum. Augusteïsch materiaal wordt wikkeling van bewoning en ontginning vooral gevonden rond deze kruising, iets te schetsen; veel vragen blijven echter o­ ten noorden van de Thermen.7 Als be­ pen of komen nu duidelijker naar voren. langrijkste middel van bestaan in de Het geheel is opgezet als een literatuur­ regio geldt de akkerbouw.8 Deze is studie; ik heb geen nieuw bronnenon­ geconcentreerd in de villa's of villae, de derzoek gedaan of archeologische opgra­ Romeinse hereboerderijen. Af en toe is er vingsverslagen bestudeerd . De afbake­ sprake van veeteelt, mogelijk schapen­ ning in de tijd, van de eerste tot de houderij. Omvang en aard zijn onbe­ twaalfde eeuw, wordt door twee elemen­ kend.9 Daarnaast is er enige metaalin­ ten bepaald: het begin van (vooral arche­ dustrie. Bij het dorp Coriovallurn ont­ ologische) gegevens bij aanvang van de wikkelden zich arnbachtsplaatsen, met Romeinse overheersing in deze streek; name oventjes voor metaalbewerking.to het eindpunt wordt bepaald door de Kort na het begin van de jaartelling vin­ constatering dat het landschap rond 1200 den we de eerste aardewerkproductie. reeds in belangrijke mate de vorm gekre­ Binnen enkele decennia ontwikkelt deze gen heeft, die het tot de ingrijpende wij­ zich tot een belangrijke bedrijvigheid. Ze zingen door de opkomst van de mijn­ is vooral bedoeld voor de regionale bouw in grote lijnen behouden heeft.2 markt; ze bestaat tot in de tweede helft

1995 afl.3 Het Land Van Herle

van de derde eeuw.11 genniveau zorg draagt. In de tweede Op verschillende plaatsen bestaan helft van de eerste eeuw wordt een 'sta­ steengroeven (Kunradersteen; Nievel­ tio' aangelegd, dat wil zeggen een steiner zandsteen).12 Bij Craubeek wor­ omgracht terrein20 Enige tijd later (begin den de stenen voor de villa van tweede eeuw) worden ook de thermen Voerendaal gehouwen.13 In de hele gebouwd, die tegen het einde van de omgeving wordt veel 'Kunrader steen' eeuw zijn uitgebreid.21 Een aantal graf­ als bouwmateriaal gebruikt.14 Een aantal vondsten wijst op een redelijke welstand vondsten uit geheel Zuid-Limburg wijst van delen van de bevolking22 Later, erop, dat Nievelsteiner zandsteen voor mogelijk aan het begin van de derde verschillende zaken gebruikt werd: voor eeuw, werden de thermen hersteld door beelden, grafkisten en als bouwmateri­ M. Sattonius Iucundus, gemeenteraads­ aal.1 5 Mogelijk werd incidenteel ook lid te Xanten.23 zandsteen uit het Aambos gebruikt.16 Rimburg is een straatdorp langs de In het dal van de Worm lijkt op be­ weg van Boulogne-sur-Mer naar Keulen, scheiden schaal sprake van steenkool­ bij de brug over de Worm. De datering winning te zijn geweestY In de villae va n de bebouwing beslaat de gehele van Overste Hof en Vlengendaal zijn periode van de eerste helft van de eerste stukjes steenkool aangetroffen1 8 In de eeuw tot mogelijk aan het begin van de buurt van de villa van Voerendaal zijn vierde eeuw24 sporen van turfwinning gevonden.19 De villae, in deze regio grote land­ Coriovallum ontwikkelt zich tot een bouwbedrijven, liggen verspreid in het centrum, dat voor een eerste voorzienin- landschap. Deze spreiding wordt in be-

De verspreiding van villa's en andere Romeinse vindplaatsen in de omgeving Heerlen-Voerendaa l. Legenda: 1. beekdal 2. löss 3. löss boven 110 m 4. /öss boven140 m 5. veen 6. steengroeve 7. (graj)veld 8. weg 9. villa 10. nederzetting geen villa 11. industrie (potten- en pannenbakkerij).

1995 afl. 3 Het Land Van Herle

De kerk van Voerendaal en de landgoederen in de omgeving. (uit: J. Kuyper, Gemeente-atlas van Nederland, ± 1870)

langrijke mate bepaald door de structuur scherf dateert van eind tweede of begin van dat landschap, dat doorsneden derde eeuw. Bij de villa hoort een land­ wordt door beekdalen. Op heuvelrugge­ bouwareaal van circa 150 hectare; er tjes tussen die dalen liggen de villa's, op wordt ook gesproken van een areaal van enige afstand van de beek zelf. Van een circa 250 hectare27 Water haalden de primaire, rechthoekige landindeling is in bewoners van de villa uit het brongebied Zuid-Limburg geen sprake; het land­ bij Craubeek, zo'n 800 meter verderop; schap leverde een bruikbare indeling de villa lag aan een verharde aftakking op.25 De eerste villa's dateren al van het van de Romeinse weg. Kleinere boerde­ begin der eerste eeuw.26 rijen zijn wel te veronderstellen, maar De villa van Voerendaal (Ten Hove) is nog niet gevonden, tenzij Rimburg als een van vele, maar door omstandighe­ zodanig kan gelden. Te denken valt den is zij beter opgegraven. Er is sprake daarbij aan satelliet-bewoning in de van een pre- of vroeg-romeinse voorgan­ buurt van de villa's en in de wijde omge­ ger; in de eerste eeuw wordt een be­ ving van het dorp Heerlen. Zo zijn er bij scheiden villa gebouwd. Rond 100 volgt de steengroeven van Craubeek sporen een grootschalige uitbreiding. Een bewo­ van bewoning gevonden.2s ner zou ene 'Secundius' of 'Secundio' Vanaf het einde van de tweede eeuw geweest kunnen zijn: die naam is im­ loopt de betekenis van Coriovallum mers op een scherf aangetroffen. De terug. Als oorzaak worden in het alge-

1995 afl.3 Het Land Van Herle .

als een breekpunt in de Romeinse perio­ de.31 De aard van die breuk is echter minder duidelijk dan op het eerste ge­ zicht lijkt. In een kortstondig bestaand (258-273), zelfstandig Gallisch keizerrijk herstellen de keizers Postumus en Tetri­ cus min of meer de rust. Ze vangen de Germanen op en nemen zelfs Franken in het leger op. Na het jaar 273 volgt het herstel van het centrale gezag, maar echt rustig is het niet, want in 275-276 vindt een inval van Franken en Alemannen plaats; dit gaat gepaard met grote ver­ woestingen, onder andere van Tongeren. Er is eerst sprake van een bevolkingsaf­ name, daarna van vestiging van Germa­ nen.32 Deze invallen hebben ingrijpende gevolgen. In Coriovallum komen de activiteiten langzaam weer op gang.33 In het tweede kwart van de vierde eeuw komt een 'burgus' in plaats van de oude 'statio' .34 De thermen blijven in gebruik, mogelijk tot circa 330 of 400; in de directe omge­ ving wordt in de vierde eeuw een grote graanopslagplaats aangelegd.35 Beide ge­ bouwen liggen binnen de opnieuw uit­ De ontginningen te Kerkrade, grotendeels geconcen­ gegraven spitsgracht en vormen de treerd in de beekdalen. De kerk ligt boven het Ansteldal. hoofdbebouwing van de burgus. Er om­ (uit: J. Kuyper, Gemeente-atlas van Nederland, ± 1870) heen wordt een nieuwe spitsgracht aan­ gelegd.36 Er worden minder luxe-voor­ meen een economische crisis en de eerste werpen aangetroffen dan in de eerste plundertochten van de Franken gezien. eeuw, maar ten opzichte van de periode Concreet had dit een aantal gevolgen: de kort tevoren is weer van een stijging spitsgracht rond de statio verdwijnt; het sprake.37 aantal archeologische vondsten is veel In het algemeen wordt de militaire geringer dan in de voorgaande periode. functie van de streek versterkt; men gaat Voorwerpen die op luxe wijzen, zoals over van de lijnverdediging langs de glas en terra sigillata, verdwijnen: tegen Rijn naar diepteverdediging, waarbij het het midden van de derde eeuw lijken in gehele gebied tussen Maas en Rijn in de Heerlen en Tudderen amper vondsten verdedigingsstrategie wordt betrokken. voor te komen.29 Ook Maastricht gaat na Langs de weg worden verschillende het eerste kwart van de derde eeuw 'burgi' en 'castella' aangelegd, zoals on­ sterk achteruit, en lijkt zelfs rond het jaar der meer de versterking va n Maas­ 270 geheel verwoest te zijn. 29 tricht.38 De bewoningsgeschiedenis van Grootschalige Germaanse invallen Heerlen loopt door tot laat in de vierde rond het jaar 260 worden vaak genoemd eeuw.

