PBL 'Integrale Circulaire Economie Rapportage 2021'

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PBL 'Integrale Circulaire Economie Rapportage 2021' Integrale Circulaire Economie Rapportage 2021 INTEGRALE CIRCULAIRE ECONOMIE RAPPORTAGE 2021 Aldert Hanemaaijer en Maikel Kishna (projectleiding), Marjon Kooke (programmasecretaris), Hester Brink, Julia Koch, Anne Gerdien Prins en Trudy Rood De Integrale Circulaire Economie Rapportage is tot stand gekomen in het kader van het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie 2019-2023. Dit werkprogramma is een samenwerkingsverband tussen verschillende kennisinstellingen, onder leiding van het PBL. Het kabinet streef naar een volledig circulaire economie in 2050. Het doel van het werkprogramma is om de door het kabinet uitgezete koers naar 2050 te monitoren en te evalueren en de overheid te voorzien van de kennis die nodig is voor de vormgeving of bijsturing van beleid. Meer informatie over het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie is te vinden op htps://www.pbl.nl/monitoring-circulaire-economie. Dit rapport is tot stand gekomen met input van de kennisinstellingen van het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie: • Centraal Bureau voor de Statistiek • Centraal Planbureau • Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden • Rijksdienst voor Ondernemend Nederland • Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu • Rijkswaterstaat • TNO • Universiteit Utrecht Integrale Circulaire Economie Rapportage 2021 © PBL Planbureau voor de Leefomgeving Den Haag, 2021 PBL-publicatienummer: 4124 Contact [email protected] Auteurs Aldert Hanemaaijer en Maikel Kishna (projectleiding), Hester Brink, Julia Koch, Anne Gerdien Prins en Trudy Rood Programmasecretaris Marjon Kooke Met bijdragen van Roel Delahaye, Krista Keller, Niels Schoenaker en Adam N. Walker (CBS), Joep Tijm (CPB), Janneke van Oorschot en Ester van der Voet (CML), Alexandros Dimitropoulos, Olav-Jan van Gerwen, Jos Notenboom en Harry Wilting (PBL), Natascha Spanbroek en Michiel Zijp (RIVM), Astrid Hamer en Kees Kwant (RVO), Guus van den Berghe en Bas van Huet (RWS), Ton Bastein en Elmer Rietveld (TNO) en Marko Hekkert (UU) Supervisie Frank Dietz Met dank aan Iedereen die mondeling en schrifelijk commentaar heef geleverd op de conceptversies van de ICER. Dit betref allereerst alle medewerkers van de kennisinstellingen die bij het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie betrokken zijn. Daarnaast hebben we dankbaar gebruik gemaakt van 1) de inzichten en commentaren van de leden van de PBL-stuurgroep voor de ICER, bestaande uit Jeannete Beck, Pieter Boot, Ton Dassen, André van Lammeren, Hans Mommaas en Rob Weterings, 2) de leden van de SER-refectiegroep circulaire economie, bestaande uit Mariëte Hamer, Ed Nijpels, Alexander van der Vooren en Ton van der Wijst (SER), Hans Stegeman (Triodos), Ellen van Bueren (TU Delf), Jacqueline Cramer en Marko Hekkert (UU), Henri de Groot (VU) en Katrien Termeer (WUR), en 3) de leden van het directeurenoverleg Monitoring en Sturing Circulaire Economie, bestaande uit Gerard Eding (CBS), Arnold Tukker (CML), Ton Manders (CPB), Esther de Kleuver, Lani Kok, Jan Karel Kwisthout en Marieke Spijkerboer (IenW), Jan Roels (RIVM), Bart Tonnaer (RVO), Ruud Splithof (RWS) en Jamilja van der Meulen (TNO) en 4) alle aanwezigen vanuit wetenschap, beleid, bedrijven en ngo’s tijdens de deskundigendagen (zie bijlage 3). De kwaliteit van deze ICER is aanzienlijk verbeterd en gewaarborgd door de mondelinge en schrifelijke reacties die we hebben mogen ontvangen op eerdere concepten van de ICER. Redactie beeldmateriaal Design Innovation Group Redactie fguren Beeldredactie PBL Eindredactie en productie Uitgeverij PBL Opmaak en drukwerk Xerox/Osage Delen uit deze publicatie mogen worden overgenomen op voorwaarde van bronvermelding: Hanemaaijer, A. et al. (2021), Integrale Circulaire Economie Rapportage 2021, Den Haag: PBL. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is het nationale instituut voor strategische beleidsanalyse op het gebied van milieu, natuur en ruimte. Het PBL draagt bij aan de kwaliteit van de politiek-bestuurlijke afweging door het verrichten van verkenningen, analyses en evaluaties waarbij een integrale benadering vooropstaat. Het PBL is vóór alles beleidsgericht. Het verricht zijn onderzoek gevraagd en ongevraagd, onafankelijk en wetenschappelijk gefundeerd. Voorwoord De Nederlandse regering wil in 2050 een volledig circulaire economie hebben bereikt. Ze ziet monitoring als belangrijk instrument om de voortgang van de transitie te kunnen volgen. Daarom heef het kabinet het PBL gevraagd om samen met andere kennisinstellingen kennis te ontwikkelen over de circulaire economie en over de voortgang van die circulaire economie te rapporteren. Het voorliggende rapport is een belangrijke mijlpaal in dit proces. Deze eerste Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER) geef weer wat momenteel de stand van zaken is van de transitie naar een circulaire economie in Nederland en bevat handvaten om die transitie desgewenst te versnellen. Deze ICER is tot stand gekomen in samenwerking met, en met inbreng van: CBS, CPB, Centrum voor Milieuwetenschappen (Universiteit Leiden), RIVM, RVO, RWS, TNO en Copernicus Instituut (Universiteit Utrecht). Al deze instellingen dragen bij aan het meerjarige Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie, dat gecoördineerd wordt door het PBL. De ICER gaat tweejaarlijks verschijnen en vormt de kennisbasis voor de beleidscyclus van het circulaire-economiebeleid in Nederland. Ze vormt tevens input voor het overleg tussen de partijen die betrokken zijn bij het Grondstofenakkoord en bij de vijf prioritaire transitie- thema’s: Biomassa en voedsel, Bouw, Consumptiegoederen, Kunststofen en Maakindustrie. En de rapportage levert ook informatie voor het gesprek over het circulaire-economiebeleid tussen het Kabinet en de Tweede Kamer. In een circulaire economie staat het efciënter benuten en het daardoor verminderen van het gebruik van grondstofen centraal. Daarvoor is meer nodig dan alleen recycling van grondstofen; producten moeten bijvoorbeeld zo worden ontworpen dat ze langer meegaan. Naast het tegengaan van klimaatverandering en het behoud van biodiversiteit vormt de efciëntere benuting van grondstofen de derde grote uitdaging in het vinden van een betere balans tussen mens en natuur. Deze drie uitdagingen hangen nauw met elkaar samen – net als de oplossingsrichtingen. Hoe minder nieuwe grondstofen er nodig zijn, hoe minder de natuur, het klimaat en het milieu worden belast. Een circulaire economie kan daarnaast bijdragen aan het verminderen van de leveringsrisico’s van moeilijk te verkrijgen grondstofen. Ook biedt ze kansen voor Nederlandse bedrijven; zo zijn er concurrentievoor- delen te behalen door grondstofen in de productieketen aanzienlijk efciënter in te zeten en milieusparend te produceren. In deze rapportage geven we inzicht in de stand van de ontwikkeling in het internationale en Nederlandse grondstofengebruik, en laten we zien wat de milieu- en sociaaleconomi- sche efecten zijn van dat grondstofengebruik. Daarnaast beschrijven we welke interventies de overheid in Nederland heef gedaan om de transitie naar een circulaire economie op gang te brengen en te versnellen, zoals het bevorderen van kennisontwikkeling en het maken van vrijwillige afspraken met partijen. Ook gaan we in op de acties van maatschap- Voorwoord | 9 pelijke partijen, zoals initiatieven van bedrijven om circulaire producten en diensten in de markt te zeten of te investeren in een circulaire productiewijze. Die interventies en acties vormen de zogenoemde transitie-indicatoren; ze geven een beeld van de mate waarin en de manier waarop bedrijven, consumenten en overheden