Mededelingen Van Het Cyriel Buysse Genootschap 3

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Mededelingen Van Het Cyriel Buysse Genootschap 3 Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 3 bron Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 3. Cyriel Buysse Genootschap, Gent 1987 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_med006198701_01/colofon.php © 2014 dbnl 5 Inleiding De inhoud van de derde aflevering van de Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap zal voor vele Buysse-kenners en -liefhebbers een verrassing zijn. Voorop staan immers een aantal tot dusver onbekend gebleven bijdragen van Buysse zelf. Nop Maas, wetenschappelijk medewerker aan het Instituut Nederlands van de Katholieke Universiteit Nijmegen, heeft bij zijn speurtocht naar teksten die in het Haagse dagblad Het Vaderland zijn afgedrukt en die om literair-historische en andere redenen verdienen aan de vergetelheid te worden ontrukt, een twaalftal stukken van Buysse gevonden. Hij heeft verkozen ze niet op te nemen in de door hem geredigeerde Vaderland-reeks, maar ze hier te presenteren als Aanvullingen bij het Verzameld werk. Door een gelukkig toeval kon hieraan nog een andere onbekend gebleven novelle, Een onbekende martelaar, worden toegevoegd, gevonden in het Gentse liberale weekblad Het Volksbelang van 1891. Voor de reeks brieven die we ons voorgenomen hebben te publiceren in de Mededelingen konden we deze keer rekenen op de medewerking van Marc Somers, verbonden aan het A.M.V.C. te Antwerpen. Hij heeft de brieven van Buysse aan Ary Delen voorzien van informatieve annotaties, die een verdere ‘inkijk’ bieden op de organisatie van de controversiële hulde van 1911 te Antwerpen en die ook de aandacht vestigen op Buysses waardering voor Elsschot en diens Villa des Roses. Verder zijn er nog drie studies. De meest uitvoerige is van de hand van Daniël Vanacker, journalist bij het dagblad De Gentenaar. Hij belicht in een rijkelijk gedocumenteerd opstel de ideologische boodschap van Sophie, een roman waarin Virginie Loveling de schoolstrijd heeft behandeld. Het onderwerp staat ook centraal in Buysses Een onbekende martelaar. J. Taeldeman, docent aan de R.U.G., heeft zich verdiept in de Nevelse bevolkingsregisters en onderzoekt de manier waarop de Zeistraat- of Zijstraat-gemeenschap, bekend vooral uit Het recht van de sterkste, tussen 1870 en 1880 samengesteld en georganiseerd was. En tot slot konden Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 3 6 we ook een stuk over Buysse afdrukken dat werd opgesteld door wijlen Rob. Roemans (1904-1968) met het oog op een lezingencyclus. De bijdrage werd ons ter hand gesteld door Roemans' vroegere medewerkster, mevr. Hilda van Assche. Met de publikatie van de tekst moge herinnerd worden aan de vele verdiensten van deze eminente bibliograaf, die met zijn Kritische bibliographie van Cyriel Buysse gevolgd door een bibliographie over Cyriel Buysse (1931) een solide basis heeft gelegd voor alle verdere Buyssestudie. In de afsluitende Kroniek wordt, zoals voorheen, de actualiteit rond Buysse op de voet gevolgd. Aanvullingen bij deze rubriek of enige andere vorm van medewerking vanwege de lezers worden zeer op prijs gesteld. DE REDACTIE Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 3 7 Aanvullingen bij het ‘Verzameld Werk’ van Cyriel Buysse door Nop Maas Het is niet gemakkelijk alles bijeen te brengen wat een zo productief auteur als Cyriel Buysse gepubliceerd heeft. Dit geldt temeer, waar naast de productiviteit nog enkele extra bezwarende omstandigheden gelden. Allereerst is er de omstandigheid, dat deze Zuid-Nederlander het grootste deel van zijn werk in Noord-Nederland publiceerde: de (helaas) voornamelijk Zuid-Nederlandse onderzoekers zijn uiteraard wat minder vertrouwd met de Noord-Nederlandse tijdschriften en zijn doorgaans niet in de gelegenheid ‘toevallige’ vondsten te doen. Bovendien is er dan nog de moeilijkheid dat Buysse regelmatig in dagbladen publiceerde. De dagbladpers is het stiefkind niet alleen van de literatuurhistorici, maar van de historici überhaupt. Hoewel ze, in Noord-Nederland in ieder geval vanaf 1869 (de afschaffing van het dagbladzegel), een zeer belangrijke rol speelt in de literatuurgeschiedenis (met bijdragen van en over literatoren en als spiegel van de literaire bedrijvigheid) is zij nog nauwelijks bestudeerd. In de loop van de tijd ben ik enkele publikaties van Buysse tegengekomen die niet in de zeven-delige editie van het Verzameld Werk terecht zijn gekomen. Het betreft voor het grootste deel bijdragen in het Haagse dagblad Het Vaderland. Voordat de teksten hier afgedrukt worden, volgen eerst een opsomming van de vindplaatsen en enkele bijzonderheden. 