001-004 Dejong Voorwerk DISS.Indd
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Knooppunt Halbertsma : Joast Hiddes Halbertsma (1789-1869) en andere Europese geleerden over het Fries en andere talen, over wetenschap en over de samenleving de Jong, A.P. Publication date 2009 Link to publication Citation for published version (APA): de Jong, A. P. (2009). Knooppunt Halbertsma : Joast Hiddes Halbertsma (1789-1869) en andere Europese geleerden over het Fries en andere talen, over wetenschap en over de samenleving. Verloren. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:24 Sep 2021 Noten Noten bij Introductie 1 Die naam is sinds de late achttiende eeuw op verschillende manieren gespeld. In 1848 werd de offi ciële aandui- ding ‘Vriesland’ vervangen door ‘Friesland’. Sinds 1997 is de offi ciële naam voor de provincie Friesland ‘Fryslân’. Uit praktische overwegingen gebruik ik alleen ‘Friesland’. 2 Dat was niet voor het eerst. Ook in de zestiende eeuw was er in de provincie Friesland een ‘ hausse’ aan publica- ties op het gebied van de Friese geschiedenis geweest. Zie hierover Breuker en Janse (1997b). 3 Zie de ‘geloofsartikelen’ van het (cultureel) nationalisme in Leerssen (2006a). 4 Natuurlijk kent ook de provincie Friesland haar zelfbenoemde nationalistische voormannen en actiegroepen. De meest gezaghebbende stem voor een autonoom Friesland was misschien wel de vroegtwintigste-eeuwse dichter Douwe Kalma (1896-1953). Vlak na de Tweede Wereldoorlog koesterde het Striidboun Fryslân Frij vergaande ambities voor Friesland. Tot een werkelijke afscheidingsbeweging is het echter nooit gekomen. Zie Van der Schaaf (1977) en over het Striidboun meer in het bijzonder Hemminga (2001). 5 Deze wijdverbreide visie op Halbertsma zal aan de orde komen in de paragraaf De coördinaten – Joast Halbertsma en andere Europese geleerden, waarin ik ook de belangrijkste literatuur over hem zal bespreken. Halbertsma spelde zijn voornaam overigens afwisselend als ‘Joost’ of ‘Justus’, en vaak ook tekende hij alleen met ‘JHH’. In de Friestalige secundaire literatuur wordt zijn naam vaak op z’n Fries gespeld, als ‘Joast’. Ook ik kies voor een Friese spelling, met name om de klank van de Friese variant van de naam ‘Joost’ uit te drukken. De keuze voor een bepaalde spelling houdt altijd een zekere mate van willekeur in (een kwestie overigens die ook Halbertsma zelf ten zeerste bezighield). Mijn keuze om Halbertsma’s naam als ‘Joast’ en de namen van zijn broers als ‘Eeltsje’ en ‘Tsjalling’ te spellen, en de naam van zeventiende-eeuwse Friese dichter als ‘Gysbert Japicx’ kan ik ook niet beter verantwoor- den dan door te wijzen op mijn persoonlijke voorkeur. 6 Een uiteenzetting en verantwoording van zijn visie is te vinden in zijn Nationalism and the cultivation of culture (2006) [Leerssen (2006b)]. Leerssen bespreekt hierin de verschillende visies op nationalisme, wijst op de tekort- komingen, en doet suggesties voor een nieuwe benadering. 7 Nederlandse voorbeelden van dergelijk cultureel nationalisme geeft o.a. Bank (1990). Voor Friesland zie Breuker en Janse (1997b). Voor theorieën over cultureel nationalisme in relatie tot nationalisme zie Leerssen (2006b). 8 Een groeiende interesse in de taal of geschiedenis van de eigen regio of het eigen land en een behoefte zich in maatschappelijke zin verdienstelijk te maken deed zich eerder in de geschiedenis natuurlijk ook al voor. Daarbij ging het veelal om een vorm van patriottisme. Zie over het verschil tussen het achttiende-eeuwse patriottisme en het latere nationalisme meer in de voorlaatste paragraaf van deze inleiding. 9 Voor een adequate behandeling van de Friese cultuurbeweging en Halbertsma’s aandeel daarin zou op z’n minst onderzocht moeten worden: Halbertsma’s nationale netwerk, de receptie van zijn werk in Nederland, de verhouding tussen zíjn activiteiten en activiteiten van andere aanzienlijke fi guren in Nederland die de Friese cultuur stimuleerden, het netwerk van deze laatsten, acties en reacties van provinciale en nationale overheden, en de opkomst, ondergang en hernieuwde instelling van bestuurlijke en wetenschappelijke instituten. Een der- gelijke synthetiserende studie is nog niet voorhanden. Studies over de Friese beweging en dat wat ik de Friese cultuurbeweging noem (door anderen vaak Fries (cultureel) nationalisme genoemd) zijn er natuurlijk wel. Enkele belangrijke publicaties op dit vlak zijn Van der Schaaf (1977), Jensma (1998) en Breuker (1994-1995) 10 Het aandeel ‘Friese taal- en letterkunde’ in de correspondentie tussen Halbertsma en zijn Europese correspon- denten is niet meer dan 20%. Minstens evenveel aandacht gaat naar het Angelsaksisch, Gotisch, en Middelneder- lands. Bovendien