Download PDF ( Final Version , 3Mb )

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Download PDF ( Final Version , 3Mb ) Nieuwe en interessante Microlepidoptëra uit Nederland in het jaar 1994 (Lepidoptera) K. J. Huisman & J. C. Koster HUISMAN, K. J. & J. C. KOSTER, 1997. NEW AND INTERESTING MICROLEPIDOPTËRA FROM THE NETHERLANDS IN THE YEAR 1994 (LEPIDOPTERA). - ENT. BER., AMST. 57 (4): 45-65. Abstract. The eight compilation of Microlepidoptëra collected in The Netherlands covers the year 1994. Six species are recorded for the first time from The Netherlands. Micropterix schaejferi (Micropterigidae) was already collected in May 1977 but was not reported so far. The specimens were caught by sweeping Vaccinium myrtillus. One specimen of Caloptilia suberinella (Gracillariidae) was collected in a light trap in the southwestern part of the country. Two speci¬ mens of Monochroa arundinetella (Gelechiidae) were collected at light in the dunes in the province of Noord-Holland. The species is compared with M. suffusella and diagnostic features are described and figured. Scrobipalpula psilella was collected in 1991 in the very south-east of the country (Zuid-Limburg). Caryocolum fraternella was reared from Stellaria fontanum from Zuid-Limburg. Two specimens of Eucosma catoptrana (Tortricidae) were collected on the West Frisian Island of Terschelling. A seventh species, Epermenia falciformis (Epermeniidae), also new for The Netherlands, was mentioned from Eindhoven by Scholz (1996). The differences in the external characters and male and female genitalia of Lita solutella and L. sexpunctella are discussed. K. J. Huisman, Patrijzenlaan 4, 8091 BK Wezep. J. C. Koster, Van Brederodestraat 53, 1759 VG Callantsoog. de leden van de sectie Snellen. Maar ook van buiten die Inleiding kring worden in toenemende mate gegevens aangeleverd. De namen van de waarnemers volgen hieronder. In enke¬ Het achtste verslag over in Nederland waarge¬ le gevallen hebben wij gebruik kunnen maken van het ge¬ nomen Microlepidoptëra handelt in hoofdzaak gevensbestand van de Stichting Tinea. Tevens danken wij de heren W. Biesenbaum, Velbert-Langenberg, Duits¬ over het jaar 1994. Waar nodig zijn ook oude¬ land, O. Karsholt, Kopenhagen, Denemarken en Dr S. Y. re gegevens opgenomen. Sinev, St. Petersburg, Rusland voor het verrichten van Voor de nomenclatuur is in vrijwel alle ge¬ enige determinaties en/of het beschikbaar stellen van ma¬ vallen gebruik gemaakt van de naamlijst van teriaal. Ook diverse leden van de sectie Snellen hebben Schnack (1985). Indien namen in de lijst van ons met advies terzijde gestaan, te weten de heren Gielis, M. G. M. Jansen, van Nieukerken, Romeijn en van der Lempke (1976) daar van afwijken, worden de¬ Wolf. ze als synoniemen weergegeven. Waarnemers: B. van Aartsen, ’t Harde (BvA); G. De vindplaatsen zijn per provincie gerang¬ Bergsma, Appelscha (GB); L. Bot, Formerum (LB); L. J. schikt. Indien het aantal exemplaren niet van Deventer, Drunen (LD); D. Doornheijn, Nieuwe- Tonge (DD); G. J. Flint (t) (GF); Deventer; F. J. Groenen, wordt vermeld, betreft de vangst slechts één Luyksgestel (FG); K. J. Huisman, Wezep (KH); M. Jan¬ exemplaar. De verantwoordelijkheid voor de sen, Hoogeveen (MJ); M. G. M. Jansen, Lienden (MGJ); determinaties ligt in beginsel bij de inzenders; I. A. Kaijadoe, Oegstgeest (IAK); J. C. Koster, Callants¬ waar nodig en voor zover mogelijk is een en oog (JCK); J. A. W. Lucas, Rotterdam (JL); C. Naves, ander ook door de auteurs bekeken. Drempt (CN); A. van Randen, Oosterwolde (AvR); P. J. Rooij, Brielle (PR); T. Rutten, Venray (TR); A. Schreurs, Kerkrade (AS); J. W. Sinnema, Hemrik (JS); R. de Vos, Provincies: Fr - Friesland; Gr - Groningen; Dr - Drenthe; Zaandam (RV); J. van Vuure, Kortgene (JV); J. B. Wol- Ov - Overijssel; F1 - Flevoland; Gld - Gelderland; U - schrijn, Twello (JW); P. J. Zumkehr, Midsland, Terschel¬ Utrecht; NH - Noord-Holland; ZH - Zuid-Holland; Z - ling (PJZ). Zeeland; NB - Noord-Brabant; L - Limburg. Collecties: RMNH - Nationaal Natuurhistorisch Mu¬ Al diegenen die gegevens voor deze jaarlijst hebben ver¬ seum, Leiden; ZMA - Instituut voor Systematiek en strekt, willen wij van harte bedanken voor hun medewer¬ Populatiebiologie (Zoölogisch Museum), Amsterdam. king. Dit betreft in de eerste plaats het overgrote deel van 46 Ent. Ber., Amst. 57 (1997) Fig. 1. Micropîerix schaefferi. Fig. 2. Caloptilia suberinella. Micropterigidae voerig door Heath (1975) behandeld; de vlin¬ der staat sindsdien te boek als M. schaefferi. Micropterix tunbergella (Fabricius) Het dier onderscheidt zich van de andere in Nederland voorkomende soorten van het ge¬ Eén exemplaar van Micropterix tunbergella slacht Micropterix door de langgerekte gou¬ werd op 3 mei 1994 door C. Naves op de stam den streep, die loopt van de basis tot halver¬ van haagbeuk (Carpinus betulus L.) aange¬ wege de binnenrand van de voorvleugel. Ook troffen in het Heekenbroek te Hoog Keppel van deze soort is van de eerste stadia niets be¬ (Gelderland). De soort was van slechts van kend. vijf plaatsen in Zuid-Limburg en uit de De vlinder komt wijdverspreid over grote Bijvank bekend (Küchlein, 1993). De soorten delen van Europa voor en is van de volgende van deze familie zijn stuifmeeleters. Ze voe¬ landen bekend: België, Denemarken, Duits¬ den zich met het stuifmeel van de bloemen land, Frankrijk, Hongarije, voormalig Joego¬ van eik (Quercus sp.) en gewone esdoorn slavië, Oostenrijk, Polen, Tsjechië en Zwitser¬ (Acer pseudoplatanus L.) (Heath, 1976). Mi¬ land (Heath, 1975). cropterix thunbergella werd echter door de tweede auteur ook uit naaldhout geklopt. Van Heliozelidae deze soort zijn de eerste stadia onbekend. Micropterix schaefferi Heath, nieuw voor de Antispila metalella (Denis & Schiffermüller) fauna (fig. 1) In juli 1993 werden er te Twello (Gelderland) Op 7 mei 1977 werden te Zeddam (Gelder¬ door J. B. Wolschrijn twee bladmijnen aange¬ land) door B. van Aartsen 12 exemplaren van troffen op gele kornoelje (Cornus mas L.), die Micropterix schaefferi gesleept van bloeiende binnenshuis in 1994 twee vlinders van Anti- blauwe bosbes (Vaccinium myrtillus L.). Van spila metalella opleverden. Buiten Zuid- deze serie bevindt zich één exemplaar in col¬ Limburg waren tot nu toe maar vier vindplaat¬ lectie Wolschrijn en één exemplaar in collec¬ sen uit ons land bekend (Huisman & Koster, tie van het museum in Leiden. Hoewel de vlin¬ 1994). der al enige tijd geleden in ons land gevangen De rups mineert in juli en augustus in de is en de juiste determinatie in kleine kring be¬ bladeren van rode kornoelje (Cornus sangui- kend was, is er nog nooit iets over de vondst nea L.) en gele kornoelje. gepubliceerd. De nomenclatorische warwinkel rond deze reeds lange tijd onder de naam Micropterix ammanella bekend staande soort wordt uit- Ent. Ber., Amst. 57 (1997) 47 Fig. 3-8. Genitalien. 3-4, Caloptilia suberinella (3, <?; 4, $); 5-6, Monochroa arundinetella (5, S; 6, $); 7-8, Monochroa suffusella (7, <3; 8. $). 48 Ent. Ber., Amst. 57 (1997) Gracillariidae handhaven (O. Karsholt, persoonlijke mede¬ deling). Ze is onder andere ook bekend van Zuid-Duitsland (Beieren), Zwitserland en Caloptilia suberinella (Tengström), nieuw Oostenrijk (Pröse, 1987; Kuznetsov, 1990; voor de fauna (fig. 2-4) Huemer & Tarmann, 1993). De rups leeft op Op 31 augustus 1983 werd door de eerste au¬ berk (.Betula sp.), aanvankelijk als bladmi- teur één vrouwtje van Caloptilia suberinella neerder en later in een opgerold blad (Kuz¬ aangetroffen in de lichtval die stond opgesteld netsov, 1990). in Melissant (Zuid-Holland). De determinatie werd bevestigd door O. Karsholt (Museum Phyllonorycter anderidae (W. Fletcher) Kopenhagen). De grondkleur van de voorvleugel van deze Waarnemingen. Gld: Winterswijk, Wooldse veen, 1 .ix. 1993, mijnen, die op v.1994 ± 60 vlindertjes lever¬ soort (fig. 2) is een combinatie van vuilwit en den, JW. L: Schinveld, 30.ix.1994, een 20-tal vouwmij- lichtbruin met een aantal donkerbruine vlek¬ nen op berk, waaruit in februari 