PDF Printing 600

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Printing 600 Nieuwe en interessante Microlepidoptera uit Nederland in het jaar 1994 (Lepidoptera) K. J. I~UISMAN& J. C. KOSTER HUISMAN. K J B J C KOSTER 1997 NEW AND INTERESTING MLCROLEPTDOPTERA FROM THE NETHERLANDS IN THE YEAR 1994 (LEPIDOPTERA) - ENT BER , AMST 57 (4) 45-65 Abstract: The eight compilation of Microlepidoptera collected in The Netlierlands covers the year 1994. Six species are recorded for the first time frorn The Nctherlands. Micropterix schaefferi (Micropterigidae) was already collected in May 1977 hut w-as not reported so far. The specimens were caught by uweeping Vaccinil~rnnï);i.tillus. One specimen of Calol~tiliasïiheriiiella (Gracillariidae) was collected in a light trap in the southwestern part of the countly. Two speci- mens of Monochroa aruntlinetella (Gelechiidae) were collected at light in tlie duries in the province of Noord-Holland. The species is cornpared with M. sï~fl~.sellaand diagnostic features are described and figured. Scrohipalpula psilella was collected in 199 1 in the very south-east of the country (Zuid-Liinburg). Cur~ocoluii~fraternella was reared from Stellaria jontanitm from Zuid-Limburg. Two specimeiis of E~tcosinacatoptrana (Tortricidae) were collected on the West Frisian Island of Terschelling. A seventh species. Eperinenia jfllciforrnis (Epenneniidae), also new for The Netherlands, was nientioiied from Eindhoven by Scholz (1996). The differences in the external characters and male and female geiiitalia of Lita solutella and L. sexpuactella are discussed. K. J. Huisinan. Patrijzetilaan 4, 8091 BK Wezep. J. C. Koster. Van Brederodestraat 53, 1759 VG Callantsoog de leden \an de sectie Snellen Maar ook van buiten die Inleiding kring woiden in toenemende mate gegevens aangeleveid De namen ban de waarnemers volgen hieronder In eiike- Het achtste verslag over in Nederland waarge- ie gevallen hebben WIJ gebruik kunnen maken van het ge- nomen Microlepidoptera handelt in hoofdzaak gevensbestand van de Stichting Tiriea. Tevens danken wij over het jaar 1994. Waar nodig zijn ook oude- de heren W. Biesenbaum, Velbert-Langenberg. Duits- land. 0. Karsholt, Kopeiihageti, Denemarken en Dr S. Y. re gegevens opgenomen. Sinev. St. Petersburg, Rusland voor het verrichten van Voor de nomenclatuur is in vrijwel alle ge- enige determinaties enlof het beschikbaar stellen van ma- vallen gebruik gemaakt van de naamlijst van teriaal. Ook diverse leden van de sectie Snellen hebben Schnack (1985). Indien namen in de lijst van ons niet advies terzijde gestaan. te weten de heren Gielis. M. G. M. Jansen. van Nieukerken, Romeijn en van der Lempke (1976) daar van afwijken, worden de- Wolf. ze als synoniemen weergegeven. Waarnemers: B. van Aartsen. 't Harde (BvA); G. De vindplaatsen zijn per provincie gerang- Bergsma. Appelscha (GB); L. Bot, Formerum (LB): L. J. schikt. Indien het aantal exemplaren niet van Deventer. Drunen (LD): D. Doornheijn. Nieuwe- wordt vermeld, betreft de vangst slechts één Tonge (DD): G. J. Flint (t)(GF): Deventer; F. J. Groerieri. Luyksgestel (FG); K. J. Huisman. Wezep (KH): M. Jan- exemplaar. De verantwoordelijkheid voor de sen. Hoogeveen (MJ): M. G. M. Jansen. Lienden IMGJ): determinaties ligt in beginsel bij de inzenders; I. A. Kaijadoe, Oegstgeest (IAK); J. C. Koster, Callants- waar nodig en voor zover mogelijk is een en oog (JCK): J. A. W. Lucas. Rotterdam (L):C. Naves, ander ook door de auteurs bekeken. Drempt (CN); A. van Rarideii. Oosterwolde (AvR); P. J. Rooij. Brielle (PR): T. Rutten. Venray (TR): A. Schreurs. Kerkrade (AS): J. W. Sinnema. Hemrik (SS); R. de Vos. Provincies: Fr - Friesland: Gr - Groningen: Dr - Drenthe; Zaandam (RV): J. van Vuure. Kortgene (JV); J. B. Wol- OV - Overijssel: F1 - Flevoland; Gld - Gelderland: U - schrijn, Twello (JW); P. J. Zumkehr. Midsland, Terschel- Utrecht; NH - Noord-Holland; ZH - Zuid-Holland: Z - ling (PJZ). Zeeland: NB - Noord-Brabant; L - Limburg. Collecties: RMNH - Nationaal Natuurhistorisch Mu- Al diegenen die gegevens voor deze jaarlijst hebben ver- seum, Leiden; ZMA - Instituut voor Systematiek en strekt, willen wij van harte bedanken voor hun medewer- Populatiebiologie (Zoölogisch Museum). Anisterdam. king. Dit betreft in de eerste plaats het overgrote deel van Fig. 1. Mici.oj~tei-i.x-,schaeffei-i. Fig. 2. Cnlnprilin suhei-irzella. Micropterigidae voerig door Heath (1 975) behandeld: de vlin- der staat sindsdien te boek als M. sclzaeferi. Micropterix turzbergella (Fabricius) Het dier onderscheidt zich van de andere in Nederland voorkomende soorten van het ge- Eén exemplaar van Micropterix turzber.gella slacht Micropter.ix door de langgerekte gou- werd op 3 mei 1994 door C. Naves op de stam den streep, die loopt van de basis tot halver- van haagbeuk (Car-pirzus betulus L.) aange- wege de binnenrand van de voorvleugel. Ook troffen in het Heekenbroek te Hoog Keppel van deze soort is van de eerste stadia niets be- (Gelderland). De soort was van slechts van kend. vijf plaatsen in Zuid-Limburg en uit de De vlinder komt wijdverspreid over grote Bijvank bekend (Kuchlein, 1993). De soorten delen van Europa voor en is van de volgende van deze familie zijn stuifmeeleters. Ze voe- landen bekend: België, Denemarken, Duits- den zich met het stuifmeel van de bloemen land. Frankrijk. Hongarije. voormalig Joego- van eik (Quercus sp.) en gewone esdoorn slavië, Oostenrijk, Polen. Tsjechië en Zwitser- (Acer /~seudoplntarzu.s.L.) (Heath. 1976). Mi- land (Heath, 1975). cropterix tlzunbergella werd echter door de tweede auteur ook uit naaldhout geklopt. Van Heliozelidae deze soort zijn de eerste stadia onbekend. Micropterix schnefferi Heath. nieuw voor de Anfispiln nzetalella (Denis & Schiffermuller) fauna (fig. 1) In juli 1993 werden er te Twello (Gelderland) Op 7 mei 1977 werden te Zeddam (Gelder- door J. B. Wolschrijn twee bladmijnen aange- land) door B. van Aartsen 12 exemplaren van troffen op gele kornoel-ie (Cornw Inas L.), die Micropterix scl~aefferigesleept van bloeiende binnenshuis in 1994 twee vlinders van Anti- blauwe bosbes (Vacciniunz nz~rtillusL.). Van spila nletalella opleverden. Buiten Zuid- deze serie bevindt zich één exemplaar in col- Limburg waren tot nu toe maar vier vindplaat- lectie Wolschrijn en één exemplaar in collec- sen uit ons land bekend (Huisman & Koster, tie van het museum in Leiden. Hoewel de vlin- 1994). der al enige tijd geleden in ons land gevangen De rups mineert in juli en augustus in de is en de juiste determinatie in kleine kring be- bladeren van rode kornoelje (Cor.nus sntzgui- kend was, is er nog nooit iets over de vondst nea L.) en gele kornoel-je. gepubliceerd. De nomenclatorische warwinkel rond deze reeds lange tijd onder de naam Micropterix nmrnanella bekend staande soort wordt uit- Fig. 3-5. Genitaliën. 3-4. Caloptilin suberitzelln (3. d: 4. P): 5-6. Monochron urutzdinetella (5. d; 6, Q ); 7-8. Monoclzron s~~ffusella(7. d : 8, P ). Gracillariidae handhaven (0. Karsholt, persoonlijke mede- deling). Ze is onder andere ook bekend van Zuid-Duitsland (Beieren), Zwitserland en Caloptilia stlberinellc~(Tengström). nieuw Oostenrijk (Pröse, 1987; Kuznetsov, 1990; voor de fauna (fig. 2-4) Huemer & Tarmann. 