B&W.nr. 11.0872, d.d. 13 september 2011
Onderwerp Herijking toeristisch gebied a.g.v. de wijziging in winkeltijdenwet per 01.01.2011
Besluiten:
1. de notitie ‘Herijking toeristisch gebied gemeente Leiden’ voor inspraak vast te stellen, waarin drie beleidsvarianten voor het toeristisch gebied – in de zin van de winkeltijdenwet – worden overwogen: a. de binnenstad en het stationsdistrict (handhaving huidige situatie) b. geheel Leiden (uitbreiding), c. geen (afschaffen van de huidige situatie), 2. de verslaglegging van de raadpleging van stadspartners over dit onderwerp vast te stellen, 3. in afwijking van artikel 7 van de Inspraakverordening de termijn van de inspraak te stellen op vier weken, ingaande de maandag, volgende op de besluitdatum van dit besluit;
Perssamenvatting: De winkeltijdenwet uit 1996 is gewijzigd per 1 januari 2011. Op grond van die wijziging, zijn gemeenten, die een toeristisch gebied in de zin van de winkeltijdenwet hebben aangewezen, verplicht die aanwijzing te herijken. De gemeente moet onderbouwen waarom de gemeente daadwerkelijk toeristisch is. De toeristische aantrekkingskracht dient autonoom en substantieel te zijn. De wet geeft aan welke verplichte (belangen)afweging gemaakt moet worden: a. werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel; b. de zondagsrust in de gemeente; c. de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde in de gemeente.
In de Notitie ‘Herijking toeristisch gebied gemeente Leiden’ wordt deze afweging gemaakt. Deze notitie wordt voor inspraak vastgesteld. Na verwerking van de inspraakreacties zal het college van Burgemeester en wethouders de raad voorstellen uit de drie beleidsvarianten met bijbehorende varianten winkeltijdenverordeningen, er één te kiezen. De gemeenteraad kiest door de voorkeursvariant winkeltijdenverordening Leiden 2012 vast te stellen.
Notitie ‘Herijking toeristisch gebied gemeente Leiden’
1. Inleiding
Per 1 januari 2011 is de winkeltijdenwet gewijzigd. De winkeltijdenwet regelt de kaders waarbinnen de gemeente een verordening winkeltijdenwet moet opstellen. Deze wet regelt ook wanneer winkels geopend mogen zijn en wanneer ze gesloten moeten zijn. Door middel van een gemeentelijke verordening winkeltijden Leiden worden vrijstellingen geregeld op basis van de wet. De gemeente Leiden heeft de verordening gewijzigd in 2009. De winkeltijdenwet biedt onder andere beleidsvrijheid voor de gemeenten ten aanzien van de zondagopenstelling. Naast de wettelijke mogelijkheid om in de gemeente 12 koopzondagen aan te wijzen, kan een gemeente meer zondagen aanwijzen als koopzondag op basis van de aanwijzing van een toeristisch gebied. Leiden heeft in haar Verordening Winkeltijden zo een gebied vastgesteld, dat de binnenstad en het stationskwartier omvat.
Gevolg van de wijziging van de winkeltijdenwet voor de gemeente Leiden is, dat het toeristisch gebied verplicht vóór 1 januari 2012 heroverwogen moet worden. De gemeente moet onderbouwen waarom de gemeente daadwerkelijk toeristisch is in de zin van de winkeltijdenwet. De toeristische aantrekkingskracht dient autonoom en substantieel te zijn. De Wet geeft aan welke verplichte (belangen)afweging gemaakt moet worden.
a. werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel; b. de zondagsrust in de gemeente; c. de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde in de gemeente.
Het resultaat van deze afweging moet een Verordening Winkeltijden Leiden opleveren, waarin bovengenoemde belangen gewogen zijn, op basis waarvan er (al dan niet gewijzigd) een toeristisch gebied in Leiden wordt vastgesteld.
In de bestuursovereenkomst 2010 - 2014 “Samen Leiden” is over de koopzondag of over het toeristisch gebied geen nadere afspraak gemaakt of richtinggevende positie ingenomen. Het onderwerp is in dat opzicht een vrije kwestie. Niettemin vereist de wet dat de gemeente opnieuw een afweging maakt. 2. Beleidsalternatieven en aanpak
In het college van 22 maart 2011 heeft het college besloten op belangrijke kaderstellende nota’s de raad door middel van een startnotitie meerdere alternatieven voor te leggen. De ‘nota koopzondagen’ (bedoeld wordt de herijking van het toeristisch gebied in Leiden op grond van de aangenomen wet) vormt in het besluit een van de drie pilots.
Het college stelt voor drie alternatieven te onderzoeken. Deze alternatieven betreffen:
1. Het toeristisch gebied handhaven zoals het nu is vastgesteld in de verordening: variant binnenstad en stationsgebied (Bestaand Toeristisch Gebied) 2. Het toeristisch gebied uitbreiden naar geheel Leiden (Uitbreiding Toeristisch Gebied), 3. De toeristische status voor Leiden afschaffen en uitgaan van maximaal 12 koopzondagen per jaar op basis van de wet (Geen Toeristisch Gebied).
