Master Thesis
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Master thesis Internationale Betrekkingen in Historisch Perspectief De Europese Integratie tot 1957, de Amerikaanse overheid en de Bilderberg Groep. De Europese Integratie tot 1957, de Amerikaanse overheid en de Bilderberg Groep. De rol van de Amerikaanse overheid in het Europese integratieproces tot 1957, onder andere door middel van de Bilderberg conferenties. Auteur Renske den Hartog Studentnummer 3126323 Master Internationale Betrekkingen in Historisch Persepctief Universiteit Utrecht Faculteit Geesteswetenschappen Docent begeleider Dr. M.L.L. Segers. Datum augustus 2012 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1: De Europese eenwording: een Europees initiatief 7 - De eerste naoorlogse jaren 7 - Het Marshall Plan en de Franse angst 9 - Het Monnet Plan, het Schuman Plan en de Duitse kans 11 - De Europese Gemeenschap van Kolen en Staal 17 - De Europese Defensie Gemeenschap 19 - De Europese Defensie Gemeenschap en de Europese Politieke Gemeenschap falen 21 - De Europese Economische Gemeenschap en Euratom 23 Hoofdstuk 2: De Amerikaanse betrokkenheid bij de Europese integratie, 1945-1957 28 - De Amerikaanse betrokkenheid na de Tweede Wereldoorlog 29 - Het ontstaan van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal 34 - De Europese Defensie Gemeenschap 37 - Euratom en de Europese Economische Gemeenschap 44 Hoofdstuk 3: Het ontstaan van de Bilderberg Groep 54 - Het initiatief 54 - De oorzaken van frictie tussen de Europeanen en Amerikanen 58 - Op naar de eerste conferentie 68 Hoofdstuk 4: De Bilderberg conferenties, de Europese integratie en De Amerikaanse overheidsrol 71 - Het probleem van de ratificering van het EDG-Verdrag 72 - Economische problemen, beleid en integratie 80 - Atoomenergie 88 Conclusie 102 Literatuurlijst 105 Bijlage 114 - Bijlage 1a 114 - Bijlage 1b 119 2 Inleiding Na de Tweede Wereldoorlog moesten de Europese regeringen voor het eerst in de historie een voorbeeld nemen aan de Verenigde Staten als gevolg van haar nieuwe leidende positie in het Westen. Het was een moeilijke tijd voor Europa, waarin het Europees politieke toneel de komende vijftig jaar zou worden beheerst door de politiek van de Koude Oorlog. En dat niet alleen. De oude vijand Duitsland moest in de toekomst in toom worden gehouden en de Europese landen moesten de draad weer oppakken op politieke en economisch gebied. De wederopbouw bleef niet beperkt tot de nationale staat. Europa werd ook weer opgebouwd, maar deze keer in een geheel nieuwe vorm. Europeanen en Amerikanen werkten zij aan zij om het “nieuwe” Europa te bereiken. Naar mijn inziens was het Europees integratie proces in de kern een Europees initiatief, die zeker de nationale belangen van de staten dienden. Echter gezien de machtspositie van de Verenigde Staten en de afhankelijkheid van Europa aan de Verenigde Staten voor haar veiligheid en economische opbouw, kon Europa alleen integreren met de zegen van de Amerikaanse regering. Vooraanstaande Eurocraten en overige Europeanen gebruikte hun persoonlijke contacten met name via informele wegen om deze persoonlijke en invloedrijke contacten achter hun plannen te krijgen en op deze wijze steun van de Amerikaanse regering te verkrijgen. Zowel Jean Monnet als Jozef Retinger hadden een invloedrijke contacten in de Verenigde Staten. Deze contacten waren vaak ontstaan in de Tweede Wereldoorlog en werden tussen de Amerikanen en Europeanen na de oorlog aangehouden, waardoor er een trans-Atlantische groep vrienden en contacten ontstond van invloedrijk heren, een trans-Atlantische elite. Een uiting van organisatie van deze elite vinden wij in de Bilderberg Groep, die in 1952 werd opgericht, met als de doel de verbetering en het onderhouden van de trans- Atlantische relatie en dit doel tot vandaag de dag nastreeft. Het is interessant om na te gaan in hoeverre de beslissingen omtrent het Europese integratie proces tot het Verdrag van Rome in 1957 werden beïnvloed door een dusdanige elite of dat juist de belangen van de nationale overheden uiteindelijk van meeste invloed waren. Aangezien de Verenigde Staten de nieuwe leider was in de naoorlogse Westerse wereld rijst het idee of zij haar stempel heeft kunnen drukken, mogelijk door middel van deze elite, op het Europese integratie proces tot aan het Verdrag van Rome in 1957. De vraag die centraal staat in deze thesis is; “ Was er sprake van invloed van de Amerikaanse regering op het proces van de Europese integratie na de Tweede Wereldoorlog tot aan het Verdrag van Rome in 1957, onder andere door middel van een Trans-Atlantische organisatie als de Bilderberg groep? 