voorsorteren op een circulaire economie. Met deze informatie is in beginsel de richting en het tempo van de transitie naar een circulaire economie te bepalen en bij te sturen. De omslag naar een circulaire economie vergt inspanningen, vernieuwingen en aanpassingen door producenten, consumenten, ngo’s, wetenschappers, bestuurders en beleidsmakers in alle geledingen van de samenleving. Ieder heef daarin een grotere of kleinere rol. Dat geldt evenzeer voor de (verschillende lagen van de) overheid, al heef die laatste wel een bijzondere rol. De overheid bepaalt met haar beleid in belangrijke mate de spelregels en daarmee het speelveld waarbinnen de transitie naar een circulaire economie zich kan ontwikkelen, zoals aan de hand van gehanteerde belastingen, wetelijke normen en subsidies. De in dit rapport bijeengebrachte kennis moet bestuurders, politici en beleidsmakers handvaten bieden om productie- en consumptieprocessen ‘met beleid’ bij te sturen. Daarom gaan we in deze eerste ICER ook nader in op het gevoerde circulaire-economiebeleid van met name de Rijksoverheid. Ik ben ervan overtuigd dat de hier samengebrachte inzichten daarbij behulpzaam zullen zijn. Met dank aan de partners die hebben meegewerkt aan de totstandkoming van deze ICER en die met ons blijven optrekken in de verdere ontwikkeling van het onderliggende kennisprogramma. Prof. dr. ir. Hans Mommaas Directeur Planbureau voor de Leefomgeving 10 | Integrale Circulaire Economie Rapportage 2021 Inhoud Voorwoord 9 Hoofdboodschappen 14 Bevindingen 18 1 Inleiding 44 1.1 Grondstofenproblematiek en een circulaire economie 45 1.2 Wat is een circulaire economie? 46 1.3 Aanleiding, vraagstelling en doel van de ICER 48 1.4 Raamwerk(en) voor monitoring en sturing 49 1.5 Integraliteit rapportage en beschikbare kennis 50 1.6 Leeswijzer 52 2 Internationaal grond stof en gebruik en efecten 54 2.1 Inleiding 56 2.2 Grondstofengebruik en efecten op mondiale schaal 57 2.2.1 Het mondiale grondstofengebruik
Recommended publications
  • Professor Dr Jacqueline Cramer, Chairman, Dutch Circular Textile Valley, Netherlands
    Sustainable Innovation 2021 Accelerating Sustainability in Fashion, Clothing, Sportswear & Accessories 23rd International Conference Online Conference: 15th-21st March 2021 Business School for the Creative Industries University for the Creative Arts Epsom, Surrey, UK Professor Dr Jacqueline Cramer, Chairman, Dutch Circular Textile Valley, Netherlands Dr. Jacqueline Cramer is a member of the Amsterdam Economic Board, where she is actively engaged in circular economy initiatives. She is also a strategic advisor at the Utrecht Sustainability Institute and a professor emeritus of sustainable innovation at Utrecht University. From 2007 to 2010, she was the Minister of Housing, Spatial Planning and the Environment for the Dutch Labour Party. Since 1990, Jacqueline has been a consultant, advising over 200 companies on implementation of sustainable entrepreneurship, corporate social responsibility and the circular economy. Jacqueline has always promoted combining practice-oriented, sustainability initiatives with theoretical reflections. In her time as a professor of sustainable innovation at Utrecht University, she has written many scientific publications. To this day, she belongs to various international and national advisory boards of governments, industries and non-profit organisations. Some of her current roles include supervisory board chair of Holland Circular Hotspot and of the Plastic Soup Foundation, mayor of Cirkelstad (Circle City), chair of Dutch Circular Textile Valley and chair of the Dutch Concrete Agreement. In recent years, Jacqueline has advised various governments and international organisations on circular economy implementation. As a well-known expert on the subject and sustainability overall, she has given talks at many conferences in the Netherlands and abroad. .