1. De verloren portemonnaie. Monoloog. Afgedrukt in: Henri de Vries, Voordrachten. Rotterdam, D. Bolle (1901), p. 206-218. Henri de Vries (pseudoniem van Hendricus Petrus Lodewicus van Walterop, 1864-1949) was een acteur, die vooral beroemd werd Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 3 8 (in binnen- en buitenland) met het door Herman Heijermans voor hem geschreven ‘transformatiespel’ Brand in de Jonge Jan. Het genre van de monoloog beleefde een bloeiperiode in Nederland rond de eeuwwisseling. De Vries' bundel bevat behalve de monoloog van Buysse ook voordrachten van o.a. L.K.J. Lamberts Hurrelbrinck, A. Reyding en Frans Coenen. 2. Cyriel Buysse over het Vlaamsche tooneel. Uit: Het Vaderland van 31 juli 1906. De publicatiedatum in Le Temps heb ik niet kunnen nagaan. 3. Brief over zijn bezigheden. Uit: Algemeen Handelsblad van 11 februari 1908. Op 8 februari plaatste het Handelsblad in zijn varia-rubriek ‘Onder de streep’ de eerste antwoorden op de aan een aantal schrijvers gerichte vraag naar het letterkundige werk dat ze onder handen hadden. Buysse is niet de enige Zuid-Nederlander die geënqueteerd wordt: op 7 maart plaatst het Handelsblad de antwoorden van Herman Teirlinck, Karel van de Woestijne en Lode Baekelmans; op 14 maart dat van Gustaaf Vermeersch. 4. Vliegweek te Antwerpen. Uit: Het Vaderland van 8 november 1909. 5. Hockey. Uit: Het Vaderland van 15 januari 1912. In 1909 begint Het Vaderland met de uitgave op maandag van een apart sportblad. Als medewerker voor hockey wordt Cyriel Buysse genoemd. Helaas zijn in het exemplaar van Het Vaderland dat in het bezit is van de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag nogal wat afleveringen van het sportblad verloren geraakt. Als specimina van de hockey-verslagen kunnen dit en het als nummer 8 afgedrukte gelden. Omdat deze verslagen anoniem zijn afgedrukt, kan niet met zekerheid vastgesteld worden of Buysse er de auteur van is. 6. Hockey als dames-sport. Uit: Het Vaderland van 17 maart 1912. Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 3 Dit opstel, niet verschenen in het sportblad, maar in het zondagochtendblad, is wèl van de ondertekening ‘Cyriel Buysse’ voorzien. Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 3 9 7. Maeterlinck te Brussel gehuldigd. Uit: Het Vaderland van 10 mei 1912. Op 9 mei 1912 werd Maeterlinck in Brussel gehuldigd, waarschijnlijk als verlate reactie op de toekenning aan hem van de Nobelprijs voor literatuur van 1911. Heel tevreden was de gehuldigde niet over het gebeuren. Op 22 mei 1912 citeert Het Vaderland nog uit een brief van Maeterlinck aan Gil Blas, waarin hij spreekt over het ‘betreurenswaardige stof dat deze bewondering te elfder ure heeft opgejaagd’. 8. 's-Gravenhage. Hockeydag. Uit: Het Vaderland van 21 oktober 1912. Zie de toelichting bij nummer 6. 9. Louis Couperus. Uit: Het Vaderland van 10 juni 1913. Bij gelegenheid van de vijftigste verjaardag van Louis Couperus vroeg Het Vaderland een aantal letterkundigen, onder wie Buysse, om een korte karakteristiek van de feesteling. De tekst werd overgenomen in De Amsterdammer van 22 juni; zie Cyriel Buysse 1859/1932. Album samengesteld ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van zijn overlijden. Gent (1982), p. 93. 