1995 afl.3 Het Land Van Herle

De verwoesting van de villa's leidt soms einde van de sterkte Heerlen eind vierde tot gedeeltelijke herbouw, meestal tot het - begin vijfde eeuw; dit correspondeert einde van het functioneren van het ge­ met de verwoesting, die het einde van bouw.39 Te Voerendaal wordt aan het de thermen markeert. Dit moet dus min complex een verdedigingstoren toege­ of meer het einde van het Romeinse voegd, die mogelijk ook als graansilo Heerlen zijn; wat er daarna op die plek bruikbaar was; een deel van het hoofd­ gebeurt, is onbekend. Ook het laatste ste­ gebouw van de villa blijft bestaan.•o De nen gebouw van Voerendaal is begin landbouwfunctie wordt beperkt, maar vijfde eeuw verwoest.49 Het Frankische blijft behouden, zeker tot het midden dorp blijft echter bestaan. Een munt­ van de vierde eeuw; de omvang van het vondst op de Brunssumerheide loopt landbouwareaal in deze periode is onbe­ over de periode 375 tot circa 41o.so kend.41 In de grote graanbehoefte van In de vijfde eeuw heeft ook de grote het Rijnleger wordt in principe vanuit oost-west-weg zijn interregionale functie Engeland voorzien, vooral door trans­ grotendeels verloren. Toch bleef de weg porten over de Rijn. 42 als lokale verbinding wel bestaan. De De wegen blijven in gebruik. De mijl­ hoofdhandelsroute ging noord-zuid lo­ palen uit circa 310, gevonden te Eygels­ pen over de Maas. Deze was echter maar hoven, wijzen hierop, evenals het herstel een beperkt deel van het jaar bruikbaar. van de Maasbrug en bouw van het cas­ Taalkundig zijn er slechts weinig gege­ tellum te Maastricht.43 Het wegdek werd vens over de bewoningscontinuïteit waarschijnlijk nog onderhouden.•• beschikbaar. Voor Heerlen wordt gesteld Het pottenbakkersbedrijf in Heerlen dat er een namenkoppel Corioval­ verdwijnt snel; van na het jaar 300 is er lum/*Harialle bestond, waarbij een geen activiteit meer bekend.45 De rijk­ Romeinse vorm (Coriovallum), afgeleid dom van de bewoners neemt weer af; er van een Germaanse vorm ('Harialle') worden minder luxe voorwerpen gevon­ van een Keltische naam, bestond. De eer­ den, maar de geldeconomie blijft be­ ste vorm zou na de derde eeuw lang­ staan.46 De bevolking is sterk in bewe­ zaam vergeten zijn. Een aantal beekna­ ging. Een deel is achtergebleven; andere men blijkt terug te gaan tot de Romeinse bewoners trekken waarschijnlijk weg periode of eerder, zoals 'Geleen' en richting Frankrijk, waar het Romeinse 'Worm'.51 Dit zou kunnen betekenen dat gezag zich langer kan handhaven. Er er in die beekdalen sprake is van enige komen 'Franken' van over de Rijn voor bewoningscontinuïteit. in de plaats. In het algemeen kan men stellen dat de omvang van de bevolking Frankische Tijd: achteruitging. Rond de villa van Voeren­ vijfde tot negende eeuw daal verandert de aard van de bevolking na circa 350: er ontstaat op het villater­ Al voor de inval van de Goten ontstaat rein een Frankisch dorp, terwijl delen op het villaterrein van Voerendaal een van het hoofdgebouw nog steeds in Frankische nederzetting, die tot in het gebruik blijven47 begin van de achtste eeuw te volgen is. 52 De dreigende invallen van de Goten De nederzetting is overigens gedeeltelijk in 406 leiden ertoe, dat de meeste Ro­ verschoven in de richting van de Hoens­ meinse troepen naar het binnenland beek. Er is een aardewerkfragment met worden teruggetrokken4 8 Tongeren christelijke motieven gevonden. 53 De wordt verlaten. Holwerda dateert het woningen bestaan in principe uit houten

1995 afl.3 Het Land Van Herle

huizen en half-ondergrondse hutten. Iets overzicht moge dit illustreren: dergelijks is het geval in de villa van - Bij de villa van Voerendaal zijn aanwij­ Neerharen-Rekem; ook de directe omge­ zingen voor activiteiten tot aan het begin ving van de villa van Maasbracht kent van de tiende eeuw; bij het naburige bewoning in de zevende-achtste eeuw.54 Hoenshuis zijn sporen van bewoning De situatie voor de rest van de regio vanaf rond het jaar 1000 gevonden.56 Heerlen-Kerkrade is zeer onduidelijk.ss - Een Merovingisch grafveld is aange­ Historische bronnen ontbreken geheel en troffen bij Simpelveld .57 de archeologische gegevens zijn, voor - Bij Rennenlig zijn grafvondsten ge­ zover aanwezig, uiterst fragmentarisch daan, onder andere een gave zevende­ en moeilijk interpreteerbaar. Een kort eeuwse stortbeker van groen glas. Ook

Op de kadastrale kaart van Brunssum, ca . 1830 is de oude strookontginning langs het straat­ dorp nog te herkennen.

1995 afl.3 Het Land Van Herle

Op de sch ijf gedraaide kan, verwarmingspot, olielampje en een hoorn, gedateerd 1175-1 200: produkten van de middeleeuwse pottenbakkersindustrie in Schinveld. Op de hoorn ko n zowel signaal als melodie geblazen worden. een Karolingische pottenbakkersoven bij vanwege de kerktoren uit de tiende of Roebroek wordt vermeld.ss elfde eeuw en de omvang van de oude - Losse Byzantijnse munten uit de zesde parochie, als oude nederzetting. 65 en zevende eeuw met enig aardewerk Duidelijk is dat het bosareaal weer zijn gevonden bij Rimburg, Terwinselen sterk toenam.66 Voor de gehele Neder­ en Heerlen.s9 landen wordt aangenomen dat de bevol­ - Enig Merovingisch aardewerk en een king tussen de zesde en de tiende eeuw (mogelijk Frankische) sarcofaag in de toenam, maar sporen van die groei ont­ kerk van Eygelshoven.60 Het is niet uit­ breken in onze regio. Ten opzichte van gesloten dat de Anstelvallei grotendeels het hoogtepunt in de Romeinse tijd lijkt in cultuur gebleven is.61 de omvang van de bevolking lager te lig­ - Niet nader benoemde 'scherven' zijn gen. 67 Dit betekent in ieder geval dat de gemeld uit Brunssum en VoerendaaJ.62 teruggang op het einde van de Romeinse Ook de beschikbare naamkundige gege­ tijd en meteen daarna erg sterk moet zijn vens zijn vrij beperkt. De bewoning rond geweest. Daarnaast is duidelijk dat de de Kaffeberg/Chèvremont onder Kerk­ bevolking zeer verspreid woonde: in de rade kan mogelijk tot in de zesde eeuw directe omgeving van de kerken van teruggaan, omdat hier sprake is van een Voerendaal en Kerkrade was amper Romaans/Germaans namenkoppeJ.63 sprake va n een concentratie va n bewo­ Ook het voortleven van de naam ning. Zeker bij Voerendaal doet zich een Heerlen na het verdwijnen van de naam opvallend verschijnsel voor: daar ligt Coriovallum duidt op continuïteit in de een groot aantal belangrijke hoeven en 113 bewoning.64 Eygelshoven geldt, mede kastelen zoals Dammerscheidt, Hoens-

1995 afl.3 Het Land Van Herle

huis, Ten Hove, Haren en andere, en, bevolking toeneemt met alle gevolgen min of meer daartussen in, de oudste van dien: kerk. Het lijkt voor de hand te liggen te - uitbreiding van het gebied, dat in cul­ vermoeden dat het hier gaat om ontgin­ tuur gebracht is.n ningen door een aantal personen, zonder - uitbreiding van de dorpen; dat een centrale figuur, zoals de eigenaar - stichting van nieuwe nederzettingen; van het allodium is aan te wijzen.68 In - bouw van versterkingen en kerken. dezelfde richting zou het grote aantal Wat nu precies de samenhang tussen al 'rode' -namen in de ruime omgeving, deze factoren is, is moeilijk aan te geven. allemaal gecombineerd met een per­ Wederzijdse beïnvloeding heeft zeker soonsnaam, mogelijk geïnterpreteerd een belangrijke rol gespeeld. kunnen worden.69 De datering van deze In het volgende plaats ik eerst een 'rode' -namen is echter onduidelijk, zodat aantal algemene gegevens bij elkaar, vooralsnog slechts weinig definitiefs gevolgd door meer specifieke gegevens hieruit geconcludeerd kan worden.7° over dorpen; daarna zal ik daaraan con­ clusies proberen te verbinden. Hoge middeleeuwen: De aardewerkproductie te Schinveld 73 negende tot twaalfde eeuw begon circa 1050 ; dit is gebaseerd op vondsten van potten in een brandlaag Na de onduidelijkheden uit de voor­ van kasteel Valkenburg, die te dateren is gaande periode komt er rond het jaar in 1122.74 Het voorbeeld voor Schinveld 1000 verandering in de situatie. Het aan­ is in die periode vooral de productie te tal historische en archeologische gege­ Andenne. De activiteit te Brunssum be­ vens neemt sterk toe, en daarmee ook de gint iets later; invloed vanuit Duitse pro­ mogelijkheid conclusies daaraan te ver­ ductiecentra (Pingsdorf) lijkt dan te binden. Uit de ruime omgeving zijn ont­ overheersen.75 Ook in Nieuwenhagen is wikkelingen en gegevens bekend, waar­ een pottenbakkersoven gevonden, die van onduidelijk is, in hoeverre ze in uit de periode rond 1100 dateert76; onze regio een rol gespeeld hebben; dat bovendien zijn twee ovens uit de perio­ ze een rol gespeeld hebben, is zeer aan­ de 1175-1190 bekend.77 Uit de eerste helft nemelijk. Ik wil ze hier kort aanstippen: van de twaalfde eeuw is ook een oven te -Aken is vanaf 785 keizerlijke palts. Ubach over Worms gevonden.78 -Maastricht is een handelsplaats met De productie was al vroeg (rond 1100) enkele belangrijke kerken, de Q.L.Vrou­ absoluut niet alleen voor de lokale wekerk en de St.Servaas. markt. Er was sprake van export op - Susteren en St.Odiliënberg zijn belang­ grote schaal, niet alleen naar verschillen­ rijke kloosters; Susteren was bovendien de plaatsen in de Nederlanden, zoals etappeplaats voor Willibrord.71 naar Amsterdam, Tiel, Arnhem, Middel­ - Noormanneninvallen in 881 (Aken, burg, Maastricht etcetera, maar zelfs tot Maastricht) lijken hier geen sporen na te in Engeland en Noorwegen toe wordt laten. Schinvelds aardewerk gevonden. De verschillende begindata zijn nog niet De handel gaat in hoofdzaak niet meer verklaard. De benodigde klei komt uit in oost-west richting, maar in zuid­ het dal van de Rode Beek; in Schinveld noord: vanaf de Middellandse zee, door was meer brandhout beschikbaar, in het dal van de Lorre en de Maas, richting Brunssum was de klei gemakkelijker Dorestad en verder. Het lijkt erop dat de bereikbaar.79

