Begroting 2019

Inhoudsopgave

Beleidsbegroting

Algemeen 1. Bestuurlijk voorwoord 7 2. Van Kadernota 2019 naar begroting 2019 13 3. Overige financiële informatie 27

Programma's 1. Programmaplan 1. Inwoners en Bestuur 35 2. Economie en werkgelegenheid 41 3. Veiligheid 47 4. Onderwijs en jeugd 53 5. Bouwen, wonen en milieu 59 6. Inkomensondersteuning 67 7. Openbare ruimte & Verkeer en vervoer 71 8. Sport en cultuur 79 9. Sociaal domein 85 10. Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen 91

2. Overzicht van algemene dekkingsmiddelen 97

3. Overzicht volumes en onvoorzien 101

4. Overzicht overhead 103

5. Vennootschapsbelasting 107

Paragrafen 1. Lokale heffingen 111 2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 121 3. Onderhoud kapitaalgoederen 127 4. Financiering 133 5. Bedrijfsvoering 143 6. Verbonden partijen 147 7. Grondbeleid 153 8. Demografische ontwikkelingen 157

Financiële begroting 1. Overzicht van lasten en baten primitieve begroting 169 2. Balanspositie 181 3. Reserves en voorzieningen 185 4. Investeringsplanning 2019 191 5. Basisset beleidsindicatoren 195 6. Kerngegevens 199 7. Afkortingenlijst 201 8. Bijlagen (digitaal beschikbaar) A. Overzicht investerings- en financieringsstaat B. Nota reserves en voorzieningen C. Investeringsplanning 2019 - 2022 D. Overzicht lasten en baten per taakveld

Deel 1: Beleidsbegroting

1. Voorwoord

Bestuurlijk voorwoord Dit is de eerste begroting in de nieuwe bestuursperiode. Het Bestuursakkoord 2018-2022 ‘Samen Investeren!’ hebben we vertaald in een Collegeprogramma voor de periode 2018-2022. Het Collegeprogramma 2018 -2022 “Samen Investeren !” is uw raad ter informatie aangeboden. Deze begroting vormt ons jaarprogramma voor 2019.

Bestuursakkoord 2018-2022 Samen Investeren! Het Bestuursakkoord geeft op hoofdlijnen de koers voor deze bestuursperiode. “Samen Investeren!” is het motto. We investeren in een betrokken, leefbare, duurzame, bereikbare, sociale en ondernemende gemeente. Dat doen we samen met onze inwoners, ondernemers, instellingen en maatschappelijke organisaties. Het Bestuursakkoord gaat uit van continuering van onze in de bestuursperiode 2014-2018 ingezette bestuurlijke koers.

Collegeprogramma 2018-2022 ”Samen Investeren!” In het Collegeprogramma 2018-2022 geven we aan hoe we uitvoering willen geven aan het Bestuursakkoord, hoe we de ambities willen realiseren en hoe we ruimte voor vernieuwing creëren.

Op verschillende beleidsterreinen, zoals bijvoorbeeld cultuur, openbare ruimte, dienstverlening, verkeersveiligheid, mobiliteit, maatschappelijke opvang en economische promotie volstaat het continueren of intensiveren van bestaand beleid. Op andere terreinen zijn extra investeringen nodig om de betrokken, leefbare, duurzame, bereikbare, sociale en ondernemende gemeente te zijn.

In het Collegeprogramma staat onze focus voor de komende vier jaar: - Het versterken van de relatie tussen gemeente en inwoners, het vergroten van wederzijds vertrouwen en het verhogen van de legitimiteit van en draagvlak voor overheidshandelen. Samen met de inwoners willen we bouwen aan een sterke democratie. - We willen de veiligste G40 gemeente zijn. Iedere inwoner moet zich veilig voelen in zijn eigen omgeving. We investeren in een samenleving zonder georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. - Het versterken van dorpen en wijken, het behoud van belangrijke dorp- en wijkvoorzieningen en eigentijdse sportaccommodaties. Daarmee vergroten we de leefbaarheid in onze dorpen en wijken. - We werken aan een aantrekkelijke en innovatieve recreatie en toerisme sector om onze regio landelijk echt op de kaart te zetten en de regionale economie te stimuleren. - We leveren een bijdrage aan het verbeteren van het klimaat en de landelijke klimaatdoelen. Enerzijds door ons vastgoed te verduurzamen, anderzijds door het aanjagen en stimuleren van de energietransitie bij onze bedrijven en inwoners. - We verbeteren de fysieke bereikbaarheid. Goede bereikbaarheid van woon- en werkplekken en voorzieningen zoals winkels, scholen en zorgvoorzieningen, is van vitaal belang voor het functioneren van de samenleving. - Onze jeugdagenda moet ervoor zorgen dat iedere jongere gelukkig, veilig en gezond kan opgroeien met perspectief op een baan. De zorg voor kinderen wordt op maat en dichtbij het gezin georganiseerd. - We willen stimuleren dat iedere inwoner kan meedoen met de maatschappij, door te werken, vrijwilligerswerk te doen of op een andere manier een steentje bij te dragen. - Het bevorderen van een gezonde levensstijl. Gezondheidszorg is dichtbij inwoners beschikbaar. Iedereen met een hulp- of ondersteuningsvraag kan laagdrempelig en snel toegang krijgen tot de zorg. - We doorbreken hardnekkige armoede en overerving daarvan. - We versterken de economische structuur en zetten in op de versterking van de concurrentiekracht en de toename van de werkgelegenheid bij het bedrijfsleven.

Ons collegeprogramma laat zien dat we fors willen investeren in de gemeente Emmen en onze inwoners. Daar hoort een forse investeringsagenda bij. De investeringsagenda omvat in totaal een investeringskrediet van 147 miljoen euro. De wijze waarop de lasten zijn gedekt is uitgewerkt in deze begroting 2019.

We noemen hierna een aantal van de speerpunten in de begroting 2019:

Betrokken gemeente De komende periode gaan we met elkaar (raad, college, ambtelijke organisatie, inwoners en EOP’s) een agenda opstellen om een gezamenlijk beeld te vormen over democratie dichterbij. Een agenda die de bewustwording over de democratische vernieuwing vergroot: hoe kunnen we de relatie

Begroting 2019 - Algemeen 7 tussen inwoners en gemeente versterken, welke spelregels spreken we met elkaar af en wat betekent dit voor de rol van de gemeenteraad, van het college en van onze ambtenaren. Bovendien gaan we in de wijk Angelslo starten we een pilot voor een integrale aanpak. Vanuit de woon- en leefbaarheidsvisie, de wijkvisie en de sociale agenda kijken we naar de uitdagingen die in Angelslo aangepakt moeten worden. In de pilot komen alle thema’s, leefbaar (veiligheid), duurzaam, bereikbaar, sociaal en ondernemend, samen.

Leefbare gemeente In 2019 worden vier woon- en leefbaarheidsvisies voor dorpen en wijken opgeleverd en door ons vastgesteld. Het investeringsbudget voor dorpen en wijken blijft bestaan. We doen een extra investering in het groenonderhoud. We stellen een investerings- en renovatiebudget voor sportvoorzieningen in.

Duurzame gemeente De aanpak om van de wijk Emmerhout een duurzame wijk te maken wordt voortgezet. Er komt een nieuwe tranche van de Zonnelening en we gaan aan de slag met de sanering van asbestdaken.

Bereikbare gemeente Prioritair zijn de reconstructie van N862 (weg Emmen-), de reconstructie Boermarkeweg (planontwikkeling) en de uitvoering van het Fietsplan 2018-2024, jaarschijf 2019.

Sociale gemeente Het investeringsplan voor het terugdringen van het aantal bijstandsgerechtigden wordt voortgezet. We gaan aan de slag met een nieuwe aanpak van schulden en armoede met onder meer een pilot ‘fonds schulden jongeren’. We zetten krachtig in op preventie met het opstellen van een integrale jeugdagenda, de pilot gezond leven en het nieuwe armoedebeleid.

Ondernemende gemeente Het versterken van de economische structuur, met bijzondere aandacht voor ons vestigingsklimaat, een goede fysieke bereikbaarheid, slimme en duurzame economie, een optimale aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt, sterke land- en tuinbouwsector en een attractieve regio voor recreatie en toerisme. Ter bevordering van recreatie en toerisme stellen we een stimuleringsfonds in.

Op weg naar “Emmen 2030, Dáár wil je zijn” Het bestuursakkoord en het collegeprogramma sluiten aan op de streefbeelden en ambities in de Strategienota “Emmen 2030 Dáár wil je zijn”. Op 25 januari 2018 ging uw raad akkoord met de Strategienota “Emmen 2030, Dáár wil je zijn”. In de Strategienota staat onze “stip op de horizon”. We zien Emmen als dé innovatieve kern in Noord en Oost Nederland, we zijn het logistieke knooppunt tussen de Randstad en Noordoost Europa en wij zijn bekend en worden gewaardeerd om onze onderscheidende en wervende woon- werkomgeving voor iedere inwoner en ondernemer.

De Strategienota is vertrekpunt voor ons handelen. In deze begroting is in de 10 beleidsprogramma’s nadrukkelijk de verbinding gelegd met de streefbeelden in de Strategienota (bij Trends en Ontwikkelingen). De ambities uit het Bestuursakkoord zijn vertaald in de doelstellingen die staan bij Wat willen we bereiken en de activiteiten die mede voortvloeien uit het Collegeprogramma staan bij Wat doen we ervoor.

Samenwerking met bewoners, onze lokale partners en andere overheden De realisering van de streefbeelden in de Strategienota, de doelen in het Bestuursakkoord en de activiteiten in het Collegeprogramma kunnen wij niet alleen. Daarvoor hebben we onze bewoners en lokale partners nodig. We willen inwonersinitiatieven stimuleren. We kiezen voor optimale dienstverlening aan de inwoners en bedrijven. Bij (nieuw) beleid nodigen we onze inwoners, bedrijven en partners uit om in een vroegtijdig stadium mee te denken, mee te praten en mee te beslissen. De gemeente is “eerste overheid”, we staan dichtbij de inwoners. Maar we kijken ook over de grenzen heen en werken samen in regionale en landelijke netwerken om Emmen en de regio op de kaart te zetten. De waardevolle samenwerking in BOCE-verband gaan we verder ontwikkelen. Samen met de provincie en de gemeenten in Zuid en Oost Drenthe sluiten we een Regiodeal met het rijk.

Met het collegeprogramma en deze begroting leveren we een bijdrage aan de 10 thema’s uit het Interbestuurlijke programma (IBP): Samen aan de slag voor het klimaat, Toekomstbestendig wonen, regionale economie als versneller, Naar een vitaal platteland, Merkbaar beter in het sociaal domein, Nederland en migrant goed voorbereid, Problematische schulden voorkomen en oplossen, Goed openbaar bestuur in een veranderende samenleving en enkele overkoepelende thema’s (bijvoorbeeld de Regiodeals).

Begroting 2019 - Algemeen 8 We hebben de afgelopen periode (financieel) al fors hebben ingezet op deze thema’s. Dit omdat we deze terreinen al langer beschouwen als speerpunten. Over onze huidige inzet hebben we u geïnformeerd door middel van de bijlage 1 bij de perspectiefbrief 2019 d.d. 27 maart 2018. In het collegeprogramma wordt daarbovenop een extra inzet gedaan op diverse thema’s uit het IBP. We denken dat met onze huidige en toekomstige financiële en beleidsmatige inzet op de opgaven we (gaan) voldoen aan het leveren van een bijdrage aan het realiseren van de in het IBP geformuleerde doelstellingen.

Belangrijke opgaven Voor de komende tijd vragen de ontwikkelingen bij Wildlands en De Toegang bijzondere aandacht. Bij de jaarrekening 2017 is reeds geconstateerd dat de exploitatie van Wildlands zorgelijk is. Aangezien de totale (directe en indirecte) financiering circa € 59 miljoen bedraagt is het belang van de gemeente Emmen met betrekking tot Wildlands aanzienlijk. In de paragraaf weerstandsvermogen is daarom rekening gehouden met een verhoogd risico voor Wildlands. Met Wildlands is afgesproken dat er een aangepaste businesscase moet komen, afgestemd op de daadwerkelijke bezoekersaantallen.

Met toegangsteams in de zes gebieden heeft de raad gekozen voor laagdrempelige, toegankelijke dienstverlening dichtbij inwoners. De kwaliteit van dienstverlening aan inwoners was de afgelopen periode echter niet altijd even optimaal. Hierin zijn belangrijke stappen gezet, maar investeren in de verbetering van de kwaliteit van dienstverlening binnen de gestelde kaders blijft nodig. Voor 2019 en verder willen we werken aan de doorontwikkeling van de toegangsteams, zodat de beleidsuitgangspunten beter naar de dienstverlening vertaald kunnen worden.

Een onderwerp dat onze permanente aandacht heeft is het behoud van het ziekenhuis waar acute, complexe en klinische ziekenhuiszorg wordt uitgevoerd. Het Scheperziekenhuis van Treant is daarnaast veel meer dan een zorginstelling voor onze inwoners. Het is van zeer grote betekenis voor de werkgelegenheid, voor complexe zorg dichtbij, voorde samenwerking tussen ziekenhuis en verpleeghuizen, voor de relatie met woon-zorginstellingen, voor de relatie met de huisartsenpraktijken en gezondheidscentra.

Binnen de jeugdhulp wordt gewerkt aan een transformatie. Dit betekent dat jeugdigen/gezinnen eerder, lichter en integraal ondersteund worden bij opvoed- en opgroeiproblematiek. Dit gebeurt in samenwerking met andere Drentse gemeenten, jeugdhulpaanbieders en andere verwijzers naar jeugdhulp. Ingezet wordt op het verder versterken van preventieve ondersteuning, zodat zwaardere vormen van jeugdhulp mogelijk voorkomen kan worden en – vanuit gespecialiseerde jeugdhulp – eerder afgeschaald kan worden naar lichtere vormen van hulp. Ondanks de ingezette transformatie worden we in Emmen (net als vele andere gemeenten) geconfronteerd met oplopende zorgkosten. In 2019 zal worden toegewerkt naar een nieuwe aanbesteding van de jeugdhulp vanaf 2020.

In 2019 wordt door het kabinet het abonnementstarief Wmo ingevoerd. De inkomensafhankelijke Wmo eigen bijdrage wordt losgelaten en zal voor iedereen gelijk zijn ongeacht inkomen en aantal voorzieningen. Door het verlagen van de financiële drempel verwachten we een hoger gebruik van de Wmo, met name op huishoudelijke hulp terwijl de inkomsten uit eigen bijdragen lager zijn. De Tegemoetkoming Chronisch Zieken en Gehandicapten (TCG) is oorspronkelijk bedoeld om inwoners met een laag inkomen en hoge zorgkosten te compenseren. Met de invoering van het abonnementstarief is de TCG niet langer doelmatig en komt te vervallen. Om deze inwoners te blijven compenseren gaan we de Wmo eigen bijdrage voor iedereen met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum op nihil stellen.

Begroting 2019 - Algemeen 9 Financiën: saldo van de begroting 2019 De financiële kaders voor deze begroting zijn vastgelegd in de Kadernota 2019. Dit betekent dat het begrotingsresultaat van de kadernota de basis is voor de begroting 2019. Op het begrotingsresultaat van de Kadernota 2019 zijn de volgende aanpassingen gedaan: - De aanvulling op de Kadernota 2019 op basis van de meicirculaire 2018; - De ontwikkelingen bij het opstellen van de begroting 2019; - De actuele ontwikkelingen na het opstellen van de Kadernota 2019; - De ombuigvoorstellen; - De voorstellen uit het collegeprogramma, de zgn. investeringsagenda.

Het effect van deze aanpassingen van het meerjarenresultaat wordt in onderstaande tabel weergegeven en is in deze meerjarenbegroting verwerkt (alle in dit hoofdstuk genoemde bedragen x € 1.000): 2019 2020 2021 2022 Financieel perspectief na Kadernota 2019 -2.353 2.904 5.206 6.723 Resultaat mei-circulaire 2018 115 224 516 39 Ontwikkelingen primitieve begroting 897 -795 -1.311 -1.140 Actuele ontwikkelingen na opstellen Kadernota 2019 -383 -467 -206 173 Begrotingsresultaat na actuele ontwikkelingen -1.724 1.866 4.205 5.795 Ombuigvoorstellen 8.596 8.760 8.528 8.387 Collegeprogramma (investeringsagenda) -6.806 -9.418 -11.735 -13.055 Meerjarenresultaat primitieve begroting 2019 66 1.208 998 1.127 Storting in reserve strategische economische ontwikkeling -1.000 -1.000 -1.000 Meerjarenresultaat na instellen reserve 66 208 -2 127

De details van de voornoemde aanpassingen tussen vaststelling van de kadernota en de begroting zijn in hoofdstuk 2 nader toegelicht in de paragrafen 2.3 t/m 2.7.

Voor het aanjagen van economische ontwikkelingen is voorgesteld om een reserve strategische economische ontwikkeling in te stellen en deze reserve de komende bestuursperiode met maximaal € 10 mln. te vullen. In de bovenstaande tabel is het effect op het meerjarenresultaat weergegeven wanneer er in de periode 2020-2022 jaarlijks € 1,0 mln. van het resultaat gestort wordt in de reserve. Komende maanden worden de criteria voor toevoegingen en onttrekkingen aan de reserve strategische economische ontwikkeling nader uitgewerkt. Voor de stortingen wordt gedacht aan: - extra inkomsten OZB en bouwleges als gevolg van de vestiging van nieuwe bedrijven en de uitbreiding van bestaande bedrijven voor 100% in deze reserve te storten; - de resultaten van grondverkopen aan bedrijven voor 50% in deze reserve te storten; - voordelen als gevolg van extra uitstroom uit de bijstand voor 25% in deze reserve te storten.

Materieel evenwicht Het meerjarenresultaat van de begroting 2019 is voor alle jaren nagenoeg positief. Echter toetst de provincie de begroting ook op het materieel evenwicht. Hieraan wordt voldaan als ieder jaar de structurele lasten worden gedekt door structurele baten en de ramingen realistisch zijn. Als de begroting niet structureel en reëel in evenwicht is, dient aannemelijk te zijn dat het structureel en reëel evenwicht in de begroting in de eerstvolgende jaren (uiterlijk in 2022) tot stand zal worden gebracht.

Wanneer de incidentele baten en lasten uit de begroting worden gehaald, is het meerjarenresultaat als volgt: 2019 2020 2021 2022 Materieel evenwicht begroting 2019 -3.474 -271 398 1.018

Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat de begroting meerjarig structureel in evenwicht is. De details van de berekening van het materieel evenwicht zijn uitgewerkt in paragraaf 3.4.

Vaststelling van de begroting 2019 Met het vaststellen van deze begroting legt uw raad de maatschappelijke doelen vast en de bijbehorende financiering. Wij sturen op de uitvoering en het bereiken van maximaal resultaat. Samen investeren we in een betrokken, leefbare, duurzame, bereikbare, sociale en ondernemende gemeente!

Emmen, 2 oktober 2018 College van burgemeester en wethouders.

Begroting 2019 - Algemeen 10

Foto: Iris Sijbom

Portefeuilleverdeling College van Burgemeester en Wethouders Burgemeester H.F. van Oosterhout (PvdA) Portefeuille: Algehele beleidscoördinatie, Integraal veiligheidsbeleid, Openbare orde, Politie en Brandweer, Coördinatie interbestuurlijke verhoudingen en externe betrekkingen, Communicatie en representatie, Versterking lokale democratie, Erkende overlegpartners Dorpen en Wijken..

Wethouder R. van der Weide (Wakker Emmen) Portefeuille: Openbare Ruimte, Bereikbaarheid (binnen gemeentegrens) , Ruimtelijke Ontwikkeling en Leefbaarheid, Vergunningen, Milieu, Duurzaamheid en Energie (excl. Verduurzaming bedrijfsleven), Sport, Dierenwelzijn.

Wethouder R. Wanders (PvdA) Portefeuille: Volksgezondheid, Zorg (excl. Jeugdzorg), Participatie, Inkomen, Schoolbestuur openbaar onderwijs, Integratie en emancipatie.

Wethouder B.R. Arends (PvdA) Portefeuille: Economische ontwikkeling, Verduurzaming en energiebeleid bedrijfsleven, Bereikbaarheid (gemeentegrens overstijgend), Kennis en innovatie, Internationale betrekkingen, Regiomarketing, Evenementen, Noordelijke Samenwerking.

Wethouder R.E. Kleine (CDA) Portefeuille: Jeugd, Onderwijs, Welzijn en maatschappelijke opvang, Recreatie en Toerisme, Kunst en Cultuur, Land- en tuinbouw.

Wethouder J. Otter (Wakker Emmen) Portefeuille: Financiën en Belastingen, Deelnemingen (eigenaarsrol), Organisatie en Bedrijfsvoering, Informatisering en automatisering, Grondzaken, Gemeentelijk vastgoed en accommodaties, Sociaal-cultureel werk, Wonen en Bouwen, Toezicht en handhaving, Rensenpark.

Gemeentesecretaris I. Oostmeijer-Oosting De gemeentesecretaris is de hoogste ambtenaar. Behalve hoogste manager van de ambtelijke organisatie is zij ook de eerste adviseur van het college van Burgemeester en Wethouders. Zij woont daarom de collegevergaderingen bij.

Begroting 2019 - Algemeen 11 Bestuurlijke structuur Gemeenteraad Leden wethouders Wakker Emmen 11 2 PvdA 7 2 CDA 5 1 VVD 3 PVV 3 ChristenUnie 2 D66 2 LEF! 2 SP 2 Groenlinks 1 50 Plus 1 Totaal 39 5

Griffier De gemeenteraad benoemt de griffier. Hij is belast met het bijstaan van de voorzitter en de leden van de gemeenteraad. De griffier is in de vergadering van de gemeenteraad aanwezig.

Leeswijzer Bij de vernieuwing van de BBV in 2017 is de uitvoeringsinformatie geïntroduceerd. Dit is het sturingsinstrument van het college waarin de bestuurlijke prioriteiten/risico’s, beleidsindicatoren en financiële informatie per taakveld zijn geclusterd (taakveldenraming). De uitvoeringsinformatie sluit op onderwerpen aan op de programma’s. Daarnaast is er samenhang tussen de programma’s en de uitvoeringsinformatie. De uitvoeringsinformatie ligt er inzage voor de raad.

De programmabegroting 2019 bestaat uit twee delen: de beleidsbegroting en de financiële begroting.

Deel 1 Beleidsbegroting In het algemene deel van de beleidsbegroting wordt het financiële beeld geschetst van de begroting waarbij specifiek is aangegeven welke wijzigingen hebben plaatsgevonden na vaststelling van de Kadernota en welke wijzigingen gerelateerd zijn aan het collegeprogramma. Vervolgens wordt met de programma’s inzicht gegeven in de beleidsvoornemens op de diverse terreinen van gemeentelijk beleid voor het begrotingsjaar 2019 en in meerjarig perspectief tot 2022. In de beleidsprogramma’s is nadrukkelijk de verbinding gezocht met de Streefbeelden uit de Strategienota “Emmen 2030, Dáár wil je zijn”. De beleidsbegroting omvat verder 8 paragrafen. De paragrafen vormen een thematische bundeling van onderwerpen die verspreid door de begroting staan, maar waarvan de politieke en/of financiële betekenis groot is.

Deel 2 Financiële begroting De Financiële begroting bestaat uit een deel waarin alle baten en lasten van zowel het begrotingsjaar als het meerjarig perspectief zichtbaar zijn gemaakt en een deel waarin de financiële situatie en de balanspositie worden toegelicht. In het overzicht van baten en lasten is tevens een overzicht van alle incidentele baten en lasten weergegeven. Als de begroting 2019 een aanmerkelijk verschil vertoont ten opzichte van de begroting 2018, wordt in dit hoofdstuk het verschil toegelicht. Verder zijn in het financiële deel van de begroting de verplichte en onverplichte bijlagen opgenomen.

Begroting 2019 - Algemeen 12 2. Van Kadernota 2019 naar Begroting 2019

2.1. Inleiding

In dit hoofdstuk wordt u stapsgewijs meegenomen in de ontwikkeling van de financiën van de kadernota 2019 tot en met de voorliggende begroting 2019. Dit om een compleet beeld te geven van de details van de in de voorliggende begroting 2019 verwerkte ontwikkelingen, voorstellen en ombuigingen.

De opbouw van dit hoofdstuk is als volgt: - De door uw raad geaccordeerde voorstellen uit de Kadernota 2019 (paragraaf 2.2.) - De aanvulling op de Kadernota 2019 op basis van de meicirculaire 2018 (paragraaf 2.3) - De ontwikkelingen bij het opstellen van de begroting 2019 (paragraaf 2.4.) - De actuele ontwikkelingen na het opstellen van de Kadernota 2019 (paragraaf 2.5.) - De ombuigvoorstellen, de zgn. ombuigagenda (paragraaf 2.6.) - De voorstellen uit het collegeprogramma, de zgn. investeringsagenda (paragraaf 2.7.)

2019 2020 2021 2022 Financieel perspectief na Kadernota 2019 par.2.2 -2.353 2.904 5.206 6.723 Resultaat mei-circulaire 2018 115 224 516 39 Begrotingsresultaat na mei-circulaire 2018 par.2.3. -2.238 3.128 5.722 6.762 Ontwikkelingen primitieve begroting 897 -795 -1.311 -1.140 Begrotingsresultaat na bijstellingen par.2.4. -1.341 2.333 4.411 5.622 Actuele ontwikkelingen na opstellen Kadernota 2019 -383 -467 -206 173 Begrotingsresultaat na actuele ontwikkelingen par.2.5. -1.724 1.866 4.205 5.795 Ombuigvoorstellen 8.596 8.760 8.528 8.387 Begrotingsresultaat na verwerking ombuigvoorstellen par.2.6. 6.872 10.626 12.733 14.182 Collegeprogramma (investeringsagenda) -6.806 -9.418 -11.735 -13.055 Meerjarenresultaat primitieve begroting 2019 par.2.7. 66 1.208 998 1.127

2.2. Kadernota 2019

De kadernota 2019 is door de raad op 28 juni 2018 vastgesteld. Het startpunt van de kadernota 2019 was het begrotingsresultaat volgens de begroting 2018. Daarop zijn dan diverse aanpassingen gedaan. Dit zijn de volgende: - De circulaires van het gemeentefonds (september/december/maart) - Het actuele resultaat van de grondexploitaties volgens de MPG - De voorstellen autonome ontwikkelingen - De collegebesluiten

Het financieel perspectief zoals dat in de kadernota 2019 is geschetst is als volgt:

2019 2020 2021 2022 Financieel perspectief volgens begroting 2018 -360 1.055 2.993 Septembercirculaire 2017 -4 -79 -154 Overige aanpassingen begrotingsresultaat 43 37 175 Financieel perspectief volgens de administratie -321 1.013 3.014 2.413 Algemene dekkingsmiddelen Decembercirculaire 2017 -2 -2 -2 -2 Maart circulaire 2018 i.v.m. Interbestuurlijk Programma 6.053 10.119 13.084 17.076 Actualisatie basisgegevens gemeentefonds 397 338 274 271 Resultaat grondexploitaties volgens MPG (verschil met KN 2018) -758 -75 625 495 Totaal algemene dekkingsmiddelen 5.690 10.380 13.981 17.840 Financieel perspectief vóór voorstellen 5.369 11.393 16.995 20.253 Voorstellen Autonome ontwikkelingen -6.988 -7.660 -10.899 -12.576 Collegebesluiten -734 -829 -890 -954 Totaal voorstellen -7.722 -8.489 -11.789 -13.530 Financieel perspectief ná voorstellen -2.353 2.904 5.206 6.723

Zoals bekend was de kadernota 2019 i.v.m. het verkiezingsjaar beleidsarm. Er zijn dan ook geen voorstellen nieuw beleid in verwerkt. Wel zijn er voorstellen in verband met autonome ontwikkelingen en collegebesluiten verwerkt. Hierna volgt een specificatie van deze (in de voorliggende begroting verwerkte) voorstellen.

Begroting 2019 - Algemeen 13

progr. Kadernotavoorstellen - autonome ontwikkelingen 2019 2020 2021 2022 1 Gevolgen aanpassing geldigheidsduur reisdocumenten -346 -355 -312 -312 3 Ruimte in budget rampenplannen 27 27 27 27 3 Huuropbrengsten brandweerlocaties 57 57 57 57 4 Extra kosten leerlingenvervoer -100 -100 -100 -100 4 Toevoegen inkomsten onderhoud ten behoeve van onderwijs 50 50 50 50 4 Aanpassing volume onderwijs i.v.m wijziging rente naar 1,5% 15 30 45 60 4 Budgetonderschrijding binnen onderwijs 113 113 113 113 5 Programma’s milieu (RUD) -473 -437 -538 -538 5 Kosten programma Omgevingswet -400 -378 -353 -353 5 Programma wonen -150 -150 -150 -150 5 Opbrengst NIEGG-en overige gronden 275 275 275 275 5 Leges Wabo 120 144 173 207 6 BUIG - aanpassing scenario -608 565 141 470 6 Reservering voordelig resultaat BUIG -1.194 -2.043 -2.372 7 Indexatie AREA 2018 -268 -268 -268 -268 7 Indexatie AREA 2019 -205 -205 -205 -205 7 Indexering AREA schoonhouden wegen -35 -35 -35 -35 7 Aanpassen lasten als gevolg van de invoering van Afval Apart -850 -850 -850 -850 7 Aanpassen baten als gevolg van de invoering van Afval Apart 850 850 850 850 7 Afname baten afvalfonds PM PM PM 7 BeheerPlan CvE 136 131 136 -104 7 Jaarlijkse indexatie Recreatieschap Drenthe ad 2,5% -3 -4 -4 -4 7 Besparing elektriciteitsverbruik openbare verlichting 50 50 50 50 7 Verdubbeling N862 171 342 171 0 7 Toevoegen baten vaarverbinding Erica-Ter Apel 60 60 60 60 8 Gevolgen verruiming btw sportbesluit nieuwbouw zwembad PM PM PM PM 8 Af: dekking uit compensatie van het rijk PM PM PM PM 8 Correctie indexeren bibliotheekwerk -14 -14 -14 -14 9 Bewindvoering -200 -200 -200 -200 9 Jeugdhulp - zorgkosten -4.650 -4.650 -4.650 -4.650 9 Jeugdhulp - PGB 650 650 650 650 9 Minder inkomsten aan eigen bijdragen WMO -1.500 -1.500 -1.500 -1.500 9 Af: dekking uit compensatie van het rijk 1.234 1.234 1.234 1.234 9 Ruimte in budget TCG 300 300 300 300 9 Voordeel op compensatie eigen bijdrage 35 35 35 35 9 Begeleiding - zorgkosten -969 -875 -904 -904 9 Af: vrijval budget binnen WMO-begeleiding 195 198 198 198 9 Prijs-indexatie sociaal domein vanaf 2020 0 -1.200 -2.400 -3.600 9 Volume-indexatie sociaal domein vanaf 2020 0 PM PM PM 9 Aanvullende middelen vrijwillige thuis en mantelzorg -70 -70 -70 -70 9 Overheveling middelen Rijksvaccinatie -164 -164 -164 -164 9 Af: dekking uit gemeentefonds 164 164 164 164 9 Bijdrage aan de EMCO -317 -259 -716 -390 9 Beheer en schoonmaak welzijnsaccommodaties -30 -30 -30 -30 10 Kwijtscheldingen -200 -200 -200 -200 10 Omrekening inhoud naar GBO -25 -25 -50 0 10 Niet realiseren negatieve taakmutatie peuterspeelzaalwerk -253 -253 -253 -253 10 Actualisatie dividendopbrengst BNG 90 90 90 90 10 FLO Brandweer -491 10 Voordeel op rentekosten 156 206 106 106 10 Vrije ruimte in de budgetten (diverse posten) 198 198 198 198 10 Electra kosten i.v.m. Raadhuisplein -35 -35 -35 -35 10 Pensioenpremie 2019 -319 -228 -228 -228 10 Onderuitputting kapitaallasten Emmen Vernieuwt 250 250 250 250 Totaal autonome ontwikkelingen -6.988 -7.660 -10.899 -12.576

Begroting 2019 - Algemeen 14

progr. Kadernotavoorstellen - collegebesluiten 2019 2020 2021 2022 1 Indexering subsidieplafonds -1 -1 -1 -1 4 Middelen Nieuwbouw Brede School Emmer-Compascuum -88 -88 -88 -88 4 Verbouw/renovatie ca SBO De Toermalijn incl. SO De Aventurijn -49 -49 -49 -49 4 Permanente uitbreiding CBS ‘t Twiespan -5 -5 -5 -5 3 Tekort VRD -212 -212 -212 -212 5 Aanpassing legesverordening -131 PM PM PM 7 Onderhoud Jacob Lemairestraat -7 -7 -7 -7 9 Besluit begroting Stichting de Toegang -245 -331 -417 -503 9 Af: dekking uit vrijval formatie teamleider 73 73 73 73 9 Af: dekking uit centrale stelpost indexatie 172 258 344 430 9 Compensatie GGD Drenthe voor CAO verhoging 2018 en verder -224 -450 -511 -575 9 Praktijkondersteuner Huisarts Jeugd -180 -180 -180 -180 9 Af: dekking binnen beleidsveld 180 180 180 180 9 Verbouw Dorpshoeve Nieuw -17 -17 -17 -17 Totaal collegebesluiten -734 -829 -890 -954

Begroting 2019 - Algemeen 15 2.3. Aanvulling op de Kadernota 2019 (mei-circulaire 2018)

Over de effecten van de mei-circulaire 2018 is de raad door middel van een brief (kenmerk 18.028003) d.d. 21 juni 2018 geïnformeerd. Deze brief is betrokken bij de behandeling van de kadernota 2019. In de brief staat een berekening van het effect van de mei-circulaire ná het maken van enkele beleidskeuzes. Deze keuzes staan in de hierna volgende tabel weergegeven.

Effect op het begrotingsresultaat -252.000 -3.168.000 -3.448.000 -3.356.000 -4.233.000

Mogelijke beleidskeuzes met positief effect op het begrotingsresultaat 2018 2019 2020 2021 2022 A. Middelen verhoogde asielinstroom opzijn zetten voor kosten statushouders, vluchtelingen, bed bad en brood -297.000 B. Ruimte in indexatie sociaal domein naar verkleining tekort sociaal domein 688.000 701.000 690.000 690.000 690.000 C. Extra rijksmiddelen jeugdhulp naar verkleining tekort jeugdhulp 0 1.760.000 1.760.000 1.760.000 1.760.000 Af: te verwachten extra kosten -150.000 -150.000 -150.000 -150.000 D. Stelpost ruimte onder plafond BTW-compensatiefonds meenemen in de berekening (50%) 1.500.000 1.900.000 2.100.000 2.500.000 E. Korting op rijksmiddelen Werkdeel klassiek niet doorvertalen naar budget voor Menso -528.000 -528.000 -528.000 -528.000 Effect op het begrotingsresultaat beleidskeuzes 391.000 3.283.000 3.672.000 3.872.000 4.272.000

Effect op het begrotingsresultaat ná beleidskeuzes 139.000 115.000 224.000 516.000 39.000

A. Middelen verhoogde asielinstroom opzij zetten De na 2017 resterende middelen verhoogde asielinstroom vloeien in 2018 terug naar het gemeentefonds. Voor onze gemeente gaat het om een bedrag van € 297.000. Dit bedrag wordt opzij gezet voor mogelijke kosten in verband met statushouders, vluchtelingen, bed bad en brood regeling etc.

B. Ruimte in indexatie sociaal domein voor verkleining tekort sociaal domein De in deze meicirculaire 2018 gegeven indexatie voor het sociaal domein is afgezet tegen datgene wat nodig is voor de indexatie van de contracten van de zorgaanbieders. Hier zit ruimte tussen van afgerond € 0,7 miljoen structureel voordelig.

De beleidskeuze is gemaakt om dit in te zetten voor de verkleining van het tekort op het sociaal domein.

C. Extra middelen Jeugdhulp naar verkleining tekort Jeugdhulp We krijgen vanaf 2019 extra rijksmiddelen voor Jeugdhulp ad afgerond € 1,7 miljoen structureel voordelig.

De beleidskeuze is gemaakt om dit in te zetten voor de verkleining van het tekort op het sociaal domein.

De verwachting is dat wij ongeveer een bedrag van € 150.000 aan extra kosten pleegzorg gaan krijgen. Deze kosten worden in mindering gebracht op het genoemde voordeel ad € 1,7 miljoen.

D. Stelpost ruimte onder plafond BTW-Compensatiefonds meenemen Met ingang van de meicirculaire 2018 is de werkwijze met betrekking tot ruimte onder het BTW- Compensatiefonds gewijzigd. De ruimte onder het plafond BTW-Compensatiefonds wordt niet meer bij voorbaat verwerkt in het gemeentefonds.

De beleidskeuze is gemaakt om 50% de ruimte onder het plafond BTW-Compensatiefonds mee te nemen als voordeel. Er zijn hierbij een aantal aspecten te noemen:  Het rijk elimineert de ruimte volgens ons uit voorzichtigheid; dit is een belangrijk signaal  Deze stelpost wordt mogelijk niet gerealiseerd, we lopen hierbij dus een risico dat we ons zelf te rijk rekenen  De provincie als toezichthouder kan hiermee instemmen. Deze benadering is een voorzichtige en verantwoorde keuze.

Bij de mei-circulaire 2018 hebben we ervoor gekozen om vooralsnog 50% mee te nemen. In opmaat naar de begroting 2019 hebben we bekeken of we aan het begin van de 4-jaars periode 2019-2022 uit kunnen gaan van een hoger percentage. Dit komt terug in paragraaf 5.6. bij de ombuigingen.

Begroting 2019 - Algemeen 16 E. Korting budget werkdeel klassiek Er is gekozen om de korting op het budget werkdeel klassiek niet door te vertalen naar het beleidsveld in casu Menso. Er moet voor het jaar 2019 nog een dienstverleningsovereenkomst worden aangegaan met afspraken over de te realiseren uitstroom. Indien Menso ruim € 500.000 minder budget krijgt heeft dat mogelijk tot effect dat er minder uitstroom uit de bijstand kan worden gerealiseerd. NB. Op een later moment is duidelijk geworden dat het Rijk deze korting voor een groot deel ten onrechte had doorgevoerd. Zie daarvoor paragraaf 2.5. “Actuele ontwikkelingen na het opstellen van de Kadernota 2019”.

Het financieel perspectief is na verwerking van het resultaat van de mei-circulaire 2018 als volgt:

2019 2020 2021 2022 Financieel perspectief na Kadernota 2019 -2.353 2.904 5.206 6.723 Resultaat mei-circulaire 2018 115 224 516 39 Begrotingsresultaat na mei-circulaire 2018 -2.238 3.128 5.722 6.762

Begroting 2019 - Algemeen 17 2.4. Bijstellingen bij het opstellen van de begroting 2019

In deze paragraaf worden de ontwikkelingen toegelicht die zich, na vaststelling van de kadernota 2019, tijdens het proces van opstellen van de primitieve begroting hebben voorgedaan en die van invloed zijn op het begrotingsresultaat. Tijdens dit proces zijn afzonderlijke begrotingsposten beoordeeld op juistheid en volledigheid, de investeringsplanning geactualiseerd, autonome ontwikkelingen bepaald, de toerekeningen (van zowel de apparaatskosten als de kapitaallasten) bijgewerkt en de reservemutaties herberekend.

Ontwikkelingen primitieve begroting 2019 2020 2021 2022 Toe- en herberekening kapitaallasten en volumes 1.131 -14 -569 -309 Voorziening afvalstoffenheffing 391 Ontwikkeling loonkosten -486 -523 -489 -598 Overige ontwikkelingen -139 -258 -253 -233 Totaal ontwikkelingen primitieve begroting 897 -795 -1.311 -1.140

Toe- en herberekening van kapitaallasten en volumes De kapitaallasten, rente geldleningen, investeringsvolumes en de gekoppelde reservemutaties zijn herberekend op basis van de geactualiseerde meerjareninvesteringsplanning. Het extra voordeel in 2019 wordt veroorzaakt doordat de bouw van het nieuwe zwembad en de investeringen in het nieuwe werken (Informatie Technologie) en riolering later starten dan waar aanvankelijk in de investeringsplanning rekening mee was gehouden. Door een toename van het financieringstekort en een geringe stijging van het rentepercentage nemen de lasten van geldleningen vanaf 2020 toe.

Voorziening afvalstoffenheffing Jaarlijks bij het opstellen van de begroting wordt de mutatie in de voorziening afvalstoffenheffing bepaald. Door de uitzet van lasten als gevolg van de indexatie productovereenkomst Area, wordt er een hoger bedrag aan de voorziening afvalstoffen onttrokken. De voorziening is hiermee volledig uitgeput.

Ontwikkeling loonkosten De ontwikkeling van de loonkosten is als volgt opgebouwd:

Ontwikkeling loonkosten 2019 2020 2021 2022 Aanvulling stelpost loonstijging naar 2% 350 350 350 350 Overige ontwikkelingen 136 173 139 248 Totaal ontwikkeling loonkosten 486 523 489 598

Overige ontwikkelingen De overige ontwikkelingen betreffen een verzameling van diverse kleine mutaties.

Het financieel perspectief na verwerking van de bijstellingen primitieve begroting is als volgt:

2019 2020 2021 2022 Financieel perspectief na Kadernota 2019 -2.353 2.904 5.206 6.723 Resultaat mei-circulaire 2018 115 224 516 39 Begrotingsresultaat na mei-circulaire 2018 -2.238 3.128 5.722 6.762 Bijstellingen primitieve begroting 897 -795 -1.311 -1.140 Begrotingsresultaat na bijstellingen -1.341 2.333 4.411 5.622

Begroting 2019 - Algemeen 18 2.5. Actuele ontwikkelingen na het opstellen van de Kadernota 2019

Er zijn sinds het vaststellen van de kadernota 2019 enkele actuele ontwikkelingen opgetreden die ook nog verwerkt zijn in de voorliggende begroting 2019. De actuele ontwikkelingen zijn de volgende:

Aanpassingen/actuele ontwikkelingen 2019 2020 2021 2022 Rijksmiddelen GIDS stoppen m.i.v. 2022/uitgaven 2022 niet meer begroten 384 Aanpassing stelpost prijsindexatie i.v.m. meicirculaire 2018 521 406 280 -366 Aanpassing taakstelling organisatie m.b.t. inzet prijsindexatie -521 -406 -280 366 Aanpassing middelen Werkdeel klassiek meicirculaire 2018 428 438 449 444 Benodigde middelen voor Bed-bad-brood -676 -676 PM PM Af: beleidsinzet op minder opvangcapaciteit 120 276 Af: inzet eenmalige middelen statushouders 100 Verschuiving budget bedrijvenregeling 2021 naar 2019 -410 410 Af: dekking via Vrije Algemene Reserve 410 -410 Extra bijdrage voor Veiligheidshuis Drenthe -46 -46 -46 -46 0,5 fte persoonsgegevensbescherming -41 -41 -41 -41 Middelen AVG -30 -30 -30 -30 Af: door te belasten aan Borger-Odoorn 8 8 8 8 Kosten voor beheer en exploitatie van DigiD en MijnOverheid -21 -21 -21 -21 Realisatie stelposten sociaal domein begroting 2018 -225 -225 -225 -225 Kosten pleegzorg -150 -300 -300 Totaal aanpassingen/actuele ontwikkelingen -383 -467 -206 173

GIDS De rijksmiddelen GIDS stoppen per 2022. Er zijn nog wel kosten in 2022 begroot. Deze worden er nu uitgehaald. De komende jaren zal moeten blijken of het rijk deze middelen ook in 2022 beschikbaar stelt.

Stelpost prijsstijging Op basis van de provinciale richtlijnen houden wij aan de lastenkant van de meerjarenraming rekening met een prijsindexatie. Bij de meicirculaire 2018 is een actuele prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product gegeven. De stelpost prijsstijgingen is met de gegeven percentages herzien. In onze begroting houden wij ook rekening met een taakstelling voor de organisatie m.b.t. de indexatie van de budgetten. Deze taakstelling hebben wij ook herzien. Per saldo is dit budgettair neutraal gedaan. De berekening van de stelpost indexatie en de taakstelling voor de organisatie is als volgt:

lasten per jaar x € 1.000 Indexatie budgetten (ex. subsidies/soc.domein) 2019 2020 2021 2022 Indexatie in de huidige begroting* -1.481.000 -2.166.000 -2.760.000 -2.874.000 Taakstelling organisatie in de huidige begroting* 1.400.000 2.040.000 2.520.000 2.520.000 Saldo in huidige begroting -81.000 -126.000 -240.000 -354.000 * Beide posten zijn te hoog geraamd in de begroting. Het saldo is wel correct.

Actualisatie obv meicirculaire 2018 Indexatie 2019 2,40% -960.000 -960.000 -960.000 -960.000 Indexatie 2020 2,00% -800.000 -800.000 -800.000 Indexatie 2021 1,80% -720.000 -720.000 Indexatie 2022 1,90% -760.000 Totaal indexatie -960.000 -1.760.000 -2.480.000 -3.240.000 Taakstelling organisatie 879.000 1.634.000 2.240.000 2.886.000 Saldo in nieuwe begroting -81.000 -126.000 -240.000 -354.000

Bijstelling indexatie in begroting 2019 521.000 406.000 280.000 -366.000 Bijstelling taakstelling in begroting 2019 -521.000 -406.000 -280.000 366.000

Aanpassing middelen Werkdeel klassiek meicirculaire 2018 Bij de meicirculaire 2018 is op basis van informatie van het Ministerie uitgegaan van een korting van ongeveer € 500.000 structureel op het werkdeel klassiek. Daar is door het Ministerie recent een correctie op toegepast. Hiermee is de korting voor een groot deel teniet gedaan.

Bed-Bad-Brood Vooralsnog wordt rekening gehouden met kosten voor 2019 en 2020 ad respectievelijk € 456.000 en € 400.000. Daarbij is rekening gehouden met afbouw van de huidige capaciteit.

Begroting 2019 - Algemeen 19

Extra bijdrage voor Veiligheidshuis Drenthe Op basis van recente informatie is de inschatting dat er een extra bijdrage voor het veiligheidshuis Drenthe nodig is.

Functionaris gegevensbescherming De in de begroting beschikbare 0,5 fte wordt uitgebreid met 0,5 fte.

Middelen AVG In BOCE verband is besloten dat de functionaris gegevensbescherming een budget van € 30.000 ter beschikking krijgt. Een bedrag van € 7.500 kan worden doorbelast aan Borger-Odoorn.

Kosten voor beheer en exploitatie van DigiD en MijnOverheid In 2017 heeft de ministerraad besloten dat vanaf 1 januari 2018 alle kosten voor beheer en exploitatie van DigiD en MijnOverheid worden doorbelast aan afnemers. Deze financieringsafspraak is bedoeld om de digitale overheid veilig, bruikbaar en toekomstvast te houden en geldt vanaf 1 januari 2019 ook voor de overige voorzieningen van Generieke Digitale Infrastructuur (GDI).

Realisatie stelposten sociaal domein begroting 2018 In de begroting 2018 is voor dekking geanticipeerd op extra middelen voor het sociaal domein en zijn er ter dekking stelposten opgenomen voor in totaal € 225.000. Deze stelposten worden nu afgewikkeld (er is extra geld sociaal domein gekomen bij de meicirculaire 2018 en ook het BUIG- scenario geeft extra ruimte).

Kosten pleegzorg Bij de meicirculaire 2018 hebben we rijksmiddelen gekregen voor de pleegzorg. Toen is berekend dat vanaf 2019 de kosten € 150.000 structureel zijn. Dit stellen we op basis van actueel inzicht bij naar € 300.000 voor 2020 en € 450.000 vanaf 2021.

Het financieel perspectief na verwerking van de actuele ontwikkelingen is als volgt:

2019 2020 2021 2022 Financieel perspectief na Kadernota 2019 -2.353 2.904 5.206 6.723 Resultaat mei-circulaire 2018 115 224 516 39 Begrotingsresultaat na mei-circulaire 2018 -2.238 3.128 5.722 6.762 Bijstellingen primitieve begroting 897 -795 -1.311 -1.140 Begrotingsresultaat na bijstellingen -1.341 2.333 4.411 5.622 Actuele ontwikkelingen na opstellen Kadernota 2019 -383 -467 -206 173 Begrotingsresultaat na actuele ontwikkelingen -1.724 1.866 4.205 5.795

Begroting 2019 - Algemeen 20 2.6. Ombuigvoorstellen

Gelijktijdig met het maken van het collegeprogramma hebben wij nagedacht over ombuigvoorstellen om tot een sluitende begroting te komen. Op basis van een zorgvuldige afweging zijn wij tot de volgende beleidskeuzes gekomen:

lasten per jaar x € 1.000 2019 2020 2021 2022 Inzet restant EOP-budget 2015 t/m 2017 t.b.v. de 76 investeringen in dorpen en wijken Kosten AREA 2018 en 2019 toerekenen aan tarief 473 473 473 473 Aanpassing routes GFT (dec tot en met feb) 106 106 106 106 Kostenreductie grijs/papier/textiel etc. 150 200 250 300 Af: door te vertalen naar tarief -256 -306 -356 -406 Goed begroten middelen bodemsanering 1.500 1.500 PM PM Indexatie parkeertarieven met 1,5% per jaar 59 119 179 240 Programmabureau EV uit reserve EV 900 Structurele kosten EV niet meer uit reserve EV -250 -250 -250 Besparing van 10% op programmabureau EV 150 150 150 150 Af: inzet voor verlaging toerekening aan projecten -100 -100 -100 -100 Afbouw eigen middelen OBO i.c.m. verzelfstandiging 644 971 971 971 Af: 80% vaste component facilitaire kosten -318 -318 -318 -318 Verlagen innovatiebudget 200 200 200 200 Inkomensafhankelijk maken TCG 1.234 1.234 1.234 1.234 Resultaat aangepast BUIG-scenario (basisscenario) 905 -573 103 1.147 Vrijval reservering BUIG-kadernota 2019 1.194 2.043 2.372 Af: reservering i.v.m. risico's -1.019 Af: effect BUIG-scenario op het gemeentefonds -36 -90 -207 -363 Afbouw eigen middelen VVE/OAB 750 1.000 1.000 1.000 Ombuigen kosten Jeugdhulp 250 250 350 450 Ombuigen kosten Jeugdhulp i.v.m. nieuwe contractering 1.000 1.500 2.000 Areaaluitbreiding OZB 100 200 300 400 Af: weglekeffect via gemeentefonds (50%) -50 -100 -150 -200 BTW Compensatiefonds percentage van 100-100-75-50% 1.500 1.900 1.050 0 Vrijval bestemmingsreserves 359 Totaal Beleidskeuzes-ombuigingen 8.596 8.760 8.528 8.387

Hierna volgt een toelichting per ombuigvoorstel:

Inzet restant EOP-budget 2015 t/m 2017 t.b.v. de investeringen in dorpen en wijken Over de jaren 2015 t/m 2017 is niet het gehele EOP budget niet besteed. Wij willen een deel van deze middelen gaan inzetten ten behoeve van de investeringen in de dorpen en wijken zoals die in de investeringsagenda zijn verwerkt. Op basis van inventarisatie van de door de EOP’s ingediende bestedingsplannen kan er € 76.000 uit de reserve EOP vrijvallen.

Kosten AREA 2018 en 2019 toerekenen aan tarief De in de Kadernota 2019 verwerkte kosten indexatie AREA 2018 en 2019 willen wij doorvertalen in een hoger tarief afvalstoffenheffing.

Aanpassing routes GFT (dec tot en met feb)/ Kostenreductie grijs/papier/textiel etc. Wij zien mogelijkheden om de kosten van de afvalinzameling terug te dringen. Bv. de aanpassing van de inzamelfrequentie GFT in de wintermaanden en de aanpassing van de inzamelfrequentie van de grijze container. Deze kostenreductie willen wij doorvertalen in een verlaging van het tarief afvalstoffenheffing.

Begroting 2019 - Algemeen 21 Goed begroten middelen bodemsanering De reserve bodemsanering omvat per 31 december 2017 een bedrag van € 5,2 miljoen. In de jaren 2018 tot en met 2020 wordt er jaarlijks € 1,8 miljoen in de reserve bijgestort (deze middelen krijgen we van het rijk). De totaal beschikbare middelen zijn daarmee € 10,6 miljoen. De verwachte uitgaven 2018 t/m 2022 is een bedrag van € 5,4 miljoen.

Voor de jaren 2019 en 2020 zijn er mogelijkheden om minder in de reserve bij te storten. De randvoorwaarde hierbij is om ervoor zorg te dragen dat er meerjarig (ook na 2020) voldoende middelen in de begroting en de reserve zijn opgenomen om het noodzakelijke saneringsprogramma te kunnen uitvoeren.

Indexatie parkeertarieven We stellen voor om een inflatiecorrectie toe te passen en de tarieven jaarlijks te laten stijgen met 1,5%. Dit is noodzakelijk omdat de kosten die we doorberekenen in de parkeertarieven de komende jaren zullen toenemen door indexatie van lonen en door prijsstijgingen.

Programmabureau EV uit reserve EV/ Structurele kosten EV niet meer uit reserve EV Voor het jaar 2019 worden de kosten van het programmabureau Emmen Vernieuwt uit de reserve EV gedekt. Dit in combinatie met het in de begroting ramen van structurele kosten die nu nog uit de reserve EV worden gedekt.

Besparing van 10% op programmabureau EV Voorgestel wordt 10% te korten op het programmabureau EV. Dit is een bedrag van € 150.000. Gelijktijdig wordt voorgesteld om de toerekening van uren aan projecten terug te brengen van € 350.000 naar € 250.000.

Afbouw eigen middelen OBO i.c.m. verzelfstandiging In Emmen is er nog sprake van integraal schoolbestuur bij het openbaar onderwijs. Hierbij vormt het college van Burgemeester en Wethouders het schoolbestuur. De taken op het terrein van Administratie, Beheer en Bestuur (ABB) zijn binnen de gemeentelijke organisatie belegd (team OOE). De dekking voor de lasten bestaat uit een bijdrage uit onderwijsmiddelen en gemeentelijke middelen. Deze middelen komen tot uitdrukking in de programma’s 4 en 10. De gemeentelijke bijdrage is circa € 971.000 en kan langs het proces van verzelfstandiging voor een groot deel worden afgebouwd. Het niet af te bouwen deel betreft de vaste facilitaire kosten.

Verlagen innovatiebudget Wij maken de keus om het innovatiebudget WMO van € 500.000 te verlagen naar € 300.000.

Tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten ( TCG) Met betrekking tot TCG staat ons een beleidswijziging voor. Het voorstel is om inwoners door middel van minimabeleid via het CAK tot een bepaalde inkomensgrens vrij te waren van eigen bijdrage WMO (tot 110% van bijstandsniveau). Dit geeft een besparing van € 1.234.000. Dit voordeel wordt voor een bedrag van € 634.000 opnieuw geïnvesteerd via het SAM-beleid. Dit is verwerkt in de investeringsagenda van het collegeprogramma. In het kader van nieuw voor oud beleid wordt het resterend bedrag van € 600.000 als dekking ingezet voor de bij de investeringsagenda gevraagde extra middelen m.b.t. het sociaal domein (armoedebeleid, jeugdbeleid, laaggeletterdheid etc.).

Resultaat aangepast BUIG-scenario Er is een nieuw basisscenario BUIG (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening Gemeenten) opgesteld op basis van de meest recente (autonome) ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen zijn kortingen op de rijksmiddelen, minder instroom als gevolg van de economische ontwikkelingen en de meest actuele uitstroomdoelstellingen van Menso. Dat geeft de volgende uitkomsten.

Begrotingsresultaat (€) 2019 2020 2021 2022 Kadernota 2019 -1.100.600 +1.194.963 +2.043.437 +2.372.594 Basis scenario -195.042 +620.847 +2.146.421 +3.518.780 Verschil +905.558 -574.116 +102.984 +1.146.186 Afrondingsverschil -558 1.116 +16 +814 Verwerkt in perspectief +905.000 -573.000 +103.000 +1.147.000

De uitkomsten van het basisscenario zijn als ombuigvoorstel in het perspectief verwerkt. Bij de kadernota 2019 waren voordelige resultaten nog gereserveerd, dat doen we nu niet meer (de reserveringen worden dus ongedaan gemaakt en voordelen worden in de begroting verwerkt). Met uitzondering van het jaar 2022: het voordeel ad € 3.518.000 is verwerkt met een gelijktijdige

Begroting 2019 - Algemeen 22 reservering van € 1.018.000. Daarmee wordt het voordeel begrensd op € 2,5 miljoen. Dit is uit oogpunt van voorzichtigheid.

Vervolgens zijn er een drietal sporen bovenop het basisscenario uitgewerkt. Dit betreft met name beleidsintensivering gericht op uitstroom. Dit drietal sporen is verwerkt in de investeringsagenda van het collegeprogramma.

Afbouw eigen middelen VVE/OAB We doen € 1 miljoen eigen middelen bij de huidige rijksmiddelen onderwijsachterstanden-beleid /VVE. Wij kiezen ervoor om de eigen middelen ad € 1 miljoen af te bouwen. Dit is mogelijk omdat er op basis van het regeerakkoord extra rijksmiddelen gaan komen. Dit is structureel € 170 miljoen (2018 € 40 miljoen en 2019 € 130 miljoen). De huidige rijksbijdrage is € 2,2 miljoen. De nieuwe rijksbijdrage wordt € 4,1 miljoen. De afbouw eigen middelen VVE/OAB is nog onder voorbehoud. Of de rijksmiddelen van € 4 miljoen ( de huidige € 2 miljoen en € 2 miljoen extra) voldoende zullen zijn om de voorgeschreven intensiveringen (van 10 naar 16 uur opvang en een hoger % deelname) te dekken is nog onbekend. Hierop kan op een later moment worden teruggekomen.

Ombuigen kosten Jeugdhulp Met betrekking tot de huidige contracten Jeugdhulp is gekeken hoe kosten kunnen worden omgebogen. Dit leidt tot een besparing die oploopt tot € 450.000 per jaar. Met betrekking tot de nieuwe contractering wordt vanaf 2020 ingezet op een ombuiging die ingroeit van € 1 miljoen in 2020 naar € 2 miljoen vanaf 2022. De ombuiging zal bij de nieuwe contractering worden gevonden door het meer werken met risicodeling tussen gemeente en zorgaanbieder. Op dit moment ligt het risico van extra kosten volledig bij de gemeente.

Areaaluitbreiding OZB Wij gaan uit van een jaarlijkse areaaluitbreiding OZB. We schatten dit in op € 100.000 per jaar. De helft van dit bedrag leidt tot een lagere gemeentefondsuitkering wegens hogere WOZ-waarden.

BTW-compensatiefonds Zoals bekend is bij de meicirculaire de ruimte onder het plafond BTW Compensatiefonds hierna: BCF) niet meer toegevoegd aan het gemeentefonds. Dit geeft een forse korting. Bij de berekening van de meicirculaire 2018 hebben wij rekening gehouden met 50% van de ruimte onder het plafond BCF en dit als opbrengst meegenomen. Het voorstel is om rekening te houden met de volgende ruimte onder het plafond BCF: - 2019: 100% (50% extra t.o.v. de berekening mei-circulaire 2018) - 2020: 100% (50% extra t.o.v. de berekening mei-circulaire 2018) - 2021: 75% (25% extra t. t.o.v. de berekening mei-circulaire 2018) - 2022: 50% (conform de berekening mei-circulaire 2018) De provincie heeft als toezichthouder laten weten te kunnen instemmen met dit afbouwscenario.

Vrijval bestemmingsreserves Op basis van een inventarisatie kan er een bedrag van € 359.000 uit reserves vrij vallen.

Het financieel perspectief na verwerking van de ombuigvoorstellen is als volgt:

2019 2020 2021 2022 Financieel perspectief na Kadernota 2019 -2.353 2.904 5.206 6.723 Resultaat mei-circulaire 2018 115 224 516 39 Begrotingsresultaat na mei-circulaire 2018 -2.238 3.128 5.722 6.762 Ontwikkelingen primitieve begroting 897 -795 -1.311 -1.140 Begrotingsresultaat na bijstellingen -1.341 2.333 4.411 5.622 Actuele ontwikkelingen na opstellen Kadernota 2019 -383 -467 -206 173 Begrotingsresultaat na actuele ontwikkelingen -1.724 1.866 4.205 5.795 Ombuigvoorstellen 8.596 8.760 8.528 8.387 Begrotingsresultaat na verwerking ombuigvoorstellen 6.872 10.626 12.733 14.182

Begroting 2019 - Algemeen 23 2.7. Collegeprogramma (investeringsagenda)

Het bestuursakkoord geeft op hoofdlijnen de koers voor de komende vier jaren. “Samen Investeren!” is het motto voor deze bestuursperiode. In het collegeprogramma geven we aan hoe we uitvoering willen geven aan deze bestuurlijke koers, hoe we de ambities willen realiseren en hoe we ruimte creëren voor vernieuwing.

Onze investeringsagenda omvat in totaal een investeringskrediet van ruim € 147 miljoen en daarbij een investering op lastenbasis oplopend naar ruim € 13 miljoen in 2022. Deze verschillende investeringen worden in het collegeprogramma per thema toegelicht.

De investeringsagenda in totalen per thema:

x € mln. lasten per jaar x € 1.000 Investerings- krediet 2019 2020 2021 2022 Betrokken gemeente 0 -200 -200 -200 -200 Leefbare gemeente 43,3 -650 -1.622 -2.281 -2.812 Duurzame gemeente 8,5 -262 -366 -938 -1.063 Bereikbare gemeente 76,6 -431 -921 -1.777 -2.046 Sociale gemeente 18,5 -3.030 -2.300 -2.520 -2.661 Ondernemende gemeente 0 100 -150 -150 -150 Organisatie en financiën 0,3 -2.333 -3.859 -3.869 -4.123 Totaal investeringsagenda 147,2 -6.806 -9.418 -11.735 -13.055

Het financieel perspectief na verwerking van het collegeprogramma is als volgt:

2019 2020 2021 2022 Financieel perspectief na Kadernota 2019 -2.353 2.904 5.206 6.723 Resultaat mei-circulaire 2018 115 224 516 39 Begrotingsresultaat na mei-circulaire 2018 -2.238 3.128 5.722 6.762 Ontwikkelingen primitieve begroting 897 -795 -1.311 -1.140 Begrotingsresultaat na bijstellingen -1.341 2.333 4.411 5.622 Actuele ontwikkelingen na opstellen Kadernota 2019 -383 -467 -206 173 Begrotingsresultaat na actuele ontwikkelingen -1.724 1.866 4.205 5.795 Ombuigvoorstellen 8.596 8.760 8.528 8.387 Begrotingsresultaat na verwerking ombuigvoorstellen 6.872 10.626 12.733 14.182 Collegeprogramma (investeringsagenda) -6.806 -9.418 -11.735 -13.055 Meerjarenresultaat primitieve begroting 2019 66 1.208 998 1.127

In het collegeprogramma zijn diverse beleidsvoornemens verwerkt. Een aantal van deze beleidsvoornemens zijn qua uitvoering dichtbij, dus goed in te schatten qua financieel beslag. Een aantal andere beleidsvoornemens zijn qua uitvoering en effecten meer toekomstgericht en zijn dus meer omgeven met onzekerheden. Ook is er soms sprake van onzekerheid omtrent het rijksbeleid en de daarmee gepaard gaande middelen. Wij hebben geprobeerd de kosten en opbrengsten van onze investeringen zo goed mogelijk in te schatten. Bij de eerstvolgende kadernota en begroting zullen we waar nodig de inschattingen aanpassen.

De investeringsagenda in detail per thema:

x € mln. lasten per jaar x € 1.000 Investerings- Betrokken gemeente krediet 2019 2020 2021 2022 Ruimte in budget EOP's 100 100 100 100 Af: anders inzetten budget EOP's t.b.v. lokale initiatieven -100 -100 -100 -100 Integrale aanpak dorpen en wijken, pilot in Angelslo -200 -200 -200 -200 Totaal betrokken gemeente 0 -200 -200 -200 -200

Begroting 2019 - Algemeen 24 x € mln. lasten per jaar x € 1.000 Investerings- Leefbare gemeente krediet 2019 2020 2021 2022 Woon- en leefbaarheidsvisies -200 -200 -200 Af: activering 10% budget woon- en leefbaarheidsvisies 80 75 70 65 Aanvalsplan duurzaamheid, bouwen en wonen en -250 -250 -250 jeugdwerkloosheid Investeringsbudget voor dorpen en wijken 2019 2,5 -60 -120 -120 -120 Investeringsbudget voor dorpen en wijken 2020 ev. 4,5 -36 -108 -180 Investeringsbudget voor buurthuizen (i.c.m. eigen inbreng) 6 -36 -108 -180 -252 Investeringsbudget voor 1/3 regeling 0,4 -3 -9 -15 -21 Stimuleringsfonds recreatie en toerisme -100 -150 -150 -250 Af: dekking uit bestaand budget 45 45 45 45 Evenementen Rensenpark -100 -100 -150 -150 Investeringen openbare ruimte Rensenpark 5 0 -25 -125 -200 Af: dekking reeds begrote kapitaallasten 385 600 600 600 Onderhoud en beheer Rensenpark -585 -585 -585 -585 Opwaardering gebouwen Rensenpark 3 -15 -130 -245 -345 Investerings/renovatiebudget Sport 18,5 -197 -466 -656 -708 Aanpak verharding woonstraten 3 -48 -97 -146 -195 Groenonderhoud - EMCO -100 -100 -100 -100 Af: dekking uit groenbudgetten 100 100 100 100 Invoeren beeldkwaliteitsgericht werken -50 -50 -50 Ontwikkeling marktplein Klazienaveen 0,4 -16 -16 -16 -16 Verhuizing/vernieuwing Bibliotheek PM PM PM PM Totaal leefbare gemeente 43,3 -650 -1.622 -2.281 -2.812

x € mln. lasten per jaar x € 1.000 Investerings- Duurzame gemeente krediet 2019 2020 2021 2022 Extra middelen voor duurzaamheid PM PM PM Nieuwe tranche Zonnelening ad € 1.500.000 1,5 -100 -100 -100 -100 Sanering asbestdaken - uitvoeringskosten -50 -50 -50 -50 Wijkaanpak Emmerhout - proceskosten -112 -91 -91 -91 Wijkaanpak Emmerhout - kosten aanpassen gebouwen/woningen PM PM PM PM PM Verduurzaming gemeentelijk vastgoed 7 -125 -250 -375 Structureel maken middelen Energienota -447 -447 Instellen reserve duurzaamheid (i.v.m. reservering niet-bestede PM PM PM PM middelen inzake duurzaamheid) Totaal duurzame gemeente 8,5 -262 -366 -938 -1.063

x € mln. lasten per jaar x € 1.000 Investerings- Bereikbare gemeente krediet 2019 2020 2021 2022 Reconstructie weg Emmen-Klazienaveen (extra na 2022) 35 PM Extra/achterstallig onderhoud weg Emmen-Klazienaveen PM Reconstructie Boermarkeweg 12,5 -15 -30 -500 -500 Stationsgebied/ov-knooppunt 10 -75 -200 Fietsplan Emmen 2018-2024 5 -120 -189 -189 -189 Meerjareninvesteringsprogramma Wegen 2019 t/m 2021 9 -97 -292 -487 -585 Meerjareninvesteringsprogramma Wegen 2022 PM PM Herinrichting Hoofdstraat / Wilhelminastraat 2 -5 -10 -80 -80 Afronding Boulevard Noord 0,3 -10 -10 -10 Schoonhouden wegen -150 -150 -150 Reinigingsbestek -150 -150 -150 -150 Oplossen parkeerknelpunten woonbuurten 2,8 -44 -90 -136 -182 Totaal bereikbare gemeente 76,6 -431 -921 -1.777 -2.046

Begroting 2019 - Algemeen 25 x € mln. lasten per jaar x € 1.000 Investerings- Sociale gemeente krediet 2019 2020 2021 2022 Aanpak schulden en armoede -300 -300 -300 -300 Af: dekking uit middelen meicirculaire 2018 179 179 Verhogen budget SAM-beleid -634 -634 -634 -634 Aanpak laaggeletterdheid -185 -185 -185 -185 Pilot en vervolg fonds schulden jongeren en zzp'ers -200 -200 -200 -200 Af: terugbetalingen overgenomen schulden 160 160 160 160 Nieuw Beleid uitstroom bijstand - 3 sporen - spoor 1 (Extra inzet op ontwikkeling moeilijk plaatsbaren) -487 -211 24 371 - spoor 2 (35 extra Baan Afspraak Banen) -47 15 64 137 - spoor 3 (Verloning via Mflex) -153 223 249 249 Af: reservering 50% positief resultaat in reserve BUIG 0 0 -168 -378 Effecten op het gemeentefonds 3 sporen 0 -21 -75 -213 Gemeentelijke Basisprocessen Inkomen (GBI) -100 -100 PM PM Webshop 0,2 -20 -40 -40 -40 Inzet preventie -500 -500 -500 -500 Inzet preventie met herallocatie huidige middelen -500 -500 -500 -500 Af: herallocatie huidige middelen 250 500 500 500 Effect inzet preventie (jeugdagenda, armoede, gezondheid etc.) PM PM PM PM Aanvalsplan gezond leven -210 -210 -210 -210 Actieplan huisartsenzorg -150 -150 -150 -150 Inzet rondom verwarde personen PM PM PM PM Regenbooggemeente -40 -40 -40 -40 Af: dekking uit rijksmiddelen 20 20 20 20 Verhoging krediet jaarprogramma's huisvesting onderwijs 12,8 -113 -226 -339 -552 Herhuisvesting Vakcollege Esdal Campus 5,5 -80 -196 -196 Totaal sociale gemeente 18,5 -3.030 -2.300 -2.520 -2.661

x € mln. lasten per jaar x € 1.000 Investerings- Ondernemende gemeente krediet 2019 2020 2021 2022 Structureel budget HTSM -250 -250 -250 Af: dekking door herpriotering bestaande budgetten 100 100 100 100 Storting reserve co-financieringsbudget voor stimuleren PM PM PM PM economische ontwikkelingen (bereikbaarbeid, duurzaamheid, kennisbeleid, innovatie) - te dekken uit incidentele middelen Corridor Groningen - ZODrenthe - Twente PM PM Smart Cities -50 -50 -50 -50 Af: dekking door herpriotering bestaande budgetten 50 50 50 50 Vormen van een evenementenfonds -100 -100 -100 Af: dekking door precariorechten terrassen 100 100 100 Af: perceptiekosten PM PM PM Totaal ondernemende gemeente 0 100 -150 -150 -150

x € mln. lasten per jaar x € 1.000 Investerings- Organisatie en financiën krediet 2019 2020 2021 2022 Investeringsprogramma Informatisering en Automatisering 0,3 -231 -355 -613 -615 Geen verhoging OZB in collegeperiode -252 -504 -756 -1.008 Vergroten weerstandsvermogen/opvangen risico's -1.350 -2.000 -2.000 -2.000 Aanvullen reserve boekwaarden 0 -500 -1.222 -531 Af: dekking uit herpriotering reserves/incidentele middelen 0 0 1.222 531 Budget bedrijfsvoering/personeel onvoorzien -400 -400 -400 -400 Extra formatie control -100 -100 -100 -100 Sociaal plan PM PM PM PM Totaal organisatie en financiën 0,3 -2.333 -3.859 -3.869 -4.123

Begroting 2019 - Algemeen 26 3. Overige financiële informatie

3.1. Begrotingsresultaat voor en na reservemutaties Via onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in het resultaat voor en na reservemutaties. De regel ‘saldo reservemutaties’ in onderstaande tabel laat zien dat er vanaf 2020 jaarlijks meer in de reserves wordt gestort dan onttrokken (een negatief bedrag betekent per saldo een dotatie in de reserves, een positief bedrag betekent per saldo een onttrekking aan de reserves).

Resultaatoverzicht 2019 2020 2021 2022 Totaal lasten 414.840 414.599 418.181 418.274 Totaal baten 411.756 419.110 422.545 423.599 Saldo van baten en lasten -3.084 4.511 4.364 5.325 Saldo reservemutaties 3.150 -3.303 -3.366 -4.198 Begrotingsresultaat 66 1.208 998 1.127 Storting in reserve strategische economische ontwikkeling -1.000 -1.000 -1.000 Meerjarenresultaat na instellen reserve 66 208 -2 127

De mutaties hebben betrekking op het volledige begrotingsjaar.

De bovengenoemde saldi worden in onderstaande tabel per programma uitgesplitst. Deze saldi zijn tevens in het programmaplan opgenomen waarbij de saldi per taakveld worden gepresenteerd. Daarnaast wordt in de financiële begroting, hoofdstuk overzicht van lasten en baten primitieve begroting, nog een overzicht weergegeven waarbij de uitsplitsing wordt gemaakt naar lasten en baten per programma.