De varianten zullen gemakshalve aangehaald worden als: BTG, UTG en GTG.
In deze notitie zullen de bovengenoemde beleidsalternatieven kort op haalbaarheid en consequenties beschreven worden. Het college presenteert op voorhand objectief de drie alternatieven. Na het verwerken van de inspraakreacties geeft het college zijn voorkeur aan in een raadsvoorstel. Het is vervolgens aan de gemeenteraad om deze voorkeur - al dan niet gewijzigd – al dan niet over te nemen. Hierna beschrijven we de varianten. Elke keuze, dus ook die voor de bestaande situatie, dient onderbouwd te worden.
Voordat het college de bovengenoemde beleidsalternatieven wil voorleggen aan de raad, zijn de relevante partners in de stad geraadpleegd en zal de onderhavige notitie in de inspraak worden gelegd. De resultaten van de raadpleging van de stad zijn in de bijlagen bij deze notitie gevoegd en verderop in deze notitie zal daar nader aandacht aan worden besteed.
Dan volgt nu de beschrijving van de drie beleidsalternatieven.
Bestaand Toeristisch Gebied (BTG) a) handhaven toeristisch gebied. Leiden heeft goede argumenten om als toeristische stad aangemerkt te kunnen blijven. De historische Leidse binnenstad met zijn vele musea, culturele voorzieningen, grachten en monumenten in combinatie met het stationsgebied met zijn hotels en andere voorzieningen, heeft voldoende autonome, substantiële toeristische aantrekkelijkheid. Een en ander blijkt uit de beschrijving van de toeristische attracties en het substantiële, autonome bezoek, dat deze opleveren. (Zie bijlagen: Feitenblad Toeristisch Bezoek aan Leiden in 2010 en Motivering Toeristisch gebied Leiden).
Samengevat komt deze toeristische aantrekkelijkheid op het volgende neer: Door ruim 1 miljoen bezoekers worden jaarlijks bijna 2,4 miljoen bezoeken afgelegd in de stad, waarvan een derde deel een cultureel motief heeft (met name een museum; bijna 750.000 bezoeken in 2010). Qua bezoekersaantallen staat Leiden op de 15-de plaats in Nederland. In de toeristische sector zijn 8.000 banen, die ongeveer een zevende van het totaal aantal banen in Leiden uitmaken. Vermeldenswaard is nog dat van de bezoeken aan de stad 77% een ander hoofdmotief heeft dan winkelen. Totaal kende Leiden in 2010 ruim 190.000 hotelovernachtingen. Naast deze feiten, kan de gemeente Leiden als toeristische attractie ook afgemeten worden aan de vermeldingen in toeristische gidsen, zoals de Michelingids, Capitoolreisgids en de Lonely Planet. In alle drie wordt een substantieel aantal pagina’s aan Leiden en haar bezienswaardigheden besteed. Tenslotte moet nog vermeld worden dat de stad ook veel toeristisch bezoek trekt, dat noch winkelbezoek, noch cultuur als eerste bezoekfactor noemt. In deze categorie valt familiebezoek, maar ook (semi)zakelijk bezoek. In de stad wonen veel westerse allochtonen, niet in de laatste plaats door de aanwezigheid van een universiteit en het Biosciencepark. Deze instellingen trekken door hun simpele bestaan al veel toeristen naar de stad.
Zoals uit de bijlagen blijkt, ligt het accent van de Leidse toeristische aantrekkelijkheid in de binnenstad. Verderop in deze notitie (zie UTG) zal aangetoond worden, dat er ook toeristische attracties buiten de binnenstad zijn. b) Werkgelegenheid Elke zondag mogen de winkels in de binnenstad en het stationsgebied open zijn. Een beperkt aantal grootwinkelbedrijven maakt gebruik van die mogelijkheid (zoals V&D en de Hema). Er is door de gemeente getracht door middel van het onderzoek onder winkeliers vast te stellen welke werkgelegenheid er met de koopzondagen is gemoeid. Daar geeft het onderzoek geen antwoord op door beperkte response op dat punt. Natuurlijk is er werkgelegenheid mee gemoeid met de zondagopenstelling. Voor grote ketenbedrijven loont het de moeite om open te gaan, terwijl dat voor kleinere vaak niet loont. De ketenbedrijven hebben personeel in dienst, dat bereid is op zondag te werken; vaak ook jongeren, die nog op school zitten en een bijbaantje hebben op zondag. In landelijk verband is er onderzoek gedaan naar de werkgelegenheidseffecten van de koopzondag. Voor de nationale economie in zijn geheel werd de koopzondag als een marginaal effect becijferd. (zie: CPB Document No 191, September 2009: “Economische gevolgen beoogde aanpassing Winkeltijdenwet”). Het belang van veel kleine winkeliers wordt minder gediend. Velen gaan immers niet open met de winkel, ook al is dat toegestaan. Men vindt dat men te weinig omzet en/of omdat men minimaal één rustdag in de week wenst. Op de door de binnenstadondernemers afgesproken koopzondagen is het grootste deel van de winkels geopend. Het is dan ook merkbaar drukker in de stad.
