Crisis En Catastrofe
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Lotte Jensen (red.) Crisis en catastrofe De Nederlandse omgang met rampen in de lange negentiende eeuw Crisis enCrisis catastrofe Onder redactie van Lotte Jensen Crisis en Catastrofe Crisis en Catastrofe De Nederlandse omgang met rampen in de lange negentiende eeuw Onder redactie van Lotte Jensen Amsterdam University Press Deze uitgave is mede tot stand gekomen dankzij een subsidie van NWO, Neder- landse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Deze publicatie is eerder verschenen als themanummer in het tijdschrift De Mo- derne Tijd, 4. 3-4, 2020 Afbeelding omslag: Reinier Vinkeles, Het instorten van huizen en het omkomen van mensen en beesten te Erichem door den watervloed (in Louwmaand 1809), Atlas van Stolk. Ontwerp omslag: Coördesign, Leiden Typografie: Rombus, Hilversum isbn 978 94 6372 256 8 e-isbn 978 90 4855 537 6 (e-pdf) e-isbn 978 90 4855 442 3 (ePub) nur 694 © Lotte Jensen / Amsterdam University Press B.V., Amsterdam 2021 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opge- slagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wet- telijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemle- zingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. De uitgeverij heeft ernaar gestreefd alle copyrights van in deze uitgave opgenomen il- lustraties te achterhalen. Aan hen die desondanks menen alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Amsterdam University Press. inhoud 5 De opmars van Disaster Studies 7 Nieuwe perspectieven in het rampenonderzoek Lotte Jensen LOKAAL EN NATIONAAL De opkomst van de ‘nationale ramp’ Een begripsgeschiedenis 25 Ruben Ros Noodhulpbeleid bij stads- en dorpsrampen in de Republiek. Bovenregionale solidariteit in de achttiende eeuw 47 Het noodhulpbeleid van de hogere overheden Erica Boersma Huiselijke relieken 67 De Leidse buskruitramp (1807) in openbare en particuliere collecties Arti Ponsen Ten voordeele van ... 94 Liefdadigheidsuitgaven in de negentiende eeuw Marita Mathijsen CULTURELE BEELDVORMING: DE ROL VAN MEDIA Onweer 119 Een ramp, een straf of een subliem schouwspel? Jan Wim Buisman inhoud Zingen over branden, scheepsrampen en grote buitenlandse catastrofes, 1755-1918 130 Lokale, nationale en internationale saamhorigheid Lotte Jensen Vorst in het vizier 154 Nationalisme en de verbeelding van de Oranjes na rampen in de negentiende eeuw Fons Meijer 6 Empathie of sensatiezucht? 181 De scheepsramp van de ‘Berlin’ in 1907 en de nasleep ervan Ron Brand VER WEG EN TOCH DICHTBIJ: RAMPEN OP ZEE / OVERZEE Bezet door het ijs 197 De literaire verwerking van onfortuinlijke reizen ter walvisvangst in het rampjaar 1777/1778 Hans Beelen De koloniale ruimte herbezien: de politiek-culturele beleving 218 van Indonesische natuurrampen in de 19e en vroege 20e eeuw Alicia Schrikker en Sander Tetteroo ‘Behoed ons arme volk voor de vulkaan-poëten’ 242 De literaire verwerking van de Krakatau-ramp van 1883 in Nederland en Indonesië’ Judith Bosnak en Rick Honings Lotte Jensen* De opmars van disaster studies Nieuwe perspectieven in het rampenonderzoek 7 at schrikkelyk ramptoneel, W Zal ik de uw heden zingen, ’t Geen Leyden viel ten deel, Moet door de Ziele dringen, O God! wat groote slag; Treft ’t dierbaar Vaderland, En sticht op Koppeldag Verwoesting, Puin en Brand.1 Zo opende een lied over de explosie die op 12 januari 1807 grote delen van de bin- nenstad van Leiden verwoestte. Om kwart over vier uur ’s middags ontplofte in het Steenschuur, een gracht die in het verlengde van het Rapenburg lag, een schip met een enorme lading buskruit. De gevolgen waren rampzalig: ongeveer 160 mensen kwamen om het leven en minstens tweeduizend mensen raakten ge- wond. De binnenstad lag bezaaid met lijken en puin.2 De (anonieme) auteur deed in zijn 28 coupletten tellende treurzang uitgebreid verslag van de gebeurtenissen. Zijn ramplied voldeed aan alle vereisten van de tijd: concrete details werden afgewisseld met huiveringwekkende en sensationele taferelen. * Deze bundel (onder redactie van Lotte Jensen) is mede tot stand gekomen dankzij het NWO-Vici project ‘Dealing with disasters. The shaping of local and national identities, 1421-1890’, dat aan de Radboud Universiteit Nijmegen wordt uitgevoerd. Mijn dank gaat uit naar Fons Meijer en Rick Honings voor hun opmerkingen bij deze inleiding en Paul Reef voor zijn hulp bij het persklaar maken van de kopij. 1 Met ‘koppeldag’ wordt gedoeld op het feit dat twee heiligen- of feestdagen na elkaar vie- len, in dit geval zondag en koppermaandag (de eerste maandag na Driekoningen). Ano- niem, Gedenkwaardige treur-zang, van de allerdroevigste en zieltreffende Verwoesting, welke de Stad Leyden, op Maandag den 12 January 1807, in den namiddag cirka 4 Uuren getroffen heeft […] (Amsterdam: J. Wendel, 1807). Met dank aan Arti Ponsen die mij een kopie van dit lied bezorgde. 