Resultaatoverzicht 2019 2020 2021 2022 1 Inwoners en bestuur -7.617 -7.227 -7.373 -7.326 2 Economie en werkgelegenheid -7.688 -7.197 -7.449 -7.532 3 Veiligheid -9.196 -9.168 -9.162 -9.153 4 Onderwijs en jeugd -10.794 -10.669 -11.154 -11.706 5 Bouwen, wonen en milieu -2.820 -2.280 -2.667 -3.152 6 Inkomensondersteuning -11.191 -9.789 -7.455 -5.663 7 Openbare ruimte en Verkeer & Vervoer -23.004 -23.579 -24.398 -25.157 8 Sport en cultuur -14.161 -14.752 -14.686 -14.733 9 Sociaal domein -146.180 -143.909 -143.807 -143.360 10 Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen 229.567 233.079 232.515 233.106 Saldo van baten en lasten -3.084 4.511 4.364 5.325 1 Inwoners en bestuur 357 -119 87 87 2 Economie en werkgelegenheid 2.223 25 -385 25 3 Veiligheid 14 14 14 14 4 Onderwijs en jeugd 175 -336 153 143 5 Bouwen, wonen en milieu 589 -708 -1.198 -1.198 6 Inkomensondersteuning 83 0 -168 -1.397 7 Openbare ruimte en Verkeer & Vervoer 8 8 8 8 8 Sport en cultuur 230 218 215 213 9 Sociaal domein 255 9 8 8 10 Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen -783 -2.413 -2.100 -2.100 Saldo reservemutaties 3.150 -3.303 -3.366 -4.198 Begrotingsresultaat 66 1.208 998 1.127

De grootste reservemutaties betreffen: Programma 1: Mutaties in de reserve verkiezingen tbv het egaliseren lasten verkiezingen. Programma 2: Diverse incidentele onttrekkingen in 2019 waaronder geluidsplan Werkas, programmabureau Emmen Vernieuwt en strategische acquisitie. Daarnaast de verschuiving van de onttrekking van 2021 naar 2019 ten behoeve van de bedrijvenregeling. Programma 5: Omdat het meerjarenuitvoeringsprogramma bodem nog niet is vastgesteld, wordt jaarlijks meer in de reserve gestort dan onttrokken. Conform het besluit in de kadernota 2018 vindt een onttrekking plaats ten behoeve van de Energienota 2017-2020. Daarnaast betreft het een jaarlijkse storting in het fonds fysieke leefomgeving zoals besloten bij de begroting 2017. Vanuit de investeringsagenda worden stortingen gedaan tbv woon- en leefbaarheidsvisies en het aanvalsplan. Programma 6: Conform kadernota 2019/beleidskeuzes wordt het resultaat op de BUIG gestort in de reserve sociaal domein. Programma 9: Conform kadernota 2018 vindt in 2019 een onttrekking aan de reserve sociaal domein plaats tbv de aanloop- en transitiekosten vorming Menso.

Begroting 2019 - Algemeen 27 Programma 10: Dit betreffen mutaties in de reserve eenmalige kosten op het gebied van bedrijfsvoering en een incidentele onttrekking aan de VAR tbv het FLO overgangsrecht brandweer. Daarnaast wordt conform investeringsagenda een storting in de algemene reserve gedaan tbv het vergroten van het weerstandsvermogen.

3.2. Overzicht reserves Het geactualiseerde overzicht reserves 2019 – 2022 is als bijlage B bij deze begroting opgenomen. Het verwachte verloop van de reserves, rekening houdend met genomen raadsbesluiten, wordt weergegeven in onderstaande tabel.

Overzicht reserves per 1 januari 2019 2020 2021 2022 Algemene reserves 15.331 15.336 16.675 19.071 Egalisatiereserves 285 18 152 65 Amortisatiereserves 5.845 5.377 4.922 4.483 Overige bestemmingsreserves 16.536 14.615 16.401 17.897 Totaal reserves 37.997 35.346 38.150 41.516 Voorzieningen 59.779 57.739 55.592 54.236 Totaal reserves en voorzieningen per 1 januari 97.776 93.085 93.742 95.752

De peildatum voor de vermelde standen van de reserves en is 1 januari van het begrotingsjaar.

3.3. Overzicht taakstellingen en stelposten In onderstaand overzicht zijn de taakstellingen en stelposten weergegeven zoals die in de meer- jarenbegroting zijn opgenomen. Op de taakstellingen wordt vervolgens een toelichting gegeven.

Omschrijving 2019 2020 2021 2022 Stelpost uitvoeringskosten 3D's -19 -19 -19 -19 Stelpost loonstijging 1.319 2.228 3.228 4.228 Stelpost prijsstijging 960 1.760 2.480 3.240 Stelpost bedrijfsvoering/personeel onvoorzien 400 400 400 400 Taakstelling prijsindexatie externe budgetten -879 -1.634 -2.240 -2.886 Taakstelling kadernota 2017 business case zaakgericht werken -187 -187 -187 -187 Taakstelling facilitaire teams -436 -436 -436 -436 Taakstellingen organisatie / bedrijfsvoering -12 138 84 81 Overige taakstellingen en stelposten 13 -3 -2 -1 Totaal taakstellingen en stelposten 1.159 2.247 3.308 4.420

Taakstelling prijsindexatie externe budgetten Conform de circulaires van het gemeentefonds bedraagt het indexatiepercentage 2019 2,4%. De praktijk is dat er nauwelijks een beroep op deze centrale stelpost wordt gedaan. Gezien de trend van afgelopen jaren wordt een bezuinigingsopdracht voor de organisatie opgenomen ter hoogte van de stelpost.

Taakstelling businesscase zaakgericht werken De extra formatie ten behoeve van het call-center zal moeten leiden tot een besparing in de backoffice. Hiertoe is een business-case opgesteld waarbij de kosten worden terugverdiend. De taakstelling wordt gemeentebreed ingevuld.

Taakstellingen organisatie / bedrijfsvoering en ondersteunende afdelingen Verwacht wordt dat binnen de lopende organisatie aanpassing de taakstelling gerealiseerd kan worden.

Begroting 2019 - Algemeen 28 3.4. Materieel evenwicht Volgens de financiële toezichtskaders en de voorschriften beschreven in het BBV moet de begroting 2019, danwel de meerjarenraming materieel in evenwicht zijn, waarbij structurele lasten gedekt worden door structurele baten. Dit betekent dat het begrotingsresultaat ‘geschoond’ moet zijn van incidentele baten en lasten. Uitgaande van een totaal aan structurele lasten en structurele baten ziet het materieel begrotingsevenwicht er in meerjarig perspectief als volgt uit:

Begrotingsresultaat 2019 ( = A ) 66 1.208 998 1.127

Incidentele baten en lasten begroting ( = B ) 2019 2020 2021 2022 lasten baten lasten baten lasten baten lasten baten Prgr 1 Lasten verkiezingen 400 220 220 1 Verkiezingen - bijdrage vanuit de reserve 400 220 220 2 Strategische acquisitie 125 2 Geluidsplan Werkas 100 2 Dekking uit reserves 225 2 Programmabureau Emmen Vernieuwt 362 2 Reserve Atalanta 362 2 Verschuiven budget bedrijvenregeling van 2021 naar 2019 410 410 2 Af: dekking via de algemene reserve 410 410 2 Programmabureau EV dekken uit reserve 900 2 Kosten EV dekken uit reserve 250 5 Energienota 2017-2020 200 200 5 Dekking uit reserves 200 200 5 Aanvullen reserve boekwaarde 500 1.222 531 5 Dekking uit herpriotering reserves/incidentele middelen 1.222 531 5 Middelen bodemsanering vrijval uit reserve 1.500 1.500 6 Rechtmatigheidsscreeningen 250 6 Gemeentelijke basisprocessen inkomen 100 100 9 Aanloop/transitiekosten Menso 246 9 Dekking uit reserves 246 9 Benodigde middelen Bed-Bad-Brood 456 400 9 Middelen schulden en armoede dekking mei-circulaire 179 179 10 Kosten FLO Brandweer 174 491 10 Algemene reserve 174 10 Vrijval bestemmingsreserves 359 10 Suppletieuitkering OZB (gemeentefonds) 208 Totaal incidentele baten/lasten 2.823 5.413 1.200 1.879 1.852 1.852 1.242 751 Saldo incidentele baten/lasten 2.590 679 0 -491

Begrotingsresultaat exclusief incidentele posten ( A - B) -2.524 529 998 1.618

Correctie structureel begrotingsresultaat ( C ) Taakstelling opdrachten / inbesteding EMCO -950 -800 -600 -600

Materieel evenwicht ( A - B - C) -3.474 -271 398 1.018 *Alleen incidentele baten en lasten boven € 100.000 zijn weergegeven.

Begroting 2019 - Algemeen 29 3.5. Sociaal Domein

3.5.1. Beleidskaders Door de raad is besloten om bij de begroting en de jaarrekening inzicht te geven over de inkomsten en de uitgaven binnen het sociaal domein. Daarmee kan de raad monitoren hoe de rijksmiddelen zich verhouden tot de uitgaven. Een door de raad in het verleden gegeven beleidskader is dat het sociaal domein wordt uitgevoerd binnen de rijksmiddelen. In het kader van de ontwikkelingen binnen het sociaal domein stellen wij in het collegeprogramma de volgende kaders voor:  Ons uitgangspunt is nog steeds dat we de uitvoering van de nieuwe taken in het sociaal domein doen met de rijksmiddelen. In het Interbestuurlijk Programma zijn afspraken gemaakt tussen het Rijk en de VNG over een verbrede koppeling van de rijksuitgaven aan het gemeentefonds en de integratie van een groot deel van de middelen sociaal domein in het gemeentefonds. Als gevolg van de verbrede koppeling nemen ook de rijksmiddelen sociaal domein de komende jaren behoorlijk toe. Tevens hebben we bij de meicirculaire 2018 fors meer geld gekregen voor de kosten Voogdij/18+. Door deze ontwikkelingen blijven naar verwachting de uitgaven meerjarig binnen de rijksmiddelen.  Een deel van de middelen die we van het Rijk krijgen voor het sociaal domein wordt vanaf 2019 onderdeel van de algemene uitkering die de gemeente ontvangt. Daarmee zijn deze middelen niet langer expliciet zichtbaar als ‘specifieke gelden sociaal domein’. Het idee achter deze integratie is het ontkokeren van de financiële middelen.1  Het begroten van de uitgaven in het sociaal domein zal in de toekomst meer gebaseerd worden op wat er nodig is aan middelen voor een bepaalde taak. Daarbij wordt ook gekeken naar maatschappelijk rendement van de ingezette middelen.  Voor de komende vier jaar is de optimalisatie van het maatschappelijk rendement van de ingezette middelen een belangrijke doelstelling. Dit gaan we als volgt vormgeven: o Via monitoring willen we beter in beeld krijgen waar ons beleid effectief en efficiënt is. Waar de inspanningen niet tot gewenste resultaten leiden, zullen wij ontschotten, ombuigen en aanpassen. o De inhoudelijke integratie ondersteunen we door financieel (zoveel mogelijk) de schotten tussen de onderscheiden kostenbudgetten te slechten. o We gaan deze bestuursperiode maatregelen nemen om de kosten jeugdhulp om te buigen.

3.5.2. Inkomsten en uitgaven 2019 tot en met 2022 Binnen de begroting 2019 zijn de geraamde inkomsten en uitgaven sociaal domein voor de jaren 2019 - 2022 hierna weergegeven. x € 1.000 Ink.2019 Uitg. 2019 Saldo 2019 Ink.2020 Uitg. 2020 Saldo 2020 Jeugdhulp 30.694 32.589 -1.895 31.605 31.973 -368 WMO-begeleiding 19.678 13.952 5.726 20.269 13.906 6.364 WMO-beschermd wonen 21.352 20.532 820 21.341 20.585 756 Participatie - WSW 23.728 26.969 -3.241 22.150 25.609 -3.459 Participatie - Werkdeel 6.914 6.914 0 7.041 7.041 0 Totaal 3 decentralisaties 102.367 100.957 1.411 102.406 99.113 3.293 WMO-huishoudelijke hulp 11.796 11.522 274 12.294 11.804 490 Vrouwenopvang 3.277 3.026 251 3.314 3.026 288 Maatschappelijke opvang 3.228 3.531 -303 3.228 3.531 -303 Participatiewet - BUIG 51.511 51.706 -195 52.191 51.570 621 Totaal overige sociaal domein 69.812 69.785 27 71.026 69.931 1.095 Totaal sociaal domein 172.179 170.742 1.437 173.432 169.044 4.388

x € 1.000 Ink.2021 Uitg. 2021 Saldo 2021 Ink.2022 Uitg. 2022 Saldo 2022 Jeugdhulp 32.384 32.065 319 33.049 31.979 1.070 WMO-begeleiding 20.875 14.242 6.632 21.365 14.426 6.939 WMO-beschermd wonen 21.341 20.903 438 21.341 21.219 121 Participatie - WSW 21.257 24.315 -3.058 20.319 23.051 -2.732 Participatie - Werkdeel 7.090 7.090 0 7.191 7.191 0 Totaal 3 decentralisaties 102.947 98.616 4.331 103.265 97.867 5.398 WMO-huishoudelijke hulp 13.084 11.992 1.093 13.452 12.186 1.266 Vrouwenopvang 3.418 3.026 392 3.418 3.026 392 Maatschappelijke opvang 3.228 3.531 -303 3.228 3.592 -364 Participatiewet - BUIG 53.652 51.505 2.147 54.737 51.218 3.519 Totaal overige sociaal domein 73.382 70.054 3.328 74.835 70.022 4.813 Totaal sociaal domein 176.329 168.670 7.659 178.100 167.889 10.211

1 De uitsplitsing van de bedragen die zijn opgegaan in de algemene uitkering wordt niet gegeven via de circulaires, maar kan alleen worden opgehaald via het programma Frontin PAUW. Daarbij wordt een indeling van de algemene uitkering naar cluster gemaakt. Bij deze indeling wordt zichtbaar welke voormalige integratie- uitkeringen inbegrepen zijn in de algemene uitkering.

Begroting 2019 - Algemeen 30 Met betrekking tot het sociaal domein is er in 2019 ten opzichte van de rijksmiddelen een voordeel van circa € 1,4 miljoen. Dit loopt op tot € 10,2 miljoen in 2022.

Een analyse op grote lijnen van dit resultaat is dat er: - een fors voordeel is op WMO-begeleiding - er een fors tekort is op de WSW en - de BUIG meerjarig een voordeel geeft.

Met betrekking tot dit financiële plaatje zijn de volgende kanttekeningen te maken: - Er is (in tegenstelling tot voorgaande berekeningen) geen rekening gehouden met kosten Jeugdhulp die worden gedekt door de voormalige rijksbijdrage Centrum Jeugd en Gezin ad ruim € 2 miljoen; deze rijksbijdrage is een aantal jaren geleden al geïntegreerd in de algemene uitkering - Voor Menso zijn alleen de kosten voor de re-integratie (participatie - werkdeel) opgenomen - De berekening is exclusief uitgaven bijzondere bijstand, minimabeleid, WMO-voorzieningen (oud-WVG) en schulddienstverlening - Bij beschermd wonen bestaat er een inspanningsverplichting op het afbouwen van capaciteit. E.e.a. conform advies van de commissie Dannenberg. - Er is rekening gehouden met besparingen volgens de ombuigvoorstellen: o de ombuiging op kosten Tegemoetkoming Chronisch zieken en Gehandicapten (dit valt onder WMO-begeleiding) ad € 1.234.000 is opnieuw ingezet via de investeringsagenda voor SAM-beleid, schulddienstverlening etc. Dit opnieuw inzetten zit als uitgaven niet in de tabel o de ombuiging op kosten jeugdhulp oplopend naar € 2 miljoen o het nieuwe basisscenario BUIG - Het voordeel BUIG wordt in 2022 uit voorzichtigheid voor een deel gereserveerd (bedrag van € 1.019.000) - Er is nog geen rekening gehouden met de investering op uitstroom BUIG op basis van het collegeprogramma (de 3 sporen).

Reserve sociaal domein Door de raad is besloten dat de structurele posten sociaal domein via de begroting lopen (en dus niet meer via de reserve sociaal domein). Naar verwachting is de stand van de reserve sociaal domein per 01-01-2019 € 758.000 negatief en loopt dit op tot € 1,0 miljoen negatief in 2020 zoals weergegeven in onderstaande tabel. De negatieve stand wordt met name veroorzaakt omdat bij de jaarrekening 2017 extra uit de reserve sociaal domein is onttrokken voor dekking van in 2017 opgetreden extra zorgkosten.

Bedragen x € 1000 2019 Prognose stand reserve sociaal domein 1-1 -758 Ingroeipad objectieve verdeelmodellen/cumulatieregeling -3

Aanloopkosten/transitiekosten Menso -246 Prognose stand reserve sociaal domein 31-12 -1.007

Bij de berekening van het weerstandsvermogen 2019 is rekening gehouden met deze negatieve stand (zie de paragraaf weerstandsvermogen). Desalniettemin zullen wij uiterlijk bij de jaarrekening 2018 (en zo mogelijk bij berap 2018-II) deze reserve weer aanvullen met een bedrag van € 1 miljoen.

Begroting 2019 - Algemeen 31

Programmaplan

Begroting 2019 - Programma's 33

Begroting 2019 - Programma's 34 Programma 1 Inwoners en bestuur

Programma Inwoners en bestuur 1

Het programma ‘Inwoners en bestuur’ omvat alle beleid en activiteiten van de gemeente op het gebied van de bestuursuitoefening en dienstverlening. De volgende taken maken deel uit van dit programma:  Bestuur  Burgerzaken

1. Trends en ontwikkelingen

Emmen 2030; dáár wil je zijn. Democratie dichterbij

De tijd dat wij als gemeente alleen bepalen wat goed voor inwoners is, ligt ver achter ons. Inwoners kennen hun omgeving het beste en weten wat nodig is voor hun dorp of wijk. We geven inwoners en de erkende overlegpartners in de dorpen en wijken de ruimte om hun eigen mening, kennis en kwaliteiten in te zetten en oplossingen te bedenken. Wij zijn er voor de samenleving. Wat ons bindt is de gemeenschappelijkheid van één gemeente, tegelijkertijd wetende dat geen dorp of wijk gelijk is. Juist door deze verschillen mogen inwoners van ons verwachten dat zij gehoord worden, dat zij zeggenschap en regie krijgen over hun eigen omgeving.

Betrokken gemeente Steeds meer gemeenten zien de veranderende rol van de gemeente in een veranderende samenleving. In toenemende mate werken overheden samen met inwoners en partners uit de samenleving aan maatschappelijke opgaven. Ook wij verwachten dat inwoners steeds meer zelf invulling geven aan de samenleving. Wij geven als gemeente een andere invulling aan onze rol: meer van de samenleving, andere overheid. Wij doen al veel in samenwerking en samenspraak met

Begroting 2019 - Programma's 35 Programma 1 Inwoners en bestuur

inwoners. Maar als het gaat om democratie dichterbij willen wij meer aansluiten bij wat er bij inwoners leeft, uitnodigend zijn richting inwoners om initiatief te nemen en deze ondersteunen. We zoeken daarbij naar maatwerkoplossingen en flexibiliteit in regels. In het streven naar een ‘democratie dichterbij’ zijn wij ons bewust dat het een gezamenlijke zoektocht betreft naar de juiste balans tussen algemeen belang en individueel belang, tussen beheersen en creëren, tussen regels en loslaten in vertrouwen. Dit vraagt van ons een andere bestuurlijke werkwijze en een andere houding en ander gedrag van medewerkers. De Erkende Overlegpartners (EOP) vervullen een belangrijke rol in de relatie tussen bestuur en inwoners. De veranderende samenleving vergt echter dat we samen met de EOP’s kijken naar democratische vernieuwing en de rol van de EOP in het dorp of de wijk.

Burgerbegroting In 2018 hebben we de twee pilots van de burgerbegroting geëvalueerd. Uit deze evaluatie blijkt dat de burgerbegroting betrokkenheid van de inwoners bij de wijk vergroot. Eén van de gesprekpartners beschreef het op deze manier: ‘Dit geeft een gevoel van trots’. Inwoners van Emmerhout en Nieuw-Dordrecht zien een toename van de saamhorigheid in de wijk en in het dorp. De ervaring van de afgelopen twee jaar is geweest dat de burgerbegroting goed werkt als de gemeente faciliteert en samenwerkt op basis van onderling vertrouwen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het uitstralen van het vertrouwen dat dorpen en wijken de budgetten goed beheren, dat inwoners verantwoordelijk omgaan met hun leefomgeving, en dat er fouten gemaakt mogen worden. De burgerbegroting werkt als het aansluit bij (de beweging die er in) het dorp of de wijk (is) en past bij het dorp/wijk.

Integrale dorp- en wijkgerichte aanpak Elk dorp of wijk in onze gemeente heeft zijn eigen ruimtelijke, sociale, demografische en economische kenmerken en opgaven. Deze opgaven staan niet los van elkaar. Zo is de inrichting van de openbare ruimte van invloed op het veiligheidsgevoel van inwoners in hun buurt. Zo kan een goed vestigingsklimaat voor bedrijven de MKB-sector versterken, lokaal werkgelegenheid creëren en werkloosheid tegengaan. Zo zal het tegengaan van leegstand verpaupering van wijken voorkomen en de daarmee samenhangende criminaliteit en overlast. Het bestrijden van laaggeletterdheid biedt inwoners betere kansen op betaald werk, waardoor ze minder een beroep doen op voorzieningen. Dit zijn slechts vier voorbeelden die zich vervolgens onderling vaak tot elkaar verhouden. Er zijn verschillen tussen dorpen en wijken. Dat is niet erg. De vraag is hoe we met deze verschillen omgaan. Elk vraagstuk heeft zijn eigen schaalgrootte, elk dorp of wijk vraagt om zijn eigen aanpak.

Samenwerking met andere overheden In deze tijd van verregaande regionalisering en zelfs mondialisering maar ook van kleinschalige lokale verbanden, is de gemeente de ‘eerste overheid’. Aangehaakt zijn bij (inter)nationaal beleid en bovenlokaal regievoeren bij regionale vraagstukken zijn belangrijke aspecten van onze strategische visie om de gemeente Emmen en de regio op de kaart te zetten. Als antwoord op toenemende complexiteit en het behalen van schaalvoordelen zoeken wij bestuurlijke samenwerking. We doen dit op grensoverschrijdende regionale schaal op het terrein van werkgelegenheid, arbeidsmarkt en zorg. In BOCE verband (Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen) zijn de besturen in gesprek om gezamenlijke visie en ambities voor Zuidoost-Drenthe vast te stellen en om de potentie en de opgaven van de regio te verkennen voor leefbaarheid, toerisme en recreatie, Omgevingswet en bereikbaarheid.

De Algemene ledenvergadering van de VNG heeft 27 juni 2018 het Interbestuurlijk programma (IBP) bekrachtigd, zoals vastgelegd in de ‘Programmastart IBP’. Binnen het IBP gaan het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen samenwerken aan grote maatschappelijke opgaven. Voor de uitwerking van de maatschappelijke opgaven uit het IBP wordt zoveel mogelijk aangesloten bij bestaande structuren. Voor Emmen en de regio is het heel belangrijk actief aan te sluiten bij bestuurlijke overleggen die er zijn, bijvoorbeeld VNG commissies, bestuurlijk overleg G40, strategische agenda VDG, regionale samenwerkingsverbanden. Deze overleggen gaan in hoofdzaak over de 10 gedefinieerde thema’s waar het Rijk en de decentrale overheden samen in optrekken.

Persoonlijke dienstverlening Digitale dienstverlening gaat hand-in-hand met persoonlijke dienstverlening. Digitale dienstverlening is persoonlijk wanneer er aandacht is voor de klant in het digitale proces en wanneer het digitale proces bijdraagt aan een snelle en zorgvuldige afhandeling van deze vraag. Er zijn ook momenten dat de klant behoefte heeft aan persoonlijk contact. De klant wil gehoord en serieus genomen worden. Hiervoor is het belangrijk dat regels en procedures niet leidend zijn. Medewerkers van de gemeente spelen een sleutelrol in persoonlijke dienstverlening. Er is aandacht nodig voor de manier waarop zij de klant helpen met hun vraag. Klanten verwachten dat de gemeente haar afspraken met hen nakomt en aangenaam verrast worden met de service die de gemeente hen biedt.

Begroting 2019 - Programma's 36 Programma 1 Inwoners en bestuur

2. Wat willen we bereiken

INWONERS EN BESTUUR (betrokken gemeente) Democratie dichterbij  De relatie tussen inwoners en gemeente versterken, door de betrokkenheid van inwoners te vergroten en de aanspreekbaarheid van de gemeente te verbeteren.  Meer invloed van de burger in de eigen leefomgeving zowel fysiek als sociaal. Bestuurlijke samenwerking  Door regionale bestuurlijke samenwerking op vastgestelde thema’s leefbaarheid, toerisme en recreatie, omgevingswet en bereikbaarheid de gemeente Emmen en de regio op de kaart zetten. Dienstverlening  Klanten zijn tevreden over de manier waarop zij door de gemeente zijn geholpen met hun vraag. Zij voelen zich gehoord, serieus genomen en op de juiste wijze aangesproken.  De inwoner en ondernemer staat voor ons centraal in onze dienstverlening. Dienstverlening is nabij, dit kan persoonlijk contact zijn maar ook digitale dienstverlening. Wij communiceren proactief en in ons dienstverleningshandvest zijn wij helder over wat inwoners van ons mogen verwachten.

3. Wat doen we ervoor

Agenda democratie dichterbij We gaan in 2019 de agenda ‘democratie dichterbij’ opstellen. Een agenda die gaat over het proces om in interactie met elkaar (raad, college, ambtelijke organisatie, inwoners en EOP’s) een gezamenlijk beeld te vormen over democratie dichterbij. Een agenda die de bewustwording over de democratische vernieuwing vergroot: hoe kunnen we de relatie tussen inwoners en gemeente versterken, welke spelregels spreken we met elkaar af en wat betekent dit voor de rol van de gemeenteraad, van het college en van onze ambtenaren. In 2019 gaan we experimenteren met andere vormen van democratie, zoals bijvoorbeeld Right to Challenge en e-participatie.

Voortzetten Burgerbegroting Een belangrijke constatering uit de evaluatie van de burgerbegroting is dat er binnen de gemeente Emmen onder ambtenaren, raadsleden en bestuurders nog onvoldoende sprake is van een gedeelde visie en gedeelde waarden. Dit heeft tot gevolg dat er tegengestelde signalen worden geconstateerd, die van ‘ruimte geven’ en ‘loslaten’ en aan de andere kant die van ‘controle’ en ‘sturing’. De ervaring is dat de gemeente eerst (nog) (te)veel stuurde, controleerde en weinig vertrouwen uitstraalde, is wel in de 2 jaar erg verbeterd. De evaluatie van de burgerbegroting geeft veel handvaten voor het (door)ontwikkelen van een gedeelde visie en gedeelde waarden over de rollen en verantwoordelijkheden. Of anders gezegd over de gezamenlijke beelden bij loslaten, ruimte geven en vertrouwen geven. We hebben de intentie om de twee bestaande pilots in Emmerhout en Nieuw Dordrecht in 2019 voort te zetten. Tevens gaan we onderzoeken of en in welk dorp of wijk we aanvullend de burgerbegroting gaan inzetten.

Integrale dorp- en wijkgerichte aanpak We ontwikkelen een kader op basis waarvan we een maatwerk aanpak kunnen uitvoeren. In Angelslo wordt gestart met de pilot integrale dorp- en wijkgerichte aanpak. Vanuit de woon- en leefbaarheidsvisie, de wijkvisie en de sociale agenda wordt gekeken welke uitdagingen in Angelslo in samenhang aangepakt moeten worden. In deze pilot komen alle thema’s leefbaar, duurzaam, bereikbaar, sociaal en ondernemend samen. Door de actuele agenda’s uit het fysieke, sociale en economische domein op elkaar af te stemmen en gelijktijdig te laten optrekken, weten we wat er in de dorpen en wijken moet gebeuren. Dat leidt tot een effectievere maatwerkaanpak.

Doorontwikkeling EOP’s De relatie tussen inwoners en overheid verandert. In deze relatie zijn de EOP’s ieder op zijn eigen manier belangrijk. In deze veranderende samenleving willen we samen met de EOP’s kijken welke rol zij kunnen spelen in het versterken van de relatie inwoner – overheid, welke rol zij kunnen/willen spelen op sociaal gebied. Gezamenlijk willen we onderzoeken hoe we de beschikbare budgetten effectiever kunnen inzetten in de dorpen en wijken en het democratisch proces rondom de allocatie van deze middelen kunnen versterken. In dat kader wordt voorgesteld de ruimte binnen de EOP-budgetten te reserveren voor lokale initiatieven (100.000 euro jaarlijks). Het rekenkameronderzoek EOP’s en de uitkomsten van de werkgroep gaan we aangrijpen om het

Begroting 2019 - Programma's 37 Programma 1 Inwoners en bestuur

gesprek te voeren over de democratische vernieuwing en de rol van de EOP in het dorp of de wijk.

Operationaliseren Strategienota In de steeds snellere en soms exponentieel veranderende omgeving zijn langere termijnvisies vaak korter houdbaar dan verwacht. Bij het werken aan de “Strategienota 2030” zijn wij ons daarvan bewust. Wij richtten daarom het proces zo in dat er periodieke monitoring en bijsturing mogelijk is. We werken met scenario’s en bandbreedtes zodat we keuzes kunnen maken die nodig zijn in een complex-dynamische omgeving. In 2019 gaan we verder met het vertalen van de streefbeelden en dragende thema’s van de strategienota naar onze dagelijkse werkzaamheden, ofwel een ‘levend document’ maken van de Strategienota. We beginnen met een corporate story. De bedoeling van dit verhaal is, dat we juist in de gemeentelijke organisatie de verbinding zoeken tussen waar we naartoe willen met de gemeente Emmen (strategienota), de bestuurlijke ambities (bestuursakkoord en collegeprogramma) en de organisatieontwikkeling (Emmen Ontwikkelt Verder).

Regionale samenwerking Ten behoeve van de operationalisering na de beleidsagenda BOCE wordt er in 2018 een projectorganisatie opgezet. Deze projectorganisatie zorgt er in 2019 voor dat de projecten die voortvloeien uit de beleidsagenda effectief en efficiënt worden uitgevoerd. De inhoudelijke en financiële bijdrage van de gemeente Emmen aan het verder operationaliseren van de beleidsagenda BOCE vindt plaats vanuit de betrokken beleidsvelden en budgetten. Met rijk en provincie sluiten we een regiodeal (zie programma 5).

Doorontwikkeling dienstverlening Het dienstverleningshandvest is in september besproken in de gemeenteraad. Het handvest is tot stand gekomen op basis van informatie over de klantwens uit eerder gehouden klantonderzoeken en met input van de organisatie. Om aan te blijven sluiten bij de klantwens, gaan wij ook in 2019 aan de slag met onze dienstverleningsnormen. Wij gaan in 2019 samen met klanten de normen uit het handvest en de uitvoering hiervan evalueren. Daarnaast hebben wij de ambitie om de reactietermijn van e-mail te verkorten en willen wij nader in gesprek over kanaalsturing. Al deze informatie biedt input voor de volgende versie van het dienstverleningshandvest.

Laaggeletterdheid In het kader van dienstverlening is het goed dat medewerkers bewust zijn van laaggeletterdheid bij een deel van de klanten. In al onze uitingen naar inwoners toe gaan we hiermee rekening houden. In programma 4 gaan we in op het terugdringen van laaggeletterdheid in Emmen in het algemeen.

Onderzoeken klantbehoefte In 2019 wordt de klantbehoefte op verschillende manieren gemeten. Zo gaan er, evenals in 2018 op casusniveau gesprekken plaatsvinden met inwoners en ondernemers over hun klantbeleving. Daarnaast gaan wij aan de slag met Klantreizen en de Klant Contact Monitor.

Klantreizen In 2018 hebben wij geëxperimenteerd met de methodiek ‘klantreizen’. Hierbij hebben we gebruik gemaakt van de klantreis-methodiek, ontwikkeld door Stenden Hogeschool. Daarbij ligt de nadruk op contactmomenten van de klant met de gemeente: de eerste indruk, het prettigste contactmoment, het minst prettige contactmoment en het eindoordeel van de klant over het contact, het product en het proces erom heen. Met behulp van de klantreis hebben medewerkers geleerd op een andere manier naar de klant te kijken. Daarbij is er ook een duidelijke verandering in mindset te zien bij de medewerkers die de klantreis-methodiek hebben doorlopen. Op basis van de positieve ervaringen van 2018, zijn we voornemens in 2019 verder te gaan met de methodiek klantreizen om steeds meer medewerkers hier onderdeel van te kunnen laten zijn.

Klant Contact Monitor Middels klantsignaalmanagement gaan wij met de Klant Contact Monitor (KCM) een verdieping maken op onze huidige onderzoeksmethoden. In 2019 staat hiervoor het klantproces ‘meldingen openbaar gebied’ centraal.

Digitale dienstverlening Wij willen dat de inwoners snel een antwoord op hun vragen krijgen. Digitale dienstverlening sluit hier op aan. Digitale dienstverlening is niet per se goedkoper dan en zeker geen vervanging van persoonlijke dienstverlening. Het is een mooie aanvulling op. Wij stimuleren digitale dienstverlening en bieden veel diensten digitaal aan, maar uiteindelijk is het de inwoner die bepaalt op welke wijze hij in contact wil zijn met de gemeente.

Verkiezingen In 2019 vinden er 4 verkiezingen plaats, te weten Dorpsraden Erica en , Provinciale

Begroting 2019 - Programma's 38 Programma 1 Inwoners en bestuur

verkiezingen, Waterschapsverkiezingen en Europese verkiezingen. Dit vraagt om aandacht en zorg om deze verkiezingen voorspoedig en efficiënt te laten verlopen.

Verminderen regeldruk ondernemers In 2018 heeft het Ministerie van Economisch Zaken en Klimaat (EZK) heeft een mysterycliënt onderzoek uit laten voeren naar de kwaliteit van de dienstverlening aan bedrijven. Onze gemeente is een van de gemeenten die onderzocht is. Tijdens het onderzoek is gekeken naar de dienstverlening op het gebied van telefoon en e-mail. Onze gemeente scoort goed op de uitgevraagde thema’s. Wij willen dit vasthouden en gaan met de geboden aanbevelingen aan de slag.

Identiteitsmanagement Eén van de kerntaken van Burgerzaken is het vastleggen van de identiteit van een persoon. Het wordt steeds belangrijker dat iemand zich ook digitaal moet kunnen identificeren. Op dit moment gebeurt dit door DigiD en eHerkenning. Er wordt gewerkt aan een authenticatiemiddel dat aan hogere veiligheidseisen voldoet en de uitrol hiervan in 2019 gaat beginnen. Rijbewijs en identiteitskaart worden voorzien van een nieuwe chip. Bij de uitrol van een nieuwe digitale identiteit, wordt de fysieke identificatie nog veel belangrijker. Een persoon kan met deze digitale identiteit heel veel meer zaken digitaal regelen. Het is noodzakelijk dat er met 100% zekerheid kan worden vastgesteld dat deze persoon is wie hij zegt dat hij is.

Beleidsindicatoren De beleidsindicatoren geven een toelichting op voorgaande paragrafen “Wat willen we bereiken” en “Wat doen we ervoor”. Vanaf deze begroting kiezen we voor onderstaande indicatoren.

Onderstaande tabel toont de waardering van inwoners en ondernemers over de dienstverlening van de gemeente Emmen, zowel de directe als de digitale dienstverlening.

Beleidsindicatoren Gerealiseerde Begroting 2018 Begroting 2019 indicator (meest Streefwaarde Streefwaarde recente jaar) indicator indicator

Emmense beleidsindicatoren Oordeel burger over dienstverlening aan de balie (1<>10) 8,6 (2017) 8 8 Oordeel burger over dienstverlening aan de telefoon (1<>10) 8 (2017) 8 8 Oordeel burger over dienstverlening via de website (1<>10) 7,2 (2017) 8 8 Tabel 1. Waardering inwoners en ondernemers

Onderstaande grafiek toont tijdige afhandeling van zaken en contacten. Onze streefwaarde is dat 90% tijdig is beantwoord (bron: concernjaarplan).

100%

90%

80%

70%

60%

50%

40% 2015 2016 2017 2018 (juli) 2019 doel % tijdig afgehandelde contacten % tijdig afgehandelde zaken

Grafiek: 1 tijdige afhandeling contacten en zaken (bron: medewerkersportaal)

Begroting 2019 - Programma's 39 Programma 1 Inwoners en bestuur

4. Wat mag het kosten 4.1 Lasten en baten Taakveld (Bedragen * € 1.000) 2019 2020 2021 2022 Bestuur 5.327 5.328 5.300 5.301 Burgerzaken 3.565 3.127 3.361 3.316 Totaal Lasten 8.891 8.455 8.661 8.617 Burgerzaken 1.275 1.229 1.288 1.291 Totaal Baten 1.275 1.229 1.288 1.291 Saldo 1 Inwoners en Bestuur (bruto) 7.617 7.227 7.373 7.326 Bestuur 90 14 Burgerzaken 400 220 220 Totaal Onttrekking 490 14 220 220 Burgerzaken 133 133 133 133 Totaal Storting 133 133 133 133 Mutatie reserves -357 119 -87 -87 Saldo 1 Inwoners en Bestuur (netto) 7.260 7.346 7.286 7.239

5. In welke documenten is relevant beleid vastgelegd  Bestuursakkoord 2018-2022 ‘Samen investeren!’  Collegeprogramma 2018-2022 ‘Samen investeren!’  Strategienota Emmen 2030; daar wil je zijn  Dienstverleningshandvest 2018.

Begroting 2019 - Programma's 40 Programma 2 Economie en werkgelegenheid

Programma Economie en werkgelegenheid 2

Het programma Economie en werkgelegenheid omvat al het beleid en activiteiten die door de gemeente worden uitgevoerd om de economische structuur te versterken en om de werkgelegenheid te stimuleren.

1. Trends en ontwikkelingen

Emmen 2030; dáár wil je zijn. Innovatieve kern in Noord en Oost Nederland: moderne industrie, vrijetijdseconomie, onderwijs en leefomgeving. In 2030 onderscheidt Emmen zich als innovatieve kern in Noord en Oost Nederland. De eigen kracht van de Dutch TechZone is met de grote bedrijvigheid in de topsector High Tech Systemen en Materialen (HTSM) tot optimale wasdom gekomen en is de drager van onze regionale economie. In 2030 moeten toeristen niet om Emmen heen kunnen. Door onderscheidende, innovatieve activiteiten en door in te zetten op de speerpunten: Wildlands, Emmen centrum, Veenvaart, Bargerveen en Geopark De Hondsrug en het Rensenpark is Emmen nog aantrekkelijker voor inwoners en toeristen. Door stevig in te zetten op kwaliteit en vernieuwend vermogen beschikt Emmen in 2030 nog steeds over een onderwijsaanbod op HBO en MBO niveau van voldoende omvang en diversiteit. Doorlopende leerlijnen techniek en nieuwe leerconcepten zorgen voor voldoende goed opgeleid personeel. Er is meer sprake van een ‘studentencultuur, of eigenlijk een ‘jongerencultuur’, met meer uitgaansmogelijkheden waardoor studeren in Emmen ook daardoor aantrekkelijker wordt.

Begroting 2019 - Programma's 41 Programma 2 Economie en werkgelegenheid

Emmen 2030; dáár wil je zijn. Logistiek knooppunt tussen de Randstad en Noordoost-Europa, die vernieuwend is vertaald in werkgelegenheid In 2030 staat Emmen bekend vanwege zijn rol rond slimme en groene logistiek. In 2030 is heel Emmen goed ontsloten via personen- en goederenvervoer en via de digitale snelweg. De reistijd tussen Emmen en andere belangrijke steden in Nederland en Duitsland moet zodanig zijn teruggebracht dat van een perifere ligging geen sprake meer zal zijn. De positie van Emmen als logistiek knooppunt en als één van de vier grootste dragende steden van het Noorden vraagt om betere verbindingen met Groningen en Enschede. Emmen is in 2030 goed aangesloten op de nieuwe zijderoutes en kent meer logistiek-intensieve bedrijvigheid en werkgelegenheid. De E233 is in 2030 klaar voor de nieuwste technische ontwikkelingen zoals automatisch en slim vervoer.

Economische ontwikkelingen De Nederlandse economie floreert. De arbeidsmarkt verkrapt en Nederlandse bedrijven hebben steeds meer moeite geschikt personeel te vinden. We hebben als gemeente geen invloed op dergelijke macro-economische ontwikkelingen1. We blijven echter wel inzetten op stimulering van werkgelegenheid in onze gemeente.

Naast een gezonde macro economische ontwikkeling hebben we als regio meer nodig om onze regionale economische situatie meerjarig te versterken en qua werkloosheid het verschil met het landelijk gemiddelde te verkleinen. In lijn met de strategische visie en de aanbevelingen van de commissie Vollebregt blijven we in 2019 daarom onze aandacht richten op het versterken van de economische structuur, met bijzondere aandacht voor ons vestigingsklimaat, een goede fysieke bereikbaarheid, slimme en duurzame economie, een optimale aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt, sterke land- en tuinbouwsector en een attractieve regio voor recreatie en toerisme.

2. Wat willen we bereiken

ECONOMIE EN WERKGELEGENHEID (ondernemende gemeente) Goed vestigingsklimaat  Voldoende en aantrekkelijke bedrijventerreinen voor alle typen bedrijven die zich willen vestigen en uitbreiden  Binnen Dutch TechZone verband netwerkvorming tussen bedrijven en kennisinstellingen in de speerpuntsectoren High Tech Systemen en Materialen (HTSM), Chemie, Logistiek en Energie.  De bedrijvenregeling Dutch TechZone stimuleert innovatie en investeringen in en door bedrijven in de topsectoren HTSM, Chemie, Logistiek en Energie. Goede fysieke bereikbaarheid  Logistiek knooppunt tussen de Randstad en Noordoost Europa  Sterke corridors A28-A37-E233 en Groningen-Zuidoost Drenthe-Twente (N34)  Betere en waar mogelijk, uitgebreide (inter-) nationale spoorverbindingen. Slimme economie  Emmen werkt op basis van de Strategienota volgens het ‘Smart city, smart region’ concept  ‘Launching customer’ voor de lokale economie en de verduurzaming  Een goede digitale infrastructuur en zo mogelijk gratis WiFi in het centrum. Duurzame economie  Verduurzaming bedrijfsleven, inclusief land- en (glas-)tuinbouw  Vooraanstaande rol kennisinstellingen en bedrijfsleven in Biobased Economy in Europees verband behouden en uitbouwen. Optimale aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt  Strategische kennis- en onderwijsnotitie over de positie van het middelbaar en hoger beroepsonderwijs in Emmen  Opleidingen voorzien in de behoeften van de arbeidsmarkt. Land- en tuinbouw van economisch belang  Factor van economisch belang en mede-drager van de leefbaarheid van ons uitgestrekte buitengebied  Innovatieve verduurzaming van de sector. 

1 Het UWV heeft medio 2018 de meetwijze van de werkloosheidscijfers gewijzigd, hierdoor zijn geen relatieve aantallen beschikbaar die we kunnen vergelijken met voorgaande perioden

Begroting 2019 - Programma's 42 Programma 2 Economie en werkgelegenheid

BOUWEN, WONEN EN MILIEU (leefbare gemeente) Attractieve regio voor recreatie en toerisme  Groei van de werkgelegenheid in de toeristische sector  Onze gemeente en Zuidoost-Drenthe zijn nog beter zichtbaar op de toeristische kaart  Goede aansluiting op de behoefte aan kwaliteit en beleving van de moderne vrijetijdsconsument.

3. Wat doen we ervoor

Een goed vestigingsklimaat In 2019 inventariseren we de middellange en lange termijn behoefte aan bedrijventerreinen zodat we in ons beleid goed kunnen inspelen op de marktvraag. We blijven een stuwende rol spelen binnen ons prioritair samenwerkingsverband de Dutch TechZone en de Noordelijke samenwerking. We gaan in lijn met de aanbevelingen van de commissie Vollebregt – Alberda van Ekenstein werken aan meer economische samenwerking met de regio Twente en regio Zwolle.

We maken een beleidsnotitie waarin we het buitenlands beleid van de gemeente formuleren. Onderdeel hiervan is de Duitslandagenda. Bij onze Duitse buren ligt onze eerste prioriteit. Tevens blijven wij ons via het NG4 EU-Office richten op Brussel. Activiteiten in andere landen ontwikkelen wij op basis van vraag van onze partners. Daarnaast richten we ons nadrukkelijker op de rijksoverheid.

We investeren binnen het Dutch TechZone verband in de netwerkvorming tussen bedrijven en kennisinstellingen in de sectoren HTSM, Biobased Economy, Logistiek en Energie. We zetten de Bedrijvenregeling Dutch TechZone in 2019 op basis van de evaluatie 2018 voort. We investeren conform het collegeprogramma structureel in de clustering van de sectoren HTSM en Biobased Economy (met de bedoeling dit uit te bouwen) en voor het aanjagen van economische ontwikkelingen en initiatieven wordt vanaf 2019 een fonds voor economische ontwikkeling gevormd van maximaal € 10 miljoen. Dit fonds wordt gevoed vanuit de incidentele resultaten. Binnen het Dutch TechZone verband blijven we uitvoering geven aan de aanbevelingen van de Commissie Vollebregt Alberda van Ekenstein die in de Kadernota Economie “De economische evolutie van Emmen” zijn verwerkt. Op basis van de wensen van potentiële vestigers worden acquisities in Dutch TechZone verband opgepakt met een gezamenlijk bidbook. Daarnaast nemen we gezamenlijk deel aan de voor onze regio relevante vakbeurzen. In ChemPort verband continueren we in 2019 de samenwerking om investeringen en werkgelegenheid in de sector (biobased en circulaire) chemie te bevorderen.

Naast ons topsectorenbeleid zetten we in op sterke winkelcentra in Emmen-centrum en in onze dorpen en wijken. De Omgevingsvisie Emmen Centrum voeren wij met de marktpartijen zo snel als mogelijk uit. Door middel van het Binnenstadfonds Emmen Centrum richten we ons op een vitale binnenstad door concentratie en transformatie van het centrum. Wij blijven ons inzetten om MKB vriendelijke gemeente te blijven. Daarbij is het wegnemen van belemmeringen een speerpunt in ons handelen en draagt het in te richten fonds voor economische ontwikkeling bij aan het klantgericht stimuleren.

We stellen een nieuw beleidskader voor evenementen op waarin het vergroten van de aantrekkelijkheid door het stimuleren van kleinere evenementen en activiteiten aandacht krijgt. Vanaf 2020 wordt hiertoe een evenementenfonds gevormd. Voeding van dit fonds vindt plaats door heffing van precario op terrassen. Onze inspanningen op het gebied van city marketing zetten we daarnaast voort, waarbij we zullen komen met een actualisering passend bij de speerpunten uit de strategische visie.

Goede fysieke bereikbaarheid Een goede en moderne fysieke infrastructuur (wegen en spoor) is van groot belang voor ons bedrijfsleven, maar ook voor het dagelijks leven van iedereen. We voeren een actieve lobby richting Den Haag en de Duitse regering met als doel de opname van de E233 Rotterdam- Hamburg via Emmen als Ten-T hoofdcorridor bij de evaluatie van de Ten-T corridors in 2023. Ook het verbeteren van de corridor Groningen-Emmen-Twente (N34)en het verbeteren en waar mogelijk uitbreiden van de (inter-)nationale spoorverbindingen Rheine-Emmen en Emmen-Zwolle zijn speerpunten in ons beleid dat gericht is op Emmen als logistiek knooppunt in Noordoost Nederland. De verbinding per spoor ten behoeve van goederenvervoer tussen Emmen en Veendam blijft een aandachtspunt.

Slimme economie Op basis van de Strategienota wordt een beleidsnota gemaakt over Smart City die richting geeft voor de komende vier jaar. Naast een goede fysieke bereikbaarheid is het ook van groot belang

Begroting 2019 - Programma's 43 Programma 2 Economie en werkgelegenheid

dat de digitale infrastructuur in overeenstemming wordt gebracht met de positie van Emmen als één van de vier dragende steden van het Noorden. Onze strategie is daarbij onder andere gericht op de realisatie van 5G netwerk. Als launching customer ondersteunen en faciliteren we de lokale economie en verduurzaming.

Duurzame economie Emmen heeft, met tal van bedrijven in de topsector ‘High Tech Systemen en Materialen’ (HTSM) al veel innovatieve technieken in huis voor een duurzame, circulaire economie. De transitie naar een duurzame energievoorziening biedt grote kansen voor de lokale en regionale economie voor veel sectoren. Samen met de marktpartijen verkennen we de kansen en mogelijkheden op het gebied van energie efficiency verbetering en de productie van duurzame energie op het Emmtec Industry & Businesspark, een belangrijke motor van onze regionale economie. Wij stimuleren (experimenten voor) het gebruik van groene brandstoffen zoals biogas en waterstof in de industrie en binnen transport en logistiek. Biobased Economy blijft één van de speerpunten in ons economisch beleid.

In lijn met de in juli 2018 ondertekende intentieovereenkomst inzake waterstof en de nog te ondertekenen intentieovereenkomsten inzake biogas, onderzoeken we met de betrokken partijen de mogelijkheden om de locatie van de voormalige gaszuiveringsinstallatie (GZI) te transformeren tot een landelijke energiehub voor de productie van biogas en waterstof (GZI Next) en deze te verbinden met SEREH (Smart Energy Region Emmen Haren).

Onderwijsstad Emmen Uiterlijk in 2019 ligt er een strategische kennis-en onderwijsnotitie over de positie van het middelbaar en hoger beroepsonderwijs in Emmen. Het MBO- en HBO- onderwijsaanbod dat we binnen onze gemeente hebben moet behouden blijven. Voor het HBO- onderwijsaanbod is NHL Stenden voor ons van cruciaal belang. De initiatieven binnen de Dutch TechZone voor een Techniekcampus en Kenniscampus steunen wij. Bedrijfsvakscholen, lectoraten, practoraten en centres of expertise zijn een goede aanvulling op het bestaande onderwijsaanbod.

Land- en tuinbouw van economisch belang/vitaal platteland Initiatieven ter verduurzaming van de voor deze regio economisch zo belangrijke land- en (glas-)tuinbouwsector stimuleren en faciliteren wij waar mogelijk. De stimuleringsregeling revitalisering landbouw is daarbij ondersteunend. Op initiatief van de land- en (glas-) tuinbouwsector ontwikkelen we gezamenlijk een visie op de gewenste richting in onze gemeente waarbij duurzaamheid, de balans met natuurbeheer en innovatie belangrijke speerpunten zijn. Met gerichte stimuleringsmaatregelen willen wij het platteland een duurzaam economisch perspectief bieden wat mede ten goede komt aan de leefbaarheid. Door het Europees programma LEADER en het provinciaal programma Vitaal Platteland Zuidoost-Drenthe worden initiatieven ondersteund ter versterking van het MKB, de arbeidsmarkt en de versterking van toerisme en recreatie. Rond deze thema’s worden ook in 2019 initiatieven uit de samenleving gestimuleerd en (financieel) ondersteund.

Programma Emmen Vernieuwt Emmen Vernieuwt en de programma’s binnen Emmen Vernieuwt dragen bij aan de versterking van de economische ontwikkeling en werkgelegenheid in de gemeente Emmen. Het Programmabureau Emmen Vernieuwt stuurt vier programma’s aan, te weten Programma Bereikbaarheid Emmen, Programma Emmen Centrum, Programma Rensenpark Emmen en Programma Verduurzaming Emmerhout. In de begrotingsprogramma’s 5 en 7 gaan we in op de uitvoering van deze programma’s.

Attractieve regio voor recreatie en toerisme Vanuit verscheidene beleidskaders en ambities op het gebied van de vrijetijdseconomie gaan we door middel van een stimuleringsfonds verschillende projecten en succesvolle initiatieven aanjagen, oppakken en ondersteunen. Het budget kan als cofinanciering samen met provinciale en Europese subsidies ingezet worden. Op deze manier houden we de sector vitaal. Wij zoeken nadrukkelijk de samenwerking en afstemming met ondernemers om eenheid in promotie, marketing en informatievoorziening te krijgen om regionaal (inclusief Duitse regio) de sector op de kaart te zetten. We ontwikkelen samen met partners in de sector, regelgeving die ondernemers voldoende ruimte, zekerheid, concurrentie en flexibiliteit biedt om toekomstbestendig te kunnen ondernemen. Daarnaast heeft de gemeente een nauwe relatie met het Unesco Geopark de Hondsrug. Met de buurgemeenten Borger-Odoorn en Coevorden wordt vanuit de regionale beleidsagenda Zuidoost Drenthe op een aantal beleidsterreinen, waaronder recreatie en toerisme, eveneens nauw samengewerkt.

Begroting 2019 - Programma's 44 Programma 2 Economie en werkgelegenheid

Beleidsindicatoren De beleidsindicatoren geven een toelichting op de bovenstaande paragrafen “Wat willen we bereiken” en “Wat doen we ervoor” en helpen daarmee het sturen op de in 2019 voorgenomen maatschappelijke effecten. In de Financiële begroting (hoofdstuk 5), zijn alle BBV-beleidsindicatoren opgenomen.

Beleidsindicatoren Gerealiseerde Begroting 2018 Begroting 2022 indicator (meest Streefwaarde Streefwaarde recente jaar) indicator indicator Emmense beleidsindicatoren Aantal arbeidsplaatsen (full- en 50.303 (2007) parttime per april) 45.394 (2017) niet opgenomen niveau voor aanvang crisis

4. Wat mag het kosten 4.1 Lasten en baten Taakveld (Bedragen * € 1.000) 2019 2020 2021 2022 Bedrijfsloket en -regelingen 1.018 1.018 1.018 1.018 Economische ontwikkeling 5.225 4.809 5.094 5.078 Economische promotie 1.488 1.418 1.422 1.526 Fysieke bedrijfsinfrastructuur 421 421 394 395 Totaal Lasten 8.152 7.666 7.928 8.016 Bedrijfsloket en -regelingen 236 242 252 258 Economische ontwikkeling 150 150 150 150 Economische promotie 522 541 560 579 Fysieke bedrijfsinfrastructuur 43 43 43 43 Totaal Baten 951 977 1.005 1.030 Saldo 2 Economie en Werkgelegenheid (bruto) 7.200 6.690 6.923 6.987 Economische ontwikkeling 2.098 25 25 25 Economische promotie 125 Totaal Onttrekking 2.223 25 25 25 Economische ontwikkeling 410 Totaal Storting 410 Mutatie reserves -2.223 -25 385 -25 Saldo 2 Economie en Werkgelegenheid (netto) 4.977 6.665 7.308 6.962

5. In welke documenten is relevant beleid vastgelegd  Bestuursakkoord 2018-2022 ‘Samen investeren!’  Collegeprogramma 2018-2022 ‘Samen investeren!’  Strategienota Emmen 2030; daar wil je zijn  Kadernota Economie 2016  Structuurvisie Werklocaties Emmen 2020  Omgevingsvisie Emmen Centrum  Kadernota Vitaal Platteland 2014-2020  Beleidskader vrijetijdseconomie Emmen 2017-2021.

Begroting 2019 - Programma's 45

Begroting 2019 - Programma's 46 Programma 3 Veiligheid

Programma Veiligheid

3

Het programma ‘Veiligheid’ omvat alle beleid en activiteiten die samen met partners als politie, openbaar ministerie, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, (zorg)instellingen en inwoners op het integrale veiligheidsterrein wordt ingezet. We doen dit in een interactief proces met onze inwoners en bedrijven.

1. Trends en ontwikkelingen

Emmen 2030; dáár wil je zijn Onderscheidende en wervende woon- en werkomgeving De Strategienota Emmen 2030 heeft als streefbeeld een onderscheidende en wervende woon- en werkomgeving op basis van eigen kracht. Onze inwoners waarderen de leefomgeving van de gemeente Emmen nu al hoog. Op basis van eigen kracht willen wij ‘samen investeren’ met alle partners en onze inwoners in het in stand houden en zo mogelijk vergroten van de aantrekkelijkheid en leefbaarheid van onze wijken en dorpen. De dorpen en wijken willen wij toekomstbestendig maken om het hoge niveau van woontevredenheid en veiligheid minstens te handhaven. Wij richten onze blik vooral naar buiten, met ruimte voor creatieve ideeën en alternatieve (vernieuwende) opvattingen van anderen.

Ambitie In het Bestuursakkoord ‘Samen investeren’ en het Collegeprogramma 2018-2022 hebben we veiligheid nader uitgewerkt. Onderstaand zijn de belangrijkste ambities uitgewerkt. We willen de komende bestuursperiode de veiligste 100.000+ gemeente blijven. Een aanzienlijke ambitie omdat we de afgelopen jaren meer concurrentie hebben gekregen. Uit de Veiligheidsmonitor 2017 blijkt dat de veiligheidsbeleving van onze inwoners ten opzichte van 2013 is toegenomen. Minder inwoners zijn slachtoffer geworden van woninginbraken en overige diefstal. We zijn op de goede weg en zetten door!

Begroting 2019 - Programma's 47 Programma 3 Veiligheid

Veilige woon- en leefomgeving We investeren in een goede, plezierige en veilige woon- en leefomgeving. Dat betekent dat we streven naar dorpen en wijken die schoon, heel, veilig en groen zijn. De inzet in de afgelopen jaren heeft er in geresulteerd dat minder inwoners slachtoffer zijn geworden van delicten. Inwoners ervaren minder overlast in de buurt dan in 2013 en het oordeel over de leefbaarheid van de buurt is toegenomen ten opzichte van 2013. De veiligheidsbeleving is toegenomen (van 7.1 in 2013 naar 7.2 in 2017) (bron: Veiligheidsmonitor 2017).

In een tijd waarin ouderen (soms met dementie) langer thuis wonen en kwetsbare mensen meer begeleiding thuis krijgen willen wij het wederzijdse begrip voor elkaar verder versterken. De overlastdruk in bepaalde wijken/dorpen die veroorzaakt wordt door notoire overlastgevers (vaak vanuit verslavingsproblematiek en/of psychiatrische problematiek) willen wij samen met de omgeving aanpakken.

Zorg en Veiligheid In het sociaal domein groeien de beleidsterreinen jeugd, zorg en veiligheid steeds meer naar elkaar toe. In het sociale domein is het uitgangspunt dat burgers zelf de regie hebben over hun leven. Als dit niet (meer) lukt moet de zorg laagdrempelig en snel toegankelijk georganiseerd worden. Een groot aantal partijen zoals De Toegang, Veilig Thuis Drenthe ,het Veiligheidshuis Drenthe, de GGD, de hoofdaanbieders (WMO), de zorginstellingen zoals de GGZ Drenthe, VNN kunnen daarbij betrokken zijn. Voor alle betrokken personen en instanties moet duidelijk zijn wie wanneer de regie heeft. Goede afspraken over het op- en afschalen van zorg en de verantwoordelijkheid met betrekking tot de casus- en de procesregie zijn daarvoor nodig. Dit om escalatie van problematiek te voorkomen. De bestuurlijke verantwoordelijkheid dient eveneens duidelijk te zijn. Ontschotting van budgetten en alternatieve oplossingsrichtingen om vastgelopen zorg te doorbreken zijn belangrijke voorwaarden voor het sluitend maken van de keten.

Jeugd en veiligheid We investeren in een sociale gemeente waar kinderen en jongeren gezond en veilig opgroeien en mee kunnen doen met hun leeftijdsgenoten. Vanuit verschillende beleidslijnen, waaronder armoede/opvoeding, onderwijs, veiligheid en gezondheid maken we samen met sociale partners en jongeren een samenhangende jeugdagenda.

Uit landelijk onderzoek blijkt dat Zuidoost Drenthe hoog scoort op huiselijk geweld en kindermishandeling. Wij streven er naar om kindermishandeling, huiselijk- en seksueel geweld terug te dringen en zo mogelijk te stoppen. Daarnaast willen wij adequate hulp bieden aan zowel slachtoffer als dader om de schade te beperken en herhaling te voorkomen.

Het alcohol- en drugsgebruik en de toename van GHB gebruik onder jongeren in Emmen baart zorgen. Jeugdig drankmisbruik remt de ontwikkeling van de hersenen. We zien een bijkomende problematiek zoals: vechtpartijen, vervagende grenzen en ‘comazuipen’.

Fysieke/externe veiligheid Bedrijven en instellingen zijn zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van hun activiteiten voor hun eigen omgeving. De komende jaren blijft de nadruk liggen op de eigen verantwoordelijkheid die inwoners en ondernemers hebben voor de veiligheid in hun woningen en bedrijven. Effectieve (en gezamenlijke) risicocommunicatie van gemeente en bedrijven is van groot belang. Daardoor kunnen inwoners en bedrijven zich beter oriënteren op de risico’s van een locatie of bijvoorbeeld brand- of milieu-onveilige situaties. Hoe beter inwoners en bedrijven geïnformeerd zijn, hoe beter zij in staat zijn zelf de meest belangrijke voorzorgsmaatregelen te treffen.

Bij de vergunningverlening toezicht en handhaving (VTH-keten) anticiperen wij op de komst van de Omgevingswet. Het is onze ambitie om niet de regels, maar mensen, maatschappelijke opgaven en de leefomgeving centraal te stellen. Deregulering vanuit ruimtelijke kaders draagt bij aan een versnelling van de vergunningenprocedure, meer transparantie en een eenvoudiger ontheffingenbeleid.

Bedrijvigheid en veiligheid Wij willen dat de gemeente Emmen aantrekkelijk is voor ondernemingen om zich te vestigen en van waaruit bedrijven handel kunnen drijven. Een goed vestigingsklimaat krijgt vorm in een omgeving waarin ondernemers hun bedrijfsvoering onbelemmerd kunnen uitvoeren, zonder dat ze daarbij gehinderd worden door criminaliteit en onveiligheid.

Grote evenementen Emmen wil een bruisende gemeente zijn. Grote evenementen met landelijke aantrekkingskracht maken hier onderdeel van uit. De veiligheid van deze evenementen blijft een belangrijk onderdeel van het evenementenbeleid. Waarbij ontwikkelingen als crowdmanagement en nudging (een duwtje geven in de goede richting door het gewenste gedrag aantrekkelijk te maken) worden meegenomen.

Begroting 2019 - Programma's 48 Programma 3 Veiligheid

Betaald Voetbal De promotie van FC Emmen naar Eredivisie heeft een grote impact op de Emmense samenleving. Het vraagt om extra inzet met betrekking tot de openbare orde en veiligheid rondom het betaald voetbal. Voor de horeca en het uitgaansleven in het weekend ontstaan nieuwe kansen met eveneens een aantal onzekere factoren. De grote toestroom van bezoekers zal extra capaciteit vragen van BOA’s en politie.

Integriteit en veiligheid Georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit blijft vragen om een alerte overheid vanwege de verwevenheid van de onder- met de bovenwereld. Wij continueren de integrale aanpak en samenwerking met het Regionaalinformatie en Expertise Centrum Noord (RIEC-N). Wij blijven in dit kader gezamenlijk met de Belastingdienst, Politie het Openbaar Ministerie en andere instanties uitvoering geven aan de aanpak van de georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit. Vanuit dit veiligheidsveld werken wij naast de bestrijding van georganiseerde criminaliteit eveneens aan het voorkomen van radicalisering en polarisatie, en het bevorderen van de ambtelijke en bestuurlijke integriteit.

De georganiseerde- en ondermijnende criminaliteit ontwikkelt zich onder de oppervlakte. In Noord- Nederland en naar verwachting ook in Emmen worden we geconfronteerd met een toename van deze vorm van criminaliteit. In dat kader hebben we een geografisch ondermijningsbeeld opgesteld waarin de prioriteiten voor de aanpak zijn vastgesteld. Ten aanzien van radicalisering blijft de ongerustheid over de kans op een aanslag in Nederland bestaan. Wij geven uitvoering aan de gemeentelijke verantwoordelijkheid om polarisatie en radicalisering tegen te gaan.

Continueren beleidsprogramma Veiligheid 2016-2018 Wij ontwikkelen een andere manier van beleid. Beleid wordt opgesteld of geactualiseerd als ontwikkelingen hierom vragen. Wij kiezen er voor om het Bestuursprogramma Veiligheid 2016-2018 te continueren. Vanuit dit vastgestelde kader ontwikkelen we jaarlijks het Uitvoeringsplan Veiligheid. Doordoor kunnen we sneller inspelen op belangrijke ontwikkelingen en veiligheidsinitiatieven van onze inwoners. Het zet ons in een betere positie in een dynamische samenleving waar onze inwoners kwaliteit aan hun leefomgeving willen toevoegen.

2. Wat willen we bereiken

EEN VEILIGE GEMEENTE (leefbare gemeente) Een veilige omgeving  Emmen blijft de veiligste 100.000+ gemeente.  Iedere inwoner voelt zich veilig in zijn eigen (woon/werk) omgeving.  Minder geweld, minder woninginbraken betere fysieke kwaliteit.  Tegengaan van de georganiseerde/ondermijnende criminaliteit.  Wij gaan de zorg laagdrempelig en snel toegankelijk organiseren en zorgen voor een sluitende keten rondom personen met verward gedrag.  Terugdringen van alcohol- drugsgebruik onder jongeren < 18.  Veilige (grote) evenementen.  Het huidige niveau van brandweerzorg in stand houden.  Het vastgestelde niveau van vergunningverlening en de toezicht- en handhaving borgen.  De crisismanagementorganisatie actueel houden en borgen.

3. Wat doen we ervoor

Een veilige gemeente Veilige woon- en leefomgeving We ontwikkelen een integrale dorp- en wijkgerichte aanpak waarbij wij onze inwoners nadrukkelijk betrekken. We stemmen actuele agenda’s uit het fysieke, sociale en economische domein op elkaar af en komen zo tot een effectievere maatwerkaanpak. Om woninginbraken tegen te gaan stimuleren wij burgernet en het gebruik van buurt-apps. In gebieden waar woninginbraken (kunnen of) plaatsvinden informeren wij de buurt, vergroten wij de alertheid en wordt voorlichting gegeven. Door de persoonsgerichte aanpak willen we zorgen dat daders passende zorg/ondersteuning krijgen om recidive te voorkomen. Bewoners en de bijzonder opsporingsambtenaren (BOA’s) kunnen samen de overlast, van geluid, het te hard rijden, het fout parkeren en het zwerfvuil verder terugdringen. Het blijft daarbij ook van belang dat buren elkaar blijven aanspreken op gemaakte afspraken.

Begroting 2019 - Programma's 49 Programma 3 Veiligheid

We creëren meer ruimte voor diversiteit en willen discriminatie tegengaan. De uitvoering van de motie Safe Streets krijgt vorm en deelname aan het Regenboogsteden- programma geeft ons mogelijkheid te werken aan dit thema. Wij geven uitvoering aan de pilot Angelslo. Vanuit de woon- en leefbaarheidsvisie , de wijkvisie en de sociale agenda kijken we naar de uitdagingen die in die wijk aangepakt moeten worden. In de pilot komen alle thema’s: leefbaar (veilig), duurzaam, bereikbaar sociaal en ondernemend samen.

Fysieke/externe veiligheid: In een veranderende organisatie dragen we er zorg voor dat de crisismanagement-organisatie helder en duidelijk is belegd. De gemeentelijke processen blijven daardoor in geval van een crisis optimaal functioneren. Om dit te onderhouden worden bestuurders en ambtenaren getraind. Met de Veiligheidsregio Drenthe worden prestatieafspraken gemaakt over de te leveren brandweerzorg. Wij willen het huidige niveau van brandweerzorg in stand houden. In de VTH-keten blijven wij risico-gestuurd werken en sturen wij op de naleving. In de uitvoering blijft interne afstemming van de verschillende beleidsterreinen van belang.

Zorg en veiligheid We bieden passende zorg/begeleiding om te voorkomen dat kwetsbare personen en/of personen met verward gedrag overlast veroorzaken of de veiligheid van zichzelf en/of de omgeving in gevaar brengen. Dit doen we door uitvoering te geven aan het team casusregie, waarbij complexe casuïstiek vanuit een ketenaanpak wordt aangevlogen. Hierbij zetten we in problematische daklozen, acute problematiek, casuïstiek waarbij een doorbraak noodzakelijk is. In de meeste gevallen betreft het personen die zorgmijdend zijn. Wij experimenteren met het Optimaal Leven team in Emmen Oost/Zuid waar we een samenhangende sluitende (maatwerk) aanpak ontwikkelen met de GGZ en andere zorgpartijen. Met de verschillende zorgpartijen maken we betere afspraken over de verantwoordelijkheid voor casus- en procesregie en het tijdig op- en afschalen van zorg om escalatie te voorkomen. Ook de bestuurlijke verantwoordelijkheid nemen we in dit kader mee. We maken daarbij gebruik van het model Aanpak Voorkomen Escalatie (AVE–model Leeuwarden/VNG).

Jeugd en veiligheid We willen meer zicht op kindermishandeling om uiteindelijk ervoor te zorgen dat deze problematiek stopt. We werken vanuit de multidisciplinaire aanpak (MDA++). Het bieden van adequate hulp aan zowel slachtoffer als dader om de schade te beperken en herhaling te voorkomen is cruciaal. We willen in dit kader gemeentelijke indicatoren ontwikkelen. De alcohol- en drugsproblematiek onder jongeren willen we met een integraal plan van aanpak ‘alcohol en drugs’ bestrijden. In de horeca en tijdens evenementen wordt met bewustwordingsprogramma’s gewerkt aan gedragsverandering. Ouders/verzorgers kunnen opvoedondersteuning ontvangen. Met de scholen wordt de betrokkenheid op dit thema (gezonde & veilige school) verder versterkt. Dit onderwerp maakt deel uit van onze reguliere controles in de horeca, sportkantines en buurthuizen. Wij blijven jongeren bij overtreding van de Drank &Horecawet doorverwijzen naar bureau Halt. Als er sprake is van overlast van een jeugdgroep neemt de gemeente haar regierol en geeft uitvoering aan het ‘7 stappenmodel’ om de overlast van de jeugdgroep te verminderen.

Bedrijvigheid en veiligheid Een goed vestigingsklimaat is ook een veilige omgeving. Voor het uitgaansgebied hanteren we de kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan. Bij (grote) evenementen werken we aan de veiligheid door grote en bijzondere evenementen te toetsen. Op basis daarvan wordt onder meer de inzet van de hulpdiensten bepaald. De deelname van FC Emmen aan de Eredivisie betekent dat we voor iedere wedstrijd een risicoanalyse maken. Op basis van de analyse worden afspraken gemaakt met de politie en andere hulpdiensten en werken we multidisciplinair samen. Met horecaondernemers worden afspraken gemaakt hoe om te gaan met supporters van bezoekende clubs.

Integriteit en veiligheid We geven uitvoering aan de prioriteiten uit het ‘Geografisch ondermijningsbeeld’, te weten: hennepteelt, PGB-fraude en vastgoedfraude. De verwevenheid van onder- en bovenwereld is een belangrijk thema. We organiseren periodiek voorlichtingsbijeenkomsten voor de bestuurders, raadsleden en management van de organisatie. Ook het Regionaal Informatie Expertise Centrum (RIEC) Noord-Nederland levert daaraan een bijdrage.

Het is wenselijk dat het onderwerp polarisatie en radicalisering geagendeerd wordt bij het overleg in wijken en dorpen. Daarbij is ruimte voor diversiteit en het verschil in denkbeelden. We willen discriminatie tegengaan en de bewustwording van de impact van discriminatie bevorderen.

Begroting 2019 - Programma's 50 Programma 3 Veiligheid

We geven uitvoering aan het Plan van Aanpak Versterken informatiepositie gemeente Emmen. Ook is er periodiek bestuurlijk/ambtelijk driehoeksoverleg radicalisering.

Beleidsindicatoren De beleidsindicatoren geven een toelichting op de bovenstaande paragrafen "Wat willen we bereiken "en "Wat doen we ervoor" en helpen daarmee het sturen op de in 2019 voorgenomen maatschappelijke effecten. In de Financiële begroting hoofdstuk 5, zijn alle BBV-beleidsindicatoren opgenomen.

Beleidsindicatoren Gerealiseerde Begroting 2018 Begroting 2019 indicator (meest Streefwaarde Streefwaarde recente jaar) indicator indicator

Emmense beleidsindicatoren De brandweer bereikt in 80% van de prioriteiten 1-alarmeringen binnen de 83% (2017) 83% 80% * vastgestelde norm de locatie % op naleving gecontroleerde vergunningen (w.o. vergunningen grote 80% (2017) 80% 70%** evenementen) Beleidsindicatoren Besluit Begroten en Verantwoorden Winkeldiefstallen per 1.000 inw. 2,1 (2017) 2,0 2,0 Geweldsmisdrijven per 1.000 inw. 5,9 (2017) 5,5 5,5 Diefstallen uit woningen per 1.000 inw. 2,2 (2017) 2,3 2,1 # Vernielingen en beschadigingen (in de 4,6 (2017) 6,3 4,5 openbare ruimte) per 1.000 inw. *Dit betreft de landelijk afgesproken norm van dienstverlening. ** Als gevolg van de voorbereiding op de Omgevingswet, de verdere deregulering en de prioriteitsbepaling op basis van risico’s en naleefgedrag zal het % op naleving gecontroleerde vergunningen afnemen. # In 2017 is een beter resultaat geboekt vergeleken met de geformuleerde streefwaarde voor 2018.