1995 15 exemplaren ver¬ ken, die diagonaal op elkaar aansluiten en zo schenen, AS. de voorvleugel een wat geblokt uiterlijk ge¬ ven. De soort lijkt nog het meest op een don¬ Phyllonorycter anderidae kan het beste wor¬ ker, sterk getekend exemplaar van Caloptilia den gevonden door in juli en in de herfst op populetorum (Zeiler). Exemplaren met licht¬ vochtige heidevelden gericht naar de vouw- bruine voorvleugels zijn nauwelijks te onder¬ mijnen te zoeken op zaailingen van berk. Ook scheiden van deze soort. In het algemeen is de de bladmijnen te Schinveld werden gevonden tekening bij C. populetorum echter beperkt tot op kleine berkjes, die groeiden tussen struik- enkele vlekjes langs de voorrand en langs de heide (Calluna vulgaris (L.) Huil) in een binnenrand, terwijl bij de meeste exemplaren vochtig heideterrein. Voor het onderscheid van C. suberinella de vlekken een donker van deze soort en Phyllonorycter ulmifoliella blokpatroon geven, met name langs de bin¬ (Hübner), de andere en veel algemenere soort nenrand. op berk, wordt verwezen naar Van Nieuker- Bij het mannelijk genitaal (fig. 3) zijn de ken et al. (1993). Nieuw voor Limburg. meest opvallende verschillen de verlengde saccus met verdikt uiteinde en de lange aede- Bucculatricidae agus, die over bijna de gehele lengte voorzien is van cornuti. Bij Caloptilia populetorum is de saccus niet verlengd en is de aedeagus Bucculatrix demaryella (Duponchel) hooguit voor de helft van de lengte voorzien van cornuti. Bij het vrouwelijke genitaal (fig. Op 12 juni 1994 werd te Vlodrop-Station 4) is de lengte van de ductus bursae ongeveer (Limburg) door A. Schreurs één exemplaar drie maal die van het corpus bursae. De ductus van Bucculatrix demaryella geklopt van berk. bursae is in het midden spoelvormig verbreed De soort is voor het eerst voor ons land vast¬ en gaat vervolgens over in een zeer nauw ge¬ gesteld in 1983 aan de hand van mijnen op deelte dat uitmondt in het corpus bursae. Bij berk te Santpoort (Gielis et al., 1985). Nadien C. populetorum is de ductus bursae ongeveer is zij in nog vier andere provincies aangetrof¬ tweemaal zo lang als het corpus bursae en is fen (Küchlein 1993), waarbij het steeds vond¬ zij juist een weinig verbreed direkt voor de sten van bladmijnen betrof. De mijnen van B.
Recommended publications
  • Scottish Borders Newsletter Autumn 2017
    Borders Newsletter Issue 19 Autumn 2017 http://eastscotland-butterflies.org.uk/ https://www.facebook.com/EastScotlandButterflyConservation Welcome to the latest issue of our What's the Difference between a Butterfly and a Moth? newsletter for Butterfly Conservation members and many other people When Barbara and I ran a stand at the St Abbs Science Day in August every one of living in the Scottish Borders and the fifty or more people we talked to asked us this question - yes, they really all did! further afield. Please forward it to Fortunately we were armed with both a few technical answers as well as a nice little others who have an interest in quiz to see if people could tell the difference - this was a set of about 30 pictures of butterflies & moths and who might both butterflies and moths along with a few wild cards of other things that looked a like to read it and be kept in touch bit like a moth. The great thing about the quiz is that it suits all ages and all levels of with our activities. knowledge - only one person got them all right and it led on to many interesting Barry Prater discussions. [email protected] Tel 018907 52037 Contents Highlights from this year ........Barry Prater A White Letter Day ................... Iain Cowe The Comfrey Ermel, a Moth new to Scotland ................................... Nick Cook Large Red-belted Clearwings in Berwickshire .......................... David Long Another very popular way of engaging with youngsters is the reveal of moth trap Plant Communities for Butterflies & Moths: contents and Philip Hutton has been working with the SWT Wildlife Watch group in Part 7, Oakwoods contd.
