Sterke Colleges De Kracht Van Colleges Van Burgemeester En Wethouders in 37 Adviezen
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Sterke colleges De kracht van colleges van burgemeester en wethouders in 37 adviezen Arno Korsten Milo Schoenmaker 2008 Overheidsmanagement, ’s-Gravenhage SSterketerke ccollegesolleges 1 008-05-20088-05-2008 15:42:2915:42:29 ISBN 978 90 352 4263 0 © 2008 Reed Business bv, ’s-Gravenhage Behoudens de door de wet gestelde uitzonderingen mag niets van deze uitgave wor- den verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming van de uitgever die daartoe door de auteur(s) met uitsluiting van ieder ander onherroepelijk is gemachtigd. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden de auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich gaarne aanbevolen. Reed Business bv, waarvan Overheidsmanagement onderdeel is, legt gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en wanneer u in het kader van dienstverlening contact heeft met Reed Business bv. Deze gegevens worden gebruikt om een overeenkomst uit te voeren en om u te informeren over voor u relevante pro- ducten en diensten van Reed Business bv, haar werkmaatschappijen en zorgvuldig geselecteerde derden. Als u op deze informatie geen prijs stelt, dan kunt u dit schrifte- lijk doorgeven aan: Reed Business bv, t.a.v. Adresregistratie, Postbus 808, 7000 AV Doe- tinchem. SSterketerke ccollegesolleges 2 008-05-20088-05-2008 15:42:3115:42:31 Voorwoord Dit boek gaat over een voor velen bekend, maar tegelijk redelijk onbeschreven thema. Een thema waar vrijwel iedereen met enige betrokkenheid bij het besturen van een gemeente een mening over heeft. Dit boek gaat over ‘Sterke gemeentebesturen’, lees: ‘Sterke colleges van burgemeester en wethouders’. Een onderwerp waar wij in de loop der jaren zowel formeel als informeel met honderden burgemeesters en raadsleden over hebben gesproken. Soms von- den die gesprekken individueel plaats, soms in groepsverband. Vaak was de aanleiding van de conversaties anders, maar kwam toch ineens aan de orde of het gemeentebestuur uit gemeente x of y wel of niet een ‘sterk’ of ‘zwak’ dage- lijks bestuur was. ‘Sterkte’ bleek steeds een referentiepunt. Een sterk college was gewenst, vonden de gesprekspartners. Vaak was de spreker dan van mening dat het college van burgemeester en wethouders – het dagelijks bestuur van de gemeente – verdeeld was, een zwakke wethouder kende, amb- tenaren te veel hun gang liet gaan, niet productief was, niet ambitieus genoeg was (‘er gaat niks van uit’) of op enig moment niet verstandig had geopereerd. Die kwalifi catie verwees dan naar de ‘sterkte’ van het college. Hoewel sprekers hierover beslistheid niet ontzegd kon worden, was er tussen de gesprekspart- ners ook wel eens twijfel over de vraag ‘Wat is nu een sterk college?’ Is spreken over een sterk college vooral een opstap om gal te spugen over een zwak col- lege? Is een sterk college een mythe, een ongefundeerde wens? Nee, een onge- fundeerde wens bleek het niet. Maar wat verstaan we dan onder een ‘sterk col- lege’? Het thema van het sterke dagelijks bestuur van een gemeente intrigeerde ons als schrijvers van deze beschouwing, zeker ook omdat steeds weer de norm terugkeerde dat een college wél sterk hoort te zijn. We besloten ons daarom eens te richten op de literatuur. Het hield ons ook bezig, omdat eerder door een van ons al eens geschreven was over de schaduwzijde van kleine groepen in het openbaar bestuur: in het boek Groepsdenken in het openbaar bestuur – Cruciale beslissingen van kleine groepen (’t Hart, De Jong en Korsten, 1991) kwam de besluitvorming van kleine groepen die onder grote druk komen te staan aan de orde. We wilden de kleine groep nu eens positief benaderen. 3 SSterketerke ccollegesolleges 3 008-05-20088-05-2008 15:42:3115:42:31 In de bibliotheken en op internet troff en we tot onze verbazing echter nauwe- lijks verhandelingen aan over het concept ‘sterke colleges’ en waar je zoal op moet letten wil je een college als een sterk college betitelen. Er bleek wel litera- tuur te vinden over individuele posities en rollen, zoals boeken over burge- meesters en over wethouders, over de bestuurskracht van het gehele gemeen- tebestuur, inclusief de betekenis van de gemeenteraad en de kwaliteiten van de ambtelijke organisatie en over teammanagement. Maar de concepten ‘sterk college’ en ‘aanwezige bestuurskracht’ vallen niet geheel samen. We troff en ook wel criteria aan ter beoordeling van overheidshandelen. Een overheidsbestuur hoort te zijn: gezaghebbend; een goede werkgever voor ambtenaren; strategisch gericht; koersvast opererend; programmatisch, stu- wend en sturend; doelgericht; rechtmatig; besluitvaardig en slagvaardig; com- petent; met oog voor haalbaarheid; waar nodig samenwerkend met andere organisaties in de samenleving; complementair; eff ectief; open, informatief, communicatief en interactief; legitiem; stimulerend waar het kan, ordenend, regelend en handhavend waar het moet; regie voerend; keten- en