2 Zie over deze ramp: Arti Ponsen en E.T. van der Vlist, red., Het fataal evenement. De bus- kruitramp van 1807 in Leiden (Leiden: Ginko, 2007). lotte jensen Zo liet hij zijn gehoor met naam en toenaam weten welke vooraanstaande bur- gers tot de slachtoffers behoorden om vervolgens beeldend te schetsen hoe een hoogzwangere vrouw meters hoog de lucht invloog. Hij bood het publiek ook troost en hoop door te verwijzen naar het nobele optreden van koning Lodewijk Napoleon. Niet alleen snelde de vorst naar de rampplek om zijn medeleven te be- tuigen, hij haalde volgens de liedmaker ook nog eens een zuigeling in een wieg onder het puin vandaag. Dat laatste was trouwens niet helemaal waar: in werke- lijkheid nam de koning een vijfjarig jongetje op de arm dat onder het branden- de puin vandaan was gekropen.3 In de watersnoodliteratuur wemelde het echter 8 van de baby’s in wiegjes die op miraculeuze wijze werden gered, dus mogelijk had de liedmaker zich daardoor laten inspireren.4 En of dat niet genoeg was, schonk Lodewijk Napoleon ook nog eens honderdduizend gulden om de stad weer op te bouwen. Zijn vrijgevigheid, zo besloot de auteur, moest een ieder tot voorbeeld strekken. Alleen zo kon Leiden in de oude luister hersteld worden: Zie daar, myn Landgenoot! Toond, hartlyk medelyden, […] Ontsluit by ’t aakligt Lot, voor hun uw Broederhand, Op dat eens Leyden weêr, Den roem werd van het Land’.5 De Leidse buskruitramp staat bekend als een ‘fataal evenement’ met nationale uit- straling: deze gebeurtenis deed Nederland letterlijk en figuurlijk op haar grond- vesten schudden. Alle kranten schreven erover en er volgde een explosie aan gele- genheidspublicaties en -prenten.6 De buskruitkramp was bij lange na niet de enige 3 De bron daarvoor zijn de memoires van een onbekende Leidenaar, die meldt dat Lode- wijk ‘het kind van eene de Vroede’ op zijn arm droeg. Geciteerd in: Peter van Zonneveld en Ingrid Moerman, ‘“Genadig God! Wat ijslijk kraken!” De Leidse buskruitramp en de letteren’, in: Ponsen en Van der Vlist, red., Het fataal evenement, 151. Uit onderzoek van Arti Ponsen blijkt dat het om de vijfjarige Willem de Vroede, zoon van een groenteboer, ging. Op een van de ontwerptekeningen die Jan Willem Pieneman van het bezoek van Lodewijk Napoleon aan de rampplek maakte, houdt de vorst inderdaad een jongetje vast. 4 Het beeld van de zuigeling in de wieg kwam bijvoorbeeld veelvuldig voor in de waters- noodliteratuur. Zie hierover: Lotte Jensen, Wij tegen het water (Nijmegen: Vantilt, 2018), 20-21. Voor de diepere oorsprong van dit beeld, zie: Judith Pollmann, Memory in Ear- ly Modern Europe, 1500-1800 (Oxford: Oxford University Press, 2017), 122-29. Het mo- tief circuleerde ook in de internationale watersnoodliteratuur: Gerrit Jasper Schenk, ‘Das Baby in der Wiege. Hochwasser zwischen Alltag und Katastrophe (ca. 1250-1550). Beobachtungen zur “fluvialen Anthroposphäre” im Karichgau’, in Wasser. Resource – Gefahr – Leben, red. Kurt Andermann en Gerrit Jasper Schenk (Ostfilden: Jan Thorbec- ke Verlag, 2020), 79-113. 5 Anoniem, Gedenkwaardige treur-zang. 6 De term ‘fataal evenement’ is ontleend aan de gelijknamige publicatie van Ponsen de opmars van disaster studies 9 Afb. 1 Jan Willem Pieneman, Lodewijk Napoleon bezoekt de ruïnes op het Rapenburg te Leiden na de ontploffing van het kruitschip op 12 januari 1807. Hij draagt een kind op de armen, 1807-1809. (Rijksmuseum Amsterdam) cata strofe die grote impact op de Nederlandse bevolking had. Denk bijvoorbeeld aan de Amsterdamse schouwburgbrand in 1772, de stormvloed van 1825, de stads- brand van Enschede in 1862 of de Zuiderzeevloed van 1916.7 Daarnaast deden zich tal van rampen in de Nederlandse koloniën voor, zoals de overstroming op Java in 1861, de uitbarsting van de Kraketau in 1883 of de aardbeving op West-Sumatra in en Van der Vlist (red.), Het fataal evenement. Zie over de visuele herinneringscultuur: Frans Grijzenhout, ‘Een ramp als erfgoed’, in: Ponsen en Van der Vlist, red., Het fataal evenement, 12-21’ en over de talrijke gelegenheidspublicaties: Van Zonneveld en Moer- man, ‘“Genadig God!”’ en Rick Honings, Geleerdheids zetel, Hollands roem! Het literaire leven in Leiden 1760-1860 (Leiden: Primavera Pers, 2011), 162-79. 7 Zie voor een overzicht van rampen in Nederland door de eeuwen heen: Cor van der He- ijden, Rampen en plagen in Nederland 1400-1940. Pestbaccillen, paalwormen en plunde- rende Moskovieters (Zaltbommel: Kempen Uitgevers, 2004). lotte jensen 1926. Ook die brachten een stortvloed aan reacties en hulpacties teweeg, zowel in de koloniën als het land van de kolonisator. En tot slot vonden er wereldwijd catas- trofes plaats waarbij ook Nederlanders werden geraakt.