10. Een aangenaam mensch in het Haagsche Bosch. Uit: Het Vaderland van 7 april 1915. Dit stuk werd in de ingezonden brieven-rubriek opgenomen. De - ironische - brief is kennelijk bedoeld als adhesiebetuiging aan de klacht van ene ‘X’ die op 3 april als ingezonden stuk werd opgenomen onder de kop ‘Onaangename menschen in het Haagsche Bosch’ (waarin eenieder een allusie herkent op een van de verhalen van Hildebrand in de Camera obscure). ‘X’ kloeg over de ingewikkelde (want per seizoen veranderende) rijwielbepalingen in het Haagse Bos en over de ‘nijdasserige agenten’ die er op uit waren zoveel mogelijk mensen te verbaliseren (door niet aan het begin van het pad te gaan staan, maar verderop) en zodoende hun dag in de vrije natuur te bederven. 11. Bestuurlijke scheiding in Belgie. Uit: Het Vaderland van 7 maart 1917. In Het Vaderland van 6 maart 1917 verscheen een stuk van Leo Meert, waarin deze naar aanleiding van een bezoek van de Vlaamsche Raad aan de Duitse Rijkskanselier opmerkt, dat de Vlaamse activisten voortwerken aan ‘een vrij, sterk, zichzelf regeerend Vlaanderen, binnen de oude Belgische grenzen, levend Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 3 10 en strevend in een nauwe samenwerking met een vrij, autonoom Wallonië, onder hun geliefden koning Albert.’ In een redactioneel naschrift wordt opgemerkt, dat dit standpunt van de ‘loyale activisten’ in bepaalde Vlaamse kringen ontstemming heeft gewekt. Een medewerker van Het Vaderland wendde zich naar aanleiding van de belofte van bestuurlijke scheiding in België door de Duitsers tot ‘de voornaamste leiders der Vlaamsche Beweging en de vooraanstaande Belgen, die in ons land verblijf houden.’ Op 6 maart werden de standpunten van de parlementsleden Arthur Buysse, Frans van Cauwelaert, Camille Huysmans en Terwagne gepubliceerd; op 7 maart die van Cyriel Buysse en Julius Hoste Jr., terwijl bovendien een directe reactie van Van Cauwelaert op Meert gepubliceerd wordt. Mogelijkerwijs zijn de gepubliceerde standpunten de schriftelijke neerslag van gesprekken en geen directe publicaties. 12. B.S., ‘Cyriel Buysse als automobilist’. Uit: Het Vaderland 13 en 20 november 1911. Als toegift een publicatie over Buysse die door Het Vaderland werd overgenomen uit het via de CCP niet achterhaalbare tijdschrift De Auto. De met de initialen ‘B.S.’ aangeduide reisgenoot van Buysse is waarschijnlijk dezelfde ‘B.S.’ die in Het Vaderland van 10 en 11 april 1911 verslag doet van het Huldebetoon Cyriel Buysse op zondag 9 april 1911 te Antwerpen.
Recommended publications
  • Mededelingen Van Het Cyriel Buysse Genootschap 14
    Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 14 bron Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 14. Cyriel Buysse Genootschap, Gent 1998 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_med006199801_01/colofon.php © 2014 dbnl 5 Inleiding Deze veertiende aflevering van de Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap opent met de teksten van de lezingen die werden gehouden op het colloquium van 3 december 1997 in de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde te Gent. Joris van Parys, inmiddels een bekende naam voor de lezers van de Mededelingen, hield er een boeiende uiteenzetting over Buysses relatie met de Franstalige literatuur en heeft zijn tekst voor deze publicatie rijkelijk van breed gedocumenteerde noten voorzien. Waarmee hij alweer een belangrijke bouwsteen toevoegt aan de Buysse-biografie die hij aan het voorbereiden is. Jan Luyssaert, voorzitter van de heemkundige kring ‘Het Land van Nevele’ en ook Loveling-kenner, heeft zich in het spoor van Johan Taeldeman nu ook verder verdiept in de ‘reële’ achtergronden van Buysses werk. Niet zonder resultaat: hij is er onder meer in geslaagd Reus Balduk uit Het recht van de sterkste te identificeren. Dat de Gentse dichter, prozaschrijver en columnist Prosper de Smet, alias Polke Pluym, een groot liefhebber is van Buysse zal voor de Buyssevrienden en/of trouwe lezers van onze ‘Kroniek’ wellicht geen nieuws zijn. Maar het mag wel een verrassing heten dat hij zich vorig jaar liet inspireren tot het schrijven van een gedicht over ‘Cyriel en zijn auto’. We zijn ook heel blij dat hij zijn eerder al uitgesproken liefde voor de brieven van Rosa Rooses aan haar ‘ventje’ Cyriel in een apart verhaal heeft willen verduidelijken.