    [Show full text]
  • Provisional List of Participants
    8 December 2009 ENGLISH/FRENCH/SPANISH ONLY UNITED NATIONS FRAMEWORK CONVENTION ON CLIMATE CHANGE CONFERENCE OF THE PARTIES Fifteenth session Copenhagen, 7–18 December 2009 Provisional list of participants Part One Parties 1. The attached provisional list of participants attending the fifteenth session of the Conference of the Parties, and the fifth session of the Conference of the Parties serving as the meeting of the Parties to the Kyoto Protocol, as well as the thirty-first sessions of the subsidiary bodies, has been prepared on the basis of information received by the secretariat as at Friday, 4 December 2009. 2. A final list of participants will be issued on Friday, 18 December 2009, taking into account additional information received by the secretariat prior to that date and including any corrections submitted. Corrections should be given to Ms. Heidi Sandoval (Registration counter) by 12 noon, at the latest, on Wednesday, 16 December 2009. 3. Because of the large number of participants at this session, the provisional list of participants is presented in three parts. FCCC/CP/2009/MISC.1 (Part 1) GE.09-70998 - 2 - Participation statistics States/Organizations Registered participants Parties 191 8041 Observer States 3 12 Total Parties + observer States 194 8053 Entities having received a standing invitation to 1 11 participate as observers in the sessions and the work of the General Assembly and maintaining permanent observer missions at Headquarters United Nations Secretariat units and bodies 33 451 Specialized agencies and related organizations 18 298 Intergovernmental organizations 53 699 Non-governmental organizations 832 20611 Total observer organizationsa 937 22070 Total participation 30123 Registered media 1069 2941 a Observer organizations marked with an asterisk (*) in this document have been provisionally admitted by the Bureau of the Conference of the Parties.
    [Show full text]
  • Persbericht Wouters 2010-01-28 Persbericht Start Jaar Biodiversiteit
    Persbericht Leiden, 28 januari 2010 Samenwerking, kennis en communicatie over biodiversiteit essentieel Nederland start Internationaal Jaar van de Biodiversiteit met oprichting Centrum Biodiversiteit Wereldwijd loopt de biodiversiteit terug. Volgens deskundigen vindt het verlies van plant- en diersoorten, vergeleken met de natuurlijke afname, inmiddels duizend keer zo snel plaats. In het verlengde van de Europese doelstellingen wil Nederland een belangrijke bijdrage leveren om de terugloop van biodiversiteit tegen te gaan. Vanuit de overtuiging dat biodiversiteit een onmisbare voorwaarde is voor ons leven, en dat internationale samenwerking nodig is, opent minister Gerda Verburg (LNV) vandaag het ‘Internationaal Jaar van de Biodiversiteit’ in Nederland. Minister Ronald Plasterk (OCW) lanceert vandaag het Nederlands Centrum voor Biodiversiteit NCB Naturalis. In dit nationale centrum zullen in de nabije toekomst de natuurhistorische collecties die Nederland heeft opgebouwd worden geïntegreerd en toegankelijk gemaakt voor onderzoek, zodat de kennis over biodiversiteit verder kan worden ontwikkeld. Op basis daarvan levert Nederland internationaal een kennisbijdrage van belang aan biodiversiteit. Om de achteruitgang van biodiversiteit wereldwijd tegen te gaan is in 1992 door de Verenigde Naties het Verdrag inzake Biologische Diversiteit (CBD) gesloten. Daaraan doen 168 landen actief mee. In 2005 hebben deze landen zich ten doel gesteld om in 2010 voor zover mogelijk een halt toe te roepen aan de snelheid waarmee biodiversiteit verloren gaat.