c) Zondagsrust De zondagsrust is voor bepaalde groeperingen de belangrijkste overweging om tegen winkelopening op zondag te zijn. Men wenst op zondagen gevrijwaard te worden van koopdrukte tijdens de kerkgang. En men wenst winkeliers en hun eventuele personeel te beschermen tegen het verplicht werken op zondag. De huidige praktijk is zodanig dat de zondagsrust gewaarborgd is tijdens de kerkdiensten op de zondagochtend. Over de zondagsrust op dat tijdstip zijn geen klachten binnengekomen. Ook niet na het aanschrijven van alle religieuze organisaties en kerkgenootschappen in de stad. Er is slechts één telefoontje bij de behandelend ambtenaar binnengekomen, waarin vastgesteld werd door de vertegenwoordiger van Hartebrugkerk, dat de huidige praktijk (tot 12 uur geen winkelopening op zondag) goed functioneert. d) Leefbaarheid, veiligheid en openbare orde De leefbaarheid, veiligheid en openbare orde hebben in de praktijk van de zondagopenstelling van winkels in het toeristisch gebied in Leiden niet onder druk gestaan. De politie benadrukt dat leefbaarheid en veiligheid beleidsterreinen zijn, die in eerste instantie onder de bevoegdheid van de gemeente vallen, Zodra de openbare orde in het geding is, is de politie de eerstaangewezen organisatie om op te treden. Uit overleg met de politie blijkt, dat er geen merkbaar verschil is in inzet van politiemensen. Ook is er geen merkbaar verschil in vormen van criminaliteit (winkeldiefstallen, berovingen en inbraken). Een beleidsmatig afgesproken koopzondag of zondagen waarop slechts een aantal zaken zijn deuren opent, maakt voor de openbare orde geen verschil. De VNG heeft zich in het verleden op het standpunt gesteld, dat de bepalingen rond leefbaarheid, veiligheid en openbare orde eigenlijk niet in de winkeltijdenwet opgenomen hadden moeten worden, omdat deze nadrukkelijk het domein van de burgemeester en de gemeente vormen. Uit de ervaringen van de politie Hollands Midden met Leiden kan afgeleid worden dat deze aspecten ook niet onderscheidend zijn in dit opzicht. e) Handhaven BTG een goed alternatief? Op grond van bovenstaande feiten en ervaringen, kan de BTG-variant als een goed alternatief worden gezien om opgenomen te worden in de nieuwe Verordening. Leiden is onmiskenbaar een autonome toeristische attractie, die substantiële hoeveelheden toeristen trekt. Het voordeel van het bestaande toeristische gebied is dat er wat meer werkgelegenheid in de binnenstad is, met name voor jongeren die een bijbaan hebben; vaak bij een van de grote winkelketens. De zondagsrust, de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde zijn niet in het geding, noch op de vastgestelde koopzondagen, noch op de overige zondagen.
Uitbreiding Toeristisch Gebied (UTG)
De oorspronkelijke bedoeling van de indieners van de Winkeltijdenwet was, dat winkeliers meer vrijheid zouden krijgen in het zelf bepalen van de openingstijden. In dat kader ligt het voor de hand die intentie in een variant voor Leiden uit te werken. De UTG variant biedt op twee manieren meer ruimte: voor de individuele ondernemer om te overwegen open te gaan, maar ook meer ruimte in de gemeente Leiden, waar op zondag de winkel geopend mag zijn. Als het gaat om de uitbreiding van het gebied, ligt het voor de hand het hele grondgebied van Leiden als toeristisch gebied aan te wijzen. De wet en de wijziging daarin biedt daar de ruimte voor. a) Verruimen toeristisch gebied tot de gehele gemeente Meer vrijheid voor de winkels, die nu buiten het huidige toeristische gebied liggen, is alleen te realiseren door het toeristisch gebied uit te breiden, zodat ze er binnen komen te liggen. Op basis van het uitgebreide toeristische gebied kunnen de winkels in de buitenwijken van Leiden geopend zijn op zondag. De gemeente Leiden zal niet de eerste gemeente zijn, die haar hele grondgebied aanwijst als toeristisch gebied. Grote steden als Amsterdam en Rotterdam, maar ook middelgrote steden als Deventer en Maastricht hebben dat al eerder gedaan. Het is de bevoegdheid van de gemeente, indien aangetoond kan worden dat de gemeente autonoom en substantieel toerisme aantrekt. Het maakt dan voor de wet niet uit of dat toerisme vooral in de binnenstad terechtkomt of elders in de stad.
Zoals al eerder gesteld, moet de gemeente over toeristische attracties beschikken, die een autonome aantrekkingskracht hebben (d.w.z. de winkels zelf mogen niet de eerste reden van het bezoek zijn) en de toeristische toestroom moet van een substantiële grootte zijn. Is het redelijk te stellen dat geheel Leiden als een autonome en substantiële toeristische attractie is? Daartoe gaan we na welke andere toeristische attracties er in Leiden zijn buiten de binnenstad. Nogmaals, de wet vereist dat niet, maar deze exercitie wordt vooral gemaakt om aan te tonen, dat de toeristische aantrekkingskracht niet alleen op de binnenstad betrekking heeft, hoewel daar natuurlijk wel het accent ligt.