    [Show full text]
  • Mededelingen Cyriel Buysse Genootschap
    MEDEDELINGEN VAN HET CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP I GENT 198') CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP MEDEDELINGEN I Op de titelpagina : Molenvignet van F . Masereel De Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap worden gratis toegestuurd aan de leden . Het lidgeld bedraagt actief lid : 300 BF steunend lid : minimum 500 BF De eerste aflevering van de Mededelingen kan ook aan niet-leden worden gestuurd tegen betaling van 350 BF . Bedragen te storten op rekening 290 .0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg (Gent) . Correspondentie en bestellingen te zenden aan het secretariaat van de redactie, A.M . Musschoot, R.U .G., Blandijnberg 2, B-9000 Gent. ISSN 0772 -1455 MEDEDELINGEN VAN HET CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP INLEIDING Het CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP werd gesticht o p 23 april 1983 ten huize van Mevrouw Maddy Buysse, te Deurle. Vol- gens de statuten van de v.z.w., verschenen in het Belgisch Staatsblad van 1 december 1983, heeft het genootschap tot doel „de nage- dachtenis te bestendigen van de schrijver Cyriel Buysse, en alles wat daarmede rechtstreeks o f onrechtstreeks verband houdt". Met de eerste aflevering van de hier volgende Mededelingen geeft het Cyriel Buysse Genootschap concrete vorm aan zijn doel- stellingen : er wordt gestreefd naar een regelmatige publikatie, waarin verslag wordt gegeven van de Buysse-studie en waarin nieuwe artikelen worden opgenomen die de kennis van Buysses werk, persoon en omgeving in brede zin bevorderen . Ook in de volgende Mededelingen zullen nieuwe brieven, onafgewerkte frag- menten en andere documenten die verband houden met leven en werk van de schrijver worden gepubliceerd ; daarnaast wordt de „Kroniek" eveneens een vaste rubriek .
    [Show full text]
  • Literature of the Low Countries
    Literature of the Low Countries A Short History of Dutch Literature in the Netherlands and Belgium Reinder P. Meijer bron Reinder P. Meijer, Literature of the Low Countries. A short history of Dutch literature in the Netherlands and Belgium. Martinus Nijhoff, The Hague / Boston 1978 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/meij019lite01_01/colofon.htm © 2006 dbnl / erven Reinder P. Meijer ii For Edith Reinder P. Meijer, Literature of the Low Countries vii Preface In any definition of terms, Dutch literature must be taken to mean all literature written in Dutch, thus excluding literature in Frisian, even though Friesland is part of the Kingdom of the Netherlands, in the same way as literature in Welsh would be excluded from a history of English literature. Similarly, literature in Afrikaans (South African Dutch) falls outside the scope of this book, as Afrikaans from the moment of its birth out of seventeenth-century Dutch grew up independently and must be regarded as a language in its own right. Dutch literature, then, is the literature written in Dutch as spoken in the Kingdom of the Netherlands and the so-called Flemish part of the Kingdom of Belgium, that is the area north of the linguistic frontier which runs east-west through Belgium passing slightly south of Brussels. For the modern period this definition is clear anough, but for former times it needs some explanation. What do we mean, for example, when we use the term ‘Dutch’ for the medieval period? In the Middle Ages there was no standard Dutch language, and when the term ‘Dutch’ is used in a medieval context it is a kind of collective word indicating a number of different but closely related Frankish dialects.
