CDV [Zomer 2005]
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Christen Democratische Verkenningen Zomer 2005 Beroepszeer Waar0m Nederland niet goed werkt Boom Tijdschriften Eerste druk juni 2005 Tweede druk juli 2005 3 Inhoud 7 Ter introductie 10 dwars: jan schinkelshoek & rené van der linden over het Nee tegen de Europese Grondwet Beroepszeer — Waarom Nederland niet goed werkt 16 gabriël van den brink, thijs jansen & dorien pessers Renaissance beroepseer noodzakelijk 34 dorien pessers & ab klink Afbraak van het huisartsenberoep? Motivaties & prestaties 42 Ruud Jansen Venneboer Nederlandse werknemer ‘vindt het allemaal wel best’ 50 Karien van Gennip Gemotiveerde werknemer sleutel voor economisch succes 59 Peter Smulders Nederland: minder ziekteverzuim, hoge werkdruk 76 Evert Jan van Asselt Opkrikken productiviteit in collectieve sector nodig Managers & professionals 86 Geert Mak Raiffeisenlezing Over eenzaamheid, moed & vertrouwen Christen Democratische Verkenningen | Zomer 2005 inhoud 4 101 Jan Prij & Thijs Jansen In gesprek met Mathieu Weggeman Over vervreemding van de Rijnlandse werkcultuur & vergeten schoonheid 108 Ad Verbrugge Geschonden beroepseer 124 Jan Prij & Thijs Jansen In gesprek met Harry Starren Idealisering van de Verlichting leidt tot verknipte organisatieopvatting 132 Bram Steijn Er leeft onvrede over managers in de publieke sector 143 Hans de Bruijn Maak spanningen management & professionals vruchtbaar 155 Jaap Boonstra Veranderen & adviseren: tussen beklemming & passie 168 Derk Jan Nijhoff & Barbara van der Steen De baan op het witte paard 179 huub rüel HRM in pijnlijke spagaat Betwist vakmanschap Onderwijs 190 hanneke mulder In gesprek met Fred Korthagen Wil je meten en beheersen, of geef je mensen de kans hun persoon met de professie te verbinden? 196 Klaas van Veen Lesgeven, een vak apart Christen Democratische Verkenningen | Zomer 2005 inhoud 5 206 Thijs Jansen In gesprek met Leo Prick ‘Ons-kent-ons’ in onderwijsland is fnuikend voor de leraar Zorg & welzijn 217 Thijs Jansen In gesprek met Giel Hutschemaekers Professionalisering in geestelijke gezonheidszorg dolgedraaid 224 Jan Prij & Thijs Jansen In gespek met Annelies van Heijst Er is een grote kloof tussen wat veel werkers in de zorg bezielt & wat als ‘echt professioneel’ geldt 234 Marcel Spierts Een ‘derde weg’voor de sociaal-culturele professies Ambtenaren 249 Edgar Karssing Goed ambtenaarschap als seculiere roeping 259 Wouter Vandenabeele Public Service Motivation binnen de Nederlandse overheid 271 Jeroen Maesschalck Ondergraaft New Public Management de integriteit van de ambtenaar? De transformatie van het arbeidsethos 282 Ton Korver Van plicht naar smaak: de transformatie van het arbeidsethos 293 Ab Klink De legitimiteitscrisis van de overheid & het arbeidsethos Christen Democratische Verkenningen | Zomer 2005 6 Boeken 306 Koos van der Steenhoven Bespreking van Mirko Noordegraaf, Management in het publieke domein — Issues, instituties en instrumenten 308 Marcel Becker Bespreking van Russell Muirhead, Just Work 314 Petra van der Burg Bespreking van Corinne Maier, Liever lui — De kunst van effectief nietsdoen op het werk 318 Jan Prij Bespreking van Jaap Peters & Judith Pouw, Intensieve Menshouderij — Hoe Kwaliteit oplost in rationaliteit 324 Frank van den Heuvel Bespreking van Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Bewijzen van goede dienstverlening Bezinning 328 Veerle Draulans In eer en geweten… Twintig jaar later… 7 Ter introductie volgens een inmiddels gangbare analyse heeft de Fortuynrevolte een kloof tussen burgers en politiek aan het licht gebracht. De politiek was ‘verbraafd’ en durfde het niet aan concrete problemen te benoe- men die vooral in verband staan met de multiculturele samenleving. Sindsdien wordt vooral naar mogelijkheden gezocht door bestuurlijke vernieuwing en referenda de burger weer meer bij de politiek te betrek- ken. Wie deze bundel goed op zich laat inwerken moet zich gaan aan- vragen of de analyse van die vervreemding wel ver genoeg gaat. Zo blijkt uit de hierin opgenomen bijdragen onder meer dat beleidsmakers, wetenschappers, managers en allerlei andere ‘deskundigen’ in toene- mende mate vervreemd zijn geraakt van de concrete problematiek op de werkvloer. Door gebruik van abstract economenjargon bijvoorbeeld of door MBA-taal die de concreetheid en robuustheid mist van de taal van de vakman (zie bijvoorbeeld het gesprek met Mathieu Weggeman in deze uitgave). Of door het uitspuwen van talloze nietszeggende beleids- nota’s en het uitvaardigen van allerlei regeltjes die de werknemers in hun werk eerder frustre- ren dan motiveren. We weten niet meer echt wat er zich op de werkvloer afspeelt. Allerlei aansporingen dat Nederland ‘meer’ en ‘slim- mer’ moet werken vallen daarom niet gelijk in vruchtbare aarde. Er lijkt zich een