Biekorf. Jaargang 74

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Biekorf. Jaargang 74 Biekorf. Jaargang 74 bron Biekorf. Jaargang 74. E. Vercruysse en Zoon, St.-Andries 1973 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_bie001197301_01/colofon.php © 2014 dbnl i.s.m. 5 [Nummer 1-2] Abdijen en kapittelkerken als laatste rustplaats van de Graven van Vlaanderen 879-1455 Van de prinselijke begraafplaatsen - zerken of tomben - van de graven van het Huis van Vlaanderen is er ontstellend weinig overgebleven. Zo we, startend met de laatste erfdochter van het Huis, Margareta van Male, door de 14e eeuw opklimmen naar de eerste Boudewijns, ontmoeten we geen enkel gaaf gebleven monument, zelfs geen noemenswaarde archeologische resten. De grafelijke tomben hebben het lot gedeeld van de abdijen en kapittelkerken die in de vernielingen van Beeldenstorm (1566-1578) en Revolutie (1789-1798) zijn ten onder gegaan. Doch ook reeds vóór die fatale periodes hadden sommige tomben uit de romaanse en vroeggotische periode bij verbouwing van kerk of kapel hun gaafheid ingeboet. Op één na zijn al de begraafplaatsen van de Vlaamse landsheren bekend uit de literaire bronnen (kronieken, obituaria), uit grafische dokumenten, uit genealogische lijsten. Alleen de archeologie kan heden al te weinig medespreken. En toch hadden onze oudste Vlaamse landsheren, zowel als alle heren van hun tijd, veel zorg besteed aan hun laatste rustplaats. Ze deden het uit aloude religieuze en kulturele traditie, met het graf werd immers een ‘eeuwige’ dodenherdenking verbonden en door fundaties verzekerd. Deze stichtingen hebben het lot gedeeld van de graftomben. Margareta van Male, die een hertog Bourgogne-Valois (Filips de Stoute) huwde, luidt een nieuwe periode in die voor de kunstgeschiedenis en de archeologie bijzonder dankbaar zou worden. Haar eigen graf zou te Rijsel niet gespaard blijven, de monumentale graftomben van haar man en haar zoon, beide graven van Vlaanderen, konden uit de Biekorf. Jaargang 74 6 storm van de Revolutie behoorlijk worden gered en zijn heden, in het Paleis van de Hertogen (museum) te Dijon, de oudste bewaarde grafmonumenten van onze landsheren. Driedubbel kostbaar, door het aandeel dat de Nederlandse beeldsnijders Claus Sluter en Claus de Werve in de uitvoering van die meesterwerken hebben gehad(1). Op eigen bodem moet de inventaris luiden als een litanie van Allerzielen. Van de drie Boudewijns en de eerste Arnulf, die vijf eeuwen in de kript van de Blandijnberg hebben gerust, kan de stad Gent zerk noch tombe meer aanwijzen. Een spijtig ongeval voor de hoofdstad van Oud-Vlaanderen, en dat juist voorviel in de tijd dat onze humanisten in latijnse verzen de abdij van de Blandijnberg sierden met de historische benaming ‘Mausoleum der Graven van Vlaanderen’(2). En in Sint-Omaars, waar drie Boudewijns, een Arnulf en een (kortstondige) Willem eeuwenlang in het aloude Sithiu (Sint-Bertijns) hadden gerust, is evenmin een spoor van grafstede terug te vinden. Onder de drie prinsen die in de grafelijke kapittelkerk (geen abdij!) op de Burg te Brugge werden bijgezet, was er gelukkig één wiens gebeente als relikwie werd verheerlijkt en in een schrijn boven de grond bewaard, en in de fatale uren aan vernieling onttrokken. Zo werd Brugge de enige stad waar het Huis van Vlaanderen met authentieke archeologische resten aanwezig is. De abdijen van Waals-Vlaanderen deden het niet beter. De stad Rijsel, die geen van de twee in de St. Pieterskerk opgerichte tomben heeft behouden, zag ook de cisterciënzerabdijen Marquette en Flines (bij Douai) met drie graftomben van het Huis van Vlaanderen tenietgaan. De geografische spreiding van die (Verdwenen) grafmonumenten weerspiegelt de genealogische en feodaal-politieke lotgevallen van het grafelijke Huis. Het best bekijkt men de ligging van de betrokken abdijen (en kapittelkerken) op de rivieren: Op de Schelde en bijrivieren liggen: (1) Daarover: Aenne Liebreich, Claus Sluter, Brussel 1936. - P. Quarré La Chartreuse de Champmol, Dijon 1960. - Wat