DOCSLIB.ORG

CHEYNEY, Peter Geboren Als Reginald "Reg" Evelyn Peter Southouse-Cheyney Geboren: Whitechapel, Londen, 22 Februari 1896

Total Page：16

File Type：pdf, Size：1020Kb

Download full-text PDF Read full-text
CHEYNEY, Peter Geboren Als Reginald CHEYNEY, Peter Geboren als Reginald "Reg" Evelyn Peter Southouse-Cheyney Geboren: Whitechapel, Londen, 22 februari 1896. Overleden: 26 juni 1951 Pseudoniem: Harold Brust Opleiding: advokaat. Carrière: werkte als songwriter, bookmaker, journalist en politicus Militaire dienst: luitenant, British Army; vrijwiller semi-officiële Organisation of the Maintenance of Supplies (OMS). Familie: drie keer getrouwd geweest, o.a. met een danseres (foto: Goodreads.com) website met boekomslagen: http://www.petercheyney.co.uk/Cheyney%20Site/bookshollandcovers.html detective: Lemmuel H. ‘ Lemmy’ Caution , G-man van de F.B.I., cynisch en gewelddadig; Slim Callaghan , privé-detective, Londen; Nick Bellamy , privé-detective; Johnny Vallon , privé-detective, Londen; Michael Kells ; Everard Peter Quayle , spion (" Dark"-serie ), van een top-geheime Britse contra-spionage eenheid, die opereert tegen Nazi-agenten in het Engeland van de Tweede Wereld Oorlog detective: Alonzo MacTavish (kv); Abie Hymie Finkelstein (kv); Etienne MacGregor (kv); Julia Herron (kv); Krasinsky (kv) Lemmy Caution : 1. This Man is Dangerous 1936 Miranda is goedkoper dan U denkt 1957 ZB 65 ook verschenen odt: Deze man is gevaarlijk 1985 ZB 65 2. Poison Ivy 1937 Giftige klimop 1958 ZB 166 eerder verschenen odt: Charlotte is gevaarlijk 1939 Schuyt Fol 21 3. Dames Don't Care 1937 Een vrouw ziet nergens tegenop 1949/61 Br/ZB 422 4. Can Ladies Kill? 1938 Zijn vrouwen moordenaars? 1956/86 ZB 11/ZB 22 5. Don't Get Me Wrong! 1939 Begrijp me niet verkeerd! 1961 ZB 421 6. You'd Be Surprised 1940 Daar sta je van te kijken 1958 ZB 142 7. Your Deal, My Lovely 1941 Jouw beurt, jongedame 1949/60 Bruna/ZB 296 8. Never a Dull Moment 1942 Bij mij verveel je je niet 1960 ZB 295 9. You Can Always Duck 1943 Dat had je niet gedacht 1950/60 Bruna/ZB 338 10. I'll Say She Does! 1945 Laat 'r maar schuiven 1954 ZB 165 korte verhalen: Mr. Caution - Mr. Callaghan 1941 Mister Caution - Mister Callaghan 1963 ZB 676 bevat: Lemmy Caution: “Zij hadden een alibi” “Een onbesuisde knaap” “Mevrouw ..... de hertogin!” “Goed spul” “Het wijnglas” “Hoe lieflijk is de liefde” “Portret van een F.B.I.-man” “Eens moet het toch gebeuren” “Een ongemakkelijke erfdochter” “Een gevoelige vrouw” “Hallo ... sherlock!” “Boven de hals” “Vrouwen werken zo verwarrend” “Duet voor gangsters” “De zware jongen” “De woordvoerder aan ’t woord” Slim Callaghan: “Opdracht uitgevoerd” “Hertoginnen zijn niet te vertrouwen” “Rendez-vous in het duister” “Een overtuigend bewijs” “Goed gegokt” “Het scheelde maar een haartje” “Vijfde colonne” “Het zit in de familie” “Callaghan plus Cupido” “Verduistering” “Dans zonder muziek” “Een spelletje kaart” G-Man at the Yard 1946 Lemmy Caution, aangenaam... 2kr 1972 ZB 1454 eerder verschenen als kr in: The Thriller (1937) bevat: “G-Man at the Yard” Lemmy Caution, aangenaam... “Dressed to Kill” (geen Caution) Rufus geeft ‘m van katoen Time for Caution 1946 korte verhalen met Lemmy Caution, opgenomen in diverse bundels met korte verhalen, oorspronkelijke publicatiedata niet bekend: Nice Work (in : London Evening Standard , 1936)/ Ain't Love a Scream/ The Big Shot/ Big-Time Stuff/ Dames Are So Dizzy/ Duet for Mobsters/ From the Neck Up!