1995 afl.3 Het Land Van Herl e

Benzenrade. Het dorp ligt aan een zijde van de beek, de natte weiden aan de overzijde van de weg. Aan de kop van het dorp het huis Benzenrade. In de verte, op de heuvel, . (SAH, fotoco /1. nr. 12757)

De kerkelijke structuur van de regio exploitatie van landbouwgronden gro­ blijkt tegen het einde va n de elfde eeuw tendeels plaats binnen het hofstelsel, al redelijk voltooid te zijn: er bestaan pa­ waarbij de bewoners gemeenschappelijk rochies te Klimmen, Eygelshoven, Voe­ de grond bewerkten en waarbij bewo­ rendaal en Kerkrade, kapellen te Heerlen ners, grond en bebouwing als een een­ en Welten (afhankelijk van Voerendaal), heid werden beschouwd. In de loop van te Brunssum en Schinveld (beide afhan­ de twaalfde eeuw viel dit stelsel uiteen kelijk van Gangelt); een klooster ontstaat en werden de gronden door afzonderlij­ te Kerkrade kort na 1100. 80 De histori­ ke boeren bewerkt.B1 Dit betekende een sche relaties van de kerken zijn nog groei van het aantal kleinere hoeves. Dat onvoldoende bekend om zinnige opmer­ het cultuurareaal in deze periode toe­ kingen over de ouderdom van deze ker­ nam, blijkt uit de wijziging in de pollen­ neerslag82 Tussen de ontgonnen gebie­ ken te maken. 115 Nog tot in de twaalfde eeuw vond de den liggen echter nog steeds stukken

1995 afl. 3 Het Land Van Herle

Een merkwaardig pottenbakkersprodukt uit Schinveld: een tuitkan met gezicht, armen en in totaal 11 oren. Op de achterzijde bevindt zich een unieke dierteken ing. De kan dateert uit de periode 1175-1200.

bos, waar varkens (tegen betaling) eikels bouwde grond, opstanden, waterlopen, vraten en waar een tweespan niet door­ molens, bossen en weid en; er woonden kwam.83 (onder meer) horigen va n Udo va n Toul. Heerlen wordt voor het eerst ge­ In Voerendaal stond de parochi ekerk, in noemd in het midden van de elfde eeuw. Welten en Heerlen twee kapellen.84 116 Het bestaa t dan uit bebouwde en onbe- Heerl en was allodiaal bezit va n de moe-

1995 afl.3 Het Land Van Herle

der van Udo van Toul, gravin Mathilde, het allodium Heerlen ligt en niet in het later van haar zoon. Deze schonk het in naamgevende deel van het gebied.95 1065 aan de St.Gengulfuskerk te TouJ. 85 Funderingen van een oude kerk (die van Mogelijk al voor 1087 is de schenking 1049?) zijn weliswaar onlangs aangetrof­ ongedaan gemaakt en was Heerlen weer fen, maar leveren weinig op.% bezit van familieleden van de schenkers, Het ontginningsdorp Benzenrade is de (latere) graven van Are.86 Deze fami­ van beperkte omvang. Duidelijk is dat er lie was nauw verwant aan de graven van een hoeve gesticht is aan de bron van de Limburg.87 Hoe zij aan Heerlen kwamen, Geleenbeek; daarbij ligt een straatdorp is onbekend. parallel aan de beek. Ten zuidwesten lig­ De kapel van Heerlen heeft in 1065 als gen nog sporen van oude strookverkave­ patroon Andreas, later (zeker in 1364) lingen in het landschap.97 Duidelijk is Pancratius. Dit wijst op invloed van de dat het gebied vanuit het dal de helling familie van Ahr-Hochstaden; in hun her­ op in cultuur is gebracht; de akkers wor­ komstgebied, het Rijnland, is de Pancra­ den afgesloten door een stuk hellingbos, tiusverering veel meer verspreid.88 Het dat niet ontginbaar is, het Imstenrader­ schip, het oudste deel van de huidige bos. Imstenrade is zelf een Jatere stich­ kerk dateert grotendeels uit de eerste ting, gelegen boven op de berg, tegen het helft van de twaalfde eeuw, een deel is bos aan. Het Imstenraderbos ligt tussen later in die eeuw gebouwd. Er zijn paral­ de hoeves Benzenrade en Imstenrade in. lellen aanwijsbaar met Rolduc en de Het al eerder genoemde pollen-onder­ O.L. Vrouwekerk in Maastricht.89 Tegen zoek bevestigt deze periodisering, hoe­ het einde van die eeuw is men begonnen wel de gegevens moeilijk dateerbaar met een westbouw, die echter niet vol­ zijn.98 tooid werd of al vroeg weer verdween.90 Zoals reeds opgemerkt is in De kerk lijkt min of meer een prestige­ Nieuwenhagen een pottenbakkersoven object van de graven van Are te zijn, gevonden, die rond het jaar 1100 geda­ want van zoveel bewoning in de omge­ teerd wordt. Men kan derhalve aanne­ ving, dat er naast Voerendaal een tweede men, dat er toen al mensen woonden. kerk nodig was, is dan nog geen spra­ Wa arschijnlijk is de nederzetting vanuit ke.9t Het landsfort komt pas een eeuw Heerlen gesticht.99 later voor (circa 1225), maar het enig be­ Wezenlijk voor de ontwikkeling van waard gebleven gebleven gedeelte van Kerkrade zijn twee elementen: de weg de versterking, de Schelmentoren, da­ Maastricht-Keulen en de ontginningen teert mogelijk nog uit de twaalfde in het Ansteldal. Zoals gezien kruiste de eeuw92 belangrijke Romeinse weg van Keulen Voerendaal bestaat als parochie in naar Boulogne-sur-Mer de Worm bij 1049 met twee kapellen (te Welten en Rimburg. Het is niet duidelijk hoe lang Heerlen). De patroon van de parochie, deze weg na het vertrek van de Romei­ Laurentius, is oud, maar zijn verering nen nog heeft gefunctioneerd en in kent na 955 een nieuwe bloei.93 De overi­ welke mate dat gebeurde. In ieder geval ge patronen uit 1049 (Vincentius, Man­ blijkt dat hij nog rond het jaar 900 en in suetus en A per) wijzen alle op een sterke 973 als 'weg van Maastricht naar Keulen' relatie met Udo van Toul.94 Betekent dit de belangrijkste verbinding was. In dat dat Udo de parochie gesticht heeft? laatste jaar immers bevestigt keizer Otto Opmerkelijk is dat de kerk tussen grote II een ouder privilege betreffende de ontginningen in de westelijk helft van wildban tussen de Worm en de Erft,

1995 afl.3 Het Land Van Herle

waarbij die weg als noordgrens geldt.100 _periode weer bewoond.109 Ook taalkun­ Andere wegen, die voor de grensafbake­ dige elementen als de taalkundige relatie ning niet van belang zijn, kunnen dan Kaffeberg/Chêvremont wijzen in die wel bestaan, maar worden niet ge­ richting.no Voor de eerste helft van de noemd. Rond het midden van de elfde twaalfde eeuw is de ontginning van het eeuw treedt er een wijziging op in deze Ansteldal voltooid, hoewel er nog ruim­ situatie: de graven van Saffenberg dui­ te is. 111 Opmerkelijk is het dat wanneer ken op in Rode. De datering van de Ailbertus in 1104 op zoek is naar een bouw van de burcht van Rode is welis­ goede lokatie voor zijn klooster, hij die waar onzeker, maar de stichting zal wel op een hoogte bij het dal van de Worm parallellopen aan die van andere burch­ vindt en wel vlak bij de burcht van ten in de omgeving.1o1 Langs die burcht Rode. De door hem gewenste lokatie is dan een deel van het handelsverkeer moest aan hoge eisen voldoen: de aan­ verlegd, namelijk het verkeer over grote­ wezigheid van water, hout, een steen­ re afstanden: van het gebied ten westen groeve en ploegbaar land waren essen­ van de Maas naar Keulen. Lokale trans­ tieel112 porten blijven van deze tol ver­ Binnen Kerkrade blijkt een deel van schoond.102 De bewaking en inning van de onwikkeling van de nederzettings­ die tol blijkt opgedragen aan de graaf structuur van Crombach redelijk reconst­ van Saffenberg, die Rode als allodium rueerbaar, omdat de Annales Rodenses bezat.1°3 hier een schat aan informatie bieden. In De herkomst van de graven van de eerste helft van de elfde eeuw ligt er Saffenberg is onduidelijk. Onwaarschijn­ een hof (curtis) en een hofje (curticula), lijk is dat zij een jongere tak van de met in de buurt een aantal 'mansi' (stuk­ paltsgrafelijke familie der Ezzonen vor­ ken cultuurgrond). In 1117 wordt door men en dat Adalberts vader, graaf Kloosterrade een nieuwe curtis ge­ Herman, in 1064 de positie van voogd bouwd, ter vervanging van de reeds van Komelimünster bekleedde.104 In bestaande. Betekent dit dat een oude hof ieder geval moet de vader van graaf niet meer voldeed? Adelbert van Saffenberg, (graaf) Her­ Samengevat lijkt er in Kerkrade spra­ man, al bezittingen in Rode gehad heb­ ke van ontginningen, mogelijk reeds in ben, omdat Adelbert aangeeft dat de de achtste eeuw. Dat zou de enkelvoudi­ (eerste) parochiekerk van Kerkrade tot ge naam Rode kunnen verklaren: andere zijn vaderlijk erfdeel behoorde.105 Rode's zijn er niet in de nabije omge­ De parochiekerk van Kerkrade was ving. Er wordt bij die ontginningen een voor 1108 verwoest door graaf Hendrik kerk gesticht met een 'eigentijds' patroci­ van Limburg; in 1108 werd de nieuwe nium, Lambertus. De heer vestigt zich in kerk gewijd.106 Dat die kerk een dochter­ de burcht van Rode, waarlangs ook de kerk van Richterich is geweest, is onjuist: hoofdweg Maastricht-Keulen verlegd van een relatie met een andere kerk blijkt wordt. Met steun van de graaf van nergens iets. 107 Het Lambertus-patrocini­ Saffenberg sticht Ailbertus in 1108 een um geeft geen duidelijke indicatie op dit klooster, dat zich tot Saffenbergs, later gebied. De kerk ligt op geruime afstand Limburgs familieklooster ontwikkelt.113 van de burcht, bovenaan de rand van het De parochie Eygelshoven met een Ansteldal, waar de bewoning geconcen­ St.Jan de Doper-patrocinium heeft als treerd was.108 Waarschijnlijk was het omvang gehad Eygelshoven, Ubach over Ansteldal al vroeg na de Romeinse Warms, Rimburg, Marienberg, Scherpen-