1993). De iups leeft op Op 31 augustus 1983 werd door de eerste au- berk (Betula sp.), aanlankelijk als bladmi- teur één vrouwtje van Caloptilia suberinella neerder en later in een opgerold blad (Kuz- aangetroffen in de lichtval die stond opgesteld netsov. 1990). in Melissant (Zuid-Holla~ld).De determinatie werd bevestigd door O. Karsholt (Museum Ph~llono~ycteranderidae (W.Fletcher) Kopenhagen). De grondkleur van de voorvleugel van deze Waarnemingen. Gld: Winterswijk, Wooldse veen. soort (fig. 2) is een combinatie van vuilwit en l.ix.1993. mijnen, die op v.1994 k 60 vlindertjes lever- den. JW. L: Schinveld, 30.ix.1994. een 20-tal vouwmij- lichtbruin met een aantal donkerbruine vlek- nen op berk. waaruit in februari 1995 15 exernplareii ver- ken, die diagonaal op elkaar aansluiten en zo schenen. AS. de voorvleugel een wat geblokt uiterlijk ge- ven. De soort lijkt nog het meest op een don- Phyllotzorycter anderidue kan het beste wor- ker, sterk getekend exemplaar van Caloptilia den gevonden door in juli e11 in de herfst op populetorum (Zeller). Exemplaren met licht- vochtige heidevelden gericht naar de vouw- bruine voorvleugels zijn nauwelijks te onder- mijnen te zoeken op zaailingen van berk. Ook scheiden van deze soort. In het algemeen is de de bladmijnen te Schinveld werden gevonden tekening bij C. populetorum echter beperkt tot op kleine berkjes, die groeiden tussen struik- enkele vlekjes langs de voorrand en langs de heide (Calluna vulgaris (L.) Hull) in een binnenrand, terwijl bij de meeste exemplaren vochtig heideterrein. Voor het onderscheid van C. suberinella de vlekken een donker van deze soort en Phyllonorycter- ulrnifoliella blokpatroon geven, met name langs de bin- (Hubner), de andere en veel algemenere soort nenrand. op berk. wordt verwezen naar Van Nieuker- Bij het mannelijk genitaal (fig. 3) zijn de ken et al. (1993). Nieuw voor Limburg. meest opvallende verschillen de verlengde saccus met verdikt uiteinde en de lange aede- Bucculatricidae agus, die over bijna de gehele lengte voorzien is van cornuti. Bij Caloptilia populetorunz is de saccus niet verlengd en is de aedeagus Bucculatrix der?zaryelln (Duponchel) hooguit voor de helft van de lengte voorzien van cornuti. Bij het vrouwelijke genitaal (fig. Op 12 juni 1994 werd te Vlodrop-Station 4) is de lengte van de ductus bursae ongeveer (Limburg) door A. Schreurs één exemplaar drie maal die van het corpus bursae. De ductus van Bucculatrix demanella geklopt van berk. bursae is in het midden spoelvormig vei-breed De soort is voor het eerst voor ons land vast- en gaat vervolgens over in een zeer nauw ge- gesteld in 1983 aan de hand van mijnen op deelte dat uitmondt in het corpus bursae. Bij berk te Santpoort (Gielis et al., 1985). Nadien C. populetorum is de ductus bursae ongeveer is zij in nog vier andere provincies aangetrof- tweemaal zo lang als het corpus bursae en is fen (Kuchlein 1993), waarbij het steeds vond- zij juist een weinig verbreed direkt voor de sten van bladmijnen betrof.
Recommended publications
  • Species List
    The species collected in all Malaise traps are listed below. They are organized by group and are listed in the order of the 'Species Image Library'. ‘New’ refers to species that are brand new to our DNA barcode library. 'Rare' refers to species that were only collected in one trap out of all 59 that were deployed for the program.