/ The Heat for Six/ Hey...Duchess!/ Hey...Sherlock/ The Mouthpiece Talks/ One for the Heiress/ Sob-Stuff/ They Had an Alibi/ They Had It Comin'/ The Wine Glass Slim Callaghan: 1. The Urgent Hangman 1938 De beul wacht niet 1952/63 Atlas 3/ZB 607 eerder verschenen odt: Slim Callaghan's meesterstuk 1938 Schuyt Fol 18 2. Dangerous Curves 1939 Een vrouw weet de weg wel 1968 ZB 1158 in Amerika verschenen odt: Callaghan (1973) 3. You Can't Keep the Change 1940 De weg tot Audrey 1959 ZB 221 4. It Couldn't Matter Less 1941 Behandel de vrouwen met zachtheid 1956 ZB 21 ook verschenen odts: The Unscrupulous Mr. Callaghan (1943) Set-Up for Murder (1950) 5. Sorry You've Been Troubled 1942 Tot kijk, Admiraal 1957 ZB 36 in Amerika verschenen odt: Farewell to the Admiral (1943) 6. Never a Dull Moment 1942 Bij mij verveel je je niet 1960 ZB 295 7. They Never Say When 1944 Vlieg er eens uit, Juliette 1958 ZB 104 8. Uneasy Terms 1946 Van het één komt het ander 1961 ZB 339 korte verhalen: Mr. Caution - Mr. Callaghan 1941 Mister Caution - Mister Callaghan 1963 ZB 676 bevat: Slim Callaghan: “Opdracht uitgevoerd” “Hertoginnen zijn niet te vertrouwen” “Rendez-vous in het duister” “Een overtuigend bewijs” “Goed gegokt” “Het scheelde maar een haartje” “Vijfde colonne” “Het zit in de familie” “Callaghan plus Cupido” “Verduistering” “Dans zonder muziek” “Een spelletje kaart” Lemmy Caution: “Zij hadden een alibi” “Een onbesuisde knaap” “Mevrouw ..... de hertogin!” “Goed spul” “Het wijnglas” “Hoe lieflijk is de liefde” “Portret van een F.B.I.-man” “Eens moet het toch gebeuren” “Een ongemakkelijke erfdochter” “Een gevoelige vrouw” “Hallo ... Sherlock!” “Boven de hals” “Vrouwen werken zo verwarrend” “Duet voor gangsters” “De zware jongen” “De woordvoerder aan ’t woord” Calling Mr. Callaghan 1953 bevat o.a.: “The Dencourt Stiletto” korte verhalen oa met Callaghan: A Spot of Murder and Other Stories 1946 Dance Without Music 1945 Vengeance with a Twist and Other Stories 1946 Date After Dark and Other Stories 1946 toneelspelen: Meet Mr. Callaghan # 1953 # door Gerald Verner, gebaseerd op ‘The Urgent Hangman’ Korte verhalen met Callaghan (opgenomen in diverse bundels met korte verhalen), waarvan een aantal oorspronkelijke publicatiedata niet bekend: Account Rendered (1944)/ At the Grape-Vine/ The Big Bluff/ Birthday for Callaghan/ Black-Out/ Callaghan Plus Cupid/ The Callaghan Touch/ Christmas for Callaghan/ Dance Without Music (mogelijk oorspronkelijk een andere hoofdpersoon, Caryl O'Hara)/ You Can't Trust Duchesses (1945) Date After Dark(1946)/ The Man with Two Wives (1946)/ A Spot of Murder (1946)/ Vengeance with a Twist (1946)/ The Dencourt Stiletto/ The Disappearing Diamonds/ Documentary Evidence/ Double Alibi/ Fifth Column/ The Guess Comes Off/ In the Bag/ In the Hall/ It Comes Off Sometimes/ It Runs in the Family/ Lady in Love/ The Lady in Tears (1949)/ A Matter of Cooperation/ The Missing Bullet/ Murder with a Twist/ On the Cards/ The Telephone Talks/ They Kidnapped Cecelia/ Nick Bellamy: Another Little Drink 1940 Nog eentje van mij, Fenella? 1966 ZB 997 in Amerika verschenen odts: A Trap For Bellamy (1941) Premeditated Murder (1943) John Vallon: 1. You Can't Call It a Day 1949 Je zou zo zeggen 1955 ZB 6 in Amerika verschenen odt: The Man Nobody Saw (1949) 2. Lady Behave! 