verouderd doch nog waardevol is het (minder bekende) werk van A. Germain, Les Néer landais en Bourgogne, Brussel 1909. (2) A. Sanderus, Flandria Illustrata (1732), I 252-259. Biekorf. Jaargang 74 7 Geografische verspreiding (Begraafplaatsen in KAPITALEN) Opmerkingen. De begraafplaatsen ten noorden van de Leie behoren tot Diets-Vlaanderen, met inbegrip van Sint-Omaars dat nog dietssprekend was toen onze oudste markgraven er in de St. Bertijnsabdij begraven werden. Door hun stichtingen in Rijsel en Hasnon zijn Boudewijn V en VI de eerste graven die in Waals-Vlaanderen worden bijgezet. Gent, met 4 oudste markgraven, komt na 1035 niet meer in aanmerking. Brugge komt eerst in 1127 (Karel de Goede) aan de beurt en zal nog Margareta van de Elzas (1194) en Lodewijk van Crécy (1352) bijkrijgen. De dochters van Boudewijn IX verleggen naar hun cisterciënzerstichtingen in Waals-Vlaanderen. De numerische verhouding abdij/kapittelkerk is 15 contra 7. Niet meegerekend zijn Clairvaux en Tirnovo (Bulgarije). Biekorf. Jaargang 74 8 Gent (St. Pietersabdij); Rijsel en Marquette (Deule); Hasnon, Flines en Atrecht (Scarpe). Op de Aa: Sint-Omaars en Watten. Tussen die twee rivieren komen alleen Brugge, Ieper en Cassel in aanmerking met hun kapittelkerk of proosdij. Op de Leie zelf niets, hoewel Harelbeke de begraafplaats is geweest van de Voorgraven (‘Forestiers’). De voorkeur voor de abdij als begraafplaats is allerminst eigen aan het Huis van Vlaanderen. Bij het stichten of bevorderen van klooster en abdij had de landsheer ekonomische en politieke belangen die zo groot konden zijn dat hij zelf, zoals Boudewijn II en Arnulf I, abt van de voornaamste abdij (St. Bertijns) van zijn graafschap werd. Hun eeuwig heil wilden de heersers daarenboven verzekeren door hun rustplaats op aarde te vestigen bij, voor of onder een koor van monniken, waar hun memorie tot de oordeelsdag in de dagelijkse liturgie zou voortleven. Ook onze graven hebben soms een abdij (of kapittelkerk) gesticht als begrafenisplaats. Zo deed Boudewijn V te Rijsel (St. Pieterskerk); Boudewijn VI (van Bergen) te Hasnon op de Scarpe; Robrecht de Fries (onrechtstreeks) te Cassel; Johanna te Marquette bij Rijsel; Margareta van Konstantinopel te Flines bij Douai. Voor 1200 zijn de uitverkoren stichtingen uiteraard benediktijnerabdijen. Na 1200 komt Citeaux aan de beurt in twee Waalse nonnenkloosters. Ter Duinen noch Ter Doest werden voor die eer aangezocht. De tomben van het Huis van Vlaanderen munten uit, zoals gezegd, door hun grote verspreiding. Ook daarin ligt iets van de buitengewoon bewogen geschiedenis van het graafschap weerspiegeld. Een oogslag op onze naburen maakt dit duidelijk. De oudste landsheren van Holland-Zeeland lagen - vóór de vernielingen van 1580 - in een statige reeks van acht zerken en tomben in de abdijkerk van Egmond (bij Alkmaar). Met Willem I komt het klooster Rijnsburg (bij Katwijk) aan de beurt; alleen Willem II zal worden begraven in de Abdij van Middelburg (Zeeland), waar een fragment van zijn tombe is bewaard gebleven. Ook in de kerk van Rijnsburg zijn, tegen de koorwand, fragmenten van grafzerken Biekorf. Jaargang 74 9 van Hollandse landsheren, o.m. van Willem I en zijn vrouw Aleid van Gelder, overgebleven(3). Als begrafeniskerk van de hertogen van Brabant mag de Kapittelkerk (St. Pieters) van Leuven gelden waar, in koor en kript, de grafstenen van de oudste hertogen in 1929 werden ontdekt en hersteld. De oudste Godfried (met de Baard), begraven in de voormalige romaanse kerk van de abdij van Affligem, heeft in het koor van de nieuwe kloosterkerk (1940) een graf met grafsteen gekregen. De hertogen Jan I en Jan II werden in Brussel (Minderbroeders en St. Goedele) begraven, terwijl Hendrik II en Jan III in de cisterciënzerabdij van Villers werden bijgezet(4). (De grafkelder van de hertogen van Brabant in de St. Goedele werd, zoals bekend, ca. 1610 uitgevoerd door de zorgen van de Aartshertogen). De grote suzereinen deden het natuurlijk nog beter. Bekend genoeg is de abdijkerk van Saint-Denis bij Parijs