1995 afl.3 Het Land Van Herle

seel. Mogelijk behoorde het tot het predi­ Archeologische vondsten in de kerk van urn Richterich. 114 St.Jan de Doper komt Klimmen wijzen op het bestaan van een in Keulen veel voor. 11 4 Het oudste deel oude zaalkerk, die mogelijk rond het jaar van het gebouw wordt gedateerd in de 1000 te dateren is.123 Klimmen behoorde elfde eeuw of eerder.n6 met Meerssen tot de goederen, die Ger­ Brunssum behoorde (met Schinveld), berga in 968 aan Reims schonk. Het moet waarschijnlijk tot 1228, tot Gangelt, daar­ toen derhalve reeds bestaan hebben. na is het afgesplitst en overgegaan naar Valkenburg. 117 Gangelt, dat in 1028 tot de Besluit paltsgraaf behoorde en als oud konings­ goed geldt, was toen in bezit van de De bovenstaande notities zijn een be­ heren van Heinsberg-Valkenburg; het scheiden poging enige lijn te ontdekken werd in 1144 door de keizer ingetrokken, in de ontginnings- en bewoningsgeschie­ maar later blijkbaar aan hen teruggege­ denis van de regio Heerlen-Kerkrade. ven.118 Langs een beek ontstond een Een aantal van de noodzakelijk geachte straatdorp. Haaks op de straat een gegevens ontbreken, zoals gegevens strookvormige verkaveling, die als over de ouderdom en status van vele bewijs geldt voor deze systematische hoeven. Voor zover er archeologische ge­ wijze van ontginning. 119 Even buiten het gevens beschikbaar zijn (de villa van dorp liggen de twee belangrijkste pro­ Voerendaal; de thermen van Heerlen) ductiecentra voor aardewerk in Bruns­ ontbreekt vooralsnog een interpretatie, sum, Oeioven en Engelsbroek.l20 Het waarbij de relatie met andere plaatsen kasteel is ooit verplaatst. duidelijk wordt. Voor de vroeg- en hoog­ In 1150 schenkt Theodericus van middeleeuwse periode lijken voldoende Heerlen zes bunder land, gelegen bij de gegevens over bewoning en begraving te kerk van Brunssum, aan het klooster te ontbreken; de beschikbare gegevens zijn Rode: Brunssum had toen dus al een uiterst fragmentarisch. kerk.I21 Deze was afhankelijk va n Gan­ gelt; patroon is St.Gregorius. De kerk lag Bij alle onduidelijkheid en onzekerheid halverwege het dorp, op een oude weg­ is één zaak wel duidelijk geworden: er is kruising.122 nog veel te bestuderen in onze regio.

Noten:

1. J. Renes, De geschiedenis van het Zuidlimburgse geographische Kulturlandschaftsforschung, in: cultuurlandschap (= Maaslandse Monografieën, Geschichtliche Landeskunde der Rheinlande. groot lormaat 6), Assen 1988. Zonder deze stu­ Regionale Befunde und raumübergreifende Per­ die was deze tekst niet moge1ijk geweest. spektiven. Georg Droege zum Gedenken (=Ver­ 2. Vgl. de vooraankondiging va n het onderwek öffentlichung des Instiluts lür geschichtliche van R.H.P. Proos, De Vroege Middeleeuwen in Landeskunde der Rheinlande, Bonn), Keulen het Maasdal, in: AiL, all.64 (juli 1995) 17-21, dat 1994, 28. Een overzicht van de archeologische echter beperkt wordt tot het Maasdal zelf. Zijn gegevens in de voormalige Kreis Geilenkirchen­ kaarten zijn overigens voor de regio Heerlen­ Heinsberg geeft: W. Piepers, Archäologie im Kerkrade moeilijk leesbaar, omdat de meeste be­ Kreis Heinsberg. 1: Bodendenkmäler und Funde ken, die als referentiekader dienen, weggevallen im ehemaligen Kreis Geilenkirchen-Heinsberg zijn. Zie ook: K. Flehn, Die Kulturlandschalt in (= Schriftenreihe des Kreises Heinsberg 5), der Euregio Maas-Rhein. Entwicklungsphasen Heinsberg 1989, passim. nach 1250- Relikttypen- angewandte historisch- 3. W.j.H. Willenl5, Archeologische kroniek van

1995 afl.3 Het Land Van Herle

Limburg over 1984, in: PSHAL 121(1985) 168- terrein van het voormalige St.Jozefziekenhuis te 169; H.j. Puiker, De weg Soulogne-Keulen op Heerlen, in: LvH 20 (1970), 127, met gegevens o­ Nederlands grondgebied, in: Langs de weg. De ver bronsbewerking. Romeinse weg van Boulongne-sur-Mer naar 11. Een overzicht van de dateringen van de verschil­ Keulen: verkeersader voor industrie en handel. lende pottenbakkersovens in Heerlen: J.K. Gie­ Villa rustica: het Romeinse boerenbedrijf in het len, Aardewerk uit Heerlen. Produktie en date­ Rijn/Maasgebied, Heerlen/Maastricht 1987, 25. ring, in: Langs de weg, 90-91. De oudste oven Voor de Romeinen in de aangrenzende Duitse dateert hij vroeg in de eerste eeuw na Christus. gebieden: H.G. Horn (ed.), Die Römer in Nord­ 12. Vgl. H.j. Eggen, Romeinse kalksteenwinning in rhein-Westfalen, Stuttgart 1987. Zuid-Limburg, in: Natuurhistorisch Maandblad 4. R. de la Haye, De Maas over. 2000 jaar vaste 77 (1988), 203-204. oeververbindingen in Maastricht, (;:::: Vierkant 13. W.j.H. Willems, De grote villa van Voerendaal, Maastricht 4), Maastricht 1984, 12. in: Langs de weg, 49; vgl. W.j.H. Willems en L.I. 5. Datering van de brug over Rode Beek in hoofd­ Kooistra, De Romeinse villa te Voerendaal. Op­ weg Tudderen-Maastricht: eerste helft eerste graving 1986, in: Archeologie in Limburg (= eeuw, volgens J.A.C. van Honthem, De Romein­ AiL), afl.32 (mei 1987), 36. se verbindingsweg Tüddern/Maastricht, in: Sit­ 14. Zie voor een kort overzicht o.a. L. van Hom­ tard, uit bronnen geput, I, Sittard 1993, 6-8; hij merich en F. Welters, Gedenkboek Voerendaal, noemt de weg naar Heerlen een aftakking, 13; Heerlen [1949], 14-16. Voor het bouwmateriaal vgl. W. Piepers, Archäologie, 104-110. Eggen (Kunradersteen; kolenzandsteen uit het Worm­ noemt de weg pre-Claudisch met een nieuw dal) van de villa van Overste Hof: P. Peters, wegdek rond 40-50 n.Chr.: H.j. Eggen, Romeins Romeinsche villa bij Overstenhof, Schaesberg, Heerlen, in: LvH 39 (1989), 30. in: PSHAL 58 (1922), 104-105. 6. Graf met muntvondst langs deze weg: W.J. van 15. j.H.F. Bloemers, Archeologische kroniek van Riel, De Brunssummerheide in historie en pre­ Limburg over de jaren 1971-1972, in: PSHAL 109 historie, in: Natuurhistorisch Maandblad 56 (1973), 44; H. Stoepker (red.), Archeologische (1967), 116, naar: A. Beaujean, Heksenberg's ver­ kroniek van Limburg over 1988 en 1989, in: leden, in: LvH 8 (1958), 8-10. A. Beaujean, Heer­ PSHAL 126 (1990), 235-237 voor een derde­ lerheide door de eeuwen heen, in: Jubileumboek eeuws beeld van deze steen te Rimburg. Een 1950-1960 Het Land van Herle, Heerlen 1961,75. grafkist van Nievelsteiner zandsteen, gevonden 7. H.j. Eggen, Romeins Heerlen, in: LvH 39 (1989), in Stein, Havenstraat, gedateerd eind tweede­ 55. Ook de vondsten van Keltische munten bij de begin derde eeuw, nu in het Bonnefantenmuse­ wegkruising wijzen op deze vroege periode: N. um, Maastricht. T.A.S.M. Panhuysen, Maastricht, Roymans en W. van der Sanden, Celtic coins centrum van provinciaal-Romeinse beeldhouw­ from the Netherlands and their archaeological kunst, in: Romeinse sculptuur uit Zuid-Limburg, context, in: Berichten van de Rijksdienst voor het (Maastricht 1993) vermeldt in het Bonnefanten­ Oudheidkundig Bodemonderzoek (= Berichten museum te Maastricht beelden uit Maastricht, ROB) 30 (1980), 173-254, vooral186, 216,228,247. Geleen en Grevenbicht. Als bouwsteen bij de vil­ 8. Het gebied diende vooral als graanschuur voor la van Overste Hof: Peters, in: PSHAL 58 (1922), het Rijnleger: A. van Doorselaer, De Romeinen 105. in Nederland, in: Algemene geschiedenis der 16. De grafkisten, gevonden aan de Voskuilenweg, Nederlanden(= AGN) I, Bussum 1981,67. zijn van een steensoort die te vinden is in het 9. C.R. janssen, On the late-glacial and post-glacial Aambos: P. Peters, Romeinsche vondsten te vegetalion of South-Limburg (Netherlands), Am­ Heerlen (Coriovallum). Vier zandsteenen asch­ sterdam 1960, p.104; Van Doorselaer, Romeinen, kisten, in: Msg 40 (1920), 52. Hierin werden de p.68, maar zonder specifieke regio. j.H.F. Bloe­ flesjes in de vorm van druiventrosjes gevonden, mers, Acculturation in the Rhine/Meuse basin waarschijnlijk daterend uit de derde eeuw. in the Roman period: a preliminary survey, in: 17. Stoepker, Kroniek 1988 en 1989, in: PSHAL 126 Roman and native, p.178-183, plaatst de veeteelt (1990), 206 over het gebruik van steenkool van vooral ten noorden van de grote rivieren op ba­ onbekende herkomst in Heerlen in de tweede sis van het veelvuldig voorkomen van huizen eeuw. met stallen, vooral in de tweede en de derde 18. P. Peters, in: PSHAL 58 (1922), 117-118. eeuw. 19. W.J.H. Willems, De romeinse villa van Voeren­ 10. W.j.H. Willems, Kroniek 1984, in: PSHAL 121 daal, opgraving 1985, in: AiL, afl.28 (juni 1986), (1985), 168-169 voor de vondst van enkele smelt­ 147. kroesjes; J. Gielen, Romeinse vondsten op het 20. Volgens H.j. Eggen, Romeins Heerlen, in: LvH 38

