Foto Van De Wijken 2014 Provincie Limburg
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl Foto van de wijken 2014 Provincie Limburg RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl Foto van de wijken Provincie Limburg Opdrachtgever Provincie Limburg Contactpersoon provincie: W.H.J. (Wendy) Robben Wonen en Leefomgeving 043 3897714 [email protected] Uitvoering RIGO Research & Advies Contactpersoon J.A. (Hans) van der Reijden 0619681111 [email protected] Auteurs Hans van der Reijden René Schulenberg Uitgave 10 december 2014 Rapportnummer P28850 RIGO Research en Advies BV ∙ De Ruyterkade 112 ∙ 1011 AB Amsterdam Telefoon 020 522 11 11 ∙ Fax 020 627 68 40 ∙ E-mail [email protected] ∙ www.rigo.nl Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 1 Hoofdstuk 2 Indicatoren en uitkomsten 2014 3 2.1 Uitgangspunten bij de opzet van de ‘Foto van de wijken’ 3 2.2 Beschrijving indicatoren en uitkomsten 2014 voor de ‘Foto van de wijken’ 5 Hoofdstuk 3 Eindscore 2014 15 3.1 Methode 15 3.2 Themascore uitkomsten rangorde 16 3.3 De eindscore 2014 18 Hoofdstuk 4 Ontwikkeling 2010 – 2014 21 4.1 Ontwikkeling 2010-2014 per indicator 22 4.2 Themascore Ontwikkeling (uitkomsten rangorde) 29 4.3 Eindscore ontwikkeling 2010-2014 32 Bijlage 1 Format data 35 Bijlage 2 Legenda (wijknamen) 37 Inhoudsopgave 1 Hoofdstuk 1 Inleiding Een van de instrumenten om het woonbeleid in Limburg vorm te geven is herstructurering van de woonomgeving. Het is van belang een duidelijke provinciale visie te hebben op de herstruc- tureringsaanpak. Daartoe is ook inzicht nodig in de herstructureringsopgave voor de komende 10 à 15 jaar voor de hele provincie Limburg. Om de herstructureringsopgave inzichtelijk te maken is de provincie in 2010 het project ‘Foto van de wijken’ gestart. Dit monitoringsinstrument draagt bij aan het verkrijgen van een duide- lijke provinciale visie op de herstructureringsaanpak. Doel van de meting is te fungeren als leverancier van basisgegevens. Het gaat hier om een in di- catie over de stand van zaken in de wijken op provinciaal niveau op basis van provincie - dekkende en vergelijkbare gegevens. In dit rapport gaan we zoveel mogelijk uit van de situatie in 2014 en daarnaast kijken we naar de ontwikkeling tussen 2010 en 2014. Leeswijzer Het voor u liggende instrument ‘Foto van de wijken’ is opgebouwd uit verschillende indicat o- ren. In hoofdstuk 2 van deze notitie wordt verslag gedaan van de keuze van indicatoren en een weergave van de uitkomsten voor 2014 per indicator. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op samen- gestelde themascores en een eindscore (rangorde) voor alle wijken in de provincie. In Hoofdstuk 4 ‘Ontwikkeling’ geven we de verschillen met de voorgaande meting aan. In deze rapportage zijn kaartbeelden opgenomen met uitkomsten per wijk. Het gaat hier om de wijkindeling van het CBS. In de laatste bijlage is de ligging en de naam van de wijken weerge- geven. Inleiding 2 Foto van de wijken 3 Hoofdstuk 2 Indicatoren en uitkomsten 2014 2.1 Uitgangspunten bij de opzet van de ‘Foto van de wijken’ De ‘Foto van de wijken’ is een monitor waarbij aan de hand van basisgegevens inzicht kan worden gege- ven in het thema herstructurering. Het gaat om het verkrijgen van een beeld van de stand van zaken in de gehele provincie op wijkniveau. Het begrip herstructurering wordt hier in brede zin geope- rationaliseerd waarbij de volgende thema’s van belang worden geacht: o Wonen o