De Kamer aan zet De parlementaire weg naar een kabinetsformatie zonder koning Masterthesis Political Culture and National Identities Universiteit Leiden Student: Ivar Wiegerinck Studentnummer: s1198963 E-mailadres:
[email protected] 22 januari 2019 Thesis-supervisor: dr. D.E.J. Smit Aantal woorden: 18244 1 Inhoud Inleiding 2 1. De geschiedenis van de kabinetsformatie 6 2. Eerste aanzetten tot verandering 11 3. Naar een formatie zonder koning 25 4. Reacties en evaluatie 35 Conclusie 41 Bibliografie 43 2 Inleiding Op 27 maart 2012 eindigde het tijdperk van bijna tweehonderd jaar van directe betrokkenheid van de koning bij de totstandkoming van kabinetten in Nederland.1 De Tweede Kamer besloot op die dag aan het Reglement van Orde van de Tweede Kamer toe te voegen dat na Kamerverkiezingen niet de koning, maar de voorzitter van de Tweede Kamer als eerste aan zet zou zijn bij het verkennen van de mogelijkheden om een nieuw kabinet te vormen. De koning werd hiermee definitief buiten spel gezet. Vanaf de totstandkoming van het Koninkrijk der Nederlanden in 1813 heeft de koning een belangrijke rol gespeeld bij de vorming van de regering: de koning benoemt en ontslaat ministers, dat is nog altijd het geval. In de beginperiode van het Koninkrijk koos de koning naar eigen goeddunken de ministers in zijn regering. In de loop van de negentiende en twintigste eeuw veranderde de rol van de koning, maar tot 2012 bleef het staatshoofd een rol spelen in de kabinetsformatie. De aanloop naar deze verandering duurde lang. In deze scriptie wordt onderzocht hoe deze rol veranderde, welke ontwikkelingen eraan voorafgingen en waarom juist in 2012 de Kamer besloot de koning definitief buiten spel te zetten in de kabinetsformatie.