Films in Verband Met De Blacklist 503 De Blacklist 515 DEEL 1
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Tout ce qu’il éditait avait le souffle de la liberté. Inscriptie op de grafsteen van uitgever Eric Losfeld (Moeskroen 1922-Parijs 1979) Walter A.P. Soethoudt DUISTER VERLEDEN DEEL I Pulpfiction schrijvers films noirs communistenjagers © Copyright & verantwoordelijke uitgever Walter A.P. Soethoudt INHOUD DEEL 1 9 Pulpfiction schrijvers en films noirs Begincredits 11 Zo heb ik mijn noir het liefst 15 William Riley Burnett: Je naam ben ik vergeten, maar je films vergeet ik nooit meer 27 Gerald Kersh: De man zonder schaduw 71 Mickey Spillane: De kauwgom van de Amerikaanse literatuur 83 Jack Finney: Een man voor alle seizoenen 91 Peter Cheyney: woont in een duistere straat 107 William P. McGivern: Niet mals voor flikken 127 David Goodis: De maan in de goot 147 Elisabeth Sanxay Holding: Ten onrechte vergeten 175 Jim Thompson: In Hollywood en elders 187 Abraham Grace Merritt: Verloren beschavingen en afschuwelijke monsters 209 Dorothy B. Hughes: Buitenstaanders en geobsedeerde eenzaten 217 Edna Sherry: Nagelbijters en plotse angst 229 Ethel Lina White: Had ik het maar geweten 235 George Vincent Higgins: De Balzac van de Boston onderwereld 251 Henry Edward Hellseth: Reis naar het zwarte gat 261 DEEL 2 269 Schuldig wegens eigen mening Rood, sla dood 271 Vooraf 279 William Gresham: Nachtmerries te koop Helen Joy Davidman: Dichter en bekeerlinge 289 Kenneth Fearing: De belangrijkste poëet van de Amerikaanse Grote Depressie 299 Nelson Algren: Een man die zich niet bukt om een dollar op te rapen is een huichelaar 321 Edward Ewell Anderson: Hongerlijders en bankrovers 349 Ira Wolfert: Communist door associatie 363 Albert Isaac Bezzerides: Iedereen houdt van appels, alleen dokters niet 369 De Hollywood Ten Dalton Trumbo 381 John Howard Lawson 397 Albert Maltz 417 Samuel Ornitz 433 Ring Lardner jr. 439 Alvah Cecil Bessie 453 Lester Cole 463 Robert Adrian Scott 471 Herbert J. Biberman 479 Edward Dmytryk 493 Films in verband met de blacklist 503 De blacklist 515 DEEL 1 PULPFICTION SCHRIJVERS EN FILMS NOIRS Begincredits Films noirs en dito boeken gaan dikwijls over een mokkel zonder verleden en een held zonder toekomst. Op een bijna kitscherige manier en afgestemd op een weinig kritisch publiek, bekijken de makers de onderbuik van Amerika. Ze gebruiken een kleurig palet, maar al die kleuren samen vormen toch zwart. Ze gebruiken even- eens verschillende benaderingen, ieder heeft zijn eigen manier en het is niet wat je zegt, maar hoe je het zegt… Zoals steeds het geval is, zijn er ook buitenbeentjes die parels afleveren en die het genre een goede naam geven. Er zullen echter altijd vooroordelen bestaan tegen de thriller en detectiveroman en -film, er zullen altijd van die ‘heertjes’ blijven verklaren dat het genre niet tot de literatuur mag worden gerekend, maar dat is waarschijnlijk omdat ze er nooit één hebben gelezen. De term ‘film noir’ kwam pas in de jaren zeventig van vorige eeuw in zwang in Amerika, tot dan toe werden de films die in Europa – en dan vooral in Frankrijk – tot de film noir behoorden, in Amerika gewoon drama’s of melodrama’s genoemd. De melo- drama’s van de jaren veertig tot het einde van de jaren vijftig heb- ben meestal cynische hoofdpersonages met – zeer dikwijls – sek- suele motivaties, zijn meestal opgenomen in zwart-wit en vooral in een stijl die dicht bij de Duitse expressionistische manier van filmen aanleunt. De meeste van de klassieke films noirs hadden verhalen van het hard-boiled genre als basis, een genre dat kwam bovendrij- ven ten tijde van de Grote Depressie. De term ‘film noir’ werd voor het eerst gebruikt in 1946 door de Franse filmcriticus Nino Frank. Deze vlag dekt wel een hele lading aan personages, gaande van privédetectives (Marlowe/Sam Spade) tot gewone politiemensen die de gangsters het leven zuur maken (Glenn Ford in The Big Heat). Daarnaast zijn er de boksersfilms waarin de penose bepaalt wie wint en wie verliest (The Harder They Fall/Body and Soul/Champion) en er zijn ook de kleine zwendelaars 14 duister verleden deel i die hopen op die ene grote slag (Night and the City). Maar ook de zogenaamd brave burgers kunnen in de misdaad belanden zonder het te beseffen Deadly( is the Female a.k.a. Gun Crazy/Jail Bait/ Fury). Een veel voorkomend gegeven is het toeval, iemand is op het verkeerde ogenblik op de verkeerde plaats (The Wrong Man). Dat de Amerikaanse film noir veel te danken heeft aan Europese immigranten wordt niet altijd (h)erkend, maar als je de invloed ziet van Fritz Lang, Jacques Tourneur, Billy Wilder en Alfred Hitch- cock, kun je dat niet ontkennen. Op enkele uitzonderingen na wordt de term film noir steeds gebruikt voor Amerikaanse films, terwijl je toch de Duitse uit 1931 stammende M van Oostenrijker Fritz Lang als voorloper