komen er ook nog vele andere talen en dialecten aan bod. 11 Het verzoek was afkomstig van de hoogleraren Siegenbeek, Geel, Hamaker, Bodel Nijenhuis en Tydeman zelf, en mogelijk waren ook Reuvens en Bergman erbij betrokken. Geel en Hamaker hadden de ‘fi jne persifl age’ wel herkend, maar werden er niet boos over, zo schreef Tydeman Halbertsma in dezelfde brief van 29 april 1833. De brieven van Tydeman aan Halbertsma bevinden zich in Tresoar onder signatuur 6185 Hs. Het opstel van Halberts- 337-480 deJong Nawerk.indd 379 21-07-09 16:20 380 Noten bij introductie Het onderzoekslandschap ma, dat alleen in handschrift bewaard gebleven was, is uitgegeven en van commentaar voorzien door Feitsma in Voortgang, jaarboek voor de neerlandistiek (2000). 12 Over de populariteit en waardering van het werk van Joast Halbertsma en zijn broers zie Breuker (1993), 587-613, op 594 e.v. Breuker gaat hier ook in op de stijl van de Halbertsma’s. Zie verder Feitsma (1981) en Jensma (1998a). 13 Leeuwarder Courant van 23 februari 1830. 14 Ook Halbertsma’s contacten met Belgische taalgeleerden heb ik buiten beschouwing gelaten: de bijzondere relatie in juist deze periode tussen België en Nederland, die immers tot 1839 samen het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden vormden, brengt met zich mee dat de contacten tussen Halbertsma en Belgische taalgeleerden een specifi eke – nationale – problematiek aan de orde stellen. Juist omdat Halbertsma’s aandeel in het nationaal discours – ook waar het de Belgische opstand betrof – een apart onderzoek vraagt, kunnen deze contacten m.i. daarom beter betrokken worden in een onderzoek naar het Nederlandse netwerk van Halbertsma. 15 Biondelli (1841), 147. 16 Zie hierover ook Breuker en Janse (1997b). 17 Minssen (1847). Zie ook Riecken (2000), 169-171. 18 Over de politieke processen in de diverse Europese landen rond 1800 zie Hobsbawm (1962), Palmer (1964) en Venturi (1991). 19 Terw ijl juist de Franse revolutie de scheiding van kerk en staat bepleitte, bleef godsdienst een groot aandeel heb- ben in het nationaal discours. Onlangs heeft Burleigh met zijn boek Earthly Powers (2005) aandacht gevraagd voor de invloed van religieuze metaforen bij de opkomst en ontwikkeling van het nationalisme sinds de Franse revolutie. 20 De rol van de bijbel in de taalstudie door de eeuwen heen, en vooral het verhaal over het verlies van de oor- spronkelijke taal door de spraakverwarring sinds de val van de Toren van Babel, wordt uitgebreid behandeld in de beroemde studie van Arno Borst Der Turmbau von Babel. Een beknopter en toegankelijker werk hierover is Trabant (2006). 21 Michaelis won in 1754 een prijsvraag over taal. Zijn prijswinnende opstel werd in 1760 voor het eerst gepubliceerd, en vervolgens in een bestek van tien jaar herhaalde malen opnieuw uitgegeven en in vele talen vertaald. De popu- lariteit van het werk van Herder was minstens even groot. Voor de invloed van beide geleerden zie Ricken (1984). 22 Uitgebreide studies van de ontwikkelingen van de taalstudie in deze periode zijn Droixhe (1978) en Ricken (1984). Zie daarnaast Aarsleff (1967) en Wyss (1979). Een beknopte beschrijving van de wetenschappelijke begin- selen in de achttiende eeuw binnen de Nederlandse context geeft Van Deursen (1970). Zie ook De Buck (1930), 49 e.v. 23 Salverda (2001). 24 Salverda (2001) en Noordegraaf (2000), 14-60. 25 Zie voor de betekenis van (de ontdekking van) het Sanskriet voor de paradigmawisseling binnen de taalweten- schap ook Leerssen (2004a). 26 Vgl. de beschrijvingen van taalgeleerden als William Jones en de jonge Franz Bopp met die van Rask en Grimm bij Lehmann (1967). Andere taalkundigen beschouwen Bopp, Rask en Grimm meer als elkaars evenknieën. Zie bijv. Lepschy (1992) en Trabant (2006). Dat het werk van Rask en Grimm de toon zette voor een positivistische taalwetenschap, daarover is men het wel eens. Evenals over het feit dat in de marge daarvan – bij William Jones evengoed als bij Wilhelm von Humboldt – taalonderzoek plaatsvond op basis van iets andere uitgangspunten. 27 Thomas S. Kuhn beschrijft het moeizame proces van paradigmawisselingen in zijn beroemde boek The structure of scientifi c revolutions. Zie voor een nuancering met betrekking tot de linguïstiek de inleiding van Dell Hymes in Hymes (1974). 28 In de nu volgende uiteenzetting bespreek ik de belangrijkste literatuur over Halbertsma. De literatuur over de geleerden met wie hij correspondeerde zal in de verschillende hoofdstukken worden genoemd. Over Joast Hal- bertsma bestaat nog geen integrale biografi e. Op het fi lologencongres van de Fryske Akademy in 2002 hebben enkele sprekers hun gedachten laten gaan over een biografi e van Halbertsma.