Pieters Hadewijch Thesisstudente ARCHEOLOGIE Academiejaar 2006-2007
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De graanbevoorrading van het Romeinse leger in onze gewesten (58 v.C. – 406 n.C.). Promotor : Prof. Dr. A. Bosman Pieters Hadewijch Thesisstudente ARCHEOLOGIE Academiejaar 2006-2007 Inhoudstafel 1. Inleiding p. 4 1.1. Een korte geschiedenis p. 5 1.2. Opzet van de thesis p. 12 2. De verantwoordelijken van de bevoorrading p. 14 2.1. De Republiek (510-133 v.C.) p. 14 2.1.1. Centraal p. 14 2.1.2. Bevoorradingslijnen p. 16 2.1.3. Leger p. 17 2.2. De late Republiek (133-31 v.C.) p. 18 2.2.1. Centraal p. 18 2.2.2. Bevoorradingslijnen p. 19 2.2.3. Leger p. 20 2.3. Vanaf het Principaat tot val West-Romeinse Rijk (27 v.C.-476 n.C.) p. 21 2.3.1. Centraal p. 21 2.3.2. Bevoorradingslijnen p. 22 2.3.3. Leger p. 23 3. Het graan p. 25 3.1. Graansoorten p. 26 3.2. Oorsprong p. 37 3.3. Manieren van verwerven p. 40 3.3.1. Zelf oogsten p. 42 3.3.1.1. Pabulatio p. 43 3.3.1.2. Frumentatio p. 44 3.3.2. Opeisingen en schenkingen p. 45 3.3.3. Plunderen p. 46 2 4. Het transport van graan p. 48 4.1. De verschillende soorten kampen p. 48 4.2. Bevoorradingslijnen p. 51 4.2.1. Operationele basissen p. 51 4.2.2. Tactische basissen p. 53 4.2.3. Depots p. 54 4.2.4. Strategische basissen p. 55 4.2.5. Winterkwartieren p. 56 4.3. Het transport p. 57 4.3.1. Transport over land p. 57 4.3.1.1. Wegen p. 58 4.3.1.2. Transportmiddelen p. 66 4.3.2. Transport over zee p. 70 4.3.2.1. Wegen p. 70 4.3.2.2. Transportmiddelen p. 73 4.3.3. Transport over rivieren p. 75 4.3.3.1. Wegen p. 75 4.3.3.2. Transportmiddelen p. 77 4.4. De veiligheid van de bevoorradingslijnen p.77 4.4.1. Over land p. 77 4.4.2. Over water p. 79 4.4.3. Verzameloperaties p. 80 5. Het bewaren en het verdelen binnen het fort p. 82 5.1. Het bewaren p. 82 5.1.1. Ligging van de graanhuizen p. 83 5.1.2. Bouw p. 85 5.1.2.1. Temperatuur p. 90 5.1.2.2. Vochtigheidsgraad p. 91 5.1.2.3. Druk p. 92 5.1.2.4. Ongedierte p. 92 5.1.3. Opslag p. 93 5.2. Het verdelen p. 95 5.3. De graanprijs p. 102 6. Besluit p. 107 7. Bijlagen p. 110 7.1. De Limes p. 110 7.2. Overzichtskaarten Gallië p. 113 7.3. Overzichtskaart Groot-Brittannië p. 115 8. Bibliografie p. 116 3 1. Inleiding De Romeinen staan bekend om de grootte van hun rijk. Dat strekte zich niet alleen uit over de ganse Middellandse Zee, maar reikte zelfs tot aan de Noordzee en verder met de verovering van Belgica en Britannia. Publius Flavius Vegetius Renatus, een schrijver en een militair strateeg uit de vierde eeuw na Christus1, beschreef het als volgt2 : “… het Romeinse volk, dat vanuit een zeer klein gebied zijn heerschappij heeft uitgebreid tot waar de stralen van de zon reiken, bijna het einde van de wereld zelf.” De Romeinen dankten de uitgestrektheid van hun rijk aan een zeer belangrijk en niet te onderschatten machtsmiddel. Het veroveren van al deze gebieden was namelijk gebaseerd op een groot en goed georganiseerd leger. De basis voor dit leger was natuurlijk gevestigd in Italië. Maar van daaruit werd een heus netwerk van verschillende legerposten uitgebouwd dat verspreid lag over het ganse rijk. Een zeer belangrijke reeks van legerposten waren de limes, een lijn van forten aan de grenzen van het Romeinse Rijk. De limes lagen dus aan de periferie van het Romeinse territorium. De taak van de hier gestationeerde legers bestond er dan ook in om het Rijk te beschermen tegen vijandelijke aanvallen uit de niet-Romeinse gebieden. Het deel van de limes dat voor deze thesis van belang is bestaat uit de limes langs de Donau en de Rijn op het vasteland en de limes aan de Muur van Hadrianus en later aan de Muur van Antoninus in Groot-Brittannië. Deze limes vormden de noordelijke grens van het Romeinse Rijk. Met onze gewesten richt ik me dan ook op de huidige landen België, Nederland, Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië. Een gedetailleerd overzicht van de limes en hun forten vind je in bijlage. Nu werd al heel wat onderzoek gedaan naar het leger dat zich in deze gebieden bevond. Dit onderzoek betreft aspecten zoals de indeling in legioenen en cohorten. Ook het uitzicht en de indeling van de forten, de kledij en zoveel meer werden uitgebreid bestudeerd. Een belangrijk aspect werd echter achterwege gelaten, namelijk het feit dat een leger ook nood had aan eten. Nog maar weinig onderzoek werd gevoerd naar het bevoorraden van het Romeinse leger. Vooral betreffende het leger dat in onze gewesten gestationeerd lag is het onderzoek nog steeds behoorlijk schaars. Dat dergelijk onderzoek in