    [Show full text]
  • Micro-Moth Grading Guidelines (Scotland) Abhnumber Code
    Micro-moth Grading Guidelines (Scotland) Scottish Adult Mine Case ABHNumber Code Species Vernacular List Grade Grade Grade Comment 1.001 1 Micropterix tunbergella 1 1.002 2 Micropterix mansuetella Yes 1 1.003 3 Micropterix aureatella Yes 1 1.004 4 Micropterix aruncella Yes 2 1.005 5 Micropterix calthella Yes 2 2.001 6 Dyseriocrania subpurpurella Yes 2 A Confusion with fly mines 2.002 7 Paracrania chrysolepidella 3 A 2.003 8 Eriocrania unimaculella Yes 2 R Easier if larva present 2.004 9 Eriocrania sparrmannella Yes 2 A 2.005 10 Eriocrania salopiella Yes 2 R Easier if larva present 2.006 11 Eriocrania cicatricella Yes 4 R Easier if larva present 2.007 13 Eriocrania semipurpurella Yes 4 R Easier if larva present 2.008 12 Eriocrania sangii Yes 4 R Easier if larva present 4.001 118 Enteucha acetosae 0 A 4.002 116 Stigmella lapponica 0 L 4.003 117 Stigmella confusella 0 L 4.004 90 Stigmella tiliae 0 A 4.005 110 Stigmella betulicola 0 L 4.006 113 Stigmella sakhalinella 0 L 4.007 112 Stigmella luteella 0 L 4.008 114 Stigmella glutinosae 0 L Examination of larva essential 4.009 115 Stigmella alnetella 0 L Examination of larva essential 4.010 111 Stigmella microtheriella Yes 0 L 4.011 109 Stigmella prunetorum 0 L 4.012 102 Stigmella aceris 0 A 4.013 97 Stigmella malella Apple Pigmy 0 L 4.014 98 Stigmella catharticella 0 A 4.015 92 Stigmella anomalella Rose Leaf Miner 0 L 4.016 94 Stigmella spinosissimae 0 R 4.017 93 Stigmella centifoliella 0 R 4.018 80 Stigmella ulmivora 0 L Exit-hole must be shown or larval colour 4.019 95 Stigmella viscerella
    [Show full text]
  • Lepidoptera) Bývalého Vojenského Prostoru U Oleška (Česká Republika, Ústecký Kraj)
    Published September 15, 2010 Klapalekiana, 46: 69–130, 2010 ISSN 1210-6100 Motýli (Lepidoptera) bývalého vojenského prostoru u Oleška (Česká republika, Ústecký kraj) Butterflies and moths (Lepidoptera) of the former military training area near Oleško (Czech Republic, Ústí Region) Jan ŠumpICH 582 61 Česká Bělá 212, Czech Republic; e-mail: [email protected] Lepidoptera, ecofaunistics, species diversity, sand habitats, Czech Republic, Central Europe Abstract. The lepidopteran fauna of the former military training area near Oleško (Czech Republic: Ústecký Region) was studied in the year 2008. This area is on sandy ground, the predominant habitats are dry Scots pine forests growing on sand. 700 species were recorded, many of them are markedly psammophilous. Some characteristic spe- cies are very abundant there, namely on open habitats Aroga velocella (Zeller, 1839), Teleiopsis diffinis (Haworth, 1828), Platytes alpinellus (Hübner, 1813), Pyrausta ostrinalis (Hübner, 1796), Paradrina selini (Boisduval, 1840), Agrotis vestigialis (Hufnagel, 1766), Eilema pygmaeolum (Doubleday, 1847)���������������������������������������, some other species were only recorded individually (Aristotelia brizella (Treitschke, 1833), Helcystogramma lineolellum (Zeller, 1839), Pediasia fasce- linella (Hübner, 1813), Lythria cruentaria (Hufnagel, 1767) and Hadena irregularis (Hufnagel, 1766)). Elatobia fuliginosella (Lienig et Zeller, 1846), Decantha borkhausenii (Zeller, 1839), Epinotia rubiginosana (Herrich- Schäffer, 1851), Cydia conicolana (Heylaerts, 1874)
    [Show full text]
  • Comparative Morphology of the Male Genitalia in Lepidoptera
