PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Van Tekst Indische Letteren. Jaargang 15 bron Indische Letteren. Jaargang 15. Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde, Alphen aan den Rijn 2000 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_ind004200001_01/colofon.php © 2012 dbnl i.s.m. 1 [Nummer 1] Redactioneel In dit nummer van Indische Letteren (als een wat late nieuwjaarsgroet) een kort artikel over een opmerkelijk ‘genre’: de Indische ‘krantenloperspoëzie’. Verder een portret van de schilder Walter Spies aan de hand van intrigerende egodocumenten. Daarna volgt een zoektocht in de literatuur naar de betekenis en de verbeelding van het mysterieuze begrip goena-goena. En tot slot wordt in dit nummer het werk van de schrijfster Jill Stolk beschouwd in het licht van de naoorlogse dekolonisatie. Op 25 mei a.s. hoopt de neerlandicus Frank Okker te promoveren op zijn biografie van Willem Walraven, getiteld: Dirksland tussen de doerians. Op onze lezingenmiddag van 16 juni a.s. zal hij spreken over het schrijven van deze biografie. Aansluitend hierop zal Peter van Zonneveld spreken met mevrouw Lies Walraven. Elders in dit nummer treft u de uitnodiging hiervoor aan. Indische Letteren. Jaargang 15 2 ‘Selamat tahoen baroe’ Indische ‘krantenloperspoëzie’ Gerard Termorshuizen* Tot in het begin van de twintigste eeuw was een Indisch nieuwsblad in de meest letterlijke zin een ‘monsieur’. Die ‘meneer’ - soms bijgestaan door een ‘mederedacteur’ en/of een corrector - was de redacteur, de man die de krant ‘maakte’ en haar gezicht gaf, die daarnaast overzicht en controle had over alles wat er in zijn bedrijfje omging en voorviel. Dit nu hing samen met de nog bescheiden omvang van zo'n Indische krant. Telden de grote ‘landelijke’ bladen in patria hun betalende lezers al bij tienduizenden, in de kolonie hadden de gevestigde kranten omstreeks 1880 niet meer dan tussen de 1.500 en 2.500 abonnees. In 1905 had de grootste krant, het Bataviaasch Nieuwsblad, een kleine 5.000 abonnementen. Terwijl verscheidene nieuwsorganen in Nederland in 1880 al beschikten over onderling de taken verdelende (min of meer gespecialiseerde) redactiestaven, was dat in Indië - en dan nog alleen bij de belangrijkste bladen - pas het geval na 1905. In redactioneel opzicht is de Indische krant heel lang een éénmansonderneming geweest. De redacteur van een gerenommeerd dagblad - zoals De Locomotief, de Java-Bode, het Bataviaasch Nieuwsblad en het Soerabaiasch Handelsblad - was een ‘alles kunner’, een ‘alles weter’, een ‘duizendpoot’, een ‘homme à tout faire’. Die laatste aanduiding is van de bekende Indische journalist J.A. Uilkens. Van Uilkens - hij heeft verschillende keren intrigerende informatie gegeven over de ‘histoire intime’ van de koloniale dagbladpers - maar ook van zijn collega's weten we voor wat een immense taak zo'n man dagelijks stond. Een werkweek van zo'n 75 uur was normaal voor - let wel: zeer getalenteerde en geroutineerde - journalisten als Uilkens, Van Kesteren, Brooshooft en Daum. Behalve met de administratie en advertenties (het terrein van de drukker-uitgever) hield een krantenleider zich zoals gezegd met van alles bezig, óók met de arbeid in de drukkerij waar hij, ter assistentie van het vaak onvoldoende gekwalificeerde personeel, regelmatig was te vinden. Niet zelden bijvoorbeeld hoorde de opmaak van de krant tot Indische Letteren. Jaargang 15 3 zijn taak. Misschien wel zijn grootste zorg (en dagelijkse ergernis) vormden de letterzetters. Beschikte men in Europa over vaklui die ‘de spelfouten onder hun werk verbeteren’, in Indië moest men het dikwijls doen met mensen die ‘de taal van de kopie, die zij letter voor letter moeten nagaan, niet verstaan’, schrijft Uilkens ergens. Met als gevolg tijdvretende correcties van de proeven. Een journalist schreef er een tirade op rijm over en eindigt die met Maar 'k heb genoeg gezegd, dunkt