Oost-Indische Spiegel

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Oost-Indische Spiegel Oost-Indische spiegel Wat Nederlandse schrijvers en dichters over Indonesië hebben geschreven vanaf de eerste jaren der Compagnie tot op heden Rob Nieuwenhuys bron Rob Nieuwenhuys, Oost-Indische spiegel. Wat Nederlandse schrijvers en dichters over Indonesië hebben geschreven vanaf de eerste jaren der Compagnie tot op heden. Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam 1978 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/nieu018oost02_01/colofon.htm © 2006 dbnl / erven Rob Nieuwenhuys 5 Aan E. du Perron [...] en heb dezelve de naam van Oost-Indise spiegel gegeven, dewijl daarin niet alleen veel zaken die algemeen zijn worden gevonden en die van anderen zijn beschreven, maar omdat in dezelve veel bijzondere voorvallen en handelingen van bijzondere personen en bijzondere gevallen worden verhaald. Dit is hetgene waarvan in deze O.I. spiegel gehandeld wordt en dat ongeveinsd bij de ander is gesteld, en zonder iemand gelijk men zeit de honing om de mond te smeren. Nicolaus de Graaff in de Voorreden bij zijn Oost-Indise spiegel (1703) Rob Nieuwenhuys, Oost-Indische spiegel 11 Inleiding Je n'aime pas la grande littérature. Je n'aime que la conversation écrite. PAUL LÉAUTAUD in Marly-le-Roy Wie na de Nederlandse letterkunde de Indisch-Nederlandse letterkunde in studie neemt komt een nieuwe wereld binnen. Hij zal er zich in het begin wat onwennig in voelen; hij zal zoeken naar wat hem vertrouwd is maar ziet verschijnselen die hem vreemd zijn en verhoudingen die hij niet kent. Niet alleen blijkt het landschap anders, zijn de mensen anders, zijn de sociale relaties anders, ook de vormen waarin de schrijvers zich uitdrukken zijn anders. De onderzoeker wil een ordening aanbrengen in zijn stof, maar merkt dat zijn criteria niet bruikbaar zijn. Hij wil van ‘stijlsoorten’ uitgaan of van litteraire genres maar ziet dat hij nergens uitkomt; hij wil een indeling maken op grond van litterair-historische categorieën maar vindt geen houvast. Eerst als hij langzamerhand vertrouwd is geraakt met die ‘nieuwe wereld’ zal hij zich realiseren dat zijn litteraire onderscheidingen niet relevant zijn omdat de Indisch-Nederlandse letterkunde zo weinig ‘litteratuur’ is. Als hij zou willen spreken over de stijlkenmerken van het barokdrama of het renaissanceproza of over het Frans classicisme, is hij spoedig uitgepraat; als hij litterair-historische begrippen als verlichting, romantiek, nieuwe zakelijkheid zou willen gebruiken, blijken ze te weinig karakteristiek; als hij uit wil gaan van litteraire genres als het verhaal, de novelle of de roman zal hij merken dat ze langs lijnen van geleidelijkheid overgaan in de memoire, het dagboek, de brief, het feuilleton, de brochure of het pamflet. Tot de Indisch-Nederlandse letterkunde behoren litteraire en niet-litteraire genres: zowel de romans van Daum als de brieven van Walraven of Van der Tuuk, zowel de verhalen van Alberts als de grootse evocatie van de Indische bergnatuur door Junghuhn (in een werk met tabellen, lengtedoorsneden, hoogtekaarten en klimatologische gegevens), zowel De tienduizend dingen van Maria Dermoût als de beschrijving van de kleine wereld van schelpen, Rob Nieuwenhuys, Oost-Indische spiegel 12 zeedieren, planten en bomen door Rumphius, zowel de poëzie van Resink als de brochures van Multatuli over vrije arbeid, zowel de satirische fragmenten van Johannes Olivier in zijn Aanteekeningen gehouden op eene reize in Oost-Indië als Het land van herkomst van Du Perron. Hoe verder we in de tijd teruggaan hoe meer we op niet-litteraire vormen uitkomen tot we aan het begin bij het reisjournaal beland zijn. Hier gaat elk formeel criterium de mist in. Onze zeventiende-eeuwse pikbroeken (zoals De Haan ze telkens in zijn grote werk Priangan noemt) bleken, onder