De Bodemkartering Van Walcheren
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
STICHTING VOOR BODEM KARTERING / WAGENINGEN DE BODEMKARTERING VAN WALCHEREN WITH A SUMMARY: SOIL SURVEY OF THE ISLAND OF WALCHEREN Ir J. BENNEMA en Dr Ir K. VAN DER MEER MET MEDEWERKING VAN Ir C. DORSMAN en P. J. VAN DER FEEN STAATSDRUKKERIJ %gnf^ UITGEVERIJBEDRIJF VERSL. LANDBOUWK. ONDERZ. No. 58.4 / 'S-GRAVENHAGE / 1952 utta INHOUD WOORD VOORAF Blz. I. INLEIDING 3 II. GENESE 23 1. De diepere ondergrond van Walcheren 23 2. De oude zeeklei 24 3. Begin van de veenvorming 24 4. De veenvorming 26 5. De hoogteligging van het veenlandschap aan het eind van de veentijd ... 28 6. De bewoning van het veen in Noord-Walcheren 29 7. De eerste opslibbing (de vroeg-Romeinse transgressie) 30 8. De Romeinse regressie 31 9. De vroeg-middeleeuwse transgressie 33 10. De tweede phase van de vroeg-middeleeuwse transgressie 35 11. De Karolingische regressie 37 12. De post-Karolingische transgressie 38 13. De afzettingen uit de post-Karolingische transgressieperiode 39 14. Erosiekreekjes 40 15. De tijd van de bedijkingen 41 16. De belangrijkste anthropogene veranderingen van het Oude-Land en het Middel land 41 17. De vorming van de jonge polders „Het Nieuwland" 42 18. De duinvorming 45 III. BESCHRIJVING VAN DE BODEMTYPEN 47 1. Inleiding 47 2. Oude-Landgronden 47 3. Middellandgronden 54 4. Nieuwlandgronden 59 5. Enkele voorbeelden van groeiverschillen in het Nieuwland 63 6. Vervlogen duinzandgronden 66 IV. ENKELE OPMERKINGEN OVER DE WATERREGELING VAN WALCHEREN, MEDE GEZIEN IN VERBAND MET DE LANDBOUW 68 V. DE BESCHRIJVING VAN DE BODEMKAART 71 A. De bredere kreekruggen 71 1. De kreekrug van Oostkapelle—Serooskerke—Middelburg 73 2. De kreekrug van Grijpskerke—Middelburg 73 3. De kreekrug van Westhove—Aagtekerke 73 4. Het kreekruggensysteem van Vlissingen—Zuid-Watering 73 5. De kreekruggen van het systeem Biggekerke—Vlissingen 74 6. De kreekrug Westkapelle—Meliskerke 74 7. De kreekrug Valkenisse—Poppendamme 74 8. De kreekrug Dishoek—Koudekerke 75 VI Biz. B. De poelgebieden 75 1. Schellach 79 2. St-Laurense-hoek 80 3. Het poelgebied van Zoetendale 80 4. De Pekelinge en de Plomperd 81 5. Het poelgebied ten oosten van Zoutelande 82 6. Het poelgebied ten westen van Biggekerke 82 7. Het poelgebied ten oosten van Biggekerke 83 8. Het poelgebied van Hoogelande 83 9. Het poelgebied ten noordwesten van Vlissingen 84 10. Het gebied van het oude vliegveld 84 11. Het poelgebied ten zuiden van Ter Boede 84 12. Het gebied tussen de ruggen van Noordbeek en Papegaaienburg 84 13. Het gebied tussen Abeelseweg, Groeneweg, Noordbeekseweg en Kanaal ... 84 14. Het poelgebied tussen Groeneweg en Koudekerkseweg 84 15. Het poelgebied ten zuidwesten van Middelburg 84 16. De poelgronden van de Zuid-Watering 85 C. Het gebied van de oude kleiplaatgronden 85 1. Het gebied ten oosten van Westkapelle 87 2. Het gebied tussen de Krommeweg en de grote kreekrug Westhove—Aagtekerke 87 3. De Kalfshoek 88 4. Het gebied ten zuiden van de weg Oostkapelle—Aagtekerke 88 5. Het gebied ten westen van de Duinweg en ten noorden van de weg Oostkapelle— Aagtekerke 88 6. Het gebied tussen de kreekrug Oostkapelle—Grijpskerke en de kreekrug Ter Mee— Serooskerke 89 7. Het gebied ten westen van de kreekrug Ter Mee—Serooskerke 89 D. De jongere Middellandgebieden 90 1. Het gedeelte