    [Show full text]
  • Новые Находки Выемчатокрылых Молей (Lepidoptera, Gelechiidae) Из Подсемейства Anomologinae В Приморском Крае. 4. Род Monochroa Heinemann, 1870 (Группы
    http://www.bgpu.ru/azj/ © Амурский зоологический журнал. X(2), 2018. 111-122 http://elibrary.ru/title_about.asp?id=30906 © Amurian zoological journal. X(2), 2018. 111-122 УДК 595.782 НОВЫЕ НАХОДКИ ВЫЕМЧАТОКРЫЛЫХ МОЛЕй (LEPIDOPTERA, GELECHIIDAE) ИЗ ПОДСЕМЕйСТВА ANOMOLOGINAE В ПРИМОРСКОМ КРАЕ. 4. РОД MONOCHROA HEINEMANN, 1870 (ГРУППЫ CONSPERSELLA И PALUSTRELLA) М.М. Омелько, Н.В. Омелько NEW FINDS OF THE GELECHIID OF SUBFAMILY ANOMOLOGINAE (LEPIDOPTERA, GELECHIIDAE) IN THE PRIMORSKII KRAI. 4. THE GENUS MONOCHROA HEINEMANN, 1870 (GROUP CONSPERSELLA AND PALUSTRELLA) M.M. Omelko, N.V. Omelko Федеральный научный центр биоразнообразия наземной биоты Восточной Азии Дальневосточного отделения Российской академии наук, Владивосток, 690022, Россия. E-mail: [email protected] Ключевые слова: Gelechiidae, Anomologinae, Monochroa, новые виды, Приморский край Резюме. Продолжено деление рода Monochroa Heinemann на группы видов. Выделены группы conspersella и palustrella. В составе этих групп описано 5 новых для науки видов (M. lisimachia sp. nov., M. alia sp. nov., M. intricata sp. nov., M. recondita sp. nov., M. demissa sp. nov.). Federal Scientific Center of East Asia Terrestrial Biodiversity, Far Eastern Branch, Russian Academy of Sciences, Vladivostok, 690022, Russia. E-mail: [email protected] Key words: Gelechiidae, Anomologinae, Monochroa, new species, Prymorskii Krai Summary. Continued subdivision of the genus Monochroa Heinemann on groups of species. In this work the group conspersella and palustrella. In these groups described 5 new species for science (M. lisimachia sp. nov., M. alia sp. nov., M. intricata sp. nov., M. recondita sp. nov., M. demissa sp. nov.). В настоящей работе нами продолжено де- вид продолговатых лопастей направленных ление рода Monochroa Heinemann на груп- вниз, к узким серповидно изогнутым ветвям пы видов и описание новых видов [Омелько саккулусов.
    [Show full text]
  • Cambridgeshire & Essex Butterfly Conservation
    Butterfly Conservation Regional Action Plan For Anglia (Cambridgeshire, Essex, Suffolk & Norfolk) This action plan was produced in response to the Action for Butterflies project funded by WWF, EN, SNH and CCW This regional project has been supported by Action for Biodiversity Cambridgeshire and Essex Branch Suffolk branch BC Norfolk branch BC Acknowledgements The Cambridgeshire and Essex branch, Norfolk branch and Suffolk branch constitute Butterfly Conservation’s Anglia region. This regional plan has been compiled from individual branch plans which are initially drawn up from 1997-1999. As the majority of the information included in this action plan has been directly lifted from these original plans, credit for this material should go to the authors of these reports. They were John Dawson (Cambridgeshire & Essex Plan, 1997), James Mann and Tony Prichard (Suffolk Plan, 1998), and Jane Harris (Norfolk Plan, 1999). County butterfly updates have largely been provided by Iris Newbery and Dr Val Perrin (Cambridgeshire and Essex), Roland Rogers and Brian Mcllwrath (Norfolk) and Richard Stewart (Suffolk). Some of the moth information included in the plan has been provided by Dr Paul Waring, David Green and Mark Parsons (BC Moth Conservation Officers) with additional county moth data obtained from John Dawson (Cambridgeshire), Brian Goodey and Robin Field (Essex), Barry Dickerson (Huntingdon Moth and Butterfly Group), Michael Hall and Ken Saul (Norfolk Moth Survey) and Tony Prichard (Suffolk Moth Group). Some of the micro-moth information included in the plan was kindly provided by A. M. Emmet. Other individuals targeted with specific requests include Graham Bailey (BC Cambs. & Essex), Ruth Edwards, Dr Chris Gibson (EN), Dr Andrew Pullin (Birmingham University), Estella Roberts (BC, Assistant Conservation Officer, Wareham), Matthew Shardlow (RSPB) and Ken Ulrich (BC Cambs.