Leefbaarheid o Sociaal-economisch o Veiligheid o Demografie/bevolking Wat is de ‘Foto van de wijken’ wel en wat niet Alvorens in te gaan op de opzet en operationalisering is het van belang te vermelden dat de ‘Foto van de wijken’ niet tot doel heeft om voor bovengenoemde thema’s alle specifieke knelpunten in de Limburgse wijken in beeld te brengen. Het doel van deze monitor is juist om op provinciaal niveau een eerste signa- leringsfunctie te bieden. Meer specifieke informatie over (dreigende) problemen in wijken zal op een lager schaalniveau verzameld, geanalyseerd en geïnterpreteerd dienen te worden. Zo zal de ‘Foto van de wijken’ wel een beeld geven van de globale verschillen tussen wijken als het gaat om bijvoorbeeld veilig- heid, maar niet een database zijn waar bijvoorbeeld het exacte aantal inbraken in kan worden nagezocht. Selectie indicatoren In de eerste stap van het proces is tijdens de opzet in 2010 is een selectie gemaakt van de belangrijkste indicatoren voor de ‘Foto van de wijken’. Deze selectie is destijds - in afstemming met het projectteam – gemaakt. Hierbij speelden volgende aandachtspunten: 1. Het aantal indicatoren moet beperkt blijven (dus: zoveel mogelijk elkaar aanvullende en zo min mogelijk elkaar overlappende indicatoren). 2. De indicatoren moeten voldoende zeggingskracht per thema hebben (dus: een zo goed mogelijk beeld per thema). 3. De indicatoren en met name de combinatie van de verschillende indicatoren dienen te leiden tot voldoende onderscheidend vermogen tussen de wijken. 4. Herhaalbaar in de tijd (dus: indicatoren waarvan bekend is dat ze ook periodiek en op dezelfde manier worden gemeten). 5. De beschikbaarheid van de wijkgegevens voor het tot stand brengen van een provincie-dekkend beeld. Is samenspraak met het projectteam is een keuze gemaakt voor de uiteindelijke indicatoren voor de ‘Fo- to van de wijken’ (tabel 1). In de volgende paragraaf wordt de keuze voor deze indicatoren en gebruikte bronnen nader toegelicht te samen met de uitkomsten. Indicatoren en uitkomsten 2014 4 tabel 1 Gebruikte indicatoren en bronnen Indicator Nadere toelichting Onderzoek/monitor Jaar * Wonen 1 + 4 1. Leegstand Absoluut, leegstandsduur Woonmonitor 2013 en soort 1 2. WOZ-waarde Per type woning Woonmonitor 2013 3. Kwetsbare voorraad Kleine en relatief oude BAG (Basisregistratie Adressen en Gebou- 2014 woningen wen) 1 4. Woningoverschot Overschot of tekort aan Progneff 2014 woningen ten opzichte Woonmonitor 2013 van aantal huishoudens Leefbaarheid 5. Leefbaarheidsscore Samengestelde indicator Leefbaarometer RIGO/ATLAS 2012 Sociaaleconomische index 6. Inkomen Gedifferentieerd naar Bisnode Nederland; GeoMarktprofiel 2014 inkomensgroepen (mini- mum, tot 2x modaal, >2x modaal) 7. Opleidingsniveau Opleidingsniveau Bisnode Nederland; GeoMarktprofiel 2014 8. Arbeidsparticipatie Potentiele beroepsbevol- CBS 2013 king, werkloosheidsper- centage Veiligheid 9. Score overlast en Samengesteld uit: Leefbaarometer 2012 veiligheid `schoon, heel en veilig', overlast in de buurt en onveiligheidsgevoelens Demografie 1 10. Vergrijzing Groep 75 jaar en ouder Progneff (prognose) 2014 1 11. Ontgroening Groep 15-30 jaar Progneff (prognose) 2014 *Het jaar (per 1 januari) waar de gegevens betrekking op hebben of, in het geval van een prognose, het jaar waarin de prognose is opgesteld. 