Management En Organisatie, Th&Prakt Gratis Epub, Ebook
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
MANAGEMENT EN ORGANISATIE, TH&PRAKT GRATIS Auteur: Keuning Aantal pagina's: 517 pagina's Verschijningsdatum: none Uitgever: none EAN: 9789020714074 Taal: nl Link: Download hier Onmacht in het migratiebeleid: een mythe? Dergelijke praktijksituaties hebben overigens aanleiding gegeven tot initiatieven die voor alle onderzoekers binnen Fontys van belang kunnen zijn, zoals de oprichting van een commissie onderzoeksethiek. Concluderend is het doen van onderzoek met studenten in het HBO, binnen de beperkingen, vooral een dankbare en vruchtbare onderneming. Fysieke klachten zijn geen belangrijke motiverende factor bij mensen die nog geen gezondheidsprobleem ervaren. Ook is er een gunstige invloed gevonden op de psychische gezondheid. Desondanks is de drempel om meer te gaan bewegen voor mensen met overgewicht vaak hoog. Met behulp van het gezondheidsattitude model Health Belief Model kan daarvoor een mogelijke verklaring worden gevonden. Doel van het onderzoek: Meer inzicht te krijgen in de psychische factoren die mensen met overgewicht motiveren of belemmeren om te gaan deelnemen aan een sportprogramma. Ook het gemiddelde aantal pogingen om gewicht te verliezen en de leeftijd waarop het overgewicht ontstaan was, was voor de groepen hetzelfde. Er waren echter meer vrouwen in de sportgroep en de vaders van de sporters maar niet de moeders hadden minder vaak overgewicht. Sporters schatten de ernst van het overgewichtprobleem groter in dan niet sporters. Wel had de sportgroep minder vrees voor letsel en zag vaker gezondheidsvoordelen van sporten. Verder schreven deelnemers uit de sportgroep overgewicht minder vaak toe aan lichamelijke of erfelijke oorzaken en was men optimistischer over de prognose van het overgewicht. Er waren nauwelijks verschillen in lichamelijke klachten en kwaliteit van leven tussen beide groepen. Zowel bij individuele contacten als in voorlichtingscampagnes waarbij mensen met overgewicht worden gestimuleerd om meer te gaan bewegen, is het belangrijk deze factoren te herkennen, bespreekbaar te maken en te behandelen zodat de instroom in sportgroepen wordt bevorderd. Ondanks bewezen gunstige effecten van lichaamsbeweging op het behoud van gewichtsverlies, co-morbiditeiten, en kwaliteit van leven, is er voor mensen met overgewicht toch vaak een hoge drempel om meer te gaan bewegen. Het gezondheidsattitude model Health Belief Model biedt een mogelijke verklaring hiervoor. Zelfeffectiviteit is een extra component die vooral bij complexere gedragsveranderingen belangrijk is. Doel van deze studie was om inzicht te krijgen in de psychische factoren die mensen met overgewicht motiveren of belemmeren om te gaan deelnemen aan een sportprogramma, nog voordat er sprake is van co-morbiditeiten. Niet- sporters werden geworven via de website van de Nederlandse Obesitas Vereniging, kledingwinkels voor grote confectiematen, huisartsen en via de kennissenkring. Resultaten: Beide groepen bestonden uit 58 deelnemers. De gemiddelde BMI Er werden geen verschillen gevonden in gerapporteerde lichamelijke klachten. De significant verschillende psychische factoren, gevonden in de vergelijking van de groepen, werden samen met BMI, leeftijd, geslacht en mate van overgewicht van de vader, in een logistisch regressiemodel gebracht. De resultaten lieten zien dat het onafhankelijke predictoren van deelname aan een sportgroep waren. Conclusie: De op grond van het gezondheidsattitude model geformuleerde hypotheses werden grotendeels bevestigd. Mensen die gaan sporten ervaren hun overgewicht als een groter gezondheidsprobleem, en dus als een grotere dreiging. Ook zien zij meer voordelen voor hun gezondheid van lichaamsbeweging. Fysieke klachten bij mensen die nog geen grote gezondheidsproblemen ervaren, is geen belangrijke motiverende factor. Een lager gevoel van eigenwaarde is dit mogelijk wel. Pessimistische cognities over prognose, en het geloof dat overgewicht vooral somatisch bepaald wordt, blijken inderdaad een rol te spelen bij het al dan niet nemen van de stap om te gaan sporten. Zowel in individuele contacten als in voorlichtingscampagnes waarbij mensen met overgewicht worden gestimuleerd om meer te gaan bewegen, is het belangrijk deze factoren te herkennen, bespreekbaar te maken en te behandelen zodat de instroom in sportgroepen wordt bevorderd. Een plotselinge overgang van noeste arbeid naar lekker nietsdoen is niet altijd gunstig: veel mensen worden ziek aan het begin van hun vakantie. Een goed begin van de vakantie kan ook zijn: eens lekker opruimen. Opruimen en je omgeving vereenvoudigen tot het strikt noodzakelijke geeft rust, en een vakantiegevoel. Ook ga je daardoor bewuster om met je omgeving. De relatie wordt gelegd met eten: bewust eten, jezelf afvragen of je iets