steeds duide- lijker scheiding af te tekenen tussen de beleefde werkelijkheid binnen en buiten de organisatie en de papieren werkelijkheid zoals beleidsmakers en managers die uittekenen. Die vervreemding van de werkvloer, de top-down managementstijl en de van boven af afgekondigde structuurveranderingen, staan haaks op het met de mond beleden paradigma dat we het vertrouwen aan de professional en de burger zouden moeten teruggeven (zie ook het probleemstellende Christen Democratische Verkenningen | Zomer 2005 ter introductie 8 artikel). In verschillende delen willen we nagaan hoe die spanning tus- sen woord en daad concreet uitwerkt. • • • Het eerste deel staat in het teken van prestaties en motivaties. Vanuit een macroperspectief gezien zal Nederland meer arbeidsuren moeten maken om de verzorgingsstaat betaalbaar te houden. Er wordt gewezen op de noodzaak van verdere arbeidsproductiviteitgroei in de collectieve sec- tor (zie bijvoorbeeld de bijdrage van Van Asselt). Maar wat betekent dat concreet voor de werkzaamheden op de werkvloer? Hoe kan worden voor- komen dat ‘meer presteren in minder tijd’gewoon resulteert in nog hogere werkdruk (een tendens die Smulders van TNO-arbeid signaleert), of het meten van prestaties aan oneigenlijke criteria (zie onder meer de inter- views met Fred Korthagen over het onderwijs en Annelies van Heijst over de zorgsector). Ook staatssecretaris Van Gennip spreekt zich uit. In Neder- land moet ‘het durven excelleren weer norm worden en geen uitzonde- ring’. Maar hoe bereik je dat als de Nederlandse werknemers het eigenlijk ‘allemaal wel best vinden’, niet erg betrokken zijn en niet geneigd zijn veel risico’s te nemen (zie de bijdrage van Venneboer)? In het tweede deel van de uitgave wordt uitgebreid stil gestaan bij de spanning tussen de manager en de professional. Hierin vindt u onder meer de beroemde Raiffeisenlezing van Geert Mak, waarin hij de teloorgang van het vakmanschap en het vertrouwen beschrijft onder invloed van een toenemende groep managers en bestuurders; die ‘groeiende korst van gewichtigdoenerige figuren die onze bedrijven, scholen en andere orga- nisaties nutteloos belast’. Ook de filosoof Verbrugge maakt zich zorgen, zoals blijkt uit zijn essay. In zijn sociaal-culturele diagnose van het probleem van de demoralisering van de arbeid, stelt hij onder meer dat ‘ook management kan ontaarden in zinloos geweld’ omdat het bestaande praktijken en beroepseer uitholt. We moeten daarbij volgens Harry Starren, directeur van De Baak, het opleidingscentrum van VNO-NCW, erkennen dat we mensen hebben ont- moedigd en ‘organisaties vaak ontmoedigende dwangsystemen zijn’ die niet zijn toegesneden op de ambities en mogelijkheden van hedendaagse werknemers. De huidige organisatie van een politieke partij met ‘zijn kadaverdiscipline en de krampachtige neiging iedereen op één lijn te wil- len houden’ is volgens hem nog steeds een schoolvoorbeeld van ‘hopeloos ouderwets industrieel top-down denken’. In Betwist vakmanschap komen de ervaringen in respectievelijk het onderwijs, zorg en welzijn en de ambtenarij. In genoemde sectoren staat de professie onder druk, doordat men steeds meer verworden is tot uit- voerders van protocollen, procedures en processen. In de sectie onderwijs Christen Democratische Verkenningen | Zomer 2005 ter introductie 9 onder meer een interview met Leo Prick die stelt dat ‘de ons-kent-ons-cul- tuur in onderwijsland fnuikend is voor de leraar’ . In de geestelijke gezondheidszorg signaleert Giel Hutschemaekers het doldraaien van het professionele systeem, omdat niemand meer goed in staat is ongemak, leed, risico en verschil te verdragen. En binnen de ambtenarij zien we een toenemende aandacht voor zaken als ‘integriteit’, dat, zoals Edgar Karssing in zijn bijdrage aangeeft, vooral ‘als crisisbegrip fungeert en is gericht op beperking van de bewegings- ruimte van de ambtenaar’. In Transformatie van het arbeidsethos vindt u twee bijdragen van Ton Korver en Ab Klink. Beiden maken zich zorgen over een te weinig ambitieus arbeidsethos. Zonder een dergelijke burgerdeugd komt de legitimiteit van de overheid in het gevaar, zo geeft Klink aan. En zo stelt Korver in zijn essay: ‘De huidige arbeidswaarden zijn eerder esthetisch dan ethisch gekleurd’. ‘Verklaart dit hedendaagse consumptieve arbeids- begrip het laveren tussen onrust en stress?’ We openen de uitgave met de actuele rubriek DWARS, met een tweeluik over het referendum over het ontwerpverdrag tot vaststelling voor een grondwet voor Europa, met bijdragen van Jan Schinkelshoek en René van der Linden. In de boekenrubriek veel aandacht voor de donkere zijde van het arbeidszame leven, die in wetenschap en politiek zo weinig onder woor- den wordt gebracht. Het succes van daarin besproken boeken als de Inten- sieve Menshouderij en Liever lui is precies dat ze de