de indruk van wat ze op hun ‘avonturelijcke reysen’ gezien, gehoord en ondervonden hadden, soms beter te kunnen schrijven dan de in de litteratuur geschoolde gebruikers van ‘pronkwoorden’. Dan beseffen we meer dan ooit hoe weinig zin een ordening naar genre of stijl heeft, vooral voor een letterkunde als de Indische die geen litteraire traditie kent. Het ontbreken hiervan is een van haar meest opvallende kenmerken. En dit is niet verwonderlijk. Ze kwam uit een samenleving voort waarin het beoefenen van litteratuur geen voor de hand liggende bezigheid was. Hetgeen overigens niet wil zeggen dat er geen behoefte tot schrijven is geweest. Die was er zeker. Busken Huet noemde Indië voor de schrijvers een ‘melkkoe’. Er is ontzettend veel over Indië en het Indische leven geschreven: met verwondering, met haat en liefde, met bitterheid, met kritiek en verrukking, al naar de ervaringen van de betrokkenen en naar de wijze waarop zij deze persoonlijk hebben verwerkt in reisbeschrijvingen, verhalen, romans, dagboek-bladen, brieven. Misschien in brieven in de eerste plaats, want allen schreven zij hun brief naar huis, sommigen zelfs boeiend en meeslepend. Men heeft weleens gezegd dat de Indische letterkunde zich uit de ‘brief naar huis’ ontwikkeld heeft. Er valt wel iets voor te zeggen - maar niet alles. Zelfs als de ‘Indischgast’ (zo wordt hij genoemd) over typisch Indische toestanden en typisch Indische mensen schrijft, blijft zijn blik op het moederland gericht - maar niet altijd. Een zekere Rouffaer die op zijn reis door Indië van 1885 tot 1890 zijn ogen goed de kost gaf, schreef in zijn (onuitgegeven) aantekeningen dat vele Europeanen die al jaren achtereen in Indië woonden vaak zo ver-indischt waren dat ze nauwelijks meer een band met het moederland voelden. Ze hadden andere belangen gekregen; ze waren grondig veranderd. Dit wordt bevestigd door wat in 1856 de journalist W.L. Ritter schreef die hier als sociale waarnemer optreedt: ‘[...] dat een Europeaan waar hij Rob Nieuwenhuys, Oost-Indische spiegel 13 ook geboren moge zijn, in Indië een geheel ander wezen is dan in het land waar hij het eerste levenslicht aanschouwde en ofschoon een vreemdeling in het land zijner keuze vereenzelvigt hij zich daar toch zodanig met alles wat hem omringt dat hij wel niet meer als Europeaan beschouwd kan worden [...] hij wordt Indisch burger.’ Een observatie als deze is veelzeggend, vooral ook omdat de schrijver zelf onderworpen wordt aan het proces van acculturatie dat na korter of langer tijd een ander mens van hem maakt: ‘De Europeaan die zich naar Indië begeeft legt als het ware de oudere mens af om de nieuwe aan te nemen.’ Hoe vaak kan men dit, in telkens andere bewoordingen, lezen in vergeelde brieven en Indische romans en hoe dikwijls hoorde men dit uitspreken, ook later nog toen de communicatiemiddelen al verbeterd waren en het moederland dichterbij gekomen was. De Europese samenleving in Indië - misschien kunnen we beter spreken van verschillende samenlevingsvormen - was en bleef een andere dan die in het moederland. In deze andere, in de loop der tijden veranderende maatschappijvorm, ligt de sleutel voor ons begrip van een in het Nederlands geschreven letterkunde met andere onderwerpen en thema's en andere verschijningsvormen dan de moederlandse. Alleen door de Indisch-Nederlandse letterkunde in verband te brengen met het wisselend maatschappijbeeld, kunnen we haar interpreteren en iets begrijpen van de positie van de Indische schrijver. Zonder sociaal perspectief kan de beschrijving niet anders dan parafraserend en commentariërend zijn en de behandeling van de schrijvers niet anders dan biografisch. Het ontbreken van een litteraire traditie en van een litterair klimaat in Indië kunnen we afleiden uit de structuur van de samenleving. Daarin was geen plaats voor litteratoren; daarvoor was de toplaag