die vanaf Dagobert de koninklijke abdij en begraafplaats is geweest van al de Franse vorsten uit de Huizen Capet en Valois. Vanaf Edward de Belijder († 1066) tot de laatste Tudor werden de Engelse koningen, bijna zonder uitzondering, begraven te Londen in de Westminster Abbey, waar de kapel van Hendrik VII de bezoeker eens voor altijd leert wat Tudorgotiek betekent. Hebben de ‘nationale’ vorsten in Parijs en in Londen in de middeleeuwen de concentratie van één groot mausoleum kunnen bereiken, de kleinere landsheren zijn bij gebrek aan ‘nationale’ hoofdstad en door dynastieke overwegingen regionalistisch verspreid. Met de oude graftomben als kunstwerk gingen ook de originele inschriften verloren. Voor de epigrafie is dit een verlies dat ten dele wordt goedgemaakt door literaire bronnen. Grafschriften van prinsen deden - niet zonder varianten - de ronde bij de kroniekschrijvers. De chronologie in het grafschrift beperkt zich echter tot de sterfdatum, met bijvoeging soms van het aantal levensjaren. Naar het einde van de middeleeuwen wordt de epigrafie spraakzamer, om literatuur en retoriek te worden in de humanistentijd. Plaats en datum van geboorte ontbreken in de oudere epigrafie. Zelfs in de Kronieken van Vlaanderen moet men de plaats en de datum van geboorte van de prinsenkinderen niet gaan opzoeken. Wel leren ze ons meestal in welk levensjaar een regerende graaf gestorven is, of hoeveel jaren hij geregeerd heeft. De plaats van de wieg was niet meldenswaard. De historische bijnamen: van Rijsel, Bethune, Ber- (3) K. Ter Laan, Wdb. der Vaderlandse Geschiedenis 164, 490 ('s Gravenhage 1939). (4) R. Maere, bij E. de Moreau, Histoire de l'abbaye de Villers, p 311 (Brussel 1909) Biekorf. Jaargang 74 10 gen, Dampierre, Nevers, Jeruzalem, Konstantinopel, hebben niets te maken met de geboorteplaats van de naamdragers Alleen Lodewijk van Male maakt daarop een uitzondering Hij werd genoemd naar het Slot van Male waar hij in 1330 geboren werd; de grafelijke rekeningen zijn het die voor ons een overvloed van inlichtingen over die geboorte, de prinsenwieg en de doopplechtigheid hebben bewaard(5). De Aartshertogen Albrecht en Isabella zijn de eerste Nederlandse vorsten die een officieel initiatief van archeologische inventaris en monumentenzorg hebben genomen.
Recommended publications
  • Flandre-Artois
    Excursion de la Société géologique du Nord le samedi 28 septembre 2013 Des monts de Flandre aux collines de l’Artois Solidarités spatiales et temporelles de l’eau : du nuage au consommateur via le territoire Compte rendu Introduction Dans nos paysages artificialisés, nous perdons la perception de la dynamique naturelle de l’eau et du terrain. Le circuit a offert d’apprendre à relire des indices paysagers qui font comprendre à quelle échelle telle ou telle partie du territoire évolue sous les actions conjuguées de facteurs naturels (tectonique, érosion/sédimentation, météorologie, interactions avec le vivant, etc.) et de facteurs anthropiques (agriculture, industrie, urbanisme). Le circuit support part de Lille - Villeneuve-d’Ascq en direction du Mont Noir puis descend dans la plaine de la Lys vers Merville, remonte le cours de la Clarence, pour se terminer en amont de Pernes-en-Artois, avant retour sur Lille par l’autoroute A21 puis A1. Une quinzaine de personnes a suivi le circuit, encadrée par le Prof. Francis Meilliez (Université Lille 1, 1er vice-président de la SGN), accompagné par Benoît Poncelet (directeur du Conseil d’Architecture, d’Urbanisme et de l’Environnement du Nord – CAUE Nord). Le rendez-vous s’est fait à 8h au parking des Quatre-Cantons (campus de la Cité scientifique), Villeneuve d’Ascq (59). Un dépliant descriptif a été remis aux participants). Le lecteur consultera aussi avec profit, dans le SIG du Conseil Régional, les cartes « Relief » et « Géologie » : http://sigale.nordpasdecalais.fr/ACCUEIL/accueil.asp Fig. 1 - Topographie du Nord - Pas-de-Calais Source : Internet SIGALE, Conseil Régional du NPDC ou Atlas des paysages de la région Nord - Pas-de-Calais.
