Shirt Van FC Utrecht: ‘Domtoren in Het Rugnummer, Helemaal Af’
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
PREMIUM 2010: Alje Schut. © ANP Shirt van FC Utrecht: ‘Domtoren in het rugnummer, helemaal af’ SHIRT FESTIVAL FC Utrecht zocht een aantal decennia naar een eigen smoel tussen al die andere rood-witte clubs. Dat is er inmiddels onmiskenbaar. Dit is een artikel uit de Santos Eredivisie Shirtbijbel. Bart Vlietstra 02-05-20, 22:00 Verkiezing! De Eredivisie CV en alle eredivisieclubs hebben met het Eredivisie Shirt Festival een verkiezing online gezet, waarbij fans kunnen kiezen uit een database van bijna 1800 uit- en thuisshirts van clubs die sinds 1956 in de eredivisie speelden. Stem hier op jouw favoriete shirt! Door Bart Vlietstra Als Alje Schut, hoofd scouting van FC Utrecht, met een (jeugd)speler praat die FC Utrecht begeert, dan ligt er altijd een FC Utrecht-shirt met de naam van die speler klaar. Schut: ,,Dat werkt wel goed. Daarmee laat je merken dat je hem echt wilt hebben. Je bezegelt er een eerste stukje binding mee.” En wat als de speler dan alsnog afhaakt? ,,Dan krijgen ze dat shirt mee. Hebben we er toch een soort reclamezuil bij.” Utrechter Schut droeg zelf veertien seizoenen het rood en wit van FC Utrecht. Lang zat er niet echt een duidelijke lijn in het ontwerp van het shirt. In beginsel, 1 juli 1970, was er een wit shirt met een rode broek, maar dat werd van lieverlee omgedraaid. Er kwamen soms blauwe accenten bij, vooral om sponsors te plezieren. Pas het laatste decennium is er een shirt ontstaan dat uniek en onomstreden is: een wit en een rood diagonaal vlak dat overeenkomt met het clubembleem. Schut: ,,Ik vind het esthetisch mooi, het staat ook echt voor de stad. Voor Sint Maarten die zijn mantel half afsneed om die aan een bedelaar te geven. Daarop is het stadswapen geïnspireerd.” Er was oproer onder fans toen in 2016 op aandringen van hoofdsponsor Zorg van de Zaak plots weer voor een bijna geheel rode voorkant was gekozen. Het logo van het bedrijf kwam er beter op uit. De achterkant was wel in de inmiddels vertrouwde kleurstelling. Gesproken werd onder supporters over ‘een goedkope kopie’ van de shirts van AZ en FC Twente. Schut: ,,Dat snap ik wel, al vond ik dat effen rode shirt ook best mooi. Men houdt van tradities. Hoe jong ze ook zijn.” In 2018 keerde het ‘omgekeerde wapenshirt’ (zie kader) weer terug. De wisseltruc van het embleem Hoe zit dat nu met dat op het Utrechtse stadswapen geïnspireerde embleem bij de oprichting van FC Utrecht in 1970? Wie goed kijkt, ziet dat het net niet klopt. De verdeling van wit en rood loopt bij het embleem van rechtsboven naar linksonder. Bij het stadswapen is het net andersom, van linksboven naar rechtsonder. In 1983 werd dit ontdekt, maar is besloten dit zo te laten, mede vanwege de enorme kosten die aanpassing zou opleveren. De aanvankelijk zwarte omlijsting werd blauw om hoofdsponsor Nissan te behagen. Spelers hechten waarde aan de uitstraling van een shirt, beaamt Schut, maar minstens zo belangrijk is de pasvorm. ..De shirts zijn veel getailleerder geworden, zitten lekkerder. In de jeugd maakte ik nog mee dat je in een hobbezak voetbalde. Je gaat langzamer voor je gevoel, kunt sneller vastgepakt worden.” Toch is zo’n wijd shirt een van zijn favorieten. We schrijven het seizoen 1997-1998. Er was door toenmalig kledingsponsor Reebok gekozen voor (maar weer eens) een afwijkend motief. De bovenste helft rood, dan een blauwe streep en daaronder wit. Het uitshirt had hetzelfde motief, maar dan met de bovenste helft in een soort grijsgroentint. ,,Die vond ik schitterend, toen was ik A-junior en speelden Scott Booth en Michael Mols bij FC Utrecht voorin. Een goede, spectaculaire ploeg in een prachtig shirt.” Het shirt uit 1982. © AD Het seizoen ervoor had Reebok nog een shirt gefabriceerd met het eigen logo groot in de nek, zoals het in die jaren gewend was te doen. Zelfs Liverpool leek destijds in een soort random trainingsshirt van Reebok te spelen. Schut krijgt ook warme gevoelens bij de aanblik van de rode shirts uit 1983-1984 van PUMA, met een witte V-hals, witte kraag en witte banden over de schouders. Het logo van FC Utrecht lijkt erop gestreken, op de borst staat Nissan, samen met AMEV een van de trouwste shirtsponsors. Schut: ,,Ja, dan denk ik meteen: Jan Wouters en kornuiten. Ik ben van 1981, dus heb dat niet bewust meegemaakt, maar dat was wel een gouden periode voor de club. Dat team kwam altijd terug als vergelijkingsmateriaal als wij goed presteerden. Dat team zette FC Utrecht op