    COMPARATIVE MORPHOLOGY OF THE MALE GENITALIA IN LEPIDOPTERA. By DEV RAJ MEHTA, M. Sc.~ Ph. D. (Canta.b.), 'Univefsity Scholar of the Government of the Punjab, India (Department of Zoology, University of Oambridge). CONTENTS. PAGE. Introduction 197 Historical Review 199 Technique. 201 N ontenclature 201 Function • 205 Comparative Morphology 206 Conclusions in Phylogeny 257 Summary 261 Literature 1 262 INTRODUCTION. In the domains of both Morphology and Taxonomy the study' of Insect genitalia has evoked considerable interest during the past half century. Zander (1900, 1901, 1903) suggested a common structural plan for the genitalia in various orders of insects. This work stimulated further research and his conclusions were amplified by Crampton (1920) who homologized the different parts in the genitalia of Hymenoptera, Mecoptera, Neuroptera, Diptera, Trichoptera Lepidoptera, Hemiptera and Strepsiptera with those of more generalized insects like the Ephe­ meroptera and Thysanura. During this time the use of genitalic charac­ ters for taxonomic purposes was also realized particularly in cases where the other imaginal characters had failed to serve. In this con­ nection may be mentioned the work of Buchanan White (1876), Gosse (1883), Bethune Baker (1914), Pierce (1909, 1914, 1922) and others. Also, a comparative account of the genitalia, as a basis for the phylo­ genetic study of different insect orders, was employed by Walker (1919), Sharp and Muir (1912), Singh-Pruthi (1925) and Cole (1927), in Orthop­ tera, Coleoptera, Hemiptera and the Diptera respectively. It is sur­ prising, work of this nature having been found so useful in these groups, that an important order like the Lepidoptera should have escaped careful analysis at the hands of the morphologists.
    [Show full text]
  • Species List
    The species collected in all Malaise traps are listed below. They are organized by group and are listed in the order of the 'Species Image Library'. ‘New’ refers to species that are brand new to our DNA barcode library. 'Rare' refers to species that were only collected in one trap out of all 59 that were deployed for the program.
    [Show full text]
  • Schutz Des Naturhaushaltes Vor Den Auswirkungen Der Anwendung Von Pflanzenschutzmitteln Aus Der Luft in Wäldern Und Im Weinbau
    TEXTE 21/2017 Umweltforschungsplan des Bundesministeriums für Umwelt, Naturschutz, Bau und Reaktorsicherheit Forschungskennzahl 3714 67 406 0 UBA-FB 002461 Schutz des Naturhaushaltes vor den Auswirkungen der Anwendung von Pflanzenschutzmitteln aus der Luft in Wäldern und im Weinbau von Dr. Ingo Brunk, Thomas Sobczyk, Dr. Jörg Lorenz Technische Universität Dresden, Fakultät für Umweltwissenschaften, Institut für Forstbotanik und Forstzoologie, Tharandt Im Auftrag des Umweltbundesamtes Impressum Herausgeber: Umweltbundesamt Wörlitzer Platz 1 06844 Dessau-Roßlau Tel: +49 340-2103-0 Fax: +49 340-2103-2285 [email protected] Internet: www.umweltbundesamt.de /umweltbundesamt.de /umweltbundesamt Durchführung der Studie: Technische Universität Dresden, Fakultät für Umweltwissenschaften, Institut für Forstbotanik und Forstzoologie, Professur für Forstzoologie, Prof. Dr. Mechthild Roth Pienner Straße 7 (Cotta-Bau), 01737 Tharandt Abschlussdatum: Januar 2017 Redaktion: Fachgebiet IV 1.3 Pflanzenschutz Dr. Mareike Güth, Dr. Daniela Felsmann Publikationen als pdf: http://www.umweltbundesamt.de/publikationen ISSN 1862-4359 Dessau-Roßlau, März 2017 Das diesem Bericht zu Grunde liegende Vorhaben wurde mit Mitteln des Bundesministeriums für Umwelt, Naturschutz, Bau und Reaktorsicherheit unter der Forschungskennzahl 3714 67 406 0 gefördert. Die Verantwortung für den Inhalt dieser Veröffentlichung liegt bei den Autorinnen und Autoren. UBA Texte Entwicklung geeigneter Risikominimierungsansätze für die Luftausbringung von PSM Kurzbeschreibung Die Bekämpfung
    [Show full text]
  • Additions, Deletions and Corrections to An
