Download PDF ( Final Version , 777Kb )

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Download PDF ( Final Version , 777Kb ) MCZ l_ i Ej RA R V De Lepidoptera uit de getijzone van hetfMagkiezaat, een voormalig schor in westelijk Noord-Brabant HARVARD M. G. M. Jansen & J. E. F. Asselbergs lJN1VLRSITY JANSEN, M. G. M. & J. E. F. ASSELBERGS, 1993. THE LEPIDOPTERA OF THE TIDAL ZONE OF THE MARKIEZAAT, A FORMER SALT MARSH IN THE WESTERN PART OF NOORD-BRABANT. - ENT BER., AMST. 53 (1): 1-9. Abstract: A description is given of the Markiezaat, a former salt marsh area in the utmost western part of the province of Noord-Brabant in the south-west of The Netherlands. The comparatively rich flora and the related lepidopterous fauna are treated. Three species of Lepidoptera are recorded for the first time from The Netherlands: Scrobipalpa instabilella, Scrobipalpa nitentella and Monochroa moyses. M. G. M. Jansen, Plantenziektenkundige Dienst, sectie Entomologie, Postbus 9102, 6700 HC Wageningen. J. E. F. Asselbergs, Steenbergsestraat 16a, 4611 TE Bergen op Zoom. Inleiding Wie tegenwoordig de botanische of faunisti- met afvloeiing van zoet kwelwater afkomstig sche waarde van een terrein weergeeft is in van het hoger gelegen zandgebied (Anonymus, toenemene mate een cultuurhistoricus. Dit ar¬ 1992). tikel vormt hierop helaas geen uitzondering. Het waterpeil van het Markiezaatsmeer Het Markiezaat, zoals wij het entomofaunis- schommelt nu tussen N.A.P. en +0,50 m tisch en botanisch beschrijven bestaat niet N.A.P., terwijl dit voor de afsluiting nog vari¬ meer. Tot 1983 maakte het huidige Markie- eerde tussen —1,95 m N.A.P. en +2,05 N.A.P. zaatsmeer deel uit van de Oosterschelde. Het Deze verandering betekende, dat het gehele was een getijdengebied met schorren langs de schor (390 ha) en een groot deel van de slikken zuid- en oostkant. Aan de oostzijde was er een (600 ha) permanent droog kwamen te staan natuurlijke overgang van het holocene getij- (Sistermans & Krebs, 1986). denlandschap naar het pleistocene heuvelland, Het gebied is door zijn ligging rijk aan gra¬ voor ons land een unicum. Er is relatief weinig diënten. Voorbeelden zijn de overgang van onderzoek gedaan naar de entomofauna van zand naar klei, de zout-zoet gradiënt en de schorren, waardoor deze faunistisch slecht be¬ mate van overspoeling. Deze gradiënten ston¬ kend zijn. Dit geldt ook voor het Markiezaat. den borg voor de ontwikkeling van een bota¬ nisch waardevolle vegetatie met veel en ook bijzondere soorten, zoals stippelzegge (Carex Floristische en landschappelijke punctata Gaudin), die slechts van twee groei¬ karakterisering plaatsen in Nederland bekend is (Mennema et Het huidige Markiezaatsmeer ontstond in het al., 1980). voorjaar van 1983 door het sluiten van de Mar- Langs de rand van het schor had zich een kiezaatskade (fig. 1). Met de bouw van deze brede zone hoog schor gevormd met planten dam werd het vervuilde water van het Zoom¬ die ofwel een geringere overspoelingsfrequen- meer, dat in verbinding stond met het Schelde- tie dan wel een lager zoutgehalte prefereerden, Rijnkanaal, afgesloten van het minder ver¬ zoals zilte rus (Juncus gerardi Loisel), melk- vuilde Markiezaatsmeer. Na de afsluiting is het kruid (Glaux maritima L.), engels gras verzoetingsproces snel op gang gekomen, (Armeria maritima (Miller) Willd), heen voornamelijk door regenwater in combinatie (Scirpus maritimus L.), zeerus ( Juncus mariti- 2 Ent. Ber., Amst. 53 (1993) Fig. 1. Ligging van de onderzochte gebieden. 