1995 afl.3 Het Land Van Herle

(1988), 134 (ook in: LvH 39 (1989), 55-56) dateert W.j.H. Willems, Villa, in: Langs de weg, 46. de eerste gracht in of kort na de tweede helft van 27. Respectievelijk j.W.H. Willems, Villa, in: Langs de eerste eeuw; ze is dichtgeworpen kort na 160. de weg, 49-50, en M.E.Th. de Groot, Villa rustica: 21. W. Marres en j.j.F.W. van Agt, De Nederlandse het boerenbedrijf in het Rijn/Maasgebied, in: monumenten van geschiedenis en kunst, V: De idem, 85. Enerzijds is er sprake van het (geogra­ provincie Limburg, derde stuk: Zuid-Limburg fisch) maximale areaal, anderzijds van een in­ uitgezonderd Maastricht, afl. 1, 's-Gravenhage schatting met inachtneming van woeste grond 1962 (reprint Arnhem 1972) (~ Monumenten en dergelijke. Zuid-Limburg I), 22, geeft als begin: 50 n.Chr. De 28. j.W.H. Willems, Villa, in: Langs de weg, 49; ). thermen lijken op die van Xanten, die begin Gielen, Romeinse woning aan de Nobelstraat te tweede eeuw gedateerd worden. H.j. Eggen, Een Heerlen, in: LvH 20 (1970) 123-125. verandering in de Romeinse bad cultus?, in: AiL, 29. H.j. Eggen, De derde eeuw in Zuid-Limburg, in: afl.52 (juli 1992), 98-99, noemt een datering tus­ AiL, afl.40 (juni 1988), 213; Eggen, Romeins sen 122 en 143 en een verbouwing rond 200. Heerlen, in: LvH 39 (1989), 53-58. 22. Sarcofaag van Simpelveld, horend bij de villa 30. T.A.S.M. Panhuysen, Maastricht, centrum, onge­ van Vlengendaal: Monumenten Zuid-Limburg I, pagineerd; T.A.S.M. Panhuysen, Wat weten we 20. Peters, Vondsten, in: Msg 40 (1920), 51-57. over de continuteit van Maastricht?, in: Sint Ser­ Vgl. voor de welstand ook Eggen, Romeins vatius, bisschop van Tongeren-Maastricht. Het Heerlen, in: LvH 39 (1989), 53-54. vroegste Christendom in het Maasland (= Kunst 23. J.E. Bogaers, Marcus Sattonius lucundus, in: en Oudheden in Limburg 28), Borgloon-Rijkei LvH 7 (1957), 52 dateert de restauratie voorzich­ 1986, 126, 136, 139. tig na 260. Vgl. Monumenten Zuid-Limburg I, 31. Vgl. muntvondst op het terrein van een villa in 246. Gezien de ontwikkeling van Heerlen is dit Bocholtz met munten tot circa 260: Willems, weliswaar niet uitgesloten, maar wel vrij on­ Kroniek 1984, in: PSHAL 121 (1985), 174-175. De waarschijnlijk. Eggen (mondelinge mededeling) Alemannen staken onder andere bij Keulen de suggereert een datering aan het begin van de Rijn over: Van Doorselaer, Romeinen, in: AGN I, eeuw, hetgeen vooralsnog beter lijkt te passen in 82. de gehele chronologie. Een goed gedocumen­ 32. A. van Doorselaer, Romeinen, in: AGN I, 84; teerde bouwgeschiedenis van de thermen is zeer Monumenten Zuid-Limburg I, 17. In de noorde­ wenselijk. lijke spitsgracht te Heerlen zijn munten gevon­ 24. j.T.j. jamar, Das römische Dorf an dem Über• den van de Gallische keizer Tetricus (+273), zie: gang der römischen StaatsstraJ3e über die Wurm Berichten. Vondsten, in: LvH 25 (1975) 119-120. bei Rimburg, in: W. Piepers, Archäologie, 113- j.T.j. jamaren ).P.A. van der Vin, A haard of late 118, 577-579; j.H.F. Bloemers, Archeologische Roman coins from Heerlen, in: Berichten ROB 26 kroniek van Limburg over de jaren 1969-1970, in: (1976) 169-174 dateren de collectie tussen 290 en PSHAL 107-108 (1971-1972), 59-61; ). Gielen, Ro­ 310, maar ze geven aan dat het moeilijk is de meinse grafvondsten te Rimburg, in: LvH 20 vondstomstandigheden en de datering met (1970), 91-96; j.H.F. Bloemers, Twenty-five years elkaar in overeenstemming te brengen. Ze geven ROB research in Roman Limburg, in: Berichten geen verklaring voor het ontbreken van munten ROB 23 (1973), 250-252. van na 273 in deze collectie. Over de datering 25. C.H. Edelman en B.E.P. Eeuwens, Sporen van van dergelijke vondsten vergelijke men H.H. een Romeinse landindeling in Zuid-Limburg, in: Horn, Das Leben im römischen Rheinland, in: Berichten ROB 9 (1959), 49-67 (kaarten op p.50 Horn, Römer, 306-308. en 54). Voor de regio Heerlen-Kerkrade hebben 33. H.j. Eggen, Romeins Heerlen, in: LvH 39 (1989), zij weinig sporen. Commentaar hierover bij J. 57-58, periode V. Opmerkelijk is dat Maastricht Renes, Geschiedenis, 38-39; over de verspreiding na het jaar 270 volgens T.A.S.M. Panhuysen, van de villae in het landschap: W.j.H. Willems, Continuteit, in: Sint Servatius, bisschop, 126, 136 De grote villa van Voerendaal, in: Langs de weg, en 139, amper meer iets voorstelt tot het herstel 50 met een kaartje van de verspreiding van vil­ rond 330. la's een dergelijke in de omgeving van Voeren­ 34. H.j. Eggen, Romeins Heerlen, in: LvH 39 (1989), daal-Heerlen. 58. 26. Zo de villa van Kaalheide: H. Brunsting, Verslag 35. H.j. Eggen, Verandering, in: AiL, afl.52 (juli van de opgraving van een Romeinse villa te 1992), 98, geeft als einddatum circa 330, geba­ Kerkrade (Krichelberg-Kaalheide), in: Berichten seerd op nog niet gepubliceerd onderzoek in de ROB 1 (1950), 5-6, waar een houten voorganger opgravingsverslagen. Hij houdt de mogelijkheid uit de eerste eeuw gesignaleerd wordt. Ook open dat het gebouw daarna voor andere doelen Voerendaal heeft een pre-Romeinse voorganger: is gebruikt (persoonlijke mededeling). Vgl.: j.E.