me, om de lezers over te halen, Mij een handje te helpen met op de zetters te smalen. Mochten ze voortaan in mijn opstellen fouten ontmoeten, Dan weten ze, dat ze die niet op mijn boekje schrijven moeten, Ik sluit dit ‘gedicht’ met een ‘Schrijversgebed’, Zelfstandige navolging van De Génestet: Straf Gij de booze zetters, Heer! Geef ons de ziels- en nachtrust weer! Een van zijn reflecties - ze is uit 1887 - op het door hemzelf uitgeoefende beroep wijdt Uilkens aan de dagindeling van een Indische redacteur en aan de wijze waarop z'n krant zich dagelijks vulde. Het is buitengewoon boeiend wat hij vertelt. Ik beperk mij hier echter tot de uren tussen drie en half vijf in de middag, vanaf het moment dat de krant van de pers rolde tot aan het tijdstip dat de abonnees hun blad door een krantenjongen aangereikt kregen. Die krantenlopers en een tweetal van hun ‘nieuwjaarskattebelletjes’ - zo vond ik ze genoemd - vormden de aanleiding tot dit artikeltje. Om omstreeks drie uur dan was de krant gereed. Wat er daarna gebeurde, vertelt Uilkens: Bij hoopen worden de exemplaren der dreunende machine ontnomen en door een groot aantal personen gevouwen [...], van omslagen voorzien, gefrankeerd, in groote blikken trommels gedaan en naar de post gebracht; dikwijls haast-je, rep-je! De stedelijke rondbrengers krijgen ieder hun aantal voor de wijken, die zij te bedienen hebben en rennen daarmee weg. Fataal, als de kleine kerel een interessanten vlieger ontmoet, waarbij de belangen van een vriend of een soedara betrokken zijn; alligt ontvangt dan de redacteur den volgenden dag eenige klachtenbrieven meer. Zo tussen vier en half vijf sore werd de krant bezorgd. Een ijzeren regel! Want o wee als de Indischgast, in z'n krossi malas bijkomend van zijn middagslaap of een zware werkdag, naast zijn kop thee of kopi toebroek niet kon beschikken over zijn lijfblad. De ‘loper’ kreeg het over zich heen. Maar als diezelfde jongen zijn taak het jaar door naar behoren had volbracht, kon op oudejaarsdag worden gerekend op een fooi. In ruil kreeg de toean soms ‘de beste wensen’ in de hand gedrukt. Indische Letteren. Jaargang 15 4 Die nieuwjaarswens was gedrukt op een enkel velletje papier. Natuurlijk werd dit ‘kattebelletje’ al dan niet na lezing ervan weggegooid. Het is dus niet verwonderlijk dat we van dit ‘genre’ nauwelijks iets afweten. Een tweetal voorbeelden slechts heb ik aangetroffen. Een van de meest opvallende aspecten van die twee teksten is de tjampoeran van Nederlands en Maleis, óók (zoals in het tweede voorbeeld) in een en dezelfde regel. Het spijt me voor hen die onbekend zijn met het Maleis, maar toch vertaal ik hier liever niet: de charme van die verzen zit behalve in het rijm en ritme in de komische vervlechting van de twee talen. Vertaald commentaar daarbij vormt mijns inziens een storend element. Het eerste voorbeeld vond ik afgedrukt in een krant, en betreft de nieuwjaarswens voor 1876 van het Padangsch Handelsblad. Hier volgt de tekst: Veel geluk en heil en zegen Pada ini hari tahoen baroe Dat god u veel voorspoed mag geven Di atas segala apa toean maoe God schenke u nog vele jaren Soepaija idoep senang dalam doenia Dat ge veel rijkdom moogt vergaren Soepaija simpankan saija SATOE ROEPIA Dat geluk steeds uw deel mag zijn Djangan toean tjilaka satoe apa Opdat bij goede tafel en goeden wijn Toean tida loepakan kapada saija Dat uw kroost uw ouden dag versiere Soepaija toean senang di hari toea Dat u verder deez' dag vrolijk viere Itoe jang di harap kapada saija. Het tweede voorbeeld is in het genre van de Indische ‘krantenloperspoëzie’ (mijn term!) misschien wel het enige uit de negentiende eeuw waarvan we een origineel exemplaar bezitten. Bij louter toeval kwam het terecht in de legger van 1892 van het in Solo uitgegeven nieuwsblad Nieuwe Vorstenlanden. Daarin vond ik het: een los velletje van 19 bij 26 cm met daarop een lang vers. De ‘kop’ (in