1. Markiezaat; 2. schor langs de Stroodorpepolder; 3. Zuidgors; 4. Kaloot; 5. Markiezaatsmeer. mus Lamk), zeeweegbree (Plantago maritima een spoordijk. In het westen vormt de Markie- L.) en duizendguldenkruid (Centaurium sp.). zaatskade de afscheiding. In het noorden gaat Hierdoor was het één van de best ontwikkelde het gebied geleidelijk over in de stedelijke be¬ stukken hoog schor van zuidwest Nederland. bouwing van Bergen op Zoom met daar om¬ Alle andere zijn kleiner of staan nauwelijks heen een recreatieve zone. meer onder invloed van het getij. Deze hooguit Het landschap van het Markiezaat bestond enkele tientallen meters brede en rijk gevari¬ voor een groot deel uit open water en getijden¬ eerde zone vormde één grote overgang van gebed. Deze waren voor de entomofauna van hoog schor met kleine natte inzinkingen in het geringe betekenis. De inventarisatie richtte zich duingebied naar het middenschor en dit vooral op de twee andere landschapstypen, de maakte het gebied zowel in lepidopterologisch schorren en de overgangszone naar het heuvel¬ als in botanisch opzicht van groot belang. landschap met landbouwgronden, hagen en De omgeving bestaat uit een gevarieerd bossen. Tot deze tweede categorie behoren ook landschap. In het zuiden beginnen de zeeklei- de stuifduintjes welke tezamen met de spoor¬ polders en de oostelijke begrenzing bestaat uit dijk de visuele begrenzing van het getijdenland- bos, akkers en weilanden en voor een deel uit schap vormen. Het gebied heeft zich sedert de Ent. Ber., Amst. 53 (1993) 3 afsluiting in snel tempo ontwikkeld van een lepidoptera. Dit in tegenstelling tot de ’’ma¬ schor-ecosysteem naar een zoetwatermoeras cro’s”, die gemiddeld groter zijn en ook ver¬ (Sauter et al., 1984; Anonymus, 1992). schillen in leefwijze. Van deze groep komen echter maar weinig vertegenwoordigers op het schor voor. Een voorbeeld is Cucullia asteris Lepidoptera uit de getijzone (Denis & Schiffermüller), waarvan de rups op Er komen in Nederland enkele tientallen vlin¬ zulte leeft. In de hierna gepresenteerde lijst gaat dersoorten voor die in meer of mindere mate het uitsluitend om halofiele soorten, terwijl aan gebonden zijn aan halofiele planten. De meeste twee andere categorieën geen aandacht besteed van deze soorten zijn mono- of oligofaag. zal worden. Op de eerste plaats de bezoekers Sommige soorten komen ook elders in Neder¬ vanuit de schorrand waar ze zich nog wel kun¬ land voor. Clepsis spectrana (Treitschke) is nen voortplanten. Hiertoe behoren bloembe- bijvoorbeeld een extreem polyfage soort, waar¬ zoekers. Voor dagvlinders en voor tal van van de rups zich voedt met de meest uiteenlo¬ nachtvlinders zoals Apamea-, Mesoligia- en pende planten. Zo kan de soort schadelijk zijn Mythimna-soorten vormt het schor een be¬ in boomgaarden en in kassen, maar ze voedt langrijke nektarbron. Mesoligia furuncula zich eveneens met allerlei lage planten waaron¬ (Denis & Schiffermüller) en Apamea mono- der zulte (Aster tripolium L.) en lamsoor glypha (Hufnagel) zijn begeleiders van schor¬ (Limonium vulgare Miller). Andere soorten ren omdat ze gebonden zijn aan allerlei grassen kunnen elders in Nederland worden aangetrof¬ en ze zich niet in de getijzone kunnen voort¬ fen, doordat de betreffende voedselplanten planten. Enkele tot de microlepidoptera beho¬ daar eveneens van