Naast de historische Leidse binnenstad met vele (rijks)musea, culturele voorzieningen, grachten en monumenten en het stationsgebied met hotels en andere voorzieningen, zoals parkeerplaatsen voor toeristische touringcars, kunnen de volgende locaties als toeristisch worden aangemerkt in en grenzend aan de gemeente Leiden: Het museum Naturalis, dat een kwart miljoen bezoekers per jaar trekt (Pesthuiswijk aan de zeezijde van het station). Er zijn parken die veel publiek trekken: de Leidse Hout in het Boerhaave kwartier, Polderpark Cronestein aan de oostzijde van Leiden en het Archeologische park Matilo in Roomburg. Sportvelden en zwembaden zijn ook publiekstrekkers. Het gehele Leidse gebied wordt doorsneden door vele waterwegen, waarvan de Oude en Nieuwe Rijn de kenmerkendste zijn (waar zij samenkomen ligt de Burcht). Het binnenstedelijke vaarwater staat in rechtstreekse verbinding met het plassengebied De Kaag. Het scharnierpunt daarvan is de toeristische haven ten oosten van de Leidse binnenstad. De recreatieve Vlietlanden in Voorschoten (met jachthaven) grenzen aan de zuidzijde van Leiden aan de gemeente en zijn met drukke recreatieve vaarroutes met Leiden verbonden De niet-binnenstedelijke hotels, die bovendien niet in het stationsgebied liggen, bevinden zich aan de westzijde van de stad nabij de A44: Holiday Inn bij het transferium, de Haagsche Schouw vlakbij het Valkenburgse meer en aan de oostzijde van de stad nabij de A4 het Bastion hotel. Aan de rand van de gemeente liggen attracties die hun uitstraling op Leiden als toeristisch gebied hebben: de kastelen Poelgeest en Endegeest, het belevingscentrum rond het menselijk lichaam Corpus in Oegstgeest en het landelijke recreatiedorp Wamond aan het Joppe. Het eerder genoemde recreatieve Valkenburgse meer ligt aan de westrand van Leiden. Door het jaar heen zijn daar diverse vormen van recreatie en toerisme gaande: zwemmen, vissen, windsurfen. Er is daar ook een toeristische smalspoorbaan aanwezig.
In het verleden is als toeristisch gebied gekozen voor de binnenstad en het stationsgebied omdat daar aantoonbaar de meeste toeristische attracties liggen en de meeste evenementen plaatsvinden. Zoals hierboven is weergegeven, kan er goed onderbouwd worden waarom de gehele gemeente Leiden aangemerkt kan worden als toeristisch. Overigens wordt dat niet vereist door de wet. Aantonen dat de gemeente toeristisch is, voldoet om de gehele gemeente aan te wijzen als toeristisch gebied in de zin van de winkeltijdenwet. b) Werkgelegenheid In deze variant, zullen er meer winkels, vooral in de voedselbranche (food), opengaan. Dat heeft een positieve invloed op de werkgelegenheid. De verwachting is dat supermarkten aan het Kooiplein, Kopermolen, Luifelbaan, Stevensbloem, Wagnerplein en Diamantplein hun zaken zullen openen. Dat zal een toename van de werkgelegenheid tot gevolg hebben. Er is geprobeerd dat door middel van het onderzoek onder winkeliers kwantitatief te onderbouwen. Dat is niet gelukt vanwege de te geringe response, met name ook op die bewuste vragen. De verwachting is niet dat er veel non-food zaken open zullen gaan in de buitenwijken, omdat dat voor die zaken nauwelijks lonend zal zijn. Er zijn echter voorbeelden, waarbij die zaken toch opengaan op koopzondagen buiten de binnenstad. Non-food winkeliers met weinig of geen personeel zullen nauwelijks tot geen nadeel ondervinden van de extra opening van de supermarkten in ‘hun’ winkelgebied. In het CPB rapport uit 2009 over de effecten op de werkgelegenheid van de koopzondagen, is landelijk berekend. Op lokaal niveau zijn daar moeilijk kwantitatieve conclusies uit te trekken, hoewel een de richting waarin de werkgelegenheid zich ontwikkelt, wel is vast te stellen. c) de zondagsrust in de gemeente Wat geldt voor de binnenstad geldt in deze ook voor de buitenwijken. Op grond van ervaringen in de binnenstad, is niet te verwachten dat openstelling van winkels na 12:00 uur op zondag een belemmering zullen vormen voor de zondagsrust ter plaatse van de geopende winkels. d) de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde in de gemeente. Bij de BTG variant is gerapporteerd over de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde. Het lijkt op voorhand niet aannemelijk, dat deze grootheden substantieel beïnvloed zullen worden in de buitenwijken als gevolg van de openstelling van winkels op zondag. De ervaringen met koopzondagen in de binnenstad geven daar geen aanleiding toe. e) Is de beleidsvariant UTG een goed alternatief? Op grond van bovenstaande overwegingen kan geconcludeerd worden, dat er in de binnenstad niet veel zal veranderen als tot deze variant wordt besloten. De vastgestelde koopzondagen zullen even succesvol blijven en de overige koopzondagen zullen zoals nu ook het geval is, veel minder kooppubliek trekken dan op de vastgestelde zondagen, waarop veel meer winkels open zijn. In de buitenwijken zullen de meeste supermarkten naar verwachting hun deuren gaan openen. Hoewel ook andere winkels in de buitenwijken open mogen gaan in deze variant, zal dat naar verwachting niet vaak gebeuren. De UTG-variant zal er dus voor zorgen, dat vooral de supermarkten in de buitenwijken elke zondag open zullen zijn. De zondagsrust, de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde zijn niet in het geding als de winkels (ook in de buitenwijken) elke zondag open mogen.