    [Show full text]
  • Magazine Biomassa
    Vierde jaargang Nummer 1 SPECIAL BIOMASSA 2008 Change magazine Biomassa: Groen goud voor energie en producten De feiten De mogelijkheden De meningen Ronald Plasterk, Max van den Berg Jacqueline Cramer, Gerda Verburg, Maria van der Hoeven, Uwe Jurgensen, Jan Willem Erisman, Jack van Ham, Rudy Rabbinge, Kees Kwant, André Faaij, Geert Bergsma, Alle Bruggink, Johan Wempe, Sjaak Conijn, Paul Hassing, Marc Kapteijn, Lydia Snuif- Verwey, Florrie de Pater, Johan Sanders, Bert Annevelink, Jörg Gigler, Henriette Bos, Klaas Siccama, Helma Kip, Marieke Meeusen, Donald Pols voorwoord staat er wel ten over klimaatverandering bijna elke dag bijge- vierden de afge- van hoe het bedrijfsleven in de Noord-Nederlandse Elke dag iets in de steld en aangescherpt worden, uit alles blijkt dat we Emoties lopen maanden Energy Valley het hoofd koel houdt en bijdraagt krant over klimaatverandering. Dát het klimaat nooit klaar zijn met het vergaren van kennis. Dat hoogtij in de discussie over ‘foute’ en ‘goede’ bio- aan de energietransitie. verandert, daar is iedereen het wel over eens; maar geldt voor wetenschappers, maar ook voor politici, massa. Helaas betekende de emotionele betrok- in welk tempo dat gebeurt, daarover verschillen de beleidsmakers en niet in de laatste plaats voor alle kenheid ook dat de wereld werd onderverdeeld in Bij deze editie van Change Magazine vindt u het meningen. De laatste berichten zijn echter niet gun- Nederlanders, want effectief klimaatbeleid heeft een ‘goed’ en ‘fout’ en dat de nuance uit het debat leek boekje ‘Het bruist in Energy Valley’. Energy Val- stig. Het is niet ondenkbaar dat onze generatie nog breed draagvlak nodig. Dat stelt hoge eisen aan de te verdwijnen.
    [Show full text]
  • 'Samen Kom Je Tot De Beste Besluiten'
    RLedenblad van de oodPartij van de Arbeid • 4e jaargang • nummer 3 • mei 2007 Verder met een interim-bestuur Wat is er mis met ons onderwijs? Een dag op stap met wethouder Hans Spigt Gerdi Verbeet: ‘Samen kom je tot de beste besluiten’ Gerdi Verbeet (56), Kamervoorzitter Sterk en sociaal Tekst Ottolien van Rossem Foto Duco de Vries de rode loper Herman werd in 1937 geboren in een sociaal-democratisch arbeidersgezin. De Rode Loper wordt uitgerold voor PvdA’ers die normaal gesproken achter Zijn opa zat voor de SDAP in de de schermen werken. Meestal willen ze dat ook graag. Voor een portret in gemeenteraad, zijn moeder zong bij de Rood wordt deze keer een uitzondering gemaakt door Herman Hofman (69), Volksstem en zijn vader was actief in de voorzitter van de Landelijke Adviesgroep Ouderenbeleid (LAO) van de PvdA. vakbeweging. Zelf werd Herman ook jong actief. In 1955 werd hij lid van de PvdA. Tegenwoordig zet Herman zich in voor het seniorenbeleid; hij is sinds 2005 voorzitter van de LAO. Herman was al vroeg actief, onder andere in NVV ‘Jonge Strijd’ (een vakcentrale, nvdr). Hij werkte voor verschillende gemeenten, vooral op de terreinen cultuur en welzijn. In 1970 ging hij aan de slag in Arnhem, waar hij later gemeente- secretaris werd. Herman heeft altijd veel vrijwil- ligerswerk gedaan; sinds 1995 zet hij zich vooral in voor het seniorenbeleid. ‘In 2002 werd ik lid van de LAO, in 2005 werd ik gevraagd om voorzitter te worden. We hebben een goede groep van zeventien 50-plusmannen en -vrouwen met praktische en bestuurlijke ervaring op het gebied van ouderenbeleid.