nature voorkomen, ofwel rende soorten van schorranden zijn Coleo- doordat deze door de mens bewust verspreid phora saxicolella (Duponchel) en Coleophora zijn. De soorten die leven op engels gras zijn versurella Zeiler die beide gebonden zijn aan daar een goed voorbeeld van. Niet op alle ha¬ melde (.Atriplex sp) en ganzevoet (Chenopo- lofiele planten leven vlinders. Zo zijn er, al¬ dium sp.) soorten. De tweede categorie omvat thans in Nederland, geen soorten gebonden soorten die het best gekenschetst kunnen wor¬ aan lepelblad (Cochlearia sp.), schijnspurrie den als toevallige bezoekers die vaak op licht (Spergularia sp.), goudscherm (Bupleurum worden gevangen. Hun waardplant staat niet sp.) en hertshoornweegbree (Plantago coro- in de onmiddellijke omgeving van het schor. nopus L.). Op melkkruid en schorrezoutgras Hiertoe behoren allerlei soorten uit de bos¬ (Triglochin maritima L.) komt op elk slechts rand. In hoeverre men een soort tot de ene dan één soort voor, terwijl zulte de voedselplant is wel tot de andere categorie rekent hangt onder¬ van minstens negen soorten. meer af van de behoeften van de soort en van de wijze waarop een dergelijke rand wordt Nagenoeg alle aan halofiele planten gebonden gedefinieerd. De lijst met soorten behorende soorten zijn vrij klein, sommige hebben een tot deze twee categorieën kan bij de auteurs spanwijdte van niet meer dan 7 mm. Slechts worden aangevraagd. enkele weken per jaar zijn ze als vlinder te vinden. De rest van het jaar zijn ze als ei, rups Methoden of pop verscholen in en rond de voedselplan¬ ten. De larven leven doorgaans als blad-, Er werd driemaal verzameld met een lichtval, bloem-, stengel- of wortelmineerder in de plant waarvan éénmaal met twee lampen of ze leven in een dicht spinsel tussen de bla¬ (16.vii.1983). Er werd zowel van een 125W- deren. Deze voornamelijk endofage leefwijze is HPL lamp als van een 100W-ML lamp gebruik geen aanpassing aan het schor in die zin, dat gemaakt. Het gebied werd door beide auteurs ze daarbuiten niet zou voorkomen. Veeleer is in de periode van 1980 tot en met 1984 enkele ze typisch voor een grote groep soorten die tientallen malen bezocht, waarbij zowel over¬ traditioneel bekend zijn onder de naam micro- dag als in de schemering werd verzameld. 4 Ent. Ber., Amst. 53 (1993) Soms werden rupsen en poppen uitgekweekt. LA); 8.VÜ.1984, 1 ex. (JA); 13.vii. 1987, 1 ex. Een aantal soorten werd gevonden aan de e.l. van lamsoor (AS). Voedselplant: lamsoor. hand van hun karakteristieke vraatsporen in de vorm van bladmijnen, vraatgangen en gaten Coleophora maritimella Newman: 18.vi. 1983, in stengels en dergelijke. 1 ex.; 13.vii.1984, 3 ex. (JA). Voedselplant: Op een enkele uitzondering na werd dat deel zeerus. van het Markiezaat bekeken, dat grenst aan C. maritimella werd in het Markiezaat voor ”De Duintjes”en de spoorlijn. In het overzicht de eerste maal in Nederland aangetroffen (Jan¬ zijn alle halofiele soorten opgenomen die ooit sen, 1985). Asselbergs en Van der Wolf kweek¬ zijn waargenomen. Het meeste materiaal be¬ ten de soort daarna in grote aantallen. vindt zich in de collecties van de verzamelaars. Coleophora glaucicolella Wood: 6.vi. 1983, 1 ex. e.l. van zeerus (JA). Voedselplant: zeerus. Faunistische lijst Nomenclatuur en systematiek zijn voor wat Coleophora alticolella Zeiler: 24.iv.1987, 1 ex. betreft de microlepidoptera naar Küchlein (JA). Voedselplant: russen (Juncus sp.).