deels versierde kapitalen) luidt: ‘Slamet Tahoen Bahroe 1892 dari looper Nieuwe Vorstenlanden’. Het is (zoals aan de voet wordt vermeld) gedrukt op de pers van Vogel van der Heijde & Co., de uitgever van het driemaal per week verschijnende nieuwsblad. Hoewel vervaardigd in het directe belang van hun krantenjongens, is het duidelijk dat ook de redacteur en uitgever zo'n ‘kattebelletje’ beschouwden als een visitekaartje voor hun krant: in al z'n eenvoud is het met veel zorg en smaak gedrukt en geïllustreerd: de tekst is ingebed in een kadertje van bamboe en bamboeblad, en onderaan, in de linker- en rechterhoek, zien we respectieve- Indische Letteren. Jaargang 15 5 lijk een hengelende knaap en een zich eveneens met de visvangst bezighoudende reiger afgebeeld. De tekst is verdeeld over twee kolommen, gescheiden door een vignet. Hier volgt dit merkwaardige staaltje ‘loperspoëzie’: Ada satoe tahon Treur niet om 't kombali, njang soedah djadi, Soedah hilang in het Harep akan niet. - datang-an; Banjakh orang Allah briekan kami njang b'rangkali, padie, Tjoema bertemoe Kaloe radjin hamba verdriet; kan! Banjakh djoega, Daarom toeron 's welker hati, Hemels zegen, Nooit door soesah Op uw hoop aangetast, sepenoh neer; Dari besaar sampej En haar bintang mati, tjahja U tegen, Vroolijk staarden Telkens harie ini op den last, weer. Dien des Voorspoed lache U wereldsloop kan op uw schreden, brouwen, En vaak juichten Iedere tahon bah'roe om 't senang, aan. Dat, hoe anderen, En het berkat, dat tjapeh, sjouwen, ge op heden Dieja rasa, Smaakt, blijve levenslang. - ongekrenkt bestaan. Djarang tjah'ja Nooit moog' U mataharie, tjelaka dreigen, Trangkan kekal Soesah blijve U k'hiedop-an; onbekend; Djarang satoe Steeds moogt ge bidadarie, apa maoe verkrijgen, Indische Letteren. Jaargang 15 Hieborkan Lekker zijn tot 's kasoesah-an. levens end. Maar hoe 's Maar wie wenscht levensstorm ook dat? zult gij vrager; woede, Ieder draagt zijn Wij! die of het bagian; stormt of niet Brat dan ring'an, Driemaal 's weeks door Gods hoede, de krant ronddragen Die hem nooit Waar gij zoo veel ontvallen kan. - nieuws in ziet. Schijnt uw Wij - wij wenschen levenslamp dan U nog meerder, tawar, Dreigt zij spoedig Slamat njang uit te gaan, bersemporna Denk er om: geen Schenke U Allah, boenga mawar, d'Albeheerder Of er is een doerie Slamat dalem aan.
Recommended publications
  • Nasionalisme Kulit Putih: Ernest Douwes Dekker Malaikat Pemberani
    Nasionalisme Kulit Putih: Ernest Douwes Dekker Malaikat Pemberani Samingan e-mail: [email protected] Program Studi Pendidikan Sejarah, FKIP, Universitas Flores ABSTRAK: Permasalahan dalam penelitian ini bagaimana bentuk nasionalisme orang Indo Ernest Douwes Dekker untuk memperjuangkan kesetaraan antara semua lapisan dengan orang Eropa. Lewat perjuangan yang berliku-liku mengalami berbagai pembuangan telah melahirkan rasa nasionalisme sebagai dasar pinjakan untuk Indonesia Merdeka. Tujuan penelitian adalah untuk mengetahui bagaimana bentuk nasionalisme Ernest Douwes Dekker yang diperjuangkan mencapai kesetaraan antara orang kulit putih Eropa dengan orang pribumi dan orang Indo. Metode yang digunakan dalam penelitian ini menggunakan metode Sejarah (historical method). Adapun langkah-langkah yang digunakan dalam penelitian ini, yaitu pertama adalah mengumpulkan sumber (heuristik), ke dua adalah kritik sumber atau verifikasi, langkah ke tiga adalah interpretasi, langkah ke empat rekontruksi historiografi (penulisan) sejarah. Hasil penelitian menunjukkan bahwa: Douwes Dekker merupakan seorang keturunan Belanda. Keprihatinannya atas penindasan bangsa kolonial terhadap kaum Pribumi mengetuk hati nuraninya untuk memperjuangkan kaum Indo (Keturunan Belanda) Pribumi dari segala diskriminasi. Langkah nyata yang ditempuh Douwes Dekker guna menyuarakan aspirasinya ditempuh dengan mendirikan partai politik atau dikenal dengan Indische Partij. Tjipto dikenal menentang sistem feodal yang telah mengakar, sementara Soewardi yang merupakan