    [Show full text]
  • Atlas Des Paysages De La Région Nord - Pas-De-Calais
    APPROCHE GÉNÉRALE ET CULTURELLE AUTOMNE 2005 ATLAS DES PAYSAGES DE LA RÉGION NORD - PAS-DE-CALAIS DIRECTION RÉGIONALE DE L’ENVIRONNEMENT NORD - PAS-DE-CALAIS ATLAS DES PAYSAGES DE LA RÉGION NORD - PAS-DE-CALAIS ATLAS DES APPROCHE GÉNÉRALE ET CULTURELLE RÉGION AUTOMNE 2005 NORD- PAYSAGES PAS DE CALAIS SOMMAIRE INTRODUCTION 2-3 PAYSAGES NATURELS 48-67 LE FILTRE DE L’ÉCOLOGIE DU PAYSAGE 50-53 APPROCHE GÉOGRAPHIQUE 4-11 LES ÉCO-COMPLEXES RÉGIONAUX 54 SYNTHÈSE - COHÉRENCES NATURELLES 55-67 HAUT ET BAS PAYS 6-9 LE RÉSEAU HYDROGRAPHIQUE ET LE CLIMAT 10 SYNTHESE 11 PAYSAGES RURAUX 68-77 APPROCHE AGRICOLE 68-73 LES REPRÉSENTATIONS 12-37 PAYSAGES DE TERROIRS 72 OCCUPATION DES SOLS SIMPLIFIÉE 73 DES COULEURS ET DES MOTS 14 SYNTHESE - COHÉRENCES RURALES 74-77 UN PAYS CONVOITÉ 15-16 RICHES, DOUCES, MÉLANCOLIQUES CAMPAGNES 17-18 PLAINE : TERRE DE BEFFROIS, TERRE DE VILLES 19-20 PAYSAGES URBAINS 78-95 TERRE DE LABEURS 21-22 APPROCHE HISTORIQUE 80-81 L’INVENTION DU BALNÉAIRE 23-24 APPROCHE ÉCONOMIQUE 82-83 BLESSURES ET GUÉRISONS NARCISSIQUES 25-27 LA CROISSANCE URBAINE 84-85 PAYSAGES OUBLIÉS 28 LE MAILLAGE DU TERRITOIRE 86-87 C’EST A VOIR ! 29 LES FORMES URBAINES 88-90 CURIORITÉS NATURELLES ET PAYSAGÈRES 30 SYNTHESE - COHÉRENCES URBAINES 91-95 HAUTS LIEUX DU TOURISME RÉGIONAL 31 AMENITES PAYSAGERES 32-33 LES SITES REMARQUABLES 34 SYNTHÈSE 96-109 SYNTHESE 35-37 EFFETS DE CONCORDANCE 98-99 GRANDES FAMILLES DE PAYSAGES 100 SENTIMENT D’APPARTENANCE 38-47 LOGIQUES D’INTERFACE 101 AUX ORIGINES 40 DÉFINITION DES GRANDS PAYSAGES RÉGIONAUX 102-105 DE L’INFLUENCE
    [Show full text]
  • Cassel, Est Une Sept Voies Romaines Qui S’Étend Sur 1200 Hectares Entre Des Quatre Portes De L’Enceinte Convergeaient Vers Le Mont Le Nord Et Le Pas-De-Calais
    Terrils 3 Grand Place 8 Boisement de bas de versant Château d’eau, Loos-en-Gohelle Renescure 1 Terrasse du Château 2 Musée Départemental Église Saint Eloi 5 La porte d’Aire, située sur le 6 Il reste aujourd’hui six des 9 Train Dunkerque-Arras 10 Voie romaine La forêt de Clairmarais de Flandres Hazebrouck flanc sud du Mont Cassel, est une sept voies romaines qui s’étend sur 1200 hectares entre des quatre portes de l’enceinte convergeaient vers le Mont le Nord et le Pas-de-Calais. C’est médiévale qui subsiste encore Cassel. Leur tracé rectiligne est un important massif boisé de aujourd’hui dans la ville. encore nettement visible dans le Flandre, en articulation avec le paysage, comme dans les limites marais de l’Audomarois. Bien que communales. drainée depuis plusieurs siècles, la forêt conserve de nombreuses zones humides. Usine Roquette Église Notre Dame 4 Bocage et pâtures relictuelles 7 TGV Lille-Londres 11 La gare de Bavinchove, ou Hazebrouck gare de Cassel, se situe sur la ligne Dunkerque-Arras. Un tramway desservait de 1900 à 1934 la Grand Place de Cassel au départ de la gare. TRAVAIL EN COURS La ville de Cassel perchée sur son mont, est un belvédère sur la Flandre intérieure. Elle a longtemps joué un rôle de protection et de surveillance pour les territoires environnants : oppidum romain, ville médiévale enceinte puis châtellenie et lieu de batailles des Comtes de Flandre. Cassel reste unique dans son territoire et représente, aujourd’hui encore, un site CASSEL gardien des traditions et de la culture populaire et artistique flamande.