1950 Drie druppels whisky 1953/62 Atlas 11/ZB 486 in Amerika verschenen odt: Lady Beware (1950) Michael Kells: 1. Sinister Errand 1945 Bericht van een dode 1951/62 ZB 473 in Amerika verschenen odt: Sinister Murders (1957) 2. Ladies Won't Wait 1951 Het begon met een dode vrouw 1963 ZB 608 in Amerika verschenen odt: Cocktails and the Killer (1957) Everard Peter Quayle (" Dark-serie ") 1. Dark Duet 1942 De mooiste vrouw van de wereld 1956 ZB 10 in Amerika verschenen odt: The Counter Spy Murders (1944) 2. The Stars Are Dark (Quayle) 1943 Duister is de nacht 1971 ZB 164 in Amerika verschenen odt: The London Spy Murders (1944) 3. The Dark Street (Quayle) 1944 De duistere straat 1960 ZB 294 in Amerika verschenen odt: The Dark Street Murders (1946) 4. Dark Hero 1946 De duistere held 1953/59 ZB 220 ook verschenen odt: The Case of the Dark Hero (1947) 5. Dark Interlude (Quayle) 1947 Duister intermezzo 1961 ZB 398 in Amerika verschenen odt: The Terrible Night (1959) 6. Dark Wanton (Quayle) 1948 Duister ballet 1955 ZB 5 ook verschenen odt: The Case of the Dark Wanton (1949) 7. Dark Bahama (Quayle) 1950 Duister Bahama 1955/67 ZB 423=487 in Amerika verschenen odt: (op binnenpag vermeld als I'll Bring Her Back (1952) ZB 423; moet zijn ZB 487) Alonzo MacTavish (alleen korte verhalen): Adventures of Alonzo MacTavish 1943 Alonzo MacTavish Again 1943 The Murder of Alonzo 1943 He Walked in Her Sleep and Other Stories 1946 in amerika verschenen odt: MacTavish (1973) andere crimetitels: Deadly Fresco #1 1939 The Curiosity of Etienne MacGregor 1947 ook verschenen odt: The Sweetheart of the Razors (1962) Dance Without Music 1947 En toen begon de muziek 1952 ZB 397 Try Anything Twice 1948 Dat kost je een rondje 1957 ZB 105 in Amerika verschenen odt: Undressed to Kill (1959) One of Those Things 1949 Een vrouw zit altijd hoog te paard 1967 ZB 1092 in Amerika verschenen odt: Mistress Murder (1951) korte verhalen (selectie): You Can't Hit a Woman and Other Stories 1937 Sla liever geen vrouwen 1965 ZB 868 bevat: “Sla liever geen vrouwen” “De man met de rode baard” “Abie betaalt het gelag” “De bedriegster bedrogen” “Van je vrienden moet je het hebben” “De humor van Hoeang Tsjen” “Abie en de gangsters” “Drie mannen op Tampa” “Test voor psychologie” “Typisch De Lanier” “Abie in Hollywood” “Krokodilletranen” “De dasspeld” “De man met de monocle” “De tipgeefster” “De gigolo” “De druppel, die de emmer...” “Afrekening in Chicago” Knave Takes Queen 1939 De dames geven een rondje 1966 ZB 998 bevat: “Honoria Dove-Mellifleur” (Krasinsky ) “De dood van de heer Evelyn Sout” “De bekering van kapitein Kidd” (Krasinsky) “De wraak van Hyacinth Jones” (Krasinsky ) “De parfummoord” “Wat Pierre Duchesne meemaakte” ( Krasinsky ) “De vertraagde brief” (Krasinsky ) “Een meisje met karakter” (Krasinsky ) “Pastorale chantage” (Krasinsky) “De droom an Erasmus Bellamy” “De koning van Tarragona” (Krasinsky ) Velvet Johnnie and Other Stories 1952 Fluwelen Johnnie en andere verhalen 1964 ZB 734 bevat: Peter Cheyney door Viola Gerard Garvin “Fluwelen Johnnie” “Een kwestie van samenwerken” ( Callaghan ) “De dichter en de zweep” “Uitstel” “In ‘De Wijnrank’” ( Callaghan ) “Liefde en diefstal” “Creditnota” niet gebundelde korte crimeverhalen: "la belle dame sans souci" 1952 in: Bruna det omn niet getraceerde titels: De geest der vergelding .