    [Show full text]
  • 09 Renders 03.Pmd 109 2/3/2009, 9:34 PM to Divide the African Spoils Amongst the European Nations, the Congo Became the Fiefdom of Leopold II
    Luc Renders In black and white: a bird’s eye Luc Renders is Professor in the overview of Flemish prose on the Languages Department of Hasselt University in Belgium and Research Congo Fellow of the Nelson Mandela Metropolitan University, Port Elizabeth, South Africa. His main research interests are Afrikaans literature and Flemish literature on the Congo. E-mail: [email protected] In black and white: a bird’s eye overview of Flemish prose on the Congo This article provides an overview of the literary prose written in Dutch about the Congo, the former Belgian colony. The Congo was ruled over by king Leopold II as his private property from 1885 to 1908. From 1908 to 1960 it was governed by the Belgian state. The Congo gained its independence on 30 June 1960. During the colonial period and after the Congolese independence a substantial number of Flemish literary works have been written about the Congo. During the colonial period most of them were written in the colonialist vein. They reflect a Eurocentric perspective and a colonialist attitude. However, there are also a number of writers who are critical of the colonial project. Some of them criticize the way in which the colonization is carried out; others reject the colonial enterprise out of hand. After the Congolese independence Flemish authors engaged in some serious soul searching. The universality of western values is examined and the problems regarding acculturation are addressed. In the last two decades authors such as Guido Tireliren and Lieve Joris have tried to understand the Congo from within.
    [Show full text]
  • Streekromans En Het Tsjechische Ruralisme 141
    Streekromans en het Tsjechische ruralisme 141 Streekromans en het Tsjechische ruralisme 1 wilken engelbrecht Palacký University Olomouc, Czech Republic & The John Paul II Catholic Univerity of Lublin, Poland katedra nederlandistiky FF, Univerzita Palackého, křížkovského 10, cZ-77180 Olomouc katedra literatury i Języka niderlandzkiego iFA wnh, katolicki Uniwersytet lubelski, Al. racławickie 14, 20-950 lublin [email protected], [email protected] Regional Novels and the Czech Ruralism Abstract: in the netherlands regional novels have never been considered as real literary works. in Flanders regional literature had a better status, especially because several writers of the Van nu en Straks movement such as Stijn Streuvels wrote about regional themes. in czech literature since 1848 regional themes was viewed as important in novels and stories, mainly till the end of world war ii. in 1932 the catholic writer Antonín Matula defined the so-called ruralism, which became a movement of mainly catholic writers from the countryside. Most of them were severely persecuted in a constructed Stalinist show trial against the green international in 1951. in his work Hlasy země v evropských literaturách (the Voice of earth in european literatures, 1933) Matula discussed nearly all major european literatures, i.e. Flemish regional writers. it is no coincidence that especially Flemish writers such as ernest claes, Stijn Streuvels and Felix timmermans, were translated into czech during the second quarter of the 20th century. Keywords: regional novels; ruralism; Dutch literature; Flemish literature; czech translation; Antonín Matula; green international; communist persecution 1 bij het samenstellen van deze bijdrage is gebruik gemaakt van onderzoeksresultaten van de pro- jectsubsidies P406/12/0351 Dějiny nizozemské a vlámské literatury van de grant Agency of the czech republic en OlOMOU(117)/Mr/rv Receptie van Nederlandstalige literatuur in het Tsjechisch tussen 1848 en 1948 van de nederlandse taalunie.
    [Show full text]
  • Mededelingen Van Het Cyriel Buysse Genootschap 23
    Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 23 bron Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 23. Cyriel Buysse Genootschap, Gent 2007 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_med006200701_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. 5 Inleiding Het jaar 2007 is een goed Buyssejaar geweest: het stond volledig in het teken van het verschijnen van de langverwachte monumentale biografie van de hand van Joris van Parys. Het leven, niets dan het leven. Cyriel Buysse en zijn tijd werd officieel aan de pers voorgesteld door prof. em. Herman Balthazar op 9 oktober 2007 in de Nottebohmzaal van de Stadsbibliotheek Antwerpen en het boek begint nu hopelijk aan een lange en succesrijke carrière. We openen deze aflevering XXIII van de Mededelingen dan ook graag en gepast met een uitgebreide voorstelling van Van Parys' biografie door Elke van Nieuwenhuyze, die wijst op de rijkdom van het tijdsbeeld dat wordt opgehangen en de vele vernieuwende inzichten voor de Buyssestudie. In 2007 is het 75 jaar geleden dat Cyriel Buysse zelf is overleden en bovendien zijn we dit jaar ook nog in het vijfentwintigste werkingsjaar van het Cyriel Buysse Genootschap. Alles samen redenen te over dus om van een jubileumjaar te spreken. We sluiten dit jubileumjaar dan ook af op 19 december met een colloquium dat iets grotere proporties aanneemt dan we tot nu toe gewoon zijn geweest: deze keer wordt het een volledige studiedag, met sprekers uit Nederland en Vlaanderen. Het resultaat daarvan zal natuurlijk terug te vinden zijn in de Mededelingen XXIV van volgend jaar.
