Jos Van Immerseel & Claire Chevallier
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
zo 28.03.2010 Jos van Immerseel & Claire Chevallier Schubert Kamermuziekzaal - 15.00 Biografieën De Franse pianiste Claire Chevallier studeer- Jos van Immerseel (Antwerpen) studeerde de piano aan de conservatoria van Nancy, piano, orgel, klavecimbel, zang en orkestdi- Straatsburg en Parijs en combineerde dit rectie. In 1973 won hij het eerste Concours met studies wiskunde en fysica. Nadien ver- de Clavecin in Parijs. Als docent was hij ver- volgde ze haar muzikale opleiding aan het bonden aan de Schola Cantorum in Bazel, Conservatorium van Brussel bij Jean-Claude het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam Vanden Eynden en Guy Van Waas. Tijdens en het Conservatoire Supérieur de Musique haar studies raakte Chevallier via een mas- in Parijs. Zijn ruime interesses brachten hem terclass bij Jos van Immerseel gefascineerd bij de studie van de retoriek, de organologie door historische piano’s. Als musicus-onder- in het algemeen en de historische klavierin- zoeker bezit ze vijf Franse historische piano’s strumenten in het bijzonder. Van Immerseel die de tijdsspanne 1842-1920 bestrijken. bezit een uitgebreide collectie historische Claire Chevallier is een van de artiesten op klavieren, waarmee hij geregeld optreedt. het Parijse label Zig-Zag Territoires en treedt Tot zijn kamermuziekpartners behoren regelmatig op in heel Europa en in Japan, Midori Seiler (viool), Sergei Istomin (cello), als soliste en in kamermuziekverband. Haar Eric Hoeprich (klarinet) en Thomas Bauer interesse voor diverse artistieke disciplines (bariton). Met hen, maar ook als solist en leidde tot projecten met kunstenaars als met zijn ensemble Anima Eterna Brugge Wayn Traub, Josse De Pauw, David nam Jos van Immerseel talloze cd’s op, voor- Claerbout en Anne Teresa de Keersmaeker. al op het label Zig-Zag Territoires. In 1987 Sinds 2004 is Chevallier als docente pia- richtte hij Anima Eterna op. Door de jaren noforte verbonden aan het Conservatoire heen ontwikkelde het ensemble zich tot een Royal de Bruxelles. Deze pianiste toont symfonieorkest dat repertoire speelt van de de overtuigingskracht van een geboren barok tot in de 20e eeuw, steevast op his- doorzetter, de creativiteit van een profes- torische instrumenten. Sinds 2003 is Anima sionele artieste en de charme van een echte Eterna in residentie bij het Concertgebouw. Française wanneer ze spreekt over haar werk In januari 2010 verhuisde het orkest zijn als pianiste en als lerares. kantoren naar de Brugse Ezelpoort, wat de band met de stad nog hechter maakte en resulteerde in een naamswijziging: Anima Eterna werd Anima Eterna Brugge. Jos van Immerseel, Claire Chevallier piano (Johann Nepomuk Tröndlin, Leipzig c.1830, verzameling Jos van Immerseel, restauratie Jan van den Hemel) — — — Schubert à quatre mains Franz Schubert (1797-1828), Rondo in A, D.951 (1828) Allegretto, quasi Andantino Divertissement à la Hongroise in g, D.818 (1824) Andante Un poco piu mosso Tempo I Un poco piu mosso Tempo I Marsch (Andante con moto) Allegretto — Pauze — Fantasie in f, D.940 (1828) Allegro molto moderato Largo Allegro vivace Tempo I Duo in a, D.947 ‘Lebensstürme’ (1828) Allegro ma non troppo Klavier anima eterna brugge In samenwerking met Organisatie Oude Muziek Utrecht Schubert à quatre mains Pas op het einde doorbreekt hij de virtuosi- Franz Schubert schreef gedurende zijn teit en de sfeer van het triomfantelijke thema korte leven een omvangrijk oeuvre voor vier en komt het werk ijl en eenzaam tot rust op handen bij elkaar. Ruim veertig composities een van de somberste manifestaties van een zijn overgeleverd, waaronder enkele abso- la-grootakkoord ooit. lute hoogtepunten in het genre, zoals de Sonate in Bes D617, het Grand Duo D812, De kiemcel voor het Divertissement à la het Divertissement à la Hongroise D818, het Hongroise D818 ligt bij het zomerhuis van Duo ‘Lebensstürme’ D947 en natuurlijk het graaf Johann Karl Esterházy in Zseliz Rondo in A D951 en de Fantasie in f D940. (Hongarije). Al in 1818 was Schubert daar Vierhandig spelen was voor Schubert en een paar maanden werkzaam als muziekdo- zijn tijdgenoten de normaalste zaak van de cent voor de dochters van de graaf. In 1824 wereld, een sociale bezigheid in een tijd dat keerde hij er in dezelfde functie terug en radio, tv en internet nog ver weg waren en ontdekte hij dat – ondanks zijn slechte ge- men zich in de huiskamer vermaakte met zondheid – Caroline, de inmiddels achttienja- samen musiceren. rige en jongste dochter van graaf Esterházy, hem het hoofd aardig op hol bracht. Deze Hoewel Schubert in alle stadia van zijn com- onmogelijke liefde uitte hij door diverse pia- ponistenleven pianoduetten schreef, is er een noduetten voor haar te schrijven. Ook raakte piek te bespeuren tussen 1823 en 1828, het hij er geïnteresseerd in de Hongaarse volks- jaar van zijn dood. Het is de tijd dat Schu- muziek. Eenmaal terug in Wenen schreef hij berts vrienden op regelmatige basis Schuber- in 1826 het Divertissement à la Hongroise. tiades organiseerden. Men musiceerde geza- De kern van het werk is een