    Bulletin of the Irish Biogeographical Society No. 36 (2012) ADDITIONS, DELETIONS AND CORRECTIONS TO AN ANNOTATED CHECKLIST OF THE IRISH BUTTERFLIES AND MOTHS (LEPIDOPTERA) WITH A CONCISE CHECKLIST OF IRISH SPECIES AND ELACHISTA BIATOMELLA (STAINTON, 1848) NEW TO IRELAND K. G. M. Bond1 and J. P. O’Connor2 1Department of Zoology and Animal Ecology, School of BEES, University College Cork, Distillery Fields, North Mall, Cork, Ireland. e-mail: <[email protected]> 2Emeritus Entomologist, National Museum of Ireland, Kildare Street, Dublin 2, Ireland. Abstract Additions, deletions and corrections are made to the Irish checklist of butterflies and moths (Lepidoptera). Elachista biatomella (Stainton, 1848) is added to the Irish list. The total number of confirmed Irish species of Lepidoptera now stands at 1480. Key words: Lepidoptera, additions, deletions, corrections, Irish list, Elachista biatomella Introduction Bond, Nash and O’Connor (2006) provided a checklist of the Irish Lepidoptera. Since its publication, many new discoveries have been made and are reported here. In addition, several deletions have been made. A concise and updated checklist is provided. The following abbreviations are used in the text: BM(NH) – The Natural History Museum, London; NMINH – National Museum of Ireland, Natural History, Dublin. The total number of confirmed Irish species now stands at 1480, an addition of 68 since Bond et al. (2006). Taxonomic arrangement As a result of recent systematic research, it has been necessary to replace the arrangement familiar to British and Irish Lepidopterists by the Fauna Europaea [FE] system used by Karsholt 60 Bulletin of the Irish Biogeographical Society No. 36 (2012) and Razowski, which is widely used in continental Europe.
    [Show full text]
  • PDF Auf Websitebuilder.Easyname.Com
    Faun.-Ökol.Mitt. 8, 201-218 Kiel, 2002 Ergänzungen zur Schmetterlingsfauna (Lepidoptera) von Schleswig- Holstein und Hamburg von HARTMUT ROWECK , Kiel und NIKOLAY SAVENKOV , Riga Zusammenfassung Vorliegende Arbeit beschränkt sich auf eine Zusammenstellung solcher Arten aus der Gruppe der sog. Kleinschmetterlinge, die im „Verzeichnis der Schmetterlinge Deutschlands“ von GAEDIKE & HEINICKE (Hrsg.) 1999 nicht für Schleswig-Holstein erwähnt werden, obwohl sie in den Aufsammlungen von EVERS , MEDER , RILL und TIEDEMANN vorhanden sind, ergänzt durch einige Neufunde der genannten Arten. Nach unserer Kenntnis wurde die von MEDER gesammelte, aber nicht erkannte, Nepticulide Ectoedemia albibimaculella (LARSEN , 1927) bisher in Deutschland nicht nachgewiesen. Einige faunistisch interessante Arten werden farbig abgebildet. Summary This paper presents a list of “microlepidoptera” new for Schleswig-Holstein (northern Germany) and in one case ( Ectoedemia albibimaculella (Larsen, 1927)) new for Germany, referring to a compilation by GAEDIKE & HEINICKE (Eds.) 1999. The species mentioned were not caught in the field but detected in museum-material of earlier collectors in Schleswig-Holstein and Hamburg. For some species of faunistic interest colour illustrations are given. Einleitung Über das Vorkommen der sog. Großschmetterlinge im nördlichsten Bundesland sind wir, trotz einer überschaubaren Zahl heute aktiver Entomologen, noch vergleichsweise gut unterrichtet. Die derzeitigen Datenauswertungen und Kartierungen im Zusammenhang mit der Erstellung eines Verbeitungsatlanten der Tagfalter des Gebietes sowie die vorliegende Rote Liste (KOLLIGS , 1998) belegen dies; gerade letztere zeigt aber auch, dass wir bezüglich der aktuellen Verbreitung vieler Arten leider nur unklare Vorstellungen haben und jedenfalls weit entfernt sind von einer räumlich hoch aufgelösten status quo-Aufnahme, die z.B. als Interpretationsgrundlage für künftige Populationsschwankungen dienen könnte, wie dies z.B.