4. Wat mag het kosten 4.1 Lasten en baten Taakveld (Bedragen * € 1.000) 2019 2020 2021 2022 Crisisbeheersing en brandweer 7.344 7.314 7.308 7.301 Openbare orde en veiligheid 1.912 1.913 1.913 1.912 Totaal Lasten 9.256 9.227 9.221 9.212 Crisisbeheersing en brandweer 44 44 44 44 Openbare orde en veiligheid 15 15 15 15 Totaal Baten 59 59 59 59 Saldo 3 Veiligheid (bruto) 9.196 9.168 9.162 9.153 Crisisbeheersing en brandweer 14 14 14 14 Openbare orde en veiligheid Totaal Onttrekking 14 14 14 14 Mutatie reserves -14 -14 -14 -14 Saldo 3 Veiligheid (netto) 9.182 9.154 9.148 9.139

5. In welke documenten is relevant beleid vastgelegd  Bestuursakkoord 2018-2022 ‘Samen investeren!’  Collegeprogramma 2018-2022 ‘Samen investeren’  Strategienota Emmen 2030: daar wil je zijn  Documenten besluitvorming Fysieke Veiligheid  Bestuursprogramma en uitwerking Veiligheid 2016-2018  Uitvoeringsplan Veiligheid 2018  Regionaal beleidsplan Veiligheid 2015-2018 Noord Nederland  VTH beleidsplan  Geografisch Ondermijningsbeeld Zuidoost Drenthe (RIEC NN).

Begroting 2019 - Programma's 51

Begroting 2019 - Programma's 52 Programma 4 Onderwijs en jeugd

Programma Onderwijs en Jeugd

4

Het programma ‘Onderwijs en Jeugd’ omvat het beleid en de activiteiten die door de gemeente rondom deze thema’s worden uitgevoerd. Het gaat hierbij om de volgende taken:

Openbaar primair onderwijs: • Schoolbestuurlijke taak, bestuur openbaar primair onderwijs

Lokaal onderwijsbeleid: • Jeugd • Voorscholen • Primair onderwijs • Voortgezet onderwijs • Laaggeletterdheid • Leerlingenvervoer • Leerplicht • Onderwijshuisvesting

Als het gaat om de ontwikkelingskansen en participatie van jeugd en jongeren dan raakt dit veel thema’s die verdeeld zijn over de verschillende programma’s en portefeuilles. Hierbij is de verbinding gezocht met een aantal andere programma’s. Zo is de aansluiting van het HBO op de arbeidsmarkt opgenomen in programma 2, heeft jeugd en veiligheid een plek in programma 3, is het Kindpakket onderdeel van het minimabeleid in programma 6, jeugd, sport en cultuur in programma 8, en jeugdhulp in programma 9.

Begroting 2019 - Programma's 53 Programma 4 Onderwijs en jeugd

1. Trends en ontwikkelingen

Emmen 2030; dáár wil je zijn. Innovatieve kern in Noord- en Oost-Nederland: moderne industrie, vrije tijdseconomie, onderwijs en leefomgeving. Die innovatie is tweeledig: enerzijds is het de kwaliteitsontwikkeling van het onderwijsaanbod, anderzijds het omhoog brengen van het onderwijsniveau van jeugdigen. In 2030 zien we dat veel kinderen aan de voorschool hebben deelgenomen en dat zij daardoor goed voorbereid op de basisschool komen. Alle overgangen verlopen soepel: van voorschool naar basisschool, van basisschool naar voortgezet onderwijs en daarna naar het vervolgonderwijs. Hiervoor hebben de scholen doorgaande leerlijnen ontwikkeld voor verschillende vakgebieden. Het onderwijs sluit aan bij de behoeften en mogelijkheden van kinderen en jongeren. Daarnaast zorgen de scholen ervoor dat leerlingen goed worden voorbereid op actieve deelname aan de arbeidsmarkt en de maatschappij. Jongeren geven de toon aan bij het bouwen aan de toekomst van Emmen. Wij willen hun stem zoveel mogelijk horen en hun inbreng gebruiken, om te ontdekken hoe wij een aantrekkelijke woonplaats kunnen zijn voor jongeren.

Lokaal onderwijsbeleid Jeugd Investeren in goed onderwijs is investeren in de toekomst. Kinderen moeten gestimuleerd worden om het beste uit zichzelf te halen. Investeren in onderwijs is investeren in de toekomst van Emmen. In 2019 gaan we in gesprek met kinderen en jongeren, met ouders en met jongerenwerkers. Welke behoeften hebben de jonge inwoners van Emmen ? En wat kan de gemeente betekenen voor kinderen en jongeren? We doen al veel, maar doen we de juiste dingen en doen we die dingen goed? Dit resulteert in een aantal stevige gezamenlijke ambities die de kern vormen van een gemeentelijke jeugdagenda met concrete acties . Dit conform het collegeprogramma. We beseffen dat jeugdigen onderdeel uitmaken van een gezin. Gezinnen waar we ook in investeren. We sluiten met de ambities en acties aan op dat beleid.

Voorscholen Investeren begint al op jonge leeftijd. Samen met de scholen willen we de deelname aan de voorscholen verhogen. In 2018 zijn alle voorscholen gerealiseerd. In 2019 staat de kwaliteitsontwikkeling van de voorschoolse educatie centraal. Wij werken nauw samen met de uitvoerende instanties om jonge kinderen van 2,5 tot 4 jaar goed voor te bereiden op de basisschool. De nadruk ligt daarbij op spelend ontwikkelen. Vanuit onze rol als opdrachtgever en aanjager van kwaliteit zitten we veelvuldig met bestuurders en directieleden van scholen en voorscholen om tafel om doelen te formuleren en daaraan, in gezamenlijkheid, te werken. In 2019 bereiden wij ons voor op de verplichting om 16 uur voorschoolse educatie aan te bieden in plaats van de huidige 10 uur per week. Ook het nog jongere kind komt aan bod: samen met partijen in de jeugdhulp hebben we aandacht voor de eerste 1000 dagen van een kind. Ieder kind verdient een zo goed mogelijke start.

Primair onderwijs Samen met de schoolbestuurders Primair Onderwijs en de instellingen die de voorscholen organiseren (Stichting Peuterwerk en Stichting OKCE) hebben wij vier kernthema’s geformuleerd die ook in 2019 de kapstok vormen voor het overleg en de beleidsontwikkeling in het primair onderwijs: 1. Het Jonge Kind 2. Passend Onderwijs 3. Toekomstbestendig Onderwijs 4. Brede Ontwikkeling.

Bij het eerste thema “Het Jonge Kind” richten wij ons op de kwaliteitsontwikkeling van de voorscholen in Emmen en de uitbreiding van 10 naar 16 uur. Bij het tweede thema “Passend Onderwijs” ligt de nadruk op het versterken van de samenwerking tussen scholen en de zorgpartners. Binnen het derde thema “Toekomstbestendig Onderwijs” gaan wij, in nauw overleg met de schoolbestuurders, een integraal huisvestingsplan (IHP) ontwikkelen gericht op het behoud van kwalitatief goede scholen die samenwerken met kinderopvangorganisaties en andere pedagogische en educatieve partners. Binnen het vierde thema “Brede Ontwikkeling” heeft in 2019 de doorontwikkeling van de Brede School een belangrijke plaats, met extra aandacht voor preventieve activiteiten, gericht op het gezond opgroeien en het voorkomen van problemen.

Begroting 2019 - Programma's 54 Programma 4 Onderwijs en jeugd

Voortgezet onderwijs Wij willen een kwalitatief goed onderwijsaanbod realiseren waarbij we afstemmen op regionale ontwikkelingen. De kernthema’s bij het voortgezet onderwijs zijn: 1. leerlingendaling, 2. aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt in de regio, 3. voortijdig schoolverlaters en kwetsbare jongeren, 4. passend onderwijs en 5. integratie anderstalige leerlingen in het regulier onderwijs. Deze worden opgenomen in een lokale onderwijsagenda, die we samen met de onderwijsinstellingen zullen opstellen.

Laaggeletterdheid In Emmen is een relatief hoog aantal laaggeletterden. Dit zijn volwassenen die moeite hebben met lezen en schrijven. Voor de aanpak van laaggeletterdheid reserveren we structureel budget. Bij de aanpak werken we samen met de Bibliotheek, Sedna, het Drenthe College en TDC/ Emco om laaggeletterdheid onder de aandacht te brengen van werkgevers en laaggeletterden naar taaltrajecten toe te leiden. n, minder vaak maatschappelijk actief zijn, een slechtere gezondheid hebben Leerplicht Regels rond verzuim zijn vastgelegd in de Leerplichtwet. Wanneer een kind ongeoorloofd niet op school komt, volgt er een gesprek van de leerplichtambtenaar met de leerling, de ouders en met de school. Zo nodig wordt hulpverlening ingezet. In 2019 zal er veel nadruk liggen op de preventieve taken van de leerplichtambtenaar. Door deze maatregelen willen we het absolute verzuim (kinderen staan niet bij een school ingeschreven) en het relatief verzuim (kinderen staan wel ingeschreven maar zijn ongeoorloofd afwezig) terugdringen. We streven naar een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. We willen bereiken dat meer jongeren een startkwalificatie hebben, perspectief op een baan en een financieel gezonde start. is een maatschappelijk probleem, omdat laaggeletterden minder vaak Onderwijshuisvesting Voor 2019 is een budget vastgesteld voor het Jaarprogramma Voorzieningen Huisvesting Onderwijs. Wegens stijging van de bouwkosten willen wij dit budget structureel verhogen. Scholen kunnen jaarlijks voor 1 april huisvestingsverzoeken indienen. Wanneer het bekostigingsplafond is bereikt, worden aanvragen met een lagere prioriteit afgewezen of doorgeschoven naar het volgende jaar. In 2019 zal o.a. VSO De Atlas en CBS ’t Twiespan worden uitgebreid, wordt gestart met vervangende nieuwbouw SBO De Toermalijn en SO De Aventurijn in Emmerhout (voormalige locatie CBS Kristalla locatie Kinholt) en de planvorming voor de herhuisvesting van het Vakcollege op de Esdal Campus en worden de plannen voor Brede School Emmer Compascuum verder ontwikkeld.

In 2019 zullen we ook een Integraal Huisvestingsplan voor het primair onderwijs in Emmen vaststellen. Hierin wordt op basis van o.a. leerlingenprognoses en de visie op onderwijs een plan ontwikkeld voor toekomstbestendig onderwijs. Dit gebeurt in nauw overleg met de schoolbesturen en andere (educatieve) partners. Hierbij zal ook aansluiting worden gezocht bij de huisvestingsvraagstukken en –plannen in het voortgezet onderwijs. Verduurzaming van gemeentelijke gebouwen is speerpunt van beleid.

Openbaar onderwijs Emmen (OOE) OOE wil kwalitatief goed onderwijs bieden en investeert dus in kinderen en medewerkers. Ontwikkeling is voor iedereen: voor kinderen en de medewerkers. Jaarlijks worden de bestuurlijke doelstellingen vastgesteld. Ze zijn een afgeleide van het Bestuurlijke Koersplan “Samen Sterker”. In dit document zijn ook de speerpunten van Bestuursakkoord van de PO-raad verwoord. Ze zijn gekoppeld aan drie thema’s kwaliteit en profilering, werken in onderwijsteams (clusters), professionele scholen. Daarnaast zijn er speerpunten geformuleerd voor realisatie van (integrale) kindcentra en onderwijs-proeftuinen. Voor de periode vanaf 2019 werken we de bestuurlijke ambities uit in een nieuw Bestuurlijk Koersplan voor 2019 - 2022. Beter onderwijs willen we realiseren door alle vormen van primair onderwijs in een gelijke positie te brengen. Dit doen we door het openbaar onderwijs op een zorgvuldige wijze te verzelfstandigen. Een eerste stap wordt gezet met een interne verzelfstandiging in 2019.

Begroting 2019 - Programma's 55 Programma 4 Onderwijs en jeugd

2. Wat willen we bereiken

ONDERWIJS EN JEUGD (een sociale gemeente) • Iedere jongere groeit gelukkig, veilig en gezond op met perspectief op een baan: door een samenhangende jeugdagenda op het terrein van de jeugdzorg en aspecten als armoede, onderwijs, arbeid, veiligheid, opvoeding en vertier. Door - samen met het onderwijsveld en consultatiebureaus – in een zo vroeg mogelijk stadium laaggeletterdheid en achterstand van kinderen te signaleren. • Voorzieningen in dorpen en wijken zoveel mogelijk behouden: door renovatie of nieuwbouw en slimme vormen van samenwerking tussen verschillende voorzieningen te stimuleren. Renovatie van gebouwen heeft de hoogste prioriteit in de gefaseerde aanpak. • Gemeentelijk vastgoed, inclusief schoolgebouwen, verduurzamen: door zonnepanelen op de daken in combinatie met isolerende maatregelen. • Investeren in goed onderwijs is investeren in de toekomst: door vanaf jonge leeftijd te investeren in het kind en het aanbieden van goed onderwijs.

3. Wat doen we ervoor

3.1. Lokaal onderwijsbeleid

Jeugd • In gesprek met kinderen en jongeren, ouders en jongerenwerkers om de behoeften van kinderen en jongeren in beeld te brengen en te onderzoeken of wij de juiste ondersteuning bieden vanuit de gemeente. Om daarna samen met kinderen en jongeren, de gemeentelijke jeugdambities te verwoorden en deze uit te werken in concrete acties. • Jongeren ondersteunen en faciliteren bij het organiseren van evenementen en voorzieningen voor jeugdigen. • In samenwerking met jongerenorganisaties stimuleren van jongerenparticipatie op het terrein van evenementen voor en door jongeren, het jeugdparlement en het jeugdlintje.

Voorscholen • Met de uitvoerende instanties een plan maken voor het aanbieden van 16 uur voorschoolse educatie (i.p.v. 10 uur) • Samen met de ontwikkelgroep Het Jonge kind en Hogeschool Stenden werken aan beleidsontwikkeling en kwaliteitszorg; • Een kenniskring oprichten met de intern begeleiders van de scholen en de HBO-coaches van de kinderopvang gericht op kwaliteitsontwikkeling en passend onderwijs / passende ondersteuning • Voor de samenwerking tussen scholen en voorscholen hebben wij een checklist opgesteld. Deze checklist bevat alle onderdelen die moeten worden ontwikkeld om kwalitatief goede voorschoolse educatie te kunnen bieden en om te zorgen voor een doorgaande ontwikkelingslijn van 2,5 jaar tot het einde van de basisschool. Jaarlijks selecteren we enkele onderdelen uit de checklist die we in gezamenlijkheid verder uitwerken.

Primair onderwijs • Samenwerking voorschool-basisschool faciliteren, o.a. door beleidsontwikkeling en professionalisering. • Samenwerking onderwijs-jeugdzorg verbeteren door heldere afspraken te maken over de inzet en werkwijze van het schoolmaatschappelijk werk. • Een integraal huisvestingsplan ontwikkelen samen met de schoolbestuurders en de voorschoolse instellingen. • De nieuwe werkwijze rond de Brede School implementeren en evalueren en implementeren van de website voor de Brede School.

Voortgezet onderwijs • Samenwerking tussen scholen voor voortgezet onderwijs versterken. • Scholen stimuleren doorlopende leerlijnen te ontwikkelen (techniek, onderwijs-arbeidsmarkt). • Drie groepen starten waarin het regulier onderwijs intensief samenwerkt met het speciaal onderwijs (passend onderwijs). • Onderwijsaanbod voor anderstaligen te verbeteren door aan te sluiten bij het primair onderwijs voor deze doelgroep. • Samen met scholen opstellen van een lokale onderwijsagenda.

Begroting 2019 - Programma's 56 Programma 4 Onderwijs en jeugd

Laaggeletterdheid • Uitvoering geven aan project Emmen telt mee met taal. • 420 Taaltrajecten uitvoeren. • Samenwerking bibliotheek, Sedna, Drenthe College en TDC / Emco om laaggeletterdheid onder de aandacht te brengen van werkgevers en laaggeletterden naar taaltrajecten toe te leiden. • Cursisten te volgen van signalering tot de afronding van een taaltraject.

Leerlingenvervoer • Aansluiten op uitwerking ‘afstemming publiek vervoer en Groningen-Drenthe concessie openbaar vervoer.’ Hier wordt al uitvoering aan gegeven.

Onderwijshuisvesting • Uitvoering geven aan het onderwijshuisvestingsprogramma en ondersteuning bij de totstandkoming van de schoolaccommodaties.

Leerplicht • Gesprekken voeren met leerlingen, ouders en school bij ongeoorloofd verzuim. • Preventieve maatregelen treffen; voorlichting aan scholen, spreekuren voor ouders en kinderen, hulpverlening inschakelen en het ondersteunen van scholen bij het voeren van een goede verzuimadministratie. • Jongeren uit het praktijkonderwijs worden in het uitstroomjaar begeleid naar een passende baan door een werkcoach. • We starten met een ‘jongeren perspectief fonds’, waarbij we jongeren met problematische schulden ontzorgen, activeren en extra ondersteuning bieden. In programma 6 is dit opgenomen in het kader van het SAM-beleid.

3.2. Openbaar onderwijs Emmen (OOE) • Het samen met onderwijspartners realiseren van moderne onderwijshuisvesting. • Acties uit bestuurlijk jaarplan OOE uitvoeren. • Nieuw bestuurlijke koersplan op interactieve wijze voorbereiden en opstellen. • Onderdelen uit de visie “Oog voor de wereld” in 2019 vormgeven. • Het streven is om per 1 augustus 2019 het openbaar onderwijs intern te hebben verzelfstandigd.

Beleidsindicatoren De beleidsindicatoren geven een toelichting op de bovenstaande paragrafen "Wat willen we bereiken" en "Wat doen we ervoor" en helpen daarmee het sturen op de in 2019 voorgenomen maatschappelijke effecten. In de Financiële begroting hoofdstuk 5, zijn alle BBV-beleidsindicatoren opgenomen.

Beleidsindicatoren Gerealiseerde Begroting 2018 Begroting 2019 indicator (meest Streefwaarde Streefwaarde recente jaar) indicator indicator

Emmense beleidsindicatoren (Lokaal onderwijsbeleid) Het aantal gerealiseerde voorscholen 56 56 59 (100%) Beleidsindicatoren Besluit Begroten en Verantwoorden Absoluut verzuim (aantal leerplichtigen (5-18 jr) per 1.000 inw. 1,08 (2017) 0,7 0,7 dat niet staat ingeschreven op een school) Relatief verzuim (aantal leerplichtigen (5-18 jr) per 1.000 inw. 23,47 (2017) 21,1 21,1 dat wel staat ingeschreven op een school maar ongeoorloofd afwezig is) Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie 1,8% (2016) 1,6% 1,6%

Begroting 2019 - Programma's 57 Programma 4 Onderwijs en jeugd

4. Wat mag het kosten 4.1 Lasten en baten Taakveld (Bedragen * € 1.000) 2019 2020 2021 2022 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 8.655 8.531 8.421 8.486 Onderwijshuisvesting 5.723 5.868 6.250 6.746 Openbaar basisonderwijs 31.418 31.277 31.273 31.269 Totaal Lasten 45.796 45.676 45.943 46.501 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 3.703 3.703 3.480 3.480 Onderwijshuisvesting 70 70 70 70 Openbaar basisonderwijs 31.230 31.234 31.239 31.245 Totaal Baten 35.003 35.007 34.789 34.795 Saldo 4 Onderwijs en Jeugd (bruto) 10.794 10.669 11.154 11.706 Onderwijshuisvesting 151 150 149 147 Openbaar basisonderwijs 28 19 9 Totaal Onttrekking 179 169 158 147 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 5 5 5 5 Onderwijshuisvesting 500 Totaal Storting 5 505 5 5 Mutatie reserves -175 336 -153 -143

5. In welke documenten is relevant beleid vastgelegd  Bestuursakkoord 2018 – 2022 “Samen investeren!”  Collegeprogramma 2018-2022 “Samen investeren”  Strategienota Emmen 2030; daar wil je zijn  Beleidsplan ‘Samen verder in het sociaal domein 2017-2020.

Begroting 2019 - Programma's 58 Programma 5 Bouwen wonen en milieu

Programma Bouwen, wonen en milieu 5 Het programma ‘Bouwen, wonen en milieu’ omvat beleid en activiteiten omtrent de planvorming en inrichting voor de fysieke leefomgeving van de gemeente, zoals structuurvisies, beleidsadviezen, stads- en dorpsvernieuwingen en grond aan- en verkopen. Daarnaast omvat dit programma beleid en activiteiten die betrekking hebben op de kwaliteit van deze fysieke leefomgeving. Hierbij gaat het om taken als riolering en water, afval en milieubeheer.

1. Trends en ontwikkelingen

Emmen 2030; dáár wil je zijn. Onderscheidende en wervende woon- en werkomgeving. In 2030 is de woningvoorraad vernieuwd. Grote gezinswoningen uit de jaren 50, 60 en 70 van de vorige eeuw hebben plaatsgemaakt voor een grotendeels energieneutrale woningvoorraad die geschikt is voor kleinere huishoudens. Inwoners waarderen de leef- en woonomgeving van Emmen, die hoger ligt dan het landelijk gemiddelde. In 2030 is er ook elders in het land meer oog voor de kwaliteit van leven in Emmen.

Toename bouwprojecten De in 2017 reeds ingezette trend van stijgende bouwactiviteit (25 particulier verkochte kavels en 16 projectmatig), lijkt zich in 2018 verder voort te zetten met 16 particuliere en 4 projectmatig verkochte kavels tot en met augustus 2018. Hierbij zitten ook kavels op grondcomplexen waar al een aantal jaren geen verkopen waren geregistreerd (bijvoorbeeld Oude Meerdijk). Daarnaast kan geconstateerd worden dat ontwikkelaars op vele plekken in de gemeente Emmen (zowel Emmen Centrum, alsmede de omliggende dorpen en wijken) plannen ontwikkelen voor woningbouw, commerciële nieuwbouw of een combinatie daarvan. Een goed voorbeeld betreft Nieuw- Amsterdam, waar de aanpak van de infrastructuur langs de Vaart ZZ het vliegwiel lijkt te zijn voor meerdere nieuwbouwontwikkelingen.

Begroting 2019 - Programma's 59 Programma 5 Bouwen wonen en milieu

Regiodeal Zuid- en Oost-Drenthe In verschillende verbanden zetten we ons in om samen met andere partijen de (sociaal)economische structuur van onze regio te versterken. Door de BOCE-agenda, de Dutch Tech Zone en Vitaal Platteland Oost-Drenthe is een effectieve schaal van samenwerking ontstaan waarin we vanuit eigen regionale kracht bij voortduring werken aan de leefkwaliteit en welvaart. De gemeenten Borger- Odoorn, Coevorden, Aa en Hunze, Hoogeveen, Hardenberg en Emmen werken hierin intensief samen met de provincie Drenthe. Het kabinet stelt middelen – de zogenaamde Regio Envelop – beschikbaar. Door middel van een Regiodeal Zuid- en Oost-Drenthe willen we samen met het Rijk en regionale partijen werken aan een gerichte en geïntegreerde aanpak van economische, sociale en ecologische opgaven in de regio. Ons commitment middels de Regiodeal omvat mede de financiering van maatregelen en investeringen door de verschillende partijen.

Emmen 2030; dáár wil je zijn. Innovatieve kern: moderne industrie, vrije tijdseconomie, onderwijs en leefomgeving. In 2030 onderscheidt Emmen zich als innovatieve kern in Noord en Oost-Nederland.

In 2030 heeft Emmen de CO2 uitstoot met 50% gereduceerd. De energietransitie zien wij hierbij als aanjager voor nieuwe, ruimtelijk-economische en sociale ontwikkelingen in onze (grens overstijgende) regio. We willen inwoners stimuleren om zelf, of in coöperatief verband, bij te dragen aan de ontwikkeling van duurzame energie.

Nationale Omgevingsvisie De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) geeft een langetermijnvisie van het Rijk op de toekomst en de ontwikkelingen van de leefomgeving in Nederland. Om urgente opgaven op het gebied van bijvoorbeeld klimaatverandering, energietransitie en woningbouw het hoofd te kunnen bieden, streeft het Rijk om de kwaliteit van de leefomgeving te behouden en zoveel mogelijk te versterken. De verschillende opgaven en onderdelen van de fysieke leefomgeving worden vanuit de NOVI overkoepelend beschouwd en met elkaar in verband gebracht. Beleid en de aanpak worden zodoende vernieuwd waarmee meer samenhang ontstaat. In de NOVI zijn vier strategische opgaven benoemd: een duurzame en concurrerende economie, een klimaatbestendige en klimaatneutrale samenleving, een toekomstbestendige en bereikbare woon- en werkomgeving, en een waardevolle leefomgeving. Wij zijn middels een gebiedsdialoog in gesprek met het Rijk om de regio Zuidoost- Drenthe als perspectiefgebied in de NOVI op te laten nemen. Een perspectiefgebied is een gebied waar meerdere prioriteiten samen komen, waarbij een integrale en gezamenlijke aanpak tot betere resultaten kan leiden en waar meerdere overheden en maatschappelijke partijen urgentie voelen om tot keuzes te komen.

Klimaatakkoord In de eerste helft van 2018 vonden landelijk de besprekingen voor het Klimaatakkoord plaats aan vijf sectortafels: gebouwde omgeving, industrie, landbouw en landgebruik, mobiliteit, en elektriciteit. Uit de sectortafels is een voorstel op hoofdlijnen voor het Klimaatakkoord aan de minister van Economische Zaken en Klimaat aangeboden. In juni 2019 moet ook in Drenthe een concept Regionale Energiestrategie (RES) gereed zijn. In de RES worden de regionaal aanwezige (rest)bronnen en het opwekkingspotentieel in beeld gebracht, vraag en aanbod van warmte op elkaar afgesteld en de opwekopgave op land ruimtelijk toegewezen. De regie op de totstandkoming van de RES ligt bij de provincie. Voor het geval deze RES bij elkaar niet optellen tot de nationaal afgesproken ambities, wordt een door de decentrale overheden ontwikkelde verdeelsystematiek toegepast, zodat eind 2019 de regionale invulling van de nationale opgave verdeeld is. In lijn met het Bestuursakkoord 2019 -2022, Samen investeren!, is het voor ons onbespreekbaar dat een uitbreiding van de Drentse windopgave in onze gemeente gerealiseerd wordt. Daarnaast wordt voor de gebouwde omgeving een wijkgerichte benadering voorgesteld. Hiervoor stellen gemeenten uiterlijk in 2021 een transitievisie warmte vast, in een zorgvuldig proces met bewoners en gebouweigenaren. Per wijk besluit de gemeenteraad in een uitvoeringsplan op wijkniveau over de alternatieve energie infrastructuur van een wijk. Dit biedt het kader waarbinnen gebouweigenaren, netbeheerders, warmtebedrijven, gemeente en andere partijen investeringsbeslissingen nemen. Een belangrijk thema in het Klimaatakkoord is kosteneffectiviteit en betaalbaarheid van de energietransitie voor bewoners en bedrijven. Voor 2021 worden mogelijk extra verplichte inspanningen van ons verwacht, we volgen in dit kader de extra middelen van het Rijk die mogelijk beschikbaar komen voor (innovatie)projecten.

Begroting 2019 - Programma's 60 Programma 5 Bouwen wonen en milieu

2. Wat willen we bereiken

BOUWEN EN WONEN (leefbare gemeente)  Sterke dorpen en wijken door plannen die bijdragen aan het vergroten van de leefbaarheid. Dit door initiatieven vanuit de samenleving en de Woon- en leefbaarheidsvisies  Prettig en betaalbaar wonen voor inwoners door tegengaan van lastenverzwaring en afspraken met corporaties over betaalbaarheid en een toekomstbestendige woningvoorraad  Nabijheid van voorzieningen door uit te gaan van de behoefte en voorkeuren van inwoners en rekening te houden met verschillen tussen dorpen en wijken. MILIEU (duurzame gemeente)  Schone en hernieuwbare energie door zelf regie te voeren op afspraken met Rijk en provincie, ruimte te geven aan zonne-energie en alternatieve energiebronnen en -dragers als geothermie, restwarmte en waterstof te verkennen  Energiebesparing als gezamenlijke opgave met inwoners, bedrijven en maatschappelijk middenveld. We geven zelf het goede voorbeeld door verduurzaming van het eigen vastgoed  Een circulaire economie waarbij de nadruk ligt op het sluiten van kringlopen, voorkomen van afval en verspilling en de toepassing van nieuwe materialen (zie ook programma 2)  Innovatieve systemen zoals een grensoverschrijdende energieregio (SEREH).

3. Wat doen we ervoor

3.1 Bouwen en wonen Programma Omgevingswet De landelijke inwerkingtreding van de Omgevingswet staat gepland voor 1 januari 2021. Voor 2019 staat verdere ketenintegratie centraal, inclusief experimenten om de impact te ervaren en kansen voor verbeterde dienstverlening te benutten of te verkennen. Tevens worden meerdere experimenten en pilots gestart om te ervaren hoe de gemeente anders met ruimtelijke opgaven kan omgaan. Dit vertaalt zich in andere ruimtelijke instrumenten. Tegelijkertijd zullen inwoners en ondernemers ook moeten wennen aan een andere rol. Hierover gaan we met initiatiefnemers in gesprek via de inhoud (pilots en experimenten).

Woon- en leefbaarheidsvisies De woon- en leefbaarheidsvisies stellen we samen met inwoners, corporaties en lokale belanghebbende partijen (zoals maatschappelijke organisaties, verenigingen en middenstand) op. Dit vraagt een gebiedsgerichte benadering van alle betrokken gemeentelijke diensten. De wijk Angelslo is pilot voor het gebiedsgericht werken, hiervoor wordt een budget beschikbaar gesteld van 200.000 euro. In 2019 leveren we vier woon- en leefbaarheidsvisies op, die een inhoudelijke en ruimtelijke analyse van wijk of dorp bevatten en een richting voor de toekomst. De prioritering (welke wijken/dorpen in 2019 worden opgepakt) maken we samen met de woningcorporaties. Dit omdat de doelen in de woon- en leefbaarheidsvisies vaak een directe relatie hebben met het bezit van de corporaties en de acties die zij hier op plegen (zoals onderhoud, nieuwbouw en verduurzaming). Het voornemen is om in 2019 in ieder geval een dorpsvisie voor Zwartemeer en een visie voor een wijk in Emmen op te leveren. De overige twee wijken of dorpen worden in samenspraak met de corporaties bepaald. Het budget voor de woon- en leefbaarheidsvisies wordt vanaf 2020 verhoogd.

Lokaal Akkoord 2019-2023 In 2018 is het Lokaal Akkoord 2019-2023 vastgesteld en ondertekend. Dit akkoord is een raamovereenkomst voor de jaarlijkse prestatieafspraken tussen corporaties, huurderorganisaties en gemeente. De Woonvisie 2018-2023 ligt hieraan ten grondslag. Het Lokaal Akkoord bevat concrete afspraken over de jaarcyclus voor de totstandkoming van de prestatieafspraken, het aanleveren van activiteitenoverzichten en volkshuisvestingsverslagen door de corporaties. Verder is er specifiek opgenomen welke inspanningen de huurdersorganisaties leveren. Wij leveren jaarlijks een activiteitenoverzicht aan de woningcorporaties en huurdersorganisaties. Vanuit het Lokaal Akkoord wordt een pilot opgezet met de inzet van de VoorzieningenWijzer als specifieke dienst voor de moeilijk te bereiken doelgroepen. Ten aanzien van de samenwerking met de woningcorporaties is besloten om te gaan werken met zogenoemde overlegtafels. Hierin worden losse overleggen samengebracht waardoor de lokale afstemming beter tot stand komt. In 2019 nemen wij deel aan de campagne ‘Lang zult u wonen’. Deze campagne is erop gericht om particuliere woningeigenaren bewust te maken van het belang om hun woning toekomstbestendig te maken. Onder deze campagne kunnen de verschillende financieringsmogelijkheden die de gemeente beschikbaar stelt bijeen gebracht worden.

Structuurvisie herprogrammering woningbouw 2018-2028 In 2018 is de ‘Structuurvisie herprogrammering woningbouw 2018-2028’ vastgesteld. Om te komen

Begroting 2019 - Programma's 61 Programma 5 Bouwen wonen en milieu

tot een plancapaciteit die past bij de verwachte huishoudontwikkeling in de gemeente zijn bijna 1.029 zogenoemde ‘slapende plannen’ (veelal gemeentelijke uitleglocaties) aangewezen voor herprogrammeren. Dit betekent dat de bestemming wonen weg wordt genomen. Dit is een eerste grote slag, maar om vraag en aanbod meer in evenwicht te brengen is in de structuurvisie vastgelegd dat er in de woon- en leefbaarheidsvisies nog eens 546 woningbouwlocaties voor herprogrammeren worden aangewezen. In 2019 wordt de voortgang van de herprogrammering geëvalueerd en op basis daarvan wordt bezien hoe met de restopgave omgegaan wordt.

Omgevingsvisie Emmen Centrum – uitvoeringsprogramma Voor een vitale binnenstad is herstructurering van het centrum noodzakelijk. In 2019 en 2020 zal eerst de openbare ruimte in het noordelijk deel van het centrum heringericht worden. Daarna zal het zuidelijk deel van de Hoofdstraat worden opgepakt. De vergroening van het centrum speelt bij de herinrichting van het openbaar gebied een belangrijke rol. Bij de herinrichting van het openbaar gebied wordt rekening gehouden met opgaven als ruimtelijke adaptatie. In 2019 werken we de omgevingsvisie Emmen Centrum verder uit, om deze te vertalen in een omgevingsplan voor Emmen Centrum. Zo zullen het aanwezige erfgoed en ook de resultaten van de horecavisie alvast vertaald en vastgelegd worden in een planologische regeling, vooruitlopend op een omgevingsplan.

Centrumvernieuwing dorpen en wijken In samenspraak met bewoners worden initiatieven, die zijn gericht op het versterken van leefbaarheid en vitaliteit van dorpen en wijken, gestimuleerd en ondersteund. De afgelopen jaren hebben wij hiervoor het Stimuleringsfonds Dorpen en Wijken succesvol ingezet. Het fonds vervult een aanjaagfunctie voor andere ontwikkelingen in een dorp of wijk. De komende jaren blijven wij de inzet van het fonds continueren. Voor 2019 is er 2,5 miljoen euro beschikbaar en voor 2020 en volgende jaren is er 1,5 miljoen euro beschikbaar. Met name woonbuurten die in de jaren 70 en 80 zijn opgezet verdienen de aandacht. In 2019 wordt uitvoering gegeven aan fase 2 van het centrumplan Schoonebeek, dit omvat de herinrichting van het Pallertplein als parkeer- en verblijfsruimte. Het inrichtingsplan omvat onder meer een gedeeltelijke aanpassing van het wegtracé, een 30 km/h-zone, een tweezijdig vrij liggend fietspad en aangepaste parkeermogelijkheden. Verder geven we uitvoering aan de centrumontwikkeling van Emmer- Compascuum. Behalve de nieuwbouw van een supermarkt ter plaatse van het te slopen pand Losa en de nieuwbouw van een medisch centrum op de locatie van het voormalige Rabobank gebouw werken we, ter vervanging van meerdere basisscholen, aan de bouw van een nieuwe Brede school. Daarnaast vervangen we de huidige sporthal De Klabbe en bouwen op de voormalige locatie Abeln een nieuwe sporthal. Ook de openbare ruimte wordt aanvullend aangepakt. Tot slot bekijken we op welke wijze de vaarverbinding Erica – Ter Apel (meer) bij het centrum kan worden betrokken. Voor wat betreft centrumvoorzieningen in de wijken wordt onderzocht hoe en op welke wijze het wijkcentrum van Angelslo kan bijdragen aan het verbeteren van de woon- en leefbaarheid van deze wijk.

Investeren in wijk- en dorpvoorzieningen Het behoud van belangrijke dorp- en wijkvoorzieningen en eigentijdse sportaccommodaties is een belangrijk voornemen en van vitaal belang voor het functioneren van de samenleving. Sterke dorpen en wijken dragen ook positief bij aan een levendig ondernemingsklimaat met name voor lokale MKB-ondernemingen. Er komt een investeringsbudget voor buurthuizen van 1,5 miljoen euro per jaar. Voor kleine aanpassingen stellen we een 1/3 regeling in. Tenslotte is er voor verduurzaming van gemeentelijke gebouwen een budget beschikbaar gesteld. Voor de dorpshuizen in Schoonebeek en Nieuw-Schoonebeek is een grootschalige aanpak/investering noodzakelijk om de centrale rol, die de buurtgebouwen (‘t Aole Gemientehoes en de Dorpshoeve) in het dorp hebben, te behouden.

Rensenpark De ambitie is om van Rensenpark Emmen een laagdrempelige creatieve hotspot met bovenregionale uitstraling, in een uniek groen stadspark met een bijzonder karakter en iconische gebouwen, te maken. Komende jaren werken we aan het creëren van reuring in het park door het mogelijk maken en stimuleren van “content-ontwikkeling” in de bestaande gebouwen en het stimuleren van activiteiten en evenementen in het Rensenpark. Hiervoor investeren we de komende jaren in de gebruikswaarde en attractiviteit van de bestaande gebouwen. Tevens faseren we de inrichting van het openbaar gebied Rensenpark, conform de visie openbare ruimte, over een langere periode. Voor komende jaren zijn de eerste twee fasen gepland, die met name betrekking hebben op de herinrichting van de Savanne, de herinrichting van het Olifanteneiland, de herinrichting van de Centrale Zone en het versterken van de groenstructuur.

3.2 Milieu Programma Duurzaamheid en Energie We willen komen tot een samenhangend programma met als uitgangspunt het fossiel energieverbruik versneld en duurzaam te verlagen, in samenhang met een goede woon- en

Begroting 2019 - Programma's 62 Programma 5 Bouwen wonen en milieu

omgevingskwaliteit en werkgelegenheid. Door dit programmatisch te doen kan door synergie versnelling en verbinding plaatsvinden. De plannen en middelen van Rijk en provincie op gebied van krimp, energie en werkgelegenheid worden daarbij benut en tevens wordt veel ruimte gegeven aan initiatieven uit de samenleving.

Uitvoering Energienota 2017-2020 De energietransitie is een lang proces. De manier waarop wij vorm willen geven aan dit proces voor de komende jaren is uitgewerkt in de Energienota 2017-2020. De nota heeft de volgende inhoudelijke speerpunten: energiebesparing, opwekken duurzame energie en energiesystemen 2.0. Daarnaast wordt ingezet op de procesmatige aspecten van de transitie: wij stimuleren en ondersteunen burgers voor het nemen van energiebesparingsmaatregelen in de woonomgeving en voor het gemeenschappelijk of individueel opwekken van duurzame energie om aan de buurten, wijken en dorpen een economische en kwaliteitsimpuls te geven. Ook stimuleren wij bedrijven om te innoveren en ondersteunen wij ze bij het verminderen van de energielasten. Hierbij zoeken wij actief de samenwerking op met de energie-intensieve sectoren, stimuleren wij investeringen in grootschalige zonneakkers en ondersteunen wij energiecoöperaties die in de dorpen en wijken de ontwikkeling van duurzame energie oppakken. In 2019 beginnen wij aan de actualisatie van de energienota. De middelen voor de Energienota maken we vanaf de begroting 2019 structureel.

Expeditie Emmerhout energieneutraal Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft 85 miljoen euro beschikbaar gesteld voor twintig proeftuinen aardgasvrije wijken in Nederland. Deze subsidiemaatregel kent in grote lijnen een tweetal doelen: een wijk versneld van het aardgas en de wijk is proeftuin voor andere wijken in de eigen gemeente en voor de rest van Nederland. Wij hebben in het kader van de Expeditie Emmerhout energieneutraal een plan van aanpak opgesteld en bij het ministerie van Binnenlandse Zaken een verzoek ingediend voor een bedrag ter grootte van 3,6 miljoen euro. Helaas is Emmen onlangs niet uitgekozen voor de proeftuinen aardgasvrije wijken en krijgt daarmee geen subsidie. We gaan nu uitzoeken hoe we wel uitvoering aan het plan van aanpak kunnen geven.

SEREH Met het SEREH-project willen de gemeente Emmen en de stad Haren (Ems) de randvoorwaarden scheppen voor de realisatie van een decentrale grensoverschrijdende elektriciteits- en energiemarkt. Dat zou in Europa uniek zijn. Op basis van het project moet worden vastgesteld of stroom uit hernieuwbare energieën op een niveau lager dan het niveau van het transportnet grensoverschrijdend kan worden uitgewisseld en beheerd. Momenteel zijn er hiervoor nog technologische, economische en juridische hindernissen waar binnen het project onderzoek naar moet worden gedaan en waarvoor oplossingen moeten worden ontwikkeld. In het kader van het project worden scenario's ontwikkeld ten aanzien van hoe een regionale energiemarkt Emmen/Haren er vanaf 2025 uit kan zien.

Waterstofeconomie

Dat waterstof een aanzienlijke bijdrage kan leveren aan de reductie van CO2-uitstoot wanneer dit fossiele alternatieven vervangt is bewezen. Ook wordt steeds meer onderkend dat waterstof een essentiële component van het toekomstige energiesysteem is en dat de bedrijvigheid met waterstof aanzienlijk kunnen bijdragen aan de economische versterking van de regio. Het begint duidelijk te worden dat een groene waterstofeconomie/waterstofketen veel potentie heeft voor de economische versterking, maar de kansen kunnen alleen worden benut wanneer de productie, markten, infrastructuur en maatschappelijke aspecten (waardeketen) gelijktijdig in overeenstemming met elkaar worden ontwikkeld. In Emmen hebben we een unieke startpositie om een dergelijke samenhangende waardeketen tot ontwikkeling te brengen. De unieke positie is gegeven door een aantal initiatieven: GZI Next, SEREH en de aanwezigheid van een puurwaterfabriek, de productie van duurzame energie en de aanwezigheid van ondergrondse infrastructuur. In de komende jaren gaan wij ons richten op het faciliteren van de ontwikkeling van de waterstofeconomie in Emmen. Dit in het kader van het GZI Next project waarvoor wij de Letter of Intent hebben ondertekend (zie ook programma 2 Economie en werkgelegenheid).

Duurzaamheidsagenda Om antwoord te geven op de maatschappelijke vraagstukken die de moderne samenleving bezig houden wordt de Milieuagenda uitgebreid tot een Duurzaamheidsagenda. Onderwerpen als klimaatverandering en circulaire economie worden toegevoegd aan de klassieke thema’s die de kwaliteit van de leefomgeving bepalen zoals luchtkwaliteit, geur- en geluidhinder, water, natuurontwikkeling en afval. Wij onderzoeken in de Duurzaamheidsagenda hoe de samenhang met economische en sociale thema’s versterkt kan worden. De Duurzaamheidsagenda gaat onderdeel uitmaken van de te actualiseren Energienota (2020). De resultaten van de uitvoering van de Duurzaamheidagenda worden beschreven en gemonitord in de al bestaande online Duurzaamheidsmonitor.

Begroting 2019 - Programma's 63 Programma 5 Bouwen wonen en milieu

Asbest(daken) Samen met andere Drentse gemeenten en de provincie wordt uitvoering gegeven aan een plan van aanpak asbestdaken. Het plan is erop gericht de saneringsoperatie te versnellen. Instrumenten hierbij zijn onder andere: voorlichtingsmateriaal, kennisloket, buurtgerichte aanpak, brancheaanpak, risico gestuurde aanpak en programmatische ondersteuning. Daarnaast zorgen wij ervoor dat wij zicht houden op de voortgang van de saneringsoperatie en dat vergunningverlening, toezicht en handhaving met betrekking tot asbestdaken op orde is.

Afval Naast het inzamelen van afval maken wij stappen op weg naar een circulaire economie. Hierin ligt de nadruk op het sluiten van kringlopen, het voorkomen van afvalverspilling en het toepassen van nieuwe materialen. Naast hergebruik en recyclen van producten en grondstoffen, zien wij waarde toevoegen (upcyclen) als volgende stap. In 2017 daalde de hoeveelheid restafval sinds jaren (van 254 naar 241 kilogram restafval per inwoner per jaar). De landelijke norm van 100 kilogram restafval per inwoner per jaar in 2020 stelt gemeenten en inwoners voor een aanzienlijke uitdaging naar: (a) verdere vermindering van het restafval en (b) betere scheiding van grondstoffen van bijvoorbeeld glas, papier, textiel en PMD. In dit kader, maar ook in verband met mogelijke verlaging van kosten grijze containers/papier/textiel, zal er onderzocht worden of de routes afvalinzameling kunnen worden aangepast. Wij streven ernaar via serviceprikkels herbruikbare grondstoffen (zoals textiel, papier en PMD) frequenter en restafvalstoffen minder frequent in te zamelen. In 2018 wordt een nieuw gemeentelijk Kaderplan Afvalstoffen vastgesteld waarin ambities en maatregelen voor 2019 en verder nader zijn uitgewerkt. We gaan zorgvuldig om met de verhoging van de afvaltarieven. Prijsindexering en autonome kostenontwikkelingen zullen echter doorgerekend worden in het tarief.

Riolering en water Het Gemeentelijk Rioleringsplan 2018-2023 is gebaseerd op het waterketenplan en is in samenwerking met de partners in de waterketen opgesteld en afgestemd. In het rioleringsplan staan voor de duur van het beleidsdocument wanneer welke investeringen aan het riool- en watersysteem worden gedaan. Daar waar mogelijk wordt werk-met-werk gemaakt. Voor 2019 wordt onder andere het riool vervangen in: Dordseweg (), Oranjedorpstraat en omgeving (Nieuw-Dordrecht), ‘oude bouw’ in Nieuw-, Laan van Kinholt (Emmerhout), inbreidingsplannen zoals Esweg (Emmen) en Oranjedorpstraat – Sportweg (Nieuw-Dordrecht). Ook worden er circa vijftien rioolgemalen gerenoveerd.

Klimaatadaptatie In het Deltaprogramma 2018 is het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie opgenomen, hierin staat hoe gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk het proces van ruimtelijke adaptatie (voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering) gaan versnellen en intensiveren. Dit om in 2050 tot een klimaatbestendig en waterrobuust Nederland te komen. In het Deltaplan staan vier thema’s centraal: hittestress, droogte, wateroverlast en overstromingen. Naast de thema’s zijn er zeven ambities geformuleerd, elk met een eigen tijdpad. Een van deze ambities is dat voor 2020 alle gemeenten een stresstest hebben uitgevoerd. De test maakt inzichtelijk waar, als gevolg van de klimaatverandering, in de gemeente de zwakheden ten aanzien van de vier thema’s liggen. Wij zijn partner in het samenwerkingsverband Noordelijk Vechtstromen en in dit verband verkennen wij hoe ook als regio invulling aan de ruimtelijke adaptatie gegeven kan worden en om van elkaar te leren. Gelet op het belang van de opgave voor de leefbaarheid willen we voortvarend met deze opgave aan de slag. Hiertoe stellen we een eigen plan van aanpak op, dat zich primair richt op het realiseren van de stresstest. Het dient ook voor de risicodialoog met inwoners en het bevorderen van een gecoördineerde integrale aanpak. Van hieruit zal in een gebiedsgerichte benadering naar samenhang met acties in het kader van Regiodeals en Klimaatakkoord worden gestreefd.

Begroting 2019 - Programma's 64 Programma 5 Bouwen wonen en milieu

Beleidsindicatoren De beleidsindicatoren geven een toelichting op de bovenstaande paragrafen “Wat willen we bereiken” en “Wat doen we ervoor” en helpen daarmee het sturen op de in 2019 voorgenomen maatschappelijke effecten. In de Financiële begroting (hoofdstuk 5), zijn alle BBV-beleidsindicatoren opgenomen. Beleidsindicatoren Gerealiseerde Begroting 2018 Begroting 2019 indicator (meest Streefwaarde Streefwaarde recente jaar) indicator indicator Emmense beleidsindicatoren Afvalscheiding door huishoudens 59% (2017) 75% (in 2020) 75% (in 2020) Beleidsindicatoren Besluit Begroten en Verantwoorden Omvang huishoudelijk restafval kg/inwoner 241 (2017) 100 (in 2020) 100 (in 2020) Nieuwbouw woningen (aantal per 1.000 Niet woningen) 2,1 (2016) opgenomen in 4,0 2018

4. Wat mag het kosten 4.1 Lasten en baten Taakveld (Bedragen * € 1.000) 2019 2020 2021 2022 Afval 10.115 10.045 9.994 9.943 Beheer overige gebouwen en gronden 4.199 4.438 4.629 4.717 Cultureel erfgoed 146 140 139 139 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) 7.298 8.630 9.242 6.710 Milieubeheer 5.545 4.619 4.523 4.523 Riolering 8.401 8.835 8.973 9.139 Ruimtelijke Ordening 1.567 1.567 1.567 1.638 Wonen en bouwen 4.418 4.332 4.379 4.381 Totaal Lasten 41.688 42.606 43.445 41.191 Afval 14.204 13.763 13.713 13.663 Beheer overige gebouwen en gronden 3.092 3.092 3.092 3.092 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) 7.115 8.654 9.221 6.563 Riolering 11.911 12.069 11.927 11.814 Wonen en bouwen 2.547 2.749 2.825 2.907 Totaal Baten 38.868 40.327 40.778 38.039 Saldo 5 Bouwen, Wonen en Milieu (bruto) 2.820 2.280 2.667 3.152 Cultureel erfgoed 1 1 Milieubeheer 1.395 647 Wonen en bouwen 80 80 80 80 Totaal Onttrekking 1.476 728 80 80 Milieubeheer 294 294 136 136 Wonen en bouwen 593 1.142 1.142 1.142 Totaal Storting 887 1.436 1.278 1.278 Mutatie reserves -589 708 1.198 1.198 Saldo 5 Bouwen, Wonen en Milieu (netto) 2.230 2.988 3.865 4.350

5. In welke documenten is relevant beleid vastgelegd  Bestuursakkoord 2018-2022 ‘Samen investeren!’  Collegeprogramma 2018-2022 ‘Samen investeren’  Strategische visie ‘Emmen 2030: dáár wil je zijn’  Woonvisie 2018-2023 ‘Thuis in Emmen: snoeien doet bloeien’  Lokaal Akkoord 2019-2023  Structuurvisie herprogrammering woningbouw 2018-2028  Omgevingsvisie Emmen Centrum  Energienota 2017 – 2020  Milieuagenda 2013 – 2016  Kaderplan Afval  Productovereenkomst Area Reiniging  Gemeentelijk Rioleringsplan 2018-2023  Bestuursakkoord samenwerking waterketen noordelijke Vechtstromen 2017-2020  Structuurvisie ‘Emmen, Water’.

Begroting 2019 - Programma's 65

Begroting 2019 - Programma's 66 Programma 6 Inkomensondersteuning

Programma Inkomensondersteuning 6

Het programma Inkomensondersteuning omvat beleid en activiteiten die door de gemeente op dit terrein worden ontwikkeld c.q. ondernomen. De volgende taken maken deel uit van dit programma.  Inkomen: inkomensvoorziening voor mensen in de Participatiewet, IOAW, IOAZ; uitvoering van bijzondere bijstand, minimabeleid en individuele inkomenstoeslag;  Armoedebeleid.

1. Trends en ontwikkelingen

Emmen 2030; dáár wil je zijn. Onderscheidende en wervende woon- en werkomgeving. Een sociale gemeente, gericht op participatie, gezondheid, zorg en ontwikkeling is een belangrijke voorwaarde om de ambities en streefbeelden, zoals verwoord in de Strategienota, te kunnen realiseren. De basis is primair het hebben van betaald werk maar ook zorg en ondersteuning van onze inwoners voor zichzelf en voor elkaar. Er wederzijds voor elkaar zijn geeft betekenis en kwaliteit aan het leven. Hier komt ook de kernwaarde saamhorigheid weer in beeld. Dit naar elkaar omzien heeft ook zijn grens. Op sommige punten is professionele ondersteuning nodig die niet door vrijwilligers gegeven kan worden. Dit geldt voor de volwassen alsook voor onze jonge inwoners. Formele en informele ondersteuning gaan samen op. We willen dan ook nadrukkelijk investeren in een sociale gemeente.

Schulddienstverlening, armoede en minima (SAM-beleid) We willen dat meer mensen uit een (uitzichtloze) schulden-of armoedesituatie komen. Het beleid is gericht op individuele ondersteuning naar meer zelfredzaamheid. Bij het SAM-beleid trekken we samen op met maatschappelijke partners. We hebben extra aandacht voor gezinnen met minderjarige kinderen en inwoners met acute financiële nood. We willen jongeren een financieel

Begroting 2019 - Programma's 67 Programma 6 Inkomensondersteuning

gezonde start geven. Daarom voeren we een pilot voor jongeren met problematische schulden uit, waarbij we de schulden overnemen, die jongeren aan de gemeente terugbetalen. Hiertoe zetten we een revolverend fonds in. Tevens onderzoeken we de mogelijkheden om schuldenproblematiek bij ZZP-ers en werkende armen tegen te gaan. Voor beide doelgroepen samen maken we een bedrag vrij ter overname van schulden. Voor het SAM-beleid stellen we meerjarig 634.000 euro beschikbaar. De dekking vinden we in het inkomensafhankelijk maken van de Tegemoetkoming chronisch zieken (TCG).

Bewindvoering Hoewel aan de preventieve kant veel inzet gepleegd wordt door ons als gemeente alsook door maatschappelijke partners merken we dat, vaak door beperkte kennis over ondersteunende voorzieningen, te snel wordt doorverwezen naar bewindvoering. Deze toeleiding is dan niet het meest passend. Vaak hebben we als gemeente de klant nog niet voldoende in beeld om een goed alternatief aanbod te doen. Het opleggen door de rechtbank van bewindvoering is voor de klant een zware maatregel en zorgt voor hoge kosten (bijzondere bijstand). Door meer grip te krijgen op de financiële problemen van de klant en daardoor het kunnen aanbieden van een passend product voor financiële ondersteuning, leveren we meer maatwerk en voorkomen we hoge kosten. Escalatie op het juiste, passende moment.

Extra uitstroom uit de bijstand De afgelopen jaren hebben we het investeringsplan uitgevoerd. Dit plan heeft geleid tot een daling van het bijstandsvolume. Wat vooral opvalt zijn de resultaten ‘uitstroom naar regulier werk’ en de trendbreuk in de resultaten uitstroom op het gebied van handhaving van rechtmatigheid. Op basis van de huidige ontwikkelingen is de verwachting dat eind 2019 het aantal uitkeringen WWB 3.320 bedraagt. Dit is het zogenaamde basisscenario.

De positieve lijn van meer uitstroom naar regulier werk willen we vasthouden. We geven daarom ook in 2019 een extra “boost” aan de uitstroom resultaten. Met drie extra beleidssporen op het gebied van uitstroom naar regulier werk en loonkostensubsidie wordt het bijstandsvolume verder teruggebracht. Er wordt actief ingezet op meerjarige begeleiding van klanten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en ook wordt ingezet om de komende jaren meer klanten Participatiewet op een loonkostensubsidie plek te plaatsen.

De lagere instroom, de hoge(re) (extra) uitstroom en het lagere uitkeringsvolume zorgen voor een dalend meerjaren volume Participatiewet. Voor 2019 zorgen de drie extra beleidssporen voor een extra uitstroom van 75 uitkeringen.

Handhaving en fraudebestrijding We werken vanuit het principe van hoogwaardig handhaven. Volgens dit concept staan de uitgangspunten voorlichting, zorgvuldige dienstverlening, opsporen van fraude en sanctioneren van fraude centraal. Het beleid is ook hier op gericht, zowel intern als het gaat om multidisciplinaire samenwerking, als extern waarbij daadwerkelijk onderzoek wordt gedaan. Het algehele doel van het hoogwaardig handhaven is nalevingsbereidheid bij de klanten te vergroten. Gebleken is dat de nalevingsbereidheid groter wordt, maar dat de te onderzoeken zaken complexer en tijdsintensiever worden. De maatschappij ontwikkelt zich voortdurend. Sociale media zijn niet meer weg te denken. Mensen worden steeds creatiever, waardoor het opsporen van fraude ook intensiever wordt. We blijven meegaan en passen ons aan de veranderende omstandigheden in de maatschappij, bijvoorbeeld op het gebied van digitaal rechercheren. Binnen de organisatie wordt nog meer samenwerking gezocht met andere disciplines om daarmee integraal samen te werken om fraude te voorkomen dan wel om fraude vroegtijdig op te sporen.

2. Wat willen we bereiken

INKOMEN (sociale gemeente)  Zorgdragen voor tijdelijke rechtmatige inkomensondersteuning; algemene bijstand, bijzondere bijstand en armoedebestrijding  Het verhogen van de maatschappelijke participatie (“iedereen doet mee naar vermogen”).

Op basis van genoemde hoofddoelstellingen zijn de volgende subdoelen geformuleerd:  Beperking van instroom in de uitkering;  Bevordering van uitstroom uit de uitkering (op gebied van rechtmatigheid, voor doelmatigheid zie programma 9);  Voorkomen dat burgers in problematische schuldensituaties geraken.

Begroting 2019 - Programma's 68 Programma 6 Inkomensondersteuning

3. Wat doen we ervoor Inkomensregeling  Rechtmatig en doeltreffend uitvoeren van de wettelijke taken in BOCE- verband, onder andere Participatiewet, IOAW, IOAZ en BBZ.  Snel, éénvoudig en betrouwbaar verstrekken van een uitkering.  Inzetten op het krijgen van meer onderzoekswaardige signalen mogelijke fraude (100 per jaar): o Digitaal meldpunt fraude o Meer persberichten ter preventie o Implementeren nieuwe technieken digitaal rechercheren o Uitvoeren van een rechtmatigheidsscreening o Samenwerking met de politie eenheid Noord-Nederland door middel van uitwisselen van gegevens op het gebied van sociale zekerheid (convenant)  Subsidie aan maatschappelijke organisaties en het verstrekken van noodhulp.  Vernieuwen en uitvoeren van het kindpakket in blijvende dialoog met kinderen en maatschappelijke organisaties.  Het bevorderen van bekendheid van inkomensondersteunende maatregelen.  Digitale toegang tot inkomensvoorzieningen. We blijven hierbij aandacht houden voor inwoners die via andere kanalen benaderd moeten worden.  Verdere doorontwikkeling producten inzake digitalisering, onder andere participatiewebshop, persoonlijke internet pagina en statusformulieren. Maatschappelijke partners zijn goed op de hoogte omtrent de toegang tot onze digitale diensten.  Kwetsbare burgers met financiële problemen krijgen een maatwerkvoorziening aangeboden, o.a. via inkomensbeheer en zorgverzekering op maat.

Armoedebeleid Bewindvoering We zetten in op het terugdringen van het aantal bewindvoeringszaken en de daarmee gemoeide kosten. Beschermingsbewind is een zware voorziening en niet in alle gevallen noodzakelijk. We zetten in op lichtere vormen van ondersteuning, waarbij we de zelfredzaamheid van mensen willen stimuleren en de kosten bijzondere bijstand voor bewindvoering willen beperken.

Taal We geven uitvoering aan het project ‘Emmen telt mee met taal’, met als doel om alle inwoners met een hulpvraag op het gebied van taal, rekenen, en/of digitale vaardigheden te ondersteunen.

Jeugd We willen jongeren een financieel gezonde start geven. Daarom voeren we een pilot voor jongeren met problematische schulden uit, waarbij we de schulden overnemen, die jongeren aan de gemeente terugbetalen. Hiertoe zetten we een revolverend fonds in. We gaan de financiële regelingen en tegemoetkomingen voor kinderen in armoede beter op elkaar afstemmen, bundelen en onder één uitvoeringsregie brengen. We stimuleren dat kinderen kansrijk kunnen opgroeien. Hiermee willen we overerving van armoede tegengaan. In regionaal verband werken we aan de hand van de Alliantie van Kracht aan de aanpak van intergenerationele armoede. Op de langere termijn moet dit resultaten opleveren. Op de korte termijn zetten we in op intensieve ondersteuning en coaching ten behoeve van enkele families waarbij sprake is van overerving van armoede. We bieden een coach of buddy aan schoolgaande jongeren die steun willen bij het (leren) omgaan met geld. Via vertrouwelijke aanmelding zetten we coaches en buddy’s in vanuit Sedna of andere geschikte organisaties. Ook een vrijwilliger uit het sociale netwerk van het kind kan worden ingezet. In plaats van gastlessen, borgen we ‘Omgaan met geld’ in het lesprogramma van de bovenbouw van de basisschool en het voorgezet onderwijs. Dit doen we in samenspraak met scholen waar het vraagstuk van ‘omgaan met geld’ het meest in het oog springt. We zetten hiervoor formatie in vanuit het gemeentelijke team Schulddienstverlening en we betrekken ervaringsdeskundigen bij de uitvoering.

Huurschuld De woningbouwcorporaties en welzijnsorganisatie Sedna voeren het project ‘Problematische Huurschulden’ uit. Zo vroeg mogelijk worden mensen met problematische huurschulden persoonlijk benaderd en ondersteund bij het vinden van oplossingen. De door de gemeente aan Sedna verstrekte opdracht om in dit project een actieve bijdrage te leveren, continueren we en breiden we uit (zie ook programma 5).

Begroting 2019 - Programma's 69 Programma 6 Inkomensondersteuning

Beleidsindicatoren De beleidsindicatoren geven een toelichting op de bovenstaande paragrafen "Wat willen we bereiken"en "Wat doen we ervoor" en helpen daarmee het sturen op de in 2019 voorgenomen maatschappelijke effecten. In de Financiële begroting hoofdstuk 5, zijn alle BBV-beleidsindicatoren opgenomen.

Beleidsindicatoren Gerealiseerde Begroting 2018 Begroting 2019 indicator (meest Streefwaarde Streefwaarde recente jaar) indicator indicator

Emmense beleidsindicatoren Participatiewet aantal uitkeringen op 3.444 (2017) 3.401 3.320 31.12. Participatiewet aantal uitkeringen op 31.12. na extra beleidsmatige inzet (spoor 3.245 1 t/m 3 resulteert in 75 uitkeringen minder) Instroom Participatiewet (aantal in administratie) 1.139 (2017) 1.225 1.060 Beïnvloedbare uitstroom rechtmatigheid handhaving 103 (2017) 149 142

Beleidsindicatoren Besluit Begroten en Verantwoorden Personen met een bijstandsuitkering (aantal per 1.000 inw. 18 jr e.o.) 48,3 (2017) 47,0 46,4 Kinderen in uitkeringsgezin (% tot 18 jr.) 7,72% (2017) 7,59% 7,00%

4. Wat mag het kosten 4.1 Lasten en baten Taakveld (Bedragen * € 1.000) 2019 2020 2021 2022 Inkomensregelingen 66.511 65.815 64.967 64.259 Totaal Lasten 66.511 65.815 64.967 64.259 Inkomensregelingen 55.320 56.026 57.511 58.597 Totaal Baten 55.320 56.026 57.511 58.597 Saldo 6 Inkomensondersteuning (bruto) 11.191 9.789 7.455 5.663 Inkomensregelingen 83 Totaal Onttrekking 83 Inkomensregelingen 168 1.397 Totaal Storting 168 1.397

5. In welke documenten is relevant beleid vastgelegd  Bestuursakkoord 2018-2022 ‘Samen investeren!’  Collegeprogramma 2018-2022 ‘Samen investeren’  Strategienota Emmen 2030; daar wil je zijn  Handhavingbeleidsplan  Meerjarenbeleidsnota Schulddienstverlening, Armoedebeleid en Minima “Oog voor SAM”  Meerjarenbeleidskader Arbeidsmarkt- en Participatiebeleid “Werk en Wederkerigheid”.

Begroting 2019 - Programma's 70 Programma 7 Openbare ruimte en verkeer en vervoer

Programma Openbare ruimte en verkeer en vervoer

7 Het programma ‘Openbare ruimte en verkeer en vervoer’ omvat beleid en activiteiten die betrekking hebben op de kwaliteit van de leefomgeving, zoals de aanleg en het onderhoud van wegen, straten, pleinen, groenvoorzieningen, openbare verlichting en kanalen. Ook omvat het programma beleid en activiteiten die van invloed zijn op een goede bereikbaarheid van Emmen via het (inter-)nationale net van verbindingen en verkeersveiligheid, een veilige ontsluiting van het centrum en de woon- en werkgebieden.

1. Trends en ontwikkelingen

Emmen 2030; dáár wil je zijn. Innovatieve kern: moderne industrie, vrije tijdseconomie, onderwijs en leefomgeving. In 2030 onderscheidt Emmen zich als innovatieve kern in Noord- en Oost-Nederland.

Ruimte, groen en de landschappelijke waarden gecombineerd met de stedelijke voorzieningen koesteren we en willen we versterken. Daarbij zetten wij in op een duurzame inrichting van de ruimte die anticipeert op de klimaatverandering. In 2030 staat Emmen bekend om vernieuwende en originele ruimtelijke concepten.

Betrokken burger Ontwikkelingen zoals de Burgerbegroting en Right to Challenge (zie ook programma 1 Inwoners en bestuur) maken dat onze inwoners steeds meer zeggenschap krijgen (en willen) over de inrichting van hun wijk of buurt. De afgelopen jaren hebben verschillende wijken en dorpen in samenspraak met inwoners een opfrisbeurt gekregen, variërend van een nieuwe straat of plein tot centrumontwikkelingen. Door dergelijke ontwikkelingen kijken inwoners van dorpen met een schuin oog naar ontwikkelingen van andere dorpen: ook zij willen graag met ons in gesprek om te komen tot plannen voor hun dorp of wijk.

Begroting 2019 - Programma's 71 Programma 7 Openbare ruimte en verkeer en vervoer

Wij blijven de komende jaren inzetten op het helpen realiseren van lokale initiatieven in de dorpen en wijken en nemen hierbij een uitnodigende houding aan. Elk initiatief is anders en vraagt om maatwerkoplossingen. Met Right to Challenge krijgen bewoners de ruimte om een alternatief voorstel in te dienen met betrekking tot de uitvoering van bijvoorbeeld openbaar groen in hun wijk of buurt. Ook is het mogelijk dat zij het eerste recht krijgen om het onderhoud over te nemen en voort te zetten. Als gemeente dagen wij onze inwoners uit om hiermee aan de slag te gaan.

Samenwerking ketenpartners Om de samenwerking tussen de aannemers te verbeteren is in de onderhoudscontracten vastgelegd dat de ketenpartners (EMCO-groep, Area, Meringa (Maaiaannemer) en gemeente) hun werkzaamheden op elkaar afstemmen. Het gaat dan b.v. om afstemming tussen het maaien van ruige bermen (maaiaannemer) en straatvegen (AREA), graskantensteken (EMCO) en straatvegen (AREA). De werkzaamheden worden nu op een efficiënter wijze achterelkaar uitgevoerd waardoor het totaalbeeld in een keer is opgeknapt. Daarnaast wordt er belevingsgestuurd gewerkt hier wordt een samenwerking gezocht vanuit de gemeente met de onderhoudsaannemers om meldingen van onze inwoners adequater op te lossen. De aannemers prioriteren de meldingen naast hun reguliere werkzaamheden.

Emmen 2030; dáár wil je zijn. Logistiek knooppunt: vernieuwend vertaald in werkgelegenheid. In 2030 heeft Emmen een stevige positie als logistiek knooppunt tussen de Randstad en Noordoost- Europa.

In 2030 is heel Emmen goed ontsloten via personen- en goederenvervoer en daarmee is de reistijd naar belangrijke steden in Nederland en Duitsland dusdanig teruggebracht waardoor er geen sprake meer is van een perifere ligging. Ook is de fysieke infrastructuur dan geschikt voor automatische transportsystemen en alternatieve vervoerswijzen verkennen wij en benutten wij optimaal.

Ontwikkelingen transportsystemen Landelijk zijn er ontwikkelingen op het gebied van verkeer en vervoer welke voor Emmen mogelijk in de toekomst interessant zijn. Om de infrastructuur voor te bereiden op wat de toekomst gaat bieden, zoals autonoom rijden, zijn er naast fysieke ook digitale ingrepen nodig. Een van deze ontwikkelingen is C-ITS: Cooperative Intelligent Transport Systems, oftewel coöperatieve intelligente transport systemen. Met C-ITS staan voertuigen en systemen (zoals verkeerslichten en sensoren) continue met elkaar in verbinding. Met deze verbinding is het mogelijk om bij hinder op de weg tijdig een alternatieve route aan te raden, dat de weggebruiker snelheid moet minderen of van baan moet wisselen, en weggebruikers te informeren bij veranderende weersomstandigheden. Op deze wijze kunnen wegbeheerders het verkeer nog beter managen ten behoeve van de doorstroming en de verkeersveiligheid. De wegbeheerders van Nederland, Duitsland en Oostenrijk werken met elkaar samen om een C-ITS corridor te ontwikkelen op het traject Rotterdam – Frankfurt – Wenen. Met de ambities die wij als Emmen in de strategische visie hebben opgenomen, biedt C-ITS volop kansen om de corridor Zwolle – Emmen – Hannover – Hamburg – Scandinavië beter op de kaart te zetten. Indien wij dit willen bereiken zullen wij naast onze gebruikelijke ketenpartners ook buiten de landsgrens de samenwerking moeten opzoeken.

2. Wat willen we bereiken

OPENBARE RUIMTE (leefbare gemeente)  Aantrekkelijke openbare ruimte door vanuit het perspectief van dienstverlening en beleving van de inwoners en samen met hen, bedrijven en maatschappelijke organisaties de kwaliteit en leefbaarheid in dorpen en wijken te beheren. VERKEER EN VERVOER (bereikbare gemeente en ondernemende gemeente)  Toekomstbestendige binnengemeentelijke infrastructuur hierbij ligt de focus op de ruit: Hondsrugweg – Weerdingerstraat – Boermarkeweg – Dordsestraat.  Goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer door het verbeteren van de spoorverbinding Emmen-Zwolle (ondermeer de reeds ingezette kwartierdienst), aandacht voor halteplaatsen OV (stationsomgeving, HUB’s) en doorgaan met het verbeteren van de toegankelijkheid van halteplaatsen voor mensen met een handicap.  Meer aandacht voor de fietser door het fietsnetwerk en de daarbij horende voorzieningen op orde te brengen en de fiets een prominente plaats te geven in recreatie, sport en gezondheid.  Uitnodigend parkeerbeleid met uitzondering van Emmen blijft het parkeren in dorpen en wijken gratis. Parkeertarieven voor gesloten faciliteiten moet in overeenstemming zijn en blijven

Begroting 2019 - Programma's 72 Programma 7 Openbare ruimte en verkeer en vervoer

met de in de Wet markt en overheid gestelde eisen.  Bevorderen van de verkeersveiligheid door mee te werken aan het Rijksmanifest “Verkeersveiligheid een nationale prioriteit” met de nadruk op verbetering weginrichting en beïnvloeding verkeersgedrag.  Goede regionale bereikbaarheid door het verbeteren van de corridor A28-A37-E233, de N34 en (inter-)nationale spoorverbindingen (logistiek knooppunt).

3. Wat doen we ervoor

3.1 Openbare ruimte Een van de belangrijkste voorwaarden voor een prettige woonomgeving voor onze inwoners, is een openbare ruimte die schoon, heel en veilig is. We zetten de komende periode de reeds ingezette kwaliteitsverbetering in de openbare ruimte voort.

Openbaar groen Goed onderhouden openbaar groen draagt bij aan een prettige woonomgeving voor onze inwoners. Echter, de effecten van de op het onderhoudsbudget openbaar groen doorgevoerde bezuinigingen, worden nu zichtbaar en zorgen op diverse locaties voor overlast of bepaalde knelpunten. Deze knelpunten kenmerken zich door verruiging van het openbaar groen waarbij met name overlast ontstaat door overhang van beplantingen richting private terreinen, fiets- en voetpaden. Om de knelpunten deels op te lossen, wordt structureel ingezet op een integrale aanpak van groenonderhoud en straatvegen waarbij de centrumgebieden en toegangswegen van de dorpen en wijken op een hoger beeldkwaliteit worden onderhouden. Om de hogere kwaliteit te garanderen in de A-kwaliteitsgebieden, fungeert EMCO als hoofdaannemer en werkt daar samen met marktpartijen. Het belevingsgestuurde beeldkwaliteit is opgenomen in het onderhoudscontract met EMCO. Om naast de knelpunten ook overlast op te lossen, willen wij meer invloed van de burger op de eigen leefomgeving. Ten behoeve daarvan investeren wij in maatwerkoplossingen en initiatieven van EOP’s, bewoners en verenigingen. De beleving van de bewoner komt centraal te staan in plaats van het halen van een CROW-norm. Daarnaast staan wij open voor ontwikkelingen als Right to Challenge. Wij gaan daarom graag het gesprek aan met initiatiefnemers en ondersteunen ze met ambtelijke inzet of middelen.