    [Show full text]
  • Mont Des Récollets Et Mont Cassel (Identifiant National : 310013757)
    Date d'édition : 05/07/2018 https://inpn.mnhn.fr/zone/znieff/310013757 Mont des Récollets et Mont Cassel (Identifiant national : 310013757) (ZNIEFF Continentale de type 1) (Identifiant régional : 00000140) La citation de référence de cette fiche doit se faire comme suite : CBNBl, GON, CSN NPDC, DREAL NPDC , .- 310013757, Mont des Récollets et Mont Cassel. - INPN, SPN-MNHN Paris, 9P. https://inpn.mnhn.fr/zone/znieff/310013757.pdf Région en charge de la zone : Nord-Pas-de-Calais Rédacteur(s) :CBNBl, GON, CSN NPDC, DREAL NPDC Centroïde calculé : 611906°-2646400° Dates de validation régionale et nationale Date de premier avis CSRPN : 15/12/2010 Date actuelle d'avis CSRPN : 15/12/2010 Date de première diffusion INPN : 01/01/1900 Date de dernière diffusion INPN : 04/02/2015 1. DESCRIPTION ............................................................................................................................... 2 2. CRITERES D'INTERET DE LA ZONE ........................................................................................... 3 3. CRITERES DE DELIMITATION DE LA ZONE .............................................................................. 3 4. FACTEUR INFLUENCANT L'EVOLUTION DE LA ZONE ............................................................. 4 5. BILAN DES CONNAISSANCES - EFFORTS DES PROSPECTIONS ........................................... 5 6. HABITATS ...................................................................................................................................... 5 7. ESPECES ......................................................................................................................................
    [Show full text]
  • A T L a S D E S P a Y S a G
    APPROCHE GÉNÉRALE ET CULTURELLE AUTOMNE 2005 ATLAS DES PAYSAGES DE LA RÉGION NORD - PAS-DE-CALAIS DIRECTION RÉGIONALE DE L’ENVIRONNEMENT NORD - PAS-DE-CALAIS ATLAS DES PAYSAGES DE LA RÉGION NORD - PAS-DE-CALAIS ATLAS DES APPROCHE GÉNÉRALE ET CULTURELLE RÉGION AUTOMNE 2005 NORD- PAYSAGES PAS DE CALAIS SOMMAIRE INTRODUCTION 2-3 PAYSAGES NATURELS 48-67 LE FILTRE DE L’ÉCOLOGIE DU PAYSAGE 50-53 APPROCHE GÉOGRAPHIQUE 4-11 LES ÉCO-COMPLEXES RÉGIONAUX 54 SYNTHÈSE - COHÉRENCES NATURELLES 55-67 HAUT ET BAS PAYS 6-9 LE RÉSEAU HYDROGRAPHIQUE ET LE CLIMAT 10 SYNTHESE 11 PAYSAGES RURAUX 68-77 APPROCHE AGRICOLE 68-73 LES REPRÉSENTATIONS 12-37 PAYSAGES DE TERROIRS 72 OCCUPATION DES SOLS SIMPLIFIÉE 73 DES COULEURS ET DES MOTS 14 SYNTHESE - COHÉRENCES RURALES 74-77 UN PAYS CONVOITÉ 15-16 RICHES, DOUCES, MÉLANCOLIQUES CAMPAGNES 17-18 PLAINE : TERRE DE BEFFROIS, TERRE DE VILLES 19-20 PAYSAGES URBAINS 78-95 TERRE DE LABEURS 21-22 APPROCHE HISTORIQUE 80-81 L’INVENTION DU BALNÉAIRE 23-24 APPROCHE ÉCONOMIQUE 82-83 BLESSURES ET GUÉRISONS NARCISSIQUES 25-27 LA CROISSANCE URBAINE 84-85 PAYSAGES OUBLIÉS 28 LE MAILLAGE DU TERRITOIRE 86-87 C’EST A VOIR ! 29 LES FORMES URBAINES 88-90 CURIORITÉS NATURELLES ET PAYSAGÈRES 30 SYNTHESE - COHÉRENCES URBAINES 91-95 HAUTS LIEUX DU TOURISME RÉGIONAL 31 AMENITES PAYSAGERES 32-33 LES SITES REMARQUABLES 34 SYNTHÈSE 96-109 SYNTHESE 35-37 EFFETS DE CONCORDANCE 98-99 GRANDES FAMILLES DE PAYSAGES 100 SENTIMENT D’APPARTENANCE 38-47 LOGIQUES D’INTERFACE 101 AUX ORIGINES 40 DÉFINITION DES GRANDS PAYSAGES RÉGIONAUX 102-105 DE L’INFLUENCE
    [Show full text]
  • An Introduction to the History of the Principal Kingdoms and States of Europe Natural Law and Enlightenment Classics