    [Show full text]
  • Usaha Ernest Francois Douwes Dekker Dalam Mengembangkan Nasionalisme Di Hindia Belanda”
    PLAGIAT MERUPAKAN TINDAKAN TIDAK TERPUJI USAHA ERNEST FRANCOIS DOUWES DEKKER DALAM MENGEMBANGKAN NASIONALISME DI HINDIA BELANDA MAKALAH Diajukan untuk Memenuhi Salah Satu Syarat Memperoleh Gelar Sarjana Pendidikan Program Studi Pendidikan Sejarah Oleh: Clemens Dimas C.W NIM : 131314018 PROGRAM STUDI PENDIDIKAN SEJARAH JURUSAN PENDIDIKAN ILMU PENGETAHUAN SOSIAL FAKULTAS KEGURUAN DAN ILMU PENDIDIKAN UNIVERSITAS SANATA DHARMA YOGYAKARTA 2018 PLAGIAT MERUPAKAN TINDAKAN TIDAK TERPUJI USAHA ERNEST FRANCOIS DOUWES DEKKER DALAM MENGEMBANGKAN NASIONALISME DI HINDIA BELANDA MAKALAH Diajukan untuk Memenuhi Salah Satu Syarat Memperoleh Gelar Sarjana Pendidikan Program Studi Pendidikan Sejarah Oleh: Clemens Dimas C.W NIM : 131314018 PROGRAM STUDI PENDIDIKAN SEJARAH JURUSAN PENDIDIKAN ILMU PENGETAHUAN SOSIAL FAKULTAS KEGURUAN DAN ILMU PENDIDIKAN UNIVERSITAS SANATA DHARMA YOGYAKARTA 2018 i PLAGIAT MERUPAKAN TINDAKAN TIDAK TERPUJI ii PLAGIAT MERUPAKAN TINDAKAN TIDAK TERPUJI iii PLAGIAT MERUPAKAN TINDAKAN TIDAK TERPUJI HALAMAN PERSEMBAHAN Makalah ini saya persembahkan untuk: Kedua orang tua saya “Bapak Ignatius Yoseph Sumiran dan Ibu Rosalia Sukendah” adik saya “Eugenius Patria Chandra W” yang selalu mendoakan dan memberi dukungan dan semangat kepada saya selama mengerjakan makalah. iv PLAGIAT MERUPAKAN TINDAKAN TIDAK TERPUJI MOTTO Indie voor Indiers (Hindia untuk orang Hindia) (Ernest Francois Eugene Douwes Dekker) Makin keras tindakan mereka, makin besar pula kekuatan yang kami susun (Dr Cipto Mangunkusumo) Sebuah ide atau gagasan yang radikal tidak akan pernah bisa dibendung oleh kekuatan manusia (Clemens Dimas C.W.) v PLAGIAT MERUPAKAN TINDAKAN TIDAK TERPUJI PERNYATAAN KEASLIAN KARYA Saya menyatakan dengan sesungguhnya bahwa makalah yang saya tulis ini tidak memuat karya orang lain, kecuali yang telah disebutkan dalam kutipan maupun daftar pustaka, sebagaimana layaknya penulisan karya ilmiah. Yogyakarta, 7 Maret 2018 Penulis Clemens Dimas C.W.
    [Show full text]
  • Recent Dutch-Language Publications
    Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde 170 (2014) 175–185 bki brill.com/bki Recent Dutch-language Publications Harry A. Poeze KITLV/Royal Netherlands Institute of Southeast Asian and Caribbean Studies [email protected] Gert Jan Bestebreurtje, De wereld in vogelvlucht: Reizen en reisboeken door de eeuwen heen. Amsterdam: De Bataafsche Leeuw, 2013, 236 pp. ISBN 978906707 6623. Price: EUR 25.00 (hardback). Gert Jan Bestebreurtje (1953) is internationally well-known as an antiquarian bookseller in Utrecht (established in 1975) specializing in old travel literature and colonial and maritime history. His trade is not only his livelihood, but a passion: he has a deep fascination with books and prints. His enviable access to many rare and costly books and prints has resulted in De wereld in vogelvlucht, with a hundred or so illustrations, in which he shares his expertise and expe- rience with a wider readership. What he intends to do is to survey the devel- opment of travel and travel literature, and consequently the construction of an image of distant countries and peoples. It is a book with a broad sweep, packed with facts and references about travelers, their motives and their reports. Jour- neys to the Polar areas, to the Far East, and the Americas are in a chapter, as well as the slavery and its aftermath, and the exotic other, or noble savage, as shown in circuses and exhibitions. Bestebreurtje reflects at length on the encounters between indigenous people and Europeans in literature and paint- ing. His survey of the literature on those from East and West who made the trip to Europe is exhaustive, with surprising characters.
