De Accademia Platonica Van Marsilio Ficino En Zijn Invloed Op De Beeldende Kunst Het Neoplatonisme En De Florentijnse Kunst
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De Accademia Platonica van Marsilio Ficino en zijn invloed op de beeldende kunst Het neoplatonisme en de Florentijnse kunst Claire van Beuzekom Masterscriptie Renaissance Studies Lange Rozendaal 31 Universiteit van Utrecht 3511 XL Utrecht Faculteit Letteren [email protected] Begeleider: dr. G.J.P. Kieft 0316881 Utrecht, augustus 2007 Voor Jan Hardam 1917-2000† "Alle dingen worden door het Goede tot het Goede geleid, Wees gelukkig in het Heden, Hecht geen waarde aan Reputatie, Zoek geen Prestige, Schuw de Overmaat, Schuw Problemen, Wees gelukkig in het Heden" * * Vrije vertaling van de tekst van Ficino die hij op de muren van de academie zou hebben gestaan. Het origineel in Latijn: “A bono in bonum omnia diriguntur. Laetus im praesens. Neque censum existimes, neque appetas dignitatem. Fuge excessum, fuge negotia. Laetus im praesens.”1 1 Ficino, M.: Opera Omnia, Turijn, 1962. volume I, pp. 639. En in Gentile, S.: Lettere; Marsilio Ficino, Florence, 1940. pp. 92-93. Voorwoord Voordat ik aan mijn studie kunstgeschiedenis begon was er al een voorliefde voor de beeldende kunst en dan vooral voor de Italiaanse en in het bijzonder die van de Renaissance kunst van Florence. De droom om een half jaar in deze stad kunstgeschiedenis te gaan studeren werd in het jaar 2006 werkelijkheid. In dat half jaar heb ik veel geleerd over de filosofische kant van de kunst, iets waar ik al eerder interesse voor had maar nooit echt mee in aanraking was gekomen in mijn studie in Nederland. In die periode ontstond het idee om in mijn masterscriptie iets over filosofie en kunst te schrijven. De keuze voor de Master Renaissance Studies was voor mij een logisch gevolg, aangezien ik in mijn Bachelor kunstgeschiedenis vooral gekozen had voor vakken uit deze periode. Niet alleen zou ik mijn passie voor de kunst van de Florentijnse Renaissance verder kunnen uitdiepen, tevens zou ik een totaalbeeld kunnen creëren over deze periode, waarbij andere disciplines als politiek, religie en filosofie aanknopingspunten vormen, die weer hun naslag hebben gehad op de beeldende kunst. Om meer inzicht te krijgen in de filosofie van deze periode volgde ik het vak Filosofie van de Renaissance, waarbij een aantal belangrijke filosofen uit die tijd werden behandeld. De Master Renaissance Studies was voor mij de ideale combinatie om mijn interesses voor deze periode interdisciplinair toe te passen. Mijn scriptie zou dan ook het eindresultaat moeten zijn van het leggen van combinaties tussen de disciplines kunst en filosofie en hier en daar komen ook de disciplines politiek en religie terug. Graag zou ik mijn familie en vrienden willen bedanken die mij tijdens het schrijven van mijn scriptie mij op verschillende manieren hebben geholpen en gesteund. Inhoud Inleiding pag. 5 Marsilio Ficino, de' Medici en het neoplatonisme pag. 6 De Accademia Platonica; een sprookje of werkelijkheid? pag. 13 Het neoplatonisme van Ficino en de beeldende kunst pag. 22 − Het neoplatonisme en de beeldende kunst − Ficino en zijn vriendenkring − Ficino en Alberti − Villa Poggio a Caiano − Ficino en Botticelli − San Miniato al Monte in Florence en de Dom van Siena Conclusie pag. 39 Bijlage: Illustraties pag. 40 − Mozaïeken in de Basilica San Vitale, Ravenna. − Het fries van Villa Poggio a Caiano − Sandro Botticelli, La Primavera − Betekenis figuren in La Primavera volgens G. Reale − Cameo Nike rijdt de biga − Antonio Rossellino, graftombe Kardinaal van Portugal − Donatello, Buste jonge man − Giovanni di Stefano, Hermes Trimegitus Bibliografie pag. 49 4 Inleiding De combinatie tussen de disciplines filosofie en kunst is zeker geen nieuwe invalshoek in Renaissance studies of in de kunstgeschiedenis. Ook die van het neoplatonisme en Florentijnse kunstenaars niet. Er zijn vele boeken geschreven waarin de Florentijnse kunst in de Renaissance bijna automatisch wordt geassocieerd met het neoplatonisme. Marsilio Ficino was vanaf het midden van de vijftiende eeuw een belangrijk personage in de stad Florence. De filosoof was de vertaler van Plato's werken en dat zorgde voor een herleving van de filosofie van de Griek. Het verband tussen de Accademia Platonica en Ficino zou hier een voorbeeld van zijn. In mijn onderzoek naar deze academie wilde ik meer te weten komen over het ontstaan van de Accademia Platonica en leek het mij interessant om te achterhalen wat deze Accademia eigenlijk inhield en of deze ook invloed had op de beeldende kunstenaars uit Florence in die periode (ca. 1460 – 1499). Aangezien Ficino en de beeldende kunst de laatste jaren met elkaar in verband gebracht werden zou deze academie daarin misschien een belangrijke rol gespeeld kunnen hebben. Mijn scriptie zal daarnaast gaan over hoe men het neoplatonisme in de afgelopen jaren in verband gebracht heeft met de beeldende kunst en welke rol Marsilio Ficino daarin had. In het eerste hoofdstuk beschrijf ik het