    [Show full text]
  • Die Palpenmotten Nordwest-Deutschlands
    ZOBODAT - www.zobodat.at Zoologisch-Botanische Datenbank/Zoological-Botanical Database Digitale Literatur/Digital Literature Zeitschrift/Journal: Faunistisch-Ökologische Mitteilungen Jahr/Year: 2000-2007 Band/Volume: 8 Autor(en)/Author(s): Wegner Hartmut, Kayser Christoph, Loh Hans-Joachim van Artikel/Article: Die Palpenmotten Nordwest-Deutschlands - eine Dokumentation der Beobachtungen in den Jahren 1981 - 2006 (Lepidoptera: Ge- lechiidae) 417-438 ©Faunistisch-Ökologische Arbeitsgemeinschaft e.V. (FÖAG);download www.zobodat.at Faun.-Ökol.Mitt. 8, 417-438 Kiel, 2007 Die Palpenmotten Nordwest-Deutschlands - eine Dokumentation der Beobachtungen in den Jahren 1981 - 2006 (Lepidoptera: Ge- lechiidae) VonHartmut Wegner, Christoph Kayser & Hans-Joachim van Loh Summary The gelechiid moths of North-West Germany - a documentation of records made between 1981 and 2006 (Lepidoptera: Gelechiidae) As a result of recent observations, a first and special synopsis to the fauna of Gelechii­ dae in North-western Germany is compiled. Particularly remarkable species are pre­ sented and commented to supplementary. A checklist of all species is attached. New bionomie knowledge of some species is described, i.e. Xenolechia aethiops (H umphreys & W estwood , 1845). The zoo-geographic status of some individual species as bore- omontan is revised, i.e. Neofaculta infernella (H errich-Schàffer, 1854). A checklist of all other observed species is attached Einleitung Die Region Nordwest-Deutschland ist ein eiszeitlich geprägtes Tiefland mit höchsten Erhebungen von 169 m (Wilseder Berg in der Lüneburger Heide) und 168 m (Bungsberg in Ostholstein) über N.N., und umfasst die Bundesländer Schleswig- Holstein und das nördliche Niedersachsen inkl. Hamburg und Bremen. Die Grenze bilden im Norden Dänemark sowie die Nordsee- und Ostseeküste, im Westen die Niederlande, im Osten die Bundesländer Mecklenburg-Vorpommern und Sachsen- Anhalt und im Süden die Linie von 52° 30' nördlicher Breite.
    [Show full text]
  • Monochroa Suffusella (Lepidoptera: Gelechiidae, Gelechiinae), New to the Belgian Fauna
    Monochroa suffusella (Lepidoptera: Gelechiidae, Gelechiinae), new to the Belgian fauna Dan Slootmaekers & Willy De Prins Abstract. On June 20th, 2015 several specimens of Monochroa suffusella (Douglas, 1850) were netted in Kalmthout (prov. Antwerp, Belgium). This is the first record of this species for Belgium. Information on the geographical distribution and biology of the species is provided as well as an examination of the genitalia. Samenvatting. Op 20 juni 2015 werden enkele exemplaren van Monochroa suffusella (Douglas, 1850) met een net gevangen te Kalmthout (prov. Antwerpen, België). Het is de eerste keer dat deze soort in België werd waargenomen. Informatie over de geografische verspreiding en de biologie wordt gegeven samen met een beschrijving van de genitalia. Résumé. Le 20 juin 2015 quelques exemplaires de Monochroa suffusella (Douglas, 1850) furent capturés au filet à Kalmthout (prov. d'Anvers, Belgique). Il s'agit de la première mention de cette espèce en Belgique. Des informations concernant la distribution géographique et la biologie de l'espèce sont fournies ainsi qu’un examen des génitalias. Key words: Monochroa suffusella – Faunistics –Lepidoptera– New record – Belgium. Slootmaekers D.: Kronenburgstraat 102, 2000 Antwerpen, Belgium. [email protected] De Prins W.: Dorpstraat 401B, B-3061 Leefdaal, Belgium. [email protected] Introduction about 40 species in the Holarctic region (Sakamaki 1996: 245) and it was hitherto represented by 9 species in During a twilight visit to Grenspark De Zoom- Belgium, of which only 6 were observed after 2004 (De Kalmthoutse Heide (Kalmthout, prov. Antwerp, Belgium) Prins & Steeman 2003–2015). on June 20th, 2015 conditions were good for micro moths to be on the wing.
    [Show full text]
  • Fund Af Småsommerfugle Fra Danmark I 2008 (Lepidoptera)
    Fund af småsommerfugle fra Danmark i 2008 (Lepidoptera) Otto Buhl, Per Falck, Ole Karsholt, Knud Larsen & Flemming Vilhelmsen Buh!, 0., P. Falck, O. Karsholt, K. Larsen & F. Vilhelmsen: Records of Micro­ lepidoptera from Denmark in 2008 (Lepidoptera). Ent. Meddr 77: 65-81. Copenhagen, Denmark 2009. ISSN 0013-8851. This artide reports and comments on interesting Danish Microlepidoptera collected in 2008, and inelude remarkable findings from previous years. The classification and nomenelature follow the Danish catalogue (Karsholt & Sta­ de! Nielsen, 1998) which is basedon the European checklist (Karsholt & Ra­ zowski (eds.), 1996) . Two species are reported as new to the Danish fauna: l) Caloptilia fidella (Reutti, 1853) (Gracillariidae). Several specimens were taken on theIsland of Bornholm in two different localities both as adults and larvae. 2) Scrabipalpula tussilaginis (Stainton, 1867) (Gelechiidae). The species has been found as lar­ va and adult at five different localities in Lolland, Zealand and Bornholm. The host plant is Tussilaga farfara. No specimens have been found in collections and tussilaginis is regarded as a recent immigrant. Phyllonarycter cerasicalella (Herrich-Schaffer, 1855) ( Gracillariidae) has re­ cently been raised to species level by Triberti (2007) and as a consequence of that i t is reintroduced to the list. A population of Caloptilia hemidactylella (D. & S.) has been found in South Jutland on Acer platanaides and on Acer campestre. Two tropical species ofPyralidae, Hypargyria metalliferella Ragonot, 1888 and Diplopseustis perieresalis (Walker, 1859), were taken in lighttrapsin Denmark. It is a question whether they are introduced species or migrants. A spedallist of species with uncertain status is introduced. The Palm Borer, Paysandisia arehan (Burmeister, 1880) is reported from one larva and one adult, both found o n palms ( Trachycarpus fortune) probably in­ troduced from Italy.