ten oosten van de Veerseweg 92 2. Het gedeelte tussen de weg Gapinge—Veere en de Veerseweg 92 3. Het gebied ten noorden van de weg Veere—Gapinge 92 4. Het gebied ten zuiden van de Rijkebuurtweg en de Zoekweg 92 5. Het gebied ten noordoosten van Oostkapelle tussen de Duinweg en Hogeweg 93 6. Het Middelland van Kleverskerke 93 7. Het Middelland in de Grenadier 96 8. Het Middelland van de Zuid-Watering 96 E. Het Nieuwland 97 1. De jonge polders in het noorden 97 2. De jonge polders aan de oostzijde 101 F. De vervlogen duinen 105 1. Het gebied ten noordoosten van Westkapelle 107 2. De duinzandgronden langs de noordrand van het eiland 107 3. De duinzandgronden van de westrand 108 VII Biz. VI. MOGELIJKHEDEN VOOR GRONDVERBETERING 109 VII. BESCHRIJVING BEHORENDE BIJ DE TUINBOUWKAART VAN WALCHEREN, MET MEDE WERKING VAN IR C. DORSMAN 114 VIII. DEOORZAKE N VAN VERSCHIL IN DE KALKRUKDOMWAN DE GRONDEN 120 1. Verschillende meningen uitd e literatuur 120 2. Verschillen in kalkrijkdom bij Walcherse gronden 121 3. Verklaring van dewaargenome n verschijnselen 123 4. Overeenkomstige verschijnselen bijd etegenwoordig e schorren 124 5. Ontkalking tijdens hetlandbouwkundi g gebruik 125 IX. DE BODEMKUNDIGE GEVOLGEN VAN DE INUNDATIE 127 X. HET SLEMPEN VAN DE GRONDEN 135 XI. DE LAGE LUTUM/SLIB-VERHOUDING VAN SOMMIGE BOVENGRONDEN 137 XII. DE RODE BOVENGRONDEN IN NOORD-WALCHEREN 139 XIII. PLAATSELIJKE BENAMINGEN BETREFFENDE DE GROND 140 XIV. ZEESPIEGELSCHOMMELINGEN TIJDENS HET SUBATLANTICUM IN WALCHEREN EN ELDERS LANGS DE NOORDZEE 142 1. Deovergan g van hetSubboreaa l naar hetSubatlanticu m opWalchere n . .14 2 2. De overgangva n het Subboreaalnaa r het Subatlanticumelder s langs deNoordze e14 3 3. Kleine trans- enregressieverschijnsele n nad e3 eeeu w opWalchere n ....14 4 4. Kleine trans- en regressieverschijnselen na de 3e eeuw elders langs de Noordzee kusten 145 XV. GESCHIEDENIS VAN DE BEWONING VAN WALCHEREN TOT 1250, P. J. VAN DER FEEN 147 1. Inleiding 147 2. Archaeologische vondsten aanhe tstran d 147 3. Oudste bewoning op Walcheren 148 4. Benaming 148 5. Datering 149 6. Debewoner s 149 7. Romeins heiligdom 149 8. Datering 151 9. Andere vondsten vanRomein s aardewerk 151 10. Dewe g naar Britannia? 152 11. Ligging derRomeins e vondsten in hetprofie l 152 12. Dewaterstan d kort vóór 300 na Chr 152 13. Vroeg-middeleeuwse bewoning bijd e N.W.-kust 153 14. Christelijke prediking, circa 700 en 830 154 15. Noormannen 154 16. Wat betekent denaa m Walcheren? 155 17. Denieuw e burgen 155 18. Dorpen enverspreid e hoeven, 800—1200 155 19. Bergjes 156 VIII Biz. 20. Een transgressie tussen 890 en 976? 157 21. Walcheren in de 11e eeuw 157 22. Walcheren in de 12e eeuw 157 23. Walcheren in het midden der 13e eeuw 158 24. Summary 158 25. Literatuur 159 SUMMARY 161 LITERATUUR 168 BIJLAGEN: 1. Bodemkundige overzichtskaart van Walcheren, schaal 1 : 50000 . 2. Bodemkaart van Walcheren (in twee bladen), schaal 1:16 667. 3. Kaart behorende bij de beschrijving van de bodemkaart van Walcheren in hoofd stuk V. 4. Tuinbouwgeschiktheidskaart van Walcheren, schaal 1 : 50000 . 5. Kaart van de bodemveranderingen in de Zuid-Watering veroorzaakt door de inun datie van 1944—1946, schaal 1 : 25000 . 