niet gedifferentieerd genoeg. Letterkundigen vielen maatschappelijk gesproken overal tussen en schrijvers als Greshoff en Du Perron hebben dit kort voor de oorlog nog pijnlijk moeten ondervinden. Om in de samenleving geïntegreerd te worden moest men ‘iets’ zijn: ambtenaar, planter, officier, huisvrouw, gouvernante, onderwijzer of desnoods geleerde, maar geen letterkundige. Toch waren er ambtenaren, planters, gouvernantes enzovoorts die tot schrijven kwamen, zelfs van letterkunde, maar dan vielen ze buiten het reglement van maatschappelijke orde. Sommigen trokken hieruit hun consequenties en bedienden zich Rob Nieuwenhuys, Oost-Indische spiegel 14 van een schuilnaam. Het grote aantal pseudoniemen in de Indische letterkunde is even opvallend als de late en zeer late debuten. Niet alleen Multatuli - die immers al veertig was toen de Havelaar uitkwam - debuteerde laat, ook Walraven, Friedericy, Alberts, Breton de Nijs en Vincent Mahieu zijn pas na hun veertigste jaar met hun eerste werk uitgekomen en Maria Dermoût debuteerde zelfs op drieënzestigjarige leeftijd. Aan het leven buiten een litteraire traditie zijn voor- en nadelen verbonden. De nadelen liggen voor de hand (de schrijver is te veel op zichzelf aangewezen), de voordelen zijn minder vanzelfsprekend en toch biedt het leven buiten de litteratuur voordelen. De schrijver verliest zijn pretenties en wordt minder bezwaard door de verplichting litteratuur te bedrijven; zijn impulsen worden minder geremd, hij voelt zich vrijer en kan spontaner schrijven. Letterkundige stromingen en stijlen hebben ongetwijfeld hun invloed doen gelden - niet zo vaak overigens - haar eisen zijn voortdurend doorkruist door de eisen van het verhaal. Want het vertellen is in Indonesië - zowel bij Indonesiërs als bij Nederlanders - altijd in hoog aanzien geweest. Een goed verteller of voordrager genoot in de dorpsgemeenschap een groot gezag, soms groter dan dat van het dorpshoofd. Een goede verteller onder Europeanen was overal reçu. Wie een ‘mooi
Recommended publications
  • 'De Rekkelijkheid Van De Herinnering'
    ‘De rekkelijkheid van de herinnering’ De classificatie van de tweede generatie Indische auteurs Christiaan Boesenach MA Universiteit van Amsterdam Masterscriptie Redacteur/editor Amsterdam, 28 augustus 2016 Begeleider: Dr. N.T.J. Laan Inhoudsopgave ‘De rekkelijkheid van de herinnering’ 5 Probleemstelling, opbouw en methode 8 1. Canonisering en classificatie 10 1.1 Biografische gegevens 11 1.2 Classificatie en canonisering van Indische literatuur 12 Kritiek op de ‘status aparte’ 13 1.3 Classificatie en canonisering in internationaal perspectief 15 Postkolonialisme als merk 17 1.4 De effecten van literaire classificaties 18 2. Symbolische productie en beeldvorming 19 2.1 De auteur 20 2.2 De kritiek 21 2.3 De uitgeverij 22 Hella Haasse en postkolonialisme als merk 23 2.4 Symbolische productie door auteur, kritiek en uitgeverij 24 3. Posture en paratekst 25 3.1 De auteurspresentatie van de tweede generatie Indische auteurs 25 Marion Bloem 25 Alfred Birney 26 Adriaan van Dis 27 3.2 Paratekst, materiële productie en beeldvorming 30 Marion Bloem 31 Alfred Birney 31 Adriaan van Dis 32 3.3 Indische posture en paratekst 34 4. Mentions-analyse 35 4.1 De tweede generatie Indische auteurs 36 4.2 Birney, Bloem en Van Dis 39 4.3 Een Indische of een Nederlandse literatuur? 44 5. Conclusie 46 Discussie 47 Reflectie 47 6. Bibliografie 49 ‘De rekkelijkheid van de herinnering’ De classificatie van de tweede generatie Indische auteurs Misschien is dat voor mij de kern van het Indische: verhalen vertellen. De rekkelijkheid van de herinnering. Herinneringen aan een verleden waar ik geen toegang tot had. Een Indië dat ik zelf heb verzonnen.1 Het bovenstaande vertelt Adriaan van Dis in een persoonlijk verhaal dat hij schreef voor het boek Indisch leven in Nederland (2006).