    [Show full text]
  • Serie B 1997 Vo!. 44 No. 1 Norwegian Journal of Entomology
    Serie B 1997 Vo!. 44 No. 1 Norwegian Journal of Entomology Publ ished by Foundation for Nature Research and Cultural Heritage Research Trondheim Fauna norvegica Ser. B Organ for Norsk Entomologisk Forening F Appears with one volume (two issues) annually. tigations of regional interest are also welcome. Appropriate Utkommer med to hefter pr. ar. topics include general and applied (e.g. conservation) ecolo­ I Editor in chief (Ansvarlig redaktor) gy, morphology, behaviour, zoogeography as well as methodological development. All papers in Fauna norvegica ~ Dr. John O. Solem, Norwegian University of Science and are reviewed by at least two referees. Technology (NTNU), The Museum, N-7004 Trondheim. ( Editorial committee (Redaksjonskomite) FAUNA NORVEGICA Ser. B publishes original new infor­ mation generally relevan,t to Norwegian entomology. The Ame C. Nilssen, Department of Zoology, Troms0 Museum, journal emphasizes papers which are mainly faunal or zoo­ N-9006 Troms0, Ame Fjellberg, Gonveien 38, N-3145 ( geographical in scope or content, including check lists, faunal Tj0me, and Knut Rognes, Hav0rnbrautene 7a, N-4040 Madla. lists, type catalogues, regional keys, and fundamental papers Abonnement 1997 having a conservation aspect. Submissions must not have Medlemmer av Norsk Entomologisk Forening (NEF) far been previously published or copyrighted and must not be tidsskriftet fritt tilsendt. Medlemmer av Norsk Ornitologisk published subsequently except in abstract form or by written Forening (NOF) mottar tidsskriftet ved a betale kr. 90. Andre consent of the Managing Editor. ma betale kr. 120. Disse innbetalingene sendes Stiftelsen for Subscription 1997 naturforskning og kulturminneforskning (NINAeNIKU), Members of the Norw. Ent. Soc. (NEF) will r~ceive the journal Tungasletta 2, N-7005 Trondheim.
    [Show full text]
  • Fund Af Småsommerfugle Fra Danmark I 2008 (Lepidoptera)
    Fund af småsommerfugle fra Danmark i 2008 (Lepidoptera) Otto Buhl, Per Falck, Ole Karsholt, Knud Larsen & Flemming Vilhelmsen Buh!, 0., P. Falck, O. Karsholt, K. Larsen & F. Vilhelmsen: Records of Micro­ lepidoptera from Denmark in 2008 (Lepidoptera). Ent. Meddr 77: 65-81. Copenhagen, Denmark 2009. ISSN 0013-8851. This artide reports and comments on interesting Danish Microlepidoptera collected in 2008, and inelude remarkable findings from previous years. The classification and nomenelature follow the Danish catalogue (Karsholt & Sta­ de! Nielsen, 1998) which is basedon the European checklist (Karsholt & Ra­ zowski (eds.), 1996) . Two species are reported as new to the Danish fauna: l) Caloptilia fidella (Reutti, 1853) (Gracillariidae). Several specimens were taken on theIsland of Bornholm in two different localities both as adults and larvae. 2) Scrabipalpula tussilaginis (Stainton, 1867) (Gelechiidae). The species has been found as lar­ va and adult at five different localities in Lolland, Zealand and Bornholm. The host plant is Tussilaga farfara. No specimens have been found in collections and tussilaginis is regarded as a recent immigrant. Phyllonarycter cerasicalella (Herrich-Schaffer, 1855) ( Gracillariidae) has re­ cently been raised to species level by Triberti (2007) and as a consequence of that i t is reintroduced to the list. A population of Caloptilia hemidactylella (D. & S.) has been found in South Jutland on Acer platanaides and on Acer campestre. Two tropical species ofPyralidae, Hypargyria metalliferella Ragonot, 1888 and Diplopseustis perieresalis (Walker, 1859), were taken in lighttrapsin Denmark. It is a question whether they are introduced species or migrants. A spedallist of species with uncertain status is introduced. The Palm Borer, Paysandisia arehan (Burmeister, 1880) is reported from one larva and one adult, both found o n palms ( Trachycarpus fortune) probably in­ troduced from Italy.