    [Show full text]
  • Cyriel Buysse Als Getuige Van De Grote Oorlog Anne Marie
    CORE Metadata, citation and similar papers at core.ac.uk Provided by Ghent University Academic Bibliography ‘IS DE WERELD NU OPEENS KRANKZINNIG GEWORDEN?’ Cyriel Buysse als getuige van de Grote Oorlog Anne Marie Musschoot, Universiteit Gent, lid van de KANTL Samenvatting Cyriel Buysse heeft behalve de verhalenbundel Oorlogsvisioenen (1915) en de oorlogsreportage Van een verloren zomer (1917), verschillende journalistieke bijdragen geschreven die ongebundeld zijn gebleven en verspreid werden opgenomen in de Verzameld werk-editie. Hieronder bevinden zich enkele polemische stukken die al uitgebreid aandacht hebben gekregen in de Buysse-studie, maar ook een reeks columns in het Nederlandse weekblad Haagse Post, die tot dusver vrij onbekend zijn gebleven en hier verder worden belicht. Abstract Cyriel Buysse is the author of a collection of short stories Oorlogsvisioenen (Visions of War, 1915) and of the war report Van een verloren zomer (About a Lost Summer, 1917). He reported as a journalist on various occasions. Many of these comments have a polemic nature and have met with full attention in the Buysse studies. Among them, however, the colums in the Dutch weekly paper Haagse Post are hardly known. They are discussed in what follows. In zijn herinneringen aan de overweldigende, akelige gebeurtenissen ‘Tijdens de eerste dagen in Vlaanderen’ legt Buysse vooral de nadruk op de tegenstelling tussen de vreedzame natuur onder de stralende augustus-zon en de dreunende intocht van de soldaten ‘langs de blonde wegen van de schone, kalme velden’ (VW5, p. 1167). En hij valt uit: ‘Hoe is het mogelijk, dat in die zalige vrede van de natuur, miljoenen en miljoenen mensen nu alleen denken aan elkander te vermoorden! Is de ganse wereld nu opeens krankzinnig geworden? Waarvoor gaan ze vechten, die miljoenen en miljoenen? Alleen maar uit vernielzucht, uit moordlust, zoals dolle wilde beesten zouden doen! Die schandelijke, mensonterende waanzin doet mij van woede razen.
    [Show full text]
  • Mededelingen Van Het Cyriel Buysse Genootschap 1
    Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 1 bron Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 1. Cyriel Buysse Genootschap, Gent 1985 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_med006198501_01/colofon.php © 2014 dbnl 5 Inleiding Het CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP werd gesticht op 23 april 1983 ten huize van Mevrouw Maddy Buysse, te Deurle. Volgens de statuten van de v.z.w., verschenen in het Belgisch Staatsblad van 1 december 1983, heeft het genootschap tot doel ‘de nagedachtenis te bestendigen van de schrijver Cyriel Buysse, en alles wat daarmede rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt’. Met de eerste aflevering van de hier volgende Mededelingen geeft het Cyriel Buysse Genootschap concrete vorm aan zijn doelstellingen: er wordt gestreefd naar een regelmatige publikatie, waarin verslag wordt gegeven van de Buysse-studie en waarin nieuwe artikelen worden opgenomen die de kennis van Buysses werk, persoon en omgeving in brede zin bevorderen. Ook in de volgende Mededelingen zullen nieuwe brieven, onafgewerkte fragmenten en andere documenten die verband houden met leven en werk van de schrijver worden gepubliceerd; daarnaast wordt de ‘Kroniek’ eveneens een vaste rubriek. Het ontstaan van het Cyriel Buysse Genootschap heeft een vrij lange geschiedenis: het gaat terug op de wens van de betreurde baron Guy Buysse, overleden op 14 augustus 1981, om de vijftigste verjaardag van het overlijden van zijn grootvader te herdenken. De plannen voor deze herdenking ontstonden al in januari 1980: ze omvatten het inrichten van een tentoonstelling in het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven te Antwerpen en daarna te Gent en, aansluitend hierbij, het publiceren van een biografie in de vorm van een album met foto's.