Florence vanaf 1434 waarin ik aangeef hoe Ficino de belangrijkste vertaler van Plato in West- Europa werd onder het patronage van Cosimo 'Il Vecchio' de' Medici. Tevens wordt er in het hoofdstuk een korte biografie van de filosoof gegeven en een overzicht van zijn filosofische werken en andere onderwerpen, zoals astrologie en magie, waarover Ficino ook schreef. In het tweede hoofdstuk bespreek ik de Accademia Platonica. Daarin komen de verschillende opvattingen over deze academie naar voren. Na eigen onderzoek en het lezen van alle brieven uit The Letters of Marsilio Ficino, vertaald vanuit het Latijn door de Members of the Language Department of the school of Economic Science London en de Latijnse versies in Opera Omnia van Ficino, kom ik tot mijn eigen conclusie, die tevens gevolgen heeft op het derde en laatste hoofdstuk. In het derde hoofdstuk; Het neoplatonisme van Ficino en de beeldende kunst wordt de titel expres niet in verband gebracht met de academie, maar alleen met Ficino's filosofie. In het hoofdstuk behandel ik uitgebreid twee kunstwerken waarop men het etiket van Ficino's neoplatonisme heeft geplakt. Door middel van het analyseren van verschillende onderzoeken over het fries van de villa van de' Medici in Poggio a Caiano en de Primavera van Botticelli zal ik aantonen dat men vaak op basis van zeer geringe feiten een verband legt met Ficino's filosofie. Men moet dus voorzichtig zijn om er een stempel neoplatonisme op te drukken. Daarnaast zal ik aan de hand van een recent onderzoek van Francis Ames-Lewis nog andere kunstwerken kort behandelen, waarin volgens Ames-Lewis aanwijzingen zijn te vinden van Ficino's filosofie. Ik besluit mijn scriptie met een betoog, waarin ik concludeer dat de directe invloed van de filosofie van Ficino op de beeldende kunstenaars van Florence in de periode van 1450-1499 maar zeer gering is geweest. Men zou hoogstens kunnen zeggen dat Ficino wel een bepaalde indirecte invloed heeft gehad. 5 Marsilio Ficino, de' Medici en het neoplatonisme “What is in itself mortal, through history attains immortality; what is absent becomes present, what is ancient becomes new. A young man quickly matches the full development of the old; and if an old man of seventy is considered wise because of his experience of life, how much wiser is he who covers a span of a thousand or three thousand years. For each man seems to have lived for as many thousands of years as the span of history he has studies.”2 Na een crisisperiode waarin verschillende families vetes uit vochten in hun strijd om de macht over de stad Florence, kwam begin vijftiende eeuw de' Medici familie aan de macht. Door het stichten van banken binnen en buiten Italië wist Giovanni Bicci, vader van Cosimo de' Medici, steeds meer politieke macht te krijgen en werd niet alleen de invloedrijkste man van de stad maar zelfs een van de rijkste mannen van Europa. In 1434 nam Cosimo Il Vecchio de' Medici het roer van zijn vader over en zo werd de familie de' Medici, inofficieel weliswaar, het hoofd van de Republiek van Florence. Onder zijn regeerperiode groeide de stad uit tot het belangrijkste centrum van Italië, zo niet van Europa, waar op het gebied van economie, humanisme, kunst, technologie en wetenschap allerlei nieuwe ontdekkingen werden gedaan. Vele daarvan waren vooral te danken aan de herontdekking van klassieke teksten en artefacten. In de beeldende kunst en architectuur nemen kunstenaars de klassieke vormen over uit schriftelijke bronnen, zoals het boek van Vitruvius De Architettura Libri X, dat in 1415 werd herontdekt en de Italiaanse architectuur en theorie van de Renaissance beïnvloedde. Daarnaast werden werken van Romeinse kunstenaars of kopieën van Griekse en Romeinse werken herontdekt en verzameld. De vondst als die van de Laocoöngroep was een belangrijke ontdekking. Een belangrijke historische gebeurtenis, die gevolgen had voor de stad Florence en voor de bloei van de wetenschap en filosofie, was het Concilie van Florence in 1439. Het Concilie van Ferrara en Florence, ook wel het Herenigingconcilie genoemd, was een kerkvergadering die plaats vond in Ferrara in de jaren 1438 en 1439 en werd later in verband met de pest naar Florence verplaatst in de jaren 1439 tot 1443. Het Concilie had als doel de verzoening van de westerse rooms- katholieke en de oosterse Grieks-orthodoxe kerken. Het was voor het eerst in duizend jaar dat er een akkoord gesloten zou worden tussen deze kerken. Cosimo de' Medici was als staatshoofd van Florence bij het Concilie aanwezig en kwam daar in contact met veel geleerden, zoals de Griekse filosoof George Germisthos Plethon. Plethon was een kenner van de filosofie van Plato die hij al op jonge leeftijd bestudeerde. Aangezien Plethon geen geestelijke was hoefde hij niet altijd aanwezig te zijn op het Concilie en kon daarom wel eens gemist worden tijdens de lijmpogingen. Plethon was zelf niet zo geïnteresseerd in het kerkelijke gebeuren en gaf dan lezingen, onder andere over het Platonisme, waarmee hij eigenlijk Plato introduceerde in de westerse wereld.