Area Beeldkwaliteitsbestek Vanaf 2018 zijn de CROW kwaliteitseisen van het schoonhouden van fiets- en voetpaden, pleinen, wegen, kolken en lijngoten opgenomen binnen een beeld gestuurde reinigingsbestek welke op een belevingsgestuurde manier worden opgepakt. Met een beeldbestek hebben we aan de voorkant een verbeterslag gemaakt door exact aan te geven hoe en wat wij openbare ruimte willen reinigen. Het reinigingsbestek sluit aan op de kwaliteitseisen die ook binnen het groenbestek (EMCO) zijn opgenomen, hierdoor wordt de kwaliteit onderliggende samenwerking op elkaar afgestemd. Zo worden centrumgebieden van dorpen en wijken en het centrum van Emmen en Klazienaveen op A kwaliteit (intensief) onderhouden, het overige stedelijke gebied op een B kwaliteit (Basis) en het landschappelijke gebied op een C kwaliteit (Extensief). Om de kwaliteit te behalen wordt naast het borstelen en vegen de onkruidgroei op verhardingen gedurende de groeiperiode ook op een duurzame manier bestreden doormiddel van branden. Vanaf dit begrotingsjaar zijn de extra middelen die nodig zijn voor het behalen van de gewenste beeldkwaliteit, structureel opgenomen.

Begraafplaats Nieuw-Dordrecht Op de begraafplaats Nieuw-Dordrecht is een pilot opgestart waarbij de vrijwilligers het onderhoud op de begraafplaats overgenomen hebben van de gemeente met het hierbij behorende budget. In 2019 zal deze pilot geëvalueerd worden. Deze pilot behoort bij de ontwikkeling van het vrijwilligersbeleid en het beleid om burgers intensiever te betrekken bij het onderhoud van het openbaar gebied.

Natuur begraven Voor het aanbieden van natuur begraven binnen de gemeente Emmen, is begonnen aan de voorbereidingen om een deel van de begraafplaats Oeversebos geschikt te maken voor dit nieuwe product. Kenmerkend voor natuur begraven is dat de overledene op een zelfgekozen plek begraven worden. Op deze plek kunnen geen monumenten geplaatst worden. De overledene kan zonder kist begraven worden. Indien er gebruik wordt gemaakt van een kist, moet deze zoveel mogelijk biologisch afbreekbaar zijn. Op het graf rust een grafrecht van onbepaalde tijd. Het natuur begraven op de begraafplaats Oeversebos moet na de eerste helft van 2019 mogelijk zijn.

Rensenpark De komende jaren zal de inrichting van het openbaar gebied Rensenpark, conform de visie openbare ruimte gefaseerd worden over een langere periode. Voor komende jaren zijn de eerste 2 fasen gepland, die met name betrekking hebben op de herinrichting van de Savanne, de

Begroting 2019 - Programma's 73 Programma 7 Openbare ruimte en verkeer en vervoer

herinrichting van het Olifanteneiland, de herinrichting van de Centrale Zone en het versterken van de groenstructuur (zie ook programma 5 Bouwen, wonen en milieu). Vanaf deze begroting is er voor het beheer en onderhoud van het Rensenpark een structureel budget opgenomen.

3.2 Verkeer en vervoer Voor het goed functioneren van de samenleving is een goede bereikbaarheid van woon- en werkplekken en voorzieningen (zoals winkels, scholen en zorgvoorzieningen) van groot belang. Goede verbindingen tussen dorpen en wijken maar ook met het centrum van Emmen met voorzieningen van bovenlokale betekenis, is essentieel voor de leefbaarheid van de dorpen en wijken. Vanuit verschillende projecten werken wij aan de bereikbaarheid van de regio.

Nieuw Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan Het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan ‘Oog voor mobiliteit’ (GVVP) is in 2012 vastgesteld en loopt in 2020 af. Dit GVVP is vanuit een verkeerskundige benadering opgesteld. Bij een nieuw GVVP vinden we het van belang dat deze een andere benadering kent: er moet meer aandacht komen voor de maatschappelijke effecten en de gebruiksbeleving van voorgestelde infrastructurele maatregelen. De uitgangspunten voor een nieuw op te stellen GVVP willen wij samen met stakeholders en de omgeving definiëren, met als ambitie om het GVVP in 2019 ter besluitvorming aan te bieden.

Duurzame mobiliteit Mobiliteit is één van de vijf pijlers onder het Klimaatakkoord. Mobiliteit is verantwoordelijk voor

circa tien procent van de totale uitstoot CO2 in de gemeente Emmen. We streven ernaar om in SNN-verband een duurzame mobiliteitsdeal met het Rijk te sluiten. Deze deal houdt een pakket aan maatregelen in gericht op het ‘verminderen van het aantal verplaatsingen’, ‘veranderen van modaliteit en gedrag’ en ‘vergroenen van voertuigen en infrastructuur’.

Verkeersveiligheid In het ‘Strategisch plan verkeersveiligheid 2030’ staat het gezamenlijke en overkoepelende verkeersveiligheidsbeleid van het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen voor de periode 2018-2030. In het plan wordt benoemd hoe de overheden een gezamenlijk proactief en zogeheten risico-gestuurd verkeersveiligheidsbeleid gaan opzetten. De implementatie ervan doen wij samen met de provincie Drenthe en de andere Drentse gemeenten.

Oplossen parkeerknelpunten woonbuurten Vanuit de contacten met erkende overlegpartners en de melding van individuele burgers wordt de gemeente regelmatig geconfronteerd met ergernissen over een tekort aan parkeerplaatsen in woonbuurten. Om in voorkomende gevallen adequaat en snel probleem situaties te kunnen oplossen is extra budget benodigd. Daarom wordt voorgesteld om een jaarlijks een budget van € 700.000 beschikbaar te hebben voor het oplossen van parkeerknelpunten in woonbuurten. Met dit extra budget kunnen extra parkeerplaatsen worden aangelegd.

Aanpak verharding woonstraten Wij constateren dat er te weinig aandacht is voor de wegen en paden in woonwijken. We stellen voor om een ‘meerjarenaanpak’ te ontwikkelen voor de woonstraten. De resultaten van de 2- jaarlijkse visuele inspectie van Wegen zijn een belangrijke bron. Daarnaast zullen wij in samenspraak met de betreffende EOP’s/bewoners voor de geselecteerde straten een prioriteit en volgorde bepalen. Wij stellen vanaf 2019 vier jaar lang een nieuw investeringskrediet beschikbaar van € 750.000 per jaar.

Bereikbaarheid met openbaar vervoer We blijven ons inzetten op een optimalisatie van het openbaar vervoer. In dit kader wordt een busbaan tussen de wijken Emmerhout en Angelslo onderzocht. Daarnaast houdt de al in gang gezette verbetering van de spoorverbinding met Zwolle en de realisatie van een vier keer per uur dienst van en naar Zwolle de prioriteit. In dit kader is de verdubbeling van het spoor bij Emmen Zuid en de aanpassing van het rangeerterrein station Emmen Centrum noodzakelijk. Nu het bestemmingsplan voor wat betreft de verdubbeling van het spoor bij Emmen Zuid onherroepelijk is, zal naar verwachting in de loop van 2020 daadwerkelijk gestart kunnen worden met de realisatie van de verdubbeling. Verder is het realiseren van een spoorverbinding Emmen – Duitsland, via Coevorden, in het kader van een verbeterde internationale spoorverbinding een belangrijk doel. In juni 2018 is hiervoor een gemeenschappelijke verklaring inzake reactivering van het grensoverschrijdende personenvervoer Rheine - Emmen, via Emlichheim – Coevorden ondertekend.

Stationsgebied Emmen en omgeving Het stationsgebied van Emmen Centrum is flink verouderd en vraagt om aangepakt te worden. Gestreefd wordt naar de realisatie van een volwaardig OV-knooppunt en een betere

Begroting 2019 - Programma's 74 Programma 7 Openbare ruimte en verkeer en vervoer

bereikbaarheid van de OV-voorzieningen. Het stationsgebied en omgeving vormt een complexe opgave, die nauw gerelateerd is aan diverse ontwikkelingen in de directe omgeving van het station en waarbij een oplossing moet worden gevonden voor een groot aantal verschillende knelpunten. De verkeersafwikkeling in het stationsgebied en omgeving wordt meegenomen in het nieuwe GVVP.

Reconstructie Boermarkeweg De Boermarkeweg vormt in het kader van de bereikbaarheid een belangrijk onderdeel van de ‘centrum-U’ (Hondsrugweg – Ermerweg – Dordsestraat – Boermarkeweg) van Emmen. De ombouw en reconstructie van de Boermarkeweg heeft gezien alle ontwikkelingen in dat gebied prioriteit. We willen een goede doorstroming bereiken, onder meer ten behoeve van het Treant Scheper ziekenhuis, de ontwikkeling van de Esdal campus, de locatie Muzeval en de herontwikkeling van de locatie voormalige camping/Aquarena. Een volledige verdubbeling van de Boermarkeweg middels een 2x2 rijbanen variant heeft de voorkeur. Met dit uitgangspunt is intussen van start gegaan met de wijziging van het bestemmingsplan. De projecten die direct in het projectgebied liggen worden gelijkertijd opgepakt. Ook het realiseren van veilige fietsoversteken over de Boermarkeweg maakt onderdeel uit van de reconstructie van de Boermarkeweg. In 2019 zal de reconstructie van de Boermarkeweg nader worden uitgewerkt, waarna naar verwachting in de loop van 2020 gestart kan worden met de aanbesteding en daadwerkelijke realisatie van de reconstructie.

Wegenruil en reconstructie N391 en N862 De reconstructie van de weg Emmen – Klazienaveen (N862) is een van de belangrijkste prioriteiten als het gaat om de binnengemeentelijke infrastructuur, de bereikbaarheid van bedrijventerreinen en de aansluiting op de A37 richting Duitsland. We streven naar reconstructie van de N862 tussen Klazienaveen en de kop van de Dordsestraat in Emmen. Het doel is een toekomstbestendige verbinding die zorgt voor een optimale doorstroming van het autoverkeer. Er is een bereikbaarheidsakkoord op hoofdlijnengesloten tussen gemeente en provincie ten aanzien van de wegenruil en de reconstructie van de N391 en de N862. Naast de reconstructie van de N862, is in dit bereikbaarheidsakkoord op hoofdlijnen afspraken gemaakt over de inrichting van de volledige Rondweg (N391) als stroomweg met ongelijkvloerse kruisingen en over de noodzakelijke wegenruil tussen gemeente en provincie in relatie tot de reconstructie van de N862 en de N391. De realisatie van de wegenruil en de reconstructie van de N391 en de N862 zal gefaseerd in deelprojecten gaan plaatsvinden in de periode van 2018 tot en met 2028en vergt een forse financiële investering door beide partijen.

Verdubbeling N34 In het kader van een goede fysieke bereikbaarheid van Emmen vormt de corridor Groningen – Emmen – Twente (N34) één van de speerpunten. In 2019 start de provincie Drenthe met de verdubbeling van de N34 tussen Coevorden-Noord en het knooppunt Holsloot. Daarop volgend zal de verdubbeling van de N34 tussen Emmen-Centrum (Frieslandroute) en Emmen-West door de provincie Drenthe gerealiseerd worden, waarbij dan ook de reconstructie van het knooppunt Emmen-West (N34 - Rondweg) gerealiseerd zal gaan worden. Een toekomstige volledige, danwel partiële verdubbeling van de N34 tussen Emmen en Groningen blijft van belang voor een goede fysieke bereikbaarheid van Emmen en blijft daarom ook de inzet voor de gemeente Emmen.

Uitvoering fietsplan In december 2017 heeft de raad het fietsplan Emmen 2018-2024 vastgesteld. Emmen gaat voor een verbetering van de positie van de fietser, waardoor de Emmense waardering voor ‘fietsen in Emmen’ stijgt. In het collegeprogramma is voor het fietsplan 2018-2024 € 5 mln. beschikbaar gesteld om verschillende zaken te realiseren. Het gaat hierbij om de aanpak van knelpunten, verbeteren van de bewegwijzering, het op orde maken van het fietsnetwerk, investeren in fietsparkeren en het bevorderen van de fietsveiligheid.

Openbare Verlichting In 2018 is gestart met de actualisatie van het beleid openbare verlichting. Hierbij zijn de Erkende Overlegpartners betrokken en zijn enquêtes over openbare verlichting gehouden. In 2019 wordt het geactualiseerde beleid in de besluitvorming gebracht.

Parkeren Emmen Centrum Voldoende, comfortabele, goed bereikbare en betaalbare parkeermogelijkheden in en om het centrum van Emmen zijn belangrijk voor een gastvrij en uitnodigend centrum. We streven naar betaalbaar parkeren in Emmen. Door de uitspraak van de rechtbank Rotterdam zullen we niet ontkomen aan het hanteren van kostendekkende en marktconforme parkeertarieven (conform Wet markt en overheid), omdat parkeren als economische activiteit wordt gezien. Daartoe zullen we de integrale kosten van gesloten parkeren moeten doorberekenen in onze parkeertarieven. In 2018 is gestart met de uitbreiding van de parkeergarage Willinkplein, als

Begroting 2019 - Programma's 75 Programma 7 Openbare ruimte en verkeer en vervoer

onderdeel van de ontwikkeling Willinkplein Zuid. De verwachting is dat de uitbreiding van de parkeergarage Willinkplein in het derde kwartaal van 2019 gereed is en in gebruik genomen kan worden.

Onderhoud wegen en kunstwerken Voor het opheffen van achterstallig onderhoud van wegen is 3 miljoen euro per jaar beschikbaar gesteld. Het aantal vierkante meters verharding met een voldoende is op dit moment 83% en met een onvoldoende twaalf procent. Negen procent daarvan is achterstallig onderhoud, dit is een lichte stijging ten opzichte van 2015. Met deze inhaalslag worden de wegen naar de CROW-norm gebracht. Alle kunstwerken in de gemeente Emmen voldoen aan de CROW-norm ‘veilig’, anders zouden ze voor het verkeer afgesloten moeten worden. Dat de kunstwerken voldoen wil echter niet zeggen dat er geen herstelwerkzaamheden nodig zijn. Hier valt te denken aan het vervangen van leuningwerken, verfherstelwerkzaamheden en houten onderdelen die door houtrot zijn aangetast. Voor een deel van de kunstwerken zijn deze werkzaamheden inmiddels uitgevoerd, voor de overige kunstwerken worden deze de komende jaren uitgevoerd.

Beleidsindicatoren De beleidsindicatoren geven een toelichting op de bovenstaande paragrafen “Wat willen we bereiken” en “Wat doen we ervoor” en helpen daarmee het sturen op de in 2019 voorgenomen maatschappelijke effecten. In de Financiële begroting (hoofdstuk 5), zijn alle BBV-beleidsindicatoren opgenomen.

Beleidsindicatoren Gerealiseerde Begroting 2018 Begroting 2019 indicator (meest Streefwaarde Streefwaarde recente jaar) indicator indicator Emmense beleidsindicatoren % wegen dat voldoet aan CROW norm 83% (2017) 80% 80% voldoende % kunstwerken dat voldoet aan de norm 100% (2017) 100% 100% veilig % inwoners dat tevreden is over 53% (2016)* 70% 70% onderhoud fiets en voetpaden * Bron: Burgerpeiling (2016)

4. Wat mag het kosten 4.1 Lasten en baten Taakveld (Bedragen * € 1.000) 2019 2020 2021 2022 Begraafplaatsen 1.170 1.187 1.183 1.186 Economische Havens en waterwegen 13 13 13 13 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 7.756 7.845 7.968 8.075 Openbaar vervoer 144 143 142 142 Parkeren 3.321 3.412 3.409 3.405 Verkeer en vervoer 16.131 16.571 17.338 18.055 Totaal Lasten 28.536 29.172 30.053 30.875 Begraafplaatsen 679 679 679 679 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 292 292 292 292 Openbaar vervoer 100 100 100 100 Parkeerbelasting 4.070 4.129 4.189 4.251 Parkeren 210 212 214 216 Verkeer en vervoer 180 180 180 180 Totaal Baten 5.532 5.593 5.655 5.718 Saldo 7 Openbare Ruimte en Verkeer & Vevoer (bruto) 23.004 23.579 24.398 25.157 Verkeer en vervoer 8 8 8 8 Totaal Onttrekking 8 8 8 8 Mutatie reserves -8 -8 -8 -8 Saldo 7 Openbare Ruimte en Verkeer & Vevoer (netto) 22.996 23.571 24.390 25.149

Begroting 2019 - Programma's 76 Programma 7 Openbare ruimte en verkeer en vervoer

5. In welke documenten is relevant beleid vastgelegd  Bestuursakkoord 2018-2022 ‘Samen investeren!’  Collegeprogramma 2018-2022 ‘Samen investeren’  Strategische visie Emmen 2030: dáár wil je zijn  Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan 2012-2020 ‘Oog voor mobiliteit’  Integrale Parkeervisie gemeente Emmen  Fietsplan Emmen 2018-2024 ‘Oog voor de fietser’  Beleidsuitgangspunten parkeren Emmen 2010-2020/Notitie Verder met Parkeren, versie 2  Gemeentelijk Rioleringsplan 2018-2023  Bomenverordening 2011 en Uitvoeringsbeleid bomen 2015  Toekomstvisie Begraven gemeente Emmen  Nota Wegenonderhoud  Beleidsplan Openbare Verlichting 2010 ‘Gericht Verlicht’

Begroting 2019 - Programma's 77

Begroting 2019 - Programma's 78 Programma 8 Sport en cultuur

Programma Sport en Cultuur 8

Het programma ‘Sport en Cultuur’ omvat een breed scala van beleidsthema’s. Voor Cultuur ligt het accent op de uitvoering van de Cultuurnota 2018-2021 ‘Van goede grond’ met als hoofdlijnen de culturele basis, cultuurparticipatie van jong en oud en creatieve verbindingen in en vanuit de sector. Voor Sport gaat het om het beleid Sportief Bewegen, bevordering van een gezonde leefstijl (active living) en de positie van sportaccommodaties daarbij.

1. Trends en ontwikkelingen

Emmen 2030; dáár wil je zijn Een onderscheidende en wervende woon- en werkomgeving Aantrekkelijke wijken en dorpen met voorzieningen, onder meer voor sport. Sportief bewegen is deel van het streven naar een gezondere bevolking. Kunst en cultuur bloeien en dragen bij aan een aantrekkelijke gemeente waar het goed wonen, werken en recreëren is. Het Rensenpark is een creatief mensenpark, een broedplaats voor cultuur, recreatie en innovatie.

Cultuur -en sportvoorzieningen leveren een onmisbare bijdrage aan een aantrekkelijke gemeente waar het goed wonen, werken en recreëren is. Wij vinden het belangrijk dat inwoners van alle leeftijden zich kunnen ontwikkelen op sportief en cultureel gebied. Sportief bewegen bevordert een gezonde levensstijl, de positieve gezondheidsbeleving en beïnvloedt de opvoedkracht in wijken en dorpen. De trots op FC Emmen verbindt inwoners en zet Emmen op de kaart. Kunst en cultuur dragen bij aan Emmen als complete gemeente en dynamische gemeente waar het prettig wonen, werken en recreëren is. In ons beleid bevorderen wij zowel actieve cultuurparticipatie (zelf aan kunst en cultuur doen) als het bezoeken van voorstellingen, tentoonstellingen en culturele evenementen.

Begroting 2019 - Programma's 79 Programma 8 Sport en cultuur

Sport Investeringen sportaccommodaties Wij willen de kracht van sportief bewegen gebruiken om iedereen die dat wil de mogelijkheid te bieden om deel te nemen aan natuurlijk bewegen, sportieve bewegingsactiviteiten, sport of topsport. Om dit te realiseren moet er een kwalitatief goed, betaalbaar en eigentijds aanbod van sportaccommodaties zijn. De komende periode blijven we, in samenspraak met inwoners en sportverenigingen, investeren in aantrekkelijke sportaccommodaties. Wij formuleren een strategische visie met als aandachtspunten bereikbaarheid, toegankelijkheid, de actuele vraag naar type accommodaties, hygiëne en veiligheid. Op initiatief van twee scholen investeren wij samen met de provincie en betrokken partijen in de Topsporthal. In deze hal zullen de scholen hun sportopleidingen kunnen versterken en kunnen meer Regionale Trainings Centra (RTC’s) worden opgericht. Hierbij kan ook worden gedacht aan turnen, vechtsport en zaalsporten. In 2019 wordt ook het nieuwe zwembad op de Meerdijk opgeleverd. Deze ontwikkelingen en de verbetering van het stadion van FC Emmen geven een positieve stimulans aan het sport- en businesspark Meerdijk.

Op 18 september 2019 is het Belastingplan 2019 aangeboden aan de Tweede Kamer met daarin o.a. opgenomen de verruiming van de Nederlandse Sportvrijstelling. Hierin staat vermeld dat vóór 1 januari 2019 in gebruik genomen sportaccommodaties worden door de wetswijziging niet getroffen door een naheffing van eerder afgetrokken btw. De aftrek van btw wordt in 2019 ook niet beperkt als de aanvang van de bouw van een sportaccommodatie heeft plaatsgevonden vóór 1 januari 2019 en de sportaccommodaties volgens de in 2018 geldende regels bestemd is om voor btw-belaste prestaties gebruikt te worden.

Ontwikkeling van initiatieven van anderen Sportactiviteiten komen tot stand dankzij en dragen bij aan een betrokken gemeente. Inwonersinitiatieven worden via de buurtsportcoaches en seniorensportmedewerkers opgehaald en gestimuleerd. Steeds meer initiatiefnemers melden zich met een idee in relatie tot sportaccommodaties of –evenementen. De mate waarin deze initiatieven bijdragen aan wat we willen bereiken bepaalt onze inzet, financieel en personeel. Hierbij wordt nauw inhoudelijk en financieel samengewerkt met het programma M&Gezond!

Cultuur Uitvoering Cultuurnota 2018-2021 Bij de vaststelling van de Cultuurnota ‘Van goede grond’ 2018-2021 hebben wij de geldstromen en vierjarige subsidies (deels) herzien binnen het beschikbare cultuurbudget. Het gaat om subsidies voor grote en kleine culturele organisaties (bijvoorbeeld popmuziek), erfgoedorganisaties en kleine musea, die samen de culturele basis vormen. De gemeente Emmen heeft vijf professionele culturele organisaties: Atlas Theater, Bibliotheek Emmen, het CBK, de Kunstbeweging en Loods 13 en talloze andere culturele organisaties, culturele ondernemers en amateurkunstverenigingen. In 2019 gaan wij door met het aanjagen van de samenwerking in de sector.. Voor het CBK verkennen wij in 2019 toekomstscenario’s van het CBK in relatie tot de huisvesting in het Rensenpark en de organisatievorm.

Noord-Nederland op de culturele kaart met grote producties Grote culturele evenementen zoals in Leeuwarden zetten Noord-Nederland op de kaart als culturele regio. Door hun uitstraling en unieke karakter trekken deze evenementen veel bezoekers. Zij kiezen steeds vaker voor het bezoeken van dergelijke ‘blockbuster’producties ten koste van het reguliere lokale aanbod. Dit geldt nog sterker voor jongeren. Organisatoren van grote producties kloppen ook bij ons aan voor ondersteuning, met name evenementen in het Rensenpark, zoals ‘Walkyre Echo’s’. Cofinanciering door de gemeente is bijna altijd een voorwaarde om een dergelijk evenement door te laten gaan. Door de toevoeging van andere geldstromen wordt uiteindelijk een multipliereffect bereikt. Grote culturele evenementen maken onze ambitie ‘Emmen, dáár wil je zijn’ waar. Het realiseren van deze evenementen vraagt van ons om een flexibel cultuur- en evenementenbudget met ruimte voor kleine én grote, culturele, sportieve en recreatie-evenementen. In 2019 actualiseren wij het evenementenbeleid en maken wij budget vrij voor grotere evenementen en producties in het Rensenpark.

2. Wat willen we bereiken

SPORT (leefbare gemeente en sociale gemeente)  Iedereen die dat wil kan deelnemen aan natuurlijk bewegen, sportieve bewegingsactiviteiten, sport of topsport.  Sport levert een bijdrage aan een gezonde samenleving.  Sport boort aan en-of verstrekt de opvoedkracht van wijken en dorpen.

Begroting 2019 - Programma's 80 Programma 8 Sport en cultuur

 Sportverenigingen die dat willen zich kunnen zich ontwikkelen tot samenlevingspartner.  Sportieve evenementen worden gerealiseerd met extra maatschappelijk rendement (sociaal en economisch).  Een toekomstgericht voorzieningenaanbod, betaalbaar voor zowel de gebruiker als de gemeente Emmen. . KUNST en CULTUUR (leefbare gemeente) Culturele basis:  Culturele organisaties staan in verbinding met de samenleving.  Er is ruimte om initiatieven uit de samenleving te steunen.  Inwoners en bezoekers hebben toegang tot een divers en zichtbaar cultureel aanbod.  Kunstenaars voelen zich thuis en worden uitgedaagd in de gemeente Emmen.  De professionele culturele instellingen (Atlas Theater, Bibliotheek Emmen, de Kunstbeweging, CBK Emmen en Loods 13) versterken elkaar door samenwerking.  Vrijwilligersorganisaties op het gebied van cultuur en popmuziek leveren een belangrijke bijdrage aan de diversiteit van het culturele aanbod  Vrijwilligersorganisaties op het gebied van cultuurhistorie werken samen en worden organisatorisch sterker  Museale voorzieningen maken cultuurhistorie beleefbaar; erkende musea worden versterkt.

Cultuurparticipatie:  Kunst en cultuur zijn dichtbij en bereikbaar voor inwoners in alle dorpen en wijken.  Kunst- en cultuuraanbod voor jongeren komt tot stand in samenspraak met jongeren.  Deelname aan kunst en cultuuractiviteiten is ook mogelijk voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen.  Wij zetten in op een verdere ontwikkeling van Cultuureducatie met Kwaliteit met een goede afstemming tussen binnen- en buitenschools aanbod.  Er is een kwalitatief goed aanbod van cultuureducatie in het voortgezet onderwijs, praktijkonderwijs en MBO met een goede verbinding met culturele aanbieders.  Ouderen nemen meer deel aan kunst en cultuuractiviteiten.  Amateurkunstverenigingen, culturele activiteiten en culturele commissies dragen bij aan cultuurparticipatie en sociale dynamiek.

Creatieve verbindingen:  Kunst en cultuur leveren een belangrijke bijdrage aan de vrijetijdseconomie.  Het nieuwe centrum heeft een brede en passende programmering waarbij kunst en cultuur ene prominente rol spelen.  De culturele ontwikkeling van het Rensenpark wordt gestimuleerd en heeft een aanjagend effect op de cultuursector in de hele gemeente.  Kunst, cultuur en cultuurhistorie leveren een waardevolle bijdrage aan economische en ruimtelijke opgaven.  De samenwerking binnen de cultuursector wordt versterkt.  Er ontstaan nieuwe verbindingen tussen kunst en cultuur en andere sectoren, met name gezondheid, duurzaamheid en leefbaarheid.  In Noord-Nederlands verband nemen culturele organisaties uit Emmen deel aan innovatieve projecten, die bijdragen aan onze culturele ambities.

3. Wat doen we ervoor

3.1. SPORT Uitvoering Kadernota Sportief Bewegen In 2017 is de Kadernota Sportief Bewegen vastgesteld. Het doel van de Kadernota Sportief Bewegen is om een integrale beleidsdoelen te realiseren. De inzet van sportief bewegen als middel dient een integrale rol te krijgen in het totale beleid van de gemeente Emmen. Hierop is de inzet en beoogde resultaten van de 15 buurtsportcoaches gericht, waarvan 3 seniorensportcoaches.

Sportbeleid en Activering  Activering en stimulering van sport- en beweegactiviteiten.  Talentontwikkeling- en topsportondersteuning.  Uitvoeren uitvoeringsprogramma Kadernota Sportief bewegen.  Inzetten op Sportimpuls Sport en Bewegen in de buurt, Drenthe Beweegt en Jongeren op gezond gewicht (JOGG). Via deze programma’s dragen we ook bij aan provinciale doelen.  Faciliteren van evenementen met aantoonbare maatschappelijke (sociaal en economisch) waarde.

Begroting 2019 - Programma's 81 Programma 8 Sport en cultuur

De Omgevingswet  De nieuwe Omgevingswet zorgt voor een samenhangende benadering van de leefomgeving en ruimte voor lokaal maatwerk. Vanuit sport brengen we het belang in van een beweegvriendelijke omgeving.

Sportaccommodaties  In 2019 bouwen cq. ontwikkelen we als onderdeel van de investeringsagenda sport de volgende sportaccommodaties: Bouw sporthal Emmer-Compascuum, aanpak diverse sporthallen en gymlokalen (Vanuit Motie 10 sporthallen en gymlokalen gefaseerd), herinrichting van de sportparken in Emmer-Compascuum en .  Efficiënt beheer, onderhoud en exploitatie van gemeentelijke sportaccommodaties (23 buitensportparken, 10 sporthallen, 16 gymzalen en drie binnenbaden).  Een integraal strategische visie met team vastgoed opstellen  Intermediair en ondersteuner voor de geprivatiseerde sportaccommodaties (vier openluchtbaden, drie sporthallen, vier gymzalen bij dorpshuizen).  Ondersteuning aan ca. 210 sportverenigingen (voor wat betreft exploitatie) door niet- kostendekkende tarieven te berekenen voor de verhuur van sportaccommodaties en/of door subsidies te verstrekken.

Onderzoek organisatievorm team SPC Wij onderzoeken een mogelijke verzelfstandiging van een zelfstandige unit sport. naar de effectiviteit van een zelfstandige unit Sport binnen de gemeentelijke organisatie. Om de beste organisatievorm te kiezen brengen we de effecten en consequenties hiervan voor alle stakeholders in kaart. Daarnaast bepalen financiële consequenties van de mogelijk gewijzigde regelgeving van wel of geen BTW aftrek bij investeringen bij sportaccommodaties de uiteindelijke keuze.

3.2. CULTUUR

Algemeen  Uitvoering Cultuurnota 2018-2021 ‘Van Goede Grond’ met Actieprogramma, in samenspraak met culturele organisaties en initiatiefnemers.  Deelname aan bestuurlijk overleg VDG/Onderwijs-Cultuur en We The North.  Alle culturele subsidieregelingen worden uitgevoerd via de Beleidsregel Breedtecultuur (en afgestemd met gerelateerde regelingen).  Ondersteuning van projecten en initiatieven die bijdragen aan de doelstellingen van de Cultuurnota met het Initiatievenbudget.  Communicatie over kunst- en cultuur(beleid) via het digitale magazine www.vangoedegrond.nl, Facebook en Twitter.

Culturele basis  Ondersteuning en advisering grote professionele instellingen.  Ondersteuning en advisering kleine vrijwilligersinstellingen, erfgoedorganisaties en kleine musea.  Ondersteuning streekomroep ZO!34.  Bevordering samenwerking tussen instellingen, stimulering diversiteit van cultuuruitingen, zichtbaarheid en organisatiekracht van cultuurorganisaties.  Cultuurprijs.  Uitvoering van de tweejaarlijkse Cultuurmonitor in 2019.

CBK Het doel van het CBK is: ‘bijzondere en innovatieve kunst tentoonstellen die bezoekers prikkelt en kennis laat maken met verschillende vormen van beeldende kunst in brede zin’. Wij willen de mogelijke verhuizing naar het Rensenpark en mogelijke verzelfstandiging van het CBK verder verkennen, met als uitgangspunten de doelstellingen in de Cultuurnota. In 2019 verkennen wij toekomstscenario’s voor het CBK, waaronder de huisvesting in het Rensenpark, organisatievorm en financiën.

Cultuurparticipatie  Kunst en cultuur in alle dorpen en wijken.  Start van het Buurtcultuurfonds.  Cultuureducatie PO/VO georganiseerd, waarbij binnen- en buitenschools aanbod goed wordt afgestemd.  Uitvoering Visieplan Cultuureducatie met Kwaliteit Emmen/Drenthe 2017-2020  Ondersteuning amateurkunst, vrijwilligersorganisaties, culturele commissies.

Begroting 2019 - Programma's 82 Programma 8 Sport en cultuur

Creatieve verbindingen  De culturele ontwikkeling in het nieuwe centrum en het Rensenpark wordt gestimuleerd.  Er worden nieuwe verbindingen gelegd binnen de cultuursector en met andere sectoren, met name gezondheid, duurzaamheid en leefbaarheid.  Actualisering evenementenbeleid, ook in relatie tot grote evenementen en het Rensenpark.  Binnen We the North werkt Emmen samen met zes andere overheden en de cultuursector aan het versterken van de culturele infrastructuur in Noord-Nederland. We the North heeft als doel om vanaf 2021 een groter deel van de rijksmiddelen voor kunst en cultuur aan Noord-Nederland ten goede te laten komen.

Bibliotheek  Gemeentelijke Visie/vraagformulering en Producten/Dienstenboek OBE 2019.

Beleidsindicatoren De beleidsindicatoren geven een toelichting op de bovenstaande paragrafen "Wat willen we bereiken" en "Wat doen we ervoor" en helpen daarmee het sturen op de in 2019 voorgenomen maatschappelijke effecten. In de Financiële begroting hoofdstuk 5, zijn alle BBV-beleidsindicatoren opgenomen.

Beleidsindicatoren Gerealiseerde Begroting 2018 Begroting 2019 indicator (meest Streefwaarde Streefwaarde recente jaar) indicator (*) indicator

Emmense beleidsindicatoren Cultuurmonitor Cultuur MAKEN 48% nvt 49% (**) Cultuurmonitor Cultuur MEEMAKEN 86% nvt 88% (**) Cultuurmonitor Cultuuraanbod WAARDEREN 6,7 nvt 7 (*) meting is afgerond, dit is resultaat 2017 (**) onderzoek vindt 2-jaarlijks plaats

4. Wat mag het kosten 4.1 Lasten en baten Taakveld (Bedragen * € 1.000) 2019 2020 2021 2022 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 4.811 4.819 4.608 4.628 Media 2.610 2.632 2.655 2.678 Sportaccommodaties 7.534 8.115 8.231 8.245 Sportbeleid en activering 1.358 1.368 1.360 1.370 Totaal Lasten 16.313 16.934 16.854 16.922 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 68 58 22 22 Sportaccommodaties 2.078 2.119 2.140 2.162 Sportbeleid en activering 5 5 5 5 Totaal Baten 2.152 2.182 2.167 2.189 Saldo 8 Sport en Cultuur (bruto) 14.161 14.752 14.686 14.733 Sportaccommodaties 125 125 125 125 Sportbeleid en activering 117 105 101 100 Totaal Onttrekking 242 230 226 224 Sportaccommodaties 12 12 12 12 Totaal Storting 12 12 12 12 Mutatie reserves -230 -218 -215 -213 Saldo 8 Sport en Cultuur (netto) 13.931 14.534 14.472 14.520

5. In welke documenten is relevant beleid vastgelegd  Bestuursakkoord 2018-2022 ‘Samen investeren!’  Collegeprogramma 2018-2022 ‘Samen investeren’  Strategienota Emmen 2030; daar wil je zijn  Kadernota Sportief Bewegen 2017 t/m 2030

Begroting 2019 - Programma's 83 Programma 8 Sport en cultuur

 Uitvoeringsplan kadernota Sportief bewegen 2017-2018 (2019 in voorbereiding)  Cultuurnota 2018-2021 ‘Van goede grond’  Actieprogramma Cultuurnota 2018-2019  “Emmen op kop”  Erfgoednota 2017-2022  Visieplan Cultuureducatie met kwaliteit Emmen-Drenthe 2017-2020  Programma Experimentteerregio We the North 2017-2020  Beleidsnota Archeologie 2013-2018.

Begroting 2019 - Programma's 84 Programma 9 Sociaal Domein

Programma Sociaal Domein 9

Het programma Sociaal Domein omvat alle beleid en activiteiten die door de gemeente op dit terrein worden uitgevoerd. De volgende taken maken deel uit van dit programma:  Arbeidsparticipatie  Begeleide participatie  Samenkracht en burgerparticipatie  Maatwerkvoorziening (WMO)  Maatwerkdienstverlening 18+ en 18-  Wijkteams  Volksgezondheid  Geëscaleerde zorg 18+ en 18-.

1. Trends en ontwikkelingen

Emmen 2030; dáár wil je zijn. Onderscheidende en wervende woon- en werkomgeving. Een sociale gemeente, gericht op participatie, gezondheid, zorg en ontwikkeling is een belangrijke voorwaarde om de ambities en streefbeelden, zoals verwoord in de Strategienota, te kunnen realiseren. De basis is primair het hebben van betaald werk maar ook zorg en ondersteuning van onze inwoners voor zichzelf en voor elkaar. Er wederzijds voor elkaar zijn geeft betekenis en kwaliteit aan het leven. Hier komt ook de kernwaarde saamhorigheid weer in beeld. Dit naar elkaar omzien heeft ook zijn grens. Op sommige punten is professionele ondersteuning nodig die niet door vrijwilligers gegeven kan worden. Dit geldt voor de volwassen alsook voor onze jonge inwoners. Formele en informele ondersteuning vullen elkaar aan. We willen dan ook nadrukkelijk investeren in een sociale gemeente.

Begroting 2019 - Programma's 85 Programma 9 Sociaal Domein

Participatie Het aantal mensen dat meedoet naar vermogen moet omhoog. Of anders gezegd: de participatiegraad moet omhoog. Het verhogen van de participatiegraad (arbeidsparticipatie en maatschappelijke participatie) bevordert het welzijn en de welvaart van inwoners persoonlijk en van de dorpen en wijken. Ons integraal beleid is er op gericht dat arbeid loont. De focus ligt in de eerste plaats op uitstroom uit de bijstand naar betaald werk bij bedrijven en instellingen. Voor de mensen die (tijdelijk) niet kunnen uitstromen naar betaald werk, is meedoen belangrijk. Dagstructuur en zinvol bijdragen helpt bij het oplossen of voorkomen van andere problemen. De dagbesteding willen we zo dicht mogelijk bij de gebruikers organiseren. Als het nodig is, organiseren we daarbij nieuwe financieringsconstructies.

Tegengaan discriminatie We willen een gemeente zijn, waarin inwoners zichzelf kunnen zijn. Door het agenderen van en actieve voorlichting over het tegengaan van discriminatie willen we bewustwording vergroten over de impact, die discriminatie kan hebben op het leven van mensen. Emmen sluit zich aan bij het Regenboogsteden-programma van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen. Hiervoor wordt ook een lokaal beleidsplan opgesteld. Dit doen wij in samenwerking met de kerngroep (platform) Regenbooggemeente Emmen. Vanuit het ministerie is per jaar € 20.000 per jaar beschikbaar als cofinanciering.

Iedere jongere gelukkig, veilig en gezond Iedere jongere in onze gemeente moet gelukkig, veilig en gezond op kunnen groeien. Daarvoor stellen we één jeugdagenda op waarin alle relevantie beleidslijnen, zoals armoede/opvoeding, onderwijs, veiligheid en gezondheid opgenomen zijn. Die jeugdagenda maken we samen met onze sociale partners, het consultatiebureau, het onderwijsveld en de jongeren zelf. De uitvoeringsagenda is in de eerste helft van 2019 in concept klaar en wordt afgestemd met de jongerenadviesraad. Preventieve inzet via interventies of activiteiten gericht op ouders en jeugdigen met als doel versterken van eigen kracht, vergroten zelfredzaamheid en/of eigen regie is een speerpunt in deze jeugdagenda. We hebben aandacht voor de eerste 1000 dagen van een kind. Ieder kind verdient een zo goed mogelijke start Op het terrein van jeugdhulp dienen we een transformatieplan “Zorg voor jeugd” in bij het rijk voor het landelijke “actieprogramma zorg voor de jeugd”. We sluiten een bestuurlijk transformatie- akkoord met de aanbieders van gespecialiseerde jeugdhulp. We starten een nieuwe aanbesteding voor de inkoop van jeugdhulp voor 2020 en verder. Hierin zetten we maximaal in op effectieve samenwerking in de regio, effectieve aanpak in de keten en lokale problematiek, transformatie in de hele jeugdketen, behoud van kwaliteit van geleverde hulp en financiële beheersbaarheid. Hierin zijn we deels afhankelijk van externe ontwikkelingen. Het huidige inkoopmodel en de effecten daarvan worden meegenomen in de afweging voor de nieuwe aanbesteding.

De toegang tot hulp en ondersteuning Iedereen met een hulp- of ondersteuningsvraag kan laagdrempelig en snel toegang krijgen tot ondersteuning. De toegang tot maatschappelijke ondersteuning en schulddienstverlening is laagdrempelig en dichtbij onze inwoners. De Toegang zal moeten investeren in de verbetering van de kwaliteit van dienstverlening binnen de gestelde kaders. Voor 2019 en verder willen we werken aan de doorontwikkeling van de toegangsteams, zodat de beleidsuitgangspunten beter naar de dienstverlening vertaald kunnen worden.

Lokaal gezondheidsbeleid, huisartsen en ziekenhuis De leefbaarheid van dorpen en wijken wordt mede bepaald door goede, nabije en betaalbare zorg in kleinschalige gezondheidscentra. Vanuit onze rol als verbinder tussen inwoners en zorgaanbieders ontwikkelen we een programma-aanpak om de verandering/transformatie in het zorglandschap vorm te geven. Samen met onze aanbieders en partners maken we een actieplan.

Binnen het lokale gezondheidszorgbeleid sluiten we aan bij de uitgangspunten van het sociale domein. Het doel is dat we samen met alle inwoners van Emmen een krachtige gezondheidsaanpak gaan vormgeven. Bij een centrumgemeente als Emmen behoort ook een ziekenhuis waar acute, complexe en klinische ziekenhuiszorg wordt uitgevoerd. Het Scheper ziekenhuis van Treant is daarnaast veel meer dan een zorginstelling voor onze inwoners. Het is van zeer grote betekenis voor de werkgelegenheid, voor complexe zorg dichtbij, voor de samenwerking tussen ziekenhuis en verpleeghuizen, voor de relatie met woon-zorginstellingen, voor de relatie met de huisartsenpraktijken en gezondheidscentra.

Begroting 2019 - Programma's 86 Programma 9 Sociaal Domein

2. Wat willen we bereiken

MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE (sociale gemeente) Centrale doelstelling: Maatschappelijke participatie (“iedereen doet mee naar vermogen”).

Op basis van genoemde hoofddoelstelling zijn de volgende subdoelen geformuleerd:  Een hogere (arbeids)participatie  Vergroten sociale samenhang in alle dorpen en wijken  Inwoners wonen zo lang mogelijk zelfstandig en veilig in hun eigen omgeving  Jongeren groeien veilig, gezond en gelukkig op en hebben perspectief op een baan  Inwoners hebben een gezonde leefstijl op alle levensgebieden.

3. Wat doen we ervoor

Arbeidsparticipatie In 2019 geeft Menso N.V. (Menso) in opdracht van ons onder meer uitvoering aan de Participatiewet en de Leerplichtwet. De belangrijkste opdracht aan Menso is vierledig: 1. Door gerichte preventieve inzet en ondersteuning instroom verminderen; 2. Werken aan de ontwikkeling van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt; 3. Door gerichte ondersteuning en begeleiding mensen helpen aan een passende (werk)plek in de maatschappij; 4. Een nauwe samenwerking met werkgevers in de regio om op deze wijze de afstand tussen vraag en aanbod te verkleinen (succesvol matchen tussen werkgevers en werknemers.

Een belangrijke activiteit in 2019 is de ontwikkeling van het Emmens Werkbedrijf, waarbij het leerwerkbedrijf, EMCO-groep, Buurtsupport en Veiligheidszorg de verbinding met elkaar zoeken. In verband hiermee hebben wij vanaf 2019 aan de vier samenwerkende organisaties een taakstelling opgelegd. De regie bij het realiseren van deze taakstelling ligt bij Menso.

Als centrumgemeente in de Arbeidsmarktregio Drenthe (AMRD) blijven we in 2019 richting en invulling geven aan de ambities en blijven we inzetten op de aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt. De AMRD zit neutraal in onze begroting omdat per jaar in het samenwerkingsverband AMRD de activiteiten bepaald worden.

Gemeenten zijn verplicht om de voorziening beschut werk aan te bieden aan personen die daarop zijn aangewezen. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt bij ministeriële regeling het aantal te realiseren beschut werkplekken vast per gemeente. Voor het jaar 2019 is het aantal te realiseren aantal beschut werkplekken voorlopig vastgesteld op 45. (in 2018 was de taakstelling van het Ministerie 35 werkplekken).

Begeleide participatie We maken afspraken met mensen die (tijdelijk) geen werk hebben, over de wijze waarop zij actief meedoen in de samenleving. We ontwikkelen nieuwe vormen van dagbesteding als onderdeel van een betere samenhang tussen beschut werken en (arbeidsmatige-) dagbesteding vanuit de Wmo. Een belangrijke en noodzakelijke opgave daarbij is om hier vernieuwde financieringsconstructies bij te organiseren. Continu bezien we welk instrumenten/trajecten het meest effectief zijn voor de specifieke doelgroepen en die het meedoen bevorderen.

Samenkracht en burgerparticipatie Uitvoeren van de sociale gebiedsagenda’s in de zes gebieden. De inhoud van de sociale gebiedsagenda’s is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de inwoners, instellingen en gemeente. Dit stimuleert betrokkenheid bij elkaar, burgerparticipatie, zelforganisatie en eigenaarschap van onze inwoners. De gebiedsagenda’s zijn dynamische documenten.

Maatwerkvoorziening (Wmo) Het tijdig verstrekken van maatwerkvoorzieningen op grond van de Wmo aan mensen die niet op eigen kracht in staat zijn tot zelfredzaamheid en participatie.

Begroting 2019 - Programma's 87 Programma 9 Sociaal Domein

Maatwerkdienstverlening 18+ en 18- Monitoring en, indien aan de orde bijstelling (regierol) van de gebiedsgerichte uitvoering van de ondersteuning, de begeleiding, dagbesteding en mantelzorgondersteuning. De toegang tot Jeugdhulp is goed georganiseerd en werkt efficiënt en effectief, waaronder crisiszorg en 24 uurs opvang. De zorgcontinuïteit is gewaarborgd.

Wijkteams (Toegangsteams) en preventie De toegang tot maatschappelijke dienstverlening, jeugdzorg en schulddienstverlening blijft dichtbij onze inwoners belegd. Het college is verantwoordelijk voor de toegang tot ondersteuning aan onze inwoners. De raad heeft besloten daarvoor een onafhankelijke stichting op te richten die haar taak uitvoert binnen de wet en binnen de door de raad vastgestelde kaders.

Naast het bepalen van welke ondersteuning iemand nodig heeft is het Toegangsteam een spin in het web van zowel de informele als de formele ondersteuning. Het vormt een onvervreemdbaar onderdeel van het gebiedsnetwerk en is daar op allerlei manieren mee verbonden. De Toegangsteams kunnen alleen een succes worden als ze optimaal bij de kracht van onze inwoners aansluiten, zowel bij individuele inwoners als op straat-,wijk-of gebiedsniveau. In het collegeprogramma wordt ingezet op extra middelen voor preventie ad € 500.000 en herallocatie van huidige middelen ad € 500.000. Deze middelen zijn begroot onder programma 9, taakveld wijkteams. De inzet van deze middelen kan echter breder dan programma 9 worden opgepakt. Dit betekent dat de preventie ook betrekking kan gaan hebben op bijvoorbeeld onderwijs (programma 4) of sport/cultuur (programma 8). Indien wij weten waaraan het geld zal worden besteed zullen we dit administratief op het juiste programma in de begroting verwerken.

Volksgezondheid. Lichamelijke gezondheid De projecten JOGG(Jongeren op Gezond Gewicht), GIDS (Gezond in de Stad) en jeugd en alcohol, zetten we voort. Samen met uitvoerende partners verkennen we wat er nu al op dit gebied gebeurt en wat er aanvullend nodig is. Wij hebben het aanvalsplan ‘Gezond leren leven begint als je jong bent’ laten uitwerken in het project ‘Goede Start’. Hiermee zetten we in op het voorkomen en terugdringen van overgewicht bij kinderen. Doel hiervan is dat het percentage kinderen met overgewicht minder wordt en dat er een bewustwordingsproces op gang wordt gebracht om te komen tot een gezonde leefstijl. Ook ondersteunen en faciliteren we jongeren bij het organiseren van evenementen en voorzieningen voor jeugdigen.

Psychische gezondheid We voeren een proeftuin uit in Emmen Oost waar we een samenhangende en sluitende aanpak ontwikkelen met de GGZ als het gaat om andere zorg en ondersteuning aan inwoners met een langdurige psychische kwetsbaarheid.

Jeugdhulp Iedere jongere in onze gemeente moet gelukkig, veilig en gezond op kunnen groeien. Daarvoor stellen we één jeugdagenda op waarin alle relevantie beleidslijnen, zoals armoede/opvoeding, onderwijs, veiligheid en gezondheid opgenomen zijn. Die jeugdagenda maken we samen met onze sociale partners, het consultatiebureau, het onderwijsveld en de jongeren zelf. De uitvoeringsagenda is in de eerste helft van 2019 in concept klaar en wordt afgestemd met de jongerenadviesraad. Met de aanbieders van gespecialiseerde jeugdhulp zullen we een bestuurlijk transformatieakkoord sluiten. We starten een nieuwe aanbesteding voor de inkoop van jeugdhulp voor 2020 en verder.

Geëscaleerde zorg 18+ en 18- De kwetsbare mens centraal Ervaringsdeskundigheid krijgt een vaste plek in de ondersteuning. De cliënt wordt eigenaar van het ondersteuningsplan en indien mogelijk wordt een mogelijke uitstroomdatum in de ondersteuningsplannen opgenomen. We willen meer maatwerk en hierbij ontwikkelen we nieuwe ondersteuningsvormen tussen opvang, beschermd wonen en begeleiding. Ook organiseren we tijdelijke voorzieningen bij terugval. We spreken af dat we twee cliënten per aanbieder beschermd wonen volgen die gebruik maken van nieuwe ondersteuningsvormen. We onderzoeken hoe intensieve thuisbegeleiding kan worden ingezet in Zuidoost-Drenthe.

Inzet op wonen Wij als gemeente, de woningcorporaties en organisaties ontwikkelen randvoorwaarden voor zelfstandig wonen en gezamenlijk ontwikkelen we nieuwe woonvarianten. Tevens onderzoeken we de mogelijkheden voor een urgentieregeling bij acute

Begroting 2019 - Programma's 88 Programma 9 Sociaal Domein

woonproblematiek en formaliseren we volumeafspraken over uitstroom vanuit beschermd wonen en opvang. Hiervoor hebben we een kwartaaloverleg met de corporaties en organisaties.

We realiseren een adequate voorziening voor trajectplaatsen en nachtopvang voor daklozen en verslaafden en ontwikkelen innovatieve woonoplossingen voor daklozen met psychische kwetsbaarheid en waar mogelijk aanbieden van maatwerkoplossing voor deze doelgroep. Hierbij is specifieke aandacht voor jongeren.

Wet tijdelijk huisverbod We geven uitvoering aan het 10 dagenmodel bij het opleggen van een tijdelijk huisverbod naar aanleiding van huiselijk geweld Deze hulp wordt gegeven door het Algemeen Maatschappelijk Werk van de lokale welzijnsstichting (in ons geval Sedna), de Reclassering en het AFPN (Algemene Forensische Psychiatrie Noord).

Beleidsindicatoren De beleidsindicatoren geven een toelichting op de bovenstaande paragrafen "Wat willen we bereiken “en "Wat doen we ervoor" en helpen daarmee het sturen op de in 2019 voorgenomen maatschappelijke effecten. In de Financiële begroting hoofdstuk 5, zijn alle BBV-beleidsindicatoren opgenomen.

Beleidsindicatoren Gerealiseerde Begroting 2018 Begroting 2019 indicator (meest Streefwaarde Streefwaarde recente jaar) indicator indicator

Emmense beleidsindicatoren Netto participatiegraad, % mensen tussen 15-67 jr. met baan 61% (2015) 61% 64% Werkplekken beschut werken (*) 36 (2016) 35 45 (*) Taakstelling rijk.

Begroting 2019 - Programma's 89 Programma 9 Sociaal Domein

4. Wat mag het kosten 4.1 Lasten en baten (bedragen in duizenden euro’s) Taakveld (Bedragen * € 1.000) 2019 2020 2021 2022 Arbeidsparticipatie 11.396 10.720 10.757 10.988 Begeleide participatie 26.969 25.609 24.315 23.051 Geescaleerde zorg 18- 463 463 463 463 Geescaleerde zorg 18+ 20.975 21.028 21.346 21.662 Maatwerkdienstverlening 18- 30.091 29.694 29.756 29.639 Maatwerkdienstverlening 18+ 32.587 32.713 33.250 33.695 Maatwerkvoorzieningen (WMO) 4.637 4.659 4.684 4.732 Samenkracht en burgerparticipatie 6.942 7.063 7.184 7.305 Volksgezondheid 12.248 12.308 12.369 12.110 Wijkteams 2.644 2.425 2.455 2.486 Totaal Lasten 148.951 146.681 146.579 146.132 Arbeidsparticipatie 78 78 78 78 Begeleide participatie Geescaleerde zorg 18+ 443 443 443 443 Maatwerkdienstverlening 18+ 1.538 1.538 1.538 1.538 Maatwerkvoorzieningen (WMO) 440 440 440 440 Samenkracht en burgerparticipatie 273 273 273 273 Totaal Baten 2.772 2.772 2.772 2.772 Saldo 9 Sociaal Domein (bruto) 146.180 143.909 143.807 143.360 Arbeidsparticipatie 246 Begeleide participatie Maatwerkdienstverlening 18+ Maatwerkvoorzieningen (WMO) Samenkracht en burgerparticipatie 30 30 30 29 Volksgezondheid Totaal Onttrekking 276 30 30 29 Geescaleerde zorg 18+ Maatwerkdienstverlening 18+ Samenkracht en burgerparticipatie 22 22 22 21 Volksgezondheid Totaal Storting 22 22 22 21 Mutatie reserves -255 -9 -8 -8 Saldo 9 Sociaal Domein (netto) 145.925 143.901 143.799 143.353

5. In welke documenten is relevant beleid vastgelegd  Bestuursakkoord 2018-2022 ‘Samen investeren!’  Collegeprogramma 2018-2022 ‘Samen investeren’  Strategienota 2030; Daar wil je zijn  Beleidsplan “Samen Verder in het sociale domein 2017 – 2021”.  Uitvoeringsovereenkomst met Welzijngroep Sedna 2019  Beleidsnota Preventief Lokaal Volksgezondheidsbeleid  Beleidskader Accommodatiebeleid Revisited 2013-2020  Meerjarenbeleidskader Participatiebeleid ‘Werk en Wederkerigheid’.

Begroting 2019 - Programma's 90 Programma 10 Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen

Programma Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen 10

In het programma Bedrijfsvoering en Inkomstenbronnen ligt de focus met name op de bestuurlijke speerpunten/de rijksontwikkelingen en de financiële consequenties. In de paragraaf bedrijfsvoering, verderop in deze begroting, wordt uitgebreid ingegaan op het onderdeel bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering wordt daar met name beschouwd vanuit de processen en de organisatieontwikkeling. De volgende taken maken onderdeel uit van het programma:  overhead  ozb  belastingen overig  gemeentefonds  treasury  vennootschapsbelasting  overige baten en lasten

1. Trends en ontwikkelingen

Emmen 2030; dáár wil je zijn. Onderscheidende en wervende woon- en werkomgeving en innovatieve kern Emmen is vanuit eigen kracht breed bekend en gewaardeerd om de onderscheidende woon- en werkomgeving. We zijn een innovatieve kern in Noord-Oost Nederland en hebben een stevige positie als logistiekknooppunt. Het werken aan deze streefbeelden vergt een transparante en wendbare organisatie. Met moderne digitale infrastructuur en een gezonde financiële huishouding.

Begroting 2019 - Programma's 91 Programma 10 Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen

De informatiesamenleving vraagt om een investering in de infrastructuur We zetten in op een investering in de infrastructuur en informatievoorziening, waarbij de nadruk ligt op het verschaffen van een gelijke informatiepositie aan inwoners, bedrijven en overheid. De volgende stap zien wij in het verkrijgen van beter inzicht in de effectiviteit van ons handelen in maatschappelijke vraagstukken én het kunnen onderscheiden van emotie van feiten (‘evidence based’ werken). De baten en resultaten van een investering op informatievoorziening worden gerealiseerd bij de maatschappelijke vraagstukken die spelen.

Hervorming lokaal belastinggebied De hervorming van het lokale belastinggebied heeft op geen enkele wijze een plaats gekregen in het regeerakkoord. Daarmee lijkt er de komende regeringsperiode geen zicht op enige wijziging op dit gebied.

Herziening financiële verhoudingen (gemeentefonds) In 2019 is de integratie-uitkering sociaal domein voor een groot deel overgegaan naar de algemene uitkering. Dit is door het rijk gedaan zonder grote herverdelingen. Komende jaren worden de verdeelmodellen voor het het sociaal domein herzien. Met betrekking de algemene uitkering vindt ook een herijking plaats.. Beide trajecten lopen gelijk op. De nieuwe verdeling wordt voorzien in 2021.

Woonlasten Volgens het bestuursakkoord 2018-2022 van mei 2018 “Samen Investeren”, waarin de bestuurlijke uitgangspunten voor de bestuursperiode 2018 – 2022 zijn neergelegd, gelden in deze periode de volgende uitgangspunten voor de lokale heffingen: “We willen de OZB voor zowel woningen als bedrijfspanden de komende vier jaren bevriezen. Ook streven we naar een gelijkblijvende rioolheffing en gaan we zorgvuldig om met het verhogen van de afvaltarieven”. In de voorliggende begroting 2019 is de OZB voor de komende 4 jaar bevroren, is er sprake van een gelijkblijvende rioolheffing en wordt het afvaltarief in beperkte mate verhoogd i.v.m. de indexatie van de kosten van AREA. De tarieven Afvalstoffenheffing stijgen met ongeveer € 4,50.

Deelnemingen en verbonden partijen Het beheer deelnemingen en verbonden partijen maakt onderdeel uit van ons regulier werkproces. Het beheer is belangrijk in verband met ons risicomanagement. Juist ook op basis van het risicomanagement is het belangrijk om verder te kijken dan deze deelnemingen en verbonden partijen. Wij lopen namelijk ook risico’s bij subsidiënten (bijvoorbeeld Sedna, Bibliotheek) en contractpartners (Wmo en Jeugdhulp). Dat is in het verleden ook gebleken. Van belang is om risico’s te herkennen en signaleren. Wij maken het hierbij zo breed mogelijk.

Geldleningen en treasury Door alle gedane (met name Centrum Vernieuwing Emmen) en toekomstige investeringen (o.a. bouw nieuw zwembad) is het vastgelegde vermogen fors gestegen. Ook in de jaren vanaf 2019 vertoont het vastgelegde vermogen (de materiële vaste activa en de voorraden grondexploitatie) nog een stijgende lijn door de investeringen zoals die in de Investeringsagenda/collegeprogramma zijn opgenomen. Het vastgelegde vermogen is voor het grootste deel gefinancierd met lang vermogen (reserves, voorzieningen en vaste schulden/geldleningen). Een deel is gefinancierd met (laagrentend) kasgeld. De vaste schuld zal na 2019 dus verder stijgen doordat het vastgelegd vermogen toeneemt.

Risico’s Rentestijging is een belangrijk risico voor onze begroting; er is een bedrag van ruim € 400 miljoen aan opgenomen leningen. Een rentestijging heeft op korte termijn alleen een effect op nieuw af te sluiten leningen, maar op lange termijn lopen wij risico over het gehele leningenbestand. Voor het kort geld (maximaal € 40.mln.) is in de begroting 2019 een rentepercentage van 0,25% opgenomen, oplopend naar 1% (2022 en verder). Voor de lange rente gaan we in de meerjarenbegroting uit van 1,5% (2019) oplopend tot 2,75% (2021 en verder). De ontwikkeling van zowel de korte als de lange rente in relatie tot de rente waarmee in de begroting rekening is gehouden is gunstig. Het inschatten van de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt en van de rentelasten op de langere termijn blijft moeilijk (economische ontwikkelingen, bezuinigingen, etc.). Het gemiddelde rentepercentage voor de vaste schuld ligt momenteel tussen de 2% en 3% en verwacht wordt dat dit de komende jaren zo zal blijven. Wel zal de gemiddelde rente iets stijgen, omdat de berekende rente voor toekomstige leningen - conform de uitgangspunten voor de begroting - iets boven het gemiddelde ligt. Volgens de staat van verstrekte geldleningen zijn er een aantal geldleningen verstrekt aan instellingen zonder zekerheidsstelling. In de paragraaf financiering hebben wij het verloop van het leningenbestand, de ontwikkeling van het gemiddelde rentepercentage op onze vaste schuld en een overzicht van geldleningen zonder zekerheidsstelling opgenomen.

Begroting 2019 - Programma's 92 Programma 10 Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen

In de begrote opbrengsten van de OZB is rekening gehouden met een areaaluitbreiding, die resulteert in € 100.000 extra opbrengst. Er bestaat daarbij altijd het risico dat projecten niet of later worden gerealiseerd. Verder kunnen door bepaalde bedrijfseconomische ontwikkelingen waardes van objecten aanzienlijk dalen. In het uiterste geval zullen al opgelegde aanslagen oninbaar moeten worden verklaard.

2. Wat willen we bereiken BEDRIJFSVOERING EN INKOMSTENBRONNEN (transparante gemeente) Flexibele ambtelijke organisatie:  Werken met een integraal personeelsbudget, waarbij ontschotting en flexibel de kernbegrippen zijn  Verjonging van ons medewerkersbestand  Het in huis hebben en houden van kennis/expertise en overdracht van kennis bij uitstroom  Verbinding tussen onze medewerkers en de samenleving  Samenwerking in BOCE-verband versterken De informatiesamenleving vraagt om een investering in de infrastructuur  Er zijn passende, digitale diensten en we ontwikkelen ons naar een informatiegestuurde organisatie. Gezonde financiële huishouding  Binnen de randvoorwaarde van een gezonde financiële huishouding zullen we de stijging van de gemiddelde woonlasten zoveel mogelijk beperken, waarbij de OZB en de Rioolheffing qua opbrengst, afgezien van areaaluitbreiding, gelijkblijven.  Het risicomanagement met betrekking tot de ‘verbonden’ partijen (in de brede zin, dus ook contractpartners) intensiveren; het meer in control zijn op dit onderdeel  Met zo min mogelijk extra administratieve lasten wordt jaarlijks inzicht verkregen in de VPB- plicht van de gemeente Emmen. Doelstelling is ook het beperken van de VPB-plicht  De renterisico’s zoveel mogelijk beperken  Sluitend financieel kader, zowel per jaar als in meerjarenperspectief.  Structurele uitgaven worden in ieder geval in meerjarenperspeciref gedekt door structurele inkomsten  Versterking van het weerstandsvermogen/afdekking risico’s

3. Wat doen we ervoor • Bedrijfsvoering/overhead Personeelsbudget en flexibele schil  Bij de begroting bepalen van het integrale personeelsbudget voor 2019 (zie paragraaf bedrijfsvoering)  Vanaf 2019 werken met een budget personeel onvoorzien t.b.v. het opvangen van

incidentele knelpunten  De formatie m.b.t. informatisering en automatisering de kom,ende jaren uitbreiden  De formatie van control met 1 fte uitbreiden Kennis en expertise  Een strategische personeelsplanning maken  Een traineebudget beschikbaar stellen (binnen de bestaande bedrijfsvoeringsmiddelen)  Werkzaamheden/klussen zoveel mogelijk uitvoeren met eigen mensen om zo intern expertise op te bouwen (Expertisecentrum/ Transvormers-pool/ coach-pool) Verbinden met de samenleving  Medewerkers kwantitatief en kwalitatief op niveau  Benodigde middelen beschikbaar stellen BOCE-samenwerking  Meer gezamenlijk optrekken richting Dimpact  Samen opleidingen aanbieden (BOCE-academie)  Samen leiderschapsontwikkeling en loopbaanontwikkeling oppakken Verjonging  Ook in 2019 inzetten op traineeprogramma

OZB – overige belastingen/woonlasten  De gemiddelde lasten aan OZB van woningen en niet woningen in 2019 ten opzichte van 2018 niet laten stijgen.  Op basis van de besluitvorming rond het eind 2017 vastgestelde GRP in 2019 de gemiddelde rioolheffing niet verhogen  Bij Afvalstoffenheffing een zorgvuldige verhoging van de tarieven, resulterent in een verhoging van ongeveer € 4,50.

Begroting 2019 - Programma's 93 Programma 10 Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen

Gemeentefonds  Verantwoorden van een volledige algemene uitkering op basis van de circulaires van het ministerie van Binnenlandse zaken en de geldende gemeentelijke verdeelmaatstaven.  Ontwikkelingen met betrekking tot het gemeentefonds actief volgen

Weerstandsvermogen  Versterken van het weerstandsvermogen door een jaarlijkse storting in de algemene reserves  Bijstorten in de reserve boekwaarden

Vennootschapsbelasting  Kennis vergroten van medewerkers met een taak in het vpb-proces  (Door)ontwikkelen van een managementrapportage op basis waarvan de vpb-plicht jaarlijks cijfermatig inzichtelijk wordt gemaakt  Periodiek overleg met belastingdienst

Treasury/treasury-renterisico’s Beheer deelnemingen  Beheer handhaven (met ook aandacht voor subsidiënten en contractpartners, bijvoorbeeld Wmo en Jeugdhulp).  Dividend uitstaand aandelenkapitaal administreren. Renterisico’s  Het aflossingspatroon van de leningenportefeuille spreiden.  Leningen aantrekken tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden, zodat de laagste financieringskosten worden gemaakt.  Geldleningen aan derden verstrekken tegen minimaal dezelfde financieringskosten, tenzij vooraf dekking is gevonden voor het nadelige verschil of leningen die worden verstrekt op basis vain een specifieke verordening (bv. zonnelening).

Beleidsindicatoren De beleidsindicatoren geven een toelichting op de bovenstaande paragrafen "Wat willen we bereiken “en "Wat doen we ervoor" en helpen daarmee het sturen op de in 2019 voorgenomen maatschappelijke effecten. In de Financiële begroting hoofdstuk 5, zijn alle BBV-beleidsindicatoren opgenomen.

Beleidsindicatoren Gerealiseerde Begroting 2018 Begroting 2019 indicator (meest Streefwaarde Streefwaarde recente jaar) indicator indicator

Emmense beleidsindicatoren Formatie (fte per 1.000 inw.) 8,9 fte (2017) 8,6 fte 8,6 fte Bezetting (fte per 1.000 inw.) 8,3 fte (2017) 8,0 fte 8,0 fte Flexibele schil (inhuur/tijdelijk personeel) n.v.t. Max. 20% Max. 20% i.h.k.v integraal personeelsbudget Objecten beschikt in het eerste kohier 99% (2018) 98% 98% Bezwaren binnen termijn afgehandeld 95% (2017) 95% 95% Facturen binnen betalingstermijn afgehandeld 94% (2017) 90% 90% Ziekteverzuim (%) 5,9% (2017) 6% 6% Gemiddelde leeftijd werknemers 49,5 jr. (2017) 49,7 jr. 49,7 jr (*) (*) streefwaarde is bepaald op basis van resultaat 2017 dus 2 jaar ouder bestand, verwachte uitstroom AOW, gemiddelde overige uitstroom, instroom vervanging en instroom jongeren (trainees)

Begroting 2019 - Programma's 94 Programma 10 Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen

Beleidsindicatoren Besluit Begroten en Verantwoorden Gemeentelijke woonlasten éénpersoonshuishoudens € 717 (2017) € 718 € 723 Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishoudens € 751 (2017) € 752 € 757

Gemiddelde WOZ-waarde € 150.094 (2018) € 150.094 (2018) € 156.000 ( peildatum 1-1- ( peildatum 1-1- ( peildatum 1-1- 2017) 2017) 2018)

4. Wat mag het kosten 4.1 Baten en lasten Taakveld (Bedragen * € 1.000) 2019 2020 2021 2022 Algemene uitkering 916 1.170 1.198 1.247 Belastingen Overig 452 452 452 452 Overhead 36.242 36.061 36.403 36.937 Overige baten en lasten 2.543 3.631 4.691 5.804 OZB woningen 1.312 1.339 1.362 1.274 Treasury -719 -286 424 835 Totaal Lasten 40.746 42.367 44.530 46.548 Algemene uitkering 236.409 241.505 243.093 245.658 Belastingen Overig 337 437 437 437 Overhead 4.000 4.024 3.964 3.960 Overige baten en lasten 417 417 417 417 OZB woningen 15.252 15.283 15.316 15.350 OZB- niet woningen 10.256 10.327 10.399 10.473 Treasury 3.155 2.946 2.894 2.816 Totaal Baten 269.825 274.939 276.519 279.109 Saldo 10 Bedrijfsvoering en Inkomstenbronnen (bruto) -229.079 -232.572 -231.989 -232.561 Overhead 582 296 Overige baten en lasten 500 Totaal Onttrekking 1.081 296 Algemene uitkering -3 Belastingen Overig 100 100 100 Overhead 518 609 Overige baten en lasten 1.350 2.000 2.000 2.000 Resultaat van de rekening van baten en lasten Totaal Storting 1.865 2.709 2.100 2.100

5. In welke documenten is relevant beleid vastgelegd  Bestuursakkoord 2018-2022 ‘Samen investeren!’  Collegeprogramma 2018-2022 ‘Samen investeren’  Strategienota Emmen 2030; daar wil je zijn  Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies (BBV)  Begrotingsrichtlijnen 2019  Kadernota 2019  Treasurystatuut  Paragraaf lokale heffingen 2019.

Begroting 2019 - Programma's 95

Begroting 2019 - Programma's 96

2. Overzicht van algemene dekkingsmiddelen

Begroting 2019 - Programma's 97 2. Overzicht van algemene dekkingsmiddelen

Hier wordt een overzicht gegeven van de algemene dekkingsmiddelen bestaande uit: 1. lokale heffingen, waarvan de bestedingen niet gebonden zijn; 2. gemeentefonds; 3. dividend; 4. saldo van de financieringsfunctie.

In voorkomende gevallen wordt aangegeven waar in de begroting meer informatie is te vinden.

Totaal overzicht algemene dekkingsmiddelen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving werkelijk raming raming raming raming raming 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Lokale heffingen 25.357 25.819 25.668 26.008 26.132 26.258 Gemeentefonds (excl. IU 118.603 125.908 183.912 190.462 192.891 196.294 Soc.Domein) Dividend 1.084 1.278 1.294 1.145 1.145 1.145 Saldo van de financieringsfunctie 0 2.650 996 480 -46 -281

2.1 Lokale heffingen Informatie over de lokale heffingen is opgenomen in de paragraaf Lokale heffingen met een beeld van onder andere de beleidsuitgangspunten, belastingvoorstellen en kwijtscheldingsbeleid. Deze paragraaf is breder van opzet dan de lokale heffingen waar het hier om gaat, omdat onder lokale heffingen ook items vallen als afvalstoffenheffing, rioolrecht, diverse leges etc. Deze zijn geraamd onder de diverse functionele programma’s. De lokale heffing zoals opgenomen in bovenstaand overzicht betreffen met name OZB en toeristenbelasting.

2.2 Gemeentefonds Het gemeentefonds is gebaseerd op de berekende uitkomsten van de mei-circulaire 2018. Het genoemde bedrag is exclusief de integratieuitkering sociaal domein. Met ingang van 2019 is een fors deel van deze integratieuitkering sociaal domein geïntegreerd in de algemene uitkering. Het niet geïntegreerde deel laten we hier buiten beschouwing.