Recommended publications
  • New Species and New Records of the Genus Scrobipalpa Janse (Lepidoptera, Gelechiidae) from China
    A peer-reviewed open-access journal ZooKeys 840: 101–131New (2019) species and new records of the genus Scrobipalpa Janse from China 101 doi: 10.3897/zookeys.840.30434 RESEARCH ARTICLE http://zookeys.pensoft.net Launched to accelerate biodiversity research New species and new records of the genus Scrobipalpa Janse (Lepidoptera, Gelechiidae) from China Houhun Li1, Oleksiy Bidzilya2 1 College of Life Sciences, Nankai University, Tianjin 300071, China 2 Institute for Evolutionary Ecology of the National Academy of Sciences of Ukraine, 37 Academician Lebedev str., 03143, Kiev, Ukraine Corresponding author: Houhun Li ([email protected]) Academic editor: E.J. van Nieukerken | Received 9 October 2018 | Accepted 19 March 2019 | Published 17 April 2019 http://zoobank.org/CAA617DD-B1C3-4246-B79A-201920592335 Citation: Li H, Bidzilya O (2019) New species and new records of the genus Scrobipalpa Janse (Lepidoptera, Gelechiidae) from China. ZooKeys 840: 101–131. https://doi.org/10.3897/zookeys.840.30434 Abstract An annotated list of 71 species of the genus Scrobipalpa in China is given. Nine species of the genus Scro- bipalpa Janse, 1951 are described as new: S. triangulella sp. n. (Gansu, Ningxia, Shaanxi), S. punctulata sp. n. (Henan, Shanxi), S. septentrionalis sp. n. (Heilongjiang, Ningxia), S. zhongweina sp. n. (Ningxia), S. tripunctella sp. n. (Hebei, Ningxia, Shanxi), S. ningxica sp. n. (Ningxia), S. psammophila sp. n. (Ningxia), S. zhengi sp. n. (Inner Mongolia, Ningxia), and S. liui sp. n. (Shanxi). Scrobipalpa gorodkovi Bidzilya, 2012 is synonymised with S. subnitens Povolný, 1967. The female of S. flavinerva Bidzilya & Li, 2010 is described for the first time.
    [Show full text]
  • Hymenoptera: Eulophidae) 321-356 ©Entomofauna Ansfelden/Austria; Download Unter
    ZOBODAT - www.zobodat.at Zoologisch-Botanische Datenbank/Zoological-Botanical Database Digitale Literatur/Digital Literature Zeitschrift/Journal: Entomofauna Jahr/Year: 2007 Band/Volume: 0028 Autor(en)/Author(s): Yefremova Zoya A., Ebrahimi Ebrahim, Yegorenkova Ekaterina Artikel/Article: The Subfamilies Eulophinae, Entedoninae and Tetrastichinae in Iran, with description of new species (Hymenoptera: Eulophidae) 321-356 ©Entomofauna Ansfelden/Austria; download unter www.biologiezentrum.at Entomofauna ZEITSCHRIFT FÜR ENTOMOLOGIE Band 28, Heft 25: 321-356 ISSN 0250-4413 Ansfelden, 30. November 2007 The Subfamilies Eulophinae, Entedoninae and Tetrastichinae in Iran, with description of new species (Hymenoptera: Eulophidae) Zoya YEFREMOVA, Ebrahim EBRAHIMI & Ekaterina YEGORENKOVA Abstract This paper reflects the current degree of research of Eulophidae and their hosts in Iran. A list of the species from Iran belonging to the subfamilies Eulophinae, Entedoninae and Tetrastichinae is presented. In the present work 47 species from 22 genera are recorded from Iran. Two species (Cirrospilus scapus sp. nov. and Aprostocetus persicus sp. nov.) are described as new. A list of 45 host-parasitoid associations in Iran and keys to Iranian species of three genera (Cirrospilus, Diglyphus and Aprostocetus) are included. Zusammenfassung Dieser Artikel zeigt den derzeitigen Untersuchungsstand an eulophiden Wespen und ihrer Wirte im Iran. Eine Liste der für den Iran festgestellten Arten der Unterfamilien Eu- lophinae, Entedoninae und Tetrastichinae wird präsentiert. Mit vorliegender Arbeit werden 47 Arten in 22 Gattungen aus dem Iran nachgewiesen. Zwei neue Arten (Cirrospilus sca- pus sp. nov. und Aprostocetus persicus sp. nov.) werden beschrieben. Eine Liste von 45 Wirts- und Parasitoid-Beziehungen im Iran und ein Schlüssel für 3 Gattungen (Cirro- spilus, Diglyphus und Aprostocetus) sind in der Arbeit enthalten.