Geen Toeristisch Gebied (GTG)
Ten slotte is de GTG variant mogelijk. Er is op dit moment sprake van een toeristisch gebied in de gemeente Leiden, te weten in de binnenstad en het stationsgebied. Dat wordt in deze variant afgeschaft. a) afbakening toeristisch gebied De afbakening van het toeristisch gebied is in zoverre van toepassing, dat het regime van winkelopeningstijden, dat nu geldt voor de binnenstad en het stationsgebied, zal verdwijnen. Met een wettelijke overgangsregeling zal het dan niet meer mogelijk zijn voor winkels in de binnenstad om op basis van de Verordening Winkeltijden Leiden elke zondag open te zijn buiten de koopzondagen die zijn vastgelegd bij B&W-besluit. Voor de goede orde, het is in deze variant wel mogelijk voor de gehele stad 12 koopzondagen vast te stellen. Die moeten dan wel op dezelfde zondagen plaatsvinden in de hele gemeente. b) werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente De werkgelegenheid en de bedrijvigheid worden negatief beïnvloed. Er is onderzoek gedaan om zicht op te krijgen op de omvang van dit effect, maar door de geringe response is daar geen kwantitatieve uitspraak over te doen. Een aantal grootwinkelbedrijven zal zijn deuren moeten sluiten en er zal sprake zijn van omzetverlies. Het is moeilijk de precieze omvang te berekenen van dat omzetverlies. Een deel van de zondagomzet zal verschuiven naar een andere deel van de week, maar er zal ook een deel verdwijnen naar de grote steden als Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Naast het directe omzetverlies van de grootwinkelbedrijven, zal de gemeente Leiden ook een signaal afgeven naar investeerders in die bedrijven. Dat signaal zal niet positief zijn, op zijn hoogst neutraal, maar eerder negatief: in Leiden moet je niet zijn. Als een groot deel van het winkelend publiek een vrije dag heeft, zitten de winkels dicht. Een mogelijk positief aspect van het afschaffen van het toeristisch regime is, dat er meer helderheid ontstaat bij consumenten over wanneer er wel en wanneer er geen koopzondag is. Door gezamenlijk optrekken van groot- en kleinwinkelbedrijf zou deze variant de vastgestelde koopzondagen tot een groter succes kunnen maken. De omzet en de werkgelegenheid zullen stijgen. Het is onwaarschijnlijk, dat de omzetdaling in de rest van het jaar (buiten de 12 vastgestelde koopzondagen) voor het grootwinkelbedrijf voldoende gecompenseerd kan worden door een omzetverhoging op de 12 vastgestelde koopzondagen. c) de zondagsrust in de gemeente De zondagsrust wordt - ook in de beleving van veel religieuze organisaties uit Leiden - niet bedreigd. Een verder terugdringen van de winkelopeningstijden op zondag zal de zondagsrust niet noemenswaardig beïnvloeden. d) de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde in de gemeente. Waarnemingen van de politie maken duidelijk dat deze drie grootheden niet of zo goed als niet samenhangen met het opengaan van winkels. e) Is de GTG-variant een goed alternatief? De variant biedt de mogelijkheid van 12 vast te stellen koopzondagen door het college voor geheel Leiden. Die koopzondagen zijn goed voor het voetlicht te brengen van het publiek. Immers alle andere zondagen zijn alle winkels (behalve eventuele avondwinkels) in geheel Leiden in principe gesloten. De gemeente kan winkeliers niet dwingen open te gaan, ook niet op koopzondagen. Dus enige onduidelijkheid zal er altijd wel blijven of een winkel open gaat of niet. Als de gemeente zou willen kiezen voor meer dan 12 koopzondagen per jaar, dan is de toeristische bepaling nodig om dat mogelijk te maken. Dat kan dus niet in de GTG-variant. De supermarkten zullen geen gebruik gaan maken van de mogelijkheid op zondag open te gaan, want de consument wil de supermarkten elke zondag open. Die wens komt sterk naar voren uit het LeidenPanel. De GTG-variant leent zich meer voor eens in de maand winkelen, dan voor eens in de maand boodschappen doen. De optie lijkt niet goed aan te sluiten op het door de gemeenteraad vastgestelde beleid ten aanzien van de binnenstad. Onlangs stelde de raad vast, dat de detailhandel magere jaren doormaakt. De crisis, het internet en de concurrentie uit de omgeving (Den Haag Amsterdam; elke zondag open) dragen daar aan bij. Maar ook Noordwijk en Warmond zorgen elk op hun manier voor concurrentie. De raad heeft het Centrummanagement gevraagd een extra inspanning te leveren voor de aantrekkelijkheid van de binnenstad. Sommigen wijzen op het gevaar, dat met de GTG-variant een