1995 afl.3 Het Land Van Herle

Bogaers, Militaire en burgerlijke nederzettingen grondgebied, in: Langs de weg, 25. De fragmen­ in Romeins Nederland, in: Honderd eeuwen Ne­ ten zijn in de kerk van Eygelshoven gevonden; derland, 's-Gravenhage 1959, 159. Monumenten het is niet bekend waar ze in de Romeinse tijd Zuid-Limburg I, 22, dateert de verwoesting rond stonden. Ook de oorspronkelijke versie van de de jaren 400-425. Voor de graanopslagplaats zie Peutingerkaart met de vermelding "Cortovallio" H.J. Eggen, Twee horrea in Heerlen, in: AiL, dateert waarschijnlijk uit deze periode: E. Weber, afl.45 (sept.1990), 314; afl.46 (dec.1990), 329. Tabula Peutingeriana. Codex Vindobonensis 324. 36. Monumenten Zuid-Limburg I, 21; H.j. Eggen, Kommentar, Graz 1976, 22-23. Romeins Heerlen, in: LvH 38 (1988), 133-134 da­ 44. H. Stoepker, Kroniek 1988 en 1989, in: PSHAL teert de tweede gracht eerste helft vierde eeuw 126 (1990), 244-245, vermeldt de vondst van een (rond 330?). De vondst van de Tetricusmunten mogelijk post-romeins wegdek bij Voerendaal. (uit 273; zie boven) in de gracht maakt de date­ 45. ). Gielen, Aardewerk, in: Langs de weg, 90. ring niet duidelijker. 46. H.j. Eggen, Romeins Heerlen, in: LvH 39 (1989), 37. H.j. Eggen, Romeins Heerlen, in: LvH 39 (1989), 54 en 56-58. 56-58. 47. Het graf van een echtpaar (begin vierde eeuw) in 38. Vooral bekend ten westen van Tongeren: Van Voerendaal kan mogelijk geduid worden als graf Doorselaer, Romeinen, in: AGN I, 86 (kaart), 89. van een burger, die eigenaar van de villa was. De Vgl. J. Mertens, De weg Soulogne-Keulen op man werd begraven met jachtwapens. Willems, Belgisch grondgebied, in: Langs de weg, 20-21 Officer, p.143, 151-152. (met kaart). Kaartjes ook in H.H. Horn, Römer, 48. A. van Doorselaer, Romeinen, 98. p.83 (circa 270), 88 (circa 300), 98 (tweede helft 49. Zie onder andere W.j.H. Willems en L.I. Kooi­ vierde eeuw), 103 (begin vijfde eeuw). De stra, Villa 1986, in: AiL, afl.32 (mei 1987), 37; ommuring van het casteliurn Maastricht is geda­ W.j.H. Willems, Villa, in: Langs de weg, 50. teerd in 333 n.Chr.: T.A.S.M. Panhuysen, Con­ 50. W.j. van Riel, Brunssumerheide, 117. tinuteit, in: Sint-Servatius, bisschop, 1986, 129; 51. Voor 'Heerlen': P.L.M. Tummers, Romaans in vgl. H.j. Eggen, Romeins Heerlen, in: LvH 38 Limburgse aardrijkskundige namen, Assen 1962, (1988), 135. Zie ook: W.j.H. Verwers, Het graf­ 14-18. Vgl. ook: A. Greule, Gewässernamen, (= veld in de Pandhof van de Sint-Servaas te Geschichtlicher Handatlas der Rheinlande, Bei­ Maastricht. Een voorlopig verslag, in: Munsters heft X/3), Keulen 1992,6-8. in de Maasgouw. Archeologie en kerkgeschiede­ 52. W.j.H. Willems en L.I. Kooistra, Villa 1986, in: nis in Limburg. Bundel aangeboden aan pater AiL afl.32 (mei 1987), 38; W.j.H. Willems, Villa, A.J. Munsters rn.s.c. bij zijn tachtigste verjaar­ in: Langs de weg, 50. dag, Maastricht 1986 (Werken LGOG, 9), 64 en 53. H. Stoepker, Kroniek 1987, in: PSHAL 124 (1988) passim. 416-417. Voor de datering (begin vijfde eeuw): 39. Van de meeste villa's wordt gesteld dat ze tegen W. Dijkman, La terre sigillée décorée à la rnalette het midden van de derde eeuw verwoest en ver­ à motifs chrétiens dans la stratigraphie maas­ laten zijn. De villa van Voerendaal is vooralsnog trichtoise (Pays-Bas) et dans le nord-ouest de een uitzondering. l'Europe, in: Gallia, 49(1992), 155 en 165 (type 40. H. Stoepker (red.), Archeologische kroniek van Chenet 186). Een iets latere datering (midden Limburg over 1987, in: PSHAL 124 (1988), 415. vijfde eeuw) in: W.j.H. Willems, De Romeinse 41. W.j.H. Willems, An officer or a gentleman? A villa te Voerendaal. Opgraving 1987, in: AiL, late-Roman weapon-grave from a villa at Voe­ afl.37 (sept.1988), 146. Vgl. M. de Grooth en ). rendaal (NL), (= Overdrukken ROB 344), van Honthem, Een bronzen ring met Christus­ Amersfoort 1989, 143. Vgl. W. Groenman-van monogram uit Schimmert, in: AiL, afl.56 (juli Waateringe, The disastrous effect of the Roman 1993), 24-26 (gedateerd circa 350-450). Over occupation, in: R. Brandt and ). Slofstra ed., Ro­ christelijke vondsten in het Rijnland: H.C. Horn, man and Native in the Low Countries. Spheres Leben, in: H.C. Horn (ed.), Römer, 287-294. of interaction, (= BAR International Series 184), 54. Resp. G. De Boe, Bewoning rond de villa te Oxford 1983, 147-157. Vgl. ook de iets afwijken­ Neerharen-Rekern (B), in: Langs de weg, 51-54; de fasering door Proos, 19. R.M. van Dierendonck, L.j.F. Swinkels, W.j.H. 42. W.j.H. Willems, Das Rhein-Maas-Delta als Willems, Rijke hereboeren uit Maasbracht, in: Grenzgebiet vom 3. bis zum 8. jahrhundert, (= idem, 62-64. Overdrukken ROB 362), Amersfoort 1990, 38 en 55. Een overzichtskaart van de bekende zevende­ 40. eeuwse grafvelden bij: R.H.P. Proos, 20, fig.4. 43. Aanwezig in het Thermenmuseum, Heerlen; H.J. Een van de weinige, recent onderzochte plaatsen Putker, De weg Soulogne-Keulen op Nederlands in de nabijheid is Haagsittard. Haagsittard heeft

1995 afl.3 Het Land Van Herle

bewoning (sporadisch) vanaf de zevende eeuw.. 79; vgl.]. Renes, Geschiedenis, 67. met een sterke groei in de twaalfde; in de veer­ 70. Een overzicht van rode-toponiemen met per­ hende eeuw verdwijnt het dorp. H. Stoepker soonsnamen bij: H.P.M. Hillegers, Heerdgang in (red.), Archeologische kroniek van Limburg over Zuidelijk Limburg. Een vorm van extensieve be­ 1990, in: l'SHAL 127 (1991), 258-263, vooral 263; weiding in verleden, heden en toekomst, Maas­ H. Stoepker, Haagsittard, in: Sittard I, 39-48. tricht 1993, (= Publicatie van het Natuurhisto­ 56. H. Stoepker (red.), Archeologische kroniek van risch genootschap in Limburg, reeks XL, afleve­ Limburg over 1986, in: PSHAL 123 (1987) 232, ring 1), p.153-154, tabel 7.6: Benzenrade (1281 235; ook: W.j.H. Willeros en L.j. Kooistra, Villa Valbenoit): Bentso = Bandhart/Bandmar of Ben­ 1986, in: AiL, afl.32 (mei 1987), 36. zo = Bernizo = Bernhard/Bernulf. Bingelrade 57. ]. Ypey, De verspreiding van vroeg-middeleeuw­ (1268 reg.Aken): Bingo. Haanrade (1119 AR): se vondsten in Nederland, in: ll€richten ROB Hago = Hagabald/ Hagabert; evt. hagan = bosje. 9(1959), 112: aan de weg Simpelveld-Spekhol­ Imstenrade (1386, LvH 1959,115): Emiso/lmiso. zerheide. Kunrade (veertiende eeuw): Konno = Konrad. 58. J. Ypey, Verspreiding, in: ll€richten ROB 9(1959), 71. De relatie van Willibrord met Limburg: H. Hal­ 104, is vrij vaag; W.j. de Boone, De Franken, in: bertsma, St.Willibrord en het bisdom Tongeren, Limburg's Verleden (= LV) I, (Maastricht 1960), in: Munsters in de Maasgouw, vooral 125-132. 180 en afb.; A. Beaujean, Heerlerheide door de De parochie Merkstein heeft een Willibrord-pa­ eeuwen heen, in: jubileumboek, 75. Een tot 1-3- trocinium. Dat de parochie in de negende eeuw 1979 bijgewerkte versie van de kaart van Ypey bestaan zou hebben, zoals Kaymer nog aangeeft verscheen in: D.P. Blok, Hoofdlijnen van de be­ (R. Kaymer, Herzogenrath. Die Baugeschichte woningsgeschiedenis, in: AGN I, 148. von Burg und Stadt mit den eingemeindeten 59. Rimburg, munt van jushnianus I, 527-565: W.j. Orten Kohlscheid und Merkstein, in: Heimat­ de Boone in: LV I, 172 en 186, pl.XVI. ]. Ypey, blätter des Kreises Aachen 39 (1983), Lief.3-4; 40 Verspreiding, 111, noemt een Frankisch grafveld. (1984), Lief. I, 23 en 68), is onder meer weerlegd Terwinselen-Spekholzerheide, munt van Focas door Kahlen: L. Kahlen, Beiträge zur Geschichte (602-610): ]. Ypey, Verspreiding, 106 (noemt ook von Merkstein, (Merkstein 1950), 15. Dit laat het aardewerk); W.j. de Boone, in: LV I, 172 en 181. patrocinium echter onverlet. Ook van activitei­ pl.XVI. Heerlen, munt van Constans Il (659-668): ten van andere personen is geen spoor terug te W.j. de Boone, in: LV I, 180. vinden: vgl. M. Werner, Zur Rolle des fränki• 60. W.j. de Boone, in: LV I, 178 ("fragment van een schen Adels bei der Stiftung von Kirchen und wsch. fra nkische sarcophaag"). Zie ook Monu­ Klöster im mittleren Maasgebiet, in: Sint Serva­ menten Zuid-Limburg I, 137, waar de sarcofaag tius, bisschop, 97-124. van een vraagteken wordt voorzien. 72. Vgl. C.R. janssen, 104. 61. C.R. janssen, 40-41. 73. J.A. Brongers, Ceramological investigations into 62. W.j. de Boone, in: LV I, 187. medieval pottery produced at Schinveld, in: 63. P.L.M. Tummers, Romaans in Limburgse aard­ Be~ichten ROB 33 (1983), 381-383 en 386-387. Al­ rijkskundige namen, 54-55. Over de plaatsnaam gemeen over de aardewerkproductie: A. Bruijn, Kolmont: idem, 55-56. De middeleeuwse pottenbakkerijen in Zuid­ 64. P.L.M. Tummers, Romaans, 14-18; vgl. R.H.P. Limburg (Nederland) (=Publicaties van het pro­ Pro os, 17 (fig.l), 19-20. vinciaal Galla-romeins museum te Tongeren, 9), 65. Monumenten Zuid-Limburg I, 137. Tongeren 1965 (ook gepubliceerd in: Medede­ 66. C.R. janssen, 8D-84 en 107. lingenblad vrienden van de Nederlandse cera­ 67. D.P. Blok, Hoofdlijnen, in: AGN I, 144-152; vgl.]. miek, afl.49 (sept.1966), 1-59); A. Bruijn, Diemit­ Renes, Geschiedenis, 59, die Zuid-Limburg in de telalterliche Töpferindustrie in Brunssum, in: vroege middeleeuwen 'dunbevolkt' noemt, en: ll€richten ROB 9 (1959), 139-1 88; A. Bruijn, Die Atlas van Nederland, dl.2: Bevolkingsgeschiede­ mittelalterliche keramische Industrie in Schin­ nis, 's-Gravenhage 1984, 5-8. veld, in: Berichten ROB 10-11 (1960-1961), 462- 68. Voor ontwikkelingen in Noord-Brabant zie: 507. F.C. W.j. Theuws, De archeologie van de perife­ 74. j.G.N. Renaud, Over de bouwgeschiedenis van rie. Studies naar de ontwikkeling van bewoning het kasteel van Valkenburg. Verantwoording en samenleving in het Maas-Demer-Schelde ge­ van een tussenbalans, in: l'SHAL 120 (1984), bied in de vroege middeleeuwen, Amsterdam 285-286; 5. Corsten, Die Herren von Va lkenburg 1988, passim, vooral 302-304. (ca. JOOD-1 364), in: idem, 168. 69. Deze suggestie voor Sittard en omgeving: 5. 75. ].A. Brongers, Investigations, in: Berichten ROB Corsten, Die Herren von Sittard, in: Sittard I, 78- 33 (1983), 387.