echt wil eten , is een goede stap op weg naar een bewuster, en gezonder leven. Diverse factoren spelen daarbij een rol. Dat zijn kortweg een dosis aanleg en een ongunstige omgeving. Aan aanleg is niet veel te veranderen, aan de omgeving wel. Door te werken aan competentieverbetering en dankzij een stimulerende houding, neemt de zelfregulatie en de kans op blijvend succes toe. Bohn Stafleu van Loghum. Assessment of quality of life is considered crucial to understand and evaluate the consequences of obesity. However, the heterogeneity of the quality of life concept makes it difficult to compare and value studies on quality of life. Both generic -applying to any disease- and obesity specific quality of life instruments can be used as assessment instruments in obesity. Generic instruments have the advantage that they can be used to compare the quality of life consequences of divergent diseases, whereas the major advantage of obesity specific instruments is that these are more sensitive to changes in obesity. Obesity has major consequences for quality of life, as a result of co-morbidities of obesity, weight stigmatization, and other less frequently ventilated problems. Bariatric surgery has been proven to lead to significant weight loss and improvement of quality of life. Instruments differ in the suitability to assess quality of life after surgery and weight loss, and they differ in the domains of quality of life that are tapped by the instruments. Besides obesity, also personal and psychosocial variables influence quality of life and affect the outcome of surgery. Obesity, even after substantial weight loss by gastric bypass surgery, is a chronic disease requiring life long consideration, in order to attain long standing quality of life improvement. Columbus ed. Dropout from physical activity interventions in overweight adults is considerable. Suffering and a poor quality of life have been demonstrated to be a cue to initiate exercise interventions. Our aim was to evaluate these variables as predictors of exercise compliance. As compared to non-completers, completers were older and reported less suffering and a higher quality of life. Our study suggests that intake assessments of suffering and quality of life can be helpful to identify participants who need extra counselling. Samenwerkend leren,zelfstandig leren,loopbaanleren en professioneel leren vormen de voorwaarden voor succesvol leren in het beroepsonderwijs. By highlighting the personal networks of members across design and high-tech industries, the study attempts to identify the main brokers in this dynamic environment. In addition, we investigate whether specific characteristics are associated with these brokers. The main contribution of the paper lies in the fact that, in contrast to most other work, it is quantitative and that it focuses on brokers identified in an actual network based on both suppliers and users of the knowledge infrastructure. Studying the phenomenon of brokerage provides us with clear insights into the concept of brokerage regarding SME networks in different fields. In particular we highlight how third parties contribute to the transfer and development of knowledge. Empirical results show, among others that the most influential brokers are found in the nonprofit and science sector and have a long track record in their branch. Maar hoe aannemelijk is die theorie? Johan van der Sanden,lector PTH eindhoven. Collega lectoren reageren op door hem uitgebrachte publicaties en leveren zo een verdere bijdrage aan de ontwikkeling daarvan. Tilburg: Fontys Hogescholen. De samenstellers laten zien hoe deze toets er uit ziet en geven aan wat de ervaringen er mee zijn. Daarmee is getracht zicht te krijgen op de actuele onderwijssituatie van de school. Elk teamlid heeft een vragenlijst ingevuld met daarop elf veelvoorkomende, dagelijkse situaties. Deze situaties zijn gekoppeld aan de competenties uit het generiek competentieprofi el van de speciale onderwijszorg. Voor elke situatie zijn op grond van veelvoorkomende gedragsbenaderingen enkele typerende handelingsmogelijkheden beschreven. De resultaten tonen aan dat teamleden binnen de school in geen enkele situatie eenduidig handelen. De betekenis van dit gegeven is voor het schoolteam een startpunt geworden in het streven naar eenduidigheid in regels, structuren en afspraken over handelingsmogelijkheden, vastgelegd in een zogenoemde Schoolbijsluiter. Het gebruikmaken van een schoolspecifi eke vragenlijst en de interpretatie door de teamleden van de eigen gegevens lijkt zinvol als werkwijze om een school tot verbetering van het dagelijkse handelen te laten komen. Ze zijn nu bijna even groot als het CDA. Feitelijk is de groepering Wilders geen democratische partij waar mensen lid van kunnen worden en hun leider kiezen en partijprogramma mee kunnen vaststelen.