    [Show full text]
  • How Network Governance Powers the Circular Economy
    How Network Governance Powers the Circular Economy Ten Guiding Principles for Building a Circular Economy, Based on Dutch Experiences Jacqueline Cramer How Network Governance Powers the Circular Economy Ten Guiding Principles for Building a Circular Economy, Based on Dutch Experiences By Jacqueline Cramer A publication of Amsterdam Economic Board 2020 Jacqueline Cramer Vormgeving Counter Creatives NUR 130 ISBN 978-90-90-33928-3 Amsterdam Economic Board www.amsterdameconomicboard.com 7 Preface The world has woken up to the climate crisis, the effect of which is already being felt. The linear ‘take-make-waste’ extractive economy is heading toward its end. Besides the increasing greenhouse gas emissions causing climate change, resources will simply be dried up in the near future, if we postpone a major step-change any longer. Over the next 35 years, the world’s population will grow by a third. By 2050, there will be ten billion of us. Ten billion people all of whom we give a proper home, food, clothes. To meet with current average standards, by 2050 we would need three planets to generate and regenerate our required resources. It’s as evident as clear: time has come for a circular economy. In the Netherlands, we agreed to complete a circular economy by 2050. With “we” I’m referring to public authorities, industry, civil-society organizations, knowledge institutions and many more. I’m proud to say that we’re in this together and that we’re working in five key sectors (construction, plastics, biomass and food, manufacturing, and consumer goods) towards two concrete targets. To cut raw-material use by 50% and to significantly reduce carbon emissions by 2030.
    [Show full text]
  • The Representation of Climate Change Politics in the Dutch Newspaper ‘De Volkskrant’ Between 2008 and May 2018
    The representation of climate change politics in the Dutch newspaper ‘De Volkskrant’ between 2008 and May 2018 Name: Laura Hilhorst Student number: 10995951 Study: Bachelor Future Planet Studies; major Human Geography Study year: 2017/2018 Course: Bachelor Thesis Project Project: Representation of climate change politics in ‘De Volkskrant’ Supervisor: Patrick Weir (second reader: Aslan Zorlu) Date: June 18, 2018 Word count: 13,560 E-mail: [email protected] Abstract In this research the representation of climate change politics in the Dutch newspaper De Volkskrant has been studied. Through scientific journalism, news media serve as a place where public opinion on climate change is formed, which then influences the political agenda regarding climate change. A qualitative content analysis has been carried out to to find out if there is a pattern of climate change representations in the newspaper between January 2008 and May 2018. There is focused on predominant climate change politics representations, human actors, journalistic norms, and climate change representations. Change politics was predominantly represented as international CO2 mitigation strategies, giving preference to mitigation (undoing the effects) of rather than adaptation to climate change (providing assistance). Most predominant actors included (foreign) politics (primarily presidents and ministers), intergovernmental organizations (EU and UN), and environmental organizations (Greenpeace and Milieudefensie). Journalists reporting climate change politics in De Volkskrant mainly used the norm ‘novelty’; journalists prefer new stories over stories that have already been reported. Last, climate change was predominantly represented as a problem in general, journalists and politicians often used wording like ‘climate crisis’ and ‘saving the climate’. However, media representations of climate change also showed to be subject to the uncertainties and ontology of science itself.
