Gsaüiiveiwibte
'C or GSAÜIIVEIWIBTE CUflIIITIIIi MïtiTHI AJIAlfïïf ,7 -' y/ . •'• .'7. 's -i, . \ STELLINGEN BEHORENDE BIJ HEJ FROEFSCHRIffT VAN R. FURLER 1. De episoomtheorie over het ontstaan van het mitochon- drion is weinig plausibel. R.A, Ratt and H.R. Mahler, Science 221 O972),575 2, Doordat S. Cirendini et al. de dragergassnelheid aan 'aet einde van een chromatografische kolom gebruiken, ontstaat een geflatteerd beeld van de weergegeven re- sultaten. Tevens is het niet mogelijk een dragergas- snelheid te berekenen zonder dat men de interstitiële porositeit kent» S, Cirendini, J. Vermont, J.C. Gressin and CL. Guilleain , J. Chromat. 84 (1973),24 3. De in de mode zijnde bepaling van RNA-moleculair ge- wichten door metingen aan formaldehyde behandelde RNA's berust op dubieuze aannamen. J.M. Kaper and M.E. v/aterworth,Virology 51 (1973),183 T.O. Diener and D.R. Smith, Virology *£ (^973), 359 M.M. El Manna and G. Bruening, Virology 56 (1973),198 4, Op grond van de zeer grote verschillen in stralingska- rakteristiek van de isotopen 1-131 en 1-123 is het streven van isotopenproducenten om een zo 'schoon' mogelijk 1-123 voor diagnostische doeleinden te leve- ren in strijd met de volksgezondheid, doordat de ver- tragingen#die dit oplevert onnodige stralingsbelasting voor patiënten veroorzaakt. H. ïlishiyama et al. J.Nucl.Med. 1£ (1974),261 5« De analogie die Gilbert et al. opmerken tussen de "exchange peak" in de kolom vloaistofchromatografie met behulp van ionenwisselaar en de luchtpi.ek bij gaschromatografie is twijfelachtig. T.W. Gilbert and R.A, Dobbs, Analyt.Chem. 45 (1>73), 1390.
[Show full text]