    [Show full text]
  • Oost-Indische Spiegel
    Oost-Indische spiegel Wat Nederlandse schrijvers en dichters over Indonesië hebben geschreven vanaf de eerste jaren der Compagnie tot op heden Rob Nieuwenhuys bron Rob Nieuwenhuys, Oost-Indische spiegel. Wat Nederlandse schrijvers en dichters over Indonesië hebben geschreven vanaf de eerste jaren der Compagnie tot op heden. Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam 1978 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/nieu018oost02_01/colofon.htm © 2006 dbnl / erven Rob Nieuwenhuys 5 Aan E. du Perron [...] en heb dezelve de naam van Oost-Indise spiegel gegeven, dewijl daarin niet alleen veel zaken die algemeen zijn worden gevonden en die van anderen zijn beschreven, maar omdat in dezelve veel bijzondere voorvallen en handelingen van bijzondere personen en bijzondere gevallen worden verhaald. Dit is hetgene waarvan in deze O.I. spiegel gehandeld wordt en dat ongeveinsd bij de ander is gesteld, en zonder iemand gelijk men zeit de honing om de mond te smeren. Nicolaus de Graaff in de Voorreden bij zijn Oost-Indise spiegel (1703) Rob Nieuwenhuys, Oost-Indische spiegel 11 Inleiding Je n'aime pas la grande littérature. Je n'aime que la conversation écrite. PAUL LÉAUTAUD in Marly-le-Roy Wie na de Nederlandse letterkunde de Indisch-Nederlandse letterkunde in studie neemt komt een nieuwe wereld binnen. Hij zal er zich in het begin wat onwennig in voelen; hij zal zoeken naar wat hem vertrouwd is maar ziet verschijnselen die hem vreemd zijn en verhoudingen die hij niet kent. Niet alleen blijkt het landschap anders, zijn de mensen anders, zijn de sociale relaties anders, ook de vormen waarin de schrijvers zich uitdrukken zijn anders.
    [Show full text]
  • Tijdschriften Van Onder De Kankantri En Klapperboom De Periodieke Pers in Suriname En Nederlands-Indië/Indonesië
    Publisher: Igitur, Utrecht Publishing & Archiving Services. Website: www.tijdschriftstudies.nl Content is licensed under a Creative Commons Attribution 3.0 License URN:NBN:NL:UI:10-1-100997. TS •> # 28, december 2010, p. 89-107. Tijdschriften van onder de Kankantri en Klapperboom De periodieke pers in Suriname en Nederlands-Indië/Indonesië ANGELIE SENS [email protected] ABSTRACT The periodical press in the former Dutch colonies of Surinam (Dutch Guiana) and the Dutch East Indies/Indonesia is to be seen in its own respect and certainly not as a mere derivative of the press in the Netherlands. The press in the former colonies has a long history, starting in the eighteenth century. In the twentieth century, periodicals in both the Dutch language and indigenous languages became a strong vehicle and important cultural and political instrument for emancipation of colonial peoples and ultimately independence of the colonies. Besides the history of this peculiar press, the author discusses the meaning and impact of terms such as „colonial‟ and „postcolonial‟. In using these concepts with regard to the periodical press in the former colonies, its vibrancy, diversity and above all its independent character is often downplayed. KEYWORDS Surinam, Dutch East Indies, Indonesia, periodical press, 'colonial/post colonial' Suriname, Nederlands-Indië, Indonesië, periodieke pers, 'koloniaal/postkoloniaal' Onderzoek naar de periodieke pers in de voormalige koloniën staat nog grotendeels in de kinderschoenen. Baanbrekend werk is verricht door Gerard Termorshuizen (Nederlands- Indië) en Michiel van Kempen (Suriname).1 Het Persmuseum presenteerde in 2005 Jour- nalistiek in de Tropen, bestaande uit een tentoonstelling, website en publicatie over de 1 Gerard Termorshuizen, Journalisten en heethoofden.