Het gemeentefonds 2018 stijgt met € 7.305.000 ten opzichte van 2017 o.a. door • een toename van de algemene uitkering ad € 7.409.000 bestaande uit o een saldo-effect van aanpassing van de basisgegevens (uitkeringsgerechtigden, leerlingen, woonruimten, etc) o een hogere uitkeringsfactor  een lagere decentralisatieuitkering suppletie OZB ad -/- € 209.000  hogere decentralisatieuitkering VO ad € 276.000, voorschoolse voorziening peuters ad € 121.000, provinciale taken VTH ad € 103.000, WMO ad € 429.000  in 2017 wel en in 2018 geen gelden Peuterspeelzaalwerk ad -/- € 253.000, verhoogde asielinstroom ad -/- € 846.000, impuls klantprofielen ad -/- € 89.000, impuls grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling ad -/- € 100.000, economische zelfstandigheid ad -/- € 40.000  in 2018 lagere korting suppletieregeling groot onderhoud ad € 119.000, lagere korting cumulatieregeling ad € 87.000  in 2018 wel en in 2017 geen gelden matchen op werk ad € 80.000, schulden en armoede ad € 218.000

Het gemeentefonds 2019 stijgt met € 58.004.000 ten opzichte van 2018. Dit wordt met name veroorzaakt door:  een toename van de algemene uitkering ad € 7.135.000 bestaande uit o een saldo-effect van aanpassing van de basisgegevens (uitkeringsgerechtigden, leerlingen, woonruimten, etc) o een hogere uitkeringsfactor  overheveling uit integratieuitkering sociaal domein ad € 50.653.000  hogere decentralisatieuitkering VO ad € 437.000 en voorschoolse voorziening peuters ad € 72.000,  in 2018 wel en in 2019 geen gelden ec.zefstandigheid -/- € 40.000, matchen op werk -/- € 80.000  een lagere decentralisatieuitkering suppletie OZB ad -/- € 209.000  stelpost indexering 2019 WMO ad € 200.000  lagere korting cumulatieregeling ad € 150.000  korting i.v.m. suppletieregeling OZB ad -/- € 208.000 en suppletieregeling integratie sociaal domein ad -/- € 106.000

Begroting 2019 - Programma's 98 Het gemeentefonds 2020 stijgt met € 6.550.000 ten opzichte van 2019. Dit wordt met name veroorzaakt door:  een toename van de algemene uitkering ad € 6.287.000 bestaande uit o een saldo-effect van aanpassing van de basisgegevens (uitkeringsgerechtigden, leerlingen, woonruimten, etc) o een hogere uitkeringsfactor  overheveling uit integratieuitkering sociaal domein ad € 167.000  hogere decentralisatieuitkering VO ad € 37.000 en voorschoolse voorz. peuters ad € 72.000,  een lagere decentralisatieuitkering suppletie OZB ad -/- € 209.000  hogere stelpost indexering 2019 WMO ad € 196.000

Het gemeentefonds 2021 stijgt met € 2.429.000 ten opzichte van 2020. Dit wordt met name veroorzaakt door:  een toename van de algemene uitkering ad € 4.925.000 bestaande uit o een saldo-effect van aanpassing van de basisgegevens (uitkeringsgerechtigden, leerlingen, woonruimten, etc) o een hogere uitkeringsfactor • uitname BTW-Compensatiefonds ad -/- € 1.050.000 • overheveling uit integratieuitkering sociaal domein ad € 183.000 • hogere decentralisatieuitkering VO ad € 104.000 en voorschoolse voorz. peuters ad € 72.000 • in 2021 geen decentralisatieuitkering bodemsanering, wel in 2020 ad -/- € 1.805.000

Het gemeentefonds 2022 stijgt met € 3.403.000 ten opzichte van 2021. Dit wordt met name veroorzaakt door:  een toename van de algemene uitkering ad € 5.256.000 bestaande uit o een saldo-effect van aanpassing van de basisgegevens (uitkeringsgerechtigden, leerlingen, woonruimten, etc) o een hogere uitkeringsfactor • in 2022 geen GIDS-gelden, wel in 2020 ad -/- € 403.000 • uitname BTW-Compensatiefonds ad -/- € 1.450.000

Aan de lastenkant van het product gemeentefonds zijn de lasten opgenomen inzake in het gemeentefonds opgenomen taakmutaties en integratie/decentralisatieuitkeringen. Op basis van besluitvorming kan het beschikbare bedrag worden ingezet voor het bestemde doel.

2.3 Dividend Het betreft hier de inkomsten uit dividend van  de BNG (€ 145.500);  Area (€ 405.000);  de NV Waterleidingmaatschappij Drenthe (€ 1.000);  de NV Essent (€ 742.800): - Enexis Holding/PBE BV € 593.900; - rente op de Vordering op Enexis BV € 148.900.

Tegenover deze baten staat een bedrag aan kapitaallasten van € 282.600; dit betreft de lasten van de investeringen in het aandelenkapitaal van deelnemeningen.

2.4 Saldo van de financieringsfunctie De voorgecalculeerde rentekosten zijn aan de diverse programma’s toegerekend op basis van in de begrotingsrichtlijnen voorlopig ingeschatte percentages en overige benodigde gegevens, zoals o.a. stand van de reserves en voorzieningen. De financiering is in de ontwerpbegroting 2019 gebaseerd op de volgende uitgangspunten: lang geld 1,25%, kortgeld 0,25%, een omslagpercentage van 1,5% en de definitief geraamde overige gegevens. Door de gehanteerde rentetoerekenings-systematiek en de toegepaste uitzonderingen hierop blijkt dat de rentetoerekening aan de producten heeft geleid tot een voor 2019 positief resultaat van afgerond € 1,0 mln, welk bedrag als bate is toegevoegd aan het programma 10 Bedrijfsvoering en Inkomstenbronnen, zodat per saldo sprake is van een juiste renteverantwoording in de begroting.

Begroting 2019 - Programma's 99

Begroting 2019 - Programma's 100

3. Overzicht volumes en onvoorzien

Begroting 2019 - Programma's 101 3. Overzicht volumes en onvoorzien

3.1 Inleiding Het is in onze gemeente gebruikelijk dat de diverse volumes voor onder andere nieuw beleid, onderwijshuisvesting, vervangingsinvesteringen, riolering etc. als stelposten in de begroting worden opgenomen.

3.2 Volumes en onvoorziene uitgaven (bedragen * € 1.000)

Overzicht vastgelegde structurele volumes per programma 2019

Programma 2 Economie en werkgelegenheid 2019 2020 2021 2022 Co financiering investeringsbudget Landelijk Gebied 71 71 153 153 Totaal 71 71 153 153

Programma 4 Onderwijs en jeugd 2019 2020 2021 2022 Onderwijsvolume 238 344 450 556 Totaal 238 344 450 556

Programma 5 Bouwen, wonen en milieu 2019 2020 2021 2022 Rioleringsvolume 272 602 895 1.151 Totaal 272 602 895 1.151

Programma 7 openbare ruimte en verkeer & vervoer 2019 2020 2021 2022 Volumes verkeer en vervoer 109 124 295 466 Volume reconstructie Rondweg 144 168 198 198 Totaal 253 292 493 664

Programma 8 Sport en cultuur 2019 2020 2021 2022 Cultuurnota 2009-2012 / huisvesting cbk 80 80 80 80 Totaal 80 80 80 80

Programma 10 Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen 2019 2020 2021 2022 Onvoorzien incidenteel 335 335 335 335 Totaal 335 335 335 335

Totaal-generaal programma's incl. onvoorzien 1.249 1.724 2.406 2.939

Begroting 2019 - Programma's 102

4. Overzicht Overhead

Begroting 2019 - Programma's 103 4. Overzicht overhead

Hier wordt een overzicht gegeven van de kosten van de overhead. Alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces behoren tot de overheadkosten. Dat betekent dat de kosten in verband met de volgende elementen tot kosten van overhead worden gerekend: - Leidinggevenden primair proces (excl. projectleiding); - Managementondersteuning primair proces; - Financiën, toezicht en controle op de eigen organisatie; - Personeelszaken en organisatie; - Inkoop (incl. aanbesteding en contractmanagement); - Interne en externe communicatie (m.u.v. klantcommunicatie); - Juridische zaken; - Bestuurszaken en bestuursondersteuning (excl. de griffie, omdat die geen onderdeel uitmaakt van de ambtelijke organisatie); - Informatievoorziening en automatisering van PIOFACH-systemen (PIOFACH staat voor: Personeel, Informatievoorziening, Organisatie, Financiën, Administratieve organisatie, Communicatie en Huisvesting); - Facilitaire zaken en huisvesting (incl. beveiliging); - Documentaire informatievoorziening (DIV).

Totaal overzicht kosten overhead (bedragen x € 1.000)

Omschrijving raming 2019 Lasten Leidinggevenden en managementondersteuning 6.952 primair proces Financiën, toezicht en controle eigen organisatie 3.927 Inkoop, juridische en personeelszaken 5.215 Interne en externe communicatie 1.778 Bestuurszaken en bestuursondersteuning 164 Informatievoorziening en automatisering 10.991 DIV, facilitaire zaken en huisvesting 8.940 Overig 44 Totaal lasten 38.011 Baten Leidinggevenden en managementondersteuning 60 primair proces Financiën, toezicht en controle eigen organisatie 8 Inkoop, juridische en personeelszaken 122 PIOFAC Menso 389 Informatievoorziening en automatisering 2.288 DIV, facilitaire zaken en huisvesting 1.133 Totaal baten 4.000 Saldo overhead (bruto) 34.010 Mutaties reserves Onttrekkingen 582 Stortingen 518 Totaal mutaties reserves -64 Saldo overhead (netto) 33.947 Doorbelasting overhead investeringen en GREX -1.817 Saldo overhead (na doorbelasting) 32.130

De baten ontstaan door het verrichten van diensten voor derden (o.a. voor Menso en in BOCE- verband) danwel detacheringen.

Begroting 2019 - Programma's 104 Overhead in investeringen en grondexploitaties De overheadkosten worden niet toegerekend aan de diverse programma’s, maar centraal begroot en verantwoord. Echter aan investeringen en grondexploitaties dient wel overhead toegerekend te worden, zodat de werkelijke lasten van een investering of grondexploitatie geactiveerd kunnen worden. De overhead wordt op indirecte wijze toegerekend aan investeringen en grondexploitaties waarbij de dekking wordt opgenomen op het taakveld overhead (zie “doorbelasting overhead investeringen en GREX” in het overzicht kosten overhead). Hierdoor komen de kosten per saldo niet tot uiting op het overzicht overhead.

Overhead in kostendekkende heffingen en tarieven Het centraal begroten van de kosten van overhead betekent dat het niet mogelijk is om uit de taakvelden alle kosten voor de heffingen en tarieven, die maximaal kostendekkend mogen zijn, in één keer uit de uitvoeringsinformatie af te leiden. Om deze reden is het van groot belang dat op een andere wijze uit de begroting blijkt hoe voornoemde heffingen en tarieven, worden berekend en welke (beleids)keuzes bij de berekening ervan worden gemaakt.

De BBV schrijft voor dat de berekening van heffingen en tarieven extracomptabel moeten geschieden en dat de overhead daarbij op consistente wijze moeten worden toegerekend.

In de paragraaf lokale heffingen is een overzicht opgenomen hoe bij de berekening van de kostendekkende heffingen en tarieven bewerkstelligd wordt dat de geraamde baten de, ter zake, geraamde lasten (incl. overheadkosten) niet overschrijden.

Overheadtarief 2019 Om de overheadkosten, indirect, toe te kunnen rekenen aan de investeringen en grondexploitaties en om af te kunnen leiden welke invloed de overheadkosten hebben op de kostendekkende heffingen en tarieven, is een overheadtarief berekend.

Het overheadtarief bedraagt € 38.188 en is tot stand gekomen door de totale (netto)kosten van de overhead te delen door het totale aantal, toegestane, fte’s. Op het moment van vaststelling van het tarief bedroegen de totale kosten van de overhead € 33.796.291 en het totale aantal, toegestane, fte’s bedroeg 885.

Na vaststelling van het tarief hebben nog enkele mutaties plaatsgevonden die van invloed zijn op de kosten van de overhead. De (netto)kosten van de overhead in bovenstaand “totaal overzicht kosten overhead” wijken daarom af van de (netto)kosten van de overhead waarop het tarief is gebaseerd. Het effect op het overheadtarief is echter marginaal.

Ten opzichte van het overheadtarief 2018, is het tarief in 2019 gestegen. Dit wordt veroorzaakt door de uittreding van personeel naar Menso NV en de Toegang. Hoewel er een daling van de overheadkosten is door de uittreding, weegt dit niet op tegen de daling van het aantal fte’s waardoor de totale overheadkosten worden gedeeld. Met een stijging van het tarief als gevolg.

Het berekende overheadtarief is gebaseerd op de totale (netto)kosten van de overhead in 2019. In de meerjarenbegroting is met dit tarief gerekend. Het overheadtarief zal echter jaarlijks, bij het opstellen van de begroting voor het komende boekjaar, worden herzien.

Begroting 2019 - Programma's 105

Begroting 2019 - Programma's 106

5. Vennootschapsbelasting

Begroting 2019 - Programma's 107 5. Vennootschapsbelasting

Door de inwerkingtreding van de “Wet modernisering Vennootschapsbelasting overheidsondernemingen” worden overheidslichamen met ingang van het eerste boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 2016 vpb-plichtig over hun (winstgevende) ondernemersactiviteiten. Doel van deze wet is het scheppen van een gelijk speelveld tussen overheidsondernemingen en private ondernemingen. De gemeente is, met de invoering van voornoemde wet, dan ook vpb- plichtig.

Vpb-heffing gemeente Emmen In 2015 tot en met 2017 is intensief onderzoek gedaan naar de impact die de vernieuwde wetgeving omtrent de vpb-plicht heeft op de gemeente. De uitkomsten van het onderzoek en de begroting 2017 geven het beeld dat in de reguliere activiteiten, de ICT dienstverlening, de dienstverlening sociaal domein, grondexploitaties en parkeeracitviteiten sprake is van geen tot zeer geringe VPB- plicht.

Administratieve verwerking vpb-heffing De vpb-heffing is een nieuwe last die voorkomt in de begroting en wordt berekend op basis van fiscale grondslagen en niet op basis van het bedrijfseconomisch resultaat. Dit betekent dat (extracomptabel), conform de voornoemde grondslagen, het winst/voordelig saldo wordt bepaald en de daaruit voortvloeiende vpb-heffing in de begroting wordt opgenomen.

Het fiscale resultaat kan afwijken van het bedrijfseconomische resultaat omdat bij de bepaling van de winst rekening wordt gehouden met maximaal de gemiddelde marktrente van 1,5%. Voorzover de marktrente afwijkt van de interne rekenrente , heeft dat invloed op het fiscale resultaat.

De vpb-heffing wordt als één bedrag, op een centrale post, opgenomen in het programmaplan. Dit omdat de resultaten op fiscaal belaste activiteiten onderling worden verrekend en dat aangifte zal worden gedaan over het (totale) gesaldeerde resultaat. Er vindt dus geen nadere toerekening plaats aan programma’s. De vpb-heffing wordt verwerkt als last op een algemeen programma en maakt op die manier onderdeel uit van het saldo van baten en lasten.

Aangezien verwacht wordt dat er sprake is van geen tot zeer geringe vpb-plicht, wordt geen bedrag voor vpb-heffing begroot. Omdat de belastingdienst haar standpunten over VPB-plicht wijzigt is het onzeker of onze conclusies en ingenomen standpunten door de belastingdienst worden geaccepteerd.

Begroting 2019 - Programma's 108

Paragrafen

Begroting 2019 - Paragrafen 109

Begroting 2019 - Paragrafen 110 1. Paragraaf lokale heffingen 2019

1.1 Inleiding In deze paragraaf gaan we nader in op de lokale belastingen en heffingen. De paragraaf begint met een overzicht van de beleidsuitgangspunten en ontwikkelingen ten aanzien van lokale belastingen en heffingen, een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid en de uitvoeringskosten Wet WOZ. Vervolgens wordt ingegaan op de tarieven en de geraamde opbrengsten in 2019 van de gemeentelijke belastingen en heffingen. Deze paragraaf wordt afgesloten met een overzicht van de belastingdruk in 2019 in de gemeente Emmen. Naast deze onderwerpen gaan we in op de kostendekkendheid van een aantal heffingen die naar hun aard maximaal kostendekkend mogen zijn. De mate van kostendekkend is daarbij opgevat als het procentuele deel van alle werkelijke kosten die mogen worden toegerekend aan een bepaalde heffing, dat wordt gedekt door de via die heffing te realiseren opbrengst. Het gaat dan om:  Rioolheffing  Afvalstoffenheffing  Leges (alle leges, niet alleen de bouwleges)  Lijkbezorgingsrechten

1.2 Beleidsuitgangspunten en ontwikkelingen Beleidsuitgangspunten Volgens het bestuursakkoord 2018-2022 van mei 2018 “Samen Investeren”, waarin de bestuurlijke uitgangspunten voor de bestuursperiode 2018 – 2022 zijn neergelegd, gelden in deze periode de volgende uitgangspunten voor de lokale heffingen: “We willen de OZB voor zowel woningen als bedrijfspanden de komende vier jaren bevriezen. Ook streven we naar een gelijkblijvende rioolheffing en gaan we zorgvuldig om met het verhogen van de afvaltarieven”. Dat heeft geresulteerd in een gelijkblijvende begrote opbrengst van de OZB voor woningen en niet-woningen en een gelijkblijvende begrote opbrengst van de Rioolheffing. De betreffende tarieven zullen op basis van de herwaardering van het bestand (WOZ-waarde) met inachtneming van een gelijkblijvende begrote opbrengst worden vastgesteld, met als uitgangspunt dat de eigenaar van een woning met een gemiddelde WOZ-waarde dezelfde belastingbedragen betaalt. De tarieven voor de Afvalstoffenheffing zijn met ongeveer € 4,50 gestegen.

Ontwikkelingen in 2019 De belangrijkste ontwikkelingen in 2019 op het gebied van de lokale belastingen zijn, met de wetenschap van dit moment, te verwachten op de volgende gebieden;  De waardeontwikkeling van het onroerend goed; Volgens voorlopige analyses zal er sprake zijn van een waardeverhoging van ongeveer 6% bij de woningen. Bij de niet-woningen is de waardedaling nog steeds aan de gang.  Door leegstand zal met name een belasting die geheven wordt van gebruikers met lagere opbrengsten te maken krijgen. Dit geldt speciaal voor de reclamebelasting. Bij de OZB niet- woningen en de Rioolheffing wordt met dit effect in de tariefstelling zoveel mogelijk rekening gehouden.  De herinvoering van een Precariobelasting voor terrassen wordt voorbereid, met als beoogd jaar van invoering 2020.

1.3 Belastingen en heffingen Onroerende zaakbelasting (OZB) In geld gemeten is de onroerende zaakbelasting de belangrijkste belasting in Emmen. De waarde- ontwikkeling wordt in de tariefstelling verdisconteerd en heeft als zodanig geen invloed op de opbrengsten van de belastingen die aan de WOZ-waarde zijn gekoppeld. Bij de bepaling van de tarieven voor de OZB voor gebruikers (niet woningen) wordt rekening gehouden met de op dat moment geconstateerde leegstand. Bij het vaststellen van de begrote opbrengst (woningen en niet-woningen) wordt ook rekening gehouden met de veranderingen van het areaal. Nieuwbouw, sloop, de voortgang van een groot project of bijvoorbeeld het uit de markt nemen van bouwkavels kunnen invloed hebben op de totale heffingsgrondslag. Een zo goed mogelijke inschatting daarvan is daarbij onontbeerlijk. Als vuistregel willen we daarbij hanteren dat alleen veranderingen groter dan € 10 miljoen WOZ- waarde worden meegenomen en dat er voldoende zekerheid moet zijn.

Begroting 2019 - Paragrafen 111 Bij de vaststelling van de begrote opbrengst zijn we uitgegaan van een areaaluitbreiding (nieuwbouw minus sloop) die resulteert in een extra opbrengst van € 30.000 bij de woningen en € 70.000 bij de niet-woningen. Dat correspondeert met waardes van ongeveer € 15 miljoen aan woningen (60 woningen a € 250.000) en € 12 miljoen aan niet woningen. Wij achten dit realistische inschattingen, hoewel er altijd onzekerheden zijn rond de realisatie van projecten. Daarnaast is rekening gehouden met waardeverminderingen in verband met bezwaar- en beroepsprocedures van zowel € 10 miljoen bij de woningen als € 10 miljoen bij de niet- woningen. Dit op basis van ervaringen uit het verleden.

Rioolheffing De aanleg, het onderhoud en de vervanging van het gemeentelijke rioolstelsel wordt betaald via de rioolheffing. Opbrengsten uit deze heffing mogen alleen worden besteed voor dit doel. Bij de vaststelling van het nieuwe GRP (gemeentelijk riool plan) voor de periode 2018-2023 is bepaald dat de heffing kostendekkend moet zijn, maar er is ook besloten dat in de jaren 2018 en 2019 de heffing niet verhoogd mag worden. Dat betekent dat de achterblijvende opbrengst ten laste van de voorziening wordt gebracht. In de jaren daarna geldt het uitgangspunt van de kostendekkendheid weer wel en dat leidt tot een jaarlijkse stijging van het tarief met 2 % tot en met 2023. Dit levert jaarlijks een dekking (= opbrengst rioolheffing) op tussen € 9,7 miljoen en € 10,6 miljoen. Bij de vaststelling van het GRP is besloten om de aan riolering toe te rekenen rente gefaseerd af te bouwen van 2,5 % naar 1,5 % in de periode 2019-2022 met 0,25% per jaar. Als de toe te rekenen rente niet verlaagd wordt, dan zou de rioolheffing met een zelfde bedrag verhoogd moeten worden. Omdat de Rioolheffing kostendekkend is komt er (gefaseerd) € 1 miljoen euro minder rente opbrengst vanuit de riolering ten gunste van de algemene middelen. Deze benadering is in overeenstemming met de daarvoor geldende regelgeving. Verder verdient het opmerking dat uit het overzicht blijkt dat er naast de “directe” kosten die rechtstreeks met de taak riolering samenhangen ook een aantal “meer dan zijdelings samenhangende” (deze term wordt in de jurisprudentie gebruikt) kosten worden toegerekend. Het gaat daarbij om kosten die samenhangen met het binnenkrijgen van de heffingen (perceptiekosten). Ook de kosten wegens het oninbaar leiden van belastingvorderingen worden tot deze kosten gerekend. De kosten van de kwijtschelding, voorzover die betrekking hebben op de Rioolheffing, worden als kostenpost opgenomen. De bepaling van dit bedrag is gebaseerd op ervaringscijfers.

Tenslotte is ook een deel van de (straat)veegkosten toegerekend. Het straatvegen in de gemeente dient meerdere doelen. De gemeente wil een schone, frisse uitstraling. Het opruimen van bladeren en ander afval van de verhardingen heeft een positief effect op de verkeersveiligheid (gladheid), verstoppingen en extra onderhoud aan de riolering wordt er door voorkomen. En met het straatvegen wordt ook zwerfvuil opgeruimd. De activiteit straatvegen dient dus meerdere doelen. Omdat de activiteit meerdere doelen dient, kan slechts een deel van de veegkosten aan de Rioolheffing worden toegerekend. Het voorkomen van straatvuil, blad en vooral zand in het riool levert een vermindering van de onderhoudslasten op en voorkomt storingen. Volgens jurisprudentie en een benchmark is het niet ongebruikelijk om 25% tot 60% van de veegkosten aan het rioolrecht toe te rekenen. Het gebruikelijke bedrag van € 300.000 ligt onder de ondergrens van deze bandbreedte.

Opbouw kosten rioolheffing

15%

Taakveld riolering 6% Taakveld Inkomensregelingen 3% 1% Taakveld Verkeer en Vervoer Taakveld Overhead BTW 75%

Begroting 2019 - Paragrafen 112 Afvalstoffenheffing Iedereen die ergens woont, zorgt voor afval. Of dat nu is in een (gedeelte van een) woning, een woonboot, een woonwagen of iets anders. Als een ruimte is ingericht als zelfstandige woonruimte, moet de gebruiker afvalstoffenheffing betalen. De afvalstoffenheffing is een zogenaamde bestemmingsheffing; de opbrengst dient ter dekking van de kosten van de inzameling en verwerking. Ook hier geldt het zelfde als bij de Rioolheffing is aangeven ten aanzien van de “meer dan zijdelings samenhangende kosten”. De post kwijtschelding is hier echter veel groter, een zeer groot deel van de kwijtgescholden bedragen hebben dan ook betrekking op deze heffing. De afvalstoffenheffing maakt bij de gebruikers/huurders vrijwel altijd het overgrote deel van de aanslag uit, als die vervolgens wordt kwijtgescholden levert dat een navenant lagere opbrengst op. Hat aandeel van de Afvalstoffenheffing in de kwijtschelding blijkt uit de cijfers van het lopende belastingjaar 86% te zijn. Bij de vaststelling van de Kadernota 2019 is besloten het bedrag voor de kwijtschelding met € 200.000 te verhogen tot € 1,1 miljoen. Er is echter ook besloten deze € 200.000 niet ten laste van het tarief te brengen.

Bij de Rioolheffing is al ingegaan op deze gemengde activiteit. Van de veegkosten kan worden aangenomen dat die voor een fors deel betrekking hebben op huishoudelijk afval dat niet op de bestemde plaats terecht komt. Net als bij de rioolheffing zijn ook hier de kosten van het oninbaar leiden als perceptiekosten opgevoerd.

De begrote kosten zijn verhoogd met een bedrag van € 479.000 in verband met de indexatie uit de productovereenkomst met AREA. Daar staat tegenover dat er ook een verlaging van kosten is doorgevoerd van € 256.000 in 2019. Wij gaan er vanuit dat o.a. door een verlaagde inzamelfrequentie van de groene fractie gedurende de wintermaanden een besparing kan worden gerealiseerd. Dit bedrag zal in de komende jaren nog kunnen uitgroeien naar ruim € 400.000. We zullen hierover uiteraard met AREA in gesprek gaan. In het kader van de bovengenoemde zorgvuldigheid willen wij dit voordeel al met ingang van 2019 aan de belastingbetaler te goede laten komen. Tenslotte is bij de behandeling van de Kadernota besloten om de financiële gevolgen van de maatregelen in het kader Van Afval Anders in de begroting op te nemen. Dat leidt op zich tot gelijke bedragen aan kosten en opbrengsten, maar de b.t.w. wordt hierdoor wel beïnvloed. De via het b.t.w.-compensatiefonds te declareren bedrag aan b.t.w. mag volgens een expliciete uitspraak van de wetgever in het tarief worden opgenomen. Om een te forse stijging te voorkomen zal dit voor een klein deel niet worden doorgevoerd. Vervolgens worden de benodigde opbrengsten omgeslagen over de huishoudens. Daarbij speelt het aantal een- en meerpersoonshuishoudens een rol. Een en ander resulteert in een geringe verhoging van de tarieven van ongeveer € 4,50. Het percentage kostendekkendheid komt daarmee op 98%. Het niet gedekte deel is in geld ongeveer een bedrag van € 320.000 Wij denken dat we bij de beschouwing hierover ook het van AREA te ontvangen dividend moeten betrekken. Dit is begroot op een bedrag van € 405.000. Dit dividend is overigens niet alleen de uitkomst van de activiteiten van AREA op het gebied van huishoudelijk afval, maar ook van andere activiteiten. Wij achten dit al met al een evenwichtige benadering.

Opbouw kosten afvalstoffenheffing

17%

Taakveld Afval 1% 6% Taakveld Inkomensregelingen Taakveld Verkeer en Vervoer 7% Taakveld Overhead

69% BTW

Begroting 2019 - Paragrafen 113

Leges Leges algemeen In een overzicht zijn de kosten en baten van de belangrijkste leges opgenomen. Op een aantal daarvan zal nader worden ingegaan, met name de categorieën bouwleges (WABO leges) en burgerzaken krijgen extra aandacht. De leges die verband houden met producten die door de gemeente onder de vigeur van burgerzaken worden verstrekt kennen vaak een door het rijk bepaalde prijs of een maximumprijs. Sommige producten worden door de gemeente “ingekocht” van het rijk en daarmee is een groot deel van de kosten een gegeven. Vanaf 9 maart 2014 is de geldigheidsduur van reisdocumenten voor volwassenen ( > 18 jaar) aangepast van 5 naar 10 jaar. Als gevolg van de wijziging van de geldigheidsduur zullen in 2019 (10 maanden) tot en met 2024 (2 maanden) jaarlijks aanzienlijk minder reisdocumenten vervangen worden. Gedurende deze jaren zal er met name sprake zijn van uitgifte van nieuwe reisdocumenten. Door de lagere uitgifte van reisdocumenten zullen de baten vanaf 2019 fors afnemen. Bij de kadernota 2019 is hiervan melding gemaakt. Het kostendekkingspercentage van deze legessoorten bedraagt 87%.

Uit het totale overzicht blijkt dat de mate van kostendekkendheid voor alle legesproducten 55% bedraagt. Daarbij is het ook duidelijk dat er per product grote verschillen bestaan in de mate van kostendekkendheid. In een aantal gevallen is daarvoor een beleidsmatige achtergrond. Zo worden met ingang van 2017 geen leges meer geheven voor het verstrekken van de evenementenvergunning. Dat is een bestuurlijke keuze ter bevordering van de laagdrempeligheid voor het organiseren van evenementen. Het verstrekken van gehandicaptenparkeerkaarten is evenmin kostendekkend, omdat dit sociaal gezien niet gewenst wordt geacht. Met ingang van 2017 is het bovendien mogelijk om kwijtschelding van de hiervoor betaalde leges te verkrijgen. Een geheel nieuw fenomeen is het “Trouwen op maat”. De raad is daarover per brief geïnformeerd. De tarieven worden aangepast en meer gedifferentieerd en ook hier wordt de mogelijkheid voor kwijtschelding ingevoerd. De financiële gevolgen laten zich moeilijk voorspellen.

Bouwleges Binnen de grote groep leges spelen de bouwleges qua omvang een belangrijke rol. Een raming van de opbrengst is altijd moeilijk te maken omdat deze samenhangt met het bouwvolume. Er kunnen flinke fluctuaties voorkomen waarbij de opbrengsten grotendeels afhankelijk zijn van aanvragen voor grote bouwprojecten. Het dekkingspercentage van de bouwgerelateerde leges bedraagt 42%.

De tarieven zijn in het algemeen gerelateerd aan de bouwsommen en daarmee indirect aan de inflatie. De tarieven als zodanig worden dan ook niet verhoogd, tenzij het een vast bedrag betreft. In dat geval wordt het indexeringspercentage van 2,5% gehanteerd. Ondanks het degressieve tariefstelsel vindt in feite een kruissubsidiëring plaats van grote bouwsommen naar kleinere. Voor projecten met een hoge bouwsom zijn de te verrichten vergunningstechnische werkzaamheden in het algemeen relatief geringer dan bij kleinere bouwsommen. Om te voorkomen dat er zonder vergunning gebouwd wordt accepteren we dat deze categorie wellicht niet kostendekkend is.

Opbouw kosten leges

2% Taakveld Burgerzaken 17% Taakveld Wonen en Bouwen 33% Taakveld Bedrijfsloket en regelingen

Taakveld Overhead

5% 43% Taakvelden Verkeer en Vervoer, Parkeren en Maatwerkvoorzieningen Wmo

Begroting 2019 - Paragrafen 114 Lijkbezorgingsrechten In tabel 1 zijn de kosten en opbrengsten opgenomen. Daaruit blijkt dat de kostendekkendheid in 2019 op 43 % uitkomt

Opbouw kosten lijkbezorgingsrechten

26%

Taakveld begraafplaatsen en crematoria Taakveld Overhead

74%

De toekomstvisie begraven, zoals die door de raad in oktober 2017 is vastgesteld gaat enerzijds uit van het streven naar kostendekkendheid, anderzijds naar acceptabele kosten voor de inwoners. De tarieven mogen daartoe niet meer dan trendmatig (indexatie) stijgen, de verbetering van de kostendekkendheid zal daarom gezocht worden in eventueel te realiseren kostenbesparingen, die zo mogelijk zelfs tot tariefsverlagingen zouden kunnen leiden. De visie gaat uit van onderzoeken naar mogelijke besparingen. Het voornemen bestaat om voor 2019 met een vereenvoudigde tarieventabel te komen.

Tabel 1: Overzicht heffingen die maximaal kostendekkend mogen zijn (bedragen x € 1.000) Soort heffing: Rioolheffing Afvalstoffen- Leges Lijkbezorgings- heffing rechten Kosten taakveld(en), incl. (omslagrente) 8.116 11.676 4.043 1.170 Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen 0 1.010 0 0 Netto kosten taakveld 8.116 10.666 4.043 1.170 Toe te rekenen kosten 455 61 0 0 Overhead incl. (omslagrente) 1.529 136 2.009 412 BTW 1.845 2.167 0 0 Totale kosten 11.945 13.030 6.052 1.582 Opbrengst heffingen 9.746 12.712 3.321 679 Dekkingspercentage 82% 98% 55% 43%

Niet kostendekkende belastingen en heffingen In de navolgende paragrafen wordt ingegaan op die belastingen en heffingen, waarvoor niet geldt dat ze maximaal kostendekkend mogen zijn.

Parkeergelden De parkeertarieven zijn momenteel kostendekkend. Om dit in de toekomst ook zo te houden passen we een inflatiecorrectie toe van 1,5%. Dit is noodzakelijk omdat de kosten die we doorberekenen in de parkeertarieven de komende jaren zullen toenemen door indexatie van lonen en door prijsstijgingen.

Toeristenbelasting Dit betreft geen bestemmingsheffing; de opbrengsten komen ten goede aan de algemene middelen. Het tarief zal in 2019 met € 0,05 worden verhoogd naar € 1,30.

Begroting 2019 - Paragrafen 115 Reclamebelasting In samenwerking met de drie betrokken winkeliersverenigingen is onderzocht of het mogelijk en gewenst is om de heffing op een andere grondslag te baseren. Deze grondslag zou meer recht moeten doen aan het profijtbeginsel. Uiteindelijk is daarbij gekozen voor een heffing op basis van de WOZ-waarde, waarbij per grootteklasse verschillende tarieven zijn bepaald. In Emmen-centrum wordt ook een hogere opbrengst gewenst geacht, met name om de kosten van de city-manager daaruit te kunnen betalen. Inmiddels is het duidelijk geworden dat er sprake is van voldoende draagvlak voor deze regeling In Emmen-centrum en Klazienaveen. In Veenoord-Nieuw-Amsterdam kiest men voor handhaving van het huidige systeem. De invoering is voorzien in het belastingjaar 2019.

Precariobelasting Deze belasting is met ingang van het belastingjaar 2014 afgeschaft, met uitzondering van een heffing op de met de oliewinning in Schoonebeek verband houdende leidingen. NB: Dit betreft niet kabels en leidingen van nutsbedrijven, de heffing daarvan is inmiddels door het rijk verboden. Wij achten het evenwel gewenst en ook redelijk en billijk om een dergelijk heffing opnieuw in te voeren voor het hebben van terrassen op gemeentegrond. Het is zonneklaar dat het aantal terrassen fors is toegenomen, mede als gevolg van alle ontwikkelingen in met name het centrum van Emmen. Dat is op zich een zeer goede ontwikkeling. Het lijkt niet onredelijk dat daar een vergoeding tegenover staat. Anderzijds is ook zichtbaar dat dit hier en daar tot een ongebreidelde groei leidt, waarbij er geen enkele vergoeding staat tegenover het gebruik van de gemeentegrond. Hoewel de Precariobelasting op zich niet bedoeld is om regulerend op te treden, kan er wel een dempende werking vanuit gaan. Een mogelijke zogenaamde staffeling van de tarieven zou daarbij een rol kunnen spelen. De bedoeling is om met ingang van 2020 weer een Precariobelasting in te voeren voor terrassen, het jaar 2019 willen we gebruiken om de invoering voor te bereiden. Voor uitstallingen is de ervaring dat de inning tot zeer veel administratieve lasten voor alle betrokkenen leidt, die niet opwegen tegen de opbrengsten. We zijn voornemens met ingang van het belastingjaar 2020 een netto opbrengst van € 100.000 voor de terrassen in te boeken. De opbrengst zal worden aangewend als voeding van een Evenementenfonds. Daarnaast zullen we onderzoeken of er ook voor evenementen een vergoeding voor het gebruik van de gemeentegrond kan worden gerealiseerd. De vorm waarin wordt nader onderzocht.

Sporttarieven Deze tarieven mogen in het jaar 2019 met maximaal het inflatiepercentage stijgen. Dat percentage is op 1% gesteld.

Kwijtschelding Verzoeken om kwijtschelding moeten worden getoetst aan de landelijke normen die zijn vastgesteld in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. De raad kan in afwijking van de Uitvoeringsregeling besluiten dat er in het geheel geen of slechts gedeeltelijk kwijtschelding wordt verleend, bijvoorbeeld door bepaalde heffingen (gedeeltelijk) uit te sluiten. Enige beleidsvrijheid bestaat er met betrekking tot de normering. De Uitvoeringsregeling stelt de kosten van bestaan op 90% van de bijstandsnorm. De gemeenteraad kan in afwijking hiervan besluiten de kosten van bestaan te stellen op maximaal 100% van de bijstandsnorm. Het hanteren van de 100%-norm leidt er in de praktijk veelal toe dat een belastingschuldige met een bijstands- uitkering of enkel een AOW-uitkering voor kwijtschelding in aanmerking komt. De gemeente Emmen gaat uit van volledige kwijtschelding en bij de normering wordt gebruik gemaakt van de meest ruime norm. Met ingang van het belastingjaar 2018 speelt ook de zogenaamde kostendelersnorm een rol bij de beoordeling. Dat is vergelijkbaar met de kostendelersnorm uit de Participatiewet. Bij de beoordeling van een verzoek om kwijtschelding wordt nu rekening houden met het aantal personen vanaf 21 jaar die een woning delen. Reden hiervoor is dat als er meer personen in één woning wonen, zij de woonkosten kunnen delen. Hoe meer personen vanaf 21 jaar in een woning wonen, hoe lager de kwijtscheldingsnorm wordt voor het bepalen van de betalingscapaciteit en het vermogen. Het valt daarbij op dat het met kwijtschelding gemoeide bedrag, ondanks het economische herstel, niet afneemt. Dit past helaas in het algemene landelijke beeld. Overigens maken de lasten voor kwijtschelding deels onderdeel uit van de tarieven voor de Afvalstoffenheffing en van het Rioolrecht.

Begroting 2019 - Paragrafen 116 Zoals boven vermeld is de vaststelling van de kadernota 2019 het met kwijtschelding gemoeide bedrag met € 200.000 structureel verhoogd voor de belastingjaren 2019 e.v. .Dit bedrag wordt niet ten laste van de bovenstaande heffingen gebracht.

Uitvoeringskosten Wet WOZ De kosten die in het kader van de uitvoering van de Wet WOZ door de gemeenten worden gemaakt zijn gebonden aan een kostenforfait. Deze forfaitair bepaalde kosten worden door de drie afnemers, te weten het rijk (de rijksbelastingdienst), de gemeenten en de waterschappen, gezamenlijk gedragen. Het aandeel van het rijk is 40%, van de waterschappen 15% en van de gemeente het resterende bedrag. De waterschappen en rijksbelastingdienst betalen hiertoe een normbedrag per object. Met ingang van 2010 wordt deze vergoeding via het Gemeentefonds uitgekeerd. Voor 2019 is een bedrag van € 509.860 geraamd.

1.4 Aanpassingen tarieven of opbrengsten 2019-2022 In de volgende paragrafen wordt een doorkijk gegeven op het gebied van de lokale heffingen voor de komende jaren. Bij de OZB kan alleen de hoogte van de opbrengst worden weergegeven, omdat het tarief mede wordt bepaald aan de hand van de waardeontwikkeling van het onroerend goed, zoals die uit de jaarlijkse herwaardering blijkt. De aanpassingen van de tarieven of de opbrengsten voor 2019 tot en met 2022 zien er als volgt uit:

2019 2020 2021 2022 Onroerend zaakbelasting 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% Rioolheffing kostendekkend Leges 2,5% 2,5% 2,5% 2,5% Bouwleges 2,5% 2,5% 2,5% 2,5% Sporttarieven 1,0% 1,0% 1,0% 1,0% Beheer overige gronden 2,0% 2,0% 2,0% 2,0% Toeristenbelasting € 0,05 € 0,05 € 0,05 € 0,05 Afvalstoffenheffing kostendekkend

Begroting 2019 - Paragrafen 117 1.5 Tarieven 2019

Op basis van bovenstaande tariefs- of opbrengstaanpassingen wordt hieronder een overzicht gegeven van de tarieven in 2019:

Soort Grondslag 2018 2019 OZB - woningen gebruiker WOZ-waarde 0,0 0,0 - woningen eigenaar WOZ waarde 0,2054 % *)

OZB - niet-woningen gebruiker WOZ-waarde 0,2582 % *) - niet-woningen eigenaar WOZ-waarde 0,3204 % *)

Rioolheffing - eigenaar woning WOZ-waarde 0,0658 % *) - gebruiker woning WOZ-waarde 0,0454 % *) - eigenaar niet-woning WOZ-waarde 0,0878 % *) - gebruiker niet-woning WOZ-waarde 0,0618 % *)

Maximum bij € 2.5 miljoen WOZ-waarde Afvalstoffenheffing - eenpersoonshuishoudens per huishouden 242,13 246,60 - meerpersoonshuishoudens per huishouden 276,09 280,68 Leges - paspoort tot en met 17 jaar ** 52,00 52,00 - paspoort 18 jaar en ouder 65,30 65,30 - Europese identiteitskaart tot en met 29,05 29,05 17 jaar ** - Europese identiteitskaart 18 jaar en 51,05 51,05 ouder** - Rijbewijs ** 39,45 39,45 - huwelijk/partnerschapregister*** Minimaal 100,00 100,00 - uittreksel uit bevolkingsregister 11,75 12,00 - bouwvergunning Bepaald promillage van de bouwsom, met een minimum van … 68,20 69,90 Reclamebelasting **** - Emmen - Tariefgebied A 500,00 Afhankelijk - Tariefgebied B 300,00 van WOZ - Klazienaveen 500,00 waarde

- Nieuw-Amsterdam/Veenoord - Tariefgebied A 500,00 500,00 - Tariefgebied B 300,00 300,00

Toeristenbelasting per overnachting 1,25 1,30

*) Aangezien vanaf 2007 ieder jaar een nieuw WOZ-tijdvak begint (waarbij de waarden opnieuw vastgesteld worden), zal de totale opbrengst verhoogd worden met het genoemde percentage en niet de tarieven. De waarden kunnen aanzienlijk afwijken van de waarden in het voorgaande tijdvak. De tarieven worden eind 2018 vastgesteld als de uitkomsten van de waardeontwikkeling bekend zijn. In 2019 is geen verhoging van de OZB- opbrengst begroot. Het tarief wordt vastgesteld op een nader vast te stellen percentage, rekening houdend met de verwachte WOZ-waarden. **) Deze tarieven worden landelijk vastgesteld, c.q. er worden landelijke maxima gesteld. Dat gebeurt in de regel laat in het najaar, de hier genoemde tarieven betreffen daarom de ongewijzigde rijkstarieven. ***) De tarieven worden verder gedifferentieerd. ****) In Emmen en Klazienaveen worden de tarieven afhankelijk van de grootteklasse van de WOZ waarde, Nieuw-Amsterdam /Veenoord blijft onveranderd.

Begroting 2019 - Paragrafen 118 1.6 Overzicht opbrengsten belastingen en heffingen in 2019 De geraamde opbrengsten 2019 ten opzichte van de in de actuele begroting 2018 geraamde bedragen geven het volgende beeld te zien: (bedragen × € 1000) Omschrijving Actuele Primitieve Verschil begroting begroting 2018 2019 Onroerende zaakbelasting gebruikers (bruto opbrengsten)  niet-woningen 4.145 4.177 32 Onroerende zaakbelasting eigenaren (bruto opbrengsten)  woningen 14.784 15.042 258  niet-woningen 6.269 6.078 -191 Toeristenbelasting 470 488 18 Reclamebelasting 283 283 0 Bouwleges c.a. 2.008 1.946 -62 Parkeergelden 3.908 3.976 59 Afvalstoffenheffing 12.466 12.709 243 Leges documenten (bruto) 1.790 1.017 -773 Leges burgerlijke stand (bruto) 152 182 30 Rioolrechten gebruikers  woningen 3.195 3.262 67  niet-woningen 700 640 -60 Rioolrechten eigenaren  woningen 4.746 4.843 97  niet-woningen 1.087 1.001 -86 Div. vergunningen 116 119 3 Grafrechten 679 679 0 Sporttarieven c.a. 1.927 1.937 10 Totaal 58.725 58.370 -355

Begroting 2019 - Paragrafen 119 1.7 Belastingdruk 2019 diverse groepen

In de onderstaande tabel is voor een aantal voorbeeldhuishoudens per belastingsoort en in totaal de belastingdruk in 2019 in vergelijking met 2018 weergegeven. Daar waar gesproken wordt over een gemiddelde woning betreft het zowel eigen woningen als huurwoningen.

Zoals hierboven in een voetnoot al is aangegeven zijn de WOZ-waarden per peildatum 1 januari 2018 op dit moment nog niet bekend. De herwaardering is nog volop bezig. Bij de vaststelling van de tarieven wordt ieder jaar eerst een correctie vanwege de waardeverandering toegepast en daarna worden de tarieven zodanig vastgesteld dat de gewenste opbrengst gerealiseerd wordt. Om een vergelijking met het lopende jaar te kunnen maken is daarom ten aanzien van de WOZ- waarden uitgegaan van de WOZ-waarde in 2018. Op deze wijze is de waardeverandering voor de vergelijkbaarheid weggeredeneerd. Voor de afvalstoffenheffing is uitgegaan van een meerpersoonshuishouden.

2018 Tarief riool Tarief OZB WOZ Afval Totaal Eigenaar Gebruiker Eigenaar Gebruiker Eigenaar Gemiddelde waarde 279,31 - huurwoning 102.990 67,77 46,76 211,54 276,09 Gebruiker 322,85 Gemiddelde woningwaarde 751,98 Emmen 150.314 98,91 68,24 308,74 - 276,09

Individuele eigen 808,14 woning laag 168.053 110,58 76,30 345,18 - 276,09 Individuele eigen woning hoog 254.627 167,54 115,60 523,00 - 276,09 1.082,24

2019 Tarief riool Tarief OZB WOZ Afval Totaal Eigenaar Gebruiker Eigenaar Gebruiker Eigenaar Gemiddelde waarde 283,96 - huurwoning 102.990 67,77 46,76 211,54 280,74 Gebruiker 327,50 Gemiddelde woningwaarde 756,63 Emmen 150.314 98,91 68,24 308,74 - 280,74

Individuele eigen 812,79 woning laag 168.053 110,58 76,30 345,18 - 280,74 Individuele eigen woning hoog 254.627 167,54 115,60 523,00 - 280,74 1.086,89

In bovenstaand overzicht wordt ingegaan op de ontwikkeling van de woonlasten voor de bewoners/eigenaren van een viertal categorieën woningen. Daarbij is het volgende van belang. De waarde van de gemiddelde woning is een feitelijk gegeven. Woningen zijn daarbij gedefinieerd als woningen, woonwagens en recreatiewoningen. Garages (als afzonderlijke objecten) e.d. zijn daarbij niet meegeteld, hoewel ze wel volgens het woningtarief worden aangeslagen. De andere drie waardes betreffen voorbeelden om de ontwikkeling te illustreren. De waarde van een gemiddelde huurwoning is niet bekend, daarvoor zou een uitgebreide analyse van de bestanden nodig zijn. Het gaat dus om een gekozen waarde, die naar onze inschatting de werkelijkheid redelijk benadert. De andere voorbeelden zijn min of meer willekeurig gekozen. Wél is van de vooronderstelling uitgegaan dat de waardeontwikkeling bij deze categorieën niet afwijkt van het gemiddelde. Daarbij is het nog van belang om te vermelden dat het niet mogelijk is om aan afwijkingen consequenties te verbinden, dit omdat we maar één tarief kennen voor de categorie woningen.

Begroting 2019 - Paragrafen 120 2. Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing

In de begroting en in de jaarstukken worden de risico’s vermeld die de financiële positie van de gemeente kunnen beïnvloeden. Bij het opstellen van de begroting en de jaarstukken wordt met de voorzienbare en kwantificeerbare risico’s rekening gehouden. Risico’s beschouwen we niet als iets negatiefs dat zoveel mogelijk moet worden vermeden. Beleid maken en uitvoeren is nu eenmaal risico nemen. Dat betekent dat van te voren goed moet worden nagedacht over de gevolgen, zodat een afgewogen besluit kan worden genomen. Risicomanagement heeft dan ook een politieke kant: de mate waarin risico’s worden genomen is een politiek bestuurlijke afweging. In deze paragraaf beperken we ons tot de meest in het oog springende risico’s.

2.1 Beleid betreffende risicomanagement en weerstandsvermogen Het beleid is gericht op een proactief risicomanagement, waarbij voortdurend de relatie met de beschikbare weerstandscapaciteit in ogenschouw wordt gehouden. Het doel van weerstandscapaciteit is daarbij om niet iedere tegenvaller direct van invloed te laten zijn op het lopende beleid, waardoor de reguliere dienstverlening in het gedrang komt. Risicomanagement heeft als doel bij te dragen aan het behalen van de beleidsmatige, financiële en organisatorische doelstellingen. Een risico is een gebeurtenis die wel of niet kan optreden waarbij het gevolg een negatief effect (schade) heeft op de (continuïteit van de) dienstverlening en het realiseren van de doelstellingen van de organisatie. Risicomanagement is in dezen dan het identificeren en kwantificeren van risico’s en het bepalen van activiteiten die de kans van optreden en/ of de gevolgen van risico’s beheersbaar houdt.

Wij hanteren 14 beleidsuitgangspunten als het gaat om risicomanagement en het benodigd weerstandsvermogen. De beschikbare weerstandscapaciteit dient alleen ter dekking van de incidentele resterende risico’s. Wij hanteren een zekerheidspercentage op basis van een ingroeimodel in de nieuwe systematiek. Er is gestart met 75% en we zijn inmiddels door gegroeid naar 90%. Bij de begroting 2019 wordt hier voor het eerst van uitgegaan. Als blijkt dat het weerstandsvermogen matig, onvoldoende of slecht is, moet worden aangegeven welke concrete maatregelen zijn/ worden getroffen om het weerstandsvermogen op peil te brengen. Het beleid ten aanzien van risicomanagement is uitgebreid beschreven in de beleidsnota ‘Risicomanagement en Weerstandsvermogen’.

2.2 Risicoprofiel Om de risico's in kaart te brengen is een risicoprofiel opgesteld. Dit risicoprofiel is tot stand gekomen met behulp van het Risicomanagement Informatie Systeem NARIS® van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR), waarmee risico's systematisch in kaart worden gebracht en beoordeeld. Via inventarisatie zijn alle financiële risico's in kaart gebracht. Daarnaast onderkent de gemeente nog kwaliteits- en imagorisico's die 'niet financieel' van aard zijn, of waarvan de omvang op dit moment niet te bepalen valt (p.m.). In het onderstaande overzicht worden de risico’s boven de zogenaamde rapportagegrens gepresenteerd (zie figuur 1 hieronder: risicokaart en rapportagegrens). De invloed van deze risico’s bedraagt ca. 71 % van de totaal benodigde weerstandscapaciteit.

Figuur 1. Risicokaart en rapportagegrens (x € 1.000) Rapportagegrens

≥ € 2.500

€ 1.250 ≤ € 2.500

€ 500 ≤ € 1.250

€ 125 ≤ € 500

≤ € 125 Kans 10% 30% 50% 70% 90%

Begroting 2019 - Paragrafen 121 Tabel 1: Risico’s boven rapportagegrens

t.o.v. Financieel jaarre- Nr Risico Maatregelen Kans Invloed gevolg kening 2017 1* Als zich continuïteitsproblemen bij Wildlands Actief 30% max.€ 37,34% voordoen moeten de verstrekte geldleningen en de - Er zijn zekerheden gesteld op onroerend goed 44.000.000 gemeentelijke inbreng worden afgeboekt; dit omdat op de locatie Noordbargeres; de overeengekomen rente (3,25%) en/of aflossingen - Er vindt adequate monitoring en auditing plaats verstrekte geldleningen aan DPE (€ 12,5 miljoen, 3,5 van DPE op de realisatie van DPE Next. mln, € 5,7 mln en € 20 miljoen) en een financiële inbreng van € 10 mln. (te zijner tijd) niet door DPE Next betaald kunnen worden. Ook kan de borgstelling voor de lening van de Rabobank ad € 7,5 miljoen worden aangesproken. Of DPE vraagt in de toekomst, om een extra gemeentelijke bijdrage/financiering in verband met investeringsoverschrijdingen en exploitatietekorten in de parkexploitatie DPE Next of in de exploitatie van het Theater.

2 REP-regionaal bijdrage van het Rijk à € 10 miljoen Actief 30% max.€ 25,70% kan niet, of niet volledig worden verkregen, of niet - Aanstellen adviseur subsidies die de 10.000.000 (volledig) worden ingezet ter dekking van de subsidievoorwaarden bewaakt en contacten met ontwikkeling van de locatie Hoofdstraat (inclusief de de subsidiegever onderhoudt; aan DPE te betalen schadeloosstelling van € 65,5 - Decentraliseren REP-middelen; miljoen). - Heldere en vastgelegde afspraken omtrent de adressering van de REP-regionaal bijdrage maken met provincie Drenthe en laten vastleggen in een subsidiebeschikking. - In kaart brengen van de subsidievoorwaarden in relatie tot uit subsidie te dekken investeringen.

In voorbereiding - Verantwoording opstellen om verantwoording af te leggen aan provincie en Rijk. 3 Stadionbedrijf Emmen BV Geïmplementeerd 50% max.€ 4,81% Met Stadionbedrijf Emmen BV is een sterke financiële - Door de betrokken partijen dient een duidelijke 2.275.000 betrokkenheid aangegaan, te weten: lening 1 € en relevante bijdrage te worden geleverd in de 2.247.000 in de vorm van een 25 jarige annuïteiten financiële opzet. In dit kader is o.a. door private lening tegen een rente van 2,75% en lening 2 € partijen een lening ad € 1,5 miljoen verstrekt; 1.040.000 in de vorm van een 25 jarige - Lening 2 is met zekerheidsstelling (recht van 1e annuïteitenlening tegen een rente van 3%. Als zich hypotheek oost en zuid-tribune); continuïteitsproblemen bij het Stadionbedrijf voordoen moeten de verstrekte geldleningen worden - Monitoring op basis van begroting en afgeboekt; dit omdat de overeengekomen rente en / jaarrekening; of de aflossingen niet door het Stadionbedrijf betaald - Er is een voorziening ad € 1.125.000 gevormd kunnen worden. (50% van lening 1: zonder zekerheidsstelling).

ongewijzigd gestegen gedaald N nieuw

* na realisatie van DPE Next zijn de door de gemeente beschikbaar gestelde middelen totaal € 59,5 miljoen. Voor de leningen en borgstelling zijn zekerheden gesteld die het maximale gevolg terug brengen tot € 44 miljoen. Het netto maximale gevolg is dus € 44 mln. **Het risico m.b.t. de Jeugdhulp viel bij de jaarrekening nog boven de rapportagegrens. Doordat dit er extra geld beschikbaar is gesteld voor Jeugdhulp en de risico’s bij de begroting 2019 nader gespecificeerd zijn in verschillende onderdelen valt het nu onder de rapportagegrens. In de subparagraaf sociaal domein is dit in zijn totaliteit opgenomen.

Wildlands Bij de jaarrekening 2017 is reeds geconstateerd dat we ons zorgen maken over de achterblijvende bezoekersaantallen en inkomsten van Wildlands. Het financiële belang van de gemeente Emmen met betrekking tot Wildlands is aanzienlijk. De totale (directe en indirecte) financiering bedraagt circa € 59 miljoen. Daarnaast heeft de gemeente op de balans onder de immateriële vaste activa (bijdrage activa in eigendom van derden) een bedrag van circa € 17 miljoen geactiveerd. Dit betreft een deel van de schadeloosstelling à fonds perdu die betaald is voor de verkrijging van de grond van de oude locatie van destijds Dierenpark Emmen en die door Wildlands is aangewend voor investeringen in het nieuwe park. Per 31 december 2017 bedraagt deze geactiveerde waarde nog circa € 16,078 miljoen.

Begroting 2019 - Paragrafen 122 Voor de bepaling van het gemeentelijk weerstandsvermogen is het risico m.b.t. het grote financiële belang van de gemeente Emmen in Wildlands meegenomen. Op basis van de aangescherpte monitoring ontvangen we maandelijks rapportages. Daarnaast ontvangen we wekelijkse bezoekersrapporten. Hieruit blijkt onder andere dat de bezoekersaantallen in 2018 verder achterblijven ten opzichte van de begroting, dan begin dit jaar werd verwacht. Op basis van deze cijfers heeft een heroverweging van het risicoprofiel met betrekking tot de waardering van de financiële belangen van de gemeente Emmen in Wildlands plaatsgevonden.

De uitkomst van deze heroverweging is onder andere dat wij het huidige risicoprofiel van 10% hebben verhoogd naar 30%. Met Wildlands is afgesproken dat er een oorzakenanalyse en een daarop aangepaste businesscase moet komen. De ontwikkeling van de liquiditeitsprognose wordt in de tussentijd actief gemonitord. Dit wordt betrokken bij Berap 2018-II.

Afhankelijk van de uitkomsten van de onderbouwde geactualiseerde businesscase Wildlands zal de gemeente haar risicoprofiel eventueel moeten bijstellen, danwel andere maatregelen treffen.

Claim voormalig personeel CQ Er is sprake van een claim van 5,5 miljoen vanuit het voormalig personeel CQ. Hiermee is rekening gehouden bij de berekening van ons weerstandsvermogen. Onze inschatting is dat de kans dat de claim wordt gehonoreerd zeer klein is. Dit risico valt daardoor buiten de rapportagegrens.

Overige risico’s Naast de in de tabel 1 genoemde risico’s zijn voor de berekening van het risicoprofiel, onder andere ook de volgende risico’s meegenomen, maar vallen onder de rapportagegrens:  Locatie Vreding;  Betalingsverplichting aankoop ontwikkelrechten van de hoeken van het FC Emmen stadion in 2020;  Grondexploitaties;  Sociaal domein (zie subparagraaf hieronder);  Parkeerexploitatie;  Emco taakstelling;  Boekwaarde gemeentelijke gebouwen;  Bouwleges;  Waardeoverdracht wethouderspensioenen;  Risico’s n.a.v. de verwachte (meerjarige) tekorten RUD;  Bedrijfsvoering.

Begroting 2019 - Paragrafen 123 2.3 Sociaal domein Voor de risico’s binnen het sociaal domein hebben we bij de start van de drie decentralisaties een afzonderlijke reserve ingesteld. Deze reserve is inmiddels uitgeput. Dit houdt in dat de risico’s die zich voordoen binnen het sociaal domein rechtstreeks drukken op onze weerstandscapaciteit. In het risicoprofiel van de gemeente is het sociaal domein vertegenwoordigd met: t.o.v. Financieel Risico Kans Invloed jaarreke- gevolg ning 2017 Jeugdhulp - de toegang (aanzuigende werking) 50% max. € 1.250.000 20,95% Jeugdhulp - de toegang (zwaardere zorg agv niet de laagdrempelige 50% max. € 500.000 11,91% N organisatie zijn zoals bedoeld is). Jeugdhulp - de toegang (meerjarige doorwerking van het verwachte 70% max. € 500.000 8,35% N tekort over 2018) Jeugdhulp - neerwaartse bijstelling bijdrage jeugd/ voogdij 18+ met 70% max. € 500.000 12,47% N ingang van 2019. Jeugdhulp - stagnatie transformatie agv suboptimale dienstverlening 50% max. € 500.000 8,93% N Jeugdhulp - inkoopmodel 2017 30% max. € 500.000 8,93% Wmo - Eigen bijdrage in de vorm van een abonnementstarief heeft 50% max. € 500.000 5,35% N een aanzuigende werking Wmo - eenmalige tegemoetkoming hoofdaanbieders 30% max. € 500.000 8,42% schoonmaakondersteuning Wmo - De leverancier van hulpmiddelen is niet in staat om de 30% max. € 125.000 1,61% N kwalitatieve dienstverlening in te richten. Wmo - gebiedsbudgetten begeleiding schoonmaakondersteuning 10% max. € 125.000 0,30% BUIG - budget 30% max. € 1.250.000 13,38%

Er is een afzonderlijke risicosimulatie voor deze risico’s uitgevoerd binnen Naris. Hieruit komt naar voren dat bij 90% zekerheid voor de risico’s binnen het sociaal domein een weerstandscapaciteit benodigd is van € 2,2 miljoen.

2.4 Risicosimulatie Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag ad. € 80,1 miljoen ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Figuur 2 en de bijhorende tabel tonen de resultaten van de risicosimulatie.

Bedragen x € 1 mln. Figuur 2: cumulatieve verdeling Percentage Begr. Jaarrek. Begr. ‘18 ‘17 ‘19 75% 16,4 14,8 15,5 80% 17,6 16,0 17,2 85% 19,3 17,3 20,8 90% 22,3 19,1 26,6 95% 28,0 23,3 34,2

Tabel 2: benodigde weerstands- capaciteit bij verschillende zekerheidspercentages

Uit de grafiek en de bijbehorende tabel volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 26,6 miljoen (benodigde weerstandscapaciteit).

In tabel 2 valt af te lezen dat het totaalbedrag van de risico’s per saldo is gestegen ten opzichte van de jaarrekening 2017. De mutaties komen op hoofdlijnen door: - de risico’s m.b.t. het inkoopmodel jeugdhulp en de RUD zijn gedaald;

Begroting 2019 - Paragrafen 124 - het risico m.b.t. de locatie Hoofdstraat is komen te vervallen; - het risico m.b.t. Wildlands is naar boven bijgesteld (van 10% naar 30%); - een aantal nieuwe risico’s waaronder de gemeentelijke bedrijfsvoering.

2.5 Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken.

Weerstand Jaarrekening Begroting 2019 Peildatum 2017 Stand ultimo begroting 2017 2019 Algemene reserves 15.965.899 22.259.601 15.336.206 Reserve Sociaal Domein 10.923.196 4.385.041 -1.006.869 Onvoorzien 334.792 334.792 334.792 Vrije ruimte in de 3.974.458 9.124.680 11.838.513 bestemmingsreserves Rekening-/ begrotingsresultaat nvt -4.303.000 66.000 Totale weerstandscapaciteit € 31.198.345 € 31.801.114 € 26.568.642

Tabel 3: Beschikbare weerstandscapaciteit

2.6 Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen (op basis van 90%).

Beschikbare weerstandscapaciteit € 26.568.642 Ratio weerstandsvermogen = = = 1,00 Benodigde € 26.623.700 weerstandscapaciteit

Categorie Ratio Betekenis Iedere categorie vergt een andere manier van handelen. Voor de categorieën D, E en F geldt dat de A X > 1,5 Uitstekend beschikbare weerstandscapaciteit onvoldoende is.

B 1,2 < X < 1,5 Ruim voldoende Er zijn dan twee mogelijkheden; 1. De beschikbare weerstandscapaciteit moet worden C 1 < X < 1,2 Voldoende aangevuld. D 0,8 < X < 1 Matig 2. De benodigde weerstandscapaciteit terugbrengen door extra beheersmaatregelen. E 0,8 < X < 0,5 Onvoldoende Voor de categorie C geldt geen specifieke handeling. F X < 0,5 Slecht Van belang is om deze uitkomst in stand te houden. Voor de categorieën A en B geldt dat de beschikbare Tabel 4: Beoordeling weerstandsvermogen weerstandscapaciteit kan worden afgeroomd. Conclusie Het ratio van Emmen is 1,0 en komt daarmee precies uit op het snijvlak van klasse C en D obv 90% zekerheid (bij de jaarrekening 2017 was dit klasse A, o.b.v. zowel de toen nog geldende 85%, als de streefwaarde 90%, zekerheid). Dit duidt op een voldoende/ matig weerstandsvermogen conform bovenstaande normtabel. De mutatie in het weerstandsvermogen wordt op hoofdlijnen veroorzaakt door: - de afname ven de beschikbare reserves van ca. € 5,2 miljoen; - de stijging van het risicoprofiel met name door de bijstelling van het risico m.b.t. Wildlands (van 10% naar 30%); - verhoging van de streefwaarde van 85% (jaarrekening 2017) naar 90%. Er is een doorrekening gemaakt van het meerjarige weerstandsvermogen. Op basis van de huidige stand van de reserves en een gelijkblijvend risicoprofiel herstelt het weerstandsvermogen zich de komende jaren naar voldoende tot ruim voldoende in 2022, mede dankzij de begrote extra stortingen t.g.v. het weerstandvermogen oplopend tot € 2 miljoen.

Begroting 2019 - Paragrafen 125

2.7 Financiële kengetallen Met ingang van de begroting 2016 moet de gemeente ingevolge het BBV een aantal kengetallen opnemen. Kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie van de gemeente. Voorgeschreven is dat deze paragraaf de volgende kengetallen bevat: netto schuldquote en de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, solvabiliteitsratio, grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit. Deze kengetallen maken inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven zodoende inzicht in de financiële weerbaar- en wendbaarheid. In deze paragraaf wordt volstaan met een samenvatting. In de paragraaf financiering is een nadere uitwerking weergegeven.

Rekening Begroting- Begroting Kengetallen: 2017 2018 2019 1a. netto schuldquote 115,9% 121,8% 111,3% 1b. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte 102,0% 107,8% 98,2% leningen 2a. solvabiliteitsratio 8,8% 6,1% 5,3% 2b. ratio weerstandsvermogen 1,84 1,94 1,00 structurele exploitatieruimte 0,5% 1,3% -0,2% grondexploitatie 8,4% 8,8% 8,2% belastingcapaciteit 104,3% 104,5% 103,2%

In de kadernota 2018 zijn de volgende normeringen vastgesteld: - netto schuldquote: de norm voor deze categorie is 90 – 130%; - solvabiliteit: het gemiddelde van de solvabiliteitsratio en de ratio voor het weerstandsvermogen is voldoende; - grondexploitatie: hiervoor is geen norm vastgesteld omdat de paragraaf grondbeleid en de jaarlijkse herzieningen van de grondexploitaties betere instrumenten zijn om hier een oordeel over te geven; - structurele exploitatieruimte: de norm hiervoor is > 0%; - belastingcapaciteit: de norm hiervoor is 95 – 105%.

In de hiernavolgende tabel is per kengetal aangegeven in hoeverre deze voldoen aan de gemeentelijke normering:

Rekening Begroting- Begroting Kengetallen: 2017 2018 2019 Norm netto schuldquote: 90-130% voldoet voldoet voldoet Norm solvabiliteit: gemiddeld voldoende voldoet voldoet Voldoet niet Norm grondexploitatie: geen norm nvt nvt nvt Norm structurele exploitatieruimte: >0% voldoet voldoet Voldoet niet Norm belastingcapaciteit: 95-105% voldoet voldoet voldoet

Samenvattend Uit bovenstaand overzicht blijkt in hoeverre de gemeente voldoet aan de gemeentelijke normering. De netto schuldquote daalt ten opzichte van de begroting 2018, wat een positieve ontwikkeling is. De solvabiliteitsratio daalt ook, maar dat is een negatieve ontwikkeling die wordt veroorzaakt door de daling van het eigen vermogen. De ratio weerstandsvermogen daalt doordat de beschikbare weerstandscapaciteit in relatie tot de benodigde weerstandscapaciteit is afgenomen. De grondexploitatie laat een vrij stabiel beeld zien. De structurele exploitatieruimte daalt tot iets onder nul, wat inhoudt dat er geen ruimte is om tegenvallers op te vangen of nieuwe dingen aan te pakken. Tot slot de belastingcapaciteit; hier een positieve ontwikkeling doordat de gemeente Emmen steeds meer toegroeit naar het landelijk gemiddelde en het kengetal binnen de gemeentelijke normering is gekomen.

Begroting 2019 - Paragrafen 126 3. Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen

Deze paragraaf geeft een dwarsdoorsnede van het onderhoud van de gemeentelijke kapitaal- goederen (gebouwen, wegen, riolering etc.) het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties. Een groot deel van het gemeentelijk vermogen is geïnvesteerd in kapitaalgoederen. De kapitaalgoederen zijn van groot belang voor het functioneren van onze gemeente, onder andere op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, verkeer, vervoer en recreatie. Onderhoud en beheer is nodig om de kapitaalgoederen in goede staat te houden en om de veiligheid te waarborgen.

3.1 Wegen Basisgegevens / uitgangspunten De gemeente beschikt over een wegennet met een lengte van ca. 1.273 km met een totale opper- vlakte van ruim 7.569.000 m2, dit is inclusief de vrijliggende fietspaden.

Kerncijfers 2018. Verhardingssoorten: Gesloten verhardingen (beton, asfalt) 3.900.000 m2 Open verhardingen (klinkers, tegels) 3.600.000 m2 Zandwegen 33 km Bermen 135 ha Onderhoud sloten 250 km Lengte wegen binnen de kom 751km Lengte wegen buiten de kom 452km Vrijliggende fietspaden met eigen tracé 70 km

Het beleidskader Bij wegen is, zoals bij alle kapitaalgoederen in het openbaar gebied, sprake van een levensduur. Om optimaal gebruik te maken van deze levensduur wordt klein onderhoud gepleegd (ook wel correc- tief onderhoud genoemd). Naast klein onderhoud is er sprake van groot onderhoud. Deze maat- regelen worden uitgevoerd door middel van een jaarplanning. Het op orde houden van het onderhoud van de wegen conform onze doelstellingen en de CROW normen is de basis voor de prioriteitskeuze ten aanzien van het onderhoud van de wegen. De onderhoudstoestand wordt tweejaarlijks bepaald aan de hand van de globale visuele inspectie-methode van het CROW (nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer en vervoer en openbare ruimte). Hierbij worden drie kwaliteitsniveaus gehanteerd: voldoende, matig en onvoldoende.

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Het wegenonderhoud is erop gericht dat 80% van de wegen voldoet aan de CROW norm ‘voldoende’. Wanneer deze norm niet wordt gehaald is sprake van een lager kwaliteitsniveau van de wegen. Dit kan invloed hebben op de ervaren verkeersveiligheid, het gebruikerscomfort en de woonbeleving. Wanneer de verkeersveiligheid in het geding is, wordt actie ondernomen. De wegen- beheerplanning wordt jaarlijks bijgesteld. Naast de technische inspectie is de prioritering o.a. afhankelijk van prioritering burgers (Erkende Overleg Partners (EOP ’s)) en de eventueel ontstane winterschade.

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Voor het besturen van de openbare ruimte is het noodzakelijk dat kan worden beschikt over actuele, volledige en betrouwbare beheerinformatie. Zonder deze informatie is het bijvoorbeeld niet mogelijk bestekken op de markt te zetten, bezuinigingsscenario's door te rekenen en begrotingen op te stellen.

Elke twee jaar wordt er een inspectie uitgevoerd en daarmee wordt de informatie van het beheerpakket geactualiseerd. Hiervoor wordt door de gemeente Emmen gebruik gemaakt van het DHV beheerpakket. In 2017 heeft de laatste meting plaatsgevonden. De gegevens van deze meting worden momenteel verwerkt. Op basis van deze meting kan worden bepaald welke investeringsbudgetten voor de komende jaren noodzakelijk zijn om het onderhoud van de wegen op de langere termijn te laten voldoen aan de norm “80 % Voldoende”. Dit betreft landelijke CROW normen. Uit de inspectie welke in het najaar van 2017 is uitgevoerd blijkt dat het percentage verhardingen met een voldoende stijgt naar 83%. Het aantal m2 met een onvoldoende is 12% en ligt niet binnen de norm. Hiervan is 9% achterstallig onderhoud. In de begroting 2019 is evenals de afgelopen jaren een bedrag van 3 mln. opgenomen als onderdeel van het meerjarenprogramma wegen.

Begroting 2019 - Paragrafen 127 3.2 Riolering Basisgegevens / uitgangspunten De gemeente Emmen beschikt over een uitgestrekt rioolstelsel. Onderstaand staan de belangrijkste kerncijfers op het gebied van rioleringen.

Kerncijfers (peildatum 01-07-2018): Vrijverval riolering 1011 km Drukriolering /Vacuümriolering 241 km Persleidingen 34 km Vacuümstations 8 st Drukunits / vacuümunits 1.323 st Aantal rioolgemalen 117 st Aantal straatkolken 48.500 st Aantal nieuwe huisaansluitingen 22 st Aantal grondwaterpeilbuizen 76 st

Het beleidskader Door het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) geeft de gemeente invulling aan de wettelijke zorgplicht betreffende een doelmatige inzameling en transport van afvalwater, hemelwater en grondwater. De gemeenteraad heeft op 19 oktober 2017 het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vastgesteld voor de periode 2017 - 2023. Door vaststelling van het GRP voldoet de gemeente aan ex artikel 4.22 Wet Milieubeheer. De aandacht voor gemeentelijke watertaken is toegenomen. Richtinggevend hierbij zijn de Wet Milieubeheer, Gemeentewet, Waterwet, de deelstructuurvisie water Emmen, het Waterplan Emmen en het waterketenplan Noordelijke Vechtstromen. Vertaling van wettelijke taken en het eigen beleid naar bestemmingsplannen en in het GRP zijn hierbij belangrijke aandachtspunten. Bijzondere aandacht in het kader van de uitwerking van de deelstructuurvisie water Emmen heeft op dit moment het opstellen van het regenwaterstructuurplan. Hierin wordt nu samen met de waterschappen gewerkt aan een meer gedetailleerde integrale aanpak van waterkwantiteit en water kwaliteitsopgaven voor Emmen-centrum en de omliggende wijken. In het Nationaal Bestuursakkoord Water is afgesproken dat waterschappen en gemeenten bij het op orde brengen van het watersysteem samen streven naar kostenoptimalisatie ten behoeve van de burger en dat het meest kosteneffectieve scenario bepaald moet worden. Ter uitvoering van het landelijk bestuursakkoord water wordt samengewerkt met de gemeenten Borger- Odoorn, Coevorden, Hardenberg, Ommen, het waterschap Vechtstromen en Hunze en Aa’s en de WMD. De partners in de afvalwaterketen hebben in februari 2017 besloten de samenwerking te continueren. In het tweede bestuursakkoord 2017 – 2020 wordt de focus gelegd op kwaliteitsverbetering, duurzaamheid en het verminderen van de kwetsbaarheid.