melodie die menlijk en Schubert en zijn muziek vormden Schubert volgens de overlevering had horen het stralende middelpunt. De werken op het zingen door de keukenmeid van de programma dateren allemaal uit deze laatste Esterházy’s. Of deze bewering op waarheid periode, waarin Schubert het huiskamergeluk berust, is niet duidelijk. Wel is het zo dat de ontsteeg en stukken schreef die ook los van twee hoekdelen – Andante en Allegretto – het medium behoren tot de beste kamermu- zowel in melodie als ritme dichtbij de ziek uit de eerste helft van de 19e eeuw. karakteristieke Hongaarse zigeunerstijl komen. Schubert droeg het werk op aan Een goed voorbeeld is het Rondo in A D951 Katharina von Laszny, een bevriende zange- uit 1828. Het is Schuberts zwanenzang voor res die getrouwd was met een Hongaar. piano vierhandig – de latere Fuga in e, die Diabelli in een versie voor piano vierhandig Aan Caroline dacht Schubert weer in 1828. publiceerde, schreef Schubert oorspronkelijk Hij droeg de in april van dat jaar voltooide voor orgel – en het overstijgt op alle manie- Fantasie in f D940 aan de inmiddels tot gravin ren het idee van louter huismuziek. Robert gebombardeerde Esterházyspruit op. Een Schumann noemde het krachtig gecon- mooi eerbetoon, want deze Fantasie staat te strueerde werk zonder omwegen een van de boek als Schuberts absolute meesterwerk voor beste composities van zijn collega. Het bevat piano vierhandig. Hoewel hun laatste ontmoe- alle kenmerken van Schuberts stijl, ondanks ting alweer enkele jaren geleden was, zegt de het feit dat het de vrolijkste is van de laatste tederheid van de thematiek nog altijd genoeg werken die hij voor piano vierhandig schreef. over Schuberts gevoelens. In de Fantasie weet hij op nagenoeg perfecte wijze de muzikale schoonheid te vangen in een klassieke struc- tuur van vier delen, die zonder onderbreking in elkaar overgaan. De ademstokkende melodie in het begin is het eerste thema van een heuse sonatevorm. Het wordt gecombi- neerd met een ruiger, assertiever thema. Dan volgt een largo in de vorm van een aria naar Italiaans model, een scherzo en een laatste deel waarin de beginthema’s terugkeren. Een opwindend fugato vormt de bekroning van dit werk, dat in 1829 bij Diabelli werd uitgegeven als Schuberts opus 103. Diabelli was ook de man die het Duo ‘Lebensstürme’ in a D947 de naam gaf waar- onder het bekend is geworden. De uitgever en componist Anton Diabelli was de eerste die werk van Schubert publiceerde en bleef dat tot ver na diens dood doen. Schubert had in mei 1828 een Allegro in a geschreven dat mogelijk dienst zou doen als openings- deel voor een groots opgezette sonate. Het Rondo in A zou dan bedoeld kunnen zijn als laatste deel. Het plan werd nooit uitgevoerd en het Rondo werd een maand na Schuberts overlijden uitgegeven door Artaria in Wenen. Pas in 1840 besloot Diabelli het Allegro op de markt te brengen onder de titel Lebens- stürme. Hoewel Schubert er ongetwijfeld vraagtekens bij geplaatst zou hebben, dekt deze naam wel enigszins de lading. Schubert heeft een veelheid aan stemmingen weten te vatten in een werk dat wederom opge- bouwd is volgens de klassieke sonatevorm. Een dramatisch eerste thema, een adembe- nemend lyrisch tweede thema, een steeds van kleur verschietende doorwerking, een ‘traditionele’ terugkeer van beide thema’s en een sombere, introspectieve coda. Het klinkt simpel, maar Schubert wist er ongekende muzikale poëzie van te maken. Paul Janssen De ‘Schubertiade’ Babette Wanderer, nog drie andere. Schubert en Gahy speelden vervolgens en- Noch Van Dales Groot Woordenboek der kele vierhandige klavierstukken en na enkele Nederlandse Taal, noch Verschuerens Mo- gezamenlijke ontspannende turnoefeningen dern Woordenboek blijken van het bestaan en de demonstratie van enkele goochelarijen, van een Schubertiade af te weten. Toch is keerde het gezelschap naar huize Spaun het vrij algemeen bekend dat het Schubert terug, om nog wat gezellig na te praten. De niet aan vrienden ontbrak, en doet het woord avond werd afgerond met een bezoekje aan ‘Schubertiade’ bij heel wat melomanen een café Het Anker en eindigde rond 23.30 uur. belletje rinkelen. Een van de eerste Schubertiades vond plaats Een Schubertiade was meer dan alleen op 30 januari 1821. In een brief aan zijn een gezellige bijeenkomst van een schare verloofde berichtte Josef Huber, die op de vrienden. Schubert moest aanwezig zijn Schubertiade aanwezig was, het volgende: en er moest altijd muziek van hem worden ‘Franz [Ritter von Schober (1796-1882)] had uitgevoerd; ofwel door hemzelf, ofwel door ’s avonds Schubert met veertien van zijn ken- anderen. Zulke Schubertiades beperkten zich nissen geïnviteerd. Veel prachtige liederen uiteraard niet tot louter musiceren. Er werden van Schubert werden door hemzelf gezongen ook teksten van Goethe, Kleist, Tieck en zelfs en gespeeld. Dat duurde tot tien uur in de Heine voorgedragen, er werd gediscussieerd, avond. Nadien bood iemand een punch aan gewandeld, à volonté gegeten en gedron- die erg goed was en overvloedig vloeide, ken, er waren charades en men speelde daardoor werd het reeds goed gehumeurde gezelschapsspellen.