1 E,til BV, Maastricht 2 CBS, Den Haag/Heerlen 3 RIGO Research & Advies, Amsterdam 4 Aanvullende analyse Leegstand gemeente Maastricht, E,til 2014 Foto van de wijken 5 2.2 Beschrijving indicatoren en uitkomsten 2014 voor de ‘Foto van de wijken’ 2.2.1 Woningvoorraad De volgende thema’s komen hier aan de orde: leegstand, de WOZ-waarde, kleine en oude woningen en de discrepantie vraag en aanbod. Leegstand Leegstand is een goede indicator wanneer het gaat om het thema herstructurering. Meer of minder leeg- stand geeft doorgaans een goede indicatie of er aanleiding is voor herstructurering. Leegstand is be- schikbaar per woningtype in de provinciale woonmonitor. Voor de ‘Foto van de wijken’ hebben we geko- zen om de totale leegstand in een wijk mee te nemen als indicator. Leegstand WOZ-waarde tussenwoning Indicatoren en uitkomsten 2014 6 WOZ-waarde De WOZ-waarde is in de provinciale woonmonitor bekend per woningtype (zie kaart vorige pagina). Een gemiddeld hoge of lage WOZ in een wijk is op zichzelf niet zomaar een indicatie die direct iets zegt over herstructurering. Het verschil met andere locaties is echter wel van belang. Een hogere waarde zegt iets over de marktwaarde/waardering van de locatie ten opzichte van andere. Ook geldt dat hoe hoger deze is des te meer investeringspotentieel er is in de wijk. Van belang is dat de WOZ -waarde tussen wijken dan wel goed te vergelijken moet zijn. Een wijk met veel grote woningen (en een grote tuin ) zal een ho- gere gemiddelde waarde hebben dan een wijk met veel appartementen. Aan de hand van de beschikbare data is het niet mogelijk om bijvoorbeeld de WOZ-waarde per m2 woonoppervlak te berekenen, om zo vergelijkbare gegevens te maken . Wel is de WOZ-waarde per woningtype in de woonmonitor opgeno- men. We vergelijken daarom de gemiddelde WOZ-waarde van alleen de tussenwoningen in de verschil- lende wijken. Alleen bij dit woningtype is er sprake van een redelijke mate van vergelijkbaarheid als het gaat om woonoppervlak en omvang van de tuin. Eengezinswoning klein (aandeel van voorraad) Appartementen klein (aandeel van voorraad) Foto van de wijken 7 Indicator kwetsbaarheid woningvoorraad Voor de fysieke kwetsbaarheid van de voorraad is een indicator opgenomen welke iets zegt over de kans op een verouderde voorraad (zie de twee kaarten op de vorige pagina). Dit is geoperationaliseerd aan de hand van oude kleine woningen. Uiteraard zijn er veel woningkenmerken zoals de bouwkundige staat welke iets over veroudering kunnen zeggen. De beschikbare provinciedekkende databestanden geven hier echter onvoldoende informatie over. Daarom is gezocht naar een methode om op basis van bestaan- de bronnen toch een indicatie te geven over een verouderde kwetsbare voorraad. Er is gebruikgemaakt van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Hieruit is het bouwjaar en het woonoppervlak van de woning af te leiden. Als relatief kleine woningen hebben we gekozen voor appartementen kleiner dan 45 m2 en eengezinswoningen kleiner dan 80 m2. Dit zijn woningtypen die bij een ruimer woningaanbod eerder in aanmerking komen voor herstructurering. Daarnaast gaan we ervan uit dat woningen gebouwd na 1985, gelet op de bouwkundige staat (o.a. isol a- tie), een kleinere kans hebben om voor herstructurering in aanmerking te komen. Bij vooroorlogse kleine appartementen maken we ook een uitzondering. Deze tellen we niet mee gezien de mogelijkheid dat het gaat om woningen in de historische binnensteden welke doorgaans minder kans hebben in aanmerking te komen voor herstructurering en gewild zijn.