    [Show full text]
  • Beitrag Zum Vorkommen Der Epermeniidae Im Arbeitsgebiet Der Arbeitsgemeinschaft Rheinisch- Westfälischer Lepidopterologen (Lep., Epermeniidae)
    Melanargia, 19 (2): 97-100 Leverkusen, 15.10.2007 Beitrag zum Vorkommen der Epermeniidae im Arbeitsgebiet der Arbeitsgemeinschaft Rheinisch- Westfälischer Lepidopterologen (Lep., Epermeniidae) von WILLY BIESENBAUM Zusammenfassung: Aus unserem Arbeitsgebiet werden zehn Arten aus der Familie Epermeniidae mit Fundortangaben und Funddaten aufgeführt. Es ist dies eine weitere Fortsetzung der Bearbeitung kleinerer Familien für unser Arbeitsgebiet, die parallel zu den Faunenbänden erfolgt. Abstract: Article about the occurrence of Epermeniidae in the working area of the Rheinisch-Westfalia lepidopterologists´study group Ten species of the Epermeniidae family are listed in our working area, including details on habitat and finding data. This is a continuation of the processing of smaller families in our working area which is carried out parallel to the fauna groups. Neben den in den letzten Jahren erschienenen 11 Faunen (Bände 2 bis 12) über die Microlepidopteren der Rheinlande und Westfalens mit 509 Arten – zwei weitere Faunen über die Oecophoridae et al. (BIESENBAUM) mit 41 Arten und Pyralinae (MOERTTER & KINKLER) mit 87 Arten sind in Arbeit – wurden Beiträge zum Vorkommen der Douglasidae, Ypsolophidae und der Plutellidae in unserem Arbeitsgebietes veröffentlicht. Da in allen Fällen die Funde aus der Landessammlung der Arbeitsgemeinschaft im Aquazoo-LÖBBECKE-Museum in Düsseldorf (mit den Sammlungen GRABE, GROSS, HEDDERGOTT, MEISE, REISINGER, STAMM) berücksichtigt wurden, sind damit die bisher ca. 670 bearbeiteten Arten eine gute Basis für die geplante Neufassung für das Verzeichnis der Schmetterlinge Deutschlands (GAEDICKE & HEINICKE 1999) sowie für eine Bewertung einzelner Arten im Sinne der „Roten Listen“. Auch für die nachstehend aufgeführten Arten aus der Familie Epermeniidae wurden die Funde der Landessammlung ausgewertet. Ferner bedanke ich mich bei Herrn RUDI SELIGER, Schwalmtal-Hagen für die Überlassung seiner Funddaten.
    [Show full text]
  • FRANJE 35 Voorjaar 2015
    FRANJE Jaargang 18 (35) februari 2015 ISSN: 1388-4409 Mededelingen uit de Secties “Snellen” en “Ter Haar” van de Nederlandse Entomologische Vereniging Franje 18 (35) – februari 2015 Colofon Franje is het gezamenlijke contactorgaan van de secties “Snellen” en “Ter Haar” van de Nederlandse Entomologische Vereniging en verschijnt twee maal per jaar. Logo: Cosmopterix zieglerella door Sjaak Koster Redactie : Maurice Jansen. Redactieadres : Maurice Jansen, Appelgaard 9, 4033 JA Lienden. Tel: 0344-603758 (privé), 0317-496821 (werk); e-mail: [email protected] (werk); [email protected] (privé) Bestuur sectie Snellen: E-mail: [email protected] voorzitter: Tymo Muus, Hogewal 137, 8331 WP Steenwijk 06-20358505. secretaris : Camiel Doorenweerd, Voorschoterweg 27, 2235 TR Valkenburg (Zuid- Holland). penningmeester : Remco Vos, Minstreelpad 79, 3766 BS Soest lid: . Violet Middelman Minstreelpad 79, 3766 BS Soest. Tel: 06-11268833 Bestuur sectie Ter Haar: voorzitter : Siep Sinnema, Sparjeburd 29, 8409 CK Hemrik, tel: 0516-471222; e-mail: [email protected] secretaris : Hans Groenewoud, Hatertseweg 620, 6535 ZZ Nijmegen, tel: 024-3541725; e-mail: [email protected] penningmeester : Penningmeester: Mathilde Groenendijk, Doorneberglaan 287, 1974 NK IJmuiden, e-mail: [email protected]. lid : Sandra Lamberts, Bergstraat 5, 6287 AK Eys; tel: 06-57104851; e-mail: [email protected] lid : Gerrit Tuinstra, De Twee Gebroeders 214, 9207 CB Drachten. Tel. 0512-518246; e- mail: [email protected] Lidmaatschap voor leden van Snellen : € 9,- per jaar, bij voorkeur te voldoen op banknummer (IBAN) NL85 INGB 0006 6797 53 t.n.v. Sectie Snellen in Soest. Dit onder vermelding van ‘Contributie Snellen’ en het jaartal.
    [Show full text]