1995 afl.3 Het Land Van Herle

76. A. Bruijn, Een middeleeuwse pottenbakkersoven 89. Monumenten Zuid-Limburg I, 240; vgl. E. den te Nieuwenhagen, Limburg, in: Berichten ROB, Hartog, Romanesque architecture and sculpture 15-16 (1965-1966) 169-183, vooral177 en 183. in the Meuse valley, Leeuwarden 1992 (=Maas­ 77. A. Bruijn, Een middeleeuwse pottenbakkersoven landse monografieën, groot formaat, 8), 61. te Nieuwenhagen, Limburg, in: Berichten ROB, 90. Monumenten Zuid-Limburg I, 240-241. 15-16 (1965-1966) 169-183, vooral 177 en 183 en 91. Vooral graaf Theodericus I van Are (+ca.1126) en Vondstmelding: AiL, afl.32 (mei 1987), 28. zijn kleinzoon graaf Theodericus I van Hochsta­ 78. ).A. Brongers, Investigations, in: Berichten ROB den (+1195) lijken dan als initiatiefnemers in 33 (1983), 380 en 410. aanmerking te komen. 79. ).A. Brongers, Investigations, in: Berichten ROB 92. E. Ramakers, Heerlen, 12. 33 (1983), 387. 93. Koning Otto 1 versloeg in 955 (op 10 augustus, 80. Voor een kaart van de parochie-indeling: C. Da­ het feest van St.Laurentius) op het Lechveld te­ men, Studies over Heerlens oudste kerkelijk ver­ gen de Hongaren. D. Flach (Herrschaftliche Glie­ leden, in: LvH 5 (1955), 117. derungen im Sittarder Raum, in: Sittard I, 55 81. ). Renes, Geschiedenis, 75; j.C.G.M. jansen en W. noot 37) noemt per abuis als jaar 996; hij verwijst van de Westeringh, Dat ging over zijn hout. naar L. Korth, Patrocinien, p.llS-118 voor Lau­ Overmatig gebruik van bossen in het zuiden van rentius; L. Korth noemt veel Laurentiuskerken. Limburg van de hoge middeleeuwen tot in de 94. Vincentius komt als patroon ook voor in Gorsem 20ste eeuw, in: Studies over de sociaal-economi­ bij St.Truiden, erfgoed van Udo van Toul. Gor­ sche geschiedenis van Limburg, 28 (1983), 20-21. sem: M. Werner, Der Lütticher Raum in frühka• 82. Zo bewijst C.R. janssen, 104. Bij pollen- of stuif­ rolingischer Zeit. Untersuchungen zur Geschich­ meel-onderzoek wordt nagegaan van welke te einer karolingischer Stammlandschaft, Göttin• planten stuifmeel aangetroffen wordt in bijvoor­ gen 1980 (= Veröffentlichungen des Max-Planck­ beeld veenresten. Dit geeft aanwijzingen over de Instituts für Geschichte, 62), 86. Vincentius komt begroeiing en, op langere termijn, over wijzigin­ in Keulen amper voor: L. Korth, Patrocinien, gen in de begroeiing. Een probleem is dat aan de 213-217. Gorsem kwam in 1059 door een goede­ resultaten van dergelijk onderzoek moeilijk renruil tussen U do van Toul en de abt van Kor­ exacte dateringen kunnen worden toegekend. nelimünster aan die abdij: N. Kühn, Die Reichs­ 83. Annales Rodenses, sub anno 1104. Over het bos­ abtei Kernelimünster im Mittelalter. Geschichte, gebruik: j.C.G.M. jansen en W. van de Wes­ Entwicklung, Verfassung, Konvent, Besitz, Aken teringh, passim. 1982 (= Veröffentlichungen des Stadtarchivs 84. Vgl. E. Ramakers, Heerlen in de late middeleeu­ Aachen, Bd.3), 56-57, 105 en 108. Mansuetus en wen, in: PSHAL 122 (1986), 8-9. Over dergelijke Aper komen uit Toul, waar Udo bisschop was opsommingen: j.C.G.M. jansen en W. van de (1051-1069). Tussen 821 en 842 verkreeg de abdij Westeringh, 20-21. van Kernelimünster (de?) relieken van de H. 85. Over de reden van deze schenking onder ande­ Aper van de bisschop van Toul (N. Kühn, re: A. Haverkamp, Die Städte Trier, Metz, Toul Reichsabtei, 11 en 26). und Verdun: Religiöse Gemeinschaften im Zen­ 95. ). Renes, Geschiedenis, 66 en 93, wijst ook al op tralitätsgefüge einer Städtelandschaft zur Zeit het grootgrondbezit met de kerk in het midden. der Salier, in: Die Salier und das Reich, Band lil: 96. M. Franssen, Oude funderingen in de kerk van Gesellschaftlicher und ideengeschichtlicher Wan­ Voerendaal, in: AiL, afl.23 (febr.1985), 56. del im Reich der Salier, Sigmaringen 1991, 177. 97. ). Renes, Geschiedenis, 67. 86. E. Ramakers, Heerlen, 10-12; U. Bader, Geschich­ 98. C.R. janssen, 21-23. te der Grafen von Are bis zur Hochstadenschen 99. ). Renes, Geschiedenis, 66. Schenkung (1246), Bonn 1979 (= Rheinisches 100. Tekst: MGH, D Otto Il, 50; Th.). Lacomblet (ed.), Archiv 107), 44-45 en 70-72. Over het optreden Urkundenbuch für die Geschichte des Nieder­ van grafelijke families in de regio: R. Schieffer, rheins I, Düsseldorf 1840 (reprint Aalen 1960), Die Zeit der späten Salier (1056-1125), in: Rhein­ nr.114 met noot; H. Kaspers, Comitatus nemoris. ische Geschichte, Band 1-3: Hohes Mittelalter, Die Waldgrafschaft zwischen Maas und Rhein. Düsseldorf 1983,157-165. Untersuchungen zur Rechtsgeschichte der Forst­ 87. U. Bader, 12-15. gebiete des Aachen-Dürener Landes einschlieB­ 88. Over het voorkomen van Andreas als patroon in lich der Bürgen und Villen, Düren 1957, 181; H. het aartsbisdom Keulen: L. Korth, Die Patroci­ Dittmaier, Zur Geographie der Wildbannbestäti• nien der Kirchen und Kapellen im Erzbistum gung für die Kölner Kirche von 973, in: Rhein­ Köln, Düsseldorf 1904, 14-15; over Pancratius: ische Vierteljahresblätter 24 (1959), 210-216 idem, 167-168. Vgl. E. Ramakers, Heerlen, 26-28. (kaart p.212); D. Flach, Untersuchungen zur