    [Show full text]
  • Upcycle Your Region
    WAKE UP! UPCYCLE YOUR REGION UPCYCLE YOUR REGION WITH RAW MATERIAL CYCLES Alfride Groenewold Leonie Spronk INDEX 09 > WAKE UP! PROLOGUE CHAPTER CHAPTER CHAPTER CHAPTER 01 02 03 05 11 > THE URGENCY: IT’S ALREADY TWO 49 > THE VISION: A DIFFERENT 77 > THE STRATEGY: CIRCULAR ECONOMY 133 > THE PRACTICAL APPROACH: MINUTES PAST TWELVE PERSPECTIVE ON RAW MATERIALS AS THE BASIC SYSTEM CONNECTING IN YOUR REGION 15 > The world in the intensive care station 53 > In today’s economy, 8 kg of textiles per 81 > The switch to sustainability is originating 137 > We want to become a participation THOMAS RAU inhabitant disappears every year in the cities champion ANTON LUIKEN MEINY PRINS JOHN VERNOOIJ 25 > Time for us to take responsibility for this planet 61 > Use of plastic will increase even more 89 > Sustainability stands or falls with 143 > Municipalities need to take up their role in LOUISE VET GEERT HEIDEMAN / RUDY FOLKERSMA leadership sustainability now STEF KRANENDIJK JACQUELINE CRAMER 33 > All the plastic in our waters constitutes 69 > Waste separation generates more income, the biggest oil disaster ever that’s my point 95 > Keep thinking outside the box – that’s what 150 > Roadmap The circular city MARIA WESTERBOS GUNTER PAULI brings results INSPIRATION TON VAN KEKEN 41 > Once you feel the urgency yourself, then 74 > New entrepreneurial spirit is breaking 157 > Rethinking is the key to success for the you want to get started through 103 > The challenge is to bring recycled plastics circular economy MARJAN MINNESMA INSPIRATION back into the chain
    [Show full text]
  • National Committee of the Netherlands Amsterdam, 24 Maart 2009, Page 2/2
    Staatssecretaris mevr. A. Bijleveld -Schouten Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Postbus 20011 2500 EA Den Haag CC: - mevrouw Gerda Verburg (minister LNV), mevrouw Jacqueline Cramer (minister VROM), de heer Paul Comenencia ( gevolmachtigde minister van de Nederlandse Antillen in Nederland) , de heer Frido Croes (g evolmachtigde minister van Aruba in Nederland), de heer Henk Kamp ( commissaris voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba), vaste Kamercommissies BzK, VROM en LNV. Betreft: ontbreken structurele aandacht natuur in proces staatkundige vernieuwing Amsterdam, 24 maart 2009 Geachte mevrouw Bijleveld, Met dit schrijven willen wij, IUCN NL alsmede enkele betrokken IUCN lidorganisaties, onze grote zorg kenbaar maken rond het proces van staatkundige vernieuwing en de impact die dat kan hebben op de ecosystemen en biodiversiteit van de zes Caribische eilanden binnen het Koninkrijk, hierna genoemd de Dutch Caribbean . De biodiversiteit van de Caribische eilanden kent ongeveer 14.500 endemische soorten planten en (gewervelde) dieren - waarvan ongeveer de helft slechts op één eiland voorkomt. Vele van de endemische soorten komen voor op de IUCN mondiale lijst van bedreigde soorten. Het gebied wordt internationaal beschouwd als Global Biodiversity Hotspot . Dit geldt ook voor de zes eilanden van de Dutch Caribbean , waar op land als in zee meer dan 200 endemische (onder)soorten bekend zijn. Ter vergelijking, in Nederland zijn er vooralsnog twee endemische soorten bekend. De ecosystemen en biodiversiteit op deze vaak kleine eilanden zijn extra kwetsbaar door de grote druk op ruimte, de onvermijdelijk grote impact van een groeiende bevolking, beide in combinatie met een enorm capaciteitsgebrek bij de lokale overheden. Momenteel is het proces rond de staatkundige vernieuwing in volle gang.