    [Show full text]
  • Weg Tot Het Oosten: Afscheidsbundel Voor Kees Groeneboer
    Deze uitgave is tot stand gekomen in samenwerking met de Fakultas Ilmu Pengetahuan Budaya Universitas Indonesia te Depok en de Nederlandse Taalunie te Den Haag. Dit boek is aangeboden aan Dr. Kees Groeneboer die meer dan 35 jaar bij de vakgroep Nederlands FIBUI als docent en later als academisch advieseur heeft gewerkt. Weg tot het oosten: Afscheidsbundel voor Kees Groeneboer Program Studi Belanda Fakultas Ilmu Pengetahuan Budaya Universitas Indonesia Depok 2019 Christina T. Suprihatin, Munif Yusuf, en Jaap Grave (eds.) Weg tot het oosten: Afscheidsbundel voor Kees Groeneboer Program Studi Belanda Fakultas Ilmu Pengetahuan Budaya Universitas Indonesia, 2019 Desain sampul: Amalia Putri Astari Desain layout: Munif Yusuf dan Mohammad Farhan Hibatullah ISBN:978-602-9054-58-3 No part of this publication may be reproduced or transmitted in any form of by any means, electronic or mechanical, including photocopy, recording or any information storage and retrieval system, without permission from the copywright owner. Program Studi Belanda, Fakultas Ilmu Pengetahuan Budaya Kampus Universitas Indonesia Depok 16424 Voorwoord Denken aan het afscheid van Kees Groeneboer is niet gemakkelijk, want veel dingen kunnen niet in woorden gezegd worden. Kees Groeneboer is heel lang verbonden geweest aan de Vakgroep Nederlands, Universitas Indonesia. Zelfs toen we nog studenten waren, was hij er al. Hij is onze docent geweest en later onze collega geworden toen hij als academisch adviseur van de Nederlandse Taalunie functioneerde. We gingen geregeld naar hem toe: op zoek naar antwoorden, om iets te bediscusiëren, en zo af en toe adviezen te vragen. In al die tijd heeft hij vele dingen voor onze vakgroep gedaan.
    [Show full text]
  • Summary in English
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/23020 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Loo, Geertje Cornelia Grietje (Vilan) van de Title: Melati van Java : dochter van Indië Issue Date: 2014-01-14 Summary There was a time when Melati van Java (1853 – 1927) was a well-known and much-liked name in the Netherlands. Especially around the turn of the century the general public was familiar with her novels, which remained in circulation in various editions for at least a quarter of a century; people read her contributions to newspapers and magazines or knew that she was active in the Roman Catholic women’s movement. Literary critics reacted with mixed feelings to her novels, from favourable to sympathetic, to disappro- ving and cynical, but her novels practically always got attention. In short, Melati van Java (pseudonym of Marie Sloot) was an important factor in the cultural society of the day in the Netherlands. The status she enjoyed at the time contrasts sharply with the regard she has today. The history of Dutch literature ought to take into account the contemporary view on literature. Anyone who finds the names of authors from that time who were popular or detested – ideally both – finds an abundance of titles that indicates that current historio- graphy shows many gaps. An oeuvre that is judged in accordance with the criteria of that time, can be an important link in the development of literature. By the end of the nineteenth century and at the beginning of the twentieth century novelist Melati van Java took a prominent position for a few decades.
    [Show full text]
  • Bibliography of Translations of Dutch Literary Works About the East Indies/Indonesia
    Bibliography of Translations of Dutch Literary Works about the East Indies/Indonesia Nieuwenhuys, Rob. Mirror of the Indies: A History of Dutch Colonial Literature. Edited, with an introduction by E. M. Beekman. Transl. Frans van Rosevelt. Amherst: University of Massachusetts Press, 1982, 336 pp. THE SIXTEENTH CENTURY Gerritsz, Cornelis. An addition to the Sea Iournal or Navigation if the Hollander~ unto lava [15971. London: lohn Wolfe, 1598; facsimile reprint, The English Experience Series. New York: da Capo, 1968. Houtman, Cornelis de [commander]. The Des&iption of a Voyage Made by Certain Ships of Holland into the East-Indies; with their adventures and success; ... who set forth on the second of April 1595 and returned on the fourteenth of August 1597. Original Dutch version attributed to Barend Langenes, 1597. Transl. William Philipp. London: lohn Wolfe, 1598. ___."The Description of a Voyage Made by Certain Ships of Holland into the East Indies." A Collection of Voyages and Travel. Ed. Thomas Osborne. Vol. 2. London: 1745. [Linschoten, Jan Huyghen van.] Iohn Huighen van Linschoten: His Discours of Voyages into ye Easte and West Indies [1596]. Devided into four bookes. London: lohn Wolfe, 1598. ,-__,] The Voyages of John Huyghen van Linschoten to the East Indies. From the English translation of 1598. Ed. by Arthur C. Burnell and P. A. Tiele, 2 vols. London: Hakluyt Society, 1885. Van Linschoten's account of the English Exploits, originally published in English translation by Richard Hakluyt around 1600, has appeared in several collections; An English Garner. Ed. Edward Arber. Vol. 3. London: Constable, 1877-1897; An English Garner.