    [Show full text]
  • Dispersers and Herbivores : the Positive and Negative Effects of Consumers on Plants
    University of Montana ScholarWorks at University of Montana Graduate Student Theses, Dissertations, & Professional Papers Graduate School 2003 Dispersers and herbivores : the positive and negative effects of consumers on plants Lindsay K. Amsberry The University of Montana Follow this and additional works at: https://scholarworks.umt.edu/etd Let us know how access to this document benefits ou.y Recommended Citation Amsberry, Lindsay K., "Dispersers and herbivores : the positive and negative effects of consumers on plants" (2003). Graduate Student Theses, Dissertations, & Professional Papers. 6684. https://scholarworks.umt.edu/etd/6684 This Thesis is brought to you for free and open access by the Graduate School at ScholarWorks at University of Montana. It has been accepted for inclusion in Graduate Student Theses, Dissertations, & Professional Papers by an authorized administrator of ScholarWorks at University of Montana. For more information, please contact [email protected]. Maureen and Mike MANSFIELD LIBRARY The University of Montana Permission is granted by the author to reproduce this material in its entirety, provided that this material is used for scholarly purposes and is properly cited in published works and reports. **Please check "Yes" or "No" and provide signature ** Yes, I grant permission No, I do not grant permission _________ Author's Signature: 1 (] t ^ Date : |2_ _________________ Any copying for commercial purposes or financial gain may be undertaken only with the author's explicit consent. 8/98 Reproduced with permission of the copyright owner. Further reproduction prohibited without permission. Reproduced with permission of the copyright owner. Further reproduction prohibited without permission. Dispersers and herbivores: The positive and negative effects of consumers on plants Lindsay K.
    [Show full text]
  • Rvk-Diss Digi
    University of Groningen Of dwarves and giants van Klink, Roel IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 2014 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): van Klink, R. (2014). Of dwarves and giants: How large herbivores shape arthropod communities on salt marshes. s.n. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). The publication may also be distributed here under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license. More information can be found on the University of Groningen website: https://www.rug.nl/library/open-access/self-archiving-pure/taverne- amendment. Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 01-10-2021 Of Dwarves and Giants How large herbivores shape arthropod communities on salt marshes Roel van Klink This PhD-project was carried out at the Community and Conservation Ecology group, which is part of the Centre for Ecological and Environmental Studies of the University of Groningen, The Netherlands.
    [Show full text]
  • FRANJE 9 Voorjaar 2002
    FRANJE Jaargang 5, Afl. 9; 8 februari 2002 ISSN: 1388-4409 Mededelingen uit de Secties “Snellen” en “Ter Haar” van de Nederlandse Entomologische Vereniging Colofon Franje is het gezamenlijke contactorgaan van de secties “Snellen” en “Ter Haar” van de Nederlandse Entomologische Vereniging en verschijnt twee maal per jaar. Logo: Cosmopterix zieglerella door Sjaak Koster Redactie : Frans Groenen, Maurice Jansen, Rob de Vos en Jaap van Vuure Redactieadres : Maurice Jansen, Appelgaard 9, 4033 JA Lienden. Tel: 0344- 603758. Email: [email protected] Abonnementen : voor leden van Snellen: € 9,- per jaar, bij voorkeur te voldoen op Rabobank- rekening 130635790 te Luyksgestel. voor leden van Ter Haar: € 9,- per jaar, girorekening 3744097 t.n.v. Sinnema te Hemrik onder vermelding van Ter Haar. Bestuur sectie Snellen: voorzitter: Louis van Deventer, Mercurius 6, 5482 XA Schijndel. Tel: 073- 5470141 secretaris: vacature penningmeester: Frans Groenen, Dorpsstraat 171, 5575 AG Luyksgestel. Tel: 0497-542153. Email: [email protected] Bestuur sectie Ter Haar: voorzitter: Hans Huisman, Patrijzenlaan 4, 8091 BK Wezep Tel: 038- 3765741 Email: [email protected] secretaris: Rob de Vos, Kalf 454, 1509 BE Zaandam. Tel: 075-6313339 Email: [email protected] penningmeester: Janny Sinnema, Sparjeburd 29, 8409 CK Hemrik. Tel: 0516-471222. Email: [email protected] lid: Bob van Aartsen, Travertin 34, 8084 EH ‘t Harde. Tel: 0525-652119 lid: Jaap Zwier, Turfweg 27, Yzevoorde 7021 JN Zelhem. Tel: 0314-326789. Email: [email protected] Kopij voor de volgende Franje dient minstens twee maanden voorafgaand aan de eerstvolgende sectie-bijeenkomst bij de redactie ingeleverd te worden bij voorkeur vóór 1 januari en vóór 1 juli.