zijn geheel nogal weinig informatie heeft voortgebracht is niet alleen te wijten aan de stand van het onderzoek. Het feit dat graanresten slechts in uitzonderlijke omstandigheden bewaard blijven speelt hier ook een grote rol. Het dieet van de soldaten en de oorsprong van de graansoorten achterhalen is dan ook geen sinecure. De noordelijke limes waren belangrijke punten in de verdediging van het Romeinse Rijk, en toch wordt dit leger vaak achterwege gelaten in het onderzoek. Misschien dat ik met deze thesis anderen kan aanzetten om dit toch wel belangrijk onderwerp wat dieper uit te spitten. Voor het leger was het heel belangrijk om een basis te hebben waar voldoende voorzieningen konden opgeslagen worden. Dit gaf het leger een grotere vrijheid in het voeren van de oorlog. Een dergelijke basis creëerde immers meer mogelijkheden, zowel op tactisch als op strategisch vlak. Een gebrek aan voedsel was veelal de oorzaak van een -vaak te vermijden- nederlaag. 1 Over Publius Flavius Vegetius Renatus zelf is niet zo bekend. Toch hebben we heel veel kennis in verband met het Romeinse leger aan hem te danken. In 390 n.C. schrijft hij zijn Epitoma rei militari met als doel het Romeinse leger in ere te herstellen. 2 Fik Meijer, Vegetius, Het Romeinse leger, handboek voor de generaal, Amsterdam, Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2002, p. 33. 4 Vanaf de tweede Punische Oorlog3 tot en met de neergang van het Romeinse rijk was de Romeinse staat voortdurend in oorlog. Hierbij dienden grote legereenheden jaar na jaar in het veld gehouden te worden. Er was dus nood aan een vlotte en snelle bevoorrading van die verschillende legereenheden. De Romeinen namen deze uitdaging aan, en met succes. Het bevoorraden van een leger blijkt echter niet zo evident. Er komen hierbij immers heel wat aspecten aan bod. En elk van die aspecten brengt moeilijkheden met zich mee. Bovendien is het niet gemakkelijk om te achterhalen hoe de logistiek er zo‟n 2000 jaar geleden heeft uitgezien. De Romeinen kenden geen letterlijke vertaling voor ons woord „logistiek‟. Maar ze kenden wel degelijk de inhoud ervan. Meestal hanteerden ze dan ook de term res frumentaria. Hiermee bedoelden ze dan in hoofdzaak de graanvoorziening. Daarnaast maakten ze ook veelvuldig gebruik van de tweede betekenis van woorden als copia of voorraad, frumentum of graan of commeatus of levensmiddelenaanvoer. De situatie en de spreiding van de vele legereenheden kon dan erg verschillen naargelang de politiek die vanuit Rome gevoerd werd. Ze verschilden tevens van gebied tot gebied. Zo kon het er in de ene uithoek van het rijk zeer rustig aan toegaan, terwijl de andere uithoek van het rijk voortdurend spanningen kende die leidden tot oorlog. De klassieke tijdsindeling van de Romeinse periode zal ik dan ook aanvullen met de (militaire) situatie in de gebieden die hierboven vermeld zijn. 1.1. Een korte geschiedenis van de Romeinse verovering4 Het begin van de Romeinse aanwezigheid in onze gebieden is natuurlijk terug te brengen tot Julius Caesar. Caesar begon de uitbreiding van het Rijk naar het noorden rond 58 v.C. Daarom neem ik deze datum als het startpunt van deze thesis. Sommige archeologen twijfelen echter aan het feit of Caesar wel degelijk een bezoek gebracht heeft aan het gebied dat nu België beslaat. Hugo Thoen, erehoogleraar aan de universiteit van Gent, zoekt al jaren naar sporen van Caesars aanwezigheid hier in België5. Voorlopig heeft hij nog geen resten gevonden van de forten waarvan Caesar melding maakt in zijn De Bello Gallico, of toch niet van de forten die zich volgens zijn beschrijvingen in Gallia Belgica zouden moeten bevinden. Hoewel dit een zeer interessante piste is, kunnen we toch stellen dat het begin van de Gallische veroveringen op Caesars naam gezet kan worden. Het huidige België is dan misschien niet bezocht door Caesar zelf, vast staat wel dat er forten zijn teruggevonden uit de tijd van zijn opvolger Augustus6. Indien Caesar België niet veroverd heeft, dan is het wel Augustus geweest. De historicus Robert Nouwen stelt echter dat ook Augustus zelf hier niet geweest is : “Of Augustus ook daadwerkelijk in Gallië is geweest, weten wij niet.7” In ieder geval moeten onze gewesten wel rond deze tijd veroverd zijn geweest, getuige de vele Augusteïsche forten, ook in onze gebieden. 3 Deze slag tussen Rome en Carthago speelde zich af tussen 218 en 201 v.C. 4 Voor dit overzicht baseer ik me op Robert Nouwen, De Romeinen in België (31 v.C. – 476 n.C.), Leuven, Davidsfonds, 2006, p. 256. 5 Bart Biesbrouck, (2006, febr.