3 Invloed heeft betreffende dit vraagstuk te maken met macht in de internationale relatie tussen staten. Ik sluit mij in deze thesis aan bij de definitie van macht, zoals de Harvard professor Joseph S. Nye jr. deze omschrijft en zijn concept van “soft power”1. Macht is het vermogen om andere te beïnvloeden om de uitkomst te verkrijgen die jij wilt2. Het gedrag van de ander kan op drie manieren worden beïnvloed. Door middel van dreiging en dwang (“sticks”), door middel van het betalen van de ander of overtuigen, een beweegreden te geven (“carrots”) of door middel van aantrekkingskracht, waardoor de ander wilt wat jij wilt3. Soft power omvat volgens Nye deze laatste manier4. Het is de manier om te zorgen dat anderen de uitkomsten die jij wilt ook willen5. Niet door dwang, dreiging of het overtuigen van de ander. De andere landen doen dit omdat zij willen volgen naar het voorbeeld van het desbetreffende land, de waarden van dat land bewonderen en willen bereiken wat het desbetreffende land heeft bereikt. Macht is invloed. Ik denk dat het in de jaren ’50 om deze soort invloed ging. Ook Geir Lundestad onderschrijft dat het op een dusdanige macht gaat van de Verenigde Staten. Het Amerikaans streven naar controle en domineren gebeurden op basis van Amerikaanse waarden6. Deze Amerikaanse waarden lieten de ruimte aan de Europese staten om zichzelf te organiseren. Binnen het begrip van deze soort macht maak ik onderscheid tussen directe invloed en indirecte invloed. Carl Friedrich schreef over het uitoefenen van invloed het volgende: “Influence often works most effectively by creating a certain ambiance for decisions through its effect on attitudes, beliefs and values unrelated to immediate decisions”7. De vraag is natuurlijk of de Amerikaanse regering in staat is geweest om een dusdanige atmosfeer te creëren. Als directe invloed wordt in deze thesis beschouwt als de aantrekkingskracht en de indirecte invloed zal worden beschouwd als de atmosfeer waarin bepaalde beslissingen binnen het Europese integratie proces werden gemaakt. 1 Joseph S. Nye, Jr., Bound to Lead: The Changing Nature of American Power (New York: Basic Books, 1990). 2 Joseph S. Nye en Wang Jisi, Power and Restrain: A Shared Vision for the U.S.-China Relationship, ( New York, 2009), 23. 3 Joseph S. Nye en Wang Jisi, Power and Restrain: A Shared Vision for the U.S.-China Relationship, ( New York, 2009), 24. 4 Joseph S. Nye, Jr., Soft Power: The Means to Success in World Politics (New York: Public Affairs, 2004), 6. 5 Joseph S. Nye, Jr., Soft Power: The Means to Success in World Politics (New York, 2004), 5. 6 Geir Lundestad, “Empire”by integration. The Unisted states and European integration, 1945-1997, ( Oxford 1998), . 7 Carl J. Friedrich, Man and his Goverment, ( New York, 1963), 199. 4 Het algemene beeld dat is ontstaan over de Amerikaanse regering na de Tweede Wereldoorlog is dat haar invloed groot was en dat de Europese staten niet alleen de bevrijding, maar ook haar snelle herleving van de samenlevingen voor een groot deel aan de Verenigde Staten te danken hebben. De Amerikaanse overheid veranderde resoluut van koers en zou voortaan in haar beleid zich actief bemoeien met Europa. Als gevolg stuurde zij duizenden Amerikaanse soldaten en ambtenaren naar Europa. Over de Bilderberg Groep wordt veel beweerd en er doen zich allerlei spookverhalen te ronde, die haar macht van enorme proporties aanmeten. De Bilderberg Groep zou een geheime wereldregering zijn waar alle belangrijke zaken worden besloten. Dit soort aannames berust veelal op onwaarheden. Toch is het interessant om de invloed van de Amerikaanse regering op het Europese integratie proces aan de hand van een dusdanig organisatie te onderzoeken, omdat dit nog niet eerder is onderzocht. Voor een benadering van het vraagstuk zal allereerst worden nagegaan welke rol de Amerikaanse regering in het algemeen speelden in het Europese integratie proces en of zij van directe invloed is geweest op het proces of dat de uiteindelijke beslissing voor de koers van het proces toch werd bepaald door de Europeanen. Daarna zal er nader worden ingegeaan op de Bilderberg Groep. Winand schrijft in haar boek “Kennedy, and the United States of Europe” over een netwerk dat bestond onder vooraanstaande Europeanen en Amerikanen na de Tweede Wereldoorlog. Volgens haar zorgde deze samenwerking en dit netwerk voor een informele uitwisseling van meningen tussen de Amerikanen en de Europeanen, die de Europese integratie een warm hart toedroegen. Deze uitwisseling ging vaak voorbij aan de officiële overheidskanalen om informatie uit te wisselen. Aan de Amerikaanse kant waren deze informele contacten te vinden in de hoogste kringen en bereiken zelfs de president en waren de gesprekken tussen de leden van deze elite vaak nuttiger dan een staatsbezoek van een nationaal leider8. Daarbij onderstreept zij dat figuren als Jean Monnet wel degelijk van invloed zijn geweest op het Amerikaanse beleid. Winand wil niet zeggen dat Monnet of andere Europeanen het beleid van de Amerikaanse regering bepaalde, maar ook niet dat de Amerikaanse regering de initiatieven voor Europese integratie oplegde aan Europa. Er was sprake van een kruisbestuiving tussen ideeën en visies van een Europese- Amerikaanse intellectuelen, die Europese eenwording nastreefde9. Veel historici zijn gaan aannemen dat er een verband bestaat tussen de Europese integratie en de Amerikaanse steun. Volgens deze zogenaamde traditionalisten was de Amerikaanse steun en beleid 8 P. Winand, Eisenhower, Kennedy, and the United States of Europe, ( New York, 1993), XIV. 9 P. Winand, Eisenhower, Kennedy, and the United States of Europe, ( New York, 1993), XV.