    [Show full text]
  • Additions, Deletions and Corrections to An
    Bulletin of the Irish Biogeographical Society No. 36 (2012) ADDITIONS, DELETIONS AND CORRECTIONS TO AN ANNOTATED CHECKLIST OF THE IRISH BUTTERFLIES AND MOTHS (LEPIDOPTERA) WITH A CONCISE CHECKLIST OF IRISH SPECIES AND ELACHISTA BIATOMELLA (STAINTON, 1848) NEW TO IRELAND K. G. M. Bond1 and J. P. O’Connor2 1Department of Zoology and Animal Ecology, School of BEES, University College Cork, Distillery Fields, North Mall, Cork, Ireland. e-mail: <[email protected]> 2Emeritus Entomologist, National Museum of Ireland, Kildare Street, Dublin 2, Ireland. Abstract Additions, deletions and corrections are made to the Irish checklist of butterflies and moths (Lepidoptera). Elachista biatomella (Stainton, 1848) is added to the Irish list. The total number of confirmed Irish species of Lepidoptera now stands at 1480. Key words: Lepidoptera, additions, deletions, corrections, Irish list, Elachista biatomella Introduction Bond, Nash and O’Connor (2006) provided a checklist of the Irish Lepidoptera. Since its publication, many new discoveries have been made and are reported here. In addition, several deletions have been made. A concise and updated checklist is provided. The following abbreviations are used in the text: BM(NH) – The Natural History Museum, London; NMINH – National Museum of Ireland, Natural History, Dublin. The total number of confirmed Irish species now stands at 1480, an addition of 68 since Bond et al. (2006). Taxonomic arrangement As a result of recent systematic research, it has been necessary to replace the arrangement familiar to British and Irish Lepidopterists by the Fauna Europaea [FE] system used by Karsholt 60 Bulletin of the Irish Biogeographical Society No. 36 (2012) and Razowski, which is widely used in continental Europe.
    [Show full text]
  • 20140620 Thesis Vanklink
    University of Groningen Of dwarves and giants van Klink, Roel IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 2014 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): van Klink, R. (2014). Of dwarves and giants: How large herbivores shape arthropod communities on salt marshes. s.n. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). The publication may also be distributed here under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license. More information can be found on the University of Groningen website: https://www.rug.nl/library/open-access/self-archiving-pure/taverne- amendment. Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 29-09-2021 Of Dwarves and Giants How large herbivores shape arthropod communities on salt marshes Roel van Klink This PhD-project was carried out at the Community and Conservation Ecology group, which is part of the Centre for Ecological and Environmental Studies of the University of Groningen, The Netherlands.
    [Show full text]
  • Acoustic Profiling of the Landscape
    Acoustic profiling of the landscape by Paul Brian Charles Grant Dissertation presented for the degree of Doctor of Philosophy at the University of Stellenbosch Supervisor: Professor M.J. Samways Faculty of AgriSciences Department of Conservation Ecology and Entomology April 2014 Stellenbosch University http://scholar.sun.ac.za Declaration By submitting this dissertation electronically, I declare that the entirety of the work contained therein is my own, original work, that I am the sole author thereof (save to the extent explicitly otherwise stated), that reproduction and publication thereof by Stellenbosch University will not infringe any third party rights and that I have not previously in its entirety or in part submitted it for obtaining any qualification. Paul B.C. Grant Date: November 2013 Copyright © 2014 Stellenbosch University All rights reserved 1 Stellenbosch University http://scholar.sun.ac.za Abstract Soft, serene insect songs add an intrinsic aesthetic value to the landscape. Yet these songs also have an important biological relevance. Acoustic signals across the landscape carry a multitude of localized information allowing organisms to communicate invisibly within their environment. Ensifera are cryptic participants of nocturnal soundscapes, contributing to ambient acoustics through their diverse range of proclamation songs. Although not without inherent risks and constraints, the single most important function of signalling is sexual advertising and pair formation. In order for acoustic communication to be effective, signals must maintain their encoded information so as to lead to positive phonotaxis in the receiver towards the emitter. In any given environment, communication is constrained by various local abiotic and biotic factors, resulting in Ensifera utilizing acoustic niches, shifting species songs spectrally, spatially and temporally for their optimal propagation in the environment.