    [Show full text]
  • CATALOGUE 173: INDONESIA Including Books from the Library of Teuku Iskandar (1955- 2012), Professor Acehnese and Malay Literature
    GERT JAN BESTEBREURTJE Rare Books Langendijk 8, 4132 AK Vianen The Netherlands Telephone +31 - (0)347 - 322548 E-mail: [email protected] Visit our Web-page at http://www.gertjanbestebreurtje.com CATALOGUE 173: INDONESIA Including books from the library of Teuku Iskandar (1955- 2012), professor Acehnese and Malay literature Illustration on cover no. 66 BOOGMAN, G. Tentoonstelling Oost en West. Arnhem. Park Zijpendaal. 11 juni 28 juli 1928. Original gouache. 1 ABDULLAH, Taufik. Schools and politics: the Kaum Muda movement in West Sumatra (1927-1933). Ithaca, Cornell University, 1971. Folio. Wrappers. 257 pp € 30,00 2 ABENDANON, E(duard) C(ornelius). Midden-Celebes-Expeditie. Geologische en geographische doorkruisingen van Midden-Celebes (1909-1910). Leiden, E.J. Brill, 1915-1918. 4 volumes + atlas. 8vo and folio. Original decorated cloth, atlas volume original half cloth (sl. dam.). With ca. 500 plates and illustrations and atlas volume with 16 folding coloured maps. € 475,00 Account of the scientific expedition in Central-Celebes 1909-1910 organized by the Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap. Including the history of the discovery of Celebes. Contributions by G.J. Hinde, G.F. Dollfus, W.F. Gisolf, J.H. Kruimel, S.J. Vermaes and M. Weber. 'Gedurende twee jaar doorkruist Abendanon Celebes voor geografisch en geologisch onderzoek. Het resultaat van deze expeditie wordt neergelegd in een prachtig uitgegeven, lijvig vierdelig boekwerk van 1900 bladzijden met veel illustraties en kaarten, de duurste publicatie ooit door het KNAG gefinancierd' (Wentholt, In kaart gebracht met kapmes en kompas, p. 76). - Rare with the atlas volume. 3 ABRAHAMSOHN, H. Tandjong-Priok. (No pl.), Ned.-Ind.
    [Show full text]
  • Maria Dermoût and “Unremembering” Lost Time
    Maria Dermoût and “unremembering” lost time Paul Doolan Between 1945 and 1949 the Dutch fought a futile war against Indonesian nationalists that ended with the loss of their great colony, the Dutch East Indies. A consequence was the so-called “repatriation” of hundreds of thousands of members of the Indisch community to the Netherlands. In the early 1950s two novels, set in the early years of the 20th century, Only yesterday (Nog pas gisteren) and The ten thousand things (De tienduizend dingen), appeared from a new writer, Maria Dermoût. In this essay I argue that both of these works helped to shape a collective memory of the recent colonial past and that with the loss of place, the Indisch community was threatened by a potential loss of identity, but that literature was able to provide the memory of a sense of place, and collective memory could be retained. I argue that this memory, as represented in Dermoût's novels, took on a nostalgic form, helping to shape a collective identity based partially on a melancholy sense of common loss. But dwelling on nostalgic loss did nothing to help explain the loss of the colony, and thereby inadvertently contributed to a general unremembering, or refusal to remember, the painful final years of decolonization. Furthermore, contrary to Rob Nieuwenhuys, I argue that Dermoût, though Indisch, was a typical European, that is, Dutch, author. A post-colonial analysis of her novels reveals that they were written from the viewpoint of colonial privilege and that, as such, they silenced alternative narratives and thereby further contributed to unremembering the painful process of decolonization.