klantgericht; doelmatig; betrouwbaar, evenwichtig, proportioneel en stabiel; continuïteit in beleid verschaff end en dus niet wispelturig; integer; zorgvuldig; transparant; verbindend en op cohesie gericht; duurzaam; innovatief en maatwerk kiezend waar het moet of hoort en kan. Veel van die criteria gelden voor overheidsbestuur op alle niveaus, voor de rijks- overheid en de provincie evenzeer als voor een gemeente. Een gemeente- bestuur verschilt echter qua taken, bevoegdheden en middelen van andere bestuurslagen. Dus ook deze exercitie bleek nog niet direct de goede richting- wijzer. Want deze criteria zeggen nog niets over bijvoorbeeld de (on)wenselijkheid van een groot college gebaseerd op een coalitie van veel kleine politieke raads- fracties met een kleine raadsmeerderheid, of een klein college gebaseerd op enkele grote raadsfracties. En zou dat verschil niet uitmaken? We besloten ons eens nader te verdiepen in de vraag ‘Wat is een sterk college?’ Die vraag is van belang omdat het openbaar bestuur gebaat is bij sterke colle- ges. Dat voerde ons naar dit boek. Te veronderstellen is dat een sterk college van B&W een college is dat het vertrouwen van de gemeenteraad geniet, een stevig programma formuleert en uitvoert en daarbij slagvaardig opereert, de periode tussen verkiezingen ongeschonden doorkomt, intern homogeen en harmonieus functioneert en een goede relatie onderhoudt met raad en bur- gers. We diepen in deze publicatie verder uit wat een sterk college volgens ons vooral is. 4 SSterketerke ccollegesolleges 4 008-05-20088-05-2008 15:42:3115:42:31 Met deze voorliggende beschouwing is het laatste woord over dit onderwerp niet gezegd, want we moesten pionieren. We beseff en dat er momenteel meer dan vierhonderd gemeentebesturen bestaan waartussen veel overeenkomst bestaat – want ze functioneren allemaal op basis van de Grondwet, de Gemeen- tewet en andere wetgeving – maar er bestaan ook verschillen in fysiek, econo- misch, demografi sch, sociaal-cultureel en electoraal opzicht, die kunnen uit- maken wat als ‘sterk’ gezien wordt. Een sterk college is dus altijd een sterk college in de context. Het is als gevolg daarvan zeker niet makkelijk om te komen tot één set regels voor een sterk dagelijks gemeentebestuur. Het zal ook zeker kunnen dat één of enkele van de in dit boek uitgewerkte adviesre- gels in een bepaalde gemeente nu juist niet opgaan. Dat er een gemeente is met een groot college, dat toch sterk functioneert. Natuurlijk kan dat, maar wij menen dat we toch een poging moeten doen. We zijn bereid onze nek uit te steken. We pogen een richting te wijzen en zo bij te dragen aan het debat over het thema: ‘van macht naar kracht’. Ons motto was: ‘Er is geen kostbaarder cadeau dan goede raad,’ een uitspraak van Erasmus. Boeken maak je zelden alleen. We danken dan ook enkele personen die het manuscript kritisch hebben doorgelezen en ons van adviezen hebben voor- zien: Harrie Aardema (bijzonder hoogleraar publiek management aan de Open Universiteit Nederland), Pieter de Jong (stafmedewerker van de Raad voor het openbaar bestuur), Max van Luik (universitair docent aan de Open Universiteit), Klaas Abma (adjunct-directeur van de gemeente Littenseradiel en medeauteur van een boek over bestuurskracht van gemeenten) en Jean Schutgens (gemeentesecretaris van Landgraaf en medeauteur van datzelfde boek). We danken Hetty Verhagen en Inge Kuijt van Reed Business voor hun medewer- king aan de productie en uitgave. Reacties worden op prijs gesteld. Zend een e-mail naar: [email protected] Arno F.A. Korsten en Milo Schoenmaker Heerlen/Schimmert/Bussum, 5 maart 2008 5 SSterketerke ccollegesolleges 5 008-05-20088-05-2008 15:42:3115:42:31 SSterketerke ccollegesolleges 6 008-05-20088-05-2008 15:42:3215:42:32 Inhoudsopgave 1 Inleiding: op zoek naar een sterk college van B&W 9 2 De coalitievorming: een sterk college smeden 33 3 De wethouder: sterk college, professionele wethouders 55 4 Het college: sterk college als sterk team 75 5 De burgemeester: een sterk college heeft een goede burgemeester nodig 93 6 De ambtenaren en de bestuurlijk-ambtelijke betrekkingen 109 7 De beoordelaar van bestuurskracht: een sterk college is een bestuurskrachtig college? 141 8 Het raadslid: het samenspel van college en raad 165 9 Het debatperspectief: discussie over inhoud en de rol van macht 179 10 De dualisering: een sterk college werkt binnen een dualistisch kader 191 11 De burgers: een sterk college volgens de inwoners van een gemeente 205 12 De electorale cyclus: wanneer een college sterk kan zijn 217 13 De ‘moeilijke’ gemeente: waar colleges grotere risico’s lopen 227 14 De mobiliserende kracht: bestuur met andere partijen of alleen? 251 15 Refl ectie 277 Literatuur 307 Dankbetuiging 327 Over de auteurs 331 7 SSterketerke ccollegesolleges 7 008-05-20088-05-2008 15:42:3215:42:32 SSterketerke ccollegesolleges 8 008-05-20088-05-2008 15:42:3215:42:32 1 Inleiding: op zoek naar een sterk college van B&W Onze zoektocht naar sterke colleges begint breed. Sterke colleges functione- ren immers altijd in de context van het lokaal bestuur.