verkeerd signaal wordt afgegeven aan de grote winkelbedrijven om in Leiden te investeren. Terwijl het programma binnenstad uitdrukkelijk inzet op de acquisitie van grote modezaken bijvoorbeeld. De consument zal in deze variant, gezien de reacties uit het stadspanel, eerder kiezen in Den Haag, Amsterdam of Rotterdam te gaan winkelen. Ook is bij de GTG-variant de zondagsrust, de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde gewaarborgd. Planning Herijking toeristisch gebied Datum Platform Actie Resultaat Raadplegen betrokken (*) a) Lijst organisaties waarmee Vooroverleg partijen op grond van overleg is gevoerd, b) overzicht van 1 jun. - 29 met voorgenomen reacties, standpunten en voorstellen aug. 2011 betrokken collegebesluit varianten c) concept voorkeuze voor het partijen toeristisch gebied college Collegevoorstel: kennisnemen van de resultaten van het raadplegen van de stad, kennisnemen van 3 Nemen collegebesluit varianten toeristisch gebied met varianten Herijking 13 sep. 2011 B&W bijbehorende toeristisch gebied i.h.k.v. conceptverordeningen , voor Winkeltijdenwet inspraak vast te stellen de notitie Herijking toeristisch gebied gemeente Leiden a) Lijst van partijen die gereageerd 19 hebben op de inspraak, b) Reacties september - Betrokken Inspraakreacties door van deze partijen, c) concept 17 oktober partijen betrokken partijen standpunt van college m.b.t. deze 2011 reacties College maakt Raadsvoorstel Herijking toeristisch 25-10-2011 B&W raadsvoorstel en stelt gebied met varianten en voorstel voorkeursvariant voor voorkeursvariant Raadscom- Horen insprekers in de 17-11-2011 Verslag van de Griffie missie W&F commissie WF Behandeling raadsvoorstel Raadscom- 8-12-2011 Herijking toeristisch Concept raadsbesluit missie W&F gebied Raadsbesluit, met opdracht aan Gemeente- Behandeling concept college voorkeursvariant in 22-12-2011 raad raadsbesluit Verordening Winkeltijdenwet te verwerken Opstellen Verordening Raadsvoorstel Vaststelling 10-01-2012 B&W Winkeltijdenwet Leiden op Verordening Winkeltijden Leiden met basis van voorkeursvariant
Vaststellen van de Raadsbesluit vaststelling Gemeente- 26-01-2012 Verordening Winkeltijden Verordening Winkeltijden Leiden per raad Leiden 1 januari 2012 met toelichting 3. Communicatie met belanghebbenden
Er is in juni t/m augustus 2011 op verschillende wijzen met alle doelgroepen gecommuniceerd. Dat is op de volgende wijze gegaan: a. Consumenten zijn vertegenwoordigd door een uitnodiging aan het stadspanel (847 in aantal) deel te nemen aan een enquête over de koopzondagen, b. Alle lokale winkeliers (cirka 900) zijn aangeschreven met het verzoek een enquête in te vullen over de koopzondagen, c. Alle religieuze organisaties (40) in Leiden zijn aangeschreven en ingelicht over de aanpak van de gemeente Leiden en hebben het aanbod gekregen voor een gesprek d. Er is een gesprek gevoerd met de Politie Hollands Midden over met name de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde, verband houdend met de koopzondagen in Leiden.
Alle informatie uit deze onderzoekingen treft u aan in een bijlage van deze notitie. Voor zover de informatie een of meerder opties ondersteunt, dan wel bestrijdt, is die informatie in het onderhavige stuk verwerkt. Hieronder gaan we per onderzoek kort samenvattend in op de resultaten.
4. Opvattingen over koopzondagen onder winkeliers
In de rapportage over het onderzoek onder alle winkeliers in de gemeente Leiden is integraal weergegeven, welke standpunten de winkeliers innemen ten aanzien van het onderwerp om het toeristisch gebied uit te breiden, hetzelfde te houden of af te schaffen. Wat opvalt is, dat van de 900 winkeliers er 120 hebben gereageerd, waar van iets meer dan de helft in het centrum en iets minder dan de helft daarbuiten. We hadden een wat hogere response verwacht. Misschien is de reden, dat er een paar jaar geleden ook al veel aandacht was in Leiden voor de koopzondagen. Dat bijna de helft van de reagerende winkeliers buiten de binnenstad zit, geeft aan dat de betrokkenheid bij het onderwerp wat hoger is. Er zijn immers minder winkeliers buiten de binnenstad dan daarbinnen.
De winkeliers zijn verdeeld in hun voorkeur voor de drie alternatieven: 32% is voor uitbreiding van het toeristisch gebied naar de hele stad, 30% is voor behoud van de huidige situatie en 38% is voor het afschaffen van het toeristisch gebied in de hele stad. Een ruime meerderheid van de winkeliers is dus voor minimaal het behoud van het toeristisch gebied.