    [Show full text]
  • Discord & Consensus
    c Discor Global Dutch: Studies in Low Countries Culture and History onsensus Series Editor: ulrich tiedau DiscorD & Discord and Consensus in the Low Countries, 1700–2000 explores the themes D & of discord and consensus in the Low Countries in the last three centuries. consensus All countries, regions and institutions are ultimately built on a degree of consensus, on a collective commitment to a concept, belief or value system, 1700–2000 TH IN IN THE LOW COUNTRIES, 1700–2000 which is continuously rephrased and reinvented through a narrative of cohesion, and challenged by expressions of discontent and discord. The E history of the Low Countries is characterised by both a striving for consensus L and eruptions of discord, both internally and from external challenges. This OW volume studies the dynamics of this tension through various genres. Based C th on selected papers from the 10 Biennial Conference of the Association OUNTRI for Low Countries Studies at UCL, this interdisciplinary work traces the themes of discord and consensus along broad cultural, linguistic, political and historical lines. This is an expansive collection written by experts from E a range of disciplines including early-modern and contemporary history, art S, history, film, literature and translation from the Low Countries. U G EDIT E JANE FENOULHET LRICH is Professor of Dutch Studies at UCL. Her research RDI QUIST AND QUIST RDI E interests include women’s writing, literary history and disciplinary history. BY D JAN T I GERDI QUIST E is Lecturer in Dutch and Head of Department at UCL’s E DAU F Department of Dutch.
    [Show full text]
  • Cultivated Tastes Colonial Art, Nature and Landscape in The
    F Cultivated Tastes G Colonial Art, Nature and Landscape in the Netherlands Indies A Doctoral Dissertation by Susie Protschky PhD Candidate School of History University of New South Wales Sydney, Australia Contents Acknowledgments …………………………………………………………….. iii List of Abbreviations ………………………………………………………….. v List of Plates …………………………………………………………………… vi F G Introduction ……………………………………………………………………. 1 Part I — Two Journeys Chapter 1: Landscape in Indonesian Art ……………………………………….. 36 Chapter 2: Dutch Views of Indies Landscapes …………………………………. 77 Part II — Ideals Chapter 3: Order ………………………………………………………………. 119 Chapter 4: Peace ………………………………………………………………. 162 Chapter 5: Sacred Landscapes ………………………………………………… 201 Part III — Anxieties Chapter 6: Seductions …………………………………………………………. 228 Chapter 7: Identity – Being Dutch in the Tropics …………………………….. 252 Conclusion …………………………………………………………………….. 293 F G Glossary ……………………………………………………………………….. 319 Bibliography …………………………………………………………………... 322 ii Acknowledgments First, I would like to express my gratitude to the Faculty of Arts and Social Sciences at the University of New South Wales for granting me an Australian Postgraduate Award between 2001 and 2005. The same Faculty funded two research trips abroad, one to the Netherlands in 2004 and another to Indonesia in 2005. Without these sources of funding this thesis would not have possible. In the Netherlands, I must thank Pim Westerkamp at the Museum Nusantara, Delft, for taking me on a tour through the collection and making archival materials available to me. Thanks also to Marie-Odette Scalliet at the University of Leiden, for directing me toward more of her research and for showing me some of the university library’s Southeast Asia collection. I also appreciate the generosity of Peter Boomgaard, of the KITLV in Leiden, for discussing aspects of my research with me. Thanks to the staff at the KIT Fotobureau in Amsterdam, who responded admirably to my vague request for ‘landscape’ photographs from the Netherlands Indies.