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties De investeringsplanning op het gebied van riolering en water is in de begroting 2019 meegenomen. Doel van alle werkzaamheden is het efficiënt en effectief functioneren van het Emmense rioleringssysteem. Om aan de zorgplicht te voldoen zijn er voor 2019, naast de afhandeling van calamiteiten, een aantal projecten gepland. Onderstaand worden de projecten nader toegelicht :

- Aanpak riolering Dordseweg Weiteveen; De wegbeheerder heeft plannen om de fietspaden langs de Dordseweg in Weiteveen aan te pakken. De bestaande riolering ligt in de fietspaden en is in matige staat. Door de vervanging van de riolering af te stemmen met de wegbeheerder kunnen kosten worden bespaard. Daarom zal een deel van de riolering langs de Dordseweg vervangen worden; - Vervanging riolering Oranjedorpstraat e.o. Nieuw-Dordrecht ; De riolering aan de Oranjedorpstraat is in slechte staat. De riolering zal daarom vervangen worden in de Oranjedorpstraat en Sportweg. - De renovatie van een aantal rioolgemalen; De rioolgemalen in de gemeente zijn voorzien van telemetrie. Een deel van het telemetriesysteem is verouderd en wordt niet meer ondersteund door de leverancier en KPN. De gemalen zelf zijn afgeschreven. Daarom zullen de komende jaren circa 50 rioolgemalen gerenoveerd moeten worden. Er zal een planning worden gemaakt en we zullen jaarlijks circa 15 gemalen renoveren; - Vervangen riolering in oud-bouw van Nieuw-Weerdinge; In de omgeving van de Lokkerstraat in Nieuw-Weerdinge is sprake van herstructurering woningbouw. Als er straten gereconstrueerd worden, dan zal de riolering ook vervangen worden. - Baggeren vijvers in Schoonebeek; De vijvers in de omgeving van de Beeklanden – Duits- landlaan worden opgeknapt; - Laan van het Kinholt in Emmerhout; De riolering langs de Laan van het Kinholt is in slechte staat. De leidingen zijn gescheurd en verzakt. Om de afvoer te waarborgen wordt de riolering vervangen;

Begroting 2019 - Paragrafen 128 - Inbreidingsplannen; Er zijn diverse inbreidingsplannen. Een voorbeeld hiervan is de Esweg in Emmen. De riolering is in slechte staat. Bij deze plannen zullen delen van het rioleringsstelsel vervangen worden; - Maatregelen tegen wateroverlast; Door klimaatverandering zullen buien zwaarder worden. Er zullen maatregelen getroffen worden om de grootste overlast tegen te gaan. Dit zullen deels maatregelen in riolering zijn, maar ook in de inrichting van het openbaar terrein. Een van de oplossingen is het bergen van water in het Rensenpark. We proberen hier water te bergen tijdens zeer extreme buien om te voorkomen dat woningen in Emmen-Centrum overstromen; - Vervangen riolering Oranjedorpstraat – Sportweg in Nieuw-Dordrecht; - Baggeren overstortvijvers; Jaarlijks wordt een overstortvijver gebaggerd en heringericht. De overstortvijver in Barger-Oosterveld staat voor 2019 ingepland; - Relinen hoofdtransportriool; Het relinen van het hoofdtransportriool is in 2018 gestart. Het project is opgedeeld in 3 fases. Fase 2 e 3 zullen in 2018 – 2020 uitgevoerd worden.

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting De lasten worden gedekt uit de vastgestelde rioolheffing. Bij de vaststelling van het GRP is de kostendekkenheid en de hoogte van de rioolheffing ook bepaald. Eventuele (jaarlijkse) tekorten of overschotten worden verrekend met de egalisatievoorziening.

3.3 Water- en kunstwerken Basisgegevens / uitgangspunten De gemeente bezit 235 water- en civieltechnische kunstwerken. Deze zijn in de navolgende hoofdgroepen onderverdeeld. Daarnaast heeft de gemeente 1.046 hectare aan binnenwateren in eigendom en beheer.

Kerncijfers 2018. Beweegbare brug 18 stuks Houten brug 54 stuks Betonnen brug 54 stuks Stalen brug 31 stuks Viaduct 20 stuks Tunnel 7 stuks Duiker 218 stuks Steiger 56 stuks Keermuur/wand 4 stuks Schanskorf 8 stuks Overig 31 stuks

Het beleidskader Bij deze kunstwerken is, zoals bij alle kapitaalgoederen in het openbaar gebied, sprake van een levensduur. Om optimaal gebruik te maken van deze levensduur wordt klein onderhoud gepleegd (ook wel correctief onderhoud genoemd). Naast klein onderhoud is sprake van groot onderhoud. Deze maatregelen worden uitgevoerd middels een jaarplanning. De onderhoudstoestand wordt eenmaal per vier jaar bepaald aan de hand van NEN-normeringen. Daarbij wordt een prioritering aangebracht op basis van veiligheid, functionaliteit, duurzaamheid en toonbaarheid. In 2017 is de laatste inspectie van de onderhoudstoestand van de kunstwerken uitgevoerd. Uit de resultaten blijkt dat de kunstwerken over het algemeen in een redelijke tot goede staat verkeren. Bij de meeste kunstwerken dienen klein onderhoud en reparaties uitgevoerd te worden. Daarnaast zijn er kunstwerken welke in aanmerking komen voor meer ingrijpende onderhoudswerkzaamheden. Gedacht moet worden aan het vervangen van leuningwerken, bitumineuze verhardingen of het vervangen van verfsystemen. Verder is het advies opgemaakt om de komende 5 jaar 17 kunstwerken te vervangen. Tot slot dient een 43-tal kunstwerken nader onderzocht te worden aangezien op basis van de visuele inspectie geen degelijk hersteladvies of restlevensduur vastgesteld kon worden.

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Het onderhoud van de kunstwerken is er op gericht dat deze voldoen aan kwaliteits- en veiligheids-- normen. Met de kadernota 2014 en 2016 zijn er door de Raad middelen beschikbaar gesteld bedoeld om de aspecten veiligheid en functionaliteit te borgen. Dit is nu in uitvoering. Het is de bedoeling dat in 2019 opnieuw in kaart gebracht wordt welke investeringen nodig zijn om de veiligheid en functionaliteit van de kunstwerken te waarborgen.

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting De financiële consequenties zijn met het beschikbaar stellen van de kredieten door de Raad vertaald in de meerjarenbegroting. In de kadernota 2020 zal hier nader op ingegaan worden.

Begroting 2019 - Paragrafen 129 3.4 Openbaar groen Basisgegevens / uitgangspunten Onderstaande gegevens zijn nog gebaseerd op analoge gegevens van het beheersysteem (geovisia).

Kerncijfers 2018. Stedelijk groen 845 ha Landschappelijk groen 1162 ha Bermen en singels langs wegen 135 ha Begraafplaatsen 51 ha Water 1046 ha

In het stedelijk groen zijn circa 1.750 speeltoestellen/ speelplaatsen aanwezig. Deze worden conform planning onderhouden en eventueel vervangen. Daarnaast zijn er vier multifunctionele sport- en speellocaties.

Het beleidskader Groenreconstructies (groot onderhoud) worden uitgevoerd op basis van jaarplanningen. In december wordt jaarlijks een planning vastgesteld voor het daaropvolgende jaar. Hierbij wordt zowel gekeken naar de wensen van de Erkende Overlegpartners (belevingsonderhoud) als naar werkzaamheden die noodzakelijk zijn vanuit technisch oogpunt of vanuit veiligheid (groot onderhoud). Deze werkplanning is integraal van opzet. Dat wil zeggen, de werkzaamheden worden waar mogelijk gecombineerd met de disciplines riolering en wegen. In het kader van de financiële taakstellingen wordt met reconstructies ingezet op versobering en onderhoudsarm maken van het onderhoud. Jaarlijks wordt middels projecten nieuw groen toegevoegd aan het groenareaal, dan wel leidt een herinrichting tot een ander kwaliteitsniveau. Met de kadernota’s 2017 en 2018 zijn er extra middelen beschikbaar gesteld om knelpunten in het groenonderhoud op te lossen.

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties De toevoeging van middelen vanuit de kadernota’s 2017 en 2018 in de groenbegroting hebben een kwaliteitsverbetering in het groenonderhoud tot gevolg gehad. Dit betreft met name de invals- wegen- en de centrumgebieden van dorpen en wijken.

De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Met de kadernota's van 2017 en 2018 heeft de Raad besloten extra middelen beschikbaar te stellen voor de toename van areaal als gevolg van de realisatie van de projecten in het kader van het programma Centrum Vernieuwing Emmen. Daarnaast zijn er middelen beschikbaar gesteld om de onderhoudsknelpunten op te lossen die zijn veroorzaakt doordat in het verleden ingrijpend bezuinigd is op het groen.

3.5 Gebouwen Basisgegevens Het gemeentelijk basisgebouwenbestand omvat naast de 36 scholen (incl. dislocaties) voor openbaar onderwijs ook 15 gymlokalen, 11 sporthallen, 15 welzijnsaccommodaties, 3 kantoren voor gemeentepersoneel, 3 brandweerposten, 3 zwembaden, het Atlastheater, Villa Lindenhof en diverse gebouwen in de voormalige Dierentuin. Ook heeft de gemeente enkele 'historische gebouwen en objecten', waaronder de synagoge, een kerktoren en drie ja-knikkers in bezit. Het aantal kleedgebouwen is fors afgenomen door de overdracht van die gebouwen aan de sportverenigingen.

Het beleidskader In de notitie vastgoedbeheer is richting gegeven aan het eigendom, het beheer en het onderhoud van gemeentelijke gebouwen. Ook is de kadernota huisvesting maatschappelijke activiteiten, voor accommodaties met een maatschappelijke functie, d.w.z. gebouwen voor onderwijs, gebouwen voor sport en gebouwen voor welzijnsactiviteiten een aantal jaren geleden vastgesteld en daarmee een kader. Op basis van de notitie vastgoedbeheer is de vastgoedportefeuille ingedeeld in vier cate- gorieën:

 gebouwen nodig voor een functie voortvloeiend uit gemeentelijk beleid  strategische gebouwen  historische gebouwen en monumenten  af te stoten gebouwen

Om te komen tot een doelmatiger en professioneler vastgoedbeheer is besloten tot concentratie van het vastgoedbeheer bij het team Vastgoed & Grondzaken (VGZ) met ingang van 01-01-2016. De 'eigenaarsrol' met uitzondering van de onderwijs- en de sportgebouwen is daar nu ondergebracht.

In dit kader is het team gestart om alle eigendommen (grond en gebouwen) beter in beeld te brengen. In 2016 is hiermee gestart en dit is in 2017 gecontinueerd. Er is nu een goed beeld van de

Begroting 2019 - Paragrafen 130 gebouwen en de grondposities met gebouwen van derden. Afgelopen jaren zijn verschillende gebouwen verkocht die niet meer nodig zijn voor de beleidsdoelen. Zo zijn de locaties; Parallelweg 36 Emmen, Mantingerbrink 205 Emmen en Kuifleeuwerik 1 Emmen verkocht. Ook zijn een aantal buitengebruikgestelde scholen verkocht. Daarnaast is het voormalige theater de Muzeval gesloopt.

Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties Het portefeuillebeheer wordt meer sturend en er is een proces in gang gezet van vastgoedbeheer naar vastgoedmanagement. In dit kader wordt gestreefd het samenvoegen van functies en het - waar mogelijk - afstoten van gebouwen.

In het begrotingsjaar 2015 is op basis van inspecties een conditiemeting uitgevoerd om de staat van onderhoud van de gemeentelijke basisgebouwen te bepalen. Op basis van deze 0-meting is indertijd:

 het achterstallig onderhoud in beeld gebracht;  het benodigde planmatig onderhoud in beeld gebracht voor de komende 10 jaar.

Naar aanleiding van de meting is het achterstallige onderhoud aan gebouwen in 2016 weggewerkt. Met behulp van de onderhoudsprogrammering wordt het gemeentelijk vastgoed nu sober en doelmatig onderhouden. De volgende externe inspectie van de gebouwen zal plaatsvinden in het begrotingsjaar 2019.

Financiële consequenties In het voorjaar van 2016 zijn de resultaten van de 0-meting opgeleverd. Hierdoor is een gedegen beeld ontstaan hoeveel aan (extra) financiële middelen de komende jaren benodigd is om de gemeentelijke basisgebouwen1 in de gewenste conditie te krijgen en te behouden. Dit financiële beeld is doorvertaald naar de kadernota 2017 en in de meerjarenbegroting bekrachtigd. Dit heeft erin geresulteerd dat de gemeenteraad jaarlijks circa € 1.000.000,- extra beschikbaar heeft gesteld voor de uitvoering van het meerjaren onderhoudsprogramma gebouwen. De komende jaren is het budget naar verwachting voldoende om het gebouwenbestand, dat de gemeente in eigendom wil houden, sober en doelmatig te onderhouden.

Daarnaast bestaat er sinds enkele jaren een reserve Boekwaarde en Sloopkosten. Deze reserve wordt ingezet voor de dekking van sloopkosten en het nemen van boekwaardeverliezen op gemeentelijke gebouwen. Dit laatste speelt met name bij de verkoop van gebouwen. De marktwaarde blijkt in bepaalde gevallen lager dan de boekwaarde. Bij verkoop moet dan het boekwaarde-verlies worden genomen en in financiële zin afgeboekt. Daarnaast wordt deze reserve ingezet om het verlies af te dekken wanneer een gebouw in de administratie zijn maatschappelijke functie verliest en de economische waarde van het gebouw lager is. Deze locatie moet dan in de administratie worden opgenomen tegen de lagere waarde.

Eind 2017 is besloten om een zestal gebouwen te gaan slopen waardoor de bodem van de reserve Boekwaarde en Sloopkosten in zicht komt. Momenteel wordt onderzocht hoe de reserve de komende periode – in financiële zin- weer (structureel) kan worden gevoed.

1 De onderwijsgebouwen vallen hier buiten. Deze kennen een andere financieringslijn

Begroting 2019 - Paragrafen 131

Begroting 2019 - Paragrafen 132 4. Paragraaf Financiering

4.1 Algemene ontwikkelingen Liquiditeitenplanning Lenen kost geld. Goed inzicht in het verloop van de inkomsten en uitgaven is in dat kader van groot belang. Welke inkomsten en uitgaven worden op welk moment verwacht. Daarmee kunnen wij beter sturen op de benodigde liquiditeiten voor de komende jaren, de aan te trekken externe financiering en de ontwikkeling van de kapitaallasten (rente en afschrijving). Majeur onderdeel van de liquiditeitenplanning is de investeringsplanning. In deze begroting is een geactualiseerde meerjarige investeringsplanning opgenomen.

Renteverwachting Onder druk van het economisch tij zijn de huidige rentestanden (medio 2018) al geruime tijd laag. Vanaf 2011 zijn de rentepercentages voor zowel lang als kort geld steeds verder gedaald. Zo is de rente voor kort geld gedaald tot onder 0% en beweegt de rente voor lang geld zich op dit moment tussen de 0,5% en 1% (voor 10-jaars leningen). Wel is de verwachting dat deze zal oplopen naar een niveau van 1,5%. De gemiddelde rente is voor de totale leningenportefeuille opgenomen geld (medio 2018) berekend op 2,18%. Hierin zijn ook de leningen opgenomen die doorgeleend zijn aan derden (woningbouwverenigingen, sportverenigingen, etc.). Specifiek kijkend naar de leningen voor de financiering van de gemeentelijke uitgaven bedraagt de gemiddelde rente 2,13%. Het uitspreken van een verwachting over de renteontwikkelingen is een moeilijke zaak. Bij het opstellen van de begroting 2018zijn wij uitgegaan van de percentages zoals weergegeven in de volgende tabel: Inschatting rente 2019 / mjb 2020-2023

2018 2019 2020 2021 2022 2023

rente lang 1,25% 1,50% 2,25% 2,75% 2,75% 2,75%

rente kort 0,25% 0,25% 0,50% 1,00% 1,00% 1,00%

4.2 Treasurybeheer Renterisicobeheer In de Wet Fido is een kasgeldlimiet en een renterisiconorm opgenomen om de invloed van (externe) rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente te beperken.

Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is opgenomen om een grens te stellen aan de korte financiering (met een rentetypische looptijd tot één jaar). De kasgeldlimiet wordt berekend als een percentage (8,5%) van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar. De rentepercentages van korte financieringsmiddelen zijn doorgaans lager dan de rentepercentages van lange financiering. Op basis van een adequate liquiditeitsprognose van de geldstromen van de lopende inkomsten en uitgaven, alsmede van de investeringen en investeringssubsidies, wordt getracht optimaal van de kasgeldlimiet te profiteren. De Wet Fido schrijft voor dat de informatie over de kasgeldlimiet moet worden opgenomen in de begroting en het jaarverslag. Per 1 januari 2019 is een tekort aan financieringsmiddelen berekend van bijna € 32 miljoen; daarbij is al rekening gehouden met leningen die nog in het 2e halfjaar van 2018 zullen worden aangetrokken. Naar verwachting zal dat nog voor een bedrag van € 25 miljoen zijn. Ook de boekwaarde van de grondexploitaties speelt een belangrijke rol. In de praktijk blijkt dat investeringen vaak in een ander tempo verlopen dan aanvankelijk gedacht. Met het oog hierop hebben wij in de begroting 2019 een stelpost onderuitputting kapitaallasten (rente en afschrijving) opgenomen van € 1,4 mln.

Berekening kasgeldlimiet (bedragen x € miljoen) 1e 2e 3e 4e kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal Begrotingstotaal per 1/1/2019: 417 mln. 1. Omvang vlottende schuld 35 35 35 35 2. Vlottende middelen 0 0 0 0 3. Totaal netto vlottende schuld (1 – 2) 35 35 35 35 4. Toegestane kasgeldlimiet In bedrag 35 35 35 35 In percentage 8,5 8,5 8,5 8,5

Ruimte (4 groter dan 3) 0 0 0 0 Overschrijding (3 groter dan 4) 0 0 0 0

Begroting 2019 - Paragrafen 133

Uit voorgaande blijkt globaal hoe de korte financiering zich in 2019 gaat verhouden tot de berekende kasgeldlimiet. Daarbij willen wij maximaal gebruik maken van de huidige lage rentestand op kortlopende middelen.

Renterisiconorm De renterisiconorm heeft tot doel het beheersen van de renterisico’s op de vaste schuld (= schuld met een rentetypische looptijd van één jaar of langer) door onder andere het aanbrengen van spreiding in de looptijden in de leningenportefeuille.

Bedragen x € miljoen 2019 2020 2021 2022 1a Renteherziening op vaste schuld (o/g) 0 0 0 0 1b Renteherziening op vaste schuld (u/g) 0 0 0 0 1 Netto renteherziening (1a - 1b) 0 0 0 0 2 Te betalen aflossingen 60 30 45 31 3 Renterisico 60 30 45 31

4 Renterisiconorm (20% van begrotingstotaal) 83 84 84 84

5a Ruimte onder de norm( 4 groter dan 3) 23 54 39 53

5b Overschrijding van de norm (3 groter dan 4) n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Berekening renterisiconorm 4a Begrotingstotaal van het jaar 418 422 426 426 4b Percentage regeling 20 20 20 20 4 = (4a x 4b / 100) 84 84 85 88

Kredietrisicobeheer De kredietrisico’s doen zich voor bij verstrekte geldleningen. In onderstaande tabel laten wij zien aan welke risicogroep leningen zijn verstrekt en welke zekerheden zijn overeengekomen.

Kredietrisico op verstrekte gelden Met / zonder (hypothecaire) Restschuld x € 1.000 per Percentage van Risicogroep zekerheid 31-12-2019 totaal

Duurzaamheidsleningen zonder 235 0,43% Bibliotheken met - 0,00% Sportverenigingen (1/3-regeling) zonder 321 0,59% Industriële ondernemingen met/zonder 44.817 82,67% Dorps- en wijkcentra met 544 1,00% Zorginstellingen met 889 1,64% Woningcorporaties met (WSW) 7.264 13,40% Ambtelijk personeel met 140 0,26% Totaal 54.209 100,00%

De leningen aan industriële ondernemingen betreffen leningen die verstrekt zijn aan het Stadionbedrijf Emmen (€ 3,3 mln.), DPE (€ 40,9 mln.) en overige € 0,6 mln.).

Liquiditeitenbeheerrisico’s Liquiditeitenbeheerrisico’s kunnen zich bijvoorbeeld voordoen wanneer de uitgaande geldstromen onvol- doende zijn afgestemd op de inkomende geldstromen zodat onnodig kort geld moet worden geleend om te kunnen voldoen aan de lopende betalingen. Ook kunnen risico’s worden gelopen door middelen uit te zetten voor een bepaalde periode en dat deze middelen (onverwacht) nodig zijn voor het doen van een investering. Door een goede liquiditeitenplanning worden bedoelde risico’s voorkomen.

4.3 Gemeentefinanciering Schuldpositie Financiering – financieringstekort Door alle investeringen tot en met 2018 is het vastgelegde vermogen fors gestegen. Na 2019 vertoont het vastgelegde vermogen (de materiële vaste activa en de voorraden grondexploitatie) weer een dalende lijn. Het vastgelegde vermogen is voor het grootste deel gefinancierd met lang vermogen. De totale financiering vertoont hetzelfde patroon als het vastgelegde vermogen (de investeringen).

Begroting 2019 - Paragrafen 134 Omdat de rente voor kort geld lager is dan de rente voor lang geld wordt steeds een deel van het financieringstekort gedekt door kasgeldleningen. Het restant wordt gefinancierd in rekening-courant bij de bank. 31 december 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 raming raming raming raming raming raming

vastgelegd vermogen a 544.304 535.574 556.144 580.688 626.316 650.639 658.554 659.158 680.964 financiering lang b 505.504 545.058 504.450 519.859 566.876 592.434 598.562 604.406 625.147 financieringstekort a-b 38.800 -9.484 51.694 60.829 59.440 58.205 59.992 54.752 55.817 financiering met kasgeld 50.000 10.000 35.000 40.000 40.000 40.000 40.000 40.000 40.000 restant korte financiering -11.200 -19.484 16.694 20.829 19.440 18.205 19.992 14.752 15.817

Financiering lang omvat het eigen vermogen, de voorzieningen en de opgenomen geldleningen

Verloop vaste schuld De vaste schuld is gestegen door de toegenomen investeringen en de afname van het eigen vermogen. De vaste schuld zal na 2019 weer gaan afnemen doordat het vastgelegd vermogen ook daalt en de behoefte aan financiering daardoor ook zal dalen. Bij het aantrekken van nieuwe leningen wordt naast het rentepercentage ook afgewogen hoe de nieuwe lening past in het geheel van de jaarlijkse aflossingen. Gestreefd wordt naar een zo gelijkmatig mogelijk aflossingspatroon. 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 raming raming raming raming raming raming

staat van geldleningen 1-1 405.770 429.491 464.227 440.636 462.311 512.074 537.006 542.382 546.699 aflossingen 58.780 35.264 53.591 63.325 60.237 30.068 44.624 30.683 29.259 opgenomen 82.500 70.000 30.000 60.000 429.490 464.227 440.636 437.311 402.074 482.006 492.382 511.699 517.440 op te nemen - - 25.000 110.000 55.000 50.000 35.000 50.000 verwacht verloop vaste schuld 31- 12 429.490 464.227 440.636 462.311 512.074 537.006 542.382 546.699 567.440

Rente vaste schuld Het gemiddelde rentepercentage voor de vaste schuld ligt momenteel tussen de 2% en 3% en verwacht wordt dat dit de komende jaren zo zal blijven. Wel zal de gemiddelde rente iets stijgen omdat de berekende rente voor toekomstige leningen - conform de uitgangspunten voor de begroting - iets boven het gemiddelde ligt.

2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 raming raming raming raming raming raming

totaal vaste schuld 429.491 464.227 440.636 462.311 512.074 537.006 542.382 546.699 567.440

rente 10.883 10.755 10.135 10.248 10.619 11.291 11.945 11.853 11.886

gemiddeld % op vaste schuld 2,61% 2,41% 2,24% 2,27% 2,18% 2,15% 2,21% 2,18% 2,13%

Rente in % van de lasten Naast het streven om de schulden niet te hoog op te laten lopen (schuldvermindering) moet ook gekeken naar de lasten die gepaard gaan met het aantrekken van leningen. Uitgedrukt in een percentage van de totale lasten is het aandeel van de rente in de totale uitgaven al gedurende een reeks van jaren onder de 3%; ook in de meerjarenramingen blijft het aandeel van de rente redelijk stabiel. 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 raming raming raming raming raming raming

rente 10.883 10.755 10.135 10.248 10.619 11.291 11.945 11.853 11.886

totaal lasten na bestemming 434.101 439.047 445.876 423.647 417.516 422.146 425.963 426.157 428.932

rente in % lasten (na bestemming)) 2,51% 2,45% 2,27% 2,42% 2,54% 2,67% 2,80% 2,78% 2,77%

Begroting 2019 - Paragrafen 135 Liquiditeitenbeheer De financiering van de totale gemeentelijke activiteiten is gebaseerd op integrale financiering. Afhankelijk van de renteontwikkeling wordt eerst de ruimte die de kasgeldlimiet biedt om kort geld aan te trekken voor o.a. voorfinanciering van investeringen optimaal benut. Het moment van omzetting van kort geld naar lang geld hangt onder meer af van de renteontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt alsmede van de nog te benutten ruimte voor kort geld ten opzichte van de kasgeldlimiet. De looptijd van de geldlening wordt bepaald door de aard van de te financieren investeringen, de resterende looptijd van de bestaande leningen en de te betalen rentepercentages bij de verschillende termijnen van de leningen. Bij het aantrekken van geldleningen op de kapitaalmarkt wordt bij tenminste drie financiële instellingen offerte gevraagd.

Toerekening rente Een van de recente wijzigingen van de BBV met betrekking tot rente is dat inzicht moet worden gegeven in de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening aan investeringen, grondexploitatie en taakvelden.

Renteschema

a. Externe rentelasten over de korte en lange financiering 10.397 b. Externe rentebaten 1.860 Totaal door te rekenen externe rente 8.537 c. Rente die aan de grondexploitatie wordt doorberekend 1.214

Rente van projectfinanciering die aan taakvelden wordt doorberekend - 1.214 Saldo door te rekenen externe rente 7.323 d1. Rente over eigen vermogen 102

d2. Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) -

De aan taakvelden (programma's inclusief overzicht Overhead) toe te rekenen rente 7.425 De aan taakvelden (programma's inclusief overzicht Overhead) e. toegerekende rente 8.421 f. Renteresultaat op het taakveld treasury 996

Uitzetting In principe worden geen nieuwe geldleningen verstrekt aan derden. Aanvragen van instellingen die geen leningen kunnen aantrekken van financiële instellingen zonder gemeentegarantie, worden aan ons voorgelegd. Het komt voor dat gemeenten worden aangesproken op verleende garanties. Wij zijn van oordeel dat op het terrein van garanties een voorzichtig beleid moet worden gevoerd. Wij hebben de volgende garanties verstrekt: restantbedrag 31- Naam geldgever Doel van de geldlening Naam geldnemer 12-2019

Rabo Voor- en nafinanciering project DPE € 7.000.000 (borgstelling 100%) DEO Regeling Energielening Emmen diversen € 300.000 (borgstelling 29,67%) Totaal € 7.300.000

Onderstaande leningen zijn gegarandeerd bij wijze van achtervang INTER PARES / WOON- WSW Woningbouw COM / WOONZORG € 343.698.000 Nat. HYP. Garantie € 7.824.216

Relatiebeheer Het totale betalingsverkeer vindt plaats via een tweetal banken, te weten de BNG Bank (BNG) te Den Haag (huisbank) en de Rabobank. Het betalingsverkeer, bijvoorbeeld tussen de rijksoverheid en de gemeente, vindt voor het grootste gedeelte plaats bij de BNG. Het storten van kasgeld van bijvoorbeeld ontvangsten Burgerzaken, het zwembad en marktgelden wordt afgehandeld bij de Rabobank. De gemeente maakt gebruik van compensabele rekeningstelsels, dit betekent dat de rente wordt berekend over het totaal van alle rekeningen per bank. Er wordt naar gestreefd het aantal bankrekeningen verder te beperken.

Begroting 2019 - Paragrafen 136 Saldobeheer De saldi van bankrekeningen worden elke dag geraadpleegd. Indien nodig worden de saldi van de Rabobank afgeroomd ten gunste van de huisbank BNG. Overschotten op de BNG moeten (rekening houdend met een vrij te laten deel) worden afgestort bij ’s Rijks Schatkist De gemeente voert een actief debiteuren- en crediteurenbeheer, gericht op het snel incasseren van vorderingen en een correct betalingsgedrag door het betalen op de uiterste vervaldag. Indien door betalingskortingen snel betalen voordeliger is wordt voor deze betalingswijze gekozen.

4.4 Administratieve organisatie Het geldverkeer vereist een goede administratieve organisatie. In het treasurystatuut is bij de toewijzing van bevoegdheden zoveel mogelijk uitgegaan van de vereiste functiescheiding tussen besluitvorming, uitvoering, administratie en controle. Medio 2018 is het Treasurystatuut en het Uitvoeringsbeleid aangepast. Maar ook in het begrotingsjaar 2019 zal het ingezette beleid worden getoetst aan de werkelijkheid en daar waar nodig zullen verbeteringen worden aangebracht.

4.5 Informatievoorziening In de jaarrekening zal verslag worden gedaan van de treasuryfunctie. De in deze financieringsparagraaf aangehouden indeling zal hierbij worden aangehouden. In de Beraps zullen indien nodig de ontwikkelin- gen over de treasuryfunctie worden weergegeven. Tevens is dit onderwerp van gesprek met de accountant.

4.6 Financiële kengetallen Kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting en kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie van de gemeente.

In deze paragraaf worden de volgende (verplichte) kengetallen weergegeven: netto schuldquote en de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, solvabiliteitsratio, grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit. Deze kengetallen maken inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen.

Voor de beoordeling van de financiële positie is het belangrijk dat zowel naar de balans als naar de exploitatie wordt gekeken. In de kengetallen structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit komt tot uitdrukking of de gemeente over voldoende structurele baten beschikt, en welke mogelijkheid er is om de structurele baten op korte termijn te vergroten. De kengetallen netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, solvabiliteitsratio en grondexploitatie hebben betrekking op de balans.

1A. Netto schuldquote Dit kengetal geeft een indicatie van de hoogte van de schuld. Hiermee kan een oordeel worden gevormd in hoeverre het inkomen van de gemeente toereikend is om de schuldverplichtingen te voldoen. Het kengetal drukt het saldo van de bruto schulden en geldelijke bezittingen uit in een percentage van het inkomen.

Ultimo jaar Rek. 2017 Begr. 2018 Begr. 2019 Begr. 2020 Begr. 2021 Begr. 2022 A Vaste schulden 440.694 437.312 402.074 482.006 492.382 511.699 B Netto vlottende schuld 66.095 75.000 75.000 75.000 75.000 75.000 C Overlopende passiva 37.581 43.079 43.888 42.877 43.658 37.223 D Financiële activa 17.391 16.267 16.267 16.267 16.267 16.267 E Uitzettingen < 1 jaar 38.892 34.071 35.071 36.071 36.071 36.071 F Liquide middelen 2.390 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 G Overlopende activa 10.677 11.250 10.250 9.250 9.250 9.250 H Totale baten (dus excl. mutaties reserves) 409.813 404.670 411.756 419.110 422.545 423.599

Netto schuldquote 115,9% 121,8% 111,3% 128,2% 129,8% 132,5% (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100% Streefwaarde tussen 90-130% 90-130% 90-130% 90-130% 90-130% 90-130%

Begroting 2019 - Paragrafen 137 Netto schuldquote

streefwaarde

140%

120%

100%

80%

60%

132,5%

129,8%

128,2%

121,8% 115,9% 40% 111,3%

20%

0% Rek. 2017 Begr. 2018 Begr. 2019 Begr. 2020 Begr. 2021 Begr. 2022

Netto schuldquote

1B. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen Doordat een schuld kan worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die gelden vervolgens worden doorgeleend aan bijvoorbeeld woningbouwcorporaties wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen).

Ultimo jaar Rek. 2017 Begr. 2018 Begr. 2019 Begr. 2020 Begr. 2021 Begr. 2022 A Vaste schulden 440.694 437.312 402.074 482.006 492.382 511.699 B Netto vlottende schuld 66.095 75.000 75.000 75.000 75.000 75.000 C Overlopende passiva 37.581 43.079 43.888 42.877 43.658 37.223 D Financiële activa 74.347 72.991 70.476 69.172 67.923 63.359 E Uitzettingen < 1 jaar 38.892 34.071 35.071 36.071 36.071 36.071 F Liquide middelen 2.390 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 G Overlopende activa 10.677 11.250 10.250 9.250 9.250 9.250

H Totale baten (dus excl. mutaties reserves) 409.813 404.670 411.756 419.110 422.545 423.599

Netto schuldquote 102,0% 107,8% 98,2% 115,6% 117,6% 121,4% (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100% Streefwaarde tussen 90-130% 90-130% 90-130% 90-130% 90-130% 90-130%

Begroting 2019 - Paragrafen 138 Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte geldleningen

streefwaarde 140%

120%

100%

80%

60%

121,4%

117,6%

115,6%

107,8% 102,0% 40% 98,2%

20%

0% Rek. 2017 Begr. 2018 Begr. 2019 Begr. 2020 Begr. 2021 Begr. 2022

Netto schuldquote

2. De solvabiliteitsratio: De solvabiliteitsratio geeft de mate aan waarmee de gemeentelijke bezittingen zijn betaald met eigen middelen. Anders gezegd, het aandeel eigen vermogen in het totaal vermogen. Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen.

Het eigen vermogen van een gemeente bestaat volgens artikel 42 BBV uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten. De hoogte van de deze ratio geeft in combinatie met de andere kengetallen (o.a. weerstandscapaciteit) een indicatie over de financiële positie van een gemeente.

Ultimo jaar Rek. 2017 Begr. 2018 Begr. 2019 Begr. 2020 Begr. 2021 Begr. 2022 A Eigen vermogen 53.476 37.997 35.347 38.150 41.516 45.414 B Balanstotaal 608.126 627.009 672.637 696.960 704.875 705.479

Solvabiliteit (A/B) x 100% 8,8% 6,1% 5,3% 5,5% 5,9% 6,4%

Uit bovenstaand overzicht blijkt dat het eigen vermogen na 2017 eerst een dalende lijn vertoont; dat wordt met name veroorzaakt door onttrekkingen aan de reserves tot een bedrag van € 16,5 mln. de belangrijkste mutaties vinden plaats op de volgende reserves: de algemene reserves, inclusief de verwerking van het resultaat 2017 ad € 4,3 mln, SIOF, Sociaal Domein en Emmen Vernieuwd.

3. Kengetal grondexploitatie Het financiële kengetal ‘grondexploitatie’ geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde) is ten opzichte van de jaarlijkse baten. De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant moet ieder jaar beoordelen of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.

In het BBV wordt gevraagd om in de balans afzonderlijk op te nemen: - Grond- en hulpstoffen gespecificeerd naar: 1. Niet in exploitatiegenomen bouwgronden; en 2. Overige grond- en hulpstoffen. De niet in exploitatie genomen bouwgronden worden met ingang van het jaar 2016 onder de materiële vaste activa verantwoord en maken derhalve geen deel meer uit van dit kengetal.

Begroting 2019 - Paragrafen 139 Ultimo jaar Rek. 2017 Begr. 2018 Begr. 2019 Begr. 2020 Begr. 2021 Begr. 2022 A Niet in exploitatie genomen bouwgron-den 0 0 0 0 0 0 (verminderd met voorzieningen) B Bouwgronden in exploitatie (verminderd met 34.522 35.793 33.921 30.036 25.680 23.835 voorzieningen) C Totale baten (dus excl. mutaties reserves) 409.813 404.670 411.756 419.110 422.545 423.599 Grondexploitatie (A+B)/C x 100% 8,4% 8,8% 8,2% 7,2% 6,1% 5,6%

4. Structurele exploitatieruimte De structurele exploitatieruimte geeft aan hoe wendbaar een gemeente is. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken.

Ultimo jaar Rek. 2017 Begr. 2018 Begr. 2019 Begr. 2020 Begr. 2021 Begr. 2022 A Totale structurele lasten 405.383 397.348 412.017 413.399 416.329 417.032 B Totale structurele baten 398.550 394.897 406.343 417.231 420.693 422.848 C Totale structurele toevoegingen aan de 8.628 496 -3.150 915 -720 1.492 reserves D Totale structurele onttrekkingen aan de 17.521 8.042 1.853 3.227 4.613 3.220 reserves E Totale baten 441.573 407.245 417.830 420.624 423.306 424.347

Structurele exploitatieruimte 0,5% 1,3% -0,2% 1,5% 2,3% 1,8% ((B-A)+(D-C))/(E) x 100%

5. Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden De ruimte die de gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Onder de woonlasten wordt verstaan de OZB en de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in de gemeente. De belastingcapaciteit van de gemeente wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in enig jaar te vergelijken met het landelijk gemiddelde in het voorgaande jaar en uit te drukken in een percentage. Uit onderstaande tabel blijkt dat de woonlast in Emmen langzamerhand toegroeit naar het landelijk gemiddelde (rekening houdend met een jaarlijkse stijging van dit gemiddelde met 1%).

Ultimo jaar Rek. 2017 Begr. 2018 Begr. 2019 Begr. 2020 Begr. 2021 Begr. 2022 A OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ- 311 314 309 309 309 309 waarde B Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ- 167 169 167 167 167 167 waarde C Afvalstoffenheffing voor een gezin 276 276 281 281 281 281 D Eventuele heffingskorting E Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde 754 759 757 757 757 757 WOZ-waarde (A+B+C-D) F Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin 723 726 733 741 748 755 in t-1 Opm.: voor de totale woonlasten landelijk gemiddelde is voor de begroting 2019 tot en met 2022 uitgegaan van een jaarlijkse stijging met 1%

Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde 104,3% 104,5% 103,2% 102,2% 101,2% 100,2% jaar er voor (E/F) x 100% Streefwaarde tussen 95-105% 95-105% 95-105% 95-105% 95-105% 95-105%

Begroting 2019 - Paragrafen 140 Woonlasten ten opzichte van het landelijk gemiddelde streefwaarde 110%

105%

100% 104,5%

95% 104,3%

103,2%

102,2%

101,2% 100,2%

90% Rek. 2017 Begr. 2018 Begr. 2019 Begr. 2020 Begr. 2021 Begr. 2022

Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar er voor

Begroting 2019 - Paragrafen 141

Begroting 2019 - Paragrafen 142 5. Paragraaf bedrijfsvoering

Organisatie-ontwikkeling De samenleving heeft steeds vaker een belangrijke rol in de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. Digitalisering maakt informatie sneller toegankelijker en transparanter. De rol van de overheid verandert. De samenleving wordt steeds complexer en verandert sneller. Deze bewegingen stellen andere eisen aan de organisatie en aan onze medewerkers. Meer gericht op de (wensen van de) samenleving en onze inwoners. De betekenis van de ontwikkelingen voor onze organisatie hebben wij vertaald in een visie op de gewenste ontwikkeling van de organisatie. De organisatie zet koers naar andere manieren van werken en organiseren waardoor sneller en effectiever gereageerd kan worden op vragen van inwoners, ondernemers, partners en in de ondersteuning van het bestuur.

Het organisatieontwikkelingstraject, met als titel Emmen Ontwikkelt VeRDeR (EOV), kent twee centrale richtinggevende ambities: - Goede dienstverlening’ - ‘Meer van de samenleving’. Om deze ambities waar te kunnen maken zijn er drie essentiële randvoorwaarden geformuleerd: ‘Bevlogen medewerkers’, ‘Slagvaardige organisatie’ en ‘Situationeel organiseren’. En om de ambities en randvoorwaarden goed te verbinden met elkaar is investeren in ‘(persoonlijk) leiderschap’ van belang. (Persoonlijk) leiderschap staat voor het steeds professioneler handelen van medewerkers vanuit eigen kracht en zelfsturing waarbij medewerkers eigenaarschap en verantwoordelijkheid nemen voor zichzelf, hun bijdrage en hun omgeving EOV brengt veranderingen in onze aanpak teweeg, vraagt een andere houding en ander gedrag van onze medewerkers en doet een appél op de professionaliteit van onze medewerkers. De bedoeling is om medewerkers uit te dagen echt goed te luisteren naar de inwoner/klant en zich in haar/hem te verplaatsen en daarbij een kanteling te maken van ‘sturend’ naar ‘faciliterend’.

De opgave voor 2019 is vooral om de benodigde veranderingen nog dichterbij de medewerkers te brengen. Er zijn goede stappen gezet in de afgelopen jaren maar, het is nu van belang door te pakken. De bedoeling is om in 2019 Emmen ontwikkelt VeRDeR (EOV) programmatischer aan te pakken, waarbij integratie plaats gaat vinden met het huidige programma dienstverlening. De bedoeling van de organisatieontwikkeling blijft hetzelfde maar met versterking van de samenhang en daarmee de doelmatigheid en effectiviteit van de diverse inspanningen.

Bedrijfsvoering en control In 2019 - maar ook daarna – ligt er de opgave om de bedrijfsvoering structureel op orde te brengen met als bedoeling voldoende ruimte voor ontwikkeling en innovatie. Dit is nodig om adequaat in te kunnen blijven spelen op de verschillende maatschappelijke en technologische ontwikkelingen die in rap tempo op de gemeente afkomen. Dit gaat hand in hand met de organisatieontwikkeling want het vraagt iets van de wijze waarop het werk georganiseerd wordt, van de professionaliteit van de medewerkers en inzet van middelen. In 2019 zal verder invulling worden gegeven aan het ‘inregelen’ van de ondersteunende processen en systemen waarmee de bedrijfsvoering effectief en efficiënt blijft functioneren. Tevens zal ingezet worden op de doorontwikkeling van de managementinformatie; een dashboard die vooral gericht is op inzicht in, verbetering van en ontwikkeling van de bedrijfsvoering. In 2019 wordt contractmanagement verder vorm gegeven. Het doel is om nog beter te kunnen sturen op het aangaan, verlengen en beëindigen van contracten. Voor een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering is dit noodzakelijk, maar ook om rechtmatig te kunnen handelen. Hiervoor is inzicht nodig in de bestaande contracten en meer bewustwording van inkoop- en aanbestedingsregels. In 2018 zijn de contracten inzichtelijk gemaakt en geclassificeerd. In 2019 wordt een vervolg gegeven aan bewustwording en het sturen op contracten. De impact ligt in de samenleving, bij onze inwoners, én het bestuur. Daar willen we het realiseren van de ambities voelbaar laten worden.

In het kader van flexibilisering is via de kadernota 2018 een integraal personeelsbudget ingesteld. Afgesproken is dat deze jaarlijks bij de behandeling van de begroting vastte stellen. Onder personeelsbudget wordt het volgende verstaan: de personele inzet – uitgedrukt in €’s – die nodig is om de in de begroting vastgestelde maatschappelijke effecten in het begrotingsjaar te realiseren. Het personeelsbudget kent een vast deel (minimaal 80%) en een flexibel deel (maximaal 20%). De verhouding tussen vast en flexibel is een richtlijn. Het feitelijke percentage van flexibele deel verschilt in de tijd. Het totale integrale personeelsbudget voor 2019 is € 63,4 mln..

Begroting 2019 - Paragrafen 143 Gedurende het jaar kunnen er mutaties plaatsvinden: - Begrote inkomsten uit externe middelen, subsidies etc. - Op basis van raadsbesluiten gedurende het jaar.

Het streven is om zoveel mogelijk werkzaamheden/klussen uit te voeren met eigen mensen, waarbij tegelijkertijd ook bewust keuzes worden gemaakt wanneer juist niet.Met als doel om enerzijds intern expertise op te bouwen, voor die werkzaamheden die structureel van karakter zijn. Maar anderzijs voor (grote) pieken in het werk, slagvaardigheid of waar specialistische kennis en ervaring nodig is, wordt gebruik gemaakt van externe kennis en ervaring.

Doordat de organisatie bewust kiest voor het werken vanuit vertrouwen en minder vanuit bureaucratie en control-sturing, ontstaat hierdoor een spanningsveld tussen sturing en beheersing enerzijds en autonomie en verantwoordelijkheden laag in de organisatie anderzijds. Dit betekent dat we de organisatie zodanig moeten inrichten dat met een minimum aan beheersmaatregelen een zo optimaal mogelijke beheersing wordt gerealiseerd. Het voornemen is om in 2019 te werken met zogenaamde control arrangementen om zodoende flexibel in te spelen op control vraagstukken en om de kosten van control te beperken. Per proces wordt bekeken welke control-instrumenten wij willen inzetten, waarbij de control-instrumenten zo min mogelijk belastend, maar wel effectief zijn. Voor de jeugdzorg is bijvoorbeeld vastgesteld daar meer control noodzakelijk is. Het basisarrangement geldt voor alle processen. De control-instrumenten zijn gericht op het onderbouwen van ‘gerechtvaardigd vertrouwen’. Jaarlijks wordt in afstemming met de lijn een jaarplan gemaakt en capaciteit toegedeeld. Hierbij worden de leerervaringen en bijstellingen betrokken vanuit de leercyclus van control als geheel. Om de benodigde control inspanningen gestalte te geven is control met 1 fte uitgebreid.

Strategisch personeelsbeleid Het huidige personeelsbeleid wordt actief ingezet voor de route naar de organisatie van de toekomst en het stimuleren van de gewenste beweging van de organisatieontwikkeling. Het is van strategisch belang om te investeren in medewerkers richting eigen ontwikkeling en persoonlijk leiderschap. Immers, zij zijn het menselijk kapitaal van de organisatie.

De ambities in de ontwikkelrichting leiden tot een heroriëntatie op HRM. Er zijn trajecten in gang gezet met het doel de HR keten optimaal en adequaat in te zetten op de diverse opgaven met als doel het HR-beleid en de daarbij horende (uitvoerings-)componenten te richten op een innovatieve manier van denken, werken en organiseren. De bedoeling is om, evenals voortgaande jaren, de vitaliteit & duurzame inzetbaarheid, rolduidelijkheid, flexibiliteit, het (persoonlijk) leiderschap en het leren van medewerkers én de organisatie op een efficiënte en effectieve wijze mogelijk te maken. In 2019 wordt ingezet op:  Veranderende rol teamleiders  Verjonging (o.a. trainees)  Flexibele inzetbaarheid  Talentontwikkeling en leren;  Teamontwikkeling en zelforganisatie;  Betrokkenheid en verbondenheid, passie en plezier;  Continuïteit van beschikbaar talent. In 2019 wordt – naast het optimaliseren van de HR keten – geïnvesteerd in persoonlijk leiderschap en leiderschapsontwikkeling.

Binnen de BOCE-samenwerking is een aantal elementen van belang die gericht zijn op strategisch personeelsbeleid en die parallel lopen met de voor Emmen gewenste beweging en ontwikkeling. De strategische HR doelstellingen in BOCE-verband betreffen: leren en ontwikkelen, flexibilisering, (persoonlijk) leiderschap en professionalisering. In 2019 wordt gewerkt aan modern werkgeverschap door verdergaande samenwerking op het gebied van leren en ontwikkelen en nadere uitwerking van de flexibilisering.

Bereikbare gemeente, ook digitaal “Samen Investeren!” is het motto voor deze bestuursperiode. In het bestuursakkoord en het collegeprogramma wordt de ambitie van een bereikbare gemeente benoemd. Goede bereikbaarheid van woon- en werkplekken en talloze voorzieningen, zoals winkels, scholen en zorgvoorzieningen, is van vitaal belang voor het functioneren van de samenleving. Bereikbaarheid beperkt zich niet alleen tot fysieke bereikbaarheid, maar gaat ook over digitale bereikbaarheid in een informatiesamenleving. Een absoluut vereiste voor ‘Emmen 2030: dáár wil je zijn’, is dat we beschikken over de modernste digitale infrastructuur. We willen naar een optimale ontsluiting van het internet, onder anderen via glasvezel en zodra mogelijk via het 5G-netwerk. Daarom zijn ook extra middelen beschikbaar gesteld om deze ambities te realiseren.

Begroting 2019 - Paragrafen 144 Het gebruik van informatietechnologie moet verder gaan dan alleen het slim inzetten van digitale dienstverlening. We willen vanaf 2019 passende, digitale diensten aanbieden én ons ontwikkelen naar een informatie gestuurde organisatie. Maar waarom? De verandering naar een informatiegestuurde organisatie betekent de beschikking over actuele, juiste en relevante informatie voor iedereen! Goed gebruik van digitale informatie is een harde voorwaarde voor de gemeente om publieke waarde te kunnen realiseren naar de toekomst. Dit vraagt in 2019 om een bedrijfsvoering die in balans is en waarin informatie als extra pijler wordt gezien. Randvoorwaardelijk vraagt dat in 2019 een passend kennisniveau van de medewerkers én de technische basis op orde, voor het glasvezel en het 5G-netwerk. Hier gaan we ons in 2019 op richten én in investeren.

Dit betekent dat wij in 2019 een verkenning starten om daarmee te onderzoeken op welke pijlers we ons als eerste moeten richten. Vanuit toegevoegde waarde worden de pijlers gekozen. De pijlers zijn onder andere: - Problematiek Angelslo: door het combineren van (bestaande) gegevens in een dashboard, creëren we de mogelijkheid voor verbanden tussen problematiek en effecten van de maatregelen. Doen we de goede dingen? - Sociaal Domein: Gezamenlijk inzicht verschaffen aan alle deelnemende partijen in de inspanningen die lopen en de gewenste effecten (stuurwiel Sociaal Domein). Hiervoor leiden we onze eigen (en nieuwe) medewerkers op voor een datawarehouse als solide basis voor deze vragen. - Omgevingswet: Verder bouwen aan het Digitaal Stelsel Omgevingswet om de gelijkwaardige informatiepositie van inwoners en bedrijven een stapje dichterbij te brengen. In 2019 zal vanuit het onderzoek een eerste pijler worden gekozen inclusief een haalbaar resultaat. Dit resultaat komt in 2019 tot stand, daar waar mogelijk, vanuit gezamenlijkheid (partners vanuit de Omgevingswet, Sociaal domein, Samen Organiseren: Common Ground, Gemeentelijke Basisprocessen Inkomen (GBI) en Gemeentelijke Generieke Infrastructuur (GGI), BOCE, etc.). Het uiteindelijke resultaat wordt met inachtneming van de beginselen en principes uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming gerealiseerd.

Privacy en Informatieveiligheid Om onze eerder genoemde ambities voor dienstverlening en informatiemanagement te realiseren willen we een goede samenwerking met ketenpartners over de verschillende domeinen heen. Voor het optimaliseren van deze samenwerking hebben we de wens om meer (persoons-)gegevens te verzamelen, te delen en te analyseren om effectiever de gemeentelijke taken uit te voeren en de gewenste dienstverlening aan inwoners en ondernemers te leveren. Het rechtmatig en betrouwbaar uitwisselen van (vertrouwelijke) informatie is daarvoor noodzakelijk. Het is de kunst voor de bedrijfsvoering van de gemeente Emmen om de ambities in evenwicht te (blijven) houden met de individuele grondrechten van onze inwoners, zoals de privacy. Sinds 25 mei 2018 zijn de aangescherpte Europese privacy normen uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)van kracht en van belang voor dit evenwicht. Een zorgvuldige en veilige omgang met de gegevens van inwoners en ondernemers vormt een essentiële bouwsteen voor het vertrouwen van hun in de overheid.

Omdat wij als gemeente doordrongen zijn van onze verantwoordelijkheid hierin willen wij als gemeente Emmen voldoen aan de eisen vanuit de AVG. Om dit duurzaam te realiseren is in de organisatie meer bewustzijn en focus nodig voor onderwerpen als bescherming van persoonsgegevens en informatiebeveiliging.

In 2018 is het project AVG verder gegaan met het realiseren van de zeven AVG-maatregelen die vanuit VNG waren geadviseerd om minimaal per 25 mei 2018 voor elkaar te hebben. In 2018 heeft BDO een QuickScan uitgevoerd op basis van de gehele AVG en heeft BMC voor het verplichte register van verwerkingsactiviteiten alle verwerkingen van persoonsgegevens in beeld gebracht. Hierdoor is er nu meer inzicht ontstaan over welke organisatorische en technische maatregelen nog gerealiseerd moeten worden om in de gehele bedrijfsvoering conform de AVG om te gaan met persoonsgegevens. In 2019 en 2020 wordt vanuit risicomanagement planmatig verdere stappen gezet om de resterende uitgangspunten en eisen vanuit de AVG en Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (BIG) gefaseerd te implementeren en stevige te verankeren binnen de organisatie. De komende jaren zijn er in het licht van de AVG verder nog diverse andere inspanningen noodzakelijk, onder meer op het gebied van security, verantwoordingsplicht, gegevensmanagement en contractmanagement.

Hierdoor kan de gemeente Emmen in lijn met de dienstverleningsambities van de gemeente Emmen in steeds grotere mate voldoen aan de geldende principes en eisen uit de normenkaders op het gebied van informatiebeveiliging en privacy voor de diverse basisregistraties en domeinen. Deze aanpak strookt met het programma Digitale Agenda 2020 waar alle gemeenten zich aan hebben geconformeerd. In de te realiseren

Begroting 2019 - Paragrafen 145 pijlers van dit programma zijn de elementen privacy en informatieveiligheid expliciet opgenomen als randvoorwaardelijkheden.

Vanaf 2017 wordt het Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) stelsel door alle gemeenten gebruikt voor de verantwoording over de basisregistraties, PUN (Paspoortuitvoeringsregeling Nederland), DigiD en Suwinet, voor zover dit informatieveiligheid betreft. Het ENSIA-stelsel heeft tot doel het verantwoordingsproces over informatieveiligheid bij gemeenten verder te professionaliseren door het toezicht te bundelen en aan te sluiten op de gemeentelijke Planning & Control-cyclus. In 2019 krijgt het gemeentebestuur mede door de jaarlijkse ENSIA-rapportage meer overzicht over de stand van zaken van de informatieveiligheid en kan het hier ook beter op sturen.

Begroting 2019 - Paragrafen 146 6. Paragraaf Verbonden partijen

Inleiding In de paragraaf verbonden partijen besteden wij aandacht aan derden rechtspersonen (verbonden partijen), waarmee de gemeente Emmen een bestuurlijk en/ of financieel belang heeft. Verbonden partijen betreffen (participaties in) ondernemingen, gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen.

Definities Volgens het BBV is er sprake van een verbonden partij als er zowel een bestuurlijk als financieel belang is. Van bestuurlijk belang is sprake wanneer de gemeente op enigerlei wijze zeggenschap heeft, door een zetel in het bestuur of door stemrecht. Onder financieel belang wordt verstaan dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt raakt ingeval van faillissement van de verbonden partij of dat de gemeente voor een bepaald bedrag aansprakelijk wordt gesteld als de verbonden partij zijn/ haar verplichtingen niet na komt.

Doelstelling Elke verbonden partij draagt direct of indirect bij aan de beleidsdoelen van de gemeente. Dit is verwoord onder visie ten opzichte van de doelstelling in onderstaande tabel. In april 2008 heeft de raad de Nota verbonden partijen gemeente Emmen vastgesteld. In de Nota wordt ingegaan op de visie en de beleidsuitgangspunten ten aanzien van verbonden partijen en het beheer en toezicht op verbonden partijen. De positie’s, activiteiten en risico’s van de verbonden partijen zijn verwerkt in de beleidprogramma’s waarop de samenwerking betrekking heeft.

Deelnemingen De deelnemingen zijn gerubriceerd naar de volgende categorieën: A. Deelname in Gemeenschappelijke regelingen; B. Deelname in stichtingen/ verenigingen/ overige; C. Deelname in coöperaties/ vennootschappen; D. Deelnemingen niet zijnde verbonden partijen. In de kolom financieel belang zijn, indien beschikbaar, de meest recente cijfers verwerkt. Dit betekent dat de jaartallen in deze kolom niet voor alle verbonden partijen hetzelfde zijn.

A. Deelname in gemeenschappelijke regelingen

Programma Verbonden partij Bestuurlijk belang / Financieel belang participatie 2 Recreatieschap De 12 Drentse In de begroting 2019 is rekening gehouden met Drenthe gemeenten een meerjarige bijdrage van € 153 .000 aan het Gevestigd te Diever participeren. De Recreatieschap Drenthe. burgemeester is Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: voorzitter van het E.V. begin 2019: € 677.000 dagelijks bestuur en E.V. eind 2019: € 685.000 het algemeen bestuur. V.V. begin 2019: € 685.000 De portefeuillehouder V.V. eind 2019: € 685.000 Recreatie en Toerisme Resultaat: nihil is lid van het algemeen bestuur. 2 Eems Dollard Regio De portefeuillehouder In de begroting 2019 is rekening gehouden met (EDR) internationale een meerjarige bijdrage van € 10.500 aan de Gevestigd te Bad betrekkingen is lid van Eems Dollard Regio. Nieuweschans het dagelijks bestuur Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: en algemeen bestuur. N.B. 9 Gemeentelijke De 12 Drentse In de begroting 2019 is rekening gehouden met Gezondheidsdienst gemeenten een meerjarige bijdrage van € 2.595.000 voor de Drenthe (GGD) participeren. De jeugd en € 932.000 voor de overige taken. Gevestigd te Assen gemeente is in het Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: dagelijks bestuur en E.V. begin 2017: € 2,3 miljoen algemeen bestuur E.V. eind 2017: € 2,3 miljoen vertegenwoordigd V.V. begin 2017: € 3,1 miljoen door de V.V. eind 2017: € 1,9 miljoen portefeuillehouder Resultaat 2017: € 118.000 voordelig Volksgezondheid. De portefeuillehouder is tevens vicevoorzitter.

Begroting 2019 - Paragrafen 147 3 Gemeenschappelijke De 12 Drentse In de begroting 2019 is rekening gehouden met Veiligheidsregio gemeenten een meerjarige bijdrage van € 6,5 miljoen aan de Drenthe (VRD) participeren. Het VRD. Gevestigd te Assen algemeen bestuur Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: bestaat uit de E.V. begin 2019: € 1,6 miljoen burgemeesters van de E.V. eind 2019: € 1,5 miljoen aan deze regeling V.V. begin 2019: € 24,1 miljoen deelnemende V.V. eind 2019: € 22,9 miljoen gemeenten. De Resultaat 2019: € 0 Burgemeester is tevens lid van het dagelijks bestuur en plv. voorzitter. 5 Regionale De gemeente is in het In de begroting 2019 is rekening gehouden met Uitvoeringsdienst dagelijks bestuur en een meerjarige bijdrage van € 3,3 miljoen aan de Drenthe algemeen bestuur RUD. Gevestigd te Assen vertegenwoordigd Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: door de E.V. begin 2019: € 577.000 portefeuillehouder E.V. eind 2019: € 590.000 Toezicht en V.V. begin 2019: € 3,8 miljoen Handhaving. De V.V. eind 2019: € 3,8 miljoen portefeuillehouder is Resultaat 2019: € 21.000 voordelig. tevens voorzitter. 9 EMCO groep 3 gemeenten De gemeente draagt bij in het tekort van de Gevestigd te participeren in de EMCO groep. In de begroting 2019 is rekening Emmen EMCO groep. 4 gehouden met een meerjarige bijdrage van 3,2 portefeuillehouders miljoen in 2019, Voor 2020 e.v. is respectievelijk zijn lid van het 3, 5 miljoen ,3,1 miljoen en 2,7 miljoen geraamd. algemeen bestuur. 1 Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: portefeuillehouder is E.V. begin 2019: € 0 tevens voorzitter van E.V. eind 2019: € 0 het db en ab. V.V. begin 2019: € 13,2 miljoen V.V. eind 2019: € 13,1 miljoen Resultaat 2019: € 5,1 miljoen nadelig 10 Bestuursacademie De gemeente is in het Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: Noord Nederland bestuur N.B. (BANN) vertegenwoordigd Gevestigd te door de portefeuille- Groningen houder Organisatie en Personeel.

B. Deelname in stichtingen/ verenigingen/ overige

Programma Verbonden partij Bestuurlijk belang / Financieel belang participatie 5 Stichting Namens de gemeente De gemeente heeft in het verleden eenmalig een Bodembeheer is de portefeuille- bedrag ter beschikking gesteld. Hiermee hebben Schoonebeek houder Milieu en we bijdragen aan het fonds dat door de stichting Gevestigd te Emmen Duurzaamheid lid van beheerd wordt. de raad van toezicht. Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: N.B. 5 PPS Alle partijen hebben De baten en lasten worden gezamenlijk evenredig bestemmingsplan een gelijke stem. verdeeld over de partijen. Er wordt door de Stroomdal Besluiten en kunnen gemeente geen bijdrage betaald. Gevestigd te alleen worden Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: Schoonebeek genomen als alle N.B. partijen aanwezig zijn en met unanimiteit van stemmen. 10 Coöperatieve De portefeuillehouder De gemeentelijke bijdrage voor het basis pakket is vereniging DIMPACT zorg, welzijn en begroot op € 3,38 per inwoner in 2019. Gevestigd te bedrijfsvoering Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: Enschede vertegenwoordigt de N.N.B. gemeente in het algemeen bestuur van de vereniging en de gemeentesecretaris is lid van de raad van commissarissen.

Begroting 2019 - Paragrafen 148

C. Deelname in coöperaties/ vennootschappen

Programma Verbonden partij Bestuurlijk belang / Financieel belang participatie 5 Area Reiniging NV Via stemrecht op 1.600.699 aandelen á € 1 nominaal (volgestort). In Gevestigd aandelen: 54,94%. de begroting 2019 is rekening gehouden met een te Emmen De portefeuillehouder dividend van € 405.000. Op dit moment zijn de Financiën marktontwikkelingen voor Area Reiniging NV vertegenwoordigt de dusdanig dat de dividendverwachting onder druk gemeente Emmen in staat. de AvA. Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: E.V. begin 2017: € 5,7 miljoen E.V. eind 2017: € 6,0 miljoen V.V. begin 2017: € 13,3 miljoen V.V. eind 2017: € 15,7 miljoen Resultaat 2017: € 730.000. In 2018 wordt naar verwachting € 200.000 aan dividend over 2017 ontvangen. 8 Stadionbedrijf Via stemrecht op Certificaten 55.132 á € 1 nominaal. Emmen BV aandelen. 2 leningen (nominaal): Gevestigd te Vertegenwoordiger € 2.247.000; rente 2,75% (voor 50% voorziening Emmen van de gemeente gevormd( Emmen als € 1.040.000; rente 3% aandeelhouder is de Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat portefeuillehouder (afwijkend boekjaar): Financiën. E.V. 30/6 2016: € 1,4 miljoen negatief E.V. 30/6 2017: € 1,4 miljoen negatief V.V. 30/6 2016: € 3,4 miljoen V.V. 30/6 2017: € 3,4 miljoen Resultaat seizoen 2016/2017 : € 2.000 voordelig 10 NV Bank Via stemrecht op 58.266 aandelen á € 2,50 nominaal (volgestort). In Nederlandse aandelen: 0,105%. de begroting 2019 is rekening gehouden met een Gemeenten (BNG) De portefeuillehouder dividend van € 145.500. Gevestigd te Den Financiën Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: Haag vertegenwoordigt de E.V. begin 2017: € 3.753 miljoen gemeente Emmen in E.V. eind 2017: € 4.220 miljoen de AvA. V.V. begin 2017: € 150.247 miljoen V.V. eind 2017: € 135.805 miljoen Resultaat 2017: € 375 miljoen In 2018 is € 147.000 aan dividend over 2017 ontvangen. 10 ENEXIS Holding N.V. Via stemrecht op Na verkoop van een deel van de aandelen eind Gevestigd te aandelen: 0,5917%. 2016 is de dividenduitkering van Enexis BV Rosmalen De portefeuillehouder geschat op € 594.000. Financiën Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: vertegenwoordigt de E.V. juli 2018: € 3.832 miljoen gemeente Emmen in E.V. eind 2018: € 3.804 miljoen de AvA. V.V. juli 2018: € 4.052 miljoen V.V. eind 2018: niet opgegeven door Enexis. Resultaat 2019: € 200 miljoen In 2018 is € 612.000 aan dividend over 2017 ontvangen. 10 Publiek Belang Via stemrecht op De dividenduitkering van PBE BV is inbegrepen bij Elektriciteitsproductie aandelen: 0,8977%. het dividend van ENEXIS Holding N.V.. B.V. De portefeuillehouder Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: Gevestigd te Financiën E.V. begin 2019: € 1,6 miljoen ‘s-Hertogenbosch vertegenwoordigt de E.V. eind 2019: € 1,6 miljoen gemeente Emmen in V.V. begin 2019: € 5.000 de AvA. V.V. eind 2019: € 0 Resultaat 2019: € 20.000 nadelig

Begroting 2019 - Paragrafen 149 10 Verkoop Via stemrecht op Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: Vennootschap BV aandelen: 0,8977%. E.V. begin 2019: € 137.500 Gevestigd te De portefeuillehouder E.V. eind 2019: € 125.000 ‘s-Hertogenbosch Financiën V.V. begin 2019: € 7.500 vertegenwoordigt de V.V. eind 2019: € 7.500 gemeente Emmen in Resultaat 2019: € 12.500 nadelig de AvA. 10 1e CSV Amsterdam Via stemrecht op Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: B.V. (was tot 9 mei aandelen: 0,8977%. E.V. begin 2019: € 770.000 2014 Claim Staat De portefeuillehouder E.V. eind 2019: € 670.000 Vennootschap B.V.) Financiën V.V. begin 2019: € 0 te ‘s-Hertogenbosch vertegenwoordigt de V.V. eind 2019: € 0 gemeente Emmen in Resultaat 2019: € 100.000 nadelig de AvA 10 Vordering op Enexis Via stemrecht op Afwikkeling volgens overeengekomen schema BV Gevestigd te aandelen:0,5917%. De van de vordering inzake de verstrekte bruglening. ‘s-Hertogenbosch portefeuillehouder Rentevergoeding tegen een vooraf Financiën overeengekomen rentepercentage. vertegenwoordigt de Op basis van de in 2009 aangegeven gemeente Emmen in verwachtingen is de rendementsuitkering van de AvA. Vordering op Enexis BV geschat op € 149.000. Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: E.V. begin 2019: € 0 E.V. eind 2019: € 0 V.V. begin 2019: € 356,5 miljoen V.V. eind 2019: € 0 Resultaat 2019: € 20.000 nadelig 10 C.B.L. Vennootschap Via stemrecht op Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: BV Gevestigd te aandelen: 0,8977%. E.V. begin 2019: € 135.000 ‘s-Hertogenbosch De portefeuillehouder E.V. eind 2019: € 125.000 vertegenwoordigt de V.V. begin 2019: € 5.000 gemeente Emmen in V.V. eind 2019: € 5.000 de AvA. Resultaat 2019: € 10.000 nadelig

D. Deelnemingen niet zijnde verbonden partijen Omdat de hieronder gepresenteerde deelnemingen in strikte zin geen verbonden partijen zijn, is de kolom “financieel belang” bij een aantal deelnemingen niet ingevuld. Door middel van onderstaand overzicht schetsen wij een totaalbeeld van de betrokkenheid van de gemeente bij externe partijen.

Programma Deelneming Bestuurlijk belang / Financieel belang participatie 2 Vereniging De gemeente Emmen - Internationaler heeft een zetel in het Naturpark DB en de Bourtanger Moor ledenvergadering. Bargerveen 10 Vereniging VEGANN De portefeuillehouder - Financiën vertegenwoordigt de gemeente in de vereniging. 10 Stichting Als oud-Essent - Duurzaamheid aandeelhouder neemt Essent de gemeente Emmen deel in de Stichting. 10 Wildlands De gemeente Emmen Aan Wildlands Adventure Zoo Emmen zijn/ is Adventure Zoo heeft € 10 mln. onderstaande leningen/ borgstelling verstrekt: Emmen (incl. Atlas certificaten van - Verlenging lopende (achtergestelde) Theater) aandelen in STAK WAZ lening (3,25%) van € 12,5 miljoen; Emmen. STAK WAZ - (Achtergestelde) overbruggingslening Emmen heeft (3,25%) van € 20 miljoen; minimaal 25% van alle - Lening Wereld van Ontmoeting (4,5%) stemmen in NDP B.V. van € 3,5 miljoen; (aandeelhouder van - (Provinciale) Lening (3%) van € 5,7 Wildlands Adventure miljoen; Zoo Emmen B.V.) - Borgstelling lening Rabobank van € 7,5 miljoen.

Begroting 2019 - Paragrafen 150 Programma Deelneming Bestuurlijk belang / Financieel belang participatie Wildlands betaalt in het kader van erfpachtafspraken jaarlijks een erfpachtcanon van € 148.000 aan de gemeente voor P-Zuid. Eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat: E.V. begin 2016: € 6 miljoen negatief E.V. eind 2016: € 19,5 miljoen positief V.V. begin 2016: € 147,7 miljoen V.V. eind 2016: € 76,1 miljoen Resultaat 2016: € 25,5 miljoen voordelig

Begroting 2019 - Paragrafen 151

Begroting 2019 - Paragrafen 152 7. Paragraaf Grondbeleid

Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) verplicht gemeenten om in de begroting en de jaarrekening een paragraaf over het grondbeleid op te nemen. Hierin komt aan bod hoe de gemeente het grondbeleid inzet om de bestuurlijke doelen te bereiken. De toelichting stelt de volgende onderdelen verplicht:

Par. 7.1 Een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen, met daar bijeen aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert; Par. 7.2 Een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie; Par. 7.3 Een onderbouwing van de geraamde winstneming; Par. 7.4 De beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s. Par. 7.5 Trends en ontwikkelingen grondbeleid

In de Meerjaren Perspectief Grondexploitaties 2018 (MPG) is een uitgebreide verantwoording en een financieel doorzicht voor de komende jaren ten aanzien van de grondcomplexen gegeven. Dit document is eind juni 2018 gelijktijdig met de Kadernota aan de gemeenteraad aangeboden. Hiermee vormt deze de laatst vastgestelde herijking van de grondcomplexen.

Het financieel doorzicht is een prognose. De prognose is tot stand gekomen op basis van de meest actuele inzichten, uitgangspunten en veronderstellingen. Het dynamische speelveld waarbinnen de projecten/grondcomplexen zich bevinden staat nooit stil. In paragraaf 7.5 wordt een doorzicht gegeven in de recente trends en ontwikkelingen welke het financieel resultaat van de MPG 2018 zullen beïnvloeden.

7.1 Grondbeleid Grondbeleid In de Kadernota Grondbeleid zijn beleidskeuzes en grondbeleidsinstrumenten beschreven die ingezet worden om gemeentelijke doelstellingen ten opzichte van ruimtelijk beleid te verwezenlijken. De kadernota grondbeleid 2018-2022 is in januari 2018 vastgesteld. De kadernota kende als doelstelling:

“Het aanreiken van handvatten om grondbeleid bij te laten dragen aan (de ontwikkeling van) een toekomstbestendig Emmen”.

Hierbij kiest de gemeente Emmen voor ‘Situationeel grondbeleid’. Per situatie wordt beoordeeld voor welke vorm van grondbeleid wordt gekozen en welk instrument daarbij wordt ingezet.

Uitgangspunt is: Facilitair grondbeleid en pas wanneer de situatie het rechtvaardigt actief grondbeleid.

Beleidsprogramma’s In het bijzonder zijn een tweetal programma’s in de gemeentebegroting van belang voor het grondbeleid. Dat zijn de programma’s ‘bouwen, wonen & milieu’ en ‘economie en werkgelegenheid’. De grondexploitaties zijn een financiële vertaling van het geldende grondbeleid. Uitgangspunt voor de programmering in de grondexploitaties zijn een tweetal rapporten: Bedrijventerreinenanalyse Zuid-Drenthe, Bureau Louter, maart 2016 en Woningmarktonderzoek Emmen, RIGO, december 2016.

Woningbouw De gemeente heeft medio 2018 voor de stads- en dorpsuitbreiding 259 woningbouwkavels in exploitatie beschikbaar. Hiervan zijn 45 kavels in optie. Daarnaast zijn voor projectmatige bouw circa 68 woningbouweenheden beschikbaar. Voor de woningbouwwijk de Delftlanden is een nieuwe visie vastgesteld waarbij 114 gemeentelijke kavels uit de programmering zijn genomen.

Bedrijventerrein De totale voorraad bedrijventerrein van de gemeente Emmen is circa 124,4 hectare. Hiervan is 71,9 hectare financieel afgewaardeerd. Financieel is de programmering hiermee afgedekt. De ruimtelijke vertaling is echter nog niet doorgevoerd. Dit houdt in dat dezelfde hoeveelheid bestemmingscapaciteit is behouden. De vraag vanuit de markt is hierbij richtinggevend.