    [Show full text]
  • Recollecting Resonances Verhandelingen Van Het Koninklijk Instituut Voor Taal-, Land En Volkenkunde
    Recollecting Resonances Verhandelingen van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land en Volkenkunde Edited by Rosemarijn Hoefte KITLV, Leiden Henk Schulte Nordholt KITLV, Leiden Editorial Board Michael Laffan Princeton University Adrian Vickers Sydney University Anna Tsing University of California Santa Cruz VOLUME 288 Southeast Asia Mediated Edited by Bart Barendregt (KITLV) Ariel Heryanto (Australian National University) VOLUME 4 The titles published in this series are listed at brill.com/vki Recollecting Resonances Indonesian–Dutch Musical Encounters Edited by Bart Barendregt and Els Bogaerts LEIDEN • BOSTON 2014 This is an open access title distributed under the terms of the Creative Commons Attribution‐Noncommercial 3.0 Unported (CC‐BY‐NC 3.0) License, which permits any non‐commercial use, distribution, and reproduction in any medium, provided the original author(s) and source are credited. The realization of this publication was made possible by the support of KITLV (Royal Netherlands Institute of Southeast Asian and Caribbean Studies) Cover illustration: The photo on the cover is taken around 1915 and depicts a Eurasian man seated in a Batavian living room while plucking the strings of his instrument (courtesy of KITLV Collec- tions, image 13352). Library of Congress Cataloging-in-Publication Data Recollecting resonances : Indonesian-Dutch musical encounters / edited by Bart Barendregt and Els Bogaerts. pages cm. — (Verhandelingen van het koninklijk instituut voor taal-, land en volkenkunde ; 288) (Southeast Asia mediated ; 4) Includes index. ISBN 978-90-04-25609-5 (hardback : alk. paper) — ISBN 978-90-04-25859-4 (e-book) 1. Music— Indonesia—Dutch influences. 2. Music—Indonesia—History and criticism. 3. Music— Netherlands—Indonesian influences.
    [Show full text]
  • Bontekoe. De Schipper, Het Journaal, De Scheepsjongens
    Bontekoe. De schipper, het journaal, de scheepsjongens Karel Bostoen, Remmelt Daalder, Vibeke Roeper, Garrelt Verhoeven en Diederick Wildeman bron Karel Bostoen, Remmelt Daalder, Vibeke Roeper, Garrelt Verhoeven en Diederick Wildeman, Bontekoe. De schipper, het journaal, de scheepsjongens. Nederlands Scheepvaartmuseum, Amsterdam / Walburg Pers, Zutphen 1996 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/bost002bont01_01/colofon.htm © 2006 dbnl / Karel Bostoen, Remmelt Daalder, Vibeke Roeper, Garrelt Verhoeven en Diederick Wildeman 6 Willem IJsbrantsz Bontekoe, anonieme tekening op perkament. Waarschijnlijk diende het portret dat Jan Jansz Deutel liet afdrukken in zijn edities van het Journaal uit 1646 en 1648 als voorbeeld. Karel Bostoen, Remmelt Daalder, Vibeke Roeper, Garrelt Verhoeven en Diederick Wildeman, Bontekoe. De schipper, het journaal, de scheepsjongens 7 Woord vooraf Bij de naam Bontekoe denken de meeste Nederlanders niet direct aan een Hoornse schipper uit de zeventiende eeuw, maar aan drie van zijn bemanningsleden, de ‘Scheepsjongens van Bontekoe’. Hajo en zijn vrienden Padde en Rolf zijn uitgegroeid tot beroemdheden. Dat Johan Fabricius de avonturen in zijn jongensboek plaatste tegen het decor van een authentiek reisverslag uit de zeventiende eeuw is echter bij weinigen nog bekend. Toch zijn de scheepsjongens grotendeels fantasie, terwijl Willem IJsbrantsz Bontekoe (1587-1657) echt heeft bestaan. Hij overleefde zelfs de ramp waarbij zijn schip, de NIEUW HOORN, in de lucht vloog en maakte zijn avonturen in boekvorm aan de wereld bekend. Dat boek, het Journaal van Bontekoe verscheen voor het eerst in 1646 bij de Hoornse uitgever Jan Jansz Deutel, een stadgenoot van Bontekoe. Eeuwenlang was dit het meest gelezen en gedrukte Nederlandse reisverhaal. In de negentiende eeuw nam de belangstelling voor het originele Journaal af, maar bewerkingen, bijvoorbeeld van Potgieter en later die van Fabricius, zorgden ervoor dat de reis van Bontekoe niet werd vergeten.