    [Show full text]
  • Ik Maak Kenbaar Wat Bestond. Leven En Werk Van Hella S. Haasse
    Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse samenstelling Mariëtte Haarsma, Greetje Heemskerk en Murk Salverda bron Mariëtte Haarsma, Greetje Heemskerk en Murk Salverda, Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse (Schrijversprentenboek 35). Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam / Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Den Haag 1993 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/salv007ikma01_01/colofon.php © 2007 dbnl / Mariëtte Haarsma, Greetje Heemskerk en Murk Salverda i.s.m. 6 1918-1938 Verlovingsfoto van Willem Hendrik Haasse en Katharina Diehm Winzenhöhler, ± 1915. Hella S. Haasse beschrijft in Persoonsbewijs (p.13) hoe haar moeder in 1914, na haar opleiding aan het Amsterdamse conservatorium, ‘half’ verloofd naar Indië vertrok om daar pianolessen te gaan geven: ‘Zij vertrok, eenentwintig jaar oud, zonder een cent op zak, zonder tropenuitzet, met de passage enkele reis als afscheidsgeschenk van een oude dame die zij wel eens had voorgelezen. De verloving liep op niets uit, met de muziek had zij meer succes. Een concert in Batavia, waar zij als soliste met het orkest van de Stafmuziek Griegs pianoconcert speelde, werd toevallig bijgewoond door mijn vader (toen commies-redacteur bij Gouvernementsbedrijven), die onmiddellijk en voorgoed zijn hart verloor.’ Foto N.V. Charls & Van Es & Co, Ned.-Indië. Collectie Hella S. Haasse Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse 7 Op 2 februari 1918 wordt in de buitenwijk Weltevreden van Batavia het eerste kind van Willem Haasse en Katharina Diehm Winzenhöhler geboren. Zij noemen haar Hella, voluit Hélène Serafia. Hier ligt zij - pas een paar dagen oud - in de armen van de trotse baker.
    [Show full text]
  • The Journal of the Asian Arts Society of Australia
    VOLUME 23 NO. VOLUME MARCH 2014 1 THE JOURNAL OF THE ASIAN ARTS SOCIETY OF AUSTRALIA TAASA Review ROYAL COLLECTIONS IN ASIA CONTENTS Volume 23 No. 1 March 2014 3 EDITORIAL: ROYAL COLLECTIONS IN ASIA TAASA REVIEW Melanie Eastburn & Niki van den Heuvel, Guest Editors THE ASIAN ARTS SOCIETY OF AUSTRALIA INC. Abn 64093697537 • Vol. 23 No.1, March 2014 4 PURI AGUNG: PRESERVING KARANGASEM’S ROYAL PALACE IN BALI ISSN 1037.6674 Registered by Australia Post. Publication No. NBQ 4134 Niki van den Heuvel editoriAL • email: [email protected] 7 THE ROYAL ANTIQUITIES COLLECTION OF THE NGUYEN DYNASTY, VIETNAM General editor, Josefa Green Kerry Nguyen-Long PUBLICATIONS COMMITTEE 10 THE JEWELLED WORLD OF BURMESE KINGS Josefa Green (convenor) • Tina burge Charlotte Galloway Melanie Eastburn • Sandra Forbes • Charlotte Galloway William Gourlay • Marianne Hulsbosch 12 THE ROYAL COLLECTIONS IN CIREBON, INDONESIA: A LIVING TRADITION Jim Masselos • Ann Proctor • Sabrina Snow Christina Sumner Joanna Barrkman DESIGN/LAYOUT 14 THE QUEEN SIRIKIT MUSEUM OF TEXTILES, BANGKOK Ingo Voss, VossDesign PRINTING Piyanan (Poom) Petcharaburanin John Fisher Printing 16 The SHOSO-IN TREASURY – a roYAL COLLECTION BOTH EXTRAORDINARY AND EVERYDAY Published by The Asian Arts Society of Australia Inc. Robyn Maxwell PO Box 996 Potts Point NSW 2011 www.taasa.org.au 18 THE HOFFOTOGRAAF: PORTRAIT PHOTOGRAPHER TO ROYALTY IN ASIA Enquiries: [email protected] Gael Newton TAASA Review is published quarterly and is distributed to members of The Asian Arts Society of Australia Inc. TAASA Review welcomes 22 MODEST CONNOISSEUR: INDONESIAN TEXTILES IN THE LIVES OF JOHN YU & GEORGE SOUTTER submissions of articles, notes and reviews on Asian visual and Siobhan Campbell performing arts.