    an introduction to the history of the principal kingdoms and states of europe natural law and enlightenment classics Knud Haakonssen General Editor Samuel Pufendorf natural law and enlightenment classics An Introduction to the History of the Principal Kingdoms and States of Europe Samuel Pufendorf Translated by Jodocus Crull (1695) Edited and with an Introduction by Michael J. Seidler The Works of Samuel Pufendorf liberty fund Indianapolis This book is published by Liberty Fund, Inc., a foundation established to encourage study of the ideal of a society of free and responsible individuals. The cuneiform inscription that serves as our logo and as the design motif for our endpapers is the earliest- known written appearance of the word “freedom” (amagi), or “liberty.” It is taken from a clay document written about 2300 b.c. in the Sumerian city- state of Lagash. Introduction, annotations, charts, appendixes, bibliography, index © 2013 by Liberty Fund, Inc. All rights reserved Printed in the United States of America c 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 p 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Frontispiece: The portrait of Samuel Pufendorf is to be found at the Law Faculty of the University of Lund, Sweden, and is based on a photoreproduction by Leopoldo Iorizzo. Reprinted by permission. Library of Congress Cataloging- in-Publication Data Pufendorf, Samuel, Freiherr von, 1632–1694 [Einleitung zu der Historie der vornehmsten Reiche und Staaten so itziger Zeit in Europa sich befi nden. English] An introduction to the history of the principal kingdoms and states of Europe Samuel Pufendorf; translated by Jodocus Crull (1695); edited and with an introduction by Michael J.
    [Show full text]
  • Passchendaele Remembered
    1917-2017 PASSCHENDAELE REMEMBERED CE AR NT W E T N A A E R R Y G THE JOURNAL OF THE WESTERN FRONT ASSOCIATION FOUNDED 1980 JUNE/JULY 2017 NUMBER 109 2 014-2018 www.westernfrontassociation.com With one of the UK’s most established and highly-regarded departments of War Studies, the University of Wolverhampton is recruiting for its part-time, campus based MA in the History of Britain and the First World War. With an emphasis on high-quality teaching in a friendly and supportive environment, the course is taught by an international team of critically-acclaimed historians, led by WFA Vice-President Professor Gary Sheffield and including WFA President Professor Peter Simkins; WFA Vice-President Professor John Bourne; Professor Stephen Badsey; Dr Spencer Jones; and Professor John Buckley. This is the strongest cluster of scholars specialising in the military history of the First World War to be found in any conventional UK university. The MA is broadly-based with study of the Western Front its core. Other theatres such as Gallipoli and Palestine are also covered, as is strategy, the War at Sea, the War in the Air and the Home Front. We also offer the following part-time MAs in: • Second World War Studies: Conflict, Societies, Holocaust (campus based) • Military History by distance learning (fully-online) For more information, please visit: www.wlv.ac.uk/pghistory Call +44 (0)1902 321 081 Email: [email protected] Postgraduate loans and loyalty discounts may also be available. If you would like to arrange an informal discussion about the MA in the History of Britain and the First World War, please email the Course Leader, Professor Gary Sheffield: [email protected] Do you collect WW1 Crested China? The Western Front Association (Durham Branch) 1917-2017 First World War Centenary Conference & Exhibition Saturday 14 October 2017 Cornerstones, Chester-le-Street Methodist Church, North Burns, Chester-le-Street DH3 3TF 09:30-16:30 (doors open 09:00) Tickets £25 (includes tea/coffee, buffet lunch) Tel No.