    [Show full text]
  • De "Pen Gewijd Aan Drenthe's Dierbren Grond"
    SAMENVATTING – BRONNEN – LITERATUUR – BIJLAGEN 687 Gebruikte literatuur In deze bibliografie zijn niet-ondertekende krantenartikelen niet opgenomen; in de noten zijn ze wel vermeld. Album Prof. dr. Frank Baur den jubilaris bij zijn zestigsten verjaardag als huldeblijk aangeboden door collega's vakgenoten en oud-leerlingen. II. Antwerpen 1948. Alphabetische Naamlijst van Boeken, Landkaarten en verder in den boekhandel voorkomende artikelen, die in het jaar 1857 in het Koningrijk Nederland uitgegeven of herdrukt zijn, benevens opgave van den uitgever, den prijs en eenige aanteekeningen. Alsmede een Wetenschappelijk Register. Amsterdam z.j. Alphabetische Naamlijst van Boeken, Landkaarten en verder in den boekhandel voorkomende artikelen, die in het jaar 1858 in het Koningrijk Nederland uitgegeven of herdrukt zijn, benevens opgave van den uitgever, den prijs en eenige aanteekeningen. Alsmede een Wetenschappelijk Register. Amsterdam z.j. Alphabetische naamlijst van boeken, plaat- en kaartwerken, die gedurende de jaren 1850 tot en met 1862 in Nederland uitgegeven of herdrukt zijn. Amsterdam 1868. Alphabetische naamlijst van boeken, plaat- en kaartwerken, die gedurende de jaren 1863 tot en met 1875 in Nederland uitgegeven of herdrukt zijn. Amsterdam 1878. Alphabetische naamlijst van boeken, plaat- en kaartwerken, die gedurende de jaren 1850 tot en met 1875 in Nederland uitgegeven of herdrukt zijn. Amsterdam 1868/1878. Alzoo Rederijkers! 125 jaar Provinciaal Groninger Rederijkersverbond. Scheemda 1992. Balans in duplo over persoon en werk van K.H. Heeroma-Muus Jacobse met een bibliografie. Groningen 1998. Bibliografie der dialecten van Nederland 1951-1964. Amsterdam 1982. Bloemlezing 40 jaar " 't Aol Volk". Emmen 1988. Brinkman's catalogus van boeken en tijdschriften verschenen in Nederland en Vlaanderen en in de Nederlandse taal elders in de periode 1976 tot en met 1980.
    [Show full text]
  • Constant Van De Wall, a European–Javanese Composer
    CHAPTER SEVEN CONSTANT VAN DE WALL, A EUROPEAN–JAVANESE COMPOSER Henk Mak van Dijk [English translation by Wim Tigges] When starting my research on the lives and works of Dutch composers in 2004, in collaboration with the Nederlands Muziek Instituut, I had no idea that so much unknown yet extraordinary music was to be uncovered. Here were compositions in which a Western, romantic or impressionistic idiom were, to a greater or lesser extent, mixed with elements of the music indigenous to the then Dutch East Indies: Indisch classical music.1 These pieces were written from the beginning of the twentieth century onwards by a small group of Dutch composers who were either born and bred in the Indies, or else had lived or worked there for some time: Constant van de Wall (in Surabaya and Batavia), Paul Seelig (Bandung), Linda Ban- dara (Bandarrejo and Yogyakarta), Berta Tideman-Wijers (Batak), Hector Marinus (Deli), Theo Smit Sibinga (East Java), Frans Wiemans (Bandung), Dirk Fock (Batavia), and Fred Belloni (Bandung).2 They felt connected with Europe as well as with the Indies: on the one hand they were rooted in a Western musical tradition and participated in the Western musical world, on the other hand for new ways of composing and were inspired by indigenous culture, which included gamelan music, wayang (shadow- play), dance, Indisch opera and kroncong (a small guitar), classical Java- nese poetic forms and Malay quatrains (pantun). Certainly, they were not unique in paying attention to oriental music, but their specific interest in music from the Indisch archipelago was shared with, at most, a handful of 1 Indisch is a specifically Dutch term, commonly but often confusingly applied.
    [Show full text]