    [Show full text]
  • PDF Van Tekst
    Indische Letteren. Jaargang 15 bron Indische Letteren. Jaargang 15. Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde, Alphen aan den Rijn 2000 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_ind004200001_01/colofon.php © 2012 dbnl i.s.m. 1 [Nummer 1] Redactioneel In dit nummer van Indische Letteren (als een wat late nieuwjaarsgroet) een kort artikel over een opmerkelijk ‘genre’: de Indische ‘krantenloperspoëzie’. Verder een portret van de schilder Walter Spies aan de hand van intrigerende egodocumenten. Daarna volgt een zoektocht in de literatuur naar de betekenis en de verbeelding van het mysterieuze begrip goena-goena. En tot slot wordt in dit nummer het werk van de schrijfster Jill Stolk beschouwd in het licht van de naoorlogse dekolonisatie. Op 25 mei a.s. hoopt de neerlandicus Frank Okker te promoveren op zijn biografie van Willem Walraven, getiteld: Dirksland tussen de doerians. Op onze lezingenmiddag van 16 juni a.s. zal hij spreken over het schrijven van deze biografie. Aansluitend hierop zal Peter van Zonneveld spreken met mevrouw Lies Walraven. Elders in dit nummer treft u de uitnodiging hiervoor aan. Indische Letteren. Jaargang 15 2 ‘Selamat tahoen baroe’ Indische ‘krantenloperspoëzie’ Gerard Termorshuizen* Tot in het begin van de twintigste eeuw was een Indisch nieuwsblad in de meest letterlijke zin een ‘monsieur’. Die ‘meneer’ - soms bijgestaan door een ‘mederedacteur’ en/of een corrector - was de redacteur, de man die de krant ‘maakte’ en haar gezicht gaf, die daarnaast overzicht en controle had over alles wat er in zijn bedrijfje omging en voorviel. Dit nu hing samen met de nog bescheiden omvang van zo'n Indische krant.
    [Show full text]
  • Verre Van Thuis
    VERRE VAN THUIS COLLECTIEVE IDENTITEIT IN ROMANS VAN DRIE GROEPEN REPATRIANTEN UIT NEDERLANDS-INDIË Master scriptie geschiedenis Specialisatie: Cities, Migration and Global Interdependence Eva van der Spek, s0859060 Begeleider: Mevr. Prof. Dr. M.L.J.C. Schrover Universiteit Leiden, 5 januari 2018 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding ................................................................................................................................ 4 1.1 Theoretisch kader .................................................................................................................... 6 1.1.1 Koloniale literatuur ..................................................................................................................................................................... 7 1.1.2 Postkoloniale literatuur ............................................................................................................................................................ 8 1.1.3 De repatrianten ............................................................................................................................................................................. 8 1.2 Historiografie ......................................................................................................................... 11 1.3 Materiaal & methode ............................................................................................................ 13 1.3.1 Materiaal .......................................................................................................................................................................................