    [Show full text]
  • 01 Une Nord 241:Mise En Page 1
    LE MAGAZINE DE VOTRE DÉPARTEMENT NOVEMBRE 2010 - N° 241 ÉDITION SPÉCIALE WWW.CG59.FR Cassel : un musée départemental pour les cultures de Flandre LA PHOTO DU MOIS De l’ombre à la lumière Lumière tamisée et voûte de briques : l’accueil du musée départemental de Flandre se prépare à recevoir ses premiers visiteurs dans un clair-obscur digne des maîtres flamands. Derrière la porte vitrée se trouvent la cour et le jardin et au-delà, la plaine de Flandre qui s’étend à perte de vue, au pied du mont Cassel. Photo prise au musée départemental de Flandre à Cassel, le 14 octobre à 11 h 13, par Dominique Lampla. Magazine d’information du Conseil général du Nord - 2, rue Jacquemars- SOMMAIRE NOVEMBRE Giélée, 59047 Lille Cedex Tél. 03 59 73 83 98 LE PROJET 4 Les coulisses 16 Courriel : [email protected] Le musée départemental de Les collections, qui comptent Site Internet du Conseil général du Nord : www.cg59.fr Flandre est le premier musée environ 6 000 œuvres, ont eu Directrice de la publication et de la communication : Évelyne Duhaut-Courpron. entièrement consacré à droit à des soins très parti- Directeur-adjoint de la Communication: Hubert Loppinet. l’identité culturelle et artistique culiers. Voici l’envers du décor. Rédacteur en chef : Franck Périgny flamande. Il est l’aboutissement d’un projet engagé il y a plus de Rédaction: Laurence Blondel, Valérie Dassonville, Antoine Platteel, Alexandra Le chantier 20 Pigny, Françoise Poiret-Colonge, Arnaud Raes, Marianne Arhancet. 10 ans. Secrétariat de rédaction: Laurence Blondel et Valérie Dassonville. Emblématique de la Flandre française, l’hôtel de la Noble- Responsable de production : Patrick Lenoble.
    [Show full text]
  • Vigie Des Paysages De Flandre Intérieure Ouest Et Transfrontalier
    Terrils 3 Grand Place 8 Boisement de bas de versant Château d’eau, Loos-en-Gohelle Renescure 1 Terrasse du Château 2 Musée Départemental Église Saint Eloi 5 La porte d’Aire, située sur le 6 Il reste aujourd’hui six des 9 Train Dunkerque-Arras 10 Voie romaine La forêt de Clairmarais de Flandres Hazebrouck flanc sud du Mont Cassel, est une sept voies romaines qui s’étend sur 1200 hectares entre des quatre portes de l’enceinte convergeaient vers le Mont le Nord et le Pas-de-Calais. C’est médiévale qui subsiste encore Cassel. Leur tracé rectiligne est un important massif boisé de aujourd’hui dans la ville. encore nettement visible dans le Flandre, en articulation avec le paysage, comme dans les limites marais de l’Audomarois. Bien que communales. drainée depuis plusieurs siècles, la forêt conserve de nombreuses zones humides. Usine Roquette Église Notre Dame 4 Bocage et pâtures relictuelles 7 TGV Lille-Londres 11 La gare de Bavinchove, ou Hazebrouck gare de Cassel, se situe sur la ligne Dunkerque-Arras. Un tramway desservait de 1900 à 1934 la Grand Place de Cassel au départ de la gare. La ville de Cassel perchée sur son mont, est un belvédère sur la Flandre intérieure. Elle a longtemps joué un rôle de protection et de surveillance pour les territoires environnants : oppidum romain, ville médiévale enceinte puis châtellenie et lieu de batailles des Comtes de Flandre. Cassel reste unique dans son territoire et représente, aujourd’hui encore, un site CASSEL gardien des traditions et de la culture populaire et artistique flamande.
    [Show full text]
  • The City of Ghent 1316-1337 Ghent in the Fourteenth Century
    The City – Rebellion Page: 1 / 194 René Jean-Paul Dewil The City of Ghent 1316-1337 Ghent in the fourteenth century Rebellion © René Dewil Number of words: 120480 March 2013 – July 2013 The City – Rebellion Page: 2 / 194 Copyright Clause Copyright © René Jean-Paul Dewil 2014 René Jean-Paul Dewil is identified as the sole author of this work. All rights reserved. No part of this publication may be altered without the written permission of the author. The book may be copied in electronic or other forms for personal use only. It may not be printed, introduced in any retrieval system, electronic or otherwise, photocopied or otherwise recorded without the prior written permission of the author. The only system where the e-book may be retrieved from is the Internet website www.theartofpainting.be, which holds the only and original text acknowledged by the author. This publication remains under copyright. ‘The City - Rebellion’ is a work of fiction. Except for the names of the van Artevelde family, the names of the kings, popes, dukes and counts, the other names used and the characters of the novel are only the result of the imagination of the author. Any resemblance to persons existing or dead is purely coincidental. © René Dewil Number of words: 120480 March 2013 – July 2013 The City – Rebellion Page: 3 / 194 Table of Contents Table of Contents ....................................................................................................................... 3 The Characters ...........................................................................................................................