    [Show full text]
  • The Dutch Debate on Enlargement
    Communicating Europe Manual: The Netherlands Information and contacts on the Dutch debate on the EU and enlargement to the Western Balkans Supported by the Strategic Programme Fund of the UK Foreign & Commonwealth Office 23 November 2009 www.esiweb.org 2 Communicating Europe: The Netherlands Manual ABOUT THIS MANUAL Who shapes the debate on the future of EU enlargement in The Netherlands today? This manual aims to provide an overview by introducing the key people and key institutions. It starts with a summary of core facts about the Netherlands. It also offers an overview of the policy debates in The Netherlands on the EU, on future enlargement and the Western Balkans. Space is also given to the media landscape; TV, radio and print media and the internet-based media. Any debate in a vibrant democracy is characterised by a range of views. Nonetheless, when it comes to Dutch views on EU enlargement, the people included in this manual are certainly among the most influential. This manual draws on detailed research carried out by ESI from 2005 to 2006 on enlargement fatigue in the Netherlands and on the Dutch debate on Turkey. Fresh research has also been carried out in 2009 especially for the Communicating Europe workshop co-sponsored by the Foreign and Commonwealth Office, with the Robert Bosch Stiftung and the European Fund for the Balkans. This text is the sole responsibility of ESI. ESI, Amsterdam, November 2009. www.esiweb.org Communicating Europe: The Netherlands Manual 3 CONTENTS ABOUT THIS MANUAL .................................................................................................................... 2 KEY FACTS ......................................................................................................................................... 5 THE DUTCH POLITICAL PARTIES............................................................................................... 6 DUTCH ATTITUDES TO THE EU - THE 2005 REFERENDUM AND BEYOND .....................
    [Show full text]
  • Tilburg University Public Credibility Wisse, E.P
    Tilburg University Public credibility Wisse, E.P. Publication date: 2014 Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Link to publication in Tilburg University Research Portal Citation for published version (APA): Wisse, E. P. (2014). Public credibility: A study of the preferred personal qualities of cabinet ministers in the Netherlands. Eburon Academic Publishers. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Download date: 05. okt. 2021 Public Credibility A Study of the Preferred Personal Qualities of Cabinet Ministers in the Netherlands Eva Wisse Eburon Delft 2014 ISBN: 978-90-5972-830-1 (paperback) ISBN: 978-90-5972-847-9 (ebook) Eburon Academic Publishers, P.O. Box 2867, 2601 CW Delft, The Netherlands Cover design: Esther Ris, e-riswerk.nl © 2014 All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior permission in writing from the proprietor.
    [Show full text]
  • Project Information Assessing an IPCC Assessment: an Analysis of Statements on Projected Regional Impacts in the 2007 Report
    October 2012 Assessing an IPCC Assessment Project information Assessing an IPCC assessment: An analysis of statements on projected regional impacts in the 2007 report Authors: Leo Meyer/Arthur Petersen Contact: [email protected]/[email protected] Date 2012-10-15 General comments on the project ‘Assessing an IPCC Assessment’ • In January 2010, the Dutch Parliament asked Jacqueline Cramer, the then Dutch Minister of Environment, for an investigation into the implications of errors reported by the media in specific parts of the Fourth Assessment Report of the IPCC (2007). • Subsequently, the minister asked PBL in February 2010 to make an assessment of the reliability of the regional chapters (9 to 16) of the IPCC Working Group II contribution to the Fourth Assessment Report (the part on Impacts, Adaptation and Vulnerability), and to assess the effects of any errors on the summary conclusions drawn by the IPCC. • From the outset it was clear that PBL would not be able to repeat the original IPCC Working Group II assessment, given the sheer volume of the scientific work reported in the IPCC exercise. What we were able to do, however, was investigate the extent to which the IPCC in their summaries had presented existing scientific knowledge to the world of policymakers, in a way that was supported by the underlying texts and scientific references. What is more, we also investigated what could be learned from our findings so that informed choices could be made in future assessments. • For several months, a special PBL team worked assiduously on this project. • This does not represent a typical PBL activity, but may be seen as a specific example of quality control of scientific research carried out by the institute.
    [Show full text]