    [Show full text]
  • Streekromans En Het Tsjechische Ruralisme 1
    Streekromans en het Tsjechische ruralisme Werkwinkel 9(1), 2014, pp. 75-9075 © Department of Dutch and South African Studies Faculty of English, Adam Mickiewicz University, Poznań, Poland DOI: 10.2478/werk-2014-0005 Streekromans en het Tsjechische ruralisme 1 wilken engelbrecht Palacký University Olomouc katedra nederlandistiky FF Univerzita Palackého křížkovského 10 cZ-77180 Olomouc, czech republic [email protected] Regional Novels and the Czech Ruralism Abstract: in the netherlands regional novels have never been considered as real literary works. in Flanders regional literature had a better status, especially because several writers of the Van nu en Straks movement such as Stijn Streuvels wrote about regional themes. in czech literature since 1848 regional themes was viewed as important in novels and stories, mainly till the end of world war ii. in 1932 the catholic writer Antonín Matula defined the so-called ruralism, which became a movement of mainly catholic writers from the countryside. Most of them were severely persecuted in a constructed Stalinist show trial against the green international in 1951. in his work Hlasy země v evropských literaturách (the Voice of earth in european literatures, 1933) Matula discussed nearly all major european literatures, i.e. Flemish regional writers. it is no coincidence that especially Flemish writers such as ernest claes, Stijn Streuvels and Felix timmermans, were translated into czech during the second quarter of the 20th century. Keywords: regional novels; ruralism; Dutch literature; Flemish literature; czech translation; Antonín Matula; green international; communist persecution 1 bij het samenstellen van deze bijdrage is gebruik gemaakt van onderzoeksresultaten van de pro- jectsubsidies P406/12/0351 Dějiny nizozemské a vlámské literatury van de grant Agency of the czech republic en OlOMOU(117)/Mr/rv Receptie van Nederlandstalige literatuur in het Tsjechisch tussen 1848 en 1948 van de nederlandse taalunie.
    [Show full text]
  • Naturalist Painting, Photography, Theatre and Cinema, 1875–1918 by Gabriel P
    Jane Van Nimmen book review of Illusions of Reality: Naturalist Painting, Photography, Theatre and Cinema, 1875–1918 by Gabriel P. Weisberg Nineteenth-Century Art Worldwide 10, no. 1 (Spring 2011) Citation: Jane Van Nimmen, book review of “Illusions of Reality: Naturalist Painting, Photography, Theatre and Cinema, 1875–1918 by Gabriel P. Weisberg,” Nineteenth-Century Art Worldwide 10, no. 1 (Spring 2011), http://www.19thc-artworldwide.org/spring11/ illusions-of-reality-naturalist-painting-photography-theatre-cinema-catalogue. Published by: Association of Historians of Nineteenth-Century Art. Notes: This PDF is provided for reference purposes only and may not contain all the functionality or features of the original, online publication. Nimmen: Illusions of Reality: Naturalist Painting, Photography, Theatre and Cinema, 1875–1918 Nineteenth-Century Art Worldwide 10, no. 1 (Spring 2011) Gabriel P. Weisberg with contributions by Edwin Becker, Maartje de Haan, David Jackson, Willa Z. Silverman, with the collaboration of Jean-François Rauzier, Illusions of Reality: Naturalist Painting, Photography, Theatre and Cinema, 1875 – 1918. Published in conjunction with the Van Gogh Museum, Amsterdam, and the Ateneum Art Museum, Finnish National Gallery, Helsinki. Brussels: Mercatorfonds, 2010. 224 pp.; 68 b/w illustrations, 234 color illustrations; bibliography; index. €34.95 ISBN: 978-90-6153-941-4 (English) Illusie en werkelijkheid: Naturalistische schilderijen, foto's, theater en film, 1875 – 1918 ISBN: 978-90-6153-939-1 (Dutch) L'illusion de la réalité: la peinture naturaliste, la photographie et le cinéma, 1875 – 1918 ISBN: 978-90-6153-940-7 (French) Illusions of Reality: Naturalismus 1875 – 1918. Stuttgart: Belser Verlag, 2010. €39.95 ISBN: 978-3-7630-2577-0 (German) Arjen sankarit: Naturalismi kuvataiteessa, valokuvassa ja elokuvassa 1875 – 1918.