Rundedal Daarnaast is voor het complex Rundedal grond beschikbaar voor grootschalige bedrijventerreinen. Het terrein is ingericht maar er is wel een bestemmingsplanwijziging nodig. In de Provinciale omgevingsvisie van de provincie Drenthe is opgenomen dat regionale afstemming van belang is om

Begroting 2019 - Paragrafen 153 onderlinge concurrentie en overaanbod tussen gemeenten te voorkomen. Gezien deze complexiteit is het complex Rundedal afgewaardeerd op basis van de huidige bestemming mogelijkheden agrarisch/tuinbouw naar een boekwaarde van € 8,79 miljoen.

Overige gronden Naast gronden in exploitatie heeft de gemeente ook 346 hectare aan gronden waarvoor de planvorming nog niet bekend is. Deze bestaan voornamelijk uit de strategische- en compensatiegronden.

7.2 Financiële positie van de grondcomplexen Boekwaarden Per 1 januari 2018 bedraagt de boekwaarde van de grondcomplexen € 88,74 miljoen nadelig. Naast de boekwaarde zijn voor € 32,35 miljoen aan voorzieningen getroffen. De netto boekwaarde bedraagt (€ 88,74-€32,35) € 56,39 miljoen. Dit is geïnvesteerd vermogen dat terug moet worden verdiend met toekomstige opbrengsten.

De boekwaarde is onderverdeeld in:  ‘Overige gronden’ € 30,1 miljoen nadelig. De boekwaarde bestaat voor € 16,3 miljoen uit strategische grondvoorraad’.  ‘Bouwgrond in exploitatie’1 € 58,6 miljoen nadelig. Voor de bouwgronden in exploitatie is per categorie het verwachte verloop van de boekwaarde tot en met 2023 in beeld gebracht. De verwachting is dat de boekwaarde tot 2019 stijgt waarna die geleidelijk afneemt. Zie onderstaande tabel. De verwachte afname in boekwaarde wordt veroorzaakt door de verwachte verkoop van kavels voor bedrijventerrein en woningbouw.

Verloop Bouwgronden in exploitatie Verwachte verloop boekwaarde vastgestelde grondexploitaties boekwaarde IEG-Gronden (*1.000) stand per 1 januari 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Woningbouw herstructurering 2.182 3.058 3.459 2.790 1.695 1.716 Woningbouw in- en uitbreiding 11.161 10.827 9.963 9.226 8.011 7.015 Bedrijventerreinen 45.241 46.679 45.270 42.792 40.644 39.039 Totaal 58.584 60.564 58.692 54.807 50.350 47.770

Het zwaartepunt van de boekwaarde ligt vooral bij de categorie Industrie- en bedrijventerrein, € 45,2 miljoen van de totale € 58,6 miljoen (Deze boekwaarde is exclusief de boekwaarde van ‘Het Rundedal’ omdat dit grondcomplex nog niet vastgesteld is). In deze categorie hebben drie complexen tezamen al een boekwaarde van € 36,4 miljoen. Dit zijn: Businesspark Meerdijk, De Tweeling en Bedrijvenpark A37. (Tegenover de boekwaarden van deze drie complexen staan voorzieningen tezamen van € 12,3 miljoen).

Plankosten De plankosten worden via de methodiek van tijdregistratie rechtstreeks toegerekend aan de grondcomplexen. In het jaar 2017 is voor € 1,6 miljoen aan plankosten geboekt, voor het jaar 2018 is nagenoeg hetzelfde bedrag begroot.

Resultaten grondexploitaties In de loop van 2017 bleek sprake te zijn van een wijziging in het BBV2 met de voorgeschreven methode van winstnemingen in de lopende grondexploitaties. Tot vorig jaar was het gebruikelijk dat overwegend pas tegen het eind van de looptijd van een grondexploitatie sprake was van winstneming. De percentage of completion methode (POC-methode) is verplicht gesteld. Door toepassing van deze methode worden winsten eerder genomen, naar rato van voortgang van het project.

Voor de BIE-complexen is per complex geraamd wat de verwachte kosten en opbrengsten zijn om het project/plan tot stand te laten komen. Hieruit vloeit een verwacht financieel resultaat. Het cumulatieve verwacht cw-saldo per 1 januari 2018 van alle BIE-complexen bedraagt afgerond € 18,8 nadelig. Conform het voorzichtigheidsbeginsel is voor de verliesgevende BIE-complexen een voorziening getroffen. Het financiële resultaat van een BIE-complex is een prognose. Een project heeft een meerjarig traject waarbij in- en externe omstandigheden het resultaat beïnvloeden.

1 Dit zijn de door de raad vastgestelde grondexploitaties 2 In de BBV staat de regelgeving voor het Besluit Begroting en Verantwoordingstukken. Waarbij de commissie als taak heeft zorg te dragen voor een eenduidige uitvoering en toepassing van het BBV.

Begroting 2019 - Paragrafen 154

Nog te maken kosten en opbrengsten Om het vastgesteld cw-resultaat te realiseren moet enerzijds nog geïnvesteerd worden en anderzijds opbrengsten worden gegenereerd. Per 1 januari 2018 is aan nog te maken investeringen € 32,7 miljoen, aan financieringslasten € 11,4 miljoen geraamd en aan opbrengsten € 77,8 miljoen. Hieruit blijkt dat het resultaat vooral afhankelijk is van de verwachte inkomsten, het verkopen van kavels voor woningbouw of bedrijventerrein. Het totale benodigde raamkrediet van de vastgestelde grondexploitaties bedraagt (per 1 april 2018) € 198,4 miljoen. Het raamkrediet is inclusief rentekosten en kostenstijging.

7.3 Verlies- en winstneming (Voortijdige) winstneming Met ingang van 2017 geldt op basis van de BBV de percentage of completion methode (POC- methode) voor (voortijdige) winstneming. In de POC-methode worden de winsten genomen naar rato van gerealiseerde opbrengsten en kosten. Hiervoor moet het resultaat op de grondexploitatie op betrouwbare wijze zijn ingeschat en de winsten van het project naar de gemeente vloeien. Aan de volgende voorwaarden dient te worden voldaan om winst te kunnen nemen: Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat en de grond moet zijn verkocht en de kosten zijn gerealiseerd. In lijn met de voorwaarden voor de POC-methode is bij de toepassing bij de bedrijventerreinen rekening gehouden met een onzekerheid van 21% op de nog te realiseren opbrengsten. Dit percentage is bepaald op basis van het verschil tussen de opgenomen programmering (72 hectare) en de minimale vraag (57 hectare) zoals deze blijkt uit het rapport van Louter. Toepassing van deze nieuwe regelgeving heeft geleid tot een eenmalige extra voordelig resultaat van € 7,16 miljoen in 2017. Hiermee zijn nagenoeg alle verwachte toekomstige winsten al gerealiseerd.

Verliezen Een grondcomplex kan een verliesgevend resultaat geven of een aanvankelijk winstgevende prognose van een grondexploitatiebegroting kan -door omstandigheden- omslaan naar een verliesgevende begroting. De tot dan toe geactiveerde grondexploitatie krijgt dan een lagere waarde. Daarnaast dient verlies genomen te worden op de gronden in de categorie ‘Overige gronden’ indien de waardering van de gronden lager is de dan marktwaarde. Conform het voorzichtigheidsbeginsel dienen voorziene verliezen direct genomen te worden zodra deze bekend zijn. Dit wordt gedaan door middel van het treffen van een voorziening ter grootte van het verlies op contante waarde. Voor verliesgevende vastgestelde grondexploitaties is per 1 januari 2018 een totaal aan voorzieningen getroffen van € 24,7 miljoen. In de categorie ‘Overige gronden’ is een voorziening van € 7,6 miljoen getroffen.

Begroting 2019 - Paragrafen 155 7.4 Risico’s en weerstandsvermogen De netto boekwaarde (van € 56,4) moet worden terugverdiend door verkoop opbrengsten. Daarin zit vooral het financiële risico van de BIE-gronden. Teneinde de financiële risico’s van de grondcomplexen adequaat te monitoren worden één keer per jaar alle grondcomplexen volledig herzien. Op basis van deze actualisaties wordt de nieuwe stand van zaken gepresenteerd en wordt zo nodig bijgestuurd.

Benodigd weerstandsvermogen in relatie tot risico’s Voor het algemene risico met betrekking tot grondexploitaties is geen specifieke reserve verplicht; de afdekking van de risico’s inzake de grondexploitaties loopt via het algemene weerstandsvermogen. Bij het berekenen van het risicoprofiel van de gemeente Emmen is één risico opgenomen vanuit de grondexploitaties:  Het risico van de grondexploitaties die een langere looptijd dan 10 jaar hebben. Hiervan is een risico berekend van € 3,1 miljoen.

Daarnaast zijn ten aanzien van het grondbeleid een aantal risico’s te benoemen:  Hoewel de waardering van bedrijventerreinen op grondpositie is aangepast, is de bestemming niet gewijzigd. Indien besloten wordt gronden uit te geven die in principe afgewaardeerd zijn kan dit ten koste gaan van een ontwikkeling elders, met mogelijke financiële gevolgen.  Bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen (woningbouw en bedrijventerreinen) moet worden getoetst aan ‘de ladder voor duurzame ontwikkeling’. Er moet aangetoond worden dat er een regionale behoefte aan die ontwikkeling bestaat.  Hoewel het vastgestelde woningbouwprogramma redelijk in lijn is met de afzetmogelijkheden, zijn er veel woningbouwinitiatieven. Indien niet afgewogen wordt wat prioriteit heeft en wat de markt extra kan absorberen, is er een risico op overprogrammering.  Door het hanteren van de POC-methode voor de winstneming is nagenoeg alle verwachte toekomstige winst genomen. Grondexploitaties hebben een geprognotiseerd resultaat en hebben veelal een lange looptijd. Toekomstige ontwikkelingen zullen het resultaat beïnvloeden. Daarbij zullen tegenvallers door het voortijdig afromen van het resultaat onmiddellijk zijn weerslag hebben op het resultaat.

7.5 Trends en ontwikkelingen grondbeleid Een aantal macro trends spelen zich af die invloed hebben op grondbeleid:  In het hele land vormen grote transitieopgaven het kader voor lokale en regionale omgevingsvraagstukken. Het gaat om opgaven voor binnenstedelijke transformatie, sloopopgave voor krimpgebieden, de herstructurering van bedrijventerreinen, het behouden van aantrekkelijke winkelgebieden etc. Dit zijn vaak vraagstukken met complexe eigendomsposities waarbij de markt en de overheid elkaar in wisselende verhoudingen nodig hebben. Grondbeleidsinstrumenten moeten daarbij behulpzaam zijn. In de nieuwe Omgevingswet (2021) wordt een Aanvullingswet opgenomen die de vernieuwde regelgeving voor de instrumenten voor grondbeleid bevat.  De wereld verandert steeds sneller en de voorspelbaarheid wordt steeds minder. Dit heeft gevolgen voor de doorlooptijd van projecten en daarbij wordt flexibiliteit in planvorming steeds belangrijker.  De burger wordt steeds mondiger en strijdt harder voor zijn eigen wensen. Dit maakt het maken van nieuwe plannen complexer en geeft risico op vertraging.

Ontwikkelingen vanuit BIE-gronden:  Delftlanden: De werkzaamheden voor het nieuwe bestemmingsplan voor deze ontwikkeling zijn in volle gang. De grondexploitatie is opgezet op basis van de vastgestelde structuurvisie en niet op een daadwerkelijk uitgewerkt plan. Bij het daadwerkelijk vaststellen van het nieuwe bestemmingsplan met bijbehorende grondexploitatie kan het resultaat afwijken.  Tweeling: Het ontwikkelen van het bedrijventerrein loopt vertraging op. Het huidige bestemmingsplan wordt als te star ervaren. Flexibilisering en verruiming van de mogelijkheden is nodig. Hiervoor dient een nieuw bestemmingsplan opgesteld te worden, om de gewenste ontwikkeling op gang te brengen. Het opstellen van een nieuw bestemmingsplan en voorzienbaarheid brengt extra kosten met zich mee.  Structuurvisie herprogrammering woningbouw: Deze visie ligt nu ter inzage. Om nieuwbouw op goede locaties mogelijk te maken brengt de gemeente de plancapaciteit terug. De komende jaren wordt in het harde planaanbod gesneden. Dit zal ook effect hebben op de gemeentelijke grondexploitaties.

Begroting 2019 - Paragrafen 156 UK=m~ê~Öê~~Ñ=aÉãçÖê~ÑáëÅÜÉ=çåíïáââÉäáåÖÉå= = fåäÉáÇáåÖ= aÉãçÖê~ÑáëÅÜÉ=çåíïáââÉäáåÖÉå=ÜÉÄÄÉå=ÉÉå=ÄÉä~åÖêáàâÉ=áåîäçÉÇ=çé=ÇÉ=íçÉâçãëíáÖÉ=Ñáå~åÅáØäÉ= éçëáíáÉ=î~å=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=çé=ÇÉ=ãáÇÇÉää~åÖÉ=Éå=ä~åÖÉ=íÉêãáàåK=aÉãçÖê~ÑáëÅÜÉ=çåíïáââÉäáåÖÉå= ÄÉëí~~å=ìáí=íïÉÉ=ÄÉä~åÖêáàâÉ=çåÇÉêÇÉäÉåW=ÇÉ=çåíïáââÉäáåÖ=î~å=ÇÉ=íçí~äÉ=ÄÉîçäâáåÖëçãî~åÖ=Éå=ÇÉ= çåíïáââÉäáåÖ=î~å=ÇÉ=ÄÉîçäâáåÖëë~ãÉåëíÉääáåÖK= aÉ=ÖÉîçäÖÉå=î~å=ÄáàîççêÄÉÉäÇ=ÇÉ=îÉê~åÇÉêáåÖÉå=áå=ÇÉ=äÉÉÑíáàÇëçéÄçìï=î~å=ÇÉ=ÄÉîçäâáåÖ=òáàå=î~å= áåîäçÉÇ=çé=ÇáîÉêëÉ=ÄÉäÉáÇëíÉêêÉáåÉåI=òç~äë=~êÄÉáÇëã~êâíI=ïçåáåÖã~êâíI=òçêÖ=Éå=çåÇÉêïáàëK=eçÉïÉä= ÇÉãçÖê~ÑáëÅÜÉ=çåíïáââÉäáåÖÉå=òáÅÜ=òÉÉê=ÖÉäÉáÇÉäáàâ=îççêÇçÉåI=áë=ÜÉí=î~å=ÄÉä~åÖ=ÇÉ=çåíïáââÉäáåÖÉå= Åçåíáåì=íÉ=ãçåáíçêÉåK= bÉå=~~åí~ä=çåíïáââÉäáåÖÉå=ÄáååÉå=ÇÉ=ÇÉãçÖê~ÑáÉ=ä~~í=òáÅÜ=êÉÇÉäáàâ=ÖçÉÇ=îççêëéÉääÉåK=sççê=ÜÉí= çåÇÉêÇÉÉä=ãáÖê~íáÉ=ÖÉäÇí=Ç~í=åáÉíK= = aÉ=ÄÉîçäâáåÖëçãî~åÖ=î~å=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=bããÉå=ä~~í=ëáåÇë=OMNM=ÉÉå=Ç~äÉåÇÉ=äáàå=òáÉåK=få=ÇÉòÉ= é~ê~Öê~~Ñ=ïçêÇí=áåÖÉÖ~~å=çé=ÇÉ=îÉêëÅÜáääÉåÇÉ=ÇÉãçÖê~ÑáëÅÜÉ=~ëéÉÅíÉå=ÇáÉ=ÜáÉêÄáà=ÉÉå=êçä=ëéÉäÉåK= ^ÅÜíÉêÉÉåîçäÖÉåë=ïçêÇÉå=ÇÉ=îçäÖÉåÇÉ=çåÇÉêÇÉäÉå=ÄÉÜ~åÇÉäÇW= • íçí~äÉ=ÄÉîçäâáåÖëçãî~åÖ== • å~íììêäáàâÉ=ÖêçÉá= • ÉñíÉêåÉ=ãáÖê~íáÉ= • ÉñíÉêåÉ=ãáÖê~íáÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=bããÉå=OMMU=Ó=OMNT= • ÇÉ=EîÉêëÅÜìáîáåÖÉå=áå=ÇÉF=äÉÉÑíáàÇëçéÄçìï= • ÄÉîçäâáåÖëçåíïáââÉäáåÖ=îçäÖÉåë=éêçÖåçëÉë= • ë~ãÉåî~ííáåÖ= aÉ=Ä~ëáëÖÉÖÉîÉåë=òáàå=~ÑâçãëíáÖ=ìáí=ÇÉ=_~ëáëêÉÖáëíê~íáÉ=mÉêëçåÉå=EîççêÜÉÉå=ÇÉ=dÉãÉÉåíÉäáàâÉ= _~ëáë~Çãáåáëíê~íáÉF=î~å=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=bããÉåK= = qçí~äÉ=ÄÉîçäâáåÖëçãî~åÖ= få=ÇÉ=éÉêáçÇÉ=NVVU=Ó=OMNM=áë=ÇÉ=ÄÉîçäâáåÖ=î~å=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=bããÉå=ÖÉÖêçÉáÇ=î~å=NMRKVTU=å~~ê= NMVKQVP=áå=OMNMK=aÉ=ã~ñáãìã=çãî~åÖ=î~å=ÇÉ=ÄÉîçäâáåÖ=áë=áå=Ç~í=à~~ê=ÄÉêÉáâíK=páåÇëÇáÉå=áë=Éê=ëéê~âÉ= î~å=ÉÉå=Ç~äáåÖK=mÉê=NJNJOMNU=íÉäÇÉ=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=NMTKNVM=áåïçåÉêëK=få=ÇÉ=ä~~íëíÉ=~ÅÜí=à~êÉå=áë=ÜÉí= áåïçåÉêí~ä=ãÉí=êìáã=OKPMM=éÉêëçåÉå=ÖÉÇ~~äÇK=a~í=ÄÉíÉâÉåí=ÉÉå=ÖÉãáÇÇÉäÇÉ=~Ñå~ãÉ=î~å=ÇÉ= ÄÉîçäâáåÖ=ãÉí=OUU=éÉêëçåÉå=éÉê=à~~êK= =

= = få=ÇÉ=Öê~ÑáÉâ=áë=ÇÉ=çåíïáââÉäáåÖ=ëáåÇë=NVVU=Eçé=Ä~ëáë=î~å=áåÇÉñ=NVVUZNMMF=î~å=òçïÉä=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ= bããÉåI=ÇÉ=âÉêå=bããÉå=~äë=ÜÉí=íçí~~ä=î~å=ÇÉ=ÇçêéÉå=ïÉÉêÖÉÖÉîÉåK=eáÉêìáí=ïçêÇí=ÇìáÇÉäáàâ=Ç~í=ÇÉ= ÄÉîçäâáåÖë~Ñå~ãÉ=ëáåÇë=OMNM=òáÅÜ=îêáàïÉä=çîÉê~ä=îççêÇçÉíI=òçïÉä=áå=ÇÉ=ïáàâÉå=î~å=ÇÉ=âÉêå=bããÉå= ~äë=áå=ÇÉ=ÇçêéÉå=áå=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉK== =

Begroting 2019 - Paragrafen 157 k~íììêäáàâÉ=ÖêçÉá = k~íììêäáàâÉ=ÖêçÉá=ïçêÇí=ÄÉé~~äÇ=Çççê=ÜÉí=ë~äÇç=î~å=ÖÉÄççêíÉ=E~~åí~ä=äÉîÉåÇ=ÖÉÄçêÉåÉåF=Éå=ëíÉêÑíÉ= ÄáååÉå=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉK=bããÉå=ÜÉÉÑí==à~êÉåä~åÖ=ÉÉå=ÖÉÄççêíÉçîÉêëÅÜçí=ÖÉâÉåÇK=aáÉ=å~íììêäáàâÉ=ÖêçÉá= îçêãÇÉ=ÉÉå=ÄÉä~åÖêáàâ=~~åÇÉÉä=áå=ÇÉ=ÄÉîçäâáåÖëÖêçÉá=î~å=bããÉåK=aççêÇ~í=Éê=åì=ëíÉÉÇë=ãáåÇÉê= âáåÇÉêÉå=ÖÉÄçêÉå=ïçêÇÉå=Éå=ÜÉí=ëíÉêÑíÉÅáàÑÉê=íÉÖÉäáàâÉêíáàÇ=ä~åÖò~~ã=ëíáàÖíI=áë=ÜÉí= ÖÉÄççêíÉçîÉêëÅÜçí=çãÖÉëä~ÖÉå=áå=ÉÉå=ëíÉêÑíÉçîÉêëÅÜçíK=aÉ=å~íììêäáàâÉ=ÚÖêçÉáÛ=áë=åÉÖ~íáÉÑ= ÖÉïçêÇÉåK=páåÇë=OMMV=áë=Ç~í=ÜÉí=ÖÉî~ä=eÉí=ëíÉêÑíÉÅáàÑÉê=ÄÉêÉáâíÉ=áå=OMNT=ÇÉ=ÜççÖëíÉ=ï~~êÇÉ=ãÉí= NKNTO=ëíÉêÑÖÉî~ääÉåK=a~~ê=ëíçåÇ=ÇÉ=ÖÉÄççêíÉ=î~å=VMO=âáåÇÉêÉå=íÉÖÉåçîÉêK=aÉ=å~íììêäáàâÉ=ÖêçÉá=áå= OMNT=âï~ã=Ç~~êãÉÉ=ìáí=çé=JOTMK= sÉêï~ÅÜí=ã~Ö=ïçêÇÉå=Ç~í=ÜÉí=ëíÉêÑíÉÅáàÑÉê=îççêäçéáÖ=ÖÉäÉáÇÉäáàâ=ò~ä=ÄäáàîÉå=ëíáàÖÉåK=s~å~Ñ=OMPM=ò~ä= ÇÉ=ëíáàÖáåÖ=î~å=ÜÉí=ëíÉêÑíÉÅáàÑÉê=ÜçÖÉê=ìáí=Ö~~å=î~ääÉåK=aÉ=Ä~ÄóÄççãÖÉåÉê~íáÉ=EÖÉÄçêÉå=íìëëÉå=NVQS= Éå=NVRRF=ëíêççãí=Ç~å=ÇÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉé=î~å=UM=à~~ê=Éå=çìÇÉê=áåK=eçÉïÉä=îÉÉä=çìÇÉêÉå=íçí=çé=ÜçÖÉêÉ= äÉÉÑíáàÇ=îáí~~ä=ÄäáàîÉåI=òìääÉå=íçÅÜ==à~~êäáàâë=îÉäÉå=áå=ÇÉòÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉé=âçãÉå=íÉ=çîÉêäáàÇÉåK=k~~ê= îÉêï~ÅÜíáåÖ=òìääÉå=ÇÉ=ëíÉêÑíÉÅáàÑÉêë=íìëëÉå=OMPM==Éå=OMQM=ÇÉ=ÜççÖëíÉ=ï~~êÇÉå=ÄÉêÉáâÉåK== aÉ=Ä~ÄóÄççãÖÉåÉê~íáÉ=ÄÉëíêáàâí=áå=íçí~~ä=çåÖÉîÉÉê=NM=à~~êI=ã~~ê=ÜÉí=ÖÉÄççêíÉÅáàÑÉê=ÄäÉÉÑ=ççâ= íìëëÉå=NVRR=Éå=NVTM=çé=ÉÉå=êÉÇÉäáàâ=ÜççÖ=åáîÉ~ì=äáÖÖÉåK=oçåÇ=OMQM=ïçêÇÉå=ÇÉ=ä~~íëíÉ=éÉêëçåÉåI= ÇáÉ=áå=ÑÉáíÉ=åçÖ=ÇÉÉä=ìáíã~âÉå=î~å=ÇáÉ=ÖÉåÉê~íáÉI=SR=à~~êK=a~~êå~=òáàå=ÇÉ=îÉêëÅÜáääÉåÇÉ=à~~êÖêçÉéÉå= îÉÉä=ãáåÇÉê=Öêççí=K=== =

= = aÉ=Öê~ÑáÉâ=íççåí=Ç~í=ÜÉí=ëíÉêÑíÉÅáàÑÉê=ëáåÇë=OMMV=ÜçÖÉê=áë=Ç~å=ÜÉí=ÖÉÄççêíÉÅáàÑÉêK=lé=ÖêçåÇ=î~å=ÇÉ= îÉêï~ÅÜíáåÖÉå=êçåÇ=ÖÉÄççêíÉ=Éå=ëíÉêÑíÉ=ã~Ö=îÉêï~ÅÜí=ïçêÇÉå=Ç~í=ÜÉí=ëíÉêÑíÉÅáàÑÉê=åçÖ=îÉäÉ=à~êÉå= ÄçîÉå=ÜÉí=ÖÉÄççêíÉÅáàÑÉê=ò~ä=ÄäáàîÉå=äáÖÖÉåK= a~í=ïáä=òÉÖÖÉå=Ç~í=ÜÉí=áåïçåÉêí~ä=çé=Ä~ëáë=î~å=~ääÉÉå=å~íììêäáàâÉ=ÚÖêçÉáÛ=~Ñ=ò~ä=åÉãÉåK=lã=íçí= ÖêçÉá=íÉ=âçãÉå=ò~ä=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=ãáÖê~åíÉå=î~å=ÄìáíÉå=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=ãçÉíÉå=~~åíêÉââÉåK=a~í= ~~åí~ä=ò~ä=ÖêçíÉê=ãçÉíÉå=òáàå=Ç~å=ÜÉí=~~åí~ä=îÉêíêÉââÉåÇÉ=ãáÖê~åíÉåK=eÉí=ãáÖê~íáÉë~äÇç=ò~ä= ÄçîÉåÇáÉå=ÉÉå=ëíÉêÑíÉçîÉêëÅÜçí=ãçÉíÉå=ÅçãéÉåëÉêÉåK=m~ë=Ç~å=ò~ä=ÜÉí=áåïçåÉê~~åí~ä=ÖêçÉáÉåK= a~~êÄáà=ãçÉí=~~åÖÉíÉâÉåÇ=ïçêÇÉå=Ç~í=ÜÉí=ëíÉêÑíÉçîÉêëÅÜçí=áå=ÇÉ=äççé=ÇÉê=à~êÉå=ÉÉå=ÖÉäÉáÇÉäáàâÉ= íçÉå~ãÉ=íÉ=òáÉå=ò~ä=ÖÉîÉåK== aÉ=Ä~ëáë=îççê=à~êÉåä~åÖÉ=ÖêçÉá=î~å=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉI=ÜÉí=ÖÉÄççêíÉçîÉêëÅÜçíI=áë=Ç~~êãÉÉ=ïÉÖÖÉî~ääÉå= Éå=òÉäÑë=åÉÖ~íáÉÑ=ÖÉïçêÇÉåK=dêçÉá=î~å=ÇÉ=ÄÉîçäâáåÖ=áë=çé=ÖêçåÇ=î~å=ÇÉ=ÜìáÇáÖÉ=îççêìáíòáÅÜíÉå=Ç~å= ççâ=åáÉí=íÉ=îÉêï~ÅÜíÉåK= = bñíÉêåÉ=ãáÖê~íáÉ = låÇÉê=ÉñíÉêåÉ=ãáÖê~íáÉ=ïçêÇí=ÜÉí=ÖÉÜÉÉä=î~å=îÉëíáÖáåÖ=áå=Éå=îÉêíêÉâ=ìáí=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=îÉêëí~~åK=eÉí= îÉêëÅÜáä== íìëëÉå=ÄÉáÇÉ=çåíïáââÉäáåÖÉå=äÉîÉêí=ÉÉå=éçëáíáÉÑ=çÑ=åÉÖ~íáÉÑ=ãáÖê~íáÉë~äÇç=çéI=çÑïÉä=ÉÉå=îÉëíáÖáåÖëJ= çÑ=îÉêíêÉâçîÉêëÅÜçíK== fåíÉêåÉ=ãáÖê~íáÉI=ÇÉ=îÉêÜìáòáåÖÉå=ÄáååÉå=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉI=ïçêÇí=áå=ÇÉòÉ=é~ê~Öê~~Ñ=åáÉí=áå= ÄÉëÅÜçìïáåÖ=ÖÉåçãÉåK=aÉòÉ=îÉêÜìáòáåÖÉå=äÉáÇÉå=åáÉí=íçí=íçÉJ=çÑ=~Ñå~ãÉ=î~å=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉäáàâÉ=

Begroting 2019 - Paragrafen 158 ÄÉîçäâáåÖK= =

= = få=OMNT=ÜÉÄÄÉå=òáÅÜ=PKUOV=éÉêëçåÉå=áå=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=ÖÉîÉëíáÖÇK=a~~ê=íÉÖÉåçîÉê=ëí~~í=ÉÉå=îÉêíêÉâ=ìáí= ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=î~å=PKUQV=éÉêëçåÉåK=mÉê=ë~äÇç=áë=Éê=ëéê~âÉ=î~å=ÉÉå=òÉÉê=âäÉáå=åÉÖ~íáÉÑ=ãáÖê~íáÉë~äÇçI= çÑïÉä=ÉÉå=îÉêíêÉâçîÉêëÅÜçí=î~å=OM=éÉêëçåÉåK== få=ÇÉ=Öê~ÑáÉâ==òáàå=ÇÉ=ãáÖê~íáÉÖÉÖÉîÉåë=çîÉê=ÉÉå=ä~åÖÉêÉ=éÉêáçÇÉ=ïÉÉêÖÉÖÉîÉåK=aÉ=Öê~ÑáÉâ=ä~~í=ÉÉå= ÖêáääáÖ=ÄÉÉäÇ=òáÉåK=sÉêíêÉâJ=Éå=îÉëíáÖáåÖëÅáàÑÉê=ïáëëÉäÉå=Éäâ~~ê=~Ñ=çé=ÉÉå=åáîÉ~ì=êçåÇ=ÇÉ=PKRMM= éÉêëçåÉåK=jáÖê~íáÉ=ä~~í=òáÅÜ=ãçÉáäáàâ=îççêëéÉääÉåK= = bñíÉêåÉ=ãáÖê~íáÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=bããÉå=OMMU=Ó=OMNT= lîÉê=ÇÉ=éÉêáçÇÉ=OMMU=Ó=OMNT=áë=ÉÉå=~å~äóëÉ=ÖÉã~~âí=î~å=ÜÉí=ë~äÇç=î~å=ÇÉ=ÉñíÉêåÉ=ãáÖê~íáÉëíêçãÉå K= låÇÉê=ÉñíÉêåÉ=ãáÖê~íáÉëíêçãÉå=ïçêÇí=ÇÉ=îÉëíáÖáåÖ=áå=çÑ=ÜÉí=îÉêíêÉâ=ìáí=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=îÉêëí~~åK= sÉêÜìáòáåÖÉå=ÄáååÉå=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=òáàå=Ç~~êÄáà=åáÉí=ãÉÉÖÉåçãÉåK= =

= = få=ÇÉ=Öê~ÑáÉâ=áë=ÇÉ=ÉñíÉêåÉ=ãáÖê~íáÉ=ìáíÖÉëéäáíëí=å~~ê=ÇáîÉêëÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéÉåK=aççê=ÜÉí=çéÇÉäÉå=î~å= ÇÉ=íçí~äÉ=ãáÖê~íáÉ=áå=ÇÉ=éÉêáçÇÉ=OMMU=Ó=OMNT==áå=S=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéÉå=î~äí=çåãáÇÇÉääáàâ=çé=Ç~í=ÇÉ= çåÇÉêëÅÜÉáÇÉå=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéÉå=áå=òÉÉê=îÉêëÅÜáääÉåÇÉ=ã~íÉ=ÜÉÄÄÉå=ÄáàÖÉÇê~ÖÉå=~~å=ÇÉ=ãáÖê~íáÉ=áå= ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉK=EaÉ=ë~äÇá=òáàå=ÖÉâçééÉäÇ=~~å=ÇÉ=íçí~äÉ=ÄÉîçäâáåÖ=áå=ÇÉ=ÄÉíêÉÑÑÉåÇÉ=äÉÉÑíáàÇëâä~ëëÉ=áå= ÇÉ=ÄÉíêÉÑÑÉåÇÉ=éÉêáçÇÉ=î~å=NM=à~êÉåKF= wÉÉê=çéî~ääÉåÇ=áë=ÇÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉé=î~å=NR=JOQ=à~êáÖÉåK=få=ÇÉ=~å~äóëÉéÉêáçÇÉ=ä~~í=ÇÉòÉ=ÖêçÉé=~äë= ÉåáÖÉ=ÉÉå=îçääÉÇáÖ=åÉÖ~íáÉÑ=ë~äÇç=òáÉåK=wçïÉä=áå=ÇÉ=âÉêå=bããÉå=~äë=áå=ÇÉ=çîÉêáÖÉ=âÉêåÉå=áë=ÉÉå= ~~åòáÉåäáàâ=åÉÖ~íáÉÑ=ë~äÇç=ï~~ê=íÉ=åÉãÉåK=píìÇáÉ=ÉäÇÉêë=ò~ä=ÉÉå=ÄÉä~åÖêáàâÉ=êÉÇÉå=òáàå=ï~~êçã=ÇÉòÉ=

Begroting 2019 - Paragrafen 159 ÖêçÉé=bããÉå=îÉêä~~íK= eÉí=îÉêíêÉâ=î~å=ÇÉ=ÖêçÉé=ÜÉÉÑí=ÉÑÑÉÅí=çé=ÇÉ=ÄÉîçäâáåÖëçéÄçìï=î~å=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉK=aççê=ÜÉí= îÉêíêÉâçîÉêëÅÜçí=áå=ÇÉòÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉé=äççéí=å~ãÉäáàâ=ççâ=ÇÉ=áåëíêççã=áå=ÜçÖÉêÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéÉå= íÉêìÖK=aáí=ÜÉÉÑí=ÇáêÉÅíÉ=ÖÉîçäÖÉå=îççê=ÇÉ=çãî~åÖ=î~å=ÇÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéÉå=Eî~å=ORÓOV=Éå=PMÓPQ= à~~êF=ÇáÉ=îççê=ÜÉí=ÖêççíëíÉ=ÇÉÉä=îÉê~åíïççêÇÉäáàâ=òáàå=îççê=ÜÉí=çåÇÉêÇÉÉä=ÖÉÄççêíÉë=áå=ÇÉ= å~íììêäáàâÉ=ÖêçÉá=î~å=ÇÉ=ÄÉîçäâáåÖK= bÉå=íïÉÉÇÉ=çéî~ääÉåÇ=éìåí=áë=ÜÉí=îÉêíêÉâ=ìáí=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=î~åìáí=ÇÉ=ÖêçÉé=ÄÉïçåÉêë=î~å=TR=à~~ê=Éå= çìÇÉêI=~ÑâçãëíáÖ=ìáí=ÇÉ=çîÉêáÖÉ=âÉêåÉå=î~å=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉK=bÉêÇÉê=áë=~ä=ÖÉÄäÉâÉå=Ç~í=ÜÉí=îÉêíêÉâ=î~å= ÇÉòÉ=ÖêçÉé=îççê=ÉÉå=ÄÉä~åÖêáàâ=ÇÉÉä=îÉêççêò~~âí=ïçêÇí=Çççê=ÇÉ=âÉêåÉå=áå=ÜÉí=òìáÇÉäáàâ=ÖÉÇÉÉäíÉ= î~å=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉK=bÉå=îÉêâä~êáåÖ=îççê=Çáí=îÉêëÅÜáàåëÉä=òçì=âìååÉå=òáàå=Ç~í=çìÇÉêÉå=î~å=TR=à~~ê=Éå= çìÇÉê=îÉêÜìáòÉå=å~~ê=ëéÉÅáÑáÉâÉ=ïççåJ=Éå=òçêÖîççêòáÉåáåÖÉå=áå=ÇÉ=å~ÄáàÉ=éä~~íë=EÉå=ÖÉãÉÉåíÉF= `çÉîçêÇÉåK= = aÉ=EîÉêëÅÜìáîáåÖÉå=áå=ÇÉF=äÉÉÑíáàÇëçéÄçìï= k~~ëí=ÇÉ=çåíïáââÉäáåÖ=î~å=ÇÉ=ÄÉîçäâáåÖëçãî~åÖ=áë=ççâ=ÇÉ=çåíïáââÉäáåÖ=î~å=ÇÉ= ÄÉîçäâáåÖëë~ãÉåëíÉääáåÖ=î~å=Öêççí=ÄÉä~åÖK= få=ÇÉ=îçäÖÉåÇÉ=Öê~ÑáÉâ=áë=ÇÉ=äÉÉÑíáàÇëçéÄçìï=î~å=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=bããÉå=éÉê=NJNJOMMU=Éå=NJNJOMNU= çéÖÉåçãÉåK=eáÉêÇççê=áë=ÜÉí=ãçÖÉäáàâ=çã=íÉ=òáÉå=áå=ïÉäâÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéÉå=òáÅÜ=áå=ÇÉòÉ=éÉêáçÇÉ=ÇÉ= ÖêççíëíÉ=îÉê~åÇÉêáåÖÉåLîÉêëÅÜìáîáåÖÉå=ÜÉÄÄÉå=îççêÖÉÇ~~åK= =

= = • få=ÇÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéÉå=î~å~Ñ=SR=à~~ê=òáàå=ÇÉ=ÉÑÑÉÅíÉå=î~å=ÇÉ=îÉêÖêáàòáåÖ=íÉ=òáÉåK=^ääÉ= äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéÉå= EòçïÉä=Äáà=ÇÉ=ã~ååÉå=~äë=îêçìïÉåF=òáàå=ëíÉêâÉê=îÉêíÉÖÉåïççêÇáÖÇ=Ç~å=NM=à~~ê=ÖÉäÉÇÉåK=eÉí= ~~åí~ä=îêçìïÉå=áë=áå=~ääÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéÉå=î~å~Ñ=TM=à~~ê=ÖêçíÉê=Ç~å=ÜÉí=~~åí~ä=ã~ååÉåK= lçâ=~äë=ÇÉ=íçí~äÉ=ÄÉîçäâáåÖëçãî~åÖ=ÇÉ=âçãÉåÇÉ=à~êÉå=îÉêÇÉê=Ö~~í=~ÑåÉãÉå=òìääÉå=ÇÉòÉ= äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéÉå=áå=~ÄëçäìíÉ=òáå=ÄäáàîÉå=íçÉåÉãÉåK== • aìáÇÉäáàâ=ÜÉêâÉåÄ~~ê=áå=ÇÉ=Öê~ÑáÉâ=áë=ÇÉ=ÖêçÉé=ÚÄ~ÄóÄççãÉêëÛK=aÉòÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéI= ÖÉÄçêÉå=áå=ÇÉ=å~ççêäçÖëÉ=à~êÉåI=ÄÉêÉáâíÉ=î~å~Ñ=OMNN=ÇÉ=SRJà~~êÖêÉåëK=a~í=ÄÉíÉâÉåí=Ç~í= î~å~Ñ=Ç~í=à~~ê=à~~êäáàâë=~~åãÉêâÉäáàâ=ãÉÉê=ãÉåëÉå=Ç~å=îççêÜÉÉå=ÇÉ=äÉÉÑíáàÇ=î~å=SR=à~~ê= ÄÉêÉáâÉå=EÜÉí=Ö~~í=çã=PMMJQMM=éÉêëçåÉå=éÉê=à~~ê=ãÉÉê=Ç~å=îµµê=OMNNFK=aáí=îçêãí=ÉÉå= ÄÉä~åÖêáàâ=ÖÉÖÉîÉå=îççê=ÇÉ=~êÄÉáÇëã~êâíK=bÉå=ÄÉä~åÖêáàâ=ÇÉÉä=î~å=ÇÉòÉ=ÖêçÉé=îÉêä~~í=êçåÇ= ÇÉ=SR=à~~ê=ÜÉí=~êÄÉáÇëéêçÅÉëK=aÉ=ìáíëíêççã=î~å=çìÇÉêÉå=ìáí=ÇÉ=~êÄÉáÇëã~êâí=áë=~~åòáÉåäáàâ= ÖêçíÉê=Ç~å=ÇÉ=áåëíêççã=î~å=àçåÖÉêÉåK= aÉòÉ=çåíïáââÉäáåÖ=ò~ä=òáÅÜ=ÖÉÇìêÉåÇÉ=OR=J=PM=à~~ê=îççêÇçÉå=EÜÉí=ÄÉíêÉÑí=ÇÉ=ÜìáÇáÖÉ= äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéÉå=î~å=QRJTQ=à~~êFK=aÉ=àçåÖÉêÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéÉå=òáàå=å~ãÉäáàâ=~~åãÉêâÉäáàâ= ãáåÇÉê=ëíÉêâ=îÉêíÉÖÉåïççêÇáÖÇ=áå=ÇÉ=ÄÉîçäâáåÖëçéÄçìï=E~äë=ÇáêÉÅí=ÉÑÑÉÅí=î~å=ÜÉí=ÖÉÄêìáâ=

Begroting 2019 - Paragrafen 160 î~å=ÇÉ=~åíáÅçåÅÉéíáÉéáä=áå=ÇÉ=à~êÉå=ÛTM=î~å=ÇÉ=îçêáÖÉ=ÉÉìïFK== • aÉ=áåëíêççã=î~å=Ä~ÄóÄççãÉêë=ÄÉêÉáâí=î~å~Ñ=OMOR=ÇÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉé=UM=à~~ê=Éå=çìÇÉêK= sÉêï~ÅÜí=ã~Ö=ïçêÇÉå=Ç~í=ÇÉ=îê~~Ö=å~~ê=òçêÖîççêòáÉåáåÖÉå=òáÅÜ=é~ê~ääÉä=~~å=ÜÉí= îÉêÖêáàòáåÖéêçÅÉë=ò~ä=Ö~~å=çåíïáââÉäÉåK=sççê~ä=ÇÉ=~ÄëçäìíÉ=çãî~åÖ=Éå=íçÉå~ãÉ=î~å=ÇÉ= ÖêçÉé=áë=Ç~~êÄáà=î~å=ÄÉä~åÖK=ráíÉáåÇÉäáàâ=ò~ä=ÇÉ=íçÉå~ãÉ=î~å=ÇÉòÉ=ÖêçÉé=òáÅÜ=ççâ=Ö~~å= îÉêí~äÉå=áå=EÉÉå=îÉêÇÉêÉ=íçÉå~ãÉ=î~åF=ÜÉí=ëíÉêÑíÉÅáàÑÉêK= • få=ÇÉ=~ÑÖÉäçéÉå=NM=à~~ê=òáàå=îççê~ä=ÇÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéÉå=î~å=PR=íLã=QR=à~~ê=ëíÉêâ=~ÑÖÉåçãÉåK= eÉí=ãÉêÉåÇÉÉä=î~å=ÇÉ=ÖÉÄççêíÉå=îáåÇí=éä~~íë=ÄáååÉå=ÇÉ=ÖêçÉé=îêçìïÉå=î~å=ORÓPQ=à~~êK=aÉ= ä~~íëíÖÉåçÉãÇÉ=ÖêçÉé=áë=îÉÉä=ãáåÇÉê=ëíÉêâ=áå=çãî~åÖ=~ÑÖÉåçãÉåK=a~í=áë=íÉêìÖ=íÉ=òáÉå=áå= ÜÉí=ÖÉÄççêíÉÅáàÑÉê=çîÉê=ÇÉ=~ÑÖÉäçéÉå=à~êÉåK==a~í=áë=áå=ÇÉ=ä~~íëíÉ=à~êÉå=ÉåáÖëòáåë= ÖÉëí~ÄáäáëÉÉêÇ=çé=ÉÉå=åáîÉ~ì=êçåÇ=ÇÉ=VMM=ÖÉÄççêíÉëK==lé=ÖêçåÇ=î~å=ÇÉ= ÄÉîçäâáåÖëë~ãÉåëíÉääáåÖ=ã~Ö=îÉêï~ÅÜí=ïçêÇÉå=Ç~í=ÜÉí=~~åí~ä=ÖÉÄççêíÉå=òáÅÜ=ççâ=áå=ÇÉ= âçãÉåÇÉ=à~êÉå=êçåÇ=Ç~í=~~åí~ä=ò~ä=ÄÉïÉÖÉåK= • få=ÇÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéÉå=î~å=NMÓOQ=à~~ê=áë=ÖÉÉå=ÇìáÇÉäáàâÉ=äáàå=íÉ=çåíÇÉââÉåK=eçÉïÉä=ÇÉ=ÖêçÉé= NRÓNV=à~êáÖÉå=ÖêçíÉê=áë=Ç~å=NM=à~~ê=ÖÉäÉÇÉå=ãçÉí=ççâ=çéÖÉãÉêâí=ïçêÇÉå=Ç~í=îÉÉä= éÉêëçåÉå=êçåÇ=ÇÉ=OM=à~~ê=çã=ëíìÇáÉêÉÇÉåÉå=ìáí=bããÉå=îÉêíêÉââÉåK=wáà=ëíêçãÉå=Çìë=åáÉí= ~ääÉã~~ä=Çççê=å~~ê=ÇÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉé=î~å=OMÓOQ=à~~êK= • få=ÇÉ=íïÉÉ=àçåÖëíÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéÉå=Eíçí=NM=à~~êF=áë=ëéê~âÉ=î~å=ÉÉå=ÑäáåâÉ=~Ñå~ãÉK=aÉ= ÖÉîçäÖÉå=î~å=ÜÉí=Ç~äÉåÇ=ÖÉÄççêíÉÅáàÑÉê=áå=ÇÉ=~ÑÖÉäçéÉå=à~êÉå=òáàå=áå=ÇÉòÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉé= íÉêìÖ=íÉ=òáÉåK= aÉ=~Ñå~ãÉ=î~å=ÇÉ=àçåÖëíÉ=ÖêçÉéÉå=ò~ä=~~åî~åâÉäáàâ=îççê~ä=áå=ÜÉí=Ä~ëáëçåÇÉêïáàë=ãÉêâÄ~~ê= òáàåK=aÉ=ÖêçíÉ=ìáíëíêççã=ìáí=ÜÉí=Ä~ëáëçåÇÉêïáàë=ïçêÇí=åáÉí=ÖÉÅçãéÉåëÉÉêÇ=Çççê=ÇÉ= áåëíêççã=î~å=åáÉìïÉ=äÉÉêäáåÖÉåK=bê=ò~ä=ÇÉ=ÉÉêëíÉ=à~êÉå=åçÖ=êÉâÉåáåÖ=ÖÉÜçìÇÉå=ãçÉíÉå= ïçêÇÉå=ãÉí=ÉÉå=îÉêÇÉêÉ=~Ñå~ãÉ=î~å=ÇÉ=Ä~ëáëëÅÜççäéçéìä~íáÉK=ráíÉê~~êÇ=ò~ä=ÇÉòÉ= çåíïáââÉäáåÖ=çé=ä~åÖÉêÉ=íÉêãáàå=ççâ=ãÉêâÄ~~ê=òáàå=Äáà=ÜÉí=ãáÇÇÉäÄ~~ê=çåÇÉêïáàëK=lçâ=Ç~~ê= ò~ä=ÇÉ=ìáíëíêççã=î~å=îÉêíêÉââÉåÇÉ=äÉÉêäáåÖÉå=åáÉí=ÖÉÅçãéÉåëÉÉêÇ=ïçêÇÉå=Çççê=ÇÉ= áåëíêççã=î~åìáí=ÜÉí=Ä~ëáëçåÇÉêïáàëK= = _ÉîçäâáåÖëçåíïáââÉäáåÖ=îçäÖÉåë=éêçÖåçëÉë= ^äë=~äÖÉãÉåÉ=êáÅÜíäáàå=îççê=ÄÉäÉáÇëîçêãáåÖ=ïçêÇí=~ä=ÉÉå=~~åí~ä=à~êÉå=ÇÉ=éêçÖåçëÉ=î~å=ÇÉ=éêçîáåÅáÉ= aêÉåíÜÉ=ÖÉÜ~åíÉÉêÇK=få=ÇÉ=~ÑÖÉäçéÉå=à~êÉå=áë=ÉÅÜíÉê=ÖÉÉå=åáÉìïÉ=éêçîáåÅá~äÉ=éêçÖåçëÉ=çéÖÉëíÉäÇK= få=OMNR=áë=ÇÉ=ãÉÉëí=êÉÅÉåíÉ=ÄÉîçäâáåÖëéêçÖåçëÉ=î~å=ÇÉ=éêçîáåÅáÉ=aêÉåíÜÉ=îÉêëÅÜÉåÉåK=eÉí=`_p= ÜÉÉÑí=ÉÉå=à~~ê=ä~íÉê=ÉîÉåÉÉåë=ÉÉå=ÄÉîçäâáåÖëéêçÖåçëÉ=çéÖÉëíÉäÇK==få=ÇÉ=éêçÖåçëÉë=ïçêÇÉå=îççê=ÇÉ= ÖÉãÉÉåíÉ=bããÉå=ÇÉ=îçäÖÉåÇÉ=ÄÉîçäâáåÖë~~åí~ääÉå=îÉêï~ÅÜíW======mêçîáåÅáÉ=aêÉåíÜÉ= `_p= OMOMW= NMSKOMM== = NMTKMMM= OMORW= NMQKTMM== = NMQKVMM= OMPMW= NMPKMMM== = NMOKRMM= OMPRW= NMMKUMM======VVKSMM= OMQMW= ==VUKPMM== = ==VSKQMM= = _ÉáÇÉ=éêçÖåçëÉë=ä~íÉå=ÉÉå=îÉêÇÉêÉ=ÄÉîçäâáåÖë~Ñå~ãÉ=òáÉåK=aÉ=îÉêï~ÅÜíáåÖ=áë=Ç~í=bããÉå=êçåÇ=OMPR= ÇÉ=ÖêÉåë=î~å=NMMKMMM=áåïçåÉêë=ò~ä=é~ëëÉêÉåK== lçâ=ÇÉ=ÄÉîçäâáåÖëë~ãÉåëíÉääáåÖ=Ö~~í=áå=ÇÉ=âçãÉåÇÉ=éÉêáçÇÉ=îÉê~åÇÉêÉåK=få=ÇÉ=îçäÖÉåÇÉ=Öê~ÑáÉâ=áë= çé=Ä~ëáë=î~å=ÇÉ==ÄÉîçäâáåÖëéêçÖåçëÉ=îççê=ÜÉí=à~~ê=OMPU=áå=ÄÉÉäÇ=ÖÉÄê~ÅÜí=ï~í=Éê=íÉå=çéòáÅÜíÉ=î~å= ÇÉ=ÜìáÇáÖÉ=ëáíì~íáÉ=EéÉê====NJNJOMNUF=Ö~~í=ÖÉÄÉìêÉå=ãÉí=ÇÉ=ÄÉîçäâáåÖëë~ãÉåëíÉääáåÖK======

Begroting 2019 - Paragrafen 161 = = eÉí=ÄçîÉåëí~~åÇÉ=çîÉêòáÅÜí=ä~~í=ÉÉå=~~åí~ä=çåíïáââÉäáåÖÉå=òáÉåW= • aÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéÉå=î~å~Ñ=SR=à~~ê=ä~íÉå=ÉÉå=ëíÉêâÉ=íçÉå~ãÉ=òáÉåK=aÉ=ÉÑÑÉÅíÉå=î~å=ÇÉ= Ä~ÄóÄççãÖÉåÉê~íáÉ=EÉå=ä~íÉêÉ=ÖÉåÉê~íáÉëF=òáàå=~ääÉÉå=åçÖ=òáÅÜíÄ~~ê=áå=ÇÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉé= î~å=SR=à~~ê=Éå=çìÇÉêK=få=ÇÉ=ä~ÖÉêÉ=äÉÉÑíáàÇÉå=Ö~~í=ÉÉå=ãÉÉê=ÖÉäáàâã~íáÖÉ=äÉÉÑíáàÇëçéÄçìï= çåíëí~~åK= • aÉ=ÖêçÉé=QMÓRV=à~~ê=Ö~~í=~~åòáÉåäáàâ=~ÑåÉãÉåK=aÉ=çãî~åÖ=î~å=ÇÉ=éçíÉåíáØäÉ= ÄÉêçÉéëÄÉîçäâáåÖ=äççéí=áå=ÇÉòÉ=éÉêáçÇÉ=ëíÉêâ=íÉêìÖK=lçâ=ÇÉ=äÉÉÑíáàÇëÅ~íÉÖçêáÉØå=çåÇÉê=ÇÉ= QM=à~~ê=åÉãÉå=åçÖ=~ÑI=ã~~ê=çîÉê=ÜÉí=~äÖÉãÉÉå=Ö~~í=ÜáÉê=ÉÉå=ëí~ÄáÉäÉêÉ=ëáíì~íáÉ=çåíëí~~åK= • få=ÇÉ=àçåÖëíÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéÉå=áë=íÉå=çéòáÅÜíÉ=î~å=OMNU=ÉÉå=îÉêÇÉêÉ=íÉêìÖÖ~åÖ=íÉ= îÉêï~ÅÜíÉåI=ã~~ê=ÇÉ=äÉÉÑíáàÇëçéÄçìï=âêáàÖí=ççâ=ÜáÉê=ÉÉå=ãÉÉê=ÖÉäáàâã~íáÖ=é~íêççåK= = p~ãÉåî~ííáåÖ= • aÉ=ÄÉîçäâáåÖ=î~å=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=bããÉå=áë=ëáåÇë=OMNM=EÜÉí=à~~ê=ï~~êáå=ÜÉí=ÜççÖëíÉ= ÄÉîçäâáåÖë~~åí~ä=ÄÉêÉáâí=ïÉêÇF=ãÉí=êìáã=OKPMM=éÉêëçåÉå=~ÑÖÉåçãÉå=íçí=NMTKNVM=áåïçåÉêë= éÉê=NJNJOMNUK=aÉ=~Ñå~ãÉ=áë=îççê=Äáàå~=SMB=íÉ=Ç~åâÉå=~~å=åÉÖ~íáÉîÉ=å~íììêäáàâÉ=ÚÖêçÉáÛ= EãÉÉê=ëíÉêÑíÉ=Ç~å=ÖÉÄççêíÉF=Éå=îççê=êìáã=QMB=~~å=ÉÉå=åÉÖ~íáÉîÉ=ãáÖê~íáÉÄ~ä~åë=EãÉÉê= îÉêíêÉâ=Ç~å=îÉëíáÖáåÖF= • få=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=bããÉå=áë=ëáåÇë=OMNM=ëéê~âÉ=î~å=ÉÉå=åÉÖ~íáÉîÉ=å~íììêäáàâÉ=ÖêçÉáI=çÑïÉä=ÉÉå= ëíÉêÑíÉçîÉêëÅÜçíK==eÉí=áë=ÇÉ=îÉêï~ÅÜíáåÖ=Ç~í=íáÉåí~ääÉå=à~êÉå=êÉâÉåáåÖ=ãçÉí=ïçêÇÉå= ÖÉÜçìÇÉå=ãÉí=ÉÉå=ëíÉêÑíÉçîÉêëÅÜçíK=lã=íÉ=âìååÉå=ÖêçÉáÉå=áë=bããÉå=~ÑÜ~åâÉäáàâ=î~å= ãáÖê~íáÉK=bê=òìääÉå=òáÅÜ=Ç~å=ãÉÉê=ãÉåëÉå=áå=bããÉå=ãçÉíÉå=îÉëíáÖÉå=Ç~å=Ç~í=Éê=å~~ê= ÉäÇÉêë=îÉêíêÉââÉåI=ï~~êÄáà=îÉêîçäÖÉåë=ÉÉå=ëíÉêÑíÉçîÉêëÅÜçí=ÖÉÅçãéÉåëÉÉêÇ=ãçÉí=ïçêÇÉå= îççêÇ~í=Éê=ëéê~âÉ=â~å=òáàå=î~å=ÖêçÉáK= • aÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=~äë=íçí~~ä=ÖêçÉáí=åáÉí=ãÉÉêK=_áååÉå=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉ=òáàå=Éê=ëäÉÅÜíë=ÉåâÉäÉ=âÉêåÉå= Éå=ïáàâÉå=ÇáÉ=åçÖ=ÖêçÉáÉåK=_ÉîçäâáåÖë~Ñå~ãÉ=ÇçÉí=òáÅÜ=òçïÉä=îççê=áå=ÇÉ=âÉêå=bããÉå=~äë= áå=ÇÉ=îÉêëÅÜáääÉåÇÉ=âÉêåÉå=ÄáååÉå=ÇÉ=ÖÉãÉÉåíÉK== • aÉ=äÉÉÑíáàÇëçéÄçìï=î~å=bããÉå=îÉêççêò~~âí=ÖÉîçäÖÉå=îççê=îÉêëÅÜáääÉåÇÉ=ÄÉäÉáÇëíÉêêÉáåÉåK= páåÇë=OMNN=áë=ÇÉ=íçÉëíêççã=î~å=SRHÉêë=ëíÉêâ=íçÉÖÉåçãÉåK=aÉ=éçíÉåíáØäÉ=ÄÉêçÉéëÄÉîçäâáåÖ= åÉÉãí=Ç~~êÇççê=~ÑI=~~åÖÉòáÉå=ÇÉ=áåëíêççã=î~å=àçåÖÉêÉå=ãáåÇÉê=Öêççí=áë=Ç~å=ÇÉ=ìáíëíêççã= î~å=çìÇÉêÉåK= eÉí=Ä~ëáëçåÇÉêïáàë=ò~ä=ÇÉ=âçãÉåÇÉ=à~êÉå=åçÖ=ãÉí=îÉêÇÉêÉ=íÉêìÖäççé=î~å=ÜÉí=~~åí~ä= äÉÉêäáåÖÉå=íÉ=ã~âÉå=âêáàÖÉåK=lçâ=ÜáÉê=áë=ÇÉ=áåëíêççã=âäÉáåÉê=Ç~å=ÇÉ=ìáíëíêççãK=aáí=ïçêÇí= ãÉÇÉ=îÉêççêò~~âí=Çççê=ÇÉ=Ç~äáåÖ=î~å=ÜÉí=ÖÉÄççêíÉÅáàÑÉê=áå=ÇÉ=~ÑÖÉäçéÉå=à~êÉåK=sÉêï~ÅÜí= ã~Ö=ïçêÇÉå=Ç~í=ÜÉí=ÖÉÄççêíÉÅáàÑÉê=òáÅÜ=ÉåáÖëòáåë=Ö~~í=ëí~ÄáäáëÉêÉåK= • eçÉïÉä=ÇÉ=ä~~íëíÉ=à~êÉå=ëéê~âÉ=áë=î~å=ÉÉå=ïáëëÉäÉåÇ=ãáÖê~íáÉë~äÇç=Ö~~í=Çáí=åáÉí=çé=îççê=ÇÉ= äÉÉÑíáàÇëÖêçÉé=î~å=NR=íLã=OQ=à~~êK=lîÉê=ÇÉ=ä~~íëíÉ=NM=à~~ê=ÄÉòáÉå=îÉêäáÉëí=bããÉå=îÉÉä=

Begroting 2019 - Paragrafen 162 áåïçåÉêë=ìáí=ÇÉòÉ=äÉÉÑíáàÇëÖêçÉéK=píìÇáÉ=ÉäÇÉêë=áë=ÜáÉê=îêáàïÉä=òÉâÉê=îÉê~åíïççêÇÉäáàâ=îççêK= eçÉïÉä=ççâ=îÉÉä=àçåÖÉêÉå=áå=bããÉå=Ö~~å=ëíìÇÉêÉå=áë=ÜÉí=ë~äÇç=íìëëÉå=îÉëíáÖáåÖ=Éå=îÉêíêÉâ= íçÅÜ=~~åòáÉåäáàâ=åÉÖ~íáÉÑK= • mêçÖåçëÉë=ã~âÉå=ÇìáÇÉäáàâ=Ç~í=ÇÉ=ÄÉîçäâáåÖëçãî~åÖ=òáÅÜ=îÉêÇÉê=ò~ä=ÄÉïÉÖÉå=êáÅÜíáåÖ=ÇÉ= NMPKMMM=áåïçåÉêë=áå=OMPMK=k~=OMPM=ãçÉí=ãÉí=ÉÉå=îÉêÇÉêÉ=íÉêìÖÖ~åÖ=êÉâÉåáåÖ=ÖÉÜçìÇÉå= ïçêÇÉåK=oçåÇ=OMPR=äáàâí=bããÉå=ÇÉ=ÖêÉåë=î~å=NMMKMMM=áåïçåÉêë=íÉ=é~ëëÉêÉåK= lçâ=áå=ÇáÉ=à~êÉå=ÄäáàÑí=ÇÉ=ÄÉîçäâáåÖëë~ãÉåëíÉääáåÖ=ÉÉå=ÄÉä~åÖêáàâÉ=Ñ~ÅíçêK=aÉ=îÉêÖêáàòáåÖ= Ö~~í=áå=ÇÉ=âçãÉåÇÉ=éÉêáçÇÉ=ÉÉå=ëíÉÉÇë=ÖêçíÉêÉ=êçä=ëéÉäÉåK=aÉ=~êÄÉáÇëã~êâí=âêáàÖí=ãÉí=ÇÉ= ÖÉîçäÖÉå=Ç~~êî~å=íÉ=ã~âÉåK=aÉ=~Ñå~ãÉ=î~å=ÜÉí=~~åí~ä=àçåÖÉêÉå=ò~ä=îççê~ä=ÄáååÉå=ÜÉí= çåÇÉêïáàë=ãÉêâÄ~~ê=òáàåK======

Begroting 2019 - Paragrafen 163

Begroting 2019 - Paragrafen 164

Deel 2 : Financiële begroting

Begroting 2019 - Financiële begroting 165

Begroting 2019 - Financiële begroting 166 Inhoudsopgave

1. Overzicht van lasten en baten primitieve begroting 1. Gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd 2. Exploitatiebeeld begroting 2019 3. Overzicht baten per categorie 4. Aandeel EMU-saldo gemeente Emmen 5. Kasstroomoverzicht

2. Balanspositie 1. Inleiding 2. Toelichting balanspositie

3. Reserves en voorzieningen 1. Inleiding 2. Wettelijke kader 3. Gemeentelijk kader 4. Omvang reserves en voorzieningen 5. Budgettaire algemene reserve (BAR) 6. Vrije algemene reserve (VAR) 7. Weerstandsdeel algemene reserve (WAR) 8. Meerjarenperspectief 9. Overzicht incidentele en structurele toevoegingen en onttrekkingen reserves

4. Investeringsplanning

5. Basisset beleidsindicatoren

6. Kerngegevens

7. Afkortingenlijst

8. Bijlagen (digitaal beschikbaar) A. Investerings- en financieringsstaat B. Nota reserves en voorzieningen C. Investeringsplanning 2019 - 2022 D. Overzicht lasten en baten per taakveld

Begroting 2019 - Financiële begroting 167

Begroting 2019 - Financiële begroting 168

1. Overzicht van lasten en baten meerjaren begroting

Begroting 2019 - Financiële begroting 169 Overzicht van lasten en baten primitieve begroting

Rekening jaar 2017 Begroting jaar 2018 Begroting jaar 2019 Programma (bedragen * € 1.000) Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo 1 Inwoners en Bestuur 9.334 2.101 -7.233 9.436 2.018 -7.419 8.891 1.275 -7.617 2 Economie en Werkgelegenheid 8.159 816 -7.343 9.302 730 -8.572 8.152 463 -7.688 3 Veiligheid 8.926 325 -8.602 9.225 75 -9.150 9.256 59 -9.196 4 Onderwijs en Jeugd 50.289 39.266 -11.023 47.832 36.395 -11.437 45.796 35.003 -10.794 5 Bouwen, Wonen en Milieu 43.240 44.320 1.080 40.858 38.034 -2.823 41.688 38.868 -2.820 6 Inkomensondersteuning 69.179 56.688 -12.491 66.067 54.644 -11.423 66.511 55.320 -11.191 7 Openbare Ruimte en Verkeer & Vervoer 25.711 5.142 -20.569 28.235 5.454 -22.781 28.536 5.532 -23.004 8 Sport en Cultuur 16.303 2.218 -14.084 16.129 2.161 -13.968 16.313 2.152 -14.161 9 Sociaal domein 153.581 8.120 -145.461 153.250 4.077 -149.173 148.951 2.772 -146.180 10 Bedrijfsvoering en Inkomstenbronnen 5.018 102.050 97.032 383 101.781 101.397 2.672 53.848 51.176 Programma 389.742 261.047 -128.694 380.718 245.368 -135.350 376.767 195.292 -181.474 Algemene dekkingsmiddelen Algemene uitkering 0 118.603 118.603 1.260 125.908 124.649 916 183.912 182.996 Dividend 281 1.084 803 281 1.278 998 283 1.294 1.012 Lokale heffingen 0 25.357 25.357 0 25.668 25.668 0 25.786 25.786 Saldo financieringsfunctie 0 0 0 -699 1.950 2.650 864 1.860 996 Algemene dekkingsmiddelen 281 145.044 144.764 841 154.805 153.964 2.063 212.853 210.790 Overhead Overhead 36.208 3.721 -32.487 36.578 3.606 -32.971 36.011 3.611 -32.399 Overhead 36.208 3.721 -32.487 36.578 3.606 -32.971 36.011 3.611 -32.399 Saldo baten / lasten 426.231 409.813 -16.418 418.137 403.780 -14.357 414.840 411.756 -3.084 Toevoeging / onttrekking reserves 1 Inwoners en Bestuur 145 595 450 133 213 79 133 490 357 2 Economie en Werkgelegenheid 6.433 8.789 2.356 101 2.782 2.681 0 2.223 2.223 3 Veiligheid 323 53 -270 0 56 56 0 14 14 4 Onderwijs en Jeugd 117 551 434 5 386 382 5 179 175 5 Bouwen, Wonen en Milieu 2.839 1.514 -1.325 2.448 2.937 489 887 1.476 589 6 Inkomensondersteuning 89 1.439 1.351 0 825 825 0 83 83 7 Openbare Ruimte en Verkeer & Vervoer 0 110 110 250 392 142 0 8 8 8 Sport en Cultuur 120 718 598 12 321 310 12 242 230 9 Sociaal domein 6.647 11.761 5.114 786 6.226 5.440 22 276 255 10 Bedrijfsvoering en Inkomstenbronnen 2.342 5.640 3.298 456 1.266 810 1.865 1.081 -783 Toevoeging / onttrekking reserves 19.056 31.171 12.115 4.191 15.405 11.214 2.924 6.073 3.150 Resultaat na bestemming 445.286 440.983 -4.303 422.328 419.185 -3.143 417.764 417.830 66

Begroting 2019 - Financiële begroting 170 Overzicht van baten en lasten in meerjarig perspectief Begroting jaar 2019 Begroting jaar 2020 Begroting jaar 2021 Begroting jaar 2022 Programma (bedragen * € 1.000) Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo 1 Inwoners en Bestuur 8.891 1.275 -7.617 8.455 1.229 -7.227 8.661 1.288 -7.373 8.617 1.291 -7.326 2 Economie en Werkgelegenheid 8.152 463 -7.688 7.666 470 -7.197 7.928 479 -7.449 8.016 485 -7.532 3 Veiligheid 9.256 59 -9.196 9.227 59 -9.168 9.221 59 -9.162 9.212 59 -9.153 4 Onderwijs en Jeugd 45.796 35.003 -10.794 45.676 35.007 -10.669 45.943 34.789 -11.154 46.501 34.795 -11.706 5 Bouwen, Wonen en Milieu 41.688 38.868 -2.820 42.606 40.327 -2.280 43.445 40.778 -2.667 41.191 38.039 -3.152 6 Inkomensondersteuning 66.511 55.320 -11.191 65.815 56.026 -9.789 64.967 57.511 -7.455 64.259 58.597 -5.663 7 Openbare Ruimte en Verkeer & Vervoer 28.536 5.532 -23.004 29.172 5.593 -23.579 30.053 5.655 -24.398 30.875 5.718 -25.157 8 Sport en Cultuur 16.313 2.152 -14.161 16.934 2.182 -14.752 16.854 2.167 -14.686 16.922 2.189 -14.733 9 Sociaal domein 148.951 2.772 -146.180 146.681 2.772 -143.909 146.579 2.772 -143.807 146.132 2.772 -143.360 10 Bedrijfsvoering en Inkomstenbronnen 2.672 53.848 51.176 3.887 52.395 48.508 5.465 51.553 46.088 6.746 50.716 43.970 Programma 376.767 195.292 -181.474 376.119 196.059 -180.060 379.116 197.053 -182.063 378.471 194.660 -183.811 Algemene dekkingsmiddelen Algemene uitkering 916 183.912 182.996 1.170 190.462 189.292 1.198 192.891 191.694 1.247 196.294 195.047 Dividend 283 1.294 1.012 283 1.145 863 283 1.145 863 283 1.145 863 Lokale heffingen 0 25.786 25.786 0 26.008 26.008 0 26.132 26.132 0 26.258 26.258 Saldo financieringsfunctie 864 1.860 996 1.321 1.801 480 1.794 1.748 -46 1.951 1.670 -281 Algemene dekkingsmiddelen 2.063 212.853 210.790 2.774 219.416 216.642 3.274 221.917 218.642 3.481 225.368 221.887 Overhead Overhead 36.011 3.611 -32.399 35.706 3.635 -32.071 35.790 3.575 -32.216 36.322 3.571 -32.751 Overhead 36.011 3.611 -32.399 35.706 3.635 -32.071 35.790 3.575 -32.216 36.322 3.571 -32.751 Saldo baten / lasten 414.840 411.756 -3.084 414.599 419.110 4.511 418.181 422.545 4.364 418.274 423.599 5.325 Toevoeging / onttrekking reserves 1 Inwoners en Bestuur 133 490 357 133 14 -119 133 220 87 133 220 87 2 Economie en Werkgelegenheid 0 2.223 2.223 0 25 25 410 25 -385 0 25 25 3 Veiligheid 0 14 14 0 14 14 0 14 14 0 14 14 4 Onderwijs en Jeugd 5 179 175 505 169 -336 5 158 153 5 147 143 5 Bouwen, Wonen en Milieu 887 1.476 589 1.436 728 -708 1.278 80 -1.198 1.278 80 -1.198 6 Inkomensondersteuning 0 83 83 0 0 0 168 0 -168 1.397 0 -1.397 7 Openbare Ruimte en Verkeer & Vervoer 0 8 8 0 8 8 0 8 8 0 8 8 8 Sport en Cultuur 12 242 230 12 230 218 12 226 215 12 224 213 9 Sociaal domein 22 276 255 22 30 9 22 30 8 21 29 8 10 Bedrijfsvoering en Inkomstenbronnen 1.865 1.081 -783 2.709 296 -2.413 2.100 0 -2.100 2.100 0 -2.100 Toevoeging / onttrekking reserves 2.924 6.073 3.150 4.816 1.514 -3.303 4.127 761 -3.366 4.946 748 -4.198 Resultaat na bestemming 417.764 417.830 66 419.416 420.624 1.208 422.308 423.306 998 423.220 424.347 1.127

Begroting 2019 - Financiële begroting 171 1.1 Gronden waarop de (meerjaren)ramingen zijn gebaseerd

Inleiding De uitgangspunten en kaders voor het opstellen van de begroting 2019 zijn vastgelegd in de begrotingsrichtlijnen 2019. Daarnaast zijn de uitgangspunten zoals genoemd in de Kadernota 2019 verwerkt in de meerjarenraming 2020 - 2022. In de meerjarencijfers liggen per definitie onzekerheidsmarges opgesloten. Onderkend dient te worden dat meerjarenramingen een gelaagde opbouw hebben, waarbij de laatste jaren de ramingen met meer onzekerheden zijn omgeven en meer mogelijkheden tot bijsturing bieden. Het uitzetten van een budgettair beleid voor een aantal jaren krijgt als gevolg van deze onzekerheden, logischerwijs, een voorwaardelijk karakter. Het doel van de meerjarenraming is onder meer inzicht te krijgen in de financiële ontwikkeling van de gemeente in meerjarenperspectief. Meerjaren- ramingen hebben dan ook zeker een belangrijke signaalfunctie. Ze geven aan wat er gaat gebeuren als het huidige beleid wordt voortgezet. Overigens kan de gemeente geen invloed uitoefenen op een aantal ontwikkelingen, die van wezenlijke invloed zijn op het begrotingsresultaat, zoals het macrobudget WWB (BUIG), de algemene uitkering uit het gemeentefonds en renteontwikkelingen.