kunt aan- wijzen; verder ook Mauvaise Graine uit 1934, de eerste film van Billy Wilder, met de bloedmooie 17-jarige Danielle Darrieux in een hoofdrol, Ossessione van Luchino Visconti uit 1943 (naar The Post- man Always Rings Twice), het Franse Du Rififi chez les hommes uit 1955 en de Japanse Nora inu van Akira Kurosawa uit 1949. Al met al een genre dat steeds zal blijven, schrijvers zullen het altijd beoefenen en filmmakers zullen gretig gebruik blijven maken van hun boeken. Zo heb ik mijn noir het liefst De oplossing is altijd teleurstellend, vergeleken met het mysterie in de detectiveroman. E. du Perron Mijn liefde voor de detective-noir en boeken met een privédetective (geboren in de achterbuurten van de literatuur: de pulp magazines) in de hoofdrol moet ongeveer ontstaan zijn bij het zien van Little Caesar (1931) met Edward G. Robinson, naar het boek van W.R. Burnett. Ik was elf jaar en ik had een tante die inwonend huisbe- waarder was in een bioscoop. Je kon er door de zijdeur naar bin- nen, zodat ik heel wat films te zien kreeg waarop het etiket ‘Kinde- ren niet toegelaten’ was geplakt. Robinson speelt de rol van Cesare Enrico Bandello of ‘Little Caesar’, die de auteur lichtjes baseerde op Salvatore ‘Sam’ Cardinella, een gewelddadige pre-drooglegging gangster uit Chicago die lid was van de Black Hand (La Mano Negra ontstaan in Sicilië omstreeks 1750), een groep gangsters die het moest hebben van afpersing – er wordt gezegd dat op een bepaald ogenblik meer dan 90% van de Italiaanse immigranten werd afge- perst. Hun werkwijze was zo dat hun toekomstig slachtoffer een brief kreeg waarin een bedrag werd genoemd dat op een bepaalde plek moest worden gedeponeerd. Deze brief was versierd met sym- bolen als een rokende revolver of een man hangend aan een galg en ondertekend met een hand die in zwarte inkt was gedompeld. The New York Times schreef op 10 januari 1931: “Dit is niet zomaar een gewone gangsterfilm, eerst is er het uitstekende script en ten tweede is er de sterke vertolking van Robinson die haast uit een Griekse tragedie lijkt gestapt, een koude, onderontwikkelde, meedogenloze moordenaar, gedreven door een onlesbare drang naar macht, een speeltuig in de handen van hogere machten.” Burnett was ook verantwoordelijk voor het boek en de gelijkna- 16 duister verleden deel i mige film High Sierra (1941), waarin Humphrey Bogart de rol speelt van Roy ‘Mad Dog’ Earle, en door een speling van het lot en van de auteur, is het ook een hond die hem de das omdoet. Maar Burnett zou pas de eeuwigheid ingaan met het boek en de film The Asphalt Jungle (1950) – het boek verscheen in het Nederlands als De stad der verleiding, een zwart spel met het lot, vol tegenslag en bedrog, waarin de onderste lagen van de stad naar boven komen. Vier Oscar-nominaties en nog wat Golden Globe en BAFTA nomina- ties hebben de film op heel wat voorkeurlijstjes van film noir fana- ten doen belanden, terwijl tegenstanders de film van Jules Dassin meestal afdoen als “te documentair, dit is geen film over misdaad, maar een film over een stad: New York City”. Ze zijn waarschijn- lijk tot deze conclusie gekomen omdat de hele film op locatie werd gedraaid. Vandaar was het een kleine stap naar de uitleenbibliotheek die mijn ouders uitbaatten. Een van de eerste auteurs waarmee ik ken- nismaakte was Cornel Woolrich wiens echte naam George Cornell Hopley-Woolrich luidde (zijn andere pseudoniemen waren Wil- liam Irish en George Hople), een favoriet van mijn moeder, die vol- gens een criticus criminele verhalen schreef die op filmdraaiboe- ken leken. De bruid in het zwart was eerst aan de beurt. Deze bruid werd in 1968 door François Truffaut verfilmd als La mariée était en noir met Jeanne Moreau en Jean-Claude Brialy. Het boek verscheen, zoals in die tijd de meeste detectives, in een serie ‘volksboeken’ – waarvan je de katernen nog zelf moest opensnijden – die haast spe- ciaal voor het bibliotheekpubliek gemaakt leken. Er was toen nog geen bloeiende handel in de detectiveroman. Vandaar naar de Brit Peter Cheyney – die door Bruna in gebon- den editie werd uitgebracht! – was een kleine stap. Cheyney, over wie een toenmalige criticus schreef dat zijn verhalen dikwijls door overbodige frivoliteiten ontsierd werden, was met zijn spion Lemmy Caution volgens mij de grote inspiratiebron van Ian Fleming. Zijn romans over Slim Callaghan konden me niet echt bekoren. Begrijp me niet verkeerd en Deze man is gevaarlijk staan echter bovenaan mijn lijstje van Lemmy Cautions. Een Engelse criticus schreef onlangs dat Cheyney volgens hem de beste Britse auteur van hard- boiled detectives was en nog steeds is. Zijn grote succes haalde hij 18 duister verleden deel i echter in Frankrijk, waar Eddie Constantine zijn Lemmy Caution gestalte gaf: Cet homme est dangereux (1953) is een erg geslaagde overbrenging van het ene medium naar het andere.