    [Show full text]
  • Arthur Buysse Bon Flamand, Ardent Libéral, Belge Loyal (1864-1926)
    Universiteit Gent Academiejaar 2008-2009 Arthur Buysse Bon Flamand, ardent libéral, Belge loyal (1864-1926) Albrecht Zoeter Vanpoucke Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte tot het behalen van de graad van Licentiaat / Master in de Geschiedenis Promotor: Prof. dr. Jan Art 2 Universiteit Gent Examencommissie Geschiedenis Academiejaar 2008-2009 Verklaring in verband met de toegankelijkheid van de scriptie Ondergetekende, Albrecht Zoeter Vanpoucke, afgestudeerd als Licentiaat / Master in de Geschiedenis aan Universiteit Gent in het academiejaar 2008-2009 en auteur van de scriptie met als titel: Arthur Buysse (1864-1926), bon Flamand, ardent libéral, Belge loyal. verklaart hierbij dat zij/hij geopteerd heeft voor de hierna aangestipte mogelijkheid in verband met de consultatie van haar/zijn scriptie: De scriptie mag steeds ter beschikking worden gesteld van elke aanvrager; Elke gebruiker is te allen tijde verplicht om, wanneer van deze scriptie gebruik wordt gemaakt in het kader van wetenschappelijke en andere publicaties, een correcte en volledige bronverwijzing in de tekst op te nemen. Gent, 25 mei 2009, Albrecht Zoeter Vanpoucke 3 Universiteit Gent Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Opleiding Geschiedenis Vakgroep Nieuwste Tijden Academiejaar 2008-2009 Arthur Buysse Bon Flamand, ardent libéral, Belge Loyal (1864-1926) Albrecht Zoeter Vanpoucke Verhandeling ingediend aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte tot het behalen van de graad van Licentiaat in de Geschiedenis Promotor: Prof. dr. Jan Art 4 ‚Hij (Cyriel) had in zijn houding en gebaar iets dat nog duidelijker bij zijn broer Arthur tot uiting kwam: een zekere zwier en een achteloosheid, die hem in alle omstandigheden vrij en zelfstandig aftekenden tegen zijn omgeving, waarboven hij uitstak door de geest.‛ (A.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 10 bron Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 10. Cyriel Buysse Genootschap, Gent 1994 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_med006199401_01/colofon.php © 2014 dbnl 5 Inleiding Alweer te laat! Het dreigt een slechte gewoonte te worden. Maar geef toe, de compensatie is niet gering. Het land van Buysse, volgens Cyriel Buysse dat u samen met deze Mededelingen ontvangt, is de licentieverhandeling waarmee Wouter Verkerken in juli 1994 aan de Universiteit Gent afstudeerde. We dachten dat ze de Buysse-lezers zou interesseren en we wilden ze dan ook, naar aanleiding van het verschijnen van de tiende aflevering van de Mededelingen, aan onze leden aanbieden. Vandaar de gecumuleerde vertraging, waarvoor wij ons tegen wil en dank alweer moeten verontschuldigen. De Mededelingen zelf lieten ook al een beetje op zich wachten (net als vorig jaar dus) doordat de afwerking van de aantekeningen bij de correspondentie Loveling-Fredericq nogal wat speurwerk heeft gevraagd. Niet alle vragen konden overigens worden opgelost en we houden ons graag aanbevolen voor aanvullingen en suggesties. Deze tiende aflevering van de Mededelingen bevat verder nog een nieuwe teksteditie die over twee nummers moest worden verdeeld. De publikatie van de jaarlijkse kroniek van de Vlaamse literatuur door Emile de Laveleye en Paul Fredericq wordt verzorgd door Marysa Demoor, verbonden als bevoegdverklaard navorser van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek aan de Universiteit Gent, Vakgroep Engels. Deze kroniek blijkt een verrassende rijkdom aan informatie te bevatten over onze negentiende-eeuwse literatuur en sluit bovendien mooi aan op de briefwisseling van Virginie Loveling en Paul Fredericq.
    [Show full text]