Load more

Recommended publications
  • The Language of Emotion in Godard's Films Anuja Madan (Cineaction 80
    The Language of Emotion in Godard's Films Anuja Madan (Cineaction 80 2010) So, to the question ʻWhat is Cinema?ʼ, I would reply: the expression of lofty sentiments. —Godard, in an essay 1 Nana: Isnʼt love the only truth?2 Emotion in the New Wave films is a fraught concept. Critics like Raymond Durgnat have commented that the New Wave films are characterized by emotional “dryness,” but such a view fails to engage with the complexity of the films.3 In what may seem like a paradoxical statement, these films display a passionate concern for the status of emotional life while being simultaneously engaged in the critique of emotion. This paper seeks to discuss the complex dynamics of emotion in three of Jean-Luc Godardʼs films—Vivre Sa Vie (My Life to Live, 1962), Alphaville, une Étrange aventure de Lemmy Caution (Alphaville, A Strange Adventure of Lemmy Caution, 1965) and Week End (1967). All of them belong to the fertile period of the 60s in which Godardʼs aesthetic strategies became increasingly daring. These will be examined in relation to some of his critical writings. An important paradigm within which Godardʼs films will be analyzed is that of cinemaʼs relationship to reality. A foundational principle of the New Wave was the faith in the intrinsic realism of the cinema, something Bazin had expounded upon. However, according to Godard, Bazinʼs model of cinema was novelistic, the realist description of relationships existent elsewhere. In his model, the director constructs his film, dialogue, and mise-en- scene, at every point: Reality is formed as the camera is framing it.
    [Show full text]
  • Objectification As a Device in the Films of Godard and Breillat: Alphaville (1965) And
    Objectification as a Device in the Films of Godard and Breillat: Alphaville (1965) and Romance (1999) A Senior Honors Thesis Presented in partial fulfillment of the requirements for graduation with distinction in the Department of French and Italian in the undergraduate colleges of The Ohio State University By Zachary Gooch The Ohio State University November 2005 Project Advisor: Professor Judith Mayne, Department of French and Italian Gooch 2 “In order to live in a society in Paris today, on no matter what level, one is forced to prostitute oneself in one way or another—or to put it another way, to live under conditions resembling those of prostitution […] in a modern society, prostitution is the norm.” – Jean-Luc Godard (Le Nouvel Observateur 1966) “It seems to me that in Paris today, we are all living more or less in a state of prostitution. The increase in prostitution, literally speaking, is partial proof of this statement because it calls into question the body, but one can prostitute oneself just as equally with the mind, the spirit. I think it is a collective phenomenon, and perhaps one which is not altogether new. But what is new is that people find it normal.” – Godard (qtd. in Roud 34) Film criticism’s grasp is often limited by the enumeration of the characteristics of a director’s work, which wrongfully implies that each characteristic is a fairly autonomous and separate concern. One of the oft cited preoccupations in Godard’s cinema is prostitution as a social metaphor. However, his use of prostitution as a trope for the state of existence in modern society is closely related to another of these supposedly separate concerns: language.
    [Show full text]
  • Documenting the Documentary Grant.Indd 522 10/3/13 10:08 AM Borat 523
    Chapter 31 Cultural Learnings of Borat for Make Benefit Glorious Study of Documentary Leshu Torchin Genre designations can reflect cultural understandings of boundaries between perception and reality, or more aptly, distinctions between ac- cepted truths and fictions, or even between right and wrong. Borat: Cul- tural Learnings of America for Make Benefit Glorious Nation of Kazakhstan (Larry Charles, 2006) challenges cultural assumptions by challenging our generic assumptions. The continuing struggle to define the film reflected charged territory of categorization, as if locating the genre would secure the meaning and the implications of Borat. Most efforts to categorize it focused on the humor, referring to it as mockumentary and comedy. But such classifications do not account for how Borat Sagdiyev (Sacha Baron Cohen) interacts with people onscreen or for Baron Cohen’s own claims that these encounters produce significant information about the world. Fictional genres always bear some degree of indexical relationship to the lived world (Sobchack), and that relationship only intensifies in a tradi- tional documentary. Borat, however, confuses these genres: a fictional TV host steps out of the mock travelogue on his fictional hometown and steps into a journey through a real America. The indexical relationship between the screen world and the real world varies, then, with almost every scene, sometimes working as fiction, sometimes as documentary, sometimes as mockumentary. In doing so, the film challenges the cultural assumptions that inhere to expectations of genre, playing with the ways the West (for 13500-Documenting the Documentary_Grant.indd 522 10/3/13 10:08 AM Borat 523 lack of a better shorthand) has mapped the world within the ostensibly rational discourses of nonfiction.