    [Show full text]
  • Raden Saleh (1811-1880), Dutch Indies Now Indonesia
    1 The Asian Modern © John Clark, 2013 Raden Saleh (1811-1880), Dutch Indies now Indonesia Apart from other writings, the principal understanding of Raden Saleh has been accomplished by Werner Kraus working chiefly on Indonesian and German sources, and Marie-Odette Scalliet, working on Indonesia and French sources as well as archival documents in Dutch from the court and other government archives in Den Haag. These include the secret briefing reports to the King. Modern knowledge about Raden Saleh, rather than hearsay commentary on handed down rumours, is almost entirely due to their efforts, and much of what follows would have been impossible without their work and the directions for inquiry indicated by it. Precursor discourses domestic 1778 VOC founds the Bataviaasch Genootshcap voor Kunsten en Wettens Chappen Terms related to painting in classical Javanese: Ranggâjiwa painter or decorator Citrakara maker of citra, image that is a painter Citraleka image or painting Prabangkara painter Contemporary Javanese works for painter Penyungging, juru sungging, juru gambar (SY (Sanento Yuliman Hardiwardoyo), 1981, 13-14) Citation from Ma Huan in Yingyai Shenglan, 1416 apparently a description of a wayang-bèbèr or wayang-karèbèt There is a sort of men who paint on paper men, birds, animals. Insects and so on: the paper is like a scroll and is fixed between two wooden rollers three feet high; at one side these rollers are level with the edge of the paper whilst they protrude on the other side. The man squats down on the ground and places the picture
    [Show full text]
  • GERT JAN BESTEBREURTJE Item
    GERT JAN BESTEBREURTJE Rare Books Langendijk 8, 4132 AK Vianen The Netherlands Telephone +31 - (0)347 - 322548 E-mail: [email protected] Visit our Web-page at http://www.gertjanbestebreurtje.com CATALOGUE 148 THE DUTCH EAST INDIES THE REPUBLIC OF INDONESIA Item 251 Delivery according to the trade conditions of the Antiquarian Bookseller's Association of the Netherlands, Amsterdam depôt-no. 212/1982, in which among other things is determined that the property right of the supplied goods remains with us up to full payment. Prices are quoted in euro (e) to which postage and insurance will be added. For clients within the European Community VAT (currently 6% on books) will be added to the prices. A VAT registered customer in another EC country will be zero-rated if the customers' VAT number is known to us. We always enjoy meeting our customers personally in Vianen (only 15 km from Utrecht or 45 km from Amsterdam) from Monday through Friday, on Saturday visitors are welcome by appointment. We recommend though, that you call in advance, to be certain we will be there for your arrival. 1 ABDULLAH, Taufik. Schools and politics: the Kaum Muda movement in West Sumatra (1927-1933). Ithaca, Cornell University, 1971. Folio. Wrappers. 257 pp € 30,00 2 ABLAING VAN GIESSENBURG, W(illem) F(rederik) G(eor Is het ontwerp der cultuurwet op wettige, billijke en gelijksoortige grondslagen daargesteld ? Utrecht, J. de Kruyff, 1866. Original printed wrappers. 30 pp. € 55,00 Privately printed. - Brochure focused on a long running polemic, the forced cultivation in the Dutch East Indies.
    [Show full text]
  • Shifting the Compass
    Shifting the Compass Shifting the Compass: Pluricontinental Connections in Dutch Colonial and Postcolonial Literature Edited by Jeroen Dewulf, Olf Praamstra and Michiel van Kempen Shifting the Compass: Pluricontinental Connections in Dutch Colonial and Postcolonial Literature, Edited by Jeroen Dewulf, Olf Praamstra and Michiel van Kempen This book first published 2013 Cambridge Scholars Publishing 12 Back Chapman Street, Newcastle upon Tyne, NE6 2XX, UK British Library Cataloguing in Publication Data A catalogue record for this book is available from the British Library Copyright © 2013 by Jeroen Dewulf, Olf Praamstra and Michiel van Kempen and contributors All rights for this book reserved. No part of this book may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the prior permission of the copyright owner. ISBN (10): 1-4438-4228-1, ISBN (13): 978-1-4438-4228-0 TABLE OF CONTENTS Acknowledgments .................................................................................... viii Introduction ................................................................................................. 1 Jeroen Dewulf Chapter One............................................................................................... 20 Squeezed between Rice and Potato: Personal Reflections on a Dutch (Post)Colonial Youth Adriaan van Dis Chapter Two.............................................................................................. 38 Beneath
    [Show full text]