    [Show full text]
  • PLANTER TIL MINIVÅDOMRÅDER Videnskabelig Rapport Fra DCE – Nationalt Center for Miljø Og Energi Nr
    PLANTER TIL MINIVÅDOMRÅDER Videnskabelig rapport fra DCE – Nationalt Center for Miljø og Energi nr. 334 2019 AARHUS AU UNIVERSITET DCE – NATIONALT CENTER FOR MILJØ OG ENERGI [Tom side] PLANTER TIL MINIVÅDOMRÅDER Videnskabelig rapport fra DCE – Nationalt Center for Miljø og Energi nr. 334 2019 Beate Strandberg Annica Olesen Kirstine Thiemer Lars Skipper Kevin Kuhlmann Clausen Niels Kanstrup Tenna Riis Aarhus Universitet, Institut for Bioscience AARHUS AU UNIVERSITET DCE – NATIONALT CENTER FOR MILJØ OG ENERGI Datablad Serietitel og nummer: Videnskabelig rapport fra DCE - Nationalt Center for Miljø og Energi nr. 334 Titel: Planter til minivådområder Forfattere: Beate Strandberg, Annica Olesen, Kirstine Thiemer, Lars Skipper, Kevin Kuhlmann Clausen, Niels Kanstrup & Tenna Riis Institution: Aarhus Universitet, Institut for Bioscience Udgiver: Aarhus Universitet, DCE – Nationalt Center for Miljø og Energi © URL: http://dce.au.dk Udgivelsesår: September 2019 Redaktion afsluttet: Juli 2019 Faglig kommentering: Carl Christian Hoffmann og Torben Linding Lauridsen Kvalitetssikring, DCE: Signe Jung-Madsen Finansiel støtte: Grønt Udviklings- og DemonstrationsProgram (GUDP), Landbrugsstyrelsen Bedes citeret: Strandberg, B., Olesen, A., Thiemer, K., Skipper, L., Clausen, K.K., Kanstrup, N. & Riis, T. 2019. Planter til minivådområder. Aarhus Universitet, DCE – Nationalt Center for Miljø og Energi, 138 s. - Videnskabelig rapport nr. 334 http://dce2.au.dk/pub/SR334.pdf Gengivelse tilladt med tydelig kildeangivelse Sammenfatning: Ved etablering af bl.a. minivådområder anbefales at de lavvande dele af anlæggene beplantes. Sædvanligvis benyttes meget få plantearter, primært tagrør, til beplantningen. Ud over tagrør er der en del andre planter, som kan benyttes til beplantningen. Plantekataloget præsenterer 82 plantearter, der alle vil kunne benyttes. I præsentationen af arterne er hovedvægten lagt på den primære opgave, som planterne skal bidrage til, nemlig næringsstoffjernelse, men en del andre økosystemfunktioner, som planterne kan bidrage til, er også medtaget.