Grondslagen Voor de opstelling van de begroting 2019 en de daarbij horende meerjarenraming zijn de volgende kaders van toepassing, die van invloed zijn op de hoogte van de toe te kennen budgetten. Deze kaders zijn: 1. Het bestuursakkoord 2018 - 2022

2. De Kadernota 2019 en de keuzes die naar aanleiding van de kadernota zijn gemaakt, zijn bepalend voor de inhoud van de meerjarenbegroting. Op basis van de besluitvorming over de kadernota wordt de begroting 2019 gewijzigd met de structurele doorwerking voor de jaren 2020-2022. De kadernota kent de volgende financiële uitgangspunten: - De Kadernota 2019 is gebaseerd op de jaarschijf 2019 uit de (meerjaren-)begroting 2018 met inbegrip van de structurele wijzigingen die doorwerken in de meerjarenschijven 2019-2022. - Basis zijn de jaarschijven 2019 - 2022 in het financieel systeem, inclusief de geëffectueerde structurele wijzigingen via collegebesluiten tot 1 juni 2018. - Budgetten voor taakmutaties, decentralisatie-uitkeringen worden in principe niet aangevuld met gemeentelijke middelen. - Kortingen op rijksbijdragen en decentralisatie-uitkeringen worden in principe één op één doorvertaald naar de budgetten van het betreffende beleidsveld en worden niet gecompenseerd met algemene middelen. - Voor diensten aan individuele derden (inwoners, organisaties, bedrijven, instellingen) geldt in principe het uitgangspunt kostendekkend. - Gemeentefonds: de berekening vindt plaats op basis van de stand volgens de maartcirculaire 2018; de definitieve budgettaire positie van de begroting 2019 wordt gebaseerd op de stand van de meicirculaire 2018. - Specifieke doeluitkeringen worden bepaald op basis van de alsdan bekende informatie. - De loonindexering wordt op 2% geschat vanaf de jaarschijf 2019 conform de begroting 2018. De schatting is gebaseerd op een ervaringscijfer en is voorlopig. De loonindexering voor 2019 staat op een centrale stelpost en gaat pas over naar de teams als er een cao- akkoord is afgesloten. Het bedrag dat overgaat wordt bepaald op basis van de cao- afspraken. In meerjarig perspectief zal de loonindexering ook als stelpost worden meegenomen; hiervoor wordt ook 2% per jaar verwerkt. - De prijsindexering is gebaseerd op het prijsindexcijfer van de meicirculaire 2018 en bedraagt 2,4%. De prijsindexering wordt in zijn geheel als een centrale stelpost meegenomen. Indien een team een beroep wil doen op deze stelpost, kan dat via een beargumenteerd voorstel aan het college worden voorgelegd. In meerjarig perspectief is de prijsindexering ook als stelpost opgenomen conform meicirculaire. Voor een nadere toelichting zie hoofdstuk 2. - Tegenover deze centrale stelpost prijsindexering staat ook een taakstelling voor de organisatie om slechts beperkt gebruik te maken van de mogelijkheid tot het indexeren van budgetten. - De indexatie van de integratieuitkering sociaal domein wordt in principe doorgegeven aan het betreffende beleidsveld (WMO, Jeugdhulp etc.); de indexatie voor 2019 wordt bekend gemaakt bij de meicirculaire 2019. - Vanaf het jaar 2020 wordt de integratieuitkering sociaal domein geïntegreerd in het gemeentefonds en loopt de indexatie via het accres van het gemeentefonds (dat zit daar dan bij inbegrepen). Met de zorgaanbieders worden afspraken gemaakt over prijs- en volume-indexatie op basis van nog nader door ons vast te stellen kaders. In de Kadernota 2019 is vanaf het jaar 2020 een stelpost voor deze indexatie verwerkt van € 1,2 miljoen per jaar.

Begroting 2019 - Financiële begroting 172 - Voor sporttarieven o de sporttarieven zijn in de meerjarenbegroting voor de jaren 2019 tot en met 2021 begroot met een verhoging van 1% per jaar o voor de jaarschijf 2022 geldt het uitgangspunt dat hier ook een verhoging van 1% wordt begroot - Voor onroerende zaakbelasting o de onroerende zaakbelasting is in de huidige meerjarenbegroting voor de jaren 2019 tot en met 2021 begroot met een verhoging van 1% per jaar; o voor de jaarschijf 2022 geldt dat hier ook een verhoging van 1% wordt begroot; o de verwachting is dat in het collegeprogramma wordt vastgelegd dat de OZB niet zal stijgen; - De stijging van de toeristenbelasting voor 2022 is € 0,05. Dit bedrag is de jaarlijkse verhoging. - Voor leges, bouwleges etc. hanteren we voor de jaarschijf 2022 een stijging van 2,5%; ook voor de jaarschijven 2017 tot en met 2021 is dit percentage gehanteerd; dit percentage is gebaseerd op een inschatting van de kostenstijgingen bij de gemeente (vooral lonen); voor deze categorie is niet gekozen voor indexatie op basis van de inflatie omdat het een tarief is dat geldt voor personen die het product afnemen en daar dan in principe de reële kosten voor betalen (er is niet sprake van een tarief is dat voor iedereen geldt en waar geen specifiek product tegenover staat zoals bijvoorbeeld bij onroerende zaakbelasting). - Voor groenvoorziening wordt geen verhoging toegepast omdat er geen sprake is van reguliere areaalgroei of groei van areaal als gevolg van de investeringen i.v.m. centrumvernieuwing. - Voor subsidies wordt voor de jaren vanaf 2019 rekening gehouden met een trendmatige verhoging van 1,00% per jaar. - Voor Gemeenschappelijke Regelingen willen wij bevorderen dat er wordt gewerkt met een uniforme wijze van indexatie. De Gemeenschappelijke Regelingen varen op dit moment ieder hun eigen koers. Wij zullen de uniformering op gaan pakken via de Vereniging van Drentse Gemeenten. 3. De begrotingsrichtlijnen 2019. 4. Overige actuele ontwikkelingen die zich voordoen na vaststelling van de kadernota. 5. De voorstellen uit het collegeprogramma, de zgn. investeringsagenda en de ombuigvoorstellen. 6. De bedragen van de budgetten in de begroting zijn exclusief de te declareren compensabele BTW en ondernemers-BTW. 7. De begroting 2019 wordt opgesteld op basis van ongewijzigd beleid, zoals deze in de kadernota 2019 door de raad is vastgesteld. 8. Goedgekeurde personeelsformatie per 1 januari 2019. 9. Activa: - kapitaallasten van toegestane investeringen in bedrijfsmiddelen onder aftrek van vrijgekomen afschrijvingen. - Investeringsplanning (kapitaallasten / volumes)

Investeringsvolumes en –kredieten Per programma worden de bijbehorende volumes gepresenteerd. Volumes, waarbij het bestedingsplan bekend is, worden met toelichting opgenomen in de primitieve begroting. De raad wordt expliciet gevraagd deze volumes vast te stellen. De bestedingen ten laste van deze volumes, passende binnen het bestedingsplan, hoeven vervolgens niet meer via het besluit begrotingswijzigingen door de raad vastgesteld te worden. Per programma wordt er tevens een overzicht van voorgestelde kredieten opgenomen, waarbij het bestedingsplan bekend is. De raad wordt eveneens expliciet gevraagd deze kredieten vast te stellen. Ook hiervoor geldt dat bestedingen passende binnen het bestedingsplan van de kredietaanvraag niet meer via het besluit begrotingswijzigingen door de raad te hoeven worden vastgesteld. Een overzicht van voornoemde kredieten is onderdeel van hoofdstuk 4 van deze financiële begroting. Per programma worden de claims op de reserves functioneel geboekt en expliciet ter besluitvorming voorgelegd aan de raad.

Begroting 2019 - Financiële begroting 173 1.2 Exploitatiebeeld begroting 2019

Inleiding In aansluiting op de hiervoor beschreven grondslagen waarop de ramingen zijn gebaseerd, wordt in dit onderdeel uiteen gezet in hoeverre de primitieve begroting 2019 afwijkt ten opzichte van de begroting 2018 (na wijziging).

Verschillenanalyse begrotingsresultaat 2019 t.o.v. begroting 2018 In deze paragraaf wordt per programma een toelichting gegeven op de oorzaak van het verschil van de begroting 2019 met de raming van het vorige begrotingsjaar (bedragen x € 1.000)

2018 2019 verschil Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo 2018-2019 Programma 1 9.570 2.230 -7.339 9.025 1.765 -7.260 79 Programma 2 9.898 4.015 -5.883 8.152 3.174 -4.977 906 Programma 3 9.225 131 -9.094 9.256 73 -9.182 -88 Programma 4 47.837 36.781 -11.056 45.801 35.182 -10.619 437 Programma 5 43.444 40.973 -2.471 42.575 40.345 -2.230 240 Programma 6 66.067 55.469 -10.598 66.511 55.403 -11.108 -510 Programma 7 27.852 5.812 -22.040 28.536 5.540 -22.996 -956 Programma 8 16.141 2.482 -13.659 16.325 2.394 -13.931 -273 Programma 9 154.036 10.302 -143.734 148.973 3.048 -145.925 -2.191 Programma 10 38.258 260.989 222.731 42.611 270.906 228.295 5.565 422.328 419.185 -3.143 417.764 417.830 66 3.209

Verschillenanalyse programma 1 lasten baten verschil Verschuiving van apparaatskosten veroorzaakt door de herijking van de kostentoedeling 101 V Incidenteel budget voor 2018 voor de Burgerbegroting 98 V -49 N Lasten voor verkiezingen in 2019 -250 N 250 V Incidentele middelen in 2018 voor inhuur tbv openbare ruimte en gebiedscoördinatie 60 V Aanpassing geldigheidsduur reisdocumenten 442 V -774 N Door lagere verkoop van reisdocumenten is de formatie met 3 fte verlaagd 133 V Effecten actuele ontwikkelingen, investeringsagenda en ombuigingen/beleidskeuzes (zie hoofdstuk 2) -40 N 76 V Diverse kleine verschillen per saldo 1 V 31 V Totaal 545 V -466 N 79 V

Verschillenanalyse programma 2 lasten baten verschil In 2018 incidentele bijdrage uit reserve Emmen Vernieuwt voor N34/Rondweg 619 V -619 N In 2018 incidentele bijdrage uit reserve Emmen Vernieuwt voor aansluiting N862/Rondweg 282 V -282 N In 2018 inc. bijdrage uit reserve EV voor herstel- en versterkingsmaatregelen parkeergarage Willinkplein 245 V -245 N Een incidentele bijdrage van de Provincie in 2018 voor Biobased Economy 200 V -200 N Inc. bijdragen in 2018, oa geluidsplan Werkas, verduurzaming Emmerhout en DuurSaam Glashelder 567 V -567 N Hogere kapitaallasten door investeringen Emmen Vernieuwt / Locatie Hoofdstraat -229 N Een lagere gemeentelijke bijdrage aan de Bedrijvenregeling (Vierkant voor Werk), dekking uit reserve 499 V -499 N Hogere apparaatskosten door herijking van de kostentoedeling -247 N Effecten actuele ontwikkelingen, investeringsagenda en ombuigingen/beleidskeuzes (zie hoofdstuk 2) -240 N 1.560 V Diverse kleine verschillen per saldo 50 V 12 V Totaal 1.746 V -840 N 906 V

Verschillenanalyse programma 3 lasten baten verschil Einde programma Veiligheid (2015-2018), onttrekking uit reserve vervalt 51 V -51 N Einde convenantperiode inzake het toezicht rondom scholen, dekking eigen bijdrage scholen vervalt 50 V -50 N Kadernota 2019: hogere bijdrage VRD en kosten electra Raadhuisplein -79 N Effecten actuele ontwikkelingen, investeringsagenda en ombuigingen/beleidskeuzes (zie hoofdstuk 2) -46 N Diverse kleine verschillen per saldo -7 N 44 V Totaal -31 N -57 N 88- N

Begroting 2019 - Financiële begroting 174 Verschillenanalyse programma 4 lasten baten verschil Lager subsidiebedrag van ministerie OCW door daling leerlingenaantal en eenmalige subsidie derden 1.389 V -1.389 N Lagere kapitaalslasten ivm een afwaardering door sloop van gymlokaal in 2018 69 V -69 N Nog niet ingezet jaarlijks beschikbare volume tbv kapitaalslasten investeringen in onderwijs gebouwen 253 V Budget voor kindcentrum Emmerhout overgeheveld naar programma 5 (zie voordeel bij prg 5) -248 N Herverdeling apparaatskosten in 2019 door o.a. organisatieaanpassing en invulling van vacatureruimte -68 N Verhoging budget uitvoering beleid voorscholen (KN 2018) en hogere kap.lasten verbouw voorscholen -120 N In 2018 is incidenteel een rijkskorting gedekt uit de reserves onderwijs -100 N Effecten actuele ontwikkelingen, investeringsagenda en ombuigingen/beleidskeuzes (zie hoofdstuk 2) 736 V Diverse kleine verschillen per saldo 25 V -41 N Totaal 2.036 V -1.599 N 437 V

Verschillenanalyse programma 5 lasten baten verschil Bij kadernota 2017 beschikbaar gesteld budget (oplopend) voor onderhoud gebouwen -500 N De sloop van 6 panden wordt gedekt uit de reserve boekwaarden 405 V -405 N Hogere lasten afval conform jaarplan Area en onttrekking uit de voorziening afvalstoffen -183 N 209 V Kapitaallasten van het kindcentrum Emmerhout (zie het nadeel bij programma 4) 226 V Incidentele onttrekking in 2018 uit de algemene reserve voor Plan van Aanpak Asbestdaken (KN 2018) 100 V -100 N Incidentele middelen in 2017 en 2018 voor nieuwe initiatieven grondexploitaties 100 V Door afwaardering van tuinbouwgebied Rundedal, minder rentetoerekening 147 V Baten bouwgrondexploitatie (cf vastgestelde Meerjarenprognose grondexploitatie 2018) -737 N Dekking uitvoeringsplannen Aanvalsplan uit reserve Bouwen, Duurzaamheid en Jeugdwerkloosheid 488 V -488 N Middels de Kadernota 2019 is een hoger budget voor uitvoering Omgevingswet beschikbaar gesteld -162 N Taakstellingen bij bouw en woning toezicht die in 2018 incidenteel zijn opgelost 97 V Lagere dekking uit extra middelen cluster VHROSV 61 V De functie ‘Beleidsadviseur Statushouders’ vervalt en daarmee ook de dekking uit de reserve 95 V -95 N De lasten voor het programma Wonen worden miv 2019 niet meer tlv de reserves gebracht -340 N Verwachte verlaging van de bouwleges -61 N Incidenteel budget in 2018 voor de bijdrage in kosten voor verstrekken van ‘Zonneleningen’ 114 V N Diverse mutaties riolering -1.177 N 1.135 V Effecten actuele ontwikkelingen, investeringsagenda en ombuigingen/beleidskeuzes (zie hoofdstuk 2) 951 V 347 V Diverse kleine verschillen per saldo 107 V -93 N Totaal 869 N -628 N 241 V

Verschillenanalyse programma 6 lasten baten verschil Incidenteel voordeel in 2018 betreffende minimabeleid -248 N -205 N Herverdeling van de apparaatskosten in 2019 oa door een organisatiewijziging in het sociaal domein -250 N Toename in de gecumuleerde uitgaven Baan Afspraakbanen door plaatsing van meer personen -310 N Incidentele lasten in 2018 voor armoedebeleid, minimabeleid en bijzondere bijstand 1.052 V -750 N Incidentele toekenning subsidies 2018 Bed Bad en brood – regeling, deels dekking uit de reserve -376 N Via kadernota 2018 is eenmalig extra budget 2019 toegekend voor Screening Rechtmatigheid -250 N Incidenteel opgeloste taakstelling in 2018 op de formatie van de 'oud afdeling' Inkomen 138 V Nog te dekken uitvoeringskosten Kindpakket -50 N Hogere Rijksinkomsten Participatiewet (BUIG) 856 V Effecten actuele ontwikkelingen, investeringsagenda en ombuigingen/beleidskeuzes (zie hoofdstuk 2) -195 N N Diverse kleine verschillen per saldo 45 V 33 V Totaal -444 N -66 N -510 N

Verschillenanalyse programma 7 lasten baten verschil Uitzet van kapitaallasten oa door kredieten die beschikbaar zijn gesteld voor verkeer en vervoer/wegen -259 N Egaliseren van de kosten voor het beheerplan CVE 2019 (KN 2019) 136 V Geen onttrekking uit de VAR ter vorming van een knelpuntenpot in 2019 250 V -250 N Herverdeling van de apparaatskosten in 2019 -67 N Het structureel laten vervallen van areaaluitbreiding 110 V Geen onttrekking reserve Emmen Vernieuwt in 2019 voor tijdelijke parkeervoorziening Klokkenslag en Vreding -134 N Inkomsten vanuit Onderwijs voor het onderhouden van het groen rond scholen 50 V Effecten actuele ontwikkelingen, investeringsagenda en ombuigingen/beleidskeuzes (zie hoofdstuk 2) -806 N 58 V Diverse kleine verschillen per saldo -48 N 3 V Totaal -684 N -273 N -957 N

Begroting 2019 - Financiële begroting 175 Verschillenanalyse programma 8 lasten baten verschil Onderuitputting kapitaallasten in 2018 ivm nieuwe zwembad -137 N In 2018 is incidenteel budget voor de continuiteit culturele infrastructuur beschikbaar gesteld 50 V De incidentele bijdrage in 2018 voor ‘Cocreatie creatief Mensenpark’ met dekking uit de reserve 50 V -50 N Effecten actuele ontwikkelingen, investeringsagenda en ombuigingen/beleidskeuzes (zie hoofdstuk 2) -197 N Diverse kleine verschillen per saldo 50 V -38 N Totaal -184 N -88 N -272 N

Verschillenanalyse programma 9 lasten baten verschil Afwaarderen van het pand Heemingeslag 31 in verband met sloop 68 V -68 N Trendmatige verhoging van subsidies -63 N Incidenteel projectbudget in 2018 voor Sedna POD/ouderkracht/voorveld en "vroeg erbij" 646 V Bijdrage aan praktijkondersteuner huisartsen uit voormalig CJG budget (KN 2019) 180 V Een hogere gemeentelijke bijdrage aan de Emco op basis van de begroting van de Emco -701 N Een lagere WSW-bijdrage van het Rijk leidt tot lagere uitgaven 1.803 V Invulling van het DVO met Menso is over 2019 nog niet vastgesteld met dekking uit de reserve 1.806 V -1.296 N Voor 2019 is nog geen begroting vastgesteld voor exploitatiekosten EBDD met dekking uit de reserve 250 V -250 N Geen lasten en bijdragen begroot voor ArbeidsMarktRegioDrenthe 2019 915 V -713 N Budgetaanpassingen producten Maatwerkdienstverlening 18+ 387 V -251 N Lagere eigen bijdrage WMO, huishoudelijke hulpverlening en begeleiding ivm invoer abonnementstarief -1.450 N Prijscompensatie De Toegang (KN 2018) -83 N Aanpassing bijdrage De Toegang i.v.m. coördinerende functie bij de gemeente 80 V Budgetaanpassingen Zorg in Natura, PGB en jeugdpreventie 186 V Extra middelen 2019 pleegzorg, meicirculaire 2018 -150 N Incidentele verlaging van het budget in 2018 t.g.v. de bed-bad-brood-regeling -225 N In 2018 zijn de eigen bijdragen beschermd wonen WMO incidenteel verlaagd tot het niveau 2017 65 V Incidentele bijdrage in 2018 voor ‘Spoedpoli verwarde personen’, project 'Goede Start' en 'Jimmy's' 298 V -88 N Een hogere bijdrage aan de GGD ivm de cao-verhoging -250 N Een incidentele onttrekking in 2018 tbv de bijdrage aan de GGD -204 N Herverdeling van de apparaatskosten in 2019 oa door een organisatiewijziging in het sociaal domein 103 V Reservemutaties sociaal domein 764 V -3.012 N Effecten actuele ontwikkelingen, investeringsagenda en ombuigingen/beleidskeuzes (zie hoofdstuk 2) -817 N Diverse kleine verschillen per saldo -134 N 12 V Totaal 5.063 V -7.255 N -2.192 N

Verschillenanalyse programma 10 lasten baten verschil Diverse mutaties bedrijfsvoering 674 V -674 N Mutaties algemene uitkering 211 V 7.617 V Mutaties stelposten en taakstellingen, oa loon- en prijsstijging -1.737 N 351 V Rente kort en lang geld -1.477 N -74 N Effecten actuele ontwikkelingen, investeringsagenda en ombuigingen/beleidskeuzes (zie hoofdstuk 2) -2.071 N 2.701 V Diverse kleine verschillen per saldo 47 V -3 N Totaal -4.353 N 9.918 V 5.565 V

Begroting 2019 - Financiële begroting 176 1.3 Overzicht baten per categorie In onderstaande tabel zijn de baten per categorie weergeven. Tevens wordt per categorie de baten per inwoner getoond, uitgaande van 107.000 inwoners in 2019.

Baten exploitatie 2019 Bedrag x % Per inwoner € 1.000 107.000 inwoners

1. Algemene uitkering 183.912 44,02% 1.713,20

2. Doeluitkering ca Integratieuitkering sociaal domein 53.124 12,71% 494,86 Bijstandsverlening 55.403 13,26% 516,10 Onderwijs 35.182 8,42% 327,73 Zorgvoorzieningen 2.421 0,58% 22,55

3. Lokale heffingen OZB 25.508 6,10% 237,61 Rioolheffing 11.911 2,85% 110,96 Reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 14.204 3,40% 132,31 Parkeeropbrengsten 4.280 1,02% 39,87 Woningexploitatie en bouwvergunningen 2.627 0,63% 24,47 Overige leges (oa reisdocumenten, rijbewijzen) 1.675 0,40% 15,60

4. Bouwgrondexploitaties 7.115 1,70% 66,27

5. Overige baten Rentebaten 1.861 0,45% 17,33 Dividend 1.294 0,31% 12,05 Sport 2.326 0,56% 21,67 Kunst en cultuur 69 0,02% 0,65 Baten begraafplaatsen 679 0,16% 6,32 Overig 14.241 3,41% 132,66

Totaal 417.830 100,00% 3.892,22

Baten in procenten

5% 2% 14% 1. Algemene uitkering - 44% 2. Doeluitkering ca - 35% 44% 3. Lokale heffingen - 14% 4. Bouwgrondexploitaties - 2% 5. Overige baten - 5% 35%

Begroting 2019 - Financiële begroting 177 1.4 Aandeel EMU-saldo gemeente Emmen Hieronder treft u een overzicht aan van de thans bekende gegevens over het aandeel van onze gemeente in het EMU-saldo voor de jaren 2018 en 2019 tot en met 2022. Hierbij wordt er op gewezen dat het vooral t.a.v. investeringen om globale bedragen gaat.

Het EMU-saldo is het totaal aan inkomsten min de uitgaven van de Rijksoverheid, sociale fondsen en lokale overheden. Hierbij zitten ook inkomsten en uitgaven met een kapitaalkarakter. Zoals aan- en verkopen van grond, investeringen, investeringsbijdragen en opbrengsten uit de verkoop van gas. Financiële transacties, zoals de verkoop van deelnemingen of kredietverstrekking, worden niet als inkomsten of uitgaven gezien. Het berekend EMU-saldo in bovenstaand overzicht geeft het aandeel van de gemeente Emmen weer in het EMU-saldo.

Als gevolg van Europese regelgeving mogen EU-lidstaten een begrotingstekort (EMU-saldo) hebben van maximaal 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Aan dit maximale tekort van 3% hebben, naast de Rijksoverheid, ook de decentrale overheden een aandeel. De EMU-systematiek werkt op een andere manier dan het (gemodificeerde) baten- en lastenstelsel dat de gemeenten hanteren. Investeringen tellen bijvoorbeeld niet mee in het stelsel van baten en lasten, daarbij wordt uitgegaan van de kapitaallasten van de investeringen. Investeringen in een jaar tellen echter wel volledig mee in het EMU-saldo. Bij een sluitende begroting kan een gemeente daardoor toch een negatief EMU-saldo hebben.

Nr Vraag 2018 2019 2020 2021 2022 (bedragen x € 1.000) volgens volgens volgens meer- volgens meer- volgens meer- primitieve primitieve jaren-raming jaren-raming jaren-raming begroting begroting 2018 2019 1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. -7.496 -3.084 4.511 4.364 5.325 onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) 2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 17.728 18.965 20.359 20.345 20.095 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen tlv de 4.912 362 362 362 362 exploitatie 4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op 11.320 68.980 49.871 33.866 27.107 de balans worden geactiveerd

5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4. 6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord 7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, - - - - - woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) 8 Baten bouwgrondexploitatie: Baten voor zover - - - - - transacties niet op exploitatie verantwoord 9 Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover 887 2.265 2.762 1.971 1.538 deze transacties met derden betreffen 10 Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder een van bovenstaande posten 11 Verkoop van effecten 11a Gaat u effecten verkopen? nee nee nee nee nee 11b Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? Berekend EMU-saldo 2.937 -55.002 -27.401 -10.766 -2.864

Begroting 2019 - Financiële begroting 178 1.5 Kasstroomoverzicht 2019

Werkelijk Begroting

2017 2019 x € 1000 x € 1000

Kasstroom uit operationele activiteiten Exploitatieresultaat -4.303 0 Overige mutaties eigen vermogen -12.936 -2.650 Afschrijvingen 25.001 18.965 7.762 16.315 Mutaties Werkkapitaal - Voorraden -6.071 1.872 - Vorderingen 24.404 -1.000 - Overlopende activa 8.119 1.000 - Kortlopende schulden 31.748 - - Overlopende passiva -1.877 809 56.323 2.681

Mutaties egalisatierekening - - Mutaties voorzieningen 181 -2.293 Mutaties voorzieningen in mindering op actief -4.450 - -4269 -2293 59.816 16.703

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Immateriële vaste activa -1.238 - Materiële vaste activa -34.762 -68.980 Financiële vaste activa -6 2.515 -36.006 -66.465

Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden 30.041 85.000 Aflossingen langlopende schulden -53.590 -35.238 Ontvangsten uit langlopende vorderingen 2.121 - Betalingen langlopende vorderingen -1.157 - -22.585 49.762

Mutatie liquide middelen 1.225 0

Beginstand liquide middelen 1.165 1.000 Mutatie liquide middelen 1.225 0 Eindstand liquide middelen 2.390 1.000

Begroting 2019 - Financiële begroting 179

Begroting 2019 - Financiële begroting 180

2. Balanspositie

Begroting 2019 - Financiële begroting 181 2. Balanspositie (bedragen x € 1.000)

Activa 2017 2018 2019 2020 2021 2022 werkelijk raming raming raming raming raming

Vaste activa Im-/materiële vaste activa 447.276 471.882 521.897 551.409 564.929 571.942

Financiële vaste activa 74.347 72.991 70.476 69.172 67.923 63.359

Totaal vaste activa 521.623 544.873 592.373 620.581 632.852 635.301

Vlottende activa Voorraden 34.544 35.815 33.943 30.058 25.702 23.857 voorziening voorraden Vorderingen 38.892 34.071 35.071 36.071 36.071 36.071

Liquide middelen 2.390 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 Overlopende activa 10.677 11.250 10.250 9.250 9.250 9.250

Totaal vlottende activa 86.503 82.136 80.264 76.379 72.023 70.178

Totaal activa 608.126 627.009 672.637 696.960 704.875 705.479

Passiva 2017 2018 2019 2020 2021 2022 werkelijk raming raming raming raming raming

Vaste passiva Eigen vermogen Algemene reserves 17.957 15.331 15.336 16.675 19.071 21.057 Bestemmingsreserves 35.519 22.666 20.011 21.475 22.445 24.357 Totaal eigen vermogen 53.476 37.997 35.347 38.150 41.516 45.414

Voorzieningen in mindering ------op actief

Vreemd vermogen lang Voorzieningen 10.280 8.621 6.328 3.927 2.319 1.143 Langlopende schulden 440.694 437.312 402.074 482.006 492.382 511.699 Aan te trekken leningen - 25.000 110.000 55.000 50.000 35.000 Totaal vreemd vermogen 450.974 470.933 518.402 540.933 544.701 547.842 (lang)

Totaal vaste passiva 504.450 508.930 553.749 579.083 586.217 593.256

Vlottende passiva Kortlopende schulden 31.095 35.000 35.000 35.000 35.000 35.000 kasgeld 35.000 40.000 40.000 40.000 40.000 40.000 Overlopende passiva 37.581 43.079 43.888 42.877 43.658 37.223 Totaal vlottende passiva 103.676 118.079 118.888 117.877 118.658 112.223

Totaal passiva 608.126 627.009 672.637 696.960 704.875 705.479

Gewaarborgde 7.501 7.425 7.300 7.175 7.050 6.925 geldleningen

Begroting 2019 - Financiële begroting 182 2.1 Inleiding De indeling van de balans in de begroting 2019 is ingericht op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). De voornaamste op de balans voorkomende posten worden hierna beschreven.

Materiële vaste activa De investeringen moeten worden onderscheiden in investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Alle investeringen worden geactiveerd. In de “Nota Activabeleid gemeente Emmen” is ten aanzien hiervan de afschrijvingstermijnen vastgelegd dat binnen de gemeente Emmen dient te worden gehandhaafd. Tot slot wordt opgemerkt dat eigen reserves niet in mindering mogen worden gebracht op investeringen met economisch nut. Bijdragen van derden echter wel. Bij investeringen met maatschappelijk nut mogen zowel eigen reserves alsook bijdragen van derden in mindering worden gebracht op het actief.

2.2 Toelichting balanspositie Een balans is een in geld uitgedrukt overzicht van bezittingen, schulden en vermogen. Naast de balans per 31 december 2017 is de (geraamde) balanspositie per 31 december 2018 tot en met 2022 weergegeven. Aangezien de realisatie altijd afwijkt van de begroting zal de (jaar)rekening ook afwijken van de balansposten zoals deze opgenomen zijn in deze begroting.

Activa Onder activa verstaan wij alle bezittingen. Materiële vaste activa zijn bezittingen in de vorm van onroerend goed, zoals gebouwen en roerend goed zoals vervoermiddelen en machines. Immateriële vaste activa bestaan uit kosten sluiten geldleningen c.a. en kosten onderzoek en ontwikkeling. De financiële vaste activa bestaan uit kapitaalverstrekkingen, leningen en bijdragen aan activa in eigendom van derden. De materiële en immateriële vaste activa van de gemeente worden gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs. De financiële vaste activa (leningen en dergelijke) zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde, evenals de vlottende activa. Vlottende activa zijn vorderingen op korte termijn en de kas- en banksaldi.

Passiva Onder passiva worden de middelen verantwoord waarmee activa worden gefinancierd.

Afschrijvingen De afschrijvingen op de activa van de gemeente geschiedt in principe volgens de lineaire afschrijvingsmethode. Alleen bij wijze van uitzondering wordt annuïtair afgeschreven.

Financieringspositie De concernbalans geeft de vermogenspositie weer. Daaruit is ook de financieringspositie af te leiden. Tevens geeft deze positie inzicht in het financieringsoverschot of –tekort en de liquiditeit van de gemeente.

Begroting 2019 - Financiële begroting 183 In onderstaande tabel is door de vergelijking van de investeringen met de financieringsmiddelen de situatie aangegeven voor de jaren 2018 en 2019.

Omschrijving 31-12-2018 31-12-2019

Activa (materiële en immateriële vaste activa incl. grondvoorraden) 556.167 580.688

Passiva • Eigen vermogen en bestemmingsreserves 53.476 37.997 • Vreemd vermogen lang, incl. voorzieningen 450.974 470.933

Totaal vermogen lang 504.450 508.930

Financieringstekort 51.717 71.758

In onderstaande tabel is onder andere de verhouding tussen eigen- en het totaal vermogen aangegeven.

31-12-2018 31-12-2019 Eigen vermogen 8,79% 6,06%

Vreemd vermogen lang 74,16% 75,11%  Leningen o/g 72,47% 73,73%  Voorzieningen 1,69% 1,37%

Vreemd vermogen kort 17,05% 18,83%  Kortgeld/rekening courant 10,87% 11,96%  Overlopende passiva 6,18% 6,87%

Totaal 100,00% 100,00%

Per 31-12-2018 Per 31-12-2019

8,8% 6,1% 17,0% 18,8%

Eigen vermogen

Vreemd vermogen lang

Vreemd vermogen kort

74,2% 75,1%

Begroting 2019 - Financiële begroting 184

3. Reserves en voorzieningen

Begroting 2019 - Financiële begroting 185 3. Reserves en voorzieningen

3.1 Inleiding In paragraaf 3.2 wordt het wettelijk, en in paragraaf 3.3 het gemeentelijk kader met betrekking tot de reserves en voorzieningen beschreven.

3.2 Wettelijk kader Het wettelijk kader, het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), is als volgt:

Reserves Reserves zijn de vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken. Bedrijfseconomisch gezien zijn reserves vrij te bestemmen (al kan het politiek bestuur aan bepaalde reserves een bestemming geven). De reserves worden onderscheiden in algemene en bestemmingsreserves.

Algemene reserve (vrij vermogen) Dit betreft alle reserves die geen bestemmingsreserve zijn.

Bestemmingsreserves Dit betreft reserves waaraan door de raad een bepaalde bestemming is gegeven. Het kenmerk hiervan is dat de bestemming nog kan worden gewijzigd door de raad. Het wijzigen van de bestemming van een reserve heeft overigens meestal wel financiële en/of beleidsmatige consequenties. Ook de amortisatiereserves en de egalisatiereserves worden tot de bestemmingsreserves gerekend.

Amortisatiereserves De amortisatiereserves zijn bedoeld om ontvangen investeringsbijdragen gedurende de gebruiksduur van het investeringsgoed in jaarlijkse termijnen ten gunste van de exploitatie te laten komen. Dit wordt gedaan omdat de investeringsbijdragen niet rechtstreeks op het actief in mindering mogen worden gebracht. Door amortisatie wordt een deel van de kapitaallasten opgevangen door een onttrekking aan de reserve.

Egalisatiereserves Bestemmingsreserves die dienen om de kosten gelijkmatig over de jaren te verdelen (bijvoorbeeld de lasten van verkiezingen).

Voorzieningen Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen. Het gaat bij voorzieningen om min of meer onzekere verplichtingen die te zijner tijd tot schulden kunnen leiden. Ook kunnen voorzieningen betrekking hebben op verplichtingen, samenhangend met het in de tijd onregelmatig gespreid zijn van bepaalde kosten of om ongewenste schommelingen op te vangen in tarieven.

Voorzieningen dienen naar beste schatting dekkend te zijn voor de achterliggende verplichtingen en risico’s. Onder voorzieningen worden wettelijk verstaan:  verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten;  op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;  kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in het voorafgaande begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren;  voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume.

Binnen de gemeente worden bij de verslaglegging twee types voorzieningen gehanteerd: 1. Voorzieningen 2. Voorzieningen gepresenteerd als waardevermindering

De voorzieningen die gepresenteerd worden als waardevermindering betreft o.a. de voorzieningen voor oninbaarheid van debiteuren, de voorzieningen voor grondexploitaties en de voorziening voor stadionbedrijf Emmen bv.

3.3 Gemeentelijk kader De nota reserves en voorzieningen 2011 vormt het gemeentelijk beleidskader voor de reserves en voorzieningen.

Begroting 2019 - Financiële begroting 186  In principe geen rentetoevoeging aan bestemmingsreserves, tenzij wettelijk verplicht dan wel specifiek door de raad besloten;  Geen rentetoevoeging aan voorzieningen, tenzij sprake is van contante waarde c.q. een wettelijke verplichting  De algemene reserve is als volgt ingedeeld:  BAR: een vrij aanwendbaar deel van de reserve (geraamde stand op 1 januari 2019 € 10,3 miljoen);  VAR: een vrij te besteden gedeelte van de algemene reserve (indien alle in 2018 geraamde onttrekkingen aan de VAR plaats zullen vinden bedraagt de geraamde stand van de VAR op 1 januari 2019 bijna -/- € 2,4 miljoen).  WAR: is het weerstandsdeel van de algemene reserve (huidige en geraamde stand per 1 januari 2019 € 7,5 miljoen);  Alleen de raad kan een reserve of voorziening instellen.

Voor het vormen van reserves worden de volgende uitgangspunten gehanteerd;  Voor het vormen van een reserve is altijd een expliciet besluit van de raad nodig. Dit kan bij vaststelling van de begroting, jaarrekening of een afzonderlijk raadsbesluit  Uitgangspunt is een zo klein mogelijk aantal reserves; in eerste instantie wordt getracht om financiële ruimte binnen de meerjarenbegroting om te zetten in budgetten of te reserveren in de algemene reserve.  Het beleid met betrekking tot reserves en voorzieningen moet simpel en transparant zijn  Bij vorming van een reserve moet in het raadsvoorstel worden aangegeven: de naam, de grondslag en het doel van de reserve, evenals de wijze van voeding, de rentetoerekening en het meerjarig perspectief van de reserve.

Voor het toevoegen of aanwenden van reserves worden de volgende uitgangspunten gehanteerd;  Toevoeging en aanwending met meer dan € 400.000 gebeuren bij afzonderlijk raadsbesluit, tenzij door de raad is besloten om jaarlijks een bepaald saldo, of bepaalde uitgaven, te muteren op de betreffende reserve.  Toevoeging en aanwending tot € 400.000 gebeuren bij afzonderlijk collegebesluit, tenzij door de raad is besloten om jaarlijks een bepaald saldo, of bepaalde uitgaven, te muteren op de betreffende reserve.  Aanwendingen passend binnen de voorwaarden en doelstelling van de reserve kunnen bij besluit begrotingswijzigingen, bestuursrapportage, begroting of jaarrekening aan de raad worden voorgelegd.  Aanwendingen welke niet (geheel) passen binnen de voorwaarden en doelstelling van de reserve dienen bij afzonderlijk raadsbesluit te worden voorgelegd.

Wijziging rentesystematiek; Door het vormen van reserves wordt vermogen afgezonderd. Door de reserves te gebruiken als intern financieringsmiddel wordt rente bespaard die anders betaald had moeten worden voor het aantrekken van vreemd vermogen (leningen). Tot en met 2016 werd deze rente ten gunste gebracht van de exploitatie. De bespaarde rente die jaarlijks in de begroting werd opgenomen werd structureel ingeboekt. Echter als de rente ten gunste van de exploitatie wordt gebracht ontstaat er een dekkingsprobleem op het moment dat de reserve wordt besteed voor het doel waarvoor zij was gevormd. De reserve is dan namelijk niet meer beschikbaar voor interne financiering. Conform het advies van de commissie BBV nav wijzigingen van de BBV met ingang van 2017, is de systematiek van de berekening van rente over het eigen vermogen (de bespaarde rente) losgelaten, met uitzondering van de rente over de onderwijsreserve.

Begroting 2019 - Financiële begroting 187 3.4 Omvang reserves en voorzieningen De geraamde omvang van de reserves en voorzieningen wordt hierna samengevat weergegeven. De indeling van de reserves en voorzieningen is overeenkomstig de BBV. De VAR kent op eind 2017 een negatieve stand. Omdat de VAR onderdeel uitmaakt van de totale algemene reserve, die een positieve stand kent, is dit toegestaan.

(bedragen x € 1.000) stand rente- overige overige saldo 01-01-2019 toevoeging vermeer- vermin- 31-12-2019 dering dering Algemene reserve BAR 10.287 0 1.350 0 11.637 VAR -2.443 0 0 1.345 -3.788 WAR 7.487 0 0 0 7.487

Bestemmingsreserves Egalisatiereserves 1.282 0 150 476 956 Amortisatiereserves 5.845 0 0 468 5.377 Overige best. reserves 15.539 0 1.927 3.787 13.678 Totaal reserves 37.997 0 3.427 6.076 35.347

Voorzieningen Voorzieningen (zijnde 40.287 0 382 129 40.541 waardeverminderingen Subtotaal reserves en 78.285 0 3.809 6.205 75.888 voorzieningen

Overige voorzieningen 8.621 362 2.655 6.328 Totaal reserves en 86.906 0 4.171 8.861 82.216 voorzieningen

De bovenstaande gepresenteerde standen zijn op basis van genomen raadsbesluiten.

3.5 Budgettaire algemene reserve (BAR) De prognose van de stand van de BAR per 31-12-2019 is als volgt (bedragen x € 1.000):

Stand 31-12-2017 volgens jaarrekening 2017 V 15.593

AF: Verplichtingen tot en met 2018: Resultaat jaarrekening 2017 N 4.303 Uitvoeringsprogramma 2017-2018 N 300 Planvorming aanpak stationsplein N 37 LeerWerkBedrijf saldo 2017 N 132 Resultaatbestemmingsvoorstellen 2015 N 135 Vierkant voor werk N 400 N 5.307

BIJ: Toevoegingen tot en met 2018 Geen toevoegingen

Verwachte stand per 01-01-2019 V 10.287

Mutaties 2019:

AF: Onttrekkingen 2019: Geen onttrekkingen

BIJ: Toevoegingen 2019: Geen toevoegingen V 1.350

Verwachte stand 31-12-2019: V 11.637

Begroting 2019 - Financiële begroting 188 3.6 Vrije algemene reserve (VAR) De prognose van de stand van de VAR per 31-12-2018 is als volgt (bedragen x € 1.000):

Stand 31-12-2017 volgens jaarrekening 2017 N -821

AF: Verplichtingen tot en met 2018: Toevoeging aan Knelpuntenfonds openbaar N 250 gebied FLO Brandweer (KN 2016) N 320 Bestemmingsplan en voorbereiding N 54 Bargermeer / Werkas Emmen Energienota 2017-2020 (KN2018) N 598 Geluidsplan Werkas (KN 2018) N 200 Plan van aanpak asbestdaken (KN 2018) N 100 Kosten rijkskorting onderwijshuisvesting N 100 N 1.622 BIJ: Toevoegingen tot en met 2018: Geen toevoegingen 0 V 0

Verwachte stand per 01-01-2018 N -2.443

Mutaties 2019:

AF: Onttrekkingen 2019: FLO Brandweer (KN 2016) N 188 Geluidsplan Werkas (KN 2018) N 100 Energienota 2017-2020 (KN2018) N 647 Bedrijvenregeling (collegeprogramma) N 410 N 1.345 BIJ: Toevoegingen 2019: geen toevoegingen 0

Verwachte stand 31-12-2018: N -3.788

3.7 Weerstandsdeel Algemene Reserve (WAR) Het benodigde bedrag is op basis van een normatieve benadering vastgesteld op € 7,5 miljoen. Dit bedrag is volledig aanwezig in de reserve. Indien bij een noodzakelijke aanwending de WAR zakt beneden het vereiste peil van € 7,5 miljoen, zal deze binnen een termijn van vier jaar weer op het vastgestelde niveau moeten worden gebracht.

3.8 Meerjarenperspectief Voor het meerjarenperspectief per reserve wordt verwezen naar bijlage B van deze begroting.

Begroting 2019 - Financiële begroting 189 3.9 Overzicht incidentele en structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

Onderstaand overzicht geeft meerjarig inzicht in de structurele en incidentele toevoegingen en onttrekkingen per programma aan de reserves. Naast de mutaties op de reserves eenmalige kosten en sociaal domein zijn de mutaties t.a.v. amortisatiereserves aangemerkt als structurele onttrekkingen. Als gevolg van de BBV mogen activa met economisch nut namelijk niet rechtstreeks ten laste van een reserve worden gebracht. Deze activa moet worden geactiveerd, waarbij de kapitaallasten ten laste van de exploitatie komen. Ter dekking van deze lasten wordt daarom structureel een beroep gedaan op de betreffende reserve (amortisatiereserve).

2019 2020 2021 2021 Onttrekkingen incidenteel: Programma 1 -490.000 -14.000 -220.000 -220.000 Programma 2 -2.198.000 - - - Programma 3 -14.000 -14.000 -14.000 -14.000 Programma 5 -647.000 -647.000 - - Programma 8 -9.684 - - - Programma 9 -329.000 - - - Programma 10 -532.858 - - - Totaal incidentele onttrekkingen: -4.220.542 -675.000 -234.000 -234.000 Toevoegingen incidenteel: Programma 2 - - 410.000 - Programma 4 - 500.000 - - Programma 5 -1.500.000 -1.500.000 - - Programma 10 -3.000 - - - Totaal incidentel toevoegingen: -1.503.000 -1.000.000 410.000 - Onttrekkingen structureel: Programma 2 -25.000 -25.000 -25.000 -25.000 Programma 4 -179.463 -168.764 -158.061 -147.364 Programma 5 -828.000 -80.000 -80.000 -80.000 Programma 7 -8.000 -8.000 -8.000 -8.000 Programma 8 -233.648 -231.221 -226.283 -224.350 Programma 9 -30.197 -2.418.171 -4.115.750 -2.735.089 Programma 10 -548.629 -295.527 - - Totaal structurele onttrekkingen: -1.852.937 -3.226.683 -4.613.094 -3.219.803 Toevoegingen structureel: Programma 1 133.278 133.278 133.278 133.278 Programma 4 4.611 4.611 4.611 4.611 Programma 5 2.387.223 2.936.223 1.277.827 1.277.827 Programma 8 11.765 11.729 11.693 11.657 Programma 9 21.679 21.594 189.508 1.418.422 Programma 10 1.867.954 2.708.954 2.100.000 2.100.000 Totaal structurele toevoegingen 4.426.510 5.816.389 3.716.917 4.945.795

Eindtotaal -3.149.969 914.706 -720.177 1.491.992

Begroting 2019 - Financiële begroting 190

4. Investeringsplanning

Begroting 2019 - Financiële begroting 191 4. Investeringsplanning

Een goede investeringsplanning is van groot belang om inzicht te krijgen wanneer welke inkomsten en uitgaven worden verwacht met betrekking tot de investeringen en wanneer investeringen gereed zullen zijn; daarmee kan de gemeente:  beter sturen op de benodigde liquiditeiten voor de komende jaren;  bepalen wanneer in de begroting rekening moet worden gehouden met de kapitaallasten (rente en afschrijving) die ontstaan na ingebruikname van de investering.

Voor de begroting 2019 - en ook voor het meerjarenperspectief – is van alle investeringen aangeven in welk jaar de uitgaven/inkomsten worden verwacht. Deze opgaven zijn administratief verwerkt en vormen daardoor de basis voor de begrote kapitaallasten.

De begrote kapitaallasten voor 2019 en volgende jaren geven dus een reëel beeld van de kapitaallasten. Ook wordt er naar gestreefd om de investeringsvolumes zoveel als mogelijk is al om te zetten in reële investeringsbedragen; in die gevallen waar dat is gelukt worden de kapitaallasten al direct verwerkt en nemen de desbetreffende volumes met hetzelfde bedrag af. De praktijk laat zien dat we steeds beter in staat zijn om investeringen in de tijd te plannen. In een ideale situatie, waarin alles goed kan worden ingeschat en de realisatie ook conform de planning verloopt is echter niet realistisch. Met namen bij investeringen die verder in de tijd gepland worden, bestaat het risico dat van de oorspronkelijke planning afgeweken wordt. Om deze reden is er een stelpost vrijval kapitaallasten in de begroting opgenomen. In de ideale situatie zou een stelpost vrijval kapitaallasten niet meer nodig zijn.

Met de huidige werkwijze wijken de begrote kapitaallasten minder af van de werkelijke dan in het verleden. Er wordt gewerkt aan een steeds nauwkeuriger en vollediger planning van de inkomsten en de uitgaven voor investeringen.

Vrijval kapitaallasten en volumes De stelpost voor de vrijval van de kapitaallasten en volumes zoals die nu nog in de begroting is opgenomen:

2019 2020 2021 2022

Kapitaallasten 1.412.600 1.356.800 1.119.800 865.800 Volumes 453.000 533.250 533.250 533.250

Begroting 2019 - Financiële begroting 192 Investeringskredieten In onderstaand overzicht zijn de voorgestelde kredieten opgenomen, waarbij het bestedingsplan bekend is. De raad wordt gevraagd deze kredieten voor de jaarschijf 2019 vast te stellen. Na vaststelling geldt dat bestedingen passende binnen het bestedingsplan van de kredietaanvraag niet meer via het verzamelbesluit door de raad vastgesteld hoeven te worden. In bijlage C investeringsplanning zijn de investeringskredieten in meerjarig perspectief weergegeven.

Programma Activa- Omschrijving Investerings- nummer bedrag 2019 Vervangingsinvesteringen 10 1421220 Toptakensite emmen.nl tvv 9991345 19.000 10 1519201 WIFI-netwerk (hardw) tvv 9991152 9991151 9991153 130.514 10 1519204 HP Store Once 4700 (tbv backup) tvv 9991190 89 91 35.797 10 1519207 WIFI-netwerk (software) 9991196 9991195 9991197 6.922 10 1519209 Hardware citrix omgeving tvv 9991258 221.622 10 1519210 Software Appdna/licentie citrix omg tvv 9991259 75.082 10 1519211 Ondersteuning/impl Citrix omg tvv 9991260 472.958 10 1519212 Hardware RUD 531.395 10 1519220 Business Intelligence Instr (Cognos) tvv 9991271 150.000 8 5192001 Wedstrijdtoestellen tvv 9990412 17.500 8 5192002 Neptunusbad zout-electrolyse-inst tvv 9990560 45.000 8 5192003 Aquarena zout-electrolyse-inst tvv 9990561 45.000 8 5192004 Tractor tvv 9990961 90.000 8 5192005 Sporth. Angelslo verw.inst. tvv 9999785 250.000 10 5192200 Live uitz en arch raads- en com.verg. tvv 9991295 18.777 7 8192000 Parkeerautomaten 2005 tvv 9990572 15.974 7 8192001 Parkeerautomaten 2004 tvv 9990573 22.880 7 8192004 Parkeerautomaten 2003 tvv 9997487 25.000 7 8192005 Schaftwagen OBG tvv 9998611 16.000 Totaal vervangingsinvesteringen 2.189.421

Begroting 2019 - Financiële begroting 193 Programma Activa- Omschrijving Investerings- nummer bedrag 2019 Overige investeringen 7 9991301 Vervangingsinvestering Openbare Verlichting 2019 210.000 7 9991320 Diverse kleine investeringen DNW 2019 116.000 7 9991325 Reconstructie wegen 2019 475.675 7 9991326 Deklagenprogramma 2019 500.000 7 9991343 Investeringskrediet DNW 2019 1.400.000 7 9991363 Groenreconstructies 2019 200.000 7 9991382 Sport- en spelvoorzieningen 2019 100.000 4 9991489 Voorschool 't Eenspan 158.340 4 9991517 Voorschool 't Eenspan brandveiligheid 114.660 2 9991928 Realisatie Parkeergarage 2 (Willinkplein-Zuid) 6.162.267 2 9991935 Bouw- en woonrijp maken Hoofdstraat (Mensenpark) 1.648.796 7 9991955 Verlenging Vreding 135.000 7 9992008 Dekking verlenging Vreding -90.000 2 9991967 Multimodale maatregelen N862 (project 80702) 7.973.979 2 9992004 Reconstructie Boermarkeweg 2e fase 1.054.488 2 9992031 Herinrichting openbaar gebied WP Zuid 1.393.075 2 9992033 Maaiveld parkeren WP Zuid 781.055 7 Investeringsbudget DNW 2019 2.500.000 7 ROI. ramen krediet 171.000 7 Aanpak verharding woonstraten 2019 750.000 2 Reconstructie Boermarkeweg 12.500.000 7 Meerjareninvesteringsprogramma wegen 2019 3.000.000 7 Oplossen parkeerknelpunten woonbuurten 700.000 7 Ontwikkeling marktplein Klazienaveen 400.000 4 Herhuisvesting Vakcollege Esdal Campus 5.500.000 5 Verduurzaming gemeentelijk vastgoed 7.000.000 6 Webshop Krediet 220.000 8 Topsportaccomodatie Meerdijk 4.235.000 8 Herinrichting sportpark Veenoord 4.600.000 8 Herinrichting sportpark CEC 2.300.000 8 Wielerbaan De Muur 726.000 8 Div. Accomodaties Webbe 1.300.000 8 Div. Accomodaties Zwartemeer 1.300.000 8 Div. Accomodaties Veenoord 1.300.000 8 Div. Accomodaties Bargeres 1.300.000 8 Sporthal Emmer-Compascuum 1.300.000 8 Investeringsprogramma 276.500 2 Opwaardering gebouwen Rensenpark 3.000.000 2 Investeringen openbare ruimte Rensenpark 5.000.000 2 Fietsplan 2018-2024 1.600.000 2 EV Stationsgebied - OV Knooppunt 10.000.000 2 Fietsplan 2018-2024 550.000 2 Fietsplan 2018-2024 1.350.000 2 Herinrichting Hoofdstraat - Wilhelminastraat 2.000.000 2 EV Afronding Boulevard Noord 250.000 Totaal overige investeringen 97.461.835

Totaal investeringen 2019 99.651.256

Begroting 2019 - Financiële begroting 194

5. Basisset beleidsindicatoren

Begroting 2019 - Financiële begroting 195 5. Basisset beleidsindicatoren

Conform de bijlage behorende bij artikel 1 van de Regeling tot vaststelling van de beleidsindicatoren die door de gemeenten in de Programma’s en Programmaverantwoording worden opgenomen. De bron en de waarde van de indicator staan op www.waarstaatjegemeente.nl (september 2018). Hier kan de waarde van Emmen vergeleken worden met die van andere gemeenten.

Waarde Prg. Taakveld Indicator Eenheid Periode Omschrijving Emmen De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in - 0.1 Demografische druk % 2018 76,2 verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar. 2019 fte per 1.000 - 0.4 Formatie (streef- 8,6 fte per 1.000 inwoners (bron: eigen begroting) inwoners waarde) 2019 fte per 1.000 - 0.4 Bezetting (streef- 8 fte per 1.000 inwoners (bron: eigen begroting) inwoners waarde) - 0.4 Apparaatskosten euro 2017 16,70 kosten per inwoner (bron: eigen begroting) 2019 max. kosten inhuur externen als % van totale loonsom + kosten inhuur externen - 0.4 Externe inhuur % (streef- 20% (bron: eigen begroting) waarde) - 0.4 Overhead % 2017 9% % van totale lasten (bron: eigen begroting) Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een 10 0.61 Woonlasten éénpersoonshuishouden euro 2018 716 éénpersoonshuisouden betaalt aan woonlasten. Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een 10 0.61 Woonlasten meerpersoonshuishouden euro 2018 750 meerpersoonshuishouden betaalt aan woonlasten. - 0.61 WOZ-waarde woningen dzd euro 2013 164 De gemiddelde WOZ waarde van woningen. - 0.61 WOZ-waarde woningen dzd euro 2014 153 De gemiddelde WOZ waarde van woningen. - 0.61 WOZ-waarde woningen dzd euro 2015 148 De gemiddelde WOZ waarde van woningen. - 0.61 WOZ-waarde woningen dzd euro 2016 148 De gemiddelde WOZ waarde van woningen. - 0.61 WOZ-waarde woningen dzd euro 2017 147 De gemiddelde WOZ waarde van woningen. 10 0.61 WOZ-waarde woningen dzd euro 2018 150 De gemiddelde WOZ waarde van woningen. aantal per Vernieling en beschadiging per 1.000 3 1.2 1.000 2017 4,6 Het aantal vernielingen en beschadigingen, per 1.000 inwoners. inwoners inwoners

Begroting 2019 - Financiële begroting 196 Waarde Prg. Taakveld Indicator Eenheid Periode Omschrijving Emmen

aantal per 3 1.2 Winkeldiefstal per 1.000 inwoners 1.000 2017 2,1 Het aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners. inwoners aantal per 3 1.2 Diefstal uit woning per 1.000 inwoners 1.000 2017 2,2 Het aantal diefstallen uit woningen, per 1.000 inwoners. inwoners Het aantal geweldsmisdrijven, per 1.000 inwoners. Voorbeelden van aantal per geweldsmisdrijven zijn seksuele misdrijven, levensdelicten zoals moord en 3 1.2 Geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners 1.000 2017 5,9 doodslag en dood en lichamelijk letsel door schuld (bedreiging, inwoners mishandeling, etc.). aantal per Verwijzingen Halt per 10.000 inwoners - 1.2 10.000 inw 2017 104 Verwijzingen Halt per 10.000 inwoners van 12-17 jaar van 12-17 jaar 12-17jr Het percentage jongeren (12-21 jaar) dat met een delict voor de rechter is - 1.2 Jongeren met delict voor rechter % 2015 1,38 verschenen. per 1.000 inw - 3.1 Banen 2017 667 Het aantal banen, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. 15-64jr per 1.000 inw Het aantal vestigingen van bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van - 3.1 Vestigingen 2017 114,8 15-64jr 15-64 jaar. De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen - 3.1 Functiemenging % 2017 48,2 en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen. Voortijdige schoolverlaters totaal (VO Het percentage van het totaal aantal leerlingen (12 - 23 jaar) dat 4 4.3 % 2016 1,8 + MBO) % voortijdig, dat wil zeggen zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat. per 1.000 Het aantal leerplichtigen dat niet staat ingeschreven op een school, per 4 4.3 Absoluut verzuim 2017 1,08 inw. 5-18 jr 1.000 inwoners lft. 5-18 jaar. per 1.000 Het aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar 4 4.3 Relatief verzuim 2017 23,47 inw. 5-18 jr ongeoorloofd afwezig is, per 1.000 inwoners lft. 5-18 jaar. Het percentage niet-wekelijks sporters t.o.v. bevolking van 19 jaar en - 5.1 % Niet-sporters % 2016 63,2 ouder. Bevolking van 19 jaar en ouder dat niet minstens één keer per week aan sport doet.

Begroting 2019 - Financiële begroting 197

Waarde Prg. Taakveld Indicator Eenheid Periode Omschrijving Emmen

per 1.000 inw tweede half 6 6.3 Bijstandsuitkeringen 53,5 Het aantal personen met een bijstandsuitkering, per 1.000 inwoners. 18jr eo jaar 2017 Het percentage kinderen tot 18 jaar dat in een gezin leeft dat van een 6 6.3 % Kinderen in armoede % 2015 8,87 bijstandsuitkering moet rondkomen. Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de - 6.5 Netto arbeidsparticipatie % 2017 61,2 (potentiële) beroepsbevolking. per 1.000 inw tweede half Het aantal reintegratievoorzieningen, per 1.000 inwoners in de leeftijd van - 6.5 Aantal re-integratievoorzieningen 36,2 15-65jr jaar 2017 15-64 jaar - 6.5 % Jeugdwerkloosheid % 2015 2,26 Het percentage werkeloze jongeren (16-22 jaar). Aantal per 1.000 inwoners in de betreffende bevolkingsgroep. Een Wmo-cliënten met een tweede half maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning - 6.6 per 1.000 inw 93 maatwerkarrangement jaar 2017 binnen het kader van de Wmo. Voor de Wmo gegevens geldt dat een referentiegemiddelde gebaseerd is op aantal deelnemende gemeenten. % van alle tweede half Het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp ten opzicht van alle - 6.82 Jongeren met jeugdhulp jongeren tot 11,2 jaar 2017 jongeren tot 18 jaar. 18 jaar tweede half Het percentage jongeren (12-22 jaar) met een jeugdreclasseringsmaatregel - 6.82 Jongeren met jeugdreclassering % 0,6 jaar 2017 ten opzichte van alle jongeren (12-22 jaar). tweede half Het percentage jongeren tot 18 jaar met een jeugdbeschermingsmaatregel - 6.82 Jongeren met jeugdbescherming % 1,1 jaar 2017 ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar. kg per 5 7.3 Fijn huishoudelijk restafval 2016 241 Niet gescheiden ingezameld huishoudelijk afval. inwoner Hernieuwbare elektriciteit is elektriciteit die is opgewekt uit wind, - 7.4 Hernieuwbare elektriciteit % 2016 3,2 waterkracht, zon of biomassa. aantal per 5 8.3 Nieuwbouw woningen 1.000 2016 2,1 Het aantal nieuwbouwwoningen, per 1.000 woningen. woningen

Begroting 2019 - Financiële begroting 198

6. Kerngegevens

Begroting 2019 - Financiële begroting 199 6. Kerngegevens

Fysieke structuur Werkelijk Raming 01-01-2018 01-01-2019 A) Oppervlakte (in ha) • Land 33.580 33.580 • Binnenwater 1.046 1.046 Totaal 34.626 34.626

B) Woonruimten 48.942 49.000

C) Wegen en fietspaden (in km) • Binnen de bebouwde kom 751 751 • Buiten de bebouwde kom 452 452 • Fietspaden (vrijliggend) 70 70 Totaal 1.273 1.273 D) Openbaar groen (in ha) • Stedelijk groen 845 845 • Landschappelijk groen 1.162 1.162 • Begraafplaatsen 51 51 • Bermen 135 135 Totaal 2.193 2.193 Sociale structuur Werkelijk Raming 01-01-2018 01-01-2019 A) Inwoners • 0 tot en met 19 jaar 22.715 22.470 • 20 tot en met 64 jaar 60.837 60.455 • 65 jaar en ouder 23.638 24.075 Totaal inwoners 107.190 107.000

B) Aantal werkzame personen (12 uur en meer per week) 38.294 38.294 C) Sociale uitkeringen • Participatiewet (incl. adreslozen) 3.444 3.408 • IOAW 229 236 • IOAZ 16 18 • BBZ 24 25 Totaal aantal uitkeringsgerechtigden 3.713 3.687 D) Sociaal werkgemeenschappen (aantal WSW-ers) 1.108 1.034

Begroting 2019 - Financiële begroting 200

7. Afkortingenlijst

Begroting 2019 - Financiële begroting 201 Afkorting Omschrijving Afkorting Omschrijving AFPN Algemene Forensische Psychiatrie Noord GBA Fonds voor Cultuurparticipatie AMK Advies- en meldpunt kindermishandeling GFT Groente-, fruit- en tuinafval AMRD Arbeidsmarktregio Drenthe GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst AOT Allround Operationeel Technicus GHOR Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen AOW Algemene Ouderdomswet GLB Gemeenschappelijk Landbouw Bedrijf APE Een onderzoeks- en adviesbureau voor de publieke sector GOA Gemeentelijk Onderwijs Achterstandsbeleid AvA Algemene vergadering Aandeelhouders GR Gemeenschappelijke regelingen AVOI Algemene verordening ondergrondse infrastructuur Greenpac Green Polymer Application Centre AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten GRIF Griffie B&W Burgemeesters en Wethouders GRP Gemeentelijk Rioleringsprogramma BAHCO Bargermeer herstructureren en collectief ondernemen GS Gedeputeerde Staten BAG Basisregistratie Adressen en Gebouwen GSB Grote Steden Beleid BANN Bestuursacademie Noord- Nederland GVVP Gemeentelijk Verkeers-en Vervoersplan BAR Budgettaire Algemene Reserve GW Gemeentewet BBE Biobased economie H&V Hulpmiddelen en voorzieningen BBP Bruto binnenlands product HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs BBV Besluit Begroting en Verantwoording HBO Hoger Beroeps Onderwijs BBZ Bijstandsbesluit Zelfstandigen HG Huiselijk Geweld BCF BTW Compensatiefonds HH Huishoudelijke Hulp BDU Brede Doel Uitkering HHT Huishoudelijke Hulp Toelage Bibob Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur HIC High Impact Crimes BKV Beeldende Kunst en Vormgeving HRM Human Resource Management BLS Besluit Locatiegebonden Subsidies IAU Incidenteel Aanvullende Uitkering BMC Een managementadvies bureau IBT Inter Bestuurlijk Toezicht BNG Bank Nederlandse Gemeenten ICC Interne cultuurcoördinator BOA Bijzondere Opsporingsambtenaar ICT Informatie en Communicatie Technologie BOCE Borger- Odoorn, Coevorden en Emmen ICO Centrum voor kunst en cultuur BRO Basis Registratie Onderhoud IE In exploitatie BRP Basis Registratie Persoonsgegevens IGO Integrale gebiedsontwikkeling Brzo Besluit risico's zware ongevallen IKC Integraal KindCentra BSO+ Buitenschoolse Opvang + IKDrenthe Innovatie en Kenniscentrum Drenthe BTW Belasting Toegevoegde Waarde (omzetbelasting) ILG Investeringsbudget landelijk gebied BUIG Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten IMOP Informatie meerjarenontwikkelplan BV Besloten Vennootschap iNUP informatie Nationaal Uitvoeringsprogramma BVH Basisvoorziening handhaving IOAW Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte BWS Besluit Woninggebonden Subsidies werkloze werknemers BZK Binnenlandse Zaken IOAZ Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte CAK Centraal administratiekantoor gewezen zelfstandigen CBK Centrum Beeldende Kunst IPO Inter Provinciaal overleg CBL Cross Border Lease ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing CBS Centraal Bureau voor Statistiek IVB Integraal Vervoersbeleid CC Concerncontrol JGZ Jeugdgezondheidszorg CeMK Cultuureducatie met kwaliteit JOGG Jongeren op gezond gewicht Cer Compensatie eigen risico JOT Jongeren Opvang Team CEVAN Centrum voor automatisering Noord- Nederland KCC Klantcontactcentrum CHW Culthistorische Waardenkaart KCE Kennis campus Emmen CI Culturele Infrastructuur KING Kwaliteits Instituut Nederlandse Gemeenten CIZ Centrum Indicatiestelling Zorg KLIC Kabels en leidingen informatie centrum CJG Centrum jeugd en gezin KN Kadernota CKB Cultuur- Kennis- en beleefcentrum KRW Kaderrichtlijnen Water CKV Culturele Kunstzinnige Vorming KvK Kamer van koophandel CMO Crisismanagement organisatie LAP Landelijk afvalbeheersplan COCI Centre for Open Chemical Innovation LEADER Stimuleringsprogramma platteland COELO Centrum voor onderzoekvan de economie van de lagere overheden LPL Lagere publiekrechtelijke lichamen CP Cultuurparticipatie LSA Landelijk samenwerkingsverband aandachtswijken CPB Centraal Plan Bureau LTO Land- en Tuinbouworganisatie CQ Centrum voor de Kunsten in zuid-oost Drenthe MAU Meerjarig aanvullende uitkering CROW Nederlandse organisatie die kennis over verkeer en vervoer bundelt MBO Middelbaar Beroepsonderwijs CRS Centraal Registratie Syteem (overlegpartners) MDW Medewerker CUO Culturele Uitvoeringsovereenkomst MER Milieu Effect Rapportage CV Commanditaire Vennootschap MFA Multi Funcionele Accommodatie CVE Centrumvernieuwing Emmen MFS Multifunctionele speelvelden CVPO Culturele Vorming Primair Onderwijs MIRT Meerjarenprogramma infrastructuur, ruimte en transport CvV College van vereffenaars MKB Midden- en Kleinbedrijf DB Dagelijks Bestuur MO Maatschappelijke Opvang DJP Digitaal Jongeren Platform MOMO Modernisering van de monumentenzorg DNW Dorpen en wijken MOP Meerjaren ontwikkelplan DOLG Duurzame Ontwikkeling Landelijk Gebied MOPSV MOP SV beschrijving erbij DP Drents Plateau MOR Meldingen openbare ruimte DPE Dierenpark Emmen MPG Meerjaren perspectief grondexploitaties EBR Energiebedrijf Rundedal MPV Meerjaren perspectief vastgoed EDR Eems Dollard regio NAM Nederlandse aardolie maatschappij EFRO Europees fonds voor regionale ontwikkeling NAR Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement EGN European geopark network NASB Nationaal Actieplan Sport en Bewegen EMU Economische en monetaire Unie NBW Nationaal Bestuursakkoord Water ENTP European new town platform NDHS Nieuw Dordrecht historische en cultureel EOP Erkende Overleg Partner NDP Noorder dierenpark EPZ Electriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland NEA Nederlandse vervoerswetenschappelijk instituut, Economisch bureau ER Emmen Revisited voor het weg en watervervoer en Administratie en ERH Energy Resources Holding automatiseringscentrum voor het beroepsvervoer ESF Europees Sociaal Fonds NEN Nederlandse Norm ESGEVA Overlegorgaan van de GFT contractanten onderling en met de VAM NNGB Nationale Norm Gezond Bewegen ETS Europese territoriale samenwerking NNIEGG Nog niet in exploitatie genomen gronden EV Externe Veiligheid NOM Noorderlijke ontwikkelingsmaatschappij EZ Economische Zaken (ministerie van) NUG Niet Uitkeringsgerechtigden FC Football club NUP Nationaal uitvoeringsprogramma FES Fonds Economisch Structuurversterking NV Naamloze vennootschap FIDO Financiële Decentrale Overheden NWW Niet-werkende werkzoekenden FLO Functioneel leeftijdsontslag O&P Organisatie & Personeelsbeleid FMP Financieel meerjaren perspectief OAB Onderwijs achterstandenbeleid FPU Flexibel pensioen en uitkering OBE Openbare Bibliotheken Emmen FTE Fulltime- equivalent OBO Openbaar onderwijs FV Fysieke Veiligheid OC&W Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap FvCP Fonds voor Cultuurparticipatie OGGZ Openbare Geestelijke Gezondheidszorg

Begroting 2019 - Financiële begroting 202 Afkorting Omschrijving Afkorting Omschrijving

Afkorting Omschrijving Afkorting Omschrijving OKCE Ontwikkeling Kindcentra Emmen WO Wetenschappelijk Onderwijs OKE Ontwikkelingskansen door kwaliteiten en educatie WOZ Wet Waardering Onroerende Zaken OM Openbaar Ministerie WRO Wet Ruimtelijke Ordening OMG Outlawmotorgangs WSJG Waar Staat Je Gemeente OOE Openbaar Onderwijs Emmen WSV Wet stedelijke verniewing OOGO Op Overeenstemming Gericht Overleg WSW Wet Sociale Werkvoorziening OV Openbaar vervoer Wtcg Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten OVD Overeenkomst van dienstverlening WVG Wet Voorziening Gehadicapten OZB Onroererendezaakbelasting WW Werkloosheidswet P- Parkeerterrein WWB Wet Werk en Bijstand P&C Planning & control YIA Youth in action PBE Publiek belang Electriciteitsproductie ZVW Zorgverzekeringswet PCFO Publiek Contacten en Facilitaire Ondersteuning ZZP Zelfstandigen zonder personeel PGB Persoonsgebonden Budget PIOFACH personeel, informatie, organisatie, financiën, administratie, communicatie en huisvesting PM Pro Memorie (er worden kosten verwacht, maar de hoogte is nog niet bekend) PMJP Provinciaal meerjaren programma plattelandsontwikkeling PO Primair onderwijs POD Positief Opvoeden Drenthe POP Plattelands ontwikkelingsprogramma PPS Publiek Private Samenwerking Raad Gemeenteraad van Emmen REP Ruimtelijk Economisch programma RIEC Regionaal Informatie en Expertise Centrum RMC Regionaal Meldpunt en coorditie centrum ROC Regionaal Opleidings Centrum RSP-ZZL Regionaal specifiek pakket zuiderzeelijn RUD Regionale Uitvoeringsdienst RUDDO Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden RvC Raad van Commissarissen RWE Rhienische- Westfalische elecktricitatswerke SCP Sociaal Cultureel Planbureau SER Sociaal Economische Raad SIOF Strategisch Innovatie en Ontwikkelings Fonds SIV Sociaal Integratie en Veiligheid SNN Samenwerkingsverband Noord Nederland SRGE Stimuleringsregeling glastuinbouw Emmen SRLE Stimuleringsregeling Revitalisering Landbouw Emmen SRME Stichting Marketing Regio Emmen SROI Social Return On Investment STIVAM Stichting Vuilafvoersmaatschappij SVB Sociale verzekeringsbank SVIR Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte SW Sociale werkvoorziening TDC Trainings-en Diagnosecentrum TROP Toeristisch Recreatief Ontwikkelplan UvW Unie van Waterschappen UWV Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen VAM Vuil afvoermaatschappij VANG Van Afval Naar Grondstof VAR Vrije Algemene Reserve VAZVAZ Van Architectuur tot Zang en Van Aesthetiek tot Zeden en gewoonten VDG Vereniging Drentse Gemeenten VEGANN Vereniging van gemeenten aandeelhouders Noord- Nederland VHROSV Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening Stedelijke Vernieuwing Vip- COM Verbeter- en innovatieprogramma communicatie VMBO Voortgezet Middelbaar Beroeps Onderwijs VNG Vereniging Nederlandse Gemeenten VO Voortgezet Onderwijs VOF Vennootschap onder firma VPB Vereniging parkmanagement bedrijventerreinen VRD Veiligheidsregio Drenthe VROM Ministerie van volkshuisvesting ruimtelijke ordening en milieubeheer VSV Voortijdig Schoolverlaten VTH Vergunningen, toezicht en handhaving VTO Vorming, Training en Opleiding VVE Voor- en Vroegschoolse Educatie VVN Veilig Verkeer Nederland VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs VWS Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ministerie van) Wabo Wet Algemene Bepaling Omgevingsrecht Wajong Werk en Arbeidsondersteuning Jonggehandicapten Wak Week van de Amateurkunst WAR Weerstandsdeel algemene reserve WBb Wet Bodembescherming WE Voor- en Vroegschoolse Educatie WEB Wet Educatie en Beroepsonderwijs Wet HOF Wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën WGS Wet gemeentelijke schuldhulpverlening WI Wet inburgering WIA Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen WIJ Wet investeringe in Jongeren WION Wet Informatie Ondergrondse Netwerk WKO Warmte koude opslag WLB Werkleerbedrijf Wlz Wet langdurige zorg WMD Waterleidingmaatschappij Drenthe WML Wettelijk Minimum Loon WMO Wet Maatschappelijke Ondersteuning

Begroting 2019 - Financiële begroting 203