Hoewel de maatschappelijke discussie anders doet vermoeden, doen winkeliers, die niet op zondag open gaan, dit vooral om een dag vrij te hebben voor familie en ontspanning. De geloofsovertuiging speelt daarbij nauwelijks een rol. Er is enige animo buiten het toeristisch gebied om de winkel open te hebben. Van deze winkeliers maakt per toegestane dag ongeveer 20% hiervan gebruik. De animo om open te gaan in het toeristisch gebied loopt uiteen van 16% altijd tot 37% nooit. Een eenduidig beeld voor de consument creëren van de winkelopeningstijden tijdens de koopzondagen in welke variant dan ook, zal niet eenvoudig zijn. Immers, de wet en de verordening regel de mogelijkheid om open te gaan, niet de verplichting.
In het eigen commentaar van sommige winkeliers klinkt de roep om de concurrentie te beperken met behulp van de winkeltijdenwet. Dat is niet toegestaan. Soms meent men ook dat er een vaste koopzondag per maand vastgesteld kan worden, en daarbovenop nog een aantal speciale zondagen, zonder de vaststelling van een toeristisch gebied. Dat kan niet. Daar is een vastgesteld toeristisch gebied voor nodig. Er wordt ook een aantal keren voorgesteld om koopavonden in te ruilen voor koopzondagen (of andersom). De trend is nu juist dat koopavonden het steeds minder goed doen.
5. Uitkomsten van de enquête koopzondagen onder het LeidenPanel
Wat allereerst opvalt is dat de response onder de panelleden een factor vijf hoger ligt dan die onder de winkeliers: 66%. Dat doet vermoeden dat het onderwerp onder consumenten meer leeft dan onder de winkeliers. Zij zitten er op een andere manier in dan winkeliers, maar ook in de uitslagen over de vraag of het toeristisch gebied uitgebreid zou moeten worden, is een veel groter deel positief: 45%. Meer dan 2/3 van de panelleden bezoekt op zondag wel eens een supermarkt en een kwart van de respondenten doet dat elke week. Ruim de helft (61%) winkelt ook wel eens op zondag, maar elke week winkelen doet een veel kleiner percentage (9%). Deze cijfers ondersteunen de gedachte dat consumenten het prettig vinden op zondag een supermarkt tot hun beschikking te hebben. Het geloof speelt bij een grote meerderheid geen rol bij de beslissing om wel of geen winkels te bezoeken op zondag. De meeste panelleden vinden de stad gezelliger als de winkels open zijn op zondag. Veiligheidsoverwegingen spelen geen enkele rol. Iets wat door de politie ook bevestigd wordt. Wat wel een rol speelt, is dat men in meederheid vindt dat de winkeliers de opening zelf moeten kunnen regelen. Geen bemoeienissen van de overheid. En dan komt het mooi uit – vooral voor mensen die een drukke baan hebben en ook zaterdag veel verplichtingen hebben – dat men op zondag rustig kan winkelen. De belangrijkste overweging die wordt aangedragen om de winkeltijden te beperken, is de bescherming tegen al te lange werktijden van zelfstandige winkeliers. Wat uit de individuele antwoorden vaak blijkt, is dat als consumenten hun weg in Leiden niet kunnen vinden, ze hun heil elders zoeken: voor de supermarkt gaat men naar Warmond of Oegstgeest, als bijvoorbeeld de supermarkt in de Merenwijk niet opengaat. Of men gaat winkelen in Den Haag op zondag.
6. Uitkomsten raadpleging van religieuze organisaties
Over deze raadpleging kunnen we kort zijn. De grootst mogelijke meerderheid heeft niet gereageerd op de brief die de gemeente verstuurd heeft met de uitnodiging voor een gesprek. De conclusie kan er maar éen zijn: het onderwerp leeft niet. Er is 1 reactie binnengekomen van het beheer van de Hartebrugkerk, de kerk waar men als eerste aan denkt als het zou gaan om mogelijke conflicterende belangen tussen godsdienstoefening en winkelbezoek. Men sprak met tevredenheid over de huidige regeling en ervaart geen last. Het verzoek luidde wel of de zondagsrust tot een uur of 11 gewaarborgd kon worden. De huidige regeling in de binnenstad voorziet daar in. Mogelijk staat deze reactie van de Hartebrugkerk model voor de overige religieuze organisaties. De regeling voor de koopzondagen in het toeristisch gebied voldoet en men ziet geen reden om in de pen te klimmen.