    [Show full text]
  • Moths and Management of a Grassland Reserve: Regular Mowing and Temporary Abandonment Support Different Species
    Biologia 67/5: 973—987, 2012 Section Zoology DOI: 10.2478/s11756-012-0095-9 Moths and management of a grassland reserve: regular mowing and temporary abandonment support different species Jan Šumpich1,2 &MartinKonvička1,3* 1Biological Centre CAS, Institute of Entomology, Branišovská 31,CZ-37005 České Budějovice, Czech Republic; e-mail: [email protected] 2Česká Bělá 212,CZ-58261 Česká Bělá, Czech Republic 3Faculty of Sciences, University South Bohemia, Branišovská 31,CZ-37005 České Budějovice, Czech Republic Abstract: Although reserves of temperate seminatural grassland require management interventions to prevent succesional change, each intervention affects the populations of sensitive organisms, including insects. Therefore, it appears as a wise bet-hedging strategy to manage reserves in diverse and patchy manners. Using portable light traps, we surveyed the effects of two contrasting management options, mowing and temporary abandonment, applied in a humid grassland reserve in a submountain area of the Czech Republic. Besides of Macrolepidoptera, we also surveyed Microlepidoptera, small moths rarely considered in community studies. Numbers of individiuals and species were similar in the two treatments, but ordionation analyses showed that catches originating from these two treatments differed in species composition, management alone explaining ca 30 per cent of variation both for all moths and if split to Marcolepidoptera and Microlepidoptera. Whereas a majority of macrolepidopteran humid grassland specialists preferred unmown sections or displayed no association with management, microlepidopteran humid grassland specialists contained equal representation of species inclining towards mown and unmown sections. We thus revealed that even mown section may host valuable species; an observation which would not have been detected had we considered Macrolepidoptera only.
    [Show full text]
  • Семейства Bucculatricidae, Gracillariidae, Lyonetidae С.В
    http://www.bgpu.ru/azj/ © Амурский зоологический журнал. VIII(4), 2016. 292-298 http://elibrary.ru/title_about.asp?id=30906 © Amurian zoological journal. VIII(4), 2016. 292-298 УДК 595.782 ДОПОЛНЕНИЯ К ФАУНЕ MICROLEPIDOPTERA ЮГА ХАБАРОВСКОГО КРАЯ: СЕМЕЙСТВА BUCCULATRICIDAE, GRACILLARIIDAE, LYONETIDAE С.В. Барышникова1, В.В. Дубатолов2 ADDITIONS FOR MICROLEPIDOPTERA OF SOUTHERN PART OF KHABAROVSKII KRAI: BUCCULATRICIDAE, GRACILLARIIDAE, LYONETIDAE S.V. Baryshnikova1, V.V. Dubatolov2 1Зоологический институт РАН, Университетская наб. 1, Санкт-Петербург 199034 Россия.E-mail: lepid@ zin.ru 2ФГУ «Заповедное Приамурье», пос. Бычиха, ул. Юбилейная, 8, Хабаровский район, Хабаровский край, 680502, Россия. E-mail: [email protected] 2Ботчинский государственный природный заповедник, ул. Советская 28Б, Советская Гавань, Хабаровский край 682800 Россия. E-mail: [email protected] 2Институт систематики и экологии животных СО РАН, ул. Фрунзе 11, Новосибирск 630091 Россия. E-mail: [email protected] Ключевые слова: Microlepidoptera, Bucculatricidae, Gracillariidae, Lyonetidae, Ботчинский заповедник, Большехехцирский заповедник, Сихотэ-Алинь, Хабаровский край Резюме. По результатам исследований 2004-2016 годов приводится 25 видов молевидных чешуекрылых семейств Bucculatricidae, Gracillariidae и Lyonetidae, собранных на территории юга Хабаровского края. 1Zoological Institute RAS, Universitetskaya front 1, Sankt-Petersburg 199034 Russia. E-mail: [email protected]. 2Federal State Institution "Zapovednoe Priamurye", Bychikha village, Yubileinaya street, 8, Khabarovskii Raion,
    [Show full text]
  • International Network of Gelechioid Aficionados
    Issue 3 19 December 2013 ISSN 2328-370X I.N. G.A. Newsletter of the International Network of Gelechioid Aficionados Aeolanthes sp. near erebomicta, Hong Kong. Photo by R.C. Kendrick http://www.flickr.com/photos/hkmoths/sets/72157616900373998/ ear Readers, D The editorial members are thankful to you for your readership and support of the I.N.G.A. newsletter. Within the first year of I.N.G.A., many contributions have been made, and also more subscriptions were requested. The newsletter would not be possible without your support, and we hope this continues. All are invited to submit on any article relevant to our newsletter‘s mission. All submitted manuscripts will be reviewed and any suggested changes will be with permission of the authors. The I.N.G.A. newsletter is a biannually distributed electronic newsletter (published on June and December). Please feel free to check the guidelines for submission on the website: http://mississippientomologicalmuseum.org.msstate.edu/Researchtaxapages/Lepidoptera/ Gelechioidea/INGA/Submissions_Guidelines.pdf In the meantime, please enjoy the issue, and if you get a chance, send us your feedback and keep us informed about any changes or additions you would like to see with the newsletter. Wish all of you have a warm and wonderful holiday season! The editors of I.N.G.A. newsletter I.N.G.A. 3 - 2013 1 Gelechioid Aficionados intend to expand on my published dissertation and David Adamski: initiate a cladistic analysis of the world Blastobasidae, collecting data from about 550 species. From this study Moonlighting with Gelechioidea I expect to present phylogenetic-classification for the family at a global level with emphasis on the evolution of host preferences within a biogeographical context.