de kaart.” Schut maakte met FC Utrecht ook een bloeiperiode mee, tweemaal op rij werd de beker gewonnen (2002-2003, 2003-2004). Hoewel de eerste bekerwinst meer impact had (toen vrij verrassend Feyenoord werd opgerold met 4-1), staat het shirt van de tweede bekerfinale tegen FC Twente (1-0 winst) Schut meer bij. ,,We kregen speciaal voor dat duel nieuwe witte shirts. Dat gaf je wel wat extra’s.” Hij voelde zich altijd prettig in het FC Utrecht-shirt, en ook later in dat van het Zuid- Afrikaanse Mamelodi Sundowns, bijgenaamd The Brazilians vanwege het gele shirt met blauwe broek. ,,Een tenue moet idealiter contrasteren.” In de catacomben voor een wedstrijd raakte hij slechts eenmaal geïmponeerd door het shirt van een tegenstander. ,,Tegen Parma was dat, al had dat ermee te maken dat mijn idool Fabio Cannavaro daar meespeelde.” Simon Makienok. © Orangepictures/BSR Agency Ode aan het verleden FC Utrecht afficheert zich graag als dé cupfighter van Nederland. Om die benaming kracht bij te zetten trekt het de laatste seizoenen in het bekertoernooi een apart bekershirt aan. In voorgaande jaren was dat geïnspireerd op de oorsprong: de fusie van de Utrechtse clubs Velox, Elinkwijk en DOS in 1970. Bijzonder fraai was het ‘Elinkwijk-shirt’, wit met een blauwe baan in het midden. Daarmee werd in 2016 de finale bereikt, maar arbiter Kuipers verbood FC Utrecht erin aan te treden tegen Feyenoord, omdat het te weinig onderscheidend was van het Feyenoord-shirt. Schut is geen shirtjesverzamelaar, hij gaf bijna alles weg. ,,Ik heb liever dat vijftig man plezier hebben dan eentje.” Alleen die van Cannavaro had hij graag ergens opgehangen in huis. ,,Ik heb het hem gevraagd, maar hij had hem helaas al beloofd aan een knappe dame die langs de kant stond. Dat paste wel bij hem.” 1983: De selectie van FC Utrecht. Bovenste rij, vlnr; Ton de Kruyk, Jan van de Akker, Jan-Willem van Ede, Jan Stroomberg, Gerard van der Lem en Leo van Veen. Middelste rij, vlnr: Gerard van der Bildt (masseur/verzorger), Rob de Wit, Herman Verrips, Ton du Chatinier, Gerard Tervoort en Herman Ockhuysen. Onderste rij, vlnr Dick Advocaat, Koos van Tamelen, Wim Flight, Barry Hughes (trainer), Gert Kruys, Jan Wouters en Frans Adelaar. © ANP Schut is niet per definitie een nostalgicus. Hij is zeer te spreken over het huidige FC Utrecht-shirt, en dan met name over het speciale bekershirt: wit met matgouden uiteindes. ,,Schitterend, beetje Real Madrid-achtig. Het heeft ons ook ver gebracht in de beker. Er worden tegenwoordig allemaal historische details toegevoegd aan shirts. Dat vind ik gaaf. Als je van veraf al denkt: Mooi shirt. En dan van dichtbij de drie clubnamen ziet waaruit FC Utrecht is ontstaan. En ook nog een domtoren in het rugnummer. Helemaal af.” Mister FC Utrecht Een shirtje ruilen was er voor ‘Mister FC Utrecht’ niet bij. Leo van Veen, die dertien seizoenen voor FC Utrecht speelde en daarvoor nog vijf seizoenen bij voorloper DOS, moest het hele jaar met een shirt doen. De mooiste? Een wit shirt met rode mouwen en heel duidelijk het embleem erop uit begin jaren zeventig. Het gele shirt met twee zwarte dunne banen van DOS vond hij ook wel wat hebben, trouwens. Als trainer keek hij vaak naar een gele ploeg, want gedurende drie periodes was Van Veen coach van RKC. Hij is goed te spreken over het huidige FC Utrecht-shirt. ,,Het is herkenbaar. Groot nadeel: je ziet de rugnummers niet goed door die halve vlakken. Was in mijn tijd niet zo’n probleem, wij speelden járen bij dezelfde club. Nu zie je ieder halfjaar nieuwe spelers. Dan is zo’n rugnummer wel handig.” Ton de Kruijk omhelst Leo van Veen na de 2-1 tegen Feyenoord in 1982. © ANP Van Veen was meestal de makkelijk scorende spits, maar speelde met rugnummer 31. ,,Het ging op alfabet, dan sta je met de V niet vooraan. Co Adriaanse speelde met nummer 2, Willy Carbo met 5. Ach, het had wel wat, je eigen nummer. Was in die tijd niet zo normaal.” Van Veen, naast een neus voor doelpunten ook in het bezit van een fenomenale snor, nam in 1982 (voor een jaar) afscheid van zijn geliefde club in een FC Utrecht- shirt van het legendarische Engelse merk Admiral, dat in de jaren zeventig de eerste commerciële partner werd van het Engels elftal en in de jaren tachtig tal van roemruchte clubs en landen van kledij voorzag. Daarna dook Admiral meer de crickethoek in. Van Veen: ,,God, ja, daar zal ik ook nog een shirtje van hebben in een doos. We zitten midden in een verhuizing. Nu we er zo over praten, verheug ik me echt al op het uitpakken ervan.” Het huidige tenue. © AD .