    [Show full text]
  • 6. GEO-Tag Der Artenvielfalt Griffner Schlossberg Und Griffner See, Kärnten 11./12
    ©Naturwissenschaftlicher Verein für Kärnten, Austria, download unter www.biologiezentrum.at Carinthia II B 1947114. Jahrgang B Seiten 537-590 B Klagenfurt 2004 537 6. GEO-Tag der Artenvielfalt Griffner Schlossberg und Griffner See, Kärnten 11./12. Juni 2004 Von Christian WIESER, Christian K0MP0SCH, Klaus KRAINER & Johann WAGNER Schlagworte: Keywords: GEO-Tag, Artenvielfalt, Griffner Schlossberg, Griffner See, Kärnten. GEO-day, biodiversity, Griffner Schlossberg, Griffner See, Zusammenfassung: Carinthia, Austria. Am 6. GEO-Tag der Artenvielfalt (11.-12. Juni 2004) waren insgesamt mehr als 100 Wissenschafter und Hobbyforscher beteiligt. Während der 24-stün- Summary: digen Erhebung am Griffner Schlossberg und Griffner See (Bezirk Völker- More than 100 scientists and ama- markt, Kärnten) wurden 2398 Arten aus 34 Pflanzen-, Tier- und Pilzgruppen teur researchers were involved in nachgewiesen. the 6th GEO-day of biodiversity, Die Marktgemeinde Griffen ist damit nicht nur im bundesland- sondern auch which took place on the 11* to 12th im mitteleuropaweiten Vergleich als hot-spot der Biodiversität bezeichnen. June 2004 in the Griffner castle- Aus naturschutzfachlicher Sicht erlangen die Lebensgemeinschaften der mountain and lake. During a period Felswände, Höhlen, Laubwälder und Verlandungszonen hohe Bedeutung. of 24 hours 2349 species of 34 plant-, Bemerkenswert ist der Erstnachweis einer Sackspinne für Österreich, zu- animal- and fungus-groups could be dem können 8 Schmetterlings-, 4 Spinnenarten sowie eine Wanzenart erst- recorded. Due to this high number mals für Kärnten genannt werden! of species the district of Griffen is Auch die Öffentlichkeitsarbeit kann durch das hohe Engagement der Ge- revealed as a hot-spot of biodiver- meinde, die umfangreichen Schulaktionen und die enge Zusammenarbeit sity with national and central-euro- mit der Presse als voller Erfolg bezeichnet werden.
    [Show full text]
  • Moths and Management of a Grassland Reserve: Regular Mowing and Temporary Abandonment Support Different Species
    Biologia 67/5: 973—987, 2012 Section Zoology DOI: 10.2478/s11756-012-0095-9 Moths and management of a grassland reserve: regular mowing and temporary abandonment support different species Jan Šumpich1,2 &MartinKonvička1,3* 1Biological Centre CAS, Institute of Entomology, Branišovská 31,CZ-37005 České Budějovice, Czech Republic; e-mail: [email protected] 2Česká Bělá 212,CZ-58261 Česká Bělá, Czech Republic 3Faculty of Sciences, University South Bohemia, Branišovská 31,CZ-37005 České Budějovice, Czech Republic Abstract: Although reserves of temperate seminatural grassland require management interventions to prevent succesional change, each intervention affects the populations of sensitive organisms, including insects. Therefore, it appears as a wise bet-hedging strategy to manage reserves in diverse and patchy manners. Using portable light traps, we surveyed the effects of two contrasting management options, mowing and temporary abandonment, applied in a humid grassland reserve in a submountain area of the Czech Republic. Besides of Macrolepidoptera, we also surveyed Microlepidoptera, small moths rarely considered in community studies. Numbers of individiuals and species were similar in the two treatments, but ordionation analyses showed that catches originating from these two treatments differed in species composition, management alone explaining ca 30 per cent of variation both for all moths and if split to Marcolepidoptera and Microlepidoptera. Whereas a majority of macrolepidopteran humid grassland specialists preferred unmown sections or displayed no association with management, microlepidopteran humid grassland specialists contained equal representation of species inclining towards mown and unmown sections. We thus revealed that even mown section may host valuable species; an observation which would not have been detected had we considered Macrolepidoptera only.