    [Show full text]
  • Portrait: Ulrike Ottinger | Photo: Anne Selders 2010
    Ulrike Ottinger grew up in the city of Constance on Lake Constance where she set up her own studio at an early age. From 1962 until the beginning of 1969 she worked as an independent artist in Paris, while learning the technique of etching from Johnny Friedlaender. She also attended lectures given by Claude Lévi-Strauss, Louis Althusser and Pierre Bourdieu at the Collège de France. She exhibited her work at the Biennale internationale de l’estampe, Paris and in various galleries. In the early 70s her interest in painting, photography and performance lead her into making films. Her first film script, ‘The Mongolian Double Drawer’ (Die Mongolische Doppelschublade) was written in 1966. After her return to West Germany she founded, in association with Constance University, the ‘filmclub visuell’ in 1969 in Constance in which international Independent Films, the New German Cinema (Neuer Deutscher Film) and historical films were shown. At the same time she set up the gallery and the edition ‘galeriepress’, in which she presented Wolf Vostell, Allan Kaprow, Fernand Teyssier, Peter Klasen and English pop artists such as R. B. Kitaj, Joe Tilson, Richard Hamilton and David Hockney. Her first film, ‘Laocoon and Sons’ (Laokoon und Söhne), made in collaboration with Tabea Blumenschein, was recorded in 1971-1973 and celebrated its world premiere in the Arsenal Berlin. In 1973 she moved to Berlin and filmed the Happening-documentary ‘Berlinfever – Wolf Vastell’ (Berlinfieber – Wolf Vastell). This was followed by ‘The Enchantment of the Blue Sailors’ (Die Betörung der Blauen Matrosen) in 1975 with Valeska Gert and ‘Madame X – An Absolute Ruler’ (Madame X – Eine absolute Herrscherin) in 1977, co-produced by the ZDF, which caused a great sensation and was an international success.
    [Show full text]
  • Good Work, Little Soldier: Text and Pretext
    First published in Journal of European Studies 34:1-2 (2004), pp.34-43 Good Work, Little Soldier: text and pretext Adaptation, the most explicit kind of intertextual relation implicating film, is not really intertextual at all, if intertextuality is understood to be a systematic, ongoing and infinite ramification of meanings that command our critical pause. But if we apply a more restricted model from literary theory, centred on a ‘centring text which retains its position of leadership in meaning’,1 adaptation can be read through a variation of this model: pretextuality. Film-on-book relations are generally pretextual: the adapted text as point of departure, as party in a dialogue, as measure of a difference, as mirror. Beau travail has two pretexts, a book and a film: Melville’s Billy Budd, Sailor (1891) and Godard’s Le petit soldat (1960). The first is the kind of pretext familiar from cinematic adaptations of literary works, though it is made strange by reference to an intermediate operatic adaptation (Britten’s Billy Budd). The second is of a quite unfamiliar kind, a variant of cinematic pretextuality that may be peculiar to Beau travail. Most comparable instances of character and actor reappearing in a different director’s film would be from sequels or episodes in series,2 but though Michel Subor plays Bruno Forestier in both films, Beau travail is not, in narrative terms, a sequel to Le petit soldat. A more exact idea of the film-on-film relations that bind the two films is the object of this article. ‘Pretext and intertext’ is not a categorical distinction: pretextuality is just over- determined intertextuality.