    [Show full text]
  • Old Days in Diplomacy
    OLD DAYS IN DIPLOMACY AV/VV//V, f /" //r/f/-/ff/// /t- '///VA' //;////<//? Old Days in Diplomacy Recollections of a Closed Century BY THE ELDEST DAUGHTER OF THE LATE Sir Edward Cromwell Disbrowe, G.C.G. EN. EX. MIN. PLEN. WITH A 1'REKACE }!Y M. Montgomery=Campbell SANS PEUR. ET SANS REPROCHE LONDON JARROLD & SONS, 10 & n, WARWICK LANE, E.G. [All Rights Reserved} 1903 cbtcafton TO The Honourable Mrs. Richard Boyle. (E. V. B.) To "E. V. R" My Dear Cousin, With your kind permission I dedicate to you these rambling recollections of the daughter of an old Diplomatist. Yours very affectionately, C A. A. DISBROWE. ERRATA. ige 54, line 15, for "officer" read '-that officer. 67, ,, 13, ,, -'Trinite" ,, Trinite.'V' >, 70, ., 27, ,, "ami" ,, '-ame.*' ,, 142, ,, 10, ,, "cut" "eat.'V ,,245, " ,,20,,. "PoflFerje",, Poffertje.'VX CONTENTS. PART I. CHAPTER PAGE PREFACE ... ... ... ... ... 9 I. EARLY MISSIONS OF SIR EDWARD CROMWELL DISBROWE, G.C.G. ... ... ... .... 2^ II. FROM THE PENINSULA TO ST. PETERSBURG ... 51 III. AT THE COURT OF ST. PETERSBURG ... ... 7! IV. DEATH OF THE EMPEROR ALEXANDER ... ... 89 v. SIR EDWARD'S MEMORANDUM OF THE CONSPIRACY OF 1825 ... ... ... ... ... 105 VI. CONCERNING THE DUKE OF WELLINGTON ... 115 VII. DEATH OF LADY STRANGFORD AND ARRIVAL OF THE DUKE OF DEVONSHIRE ... ... .... 127 VIII. MOSCOW AND THE CORONATION ... 136 IX. LORD HERTFORD AND THE GARTER ... ... 156 CONTENTS. PART II. CHAPTER PACK I. FROM WALTON TO W0RTEMBERG ... ... l66 II. MORE ABOUT STUTTGART . ... ... 176 III. AN ADVENTUROUS VOYAGE ... ... ... IQO IV. IN SWEDEN ... ... ... ... ... 2OI V. HOMEWARD BOUND ... ... ... ... 22O VI. THE NETHERLANDS ... ... ... ... 237 VII. MORE ABOUT THE HAGUE ..
    [Show full text]
  • A Cultural Analysis of Free Radio In
    The Pennsylvania State University The Graduate School Department of French UNCHAINED AIRWAVES: A CULTURAL ANALYSIS OF FREE RADIO IN FRANCE, 1977 – 1981 A Thesis in French by Matthieu Dalle Submitted in Partial Fulfillment of the Requirements for the Degree of Doctor of Philosophy December 2002 The Pennsylvania State University The Graduate School Department of French LES ONDES DECHAINEES: ANALYSE CULTURELLE DES RADIOS LIBRES FRANCAISES, 1977 – 1981 A Thesis in French by Matthieu Dalle Submitted in Partial Fulfillment of the Requirements for the Degree of Doctor of Philosophy December 2002 We approve the thesis of Matthieu S. Dalle. Date of Signature Monique Yaari Associate Professor of French Thesis Advisor Chair of Committee Willa Z. Silverman Associate Professor of French and Jewish Studies Jean-Claude Vuillemin Associate Professor of French Allan Stoekl Professor of French and Comparative Literature Vera Mark Assistant Professor of French and Linguistics Frank R. Baumgartner Professor of Political Science Catherine Bertho-Lavenir Professor of History Université Blaise Pascal, Clermont-Ferrand Special Member Thomas A. Hale Liberal Arts Professor of African, French, and Comparative Literature Head of the Department of French ABSTRACT Born in the spring of 1977 and illegal until the election of François Mitterrand to the French presidency in 1981, free radio stations have dramatically altered the world of French radio. Local and specialized (mostly political, musical, and community-based), free radio stations were started by small teams and operated with modest technological means. They offered a true alternative to existing national stations. To the uniformity, rigidity, and solemnity that were the trademark of France Inter, RMC, RTL, and Europe 1, they responded with diversity, originality, and spontaneity.
    [Show full text]