    [Show full text]
  • Hampshire & Isle of Wight Butterfly & Moth Report 2012
    Butterfly Conservation HAMPSHIRE & ISLE OF WIGHT BUTTERFLY & MOTH REPORT 2012 B Hampshire & Isle of Wight Butterfly & Moth Report, 2012 Editorial team: Paul Brock, Tim Norriss and Mike Wall Production Editors: Mike Wall (with the invaluable assistance of Dave Green) Co-writers: Andy Barker, Linda Barker, Tim Bernhard, Rupert Broadway, Andrew Brookes, Paul Brock, Phil Budd, Andy Butler, Jayne Chapman, Susan Clarke, Pete Durnell, Peter Eeles, Mike Gibbons, Brian Fletcher, Richard Levett, Jenny Mallett, Tim Norriss, Dave Owen, John Ruppersbery, Jon Stokes, Jane Vaughan, Mike Wall, Ashley Whitlock, Bob Whitmarsh, Clive Wood. Database: Ken Bailey, David Green, Tim Norriss, Ian Thirlwell, Mike Wall Webmaster: Robin Turner Butterfly Recorder: Paul Brock Moth Recorders: Hampshire: Tim Norriss (macro-moths and Branch Moth Officer), Mike Wall (micro-moths); Isle of Wight: Sam Knill-Jones Transect Organisers: Andy Barker, Linda Barker and Pam Welch Flight period and transect graphs: Andy Barker Photographs: Colin Baker, Mike Baker, Andy & Melissa Banthorpe, Andy Butler, Tim Bernhard, John Bogle, Paul Brock, Andy Butler, Jayne Chapman, Andy Collins, Sue Davies, Peter Eeles, Glynne Evans, Brian Fletcher, David Green, Mervyn Grist, James Halsey, Ray and Sue Hiley, Stephen Miles, Nick Montegriffo, Tim Norriss, Gary Palmer, Chris Pines, Maurice Pugh, John Ruppersbery, John Vigay, Mike Wall, Fred Woodworth, Russell Wynn Cover Photographs: Paul Brock (Eyed Hawk-moth larva) and John Bogle (Silver- studded Blue) Published by the Hampshire and Isle of Wight Branch of Butterfly Conservation, 2013 Butterfly Conservation is a charity registered in England & Wales (254937) and in Scotland (SCO39268). Registered Office: Manor Yard, East Lulworth, Wareham, Dorset, BH20 5QP The opinions expressed by contributors do not necessarily reflect the views or policies of Butterfly Conservation.
    [Show full text]
  • Redalyc.Miscellaneous Additions to the Lepidoptera of Portugal (Insecta
    SHILAP Revista de Lepidopterología ISSN: 0300-5267 [email protected] Sociedad Hispano-Luso-Americana de Lepidopterología España Corley, M. F. V.; Maravalhas, E.; Passos de Carvalho, J. Miscellaneous additions to the Lepidoptera of Portugal (Insecta: Lepidoptera) SHILAP Revista de Lepidopterología, vol. 34, núm. 136, 2006, pp. 407-427 Sociedad Hispano-Luso-Americana de Lepidopterología Madrid, España Available in: http://www.redalyc.org/articulo.oa?id=45513611 How to cite Complete issue Scientific Information System More information about this article Network of Scientific Journals from Latin America, the Caribbean, Spain and Portugal Journal's homepage in redalyc.org Non-profit academic project, developed under the open access initiative 407-427 Miscellaneous addition 14/12/06 21:11 Página 407 SHILAP Revta. lepid., 34 (136), 2006: 407-427 SRLPEF ISSN:0300-5267 Miscellaneous additions to the Lepidoptera of Portugal (Insecta: Lepidoptera) M. F. V. Corley, E. Maravalhas & J. Passos de Carvalho (†) Abstrac 143 species of Lepidoptera collected by the authors and others in various localities in Portugal are listed as additions to the Portuguese fauna. 26 of the species are new records for the Iberian Peninsula. Two species are deleted from the Portuguese list. KEY WORDS: Insecta, Lepidoptera, distribution, Portugal. Adições à fauna de Lepidoptera de Portugal (Insecta: Lepidoptera) Resumo São referidas 143 espécies de Lepidoptera, coligidas de várias localidades de Portugal pelos autores e outros, que se considera serem novos registos para a fauna portuguesa. 26 destas espécies são também novas para a Península Ibérica. Dois registos são suprimidos. PALAVRAS CHAVE: Insecta, Lepidoptera, distribuição geográfica, Portugal. Adiciones a la fauna de Lepidoptera de Portugal (Insecta: Lepidoptera) Resumen Se citan 143 especies de Lepidoptera, cogidas en varios puntos de Portugal por los autores y otros, que se consideran nuevas para la fauna portuguesa.
    [Show full text]