    [Show full text]
  • Rheingau-Winzer
    Fühle deine Stadt. Wiesbaden. Mai 2016 Nr.42 RHEINGAU-WINZER: WIR KÖNNEN AUCH ANDERS FERIEN FÜR ALLE ABGEHÄNGTE KULTUR BIENNALE WEINBAR-TEST EDDIE CONSTANTINE sensor 05/16 3 Editorial / Inhalt Editorial Impressum 5.8.2016 Verlagsgruppe Rhein Main GmbH & Co. KG Kurpark Neue Wege zu gehen, phG: Verlagruppe Rhein Main Verwaltungs- ft gesellschaft mbH Wiesbaden liebe sensor-Leserinnen und Leser, genschaften aufwarten können? Hof- tigt vom riesigen Andrang bei der Geschäftsführer: Hans Georg Schnücker das kann durchaus anstrengender fentlich zumindest ansatzweise, denn 4-Jahre-sensor-Party im Kulturpa- (Sprecher), Dr. Jörn W. Röper sein als auf bewährten, ausgetrete- sie müssen nun neue Wege gehen, last. Vom Aufeinandertreffen ganz Erich Dombrowski Straße 2, 55127 Mainz (zugleich ladungsfähige Anschrift der V.i.S.d.P) nen Pfaden zu bleiben. Es kann sich ob sie wollen oder nicht. Das Wahl- unterschiedlicher großartiger Men- aber auch lohnen. Neue Wege zu ge- ergebnis zwingt sie dazu, ausgetre- schen unserer Stadt, die miteinan- Objektleitung hen, erfordert Mut, Entschlossenheit, tene Pfade zu verlassen. Welches die der ins Gespräch kamen und uns, den (Redaktions- & Anzeigenleitung) Dirk Fellinghauer (Verantwortlich i.S.d.P.) ho Leidenschaft, vielleicht auch eine neuen Wege sein werden und wohin sensor, mit viel Zuspruch sehr glück- Kleine Schwalbacher Str. 7 – 65183 Wiesbaden Portion Verrücktheit. Und in jedem sie führen werden, war am Drucktag lich gemacht haben. Danke vielmals Tel: 0611/355 5268 Fax: 0611/355 5243 Fall einen starken Charakter. All das dieser Ausgabe – vier Tage vor der an alle Beteiligten für diese fantas- www.sensor-wiesbaden.de bringen die Menschen mit, die wir konstituierenden Sitzung der neu ge- tische Nacht! [email protected] für unsere Titelgeschichte aufgesucht wählten Stadtverordnetenversamm- Layout/Satz Thorsten Ullrich, www.175lpi.de haben.
    [Show full text]
  • Management Et Représentation Enquête Sur Les Représentations Du Management Dans Le Cinéma Français, 1895-2005
    UNIVERSITE DE NANTES Institut d’Economie et de Management de Nantes – IAE 2008 THESE pour l’obtention du grade de docteur en sciences de gestion présentée et soutenue publiquement par Eve LAMENDOUR le 8 septembre 2008 Management et représentation Enquête sur les représentations du management dans le cinéma français, 1895-2005 Volume 2 : Annexes JURY DIRECTEURS DE RECHERCHE Yannick LEMARCHAND, Professeur à l’Université de Nantes Patrick FRIDENSON, Directeur d'études à l’EHESS RAPPORTEURS Anne PEZET, Professeur à l’Université Paris-Dauphine Pierre SORLIN, Professeur émérite à l’Université Paris III SUFFRAGANTS Mathieu DETCHESSAHAR, Professeur à l’Université de Nantes Hervé LAROCHE, Professeur à l’ESCP-EAP Béatrice de PASTRE, Directrice des collections aux Archives Françaises du Film, CNC ANNEXES Table des annexes 1. Droit d’auteur 3 2. Glossaires 5 a. Glossaire des notions managériales 5 b. Vocabulaire de l’analyse filmique 11 c. Abréviations et termes de référence de la description du corpus 15 3. Filmographies 19 a. Sources d’accès aux films 19 b. Corpus pratique 20 c. Corpus théorique : liste chronologique 35 d. Corpus théorique : fiches des films 43 e. Corpus de comparaison 167 La représentation de l’entreprise et du management dans le cinéma américain 167 Chronologie de films susceptibles d’éclairer la question managériale 168 4. Tableaux 174 a. Chapitre 3 174 Tableau récapitulatif des concessionnaires et agents commerciaux Lumière b. Chapitre 4 175 Sources d’information concernant les films « grévistes » c. Chapitre 10 176 Sources d’information concernant les slogans des cabinets de conseil d. Conclusion Partie IV 177 Le poids du management dans la population active en France, 1936 – 1975 177 Le poids du management dans la population active en France, 1982 – 2000 178 Le poids du management dans la population active en France, les années 2000 179 Evolution des métiers à composante managériale, 1982 – 2006 180 5.