6. Bewoonde plaatsen op Walcheren 800—1200 na Chr., schaal 1: 50000 . WOORD VOORAF Reeds tijdens de oorlogsinundaties van Walcheren werd het, in verband met de komende landbouwkundige en cultuurtechnische werkzaamheden, door de Directie van de Rijksdienst voor Landbouwherstel nodig geacht, om na de drooglegging een bodemkaart van het eiland ter beschikking te hebben. Vooral Dr Ir G. DE BAKKER, toentertijd Hoofd van de Wetenschappelijke Afdeling van Landbouwherstel, bracht deze gedachte met kracht naar voren en reeds vóór het droogvallen van Walcheren leidde hij enkele karteerders in Zuidbeveland op, terwijl tevens een voorlopige legenda werd opgesteld. Direct na de drooglegging van Walcheren kon zodoende begonnen worden. De eerste werkzaamheden bestonden uit het in kaart brengen van de afslag en opslibbing der gronden als gevolg van de inundatie. Bij de daarop volgende bodemkartering werd, behalve van de voorlopige legenda van Dr DEBAKKER , tevens geprofiteerd van het werk van mej. Dr A. W. VLAM, die reeds eerder een onderzoek ingesteld had naar het voorkomen vanvee n in de ondergrond van Walcheren, een onderzoek, waarvan de resul taten in een proefschrift getiteld „Historisch-morfologisch onderzoek van enige Zeeuwse eilanden" waren vastgelegd. Tevens kon van de ervaringen van Ir S. F. KUIPERS, die met een bodemkartering op Tholen en Schouwen bezig was,geleer d worden. De werkzaamheden van Dr DEBAKKE R op Zuidbeveland werden ook tijdens de kar tering van Walcheren nog voortgezet, in verband met de fruitteelt. De resultaten werden vastgelegd in een rapport van zijn hand, getiteld: „De bodemgesteldheid van enkele Zuidbevelandse polders en hun geschiktheid voor de fruitteelt" (DEBAKKER , 1950). Het rapport over Tholen en Schouwen door Ir S. F. KUIPERS zal binnenkort verschijnen. De voor Walcheren gebruikte legenda werd, wat namen en symbolen betreft, na onderling overleg aangepast aan de namen en symbolen, die voor Zuidbeveland, Schou wen en Tholen in gebruik waren. De karteringswerkzaamheden op Walcheren stonden aanvankelijk onder leiding van Dr DE BAKKER. In September 1946, toen het werk binnen de inmiddels opgerichte „Stichting voor Bodemkartering" werd voortgezet, kregen de samenstellers van dit rapport de leiding van de kartering opgedragen, waarbij later gedurende enkele maanden ook Ir J. v. D. EYCK nog assisteerde. De omstandigheden, waaronder de karteringswerkzaamheden verricht moesten wor den, waren verre van gunstig. Vooral werd het als een gebrek gevoeld, dat de relatie bodem—gewas ingevolge de inundatie slecht bestudeerd kon worden. In de aanvang ontbrak elk gewas, terwijl later de factoren zout en structuur nog een overheersende rol speelden bij de ontwikkeling van het gewas. Productiecijfers over opbrengst der gewassen treft men in dit rapport dan ook niet aan. Bovendien vertoonde de bodem niet het normale beeld. Hierdoor werden b.v. zware lagen in het oude kleiplaatgebied en de profielen van de poelgronden in de aanvang vaak te ongunstig beoordeeld. Deze waren toen nl. zeer dicht, terwijl eerst later bleek, dat zij bij ontwatering gemakkelijk scheuren. Ook de natuurlijke aard van de bouwvoor onttrok zich aan de waarnemingen, daar allerlei gronden door de gevolgen van de inundatie min of meer slempend waren geworden. Bij de kartering werd zoveel mogelijk de bodem, zoals deze vóór de inundatie was, op kaart gebracht. Rond de dijkgaten was wel veel opgeslibd en ook afgeslagen; dit werd, zoals reeds vermeld, apart opgenomen.