1995 afl.3 Het Land Van Herle

Verfassung und Verwaltung des Aachener tafeln zur Geschichte der europäischen Staaten, Reichsgutes von der Karolingerzeit bis zur Mit­ Band VI: Familien des alten Lothringen I, Mar­ te des 14. jahrhunderts, Göttingen 1976, 14. burg 1978, Tafel 2, kiest voor Herman van Voor een overzicht van Frankische vondsten te Saffenberg. R. Gerstner, Die Geschichte der loth­ Ubach(-Palenberg): W. Piepers, Archäologie, ringischen und rheinischen Pfalzgrafschaft van 449-452 en 587-588. Voor de Rimburg, die de ihren Anfängen bis zur Ausbildung des Kurter­ brug over de Worm beheerste: idem, 456-457 en ritoriums Pfalz (= Rheinisches Archiv 40), Bonn 161. 1941, 39, onderscheidt de paltsgraaf en de 101. Over de verschuivingen in die periode: M. Wer­ voogd/ graaf Herman; vgl. R. Gerstner, 50. R. ner, Der Herzog von Lothringen in salischer Kühn, Reichsabtei, is zeer schaars met vermel­ Zeit, in: Die Salier und das Reich, Band 1: Salier, dingen van de voogden (vooral p.56-58). Th.R. Adel und Reichsverfassung, Sigmaringen 1991, Kraus, Jülich, Aachen und das Reich. Studien 421-423. zur Entstehung des Landesherrschaft der Gra­ 102. Zie L. Augustus, De middeleeuwse tollen ver­ fen von jülich bis zum jahre 1328, (= Veröffent• bonden aan het land van 's-Hertogenrade, in: lichungen des Stadtarchivs Aachen, 5), Aken "Van der Nyersen upwaert". Een bundel opstel­ 1987, 79-80 is duidelijker: de voogdij van Kome­ len over Limburgse geschiedenis aangeboden limünster bleef bij de opeenvolgende paltsgra­ aan drs M.K.j. Smeets bij zijn afscheid als ven, totdat ze in 1225 aan de graven van Gulik Rijksarchivaris in Limburg, (= Werken LGOG kwam. De identiteit van de voogd van 1064 7), Maastricht 1981,53. blijft onduidelijk, maar twee zaken staan vast: a. 103. Rode als allodium: Annales Rodenses, sub anno Na 1064 zijn de paltsgraven voogd; b. Adelbert 1108 en passim. Rode als mogelijk rijksleen: W. en Adolf van Saffenberg treden niet op als Gärtner, Das Chorherrenstift Klosterrath in der voogd van Kornelimünster. Kanonikerreform des 12. Jahrhunderts, in: 105. Annales Rodenses, sub anno 1109. ZAGV 97 (1991), 122 en noot 97 aldaar. 106. Annales Rodenses, sub anno 1108; L. Augustus, 104. Dat stellen: ).P.J. Gewin, Die Herkunft der Gra­ Wanneer kwam Rode aan Limburg?, in: Msg 89 fen van Limburg Stirum. Die Pfalzgrafen van (1970), k.41-42 (circa 1101); vgl. S. Corsten, Die Lothringen, die Grafen van Berg und ihre Pro­ terra de Rode und das jahr 1136, in: idem, k.159- genitur bis zum Anfang des 13. Jahrhunderts, (= 160. W. Gärtner, 123-124 en noot 102 aldaar (ver­ Geschiedenis der graven van Limburg Stirum, woesting parochiekerk begin 11 05?); Werner, Band 1 [=Teil, Band 21, Assen enz. 1962,122-127 Herzag, in: Salier I, 384 naar: Cl. Gaier, Art et en passim; met afwijkende samenhang: G. A­ organisation militaires dans la principautés de ders, Die Herren und Grafen von Saffenberg, In: Liège et dans Ie comté de Looz au Moyen Age, Die Grafen van Limburg Stirum. Einleitung und (= Verhandelingen in octavo van de klasse der abschlieiSender Band der Geschichte der Grafen letteren en der morele en staatkundige weten­ van Limburg Stirum und ihrer di rekten Vodah­ schappen, boek LlX, aflevering 3), Brussel 1968, ren (= Geschiedenis der graven van Limburg TH -234. Cl. Gaier beschrijft een deel van het Stirum, Deel 1 [=Teil I, Band 1], 6-21. Weer an­ conflict tussen keizer Hendrik IV en zijn zoon, ders: E. Quadflieg, Genealogie der Grafen von resulterend in een gevecht bij Visé (voorjaar Limburg und Limburg-Styrum sowie ihrer 1106). direkten Vorfahren, in: Idem, p.LXXIII. Hier­ 107. Zo bij Monumenten Zuid-Limburg I, 308, blijk­ tegen met krachtige argumenten: J. Milz, Die baar naar het voorbeeld: F. Büttgenbach, Vögte des Kölner Domstiftes und der Abteien Kirchrath, eine uralte Gemeinde des ehemaligen Deutz und Werden im 11. und 12. Jahrhundert, Herzogthums Limburg, Geilenkirchen 1893 (re­ in: Rheinische Vierteljahresblätter, 41 (1977), print Kerkrade 1977), 4. Deze opvatting gaat 198-202 (vriendelijke mededeling van drs mogelijk terug op een verkeerde lezing van L.Augustus). Wat betreft de voogdij: in 1059 is Annales Rodenses anno 1115 (teruggave van de paltsgraaf Hendrik voogd (D H IV, nr.46; vgl D kerk door proost Richer aan graaf Adolf). Over H IV, nr.156). ln 1064 is (palts)graaf Herman de kerk van Richterich en haar relatie met voogd (D H IV, nr.127). De identificatie van Laurensberg: R. Nolden, Besitzungen und Ein­ deze Herman is onduidelijk: Gewin noemt de künfte des Aachener Marienstiftes van seinen paltsgraaf Herman voogd (Gewin, Limburg I-2, Anfängen bis zum Ende des Ancien Régime, in: 80); Aders, Limburg 1-1, 12 noemt Herman van ZAGV 86-87 (1979/80), 180-182, 189-191 en 194; Saffenberg; ibidem, 31 stelt hij dat paltsgraaf D. Flach, Das Reichsgut im Aachener Raum. Herman 'vielleicht auch Vogt' was. D. Schwen­ Versuch einer vergleichenden Übersicht, in: nicke (ed.), Europäische Stammtafeln. Stamm- Rheinische Vierteljahresblätter, 51 (1987), 36-38;

1995 afl.3 Het Land Van Herle

L. Falkenstein, Die Kapellenstiftung zu Berens­ 11 6. Monumenten Zuid-Limburg I, 137-139. berg, die Pfarrei Laurensberg und die kirchliche 117. K. Flink, Die ehemalige Stadt Gangeli unter Gebietsgliederung nördlich Aachens im Miltel­ Heinsberg, Brabant und jülich, Gangeli 1975, 12, alter in: Kapelle und Kirche St.Matthias zu maakt dit zeer plausibel. Berensberg (1381-1890), I, 's-Hertogenrade 1991, 118. K. Flink, Gangelt, 8-10; S. Corsten, Herren Val­ 74-81. Richterich als paltsgrafelijk gebied: D. kenburg, in: PSHAL 120 (1984), 171. S. Corsten Flach, Untersuchungen, 124 en 162-167. noemt de deling van ca. 1228 niet. 108. Monumenten Zuid-Limburg I, 308. 119. ). Renes, Geschiedenis, 65 en 82 met een zeer 109. C.R. j anssen, 40-41. illustratieve kaart. 110. P.L.M. Tumrners, Romaans, 54-55. 120. A. Bruijn, De middeleeuwse pottenbakkerijen in 111. ). Renes, Geschiedenis, 67; vgl. L. Augustus, Z.Limburg (Nederland), in: Bron van Bruns­ Kasteel Erenstein 875 jaar?, in: LvH 34 (1984), ham, deel 2: Brunssum in kannen en kruiken. 71-80, over verschillende huizen in het Anstel­ Geschiedenis van de aa rdewerkindustrie in dal. Brunssum, Brunssum 1994, 16 (kaart). 112. L. Augustus, De vroege religieuze gemeenschap 121 . Vgl. over de lokatie van de oude kerk: H. van Kloosterrade (Rolduc) en haar Consuetu­ Stoepker, Kroniek 1990, in: PSHAL 127 (1991), dines, in: PSHAL 123 (1987), 6; vgl. Annales 223 en Middeleeuwse kerkfundamenten in Rodenses, sub anno 1104. Over de lokatiekeuze Brunssum, in: AiL, afl.64 (juli 1995), 30. ook: W. Gärtner, 105-106 en 111-112. 122. K. Flink, Gangelt, 11; Flach, Gliederung, in: 113. W. Gärtner, 122 en noot 97 aldaar. Sittard, I, 52 en verder. Gangelt had een Georg­ 114. Monumenten Zuid-Limburg I, 136-137 naar een altaar; L. Korth, Patrocinien, kent slechts een akte van 1361, uitgegeven door ). Strange, Ge­ Gregoriuskerk, in Keulen: 78-79. nealogie der Herren und Freiherren von Bon­ 123. W.j.H. Willems, Kroniek 1984, in: PSHAL 121 gart, (z.p.z.j.), 6 volgens: ).). Michel, Die jülich• (1985), 193; ). v.d. Boorn, Graafwerkzaamheden sche Unterherrschaft Heiden, in: ZAGV 5(1883), in de kerk van Klimmen, in: AiL, afl.21 246; vgl.). Renes, Geschiedenis, 75. (okt.1984), 10-13; Monumenten Zuid-Limburg I, 115. L. Korth, Patrocinien, 93-97. 356-360.

1995 af\.3