7. Tenslotte
De wetgever verplicht de gemeente het toeristisch gebied te herijken. Wat betreft de zondag biedt de winkeltijdenwet genoeg mogelijkheden om per gemeente tot een goed openingstijden regime te komen. In Katwijk zijn er op geen enkele zondag winkels open. In grote steden als Amsterdam en Rotterdam kan elke winkel alle dagen open. In Utrecht heeft men na een referendum over het onderwerp besloten tot 12 koopzondagen. Naar verluidt ook tot tevredenheid. Zoveel steden, zoveel winkeltijden regimes op zondag, lijkt het wel. Het is aan Leiden om haar eigen weg te vinden. Belangrijke spelers op dit veld zijn, uiteraard de consumenten, de lokale winkeliers en de grotere winkelketens. Tot welke variant ook besloten wordt, veel zal afhangen van een goede samenwerking in de stad, juist om tot een helder winkeltijdenregime te komen op zondag, maar ook om mooie combinaties te maken tussen de Leidse detailhandel, de horeca en de cultuur, of breder de vrijetijdssector. Daar zijn alle partijen bij gebaat 8. Bijlagen Bij deze notitie behoren een 6-tal separate bijlagen, te weten 1. Motivering toeristisch gebied a) alleen binnenstad b) gehele stad 2. Feitenblad toeristisch bezoek aan Leiden in 2010 3. Rapportage enquête koopzondagen – Winkeliers 4. Rapportage enquête koopzondagen – LeidenPanel 5. Geraadpleegde organisaties 6. Overzicht: 3 varianten Verordening Winkeltijdenwet Leiden met onderscheiden toelichtingen per artikel. 1. Motivering Toeristisch gebied a. Scenario alleen binnenstad De binnenstad van Leiden (het gebied binnen de singels + stationskwartier) kan worden aangemerkt als toeristisch gebied. Precies dit gebied is de focus van het Programma Binnenstad, een meerjarig traject waarin vele projecten samenkomen om te komen tot een aantrekkelijke Leidse binnenstad die meer bezoekers trekt, die meer uitgeven en een hogere waardering geven. De belangrijkste publiekstrekkers bevinden zich hier: de historische stadskern van Leiden met als gezichtsbepalende elementen de Burcht, vele monumentale woningen, kerken en andere gebouwen het kernwinkelgebied met zeshonderd winkels dat driehonderdduizend bezoekers per week trekt zeven musea, die samen een half miljoen bezoekers per jaar trekken culturele voorzieningen zoals de Leidse Schouwburg (oudste van Nederland), de Stadsgehoorzaal, het LAK theater, het poppodium LVC die samen tweehonderdduizend bezoekers per jaar trekken drie bioscopen waar per jaar driehonderdduizend mensen naar de film gaan de parken zoals het van der Werfpark, het Plantsoen en de rest van de groene Singelrand die in de komende jaren wordt omgevormd tot het langste stadpark ter wereld (6 km) en niet te vergeten de Leidse grachten met de kenmerkende terrasboten en vele pleziervaarders.
Een selectie van toeristisch attracties:
Markante historische gebouwen Herenlogement Academiegebouw Latijnse School (Rembrandt) De Waag en Boterhal Stadhuis Gemeenlandshuis van Rijnland Gravensteen Stadstimmerwerf Morspoort en Zijlpoort Molen de Put Leidse Sterrenwacht Musea Rijksmuseum van Oudheden Stedelijk Museum de Lakenhal American Pilgrim Museum Sieboldhuis (Japan) Bibliotheca Thysiana Rijksmuseum voor Volkenkunde Stedelijk Museum Molen de Valk Museum Boerhaave Academisch Historisch Museum Pilgrim Archives Leiden / Pilgrim Museum Museum het Leids Wevershuis Overig Regionaal Archief Leiden RAP Architectuurcentrum
Gebedshuizen Pieterskerk Hooglandse Kerk Lokhorstkerk Marekerk Hartebrugkerk Synagoge Lodewijkskerk
Locaties/ routes De Burcht Rapenburg De Leidse Loper Koornbrug Visfontijn Vele Leidse hofjes Hortus Botanicus Museumhaven Kort Galgewater Muurgedichten
Grote evenementen Lakenfeesten Oktoberfeesten (Leidens Ontzet) Nationaal Straatmuzikantenfestival “de Gouden Pet” Leidse waterdagen, waaronder het Rapenburg concert Leidse Jazzweek Open monumentendagen Museumnacht In 2011: Het Glazen Huis
Ambitie Beste binnenstad in 2017 b. Scenario hele stad Het hele Leidse grondgebied kan worden aangemarkt als toeristisch gebied. Belangrijke publiekstrekkers zijn: de historische Leidse binnenstad met veel winkels, musea, culturele voorzieningen, grachten, en monumenten museum Naturalis, dat een kwart miljoen bezoekers per jaar trekt grote groengebieden als Leidse Hout en Polderpark Cronesteyn het hele Leidse oppervlak wordt doorsneden door vele waterwegen, waarvan de Oude en Nieuwe Rijn de kenmerkendste zijn. Daarnaast biedt het water toegang tot het plassengebied De Kaag. vlak over de rand van de gemeente liggen daarnaast nog attracties die hun uitstraling op Leiden als toeristisch gebied hebben: de kastelen Poelgeest en Endegeest en het belevingscentrum rond het menselijk lichaam Corpus in Oegstgeest en het landelijke recreatiedorp Warmond aan het Joppe.
Bron: gemeente Leiden, Afdeling Strategie en Onderzoek augustus 2011
Toeristische attracties voor de gehele stad, maar buiten de binnenstad