    [Show full text]
  • Microlepidoptera in Nederland in 2003
    Microlepidoptera in Nederland in 2003 Het zeer warme en droge 2003 kende weer veel K.J. Huisman2, J.C. Koster1, E.J. van Nieukerken1 3 opmerkelijke kleine vlinders. Vier soorten wer- & S.A. Ulenberg den voor het eerst in ons land waargenomen, 1Nationaal Natuurhistorisch Museum waaronder de bladroller Cydia inquinatana. Er Naturalis waren vooral opvallende vondsten van bladmi- Postbus 9517 2300 RA Leiden neerders, onder andere soorten die zich in de [email protected] stedelijke omgeving uitbreiden, mogelijk als ge- (correspondentieadres) volg van de ruimere aanplant van hun voedsel- 2Patrijzenlaan 4 plant, maar waarschijnlijk ook als gevolg van het 8091 BK Wezep zachtere klimaat. Bij andere soorten lijkt het kli- maat inderdaad de beste verklaring voor de uit- 3Zoölogisch Museum Amsterdam Plantage Middenlaan 64 breiding van het areaal. Ook van andere soorten 1018 DH Amsterdam dan mineerders werden weer opmerkelijke uit- breidingen gesignaleerd, zoals twee soorten die op de Veluwe opdoken maar voorheen alleen van de kust bekend waren. Entomologische Berichten 65(2): 30-42 Trefwoorden: faunistiek, nieuw voor Nederland, uitbreiding Elachista kilmunella (Elachistidae) in 2000 en 2004 (Kuchlein areaal, klimaatsverandering, bladmineerders 2004a). Andere bijzondere vondsten zijn de eerste Neder- landse rupsen en bladmijnen van Tischeria decidua, waarvan Inleiding tot nu toe slechts een vlinder was gemeld. Mogelijk breidt ook deze mineerder zich in Europa uit, net als enkele ande- Dit is het vijftiende jaaroverzicht van de Nederlandse Micro- re, zoals de kastanjemineermot Cameraria ohridella, die na lepidoptera sedert 1983. Een index op alle overzichten tot het bereiken van de Waddeneilanden in heel Nederland voor- 2000 werd gegeven door Koster & Van Nieukerken (2003).
    [Show full text]
  • Check List of Slovenian Microlepidoptera
    Prejeto / Received: 14.6.2010 Sprejeto / Accepted: 19.8.2010 Check list of Slovenian Microlepidoptera Tone LESAR(†), Marijan GOVEDIČ1 1 Center za kartografijo favne in flore, Klunova 3, SI-1000 Ljubljana; e-mail: [email protected] Abstract. A checklist of the Microlepidoptera species recorded in Slovenia is presented. Each entry is accompanied by complete references, and remarks where appropriate. Until now, the data on Microlepidopteran fauna of Slovenia have not been compiled, with the existing information scattered in literature, museums and private collections throughout Europe. The present checklist is based on records extracted from 290 literature sources published from 1763 (Scopoli) to present. In total, 1645 species from 56 families are listed. Keywords: Microlepidoptera, checklist, Slovenia, fauna Izvleček. SEZNAM METULJČKOV (MICROLEPIDOPTERA) SLOVENIJE – Predstavljen je seznam vrst metuljčkov, zabeleženih v Sloveniji. Za vsako vrsto so podane reference, kjer je bilo smiselno, pa tudi komentar. Do sedaj podatki o metuljčkih Slovenije še niso bili zbrani, obstoječi podatki pa so bili razpršeni v različnih pisnih virih, muzejskih in zasebnih zbirkah po Evropi. Predstavljeni seznam temelji na podatkih iz 290 pisnih virov, objavljenih od 1763 (Scopoli) do danes. Skupaj je navedenih 1645 vrst iz 56 družin. Ključne besede: Microlepidoptera, seznam vrst, Slovenija, živalstvo NATURA SLOVENIAE 12(1): 35-125 ZOTKS Gibanje znanost mladini, Ljubljana, 2010 36 Tone LESAR & Marijan GOVEDIČ: Check List of Slovenian Microlepidoptera / SCIENTIFIC PAPER Introduction Along with beetles (Coleoptera), butterflies and moths (Lepidoptera) are one of the most attractive groups for the amateur insect collectors, although the number of researchers professionally engaged in these two groups is relatively high as well.
    [Show full text]