    [Show full text]
  • French and American Noir, Alistair Rolls and Deborah Walker
    Crime Files Series General Editor: Clive Bloom Since its invention in the nineteenth century, detective fiction has never been more popular. In novels, short stories, films, radio, television and now in com- puter games, private detectives and psychopaths, prim poisoners and overworked cops, tommy-gun gangsters and cocaine criminals are the very stuff of mod- ern imagination, and their creators one mainstay of popular consciousness. Crime Files is a ground-breaking series offering scholars, students and discerning readers a comprehensive set of guides to the world of crime and detective fic- tion. Every aspect of crime writing, detective fiction, gangster movie, true-crime exposé, police procedural and post-colonial investigation is explored through clear and informative texts offering comprehensive coverage and theoretical sophistication. Published titles include: Maurizio Ascari A COUNTER-HISTORY OF CRIME FICTION Supernatural, Gothic, Sensational Hans Bertens and Theo D’haen CONTEMPORARY AMERICAN CRIME FICTION Anita Biressi CRIME, FEAR AND THE LAW IN TRUE CRIME STORIES Ed Christian (editor) THE POST-COLONIAL DETECTIVE Paul Cobley THE AMERICAN THRILLER Generic Innovation and Social Change in the 1970s Christiana Gregoriou DEVIANCE IN CONTEMPORARY CRIME FICTION Lee Horsley THE NOIR THRILLER Merja Makinen AGATHA CHRISTIE Investigating Femininity Fran Mason AMERICAN GANGSTER CINEMA From Little Caesar to Pulp Fiction - 2011-03-14 - PalgraveConnect Tromso i - licensed to Universitetsbiblioteket www.palgraveconnect.com material from Copyright Linden Peach MASQUERADE, CRIME AND FICTION Criminal Deceptions 10.1057/9780230244825 - French and American Noir, Alistair Rolls and Deborah Walker June 24, 2009 12:58 MAC/FAAN Page-i 9780230_536906_01_prex Alistair Rolls and Deborah Walker FRENCH AND AMERICAN NOIR Dark Crossings Susan Rowland CRIMINAL DECEPTIONS Adrian Schober POSSESSED CHILD NARRATIVES IN LITERATURE AND FILM Contrary States Heather Worthington THE RISE OF THE DETECTIVE IN EARLY NINETEENTH-CENTURY POPULAR FICTION R.
    [Show full text]
  • Ulrike Ottinger Screenwriter
    Ulrike Ottinger Screenwriter – Director – DOP – Photographer ____________________________________________________ Ulrike Ottinger grew up in Konstanz, where she opened her own studio at an early age. From 1962 until 1968, she lived and worked as an artist in Paris, where she exhibited at the Salon de la Jeune Peinture and elsewhere. She studied etching techniques at the studio of Johnny Friedlaender and attended lectures at the Sorbonne on art history, religious studies, and ethnology with Claude Lévi- Strauss, Louis Althusser and Pierre Bourdieu. In 1966, she wrote her first screenplay, entitled “The Mongolian Double Drawer.” After returning to West Germany, she founded the “filmclub visuell” in Konstanz in 1969, as well as the “galeriepress” gallery and press, presenting Wolf Vostell and David Hockney, among others. With Tabea Blumenschein, she realized her first film in 1972-1973, LAOCOON & SONS, which had its premiere at Arsenal Berlin. She moved to Berlin in 1973, where she filmed the happening documentation BERLINFEVER – WOLF VOSTELL. After THE ENCHANTMENT OF THE BLUE SAILORS (1975), with Valeska Gert, came the female pirate film MADAME X (1977), a coproduction with the ZDF television network. The film was a sensation, and prompted substantial controversy. Her “Berlin trilogy” began with TICKET OF NO RETURN (1979), followed by FREAK ORLANDO (1981) and DORIAN GRAY IN THE MIRROR OF THE YELLOW PRESS (1984). Collaborating on the films were Delphine Seyrig, Magdalena Montezuma, Veruschka von Lehndorff, Eddie Constantine, and Kurt Raab, as well as the composer Peer Raben. In the short film USINIMAGE (1987), she revisited imagery derived from industrial wastelands and alienated urban landscapes. CHINA.
    [Show full text]
  • France Vue Par
    The Museum of Modern Art For Immediate Release April 1995 FRANCE YUE PAR... May 4 - 16, 1995 An exhibition of French films that convey the attitudes and landscapes of France throughout the twentieth century opens at The Museum of Modern Art on May 4, 1995. FRANCE YUE PAR... (FRANCE AS SEEN BY...) includes fourteen feature-length films dating from 1913 to 1992. Though works of fiction, each film is set in a specific social and political milieu -- urban, provincial, or suburban -- and functions as a virtual record of contemporary French attitudes and moods. The exhibition continues through May 16. Jean-Michel Frodon, Chief Film Critic for the French newspaper Le Monde, who selected the films, introduces the program on Thursday, May 4, prior to the New York premiere of Claude Lelouch's II y a des jours...et des lunes {There Mere Days...and Moons, 1990). In his program notes for the exhibition, Frodon writes that fiction films also serve as documentaries, particularly in France where cinema is distinguished by its focus on individual relationships and everyday life. The exhibition includes films by such notable filmmakers as Jean-Luc Godard {Alphaville, 1965), and Andre Techine (Hdtel des Ameriques, 1982), Bertrand Tavernier (L.627, 1992). Also included in the exhibition are Rene Clair's comedy Paris qui dort {The Crazy Ray, 1923) and Francois Truffaut's portrait of a provincial Casanova, L'homme qui aimait Tes femmes (The Man Mho Loved Women, 1977). Coordinated for the Museum by Laurence Kardish, Curator, Department of Film and Video, FRANCE YUE PAR is made possible by the French Ministry of Foreign Affairs.
    [Show full text]
  • Édith Piaf: a Cultural History
    ÉDITH PIAF: A CULTURAL HISTORY ÉDITH PIAF A Cultural History David Looseley LIVERPOOL UNIVERSITY PRESS Édith Piaf: A Cultural History First published 2015 by Liverpool University Press 4 Cambridge Street Liverpool L69 7ZU Copyright © 2015 David Looseley The right of David Looseley to be identified as the author of this book has been asserted by him in accordance with the Copyright, Design and Patents Act 1988. All rights reserved. No part of this book may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission of the publisher. British Library Cataloguing-in-Publication data A British Library CIP record is available print ISBN 978-1-78138-257-8 epdf ISBN 978-1-78138-425-1 Typeset by Carnegie Book Production, Lancaster Printed in the UK by CPI Group (UK) Ltd, Croydon CR0 4YY. Contents CONTENTS Acknowledgements vii Chronology 1 Introduction 15 part i: narrating piaf 1 Inventing la Môme 27 2 Piaf and her public 45 3 A singer at war 65 part ii: piaf and chanson 4 A new Piaf 83 5 High art, low culture: Piaf and la chanson française 97 6 Ideology, tragedy, celebrity: a new middlebrow 113 part iii: afterlives 7 Losing Piaf 135 8 Remembering Piaf 153 9 Performing Piaf 171 Conclusion 185 Notes 193 References 233 Index 243 v For my granddaughter Elizabeth (Lizzie) Looseley-Burnet, with love Acknowledgements Acknowledgements would like to express my gratitude to the following, who in I various ways have helped me with the research for this book: Jacques d’Amboise, Ewan Burnet, Erica Burnham of the University of London in Paris, Di Holmes, Jim House, John and Josette Hughes, the late Tony Judt, Rhiannon Looseley, Bernard Marchois of the Musée Édith Piaf, Sue Miller, Cécile Obligi of the Bibliothèque nationale’s Département des arts du spectacle, Cécile Prévost-Thomas, Keith Reader, Philip Tagg, Florence Tamagne and Vera Zolberg.
    [Show full text]
  • Spring Film Season at National Gallery Includes Major Restorations
    Office of Press and Public Information Fourth Street and Constitution Av enue NW Washington, DC Phone: 202-842-6353 Fax: 202-789-3044 www.nga.gov/press Release Date: April 3, 2013 Spring Film Season at National Gallery Includes Major Restorations and Premieres, Tributes to African American Filmmakers, Universal Pictures, and the Ballets Russes, and Special Events with Filmmakers Jem Cohen, Jonas Mekas, Zoe Beloff, and More Film still f rom Journal de France (Claudine Nougaret and Ray mond Depardon, 2012, DCP, subtitles, 100 minutes) to be shown at the National Gallery of Art on Sunday , June 16, 4:30 p.m. Image courtesy of Wild Bunch Films Washington, DC— The 2013 spring film season at the National Gallery of Art opens with a continuation of the series L.A. Rebellion: Creating a New Black Cinema, featuring three programs of recently restored historic short films by African American directors. Additional special series this season include Universal at 100, a celebration of the pioneering production studio presented in association with Universal Pictures and UCLA Film & Television Archive; Shirley Clarke: The Real Thing, which includes the Washington premiere of the influential and newly restored Portrait of Jason on May 11; selected works by the famous French ethnographer Jean Rouch; and innovative documentaries by Britain's Seventh Art Productions, presented by director and producer Phil Grabsky. Artist Zoe Beloff presents stereoscopic films at two special events in the West Building Lecture Hall in May, and will also deliver an illustrated artist